01.05.2013 Views

Richtlijn Omgaan met gedragsproblemen bij patiënten met dementie

Richtlijn Omgaan met gedragsproblemen bij patiënten met dementie

Richtlijn Omgaan met gedragsproblemen bij patiënten met dementie

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Stap 5 ‘Wat ga je er aan doen?’<br />

Inleiding<br />

In de vorige stap heb je de oorzaak (of oorzaken) van het probleemgedrag beschreven.<br />

In deze stap ga je op zoek naar één of meerdere interventies die het probleemgedrag kunnen verminderen.<br />

Vervolgens ga je deze interventie(s) uitvoeren. Dit doe je in overleg <strong>met</strong> het multidisciplinaire team en <strong>met</strong> de<br />

mantelzorger.<br />

Als de oorzaak van het probleemgedrag kan worden weggenomen, richt je de interventie(s) daar op.<br />

Bijvoorbeeld: een cliënt die probleemgedrag vertoont omdat hij dorst heeft, bied je ieder uur wat te drinken<br />

aan. De interventies kunnen zich ook richten op de omgeving van de cliënt.<br />

Kun je de oorzaak van het gedrag niet vinden, kies dan voor een interventie gericht op activiteiten die het<br />

specifieke probleemgedrag kunnen verminderen (zie de richtlijn). Het is belangrijk dat je kiest voor een<br />

interventie die aansluit <strong>bij</strong> de behoeften en voorkeuren van de cliënt. Dus <strong>bij</strong> dat wat de cliënt interesseert en<br />

wil. In het Plan van Aanpak beschrijf je hoe je de interventie(s) uit gaat voeren. Je stelt ook een<br />

evaluatiedatum vast waarop je gaat kijken of het probleemgedrag is verminderd. Bespreek het plan van<br />

aanpak in het team zodat ieder eenzelfde handelingswijze hanteert. In het zorgdossier schrijf je op welke<br />

interventie(s) uitgevoerd moet(en) worden en hoe dit moet gebeuren.<br />

Doel<br />

Het kiezen van een geschikte interventie ter vermindering van het probleemgedrag van de cliënt en het<br />

uitvoeren van deze interventie.<br />

Wie<br />

De verpleegkundige of verzorgende in overleg <strong>met</strong> het multidisciplinaire team.<br />

Daarnaast kan de mantelzorger (en zo mogelijk de cliënt) <strong>bij</strong> de keuze en uitvoering<br />

van de interventie(s) betrokken worden.<br />

Instructie<br />

Bedenk in eerste instantie interventies die zich richten op de specifieke oorzaak van het probleemgedrag.<br />

Denk hier<strong>bij</strong> ook aan interventies die gericht zijn op aanpassing van de omgeving van de cliënt. Bijvoorbeeld<br />

het zachter zetten van de tv.<br />

Kun je niets bedenken of wil je nog een interventie uitvoeren, kies dan voor een van de interventies waarvoor<br />

het bewijs <strong>bij</strong>voorbeeld minder hoog is (zie richtlijn).<br />

Belangrijk <strong>bij</strong> de keuze voor een interventie is om te bedenken of de cliënt behoefte heeft aan een<br />

rustgevende of aan een activerende interventie.<br />

Maak voor de gekozen interventie een Plan van Aanpak. Bedenk wat je precies gaat doen, wie dat gaat doen,<br />

waar, wanneer en hoe lang.<br />

Bepaal voor iedere interventie een evaluatiedatum. Dit is 3 dagen/ twee weken na de start van de interventie.<br />

101

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!