02.05.2013 Views

De schilderijen - Antwerpen, Kerken en Toerisme

De schilderijen - Antwerpen, Kerken en Toerisme

De schilderijen - Antwerpen, Kerken en Toerisme

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>Antwerp<strong>en</strong></strong>, Sint-Antonius van Paduakerk<br />

Kunstpatrimonium - de <strong>schilderij<strong>en</strong></strong><br />

Naast de <strong>schilderij<strong>en</strong></strong> die thematisch bij <strong>en</strong>kele van de altar<strong>en</strong> besprok<strong>en</strong> word<strong>en</strong> vind<strong>en</strong> we in de<br />

kerk belangrijke werk<strong>en</strong> of vroege kopieën van onze 17 de -eeuwse grootmeesters Rub<strong>en</strong>s, Van Dyck<br />

<strong>en</strong> Jorda<strong>en</strong>s.<br />

Twee kunstwerk<strong>en</strong> die door de Frans<strong>en</strong> in 1894 geroofd werd<strong>en</strong> kond<strong>en</strong> in 1815 onder het Nederlandse<br />

bewind terug naar <strong>Antwerp<strong>en</strong></strong> kom<strong>en</strong>, de ‘Piëta’ van Antoon van Dyck <strong>en</strong> de ‘<strong>De</strong> H. Franciscus<br />

ontvangt het Jezuskind uit de hand<strong>en</strong> van O.-L.-Vrouw’ van P.P. Rub<strong>en</strong>s (atelier).<br />

<strong>De</strong> bijzonder krachtige ‘Piëta’ (Nood Gods)<br />

van Antoon van Dyck (<strong>Antwerp<strong>en</strong></strong> 1599-<br />

Lond<strong>en</strong> 1641),in de Andreas Avellinuskapel,<br />

is e<strong>en</strong> van de belangrijkste kunstwerk<strong>en</strong> in<br />

de kerk.<br />

Dit typisch barokke <strong>en</strong> contrareformatorische<br />

werk richt zich op dramatische wijze<br />

direct naar de toeschouwer <strong>en</strong> roept de<br />

‘waarom’-vraag op <strong>en</strong> speelt direct in op de<br />

emotie. Het thema loopt gelijk met de voorstelling<strong>en</strong><br />

van ‘de bew<strong>en</strong>ing van Christus’, die het mom<strong>en</strong>t weergev<strong>en</strong> dat de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die Christus<br />

het meest nabij zijn geweest zich schar<strong>en</strong> rond zijn dode lichaam. Jezus ligt uitgestrekt teg<strong>en</strong> Maria<br />

aan op de witte lijkwade met de rechterarm over de schoot van Maria Magdal<strong>en</strong>a. <strong>De</strong> og<strong>en</strong> gericht<br />

naar de hemel, naar God de Vader, ondersteunt Maria Jezus’ dode arm. Maria Magdal<strong>en</strong>a kijkt vertwijfeld<br />

toe maar durft Christus haast niet aan te rak<strong>en</strong>. <strong>De</strong> opvall<strong>en</strong>de <strong>en</strong>gel<strong>en</strong> rechts, de <strong>en</strong>e met<br />

gevouw<strong>en</strong> hand<strong>en</strong>, de andere met de arm<strong>en</strong> in overgave gespreid, vorm<strong>en</strong> als boodschappers van<br />

God als het ware de band met de vader in de hemel. Vooraan verwijz<strong>en</strong> de arma Christi, de doorn<strong>en</strong>kroon<br />

<strong>en</strong> de 3 kruisnagels, nog naar de Jezus’ lijd<strong>en</strong>.<br />

In 1629 schildert Antoon van Dyck e<strong>en</strong> andere versie van deze Nood Gods voor het hoogaltaar van de<br />

Sint-Catharinakerk van het nabijgeleg<strong>en</strong> begijnhof waar 3 van zijn zusters <strong>en</strong> e<strong>en</strong> onwettige dochter<br />

woond<strong>en</strong>. Dit laatste schilderij is nu te bewonder<strong>en</strong> in het KMSKA (inv. nr. 403).<br />

Van ‘<strong>De</strong> H. Franciscus ontvangt het Jezuskind uit de hand<strong>en</strong> van O.-L.-Vrouw’, ca. 1614, (zuidmuur)<br />

wordt algeme<strong>en</strong> aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong> dat het zeker t<strong>en</strong> dele atelierwerk is van Pieter Paul Rub<strong>en</strong>s (Sieg<strong>en</strong><br />

1577-<strong>Antwerp<strong>en</strong></strong> 1640) bestemd voor de vroegere Kapucijn<strong>en</strong>kerk.<br />

Volg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> leg<strong>en</strong>de uit de tijd van de Contrareformatie versche<strong>en</strong> de H. Maagd in e<strong>en</strong> oogverblind<strong>en</strong>de<br />

gedaante aan de H. Franciscus van Assisi <strong>en</strong> legde het kindje Jezus in zijn arm<strong>en</strong>. Zijn verbaasde<br />

medebroeder beschermt de og<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> het verblind<strong>en</strong>de licht dat de H. Maagd omstraalt <strong>en</strong><br />

waarin dartele putti Maria begeleid<strong>en</strong>.<br />

<strong>De</strong> ‘Vlucht naar Egypte’ uit 1640 van Jacob Jorda<strong>en</strong>s (<strong>Antwerp<strong>en</strong></strong> 1594-1678) aan de oostmuur van<br />

de St.-Antoniuskapel stelt de heilige familie voor. Maria zit op e<strong>en</strong> ezel <strong>en</strong> draagt het Kind, Jozef loopt<br />

vermoeid vooraan terwijl <strong>en</strong>geltjes <strong>en</strong> e<strong>en</strong> os de bagage drag<strong>en</strong>. Hoewel het landschap de Nijlvallei<br />

zou moet<strong>en</strong> voorstell<strong>en</strong> <strong>en</strong> de Sinaïwoestijn, waar de familie volg<strong>en</strong>s de traditie doortrok op weg<br />

naar Egypte, is het eerder Vlaams vol bloei<strong>en</strong>de heesters aan de boord van e<strong>en</strong> stroom met e<strong>en</strong> Italiaanse<br />

hoeve op de achtergrond.<br />

<strong>De</strong> iconografische invulling van Jorda<strong>en</strong>s is volledig gebaseerd op de traditie <strong>en</strong> de 13 de -eeuwse ‘Leg<strong>en</strong>da<br />

Aurea’ van Jacobus de Voragine waarin Jozef op weg naar Bethlehem e<strong>en</strong> os me<strong>en</strong>eemt moge-<br />

~ 1 ~


<strong>Antwerp<strong>en</strong></strong>, Sint-Antonius van Paduakerk<br />

Kunstpatrimonium - de <strong>schilderij<strong>en</strong></strong><br />

lijk om hem te verkop<strong>en</strong> om de cijnsp<strong>en</strong>ning te betal<strong>en</strong>. Het nieuwe testam<strong>en</strong>t (Mt. 2:13-14) verhaalt<br />

<strong>en</strong>kel dat e<strong>en</strong> <strong>en</strong>gel de opdracht geeft om naar Egypte te vlucht<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat de familie hieraan gevolg<br />

geeft.<br />

E<strong>en</strong> pittig detail is het kapelletje in de boom, bov<strong>en</strong> de kop van de os, dat typisch Vlaams lijkt. Maar<br />

hier gaat het om de voorstelling van e<strong>en</strong> afgodsbeeld dat dreigt voorover te vall<strong>en</strong>. Het verwijst naar<br />

de oude tijd die nu met Christus volledig voorbij is.<br />

In 1645 schildert de Antwerpse kunstschilder Jan Cossiers<br />

(<strong>Antwerp<strong>en</strong></strong> 1603-1652) ‘<strong>De</strong> verrez<strong>en</strong> Verlosser verschijnt aan<br />

Maria Magdal<strong>en</strong>a’. <strong>De</strong>ze voorstelling, zoals beschrev<strong>en</strong> bij<br />

Johannes (20:14-17) geeft het mom<strong>en</strong>t weer waarop Jezus na<br />

zijn verrijz<strong>en</strong>is verschijnt aan Maria Magdal<strong>en</strong>a die eerst in de<br />

m<strong>en</strong>ing verkeert dat hij de tuinman is vandaar dat hij wordt<br />

voorgesteld met e<strong>en</strong> spade. Wanneer Jezus echter haar naam<br />

noemt, herk<strong>en</strong>t ze Hem <strong>en</strong> spreekt ze Hem aan met ‘Rabbo<strong>en</strong>i’,<br />

Hebreeuws voor ‘leraar’. Jezus spreekt haar toe met ‘noli<br />

me tangere’ (raak me niet aan), ‘want ik b<strong>en</strong> nog niet opgesteg<strong>en</strong><br />

naar mijn Vader’.<br />

<strong>De</strong> scène wordt weergegev<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> de achtergrond van e<strong>en</strong><br />

r<strong>en</strong>aissancetuin, mogelijk vol symbolische gelad<strong>en</strong>heid. <strong>De</strong> tuin<br />

zelf staat symbool voor het herwonn<strong>en</strong> paradijs, de fontein voor de zuivering van onze zond<strong>en</strong>.<br />

Vooraan staat het traditionele attribuut van Maria Magdal<strong>en</strong>a, de balsempot, hier in de vorm van<br />

e<strong>en</strong> fijne glaz<strong>en</strong> kelk. Links vall<strong>en</strong> 2 symbolische details op: de roz<strong>en</strong> die voor Jezus’ goddelijke liefde<br />

staan <strong>en</strong> de asperges naast Jezus’ voet<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> verwijzing naar zijn verrijz<strong>en</strong>is.<br />

Ernest Wante schildert ca. 1910 het paneel dat het zuidportaal bekroont,<br />

‘de H. Maagd wordt gekroond tot Koningin van de hemel’.<br />

In de punt staat de H. Drievuldigheid klaar om Maria te kron<strong>en</strong>. Ze<br />

is omringd door talloze dans<strong>en</strong>de <strong>en</strong>gel<strong>en</strong> <strong>en</strong> jubel<strong>en</strong>de heilig<strong>en</strong>,<br />

all<strong>en</strong> getooid in kleurrijke <strong>en</strong> weelderige tuniek<strong>en</strong> die de vreugde<br />

van het gebeur<strong>en</strong> uitstral<strong>en</strong>.<br />

Het schilderij ‘Sint-Franciscus ontvangt de stigmata’ (zuidmuur)<br />

is e<strong>en</strong> kopie gemaakt omstreeks 1680 van e<strong>en</strong> werk<br />

van P.P. Rub<strong>en</strong>s (vóór 1621). Het stelt het visio<strong>en</strong> voor dat<br />

Franciscus 2 jaar voor zijn dood in 1224 heeft. Christus verschijnt<br />

hem dan in de gedaante van e<strong>en</strong> serafijn, e<strong>en</strong> 6vleugelige<br />

<strong>en</strong>gel (zoals beschrev<strong>en</strong> in Jes. 6:1-3), die hem de<br />

5 stigmata geeft. Zijn medebroeder, achterover gevall<strong>en</strong> van<br />

verwondering, beschermt de og<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> het licht. <strong>De</strong> leg<strong>en</strong>darische<br />

valk in de boom wekte de heilige om tijdig zijn gebed<strong>en</strong><br />

aan te kunn<strong>en</strong> vatt<strong>en</strong>. Het doodshoofd verwijst naar<br />

de sterfelijkheid. <strong>De</strong> opvall<strong>en</strong>d sterke compositie ondersteunt<br />

de grote dramatische spanning.<br />

~ 2 ~


<strong>Antwerp<strong>en</strong></strong>, Sint-Antonius van Paduakerk<br />

Kunstpatrimonium - de <strong>schilderij<strong>en</strong></strong><br />

Rub<strong>en</strong>s schildert het originele werk waarschijnlijk in opdracht van de gebroeders Clarisse, syndici van<br />

het Antwerpse kapucijn<strong>en</strong>klooster maar omwille van de kritiek op de te luxueuze kerkinrichting<br />

wordt het overgebracht naar het Keulse kapucijn<strong>en</strong>klooster. Het bevindt zich nu in het Wallraf-<br />

Richartz Museum van deze stad.<br />

In de laatste jar<strong>en</strong> van zijn lev<strong>en</strong> (vóór 1640) schildert Rub<strong>en</strong>s het<br />

doek ‘Christus tuss<strong>en</strong> de twee moord<strong>en</strong>aars’ voor het hoofdaltaar<br />

van de Kapucijn<strong>en</strong>kerk. Het wordt echter in de Franse tijd ontvreemd<br />

<strong>en</strong> maakt nu deel uit van de verzameling van het Musée des Augustins<br />

in Toulouse. <strong>De</strong> getrouwe kopie (s.d.) die zich nu in de kerk bevindt<br />

is van e<strong>en</strong> onbek<strong>en</strong>de meester. Opvall<strong>en</strong>d is het grote contrast<br />

tuss<strong>en</strong> het witverlichte lichaam van Christus dat afstraalt op Maria<br />

<strong>en</strong> Maria Magdal<strong>en</strong>a <strong>en</strong> de donkere licham<strong>en</strong> van de moord<strong>en</strong>aars<br />

<strong>en</strong> de soldaat. <strong>De</strong> ‘goede moord<strong>en</strong>aar’ (links van Christus) buigt het<br />

hoofd naar Christus, de andere kijkt van Hem weg.<br />

<strong>De</strong> ‘Aanbidding van het kind Jezus door de boetvaardige zondaars’<br />

(1640), van de Antwerpse kunstschilder Gerard Seghers<br />

(Zegers) (1591-1651) is e<strong>en</strong> haast liefelijke voorstelling. Maria zit<br />

hoog op e<strong>en</strong> troon <strong>en</strong> biedt met e<strong>en</strong> bevallig gebaar het Kind ter<br />

aanbidding aan de boetvaardige zondaars aan. Maria Magdal<strong>en</strong>a<br />

buigt nederig, Koning David knielt met e<strong>en</strong> gebaar van overgave,<br />

de goede moord<strong>en</strong>aar omklemt het kruis <strong>en</strong> kijkt verwachtingsvol<br />

naar het Kind terwijl de verlor<strong>en</strong> zoon knielt <strong>en</strong> om vergeving<br />

smeekt.<br />

<strong>De</strong> compositie is typisch voor de barok. <strong>De</strong> dramatische spanning<br />

wordt sterk b<strong>en</strong>adrukt door de opvall<strong>en</strong>de diagonaallijn die van<br />

David over Maria Magdal<strong>en</strong>a naar het Jezuskind loopt.<br />

Het werk is k<strong>en</strong>schets<strong>en</strong>d voor de contrareformatie: het kan gelez<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> propagandastuk, de personages leefd<strong>en</strong><br />

immers in verschill<strong>en</strong>de tijd<strong>en</strong> maar de boodschap van boetvaardigheid <strong>en</strong> onderwerping is duidelijk.<br />

All<strong>en</strong> legg<strong>en</strong> hun macht neer voor Jezus: Maria Magdal<strong>en</strong>a haar macht over mann<strong>en</strong>, David zijn<br />

macht over vrouw<strong>en</strong>, de moord<strong>en</strong>aar zijn macht over andermans lev<strong>en</strong> <strong>en</strong> de verlor<strong>en</strong> zoon zijn<br />

macht zichzelf te vernietig<strong>en</strong>.<br />

~ 3 ~

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!