25.09.2013 Views

Glorievolle Mysteries

Glorievolle Mysteries

Glorievolle Mysteries

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Antwerpen, Sint-Pauluskerk<br />

Syllabus - Beschrijving - Mariakapel: O.L.V. van de Heilige Rozenkrans<br />

De 5 <strong>Glorievolle</strong> <strong>Mysteries</strong> van de Rozenkrans<br />

Het 1 ste <strong>Glorievolle</strong> Mysterie, de Verrijzenis (Aernout Vinckenborgh)<br />

Samen met het 15 de (en 12 de ?) schilderij is dit het enige nog met zekerheid bekende werk van<br />

Vinckenborgh (° Alkmaar ca. 1590). Zijn sterfdatum (Antwerpen, 1620) vormt de terminus ante quem<br />

voor deze 3 werken en misschien ook wel voor de hele reeks. Zijn ouders, Frederik Vinckenborgh (†<br />

1634) en Catharina Christoffels zijn in de predikherenkerk begraven.<br />

Zegevierend staat de naakte Christus, met blozende wangen, op de derde dag op uit zijn rotsgraf, met<br />

als tekenen van de overwinning een rode standaard (zonder kruismotief) in de linker- en een palmtak in<br />

de opgeheven rechterhand. Een gouden stralenkrans komt als een opgaande zon van achter Zijn hoofd.<br />

Hij draagt enkel een witte lendendoek terwijl de witte doek, die losjes zijn rechterzijde en schouders<br />

omgeeft, vooral de glans van Zijn verheerlijkt lichaam wil versterken. Enkel de minuscule wonden van de<br />

nagels en van de lanssteek verwijzen nog naar Zijn bitter lijden en sterven. Opvallend hoe de Verrezene<br />

de toeschouwer recht in de ogen kijkt!<br />

Op naïeve wijze verschijnen een tiental engelenkopjes in de wolken. Van de vijf wier hoofd het<br />

duidelijkst weergegeven is, kijkt er eentje naar de toeschouwer terwijl de vier anderen vanuit de hemel<br />

dit wonderlijke gebeuren gadeslaan. Hun aanwezigheid onderstreept dat Gods initiatief aan de basis ligt<br />

van dit gebeuren.<br />

Vier soldaten, links, die bij Jezus’ graf de wacht houden om te verhinderen dat Jezus’ leerlingen zijn lijk<br />

zouden stelen om een verrijzenis te insinueren (Mt. 27:62-66), zoeken verschrikt bescherming.<br />

Uitgerekend ook deze wachters worden ongewild de eerste ooggetuigen van Jezus’ opstanding (Mt.<br />

28:4). Van het Bijbelse “beven van schrik” (v. 4) wordt begrijpelijkerwijze enkel de “schrik” op menige<br />

wijze in beeld gebracht. Van ontzetting duikt er een, met licht purperen wapenrok, weg; een ander,<br />

halfnaakt en met getrokken kromzwaard, tracht zich met de rechterarm van het hevige licht af te<br />

schermen. Een derde zoekt, helmboswuivend en in het zwart, heil achter zijn glimmend schild. De<br />

vierde, geharnast, houdt zich gedeisd tegen de grond. De beschrijving “het leven scheen uit hen<br />

geweken” (Mt. 28:4b) is herkenbaar in de verstarde blik van de eerste en in de bewegingloze houding<br />

van de derde soldaat. Enkel de vijfde (‘repoussoir’-)wachter, die zich niet van zijn taak kwijt, blijft er, in<br />

de rechterbenedenhoek, ongestoord bij slapen, wat toelaat de leugen van de diefstal van Jezus’ lijk<br />

aannemelijk te maken (Mt. 28:13). Immers, volgens Mt. 28:11-15 werden deze soldaten nadien<br />

omgekocht om hun bericht over wat was voorgevallen te vervalsen als een diefstal van Jezus’ lijk door<br />

Zijn leerlingen terwijl zij sliepen (v. 13).<br />

Merkwaardig genoeg dragen de soldaten geen schoeisel; als een allusie op “de heilige grond” zoals bij<br />

het brandende braambos (Ex. 3:5) ? Bijgevolg merk je de vuile voetzolen van de twee soldaten op de<br />

voorgrond.<br />

De lichtinval is hier niet symbolisch vanuit Jezus’ verheerlijkt lichaam, maar frontaal, zij het iets meer van<br />

rechts. Aldus valt Jezus’schaduw, vertrekkende aan zijn voeten op de rechthoekige grafsteen, op de rots<br />

achter Hem. Typerend voor Vinckenborgh zijn de vereenvoudigde lichaamsvormen en de wat onhandige<br />

bewegingen.<br />

Schenker is de dominicaan Johannes Boucquet, prior in 1613-1617, mogelijk de opdrachtgever van<br />

de hele reeks en geportretteerd op De Opdracht in de Tempel.<br />

~ 1 ~


Antwerpen, Sint-Pauluskerk<br />

Syllabus - Beschrijving - Mariakapel: O.L.V. van de Heilige Rozenkrans<br />

De 5 <strong>Glorievolle</strong> <strong>Mysteries</strong> van de Rozenkrans<br />

Het 2de <strong>Glorievolle</strong> Mysterie: de Hemelvaart<br />

(toegeschreven aan Artus Wolffort; voorheen aan Aernout Vinckenborgh)<br />

Jezus’ hemelvaart speelt zich af de 40 ste dag na Zijn verrijzenis, op de Olijfberg (Hand. 1:12).<br />

Christus, met een rode mantel losjes om, de kruiswonden in voet en hand zichtbaar, stijgt ten hemel.<br />

Van de wolk die “Hem aan hun ogen onttrok” (Hand. 1:9) wordt nuttig gebruik gemaakt om er Jezus op<br />

te laten plaats nemen. Dat de zegening van de apostelen (Lc. 24:50-51) reeds gebeurd is, valt op te<br />

maken uit de houding van Jezus’ rechterhand die net als Zijn blik hemelwaarts is gericht.<br />

Het hemelse licht dat Jezus omgeeft, staat voor de ware toedracht van dit 2 de <strong>Glorievolle</strong> Mysterie: Jezus<br />

deelt voortaan in de glans of ‘heerlijkheid’ van God. Maar dit licht zet de onderkant van de wolken<br />

alsook de apostelen op de achtergrond in de schaduw.<br />

Christus wordt niet geflankeerd door engelen, maar – getrouw de Bijbeltekst (Hand. 1:10) – door “twee<br />

mannen in witte gewaden”, wier wapperende kledij wel iets weg heeft van (engelen-)vleugels. Aan de<br />

hand van hun gesticulaties kan men de tekst van Hand. 1:11 woordelijk lezen in chronologische<br />

volgorde, van links naar rechts. De man links ondersteunt met de linkerhand de aanwijzing “deze Jezus”.<br />

Met de rechterhand geeft de man rechts de richting aan die vervat is in de omschrijving “die van u is<br />

weggenomen naar de hemel” terwijl zijn neerwaartse linkerhand de aankondiging suggereert: “zal op<br />

dezelfde wijze [naar de aarde] wederkeren”.<br />

Maria en de leerlingen “staren Hem gespannen na” (Hand. 1:10); sommigen verwonderd in aanbidding<br />

(Lc. 24:52), anderen vol verbazing.<br />

Twee van de drie uitverkoren apostelen, Petrus en Johannes, herkenbaar aan de traditionele fysionomie<br />

en kleuren van de kledij, nemen de voornaamste plaats in op de voorgrond. Door hun opstelling in de<br />

benedenhoeken openen zij a.h.w. de ruitvormige compositie.<br />

Petrus valt achterover van het ‘verschieten’, de rechterhand in de lucht. Zijn positie links van Christus<br />

valt te verklaren doordat Johannes in het gezelschap van “zijn moeder” Maria hoort te staan, want haar<br />

ereplaats aan Jezus’ rechterzijde is onbetwist. Johannes, getypeerd door de roodachtige kleur van zijn<br />

mantel, knielt deemoedig. Merkwaardig dragen deze beide apostelen, tegen de traditie in, wel sandalen.<br />

Mogelijk is de oudere apostel in het midden, die voorover leunt, met beide handen op een gesloten<br />

boek, de 3 de uitverkoren apostel die intiem getuige mocht zijn van Jezus’ meest glorieuze alsook meest<br />

droeve momenten, nl. Jacobus de Meerdere.<br />

Wat echter geenszins strookt met de Bijbel is de aanwezigheid van de 12 de apostel, Mattias, die net<br />

nadien pas ter vervanging van Judas Iskariot aangeduid wordt (Hand. 1:12-26). Ofschoon in de Bijbel<br />

evenmin bij Jezus’ heengaan vermeld, wordt Maria’s aanwezigheid logischerwijze verondersteld. De<br />

rechterhand opgeheven, kijkt zij vol verbazing toe hoe haar Zoon de wereld verlaat. Dat Maria en<br />

Mattias in deze voorstelling bij de apostelen staan, moet illustreren dat Jezus een volwaardige<br />

Kerkgemeenschap achterlaat.<br />

Schenker Jan Colijns, koopman van beroep († 1634), is tweemaal kapelmeester van de<br />

Rozen-kransbroederschap, nl. in 1602, maar ook in 1617: de aannemelijke aanleiding voor de<br />

schenking van het paneel aan de kapel. Samen met zijn echtgenote Maria Verluyten († 1638) wordt<br />

hij begraven in de predikherenkerk.<br />

~ 2 ~


Antwerpen, Sint-Pauluskerk<br />

Syllabus - Beschrijving - Mariakapel: O.L.V. van de Heilige Rozenkrans<br />

De 5 <strong>Glorievolle</strong> <strong>Mysteries</strong> van de Rozenkrans<br />

Het 3de <strong>Glorievolle</strong> Mysterie, Pinksteren (Matthys Voet)<br />

Op de 50 ste dag na Pasen voltrekt zich het wonder van de apostelen die hun angst voor de Joden weten<br />

te overwinnen en naar buiten durven komen om te getuigen van Jezus’ boodschap; dit dankzij de<br />

ingeving van de Heilige Geest.<br />

~ 3 ~


Antwerpen, Sint-Pauluskerk<br />

Syllabus - Beschrijving - Mariakapel: O.L.V. van de Heilige Rozenkrans<br />

De 5 <strong>Glorievolle</strong> <strong>Mysteries</strong> van de Rozenkrans<br />

De duistere ruimte vertolkt het feit dat “de deuren van de verblijfplaats der leerlingen uit vrees voor de<br />

Joden gesloten waren” (Joh. 20:19). Door de keuze van Mattias is het twaalftal opnieuw compleet.<br />

De apostelen (A) zitten geschaard rond Maria (M), die in haar gebedenboek zat te lezen. Compositorisch<br />

vormt zij het centrum van de ruitvormige opstelling van de apostelen, met de zinnebeeldige duif van de<br />

Heilige Geest in de top.<br />

Vanuit de duif die over hen neerdaalt, schieten bovennatuurlijke gebundelde lichtstralen door de<br />

duistere verblijfplaats van de apostelen. Het natuurlijke licht valt geconcentreerd in het midden op<br />

Maria met de typische kledijkleuren en op de figuren op de voorgrond. Ook de gezichten en de handen<br />

van haast alle aanwezigen worden opgelicht. De Heilige Geest (V) manifesteert zich in “iets dat op vuur<br />

geleek en dat zich, in tongen verdeeld, op ieder van hen neerzette.<br />

“Zij werden allen vervuld van de Heilige Geest” (Hand. 2:3-4a). Ten gevolge van hun nieuwe dynamiek<br />

beginnen de apostelen druk te gesticuleren. Zij ontvangen allen de gave om vreemde talen te spreken.<br />

De blote voetzolen van de apostelen zijn donker en dit niet alleen omwille van de schaduwwerking.<br />

De apostel (A1) geknield in de linkerbenedenhoek, een hand rustend op de schouder, is met zijn<br />

geel-blauwe kledijkleuren, kortere ringbaard en kaalheid als Petrus te identificeren.<br />

De baardloze apostel (A2) die geknield en voorovergebogen aan Maria’s voeten zit, de handen biddend<br />

gevouwen, moet ongetwijfeld Johannes zijn, ook al is zijn mantel groen i.p.v. het traditionele rood.<br />

De tweede baardloze apostel (A8) links boven, moet Bartolomeüs zijn.<br />

De apostel rechts op de voorgrond, met een opvallend geel kleed, zit schrijlings op een (eenpotig)<br />

tafeltje en wordt kameraadschappelijk in de rug gesteund door de collega in het rood, die achter hem de<br />

trappen opkomt en zelf naar het hoofd grijpt, omdat het gebeuren zijn verstand te boven gaat.<br />

De apostel in de rechterbovenhoek, met starre, wijde ogen, houdt een geopend boek omhoog, maar de<br />

onleesbare lettertekens staan grotendeels in de schaduw. Ook de apostel vóór hem bladert in een boek.<br />

Te midden van de spirituele bewogenheid der apostelen blijft Maria (M), gesterkt door haar gebed uit<br />

het boek, er kalm bij. Met ontzag kijkt ze hemelwaarts en houdt ze de hand op de borst.<br />

In de geopende deur verschijnen reeds enkele van de “Joden, vrome mannen, afkomstig uit alle<br />

volkeren, die te hoop lopen” (Hand. 2:5-6b). De tulband van de eerste staat voor het exotische van “alle<br />

volkeren” die vervolgens met naam genoemd worden (v. 9-11). Een knecht (K), staande op de bovenste<br />

treden van een trap, blijkbaar van een kelderkamer, opent de deur en nodigt met zijn andere hand de<br />

gasten uit om binnen te komen.<br />

De compositie is geïnspireerd door Rubens’ ontwerp voor de prent in het Breviarium Romanum.<br />

Cornelis Verbeeck, die de onkosten voor dit paneel op zich heeft genomen, werd in 1639 begraven in<br />

de St.-Pauluskerk.<br />

~ 4 ~


Antwerpen, Sint-Pauluskerk<br />

Syllabus - Beschrijving - Mariakapel: O.L.V. van de Heilige Rozenkrans<br />

De 5 <strong>Glorievolle</strong> <strong>Mysteries</strong> van de Rozenkrans<br />

Het 4de <strong>Glorievolle</strong> Mysterie, Maria ten Hemel Opgenomen (Jan Aertsen)<br />

Als er één iemand zeker in de hemel is, dan is het wel de sterke vrouw Maria, wier leven geheel en al op<br />

Gods wil gericht was. Omdat Maria in de Contrareformatie nog meer dan voorheen aandacht geniet,<br />

treedt haar verheerlijking sterker op de voorgrond. Dit leidt ertoe dat haar bekroning en haar<br />

tenhemelopneming aparte voorstellingen worden. De theologische gedachte van Maria’s<br />

tenhemelopneming mag dan al uitgegroeid zijn tot een eigen liturgisch feest (15 augustus), ze stoelt<br />

echter niet op een Bijbelse tekst. Van de populariteit van de tenhemelopneming getuigde eertijds nog<br />

een glasraam in de zuidbeuk. In dit ‘Mysterie’ schuilt immers voor elke gelovige een hoopvol perspectief;<br />

nl. dat wie God in zijn leven zoekt, Hem zal vinden in het hemelse geluk.<br />

Midden op een wolk zit Maria, gekleed in het wit en met een blauwe mantel en een hoofddoek losjes op<br />

haar lange haren. Vanuit haar hoofd vertrekt een grote, gekunstelde stralenkrans. De gevouwen handen<br />

en de opwaartse blik wijzen op haar verlangen naar God. Haar onderlichaam met de donkerblauwe<br />

mantel situeert zich nog in de grijze wolken terwijl haar bovenlichaam, in het wit gekleed reeds afsteekt<br />

tegen de gouden achtergrond in de hemel. M.a.w. – letterlijk iconografisch – is ze al deels in de hemel<br />

‘opgenomen’, maar die opname is nog gaande: ze wórdt opgenomen. Van enige opwaartse beweging is<br />

hier echter geen sprake. Ook de wolk vermag geen luchtigheid te verlenen aan het geheel; die lijkt<br />

eerder op een aaneengeregen lus van wolkschijfjes.<br />

De graftombe ziet er uit als een Romeinse sarcofaag, met in reliëf verscheidene figuren waaronder een<br />

soldaat met helmbos en een dame die op de grond neerzit.<br />

Links kijken 5 apostelen toe; 2 ervan hebben eerbiedig de handen gevouwen. De ene kaalhoofdige op de<br />

voorgrond zit halvelings geknield en de 2 op de achtergrond rechts zijn vriendschappelijk in gesprek. In<br />

totaal kijken 8 apostelen toe, maar geen één is te identificeren.<br />

Verder zijn er 3 vrouwen bij het graf. Volgens de Legende aurea gaat het om Maria Magdalena, geknield<br />

vooraan, en de twee halfzusters van Maria, nl. Maria Kleofas en Maria Salomas. Eén van de vrouwen<br />

buigt zich over het ledige graf en vindt er, aldus de legende, enkele bloemen in.<br />

Waarschijnlijk heeft de kunstenaar inspiratie gevonden in het gelijknamige schilderij van Otto van Veen<br />

(Munchen, Alte Pinakothek).<br />

~ 5 ~


Antwerpen, Sint-Pauluskerk<br />

Syllabus - Beschrijving - Mariakapel: O.L.V. van de Heilige Rozenkrans<br />

De 5 <strong>Glorievolle</strong> <strong>Mysteries</strong> van de Rozenkrans<br />

Het 5de <strong>Glorievolle</strong> Mysterie, de Kroning van Maria (Aernout Vinckenborgh)<br />

In dit tafereel neemt Maria als nergens eerder in de reeks centraal de meest eminente plaats in, niet<br />

verwonderlijk gezien het thema. Zij deelt nu voorgoed in de heerlijkheid van God. Bij wijze van<br />

bijzondere beloning voor haar “trouw tot de dood”, aldus Apoc. 2:10, krijgt zij in de hemel van God “de<br />

kroon van het (eeuwig) leven” aangereikt. God manifesteert zich drie-enig: als God de Vader, de Zoon<br />

(haar Zoon) en de Heilige Geest.<br />

In de linkerhand houdt God de Vader de glanzende globe van het universum. Als heerser van het heelal<br />

is Hij liturgisch gekleed in een gouden geborduurde koormantel (boven een albe met singel). De beide<br />

geborduurde taferelen hebben te maken met ‘koningschap’. Het bovenste is duidelijk de bespotting van<br />

Christus als ‘koning’ bij de doornenkroning; op het onderste wordt iemand (een vrouw?) gevankelijk<br />

voor een koningstroon geleid.<br />

Compositorisch is Christus de pendant van God de Vader, maar iconografisch zit Hij, aldus de<br />

geloofsbelijdenis, “aan de rechterhand van de Vader”. Als de ‘verrezen Heer’ is Hij naakt, doch zonder de<br />

kruiswonden, met een rode mantel los over zijn lichaam. Terwijl Hij met de ene hand zijn moeder bij de<br />

arm neemt (en haar ‘opneemt’), houdt Hij met de andere hand samen met God de Vader Maria de<br />

kroon boven het hoofd. De zinnebeeldige duif van Gods Heilige Geest strekt zijn vleugels over haar uit.<br />

Zoals in menig lied van de feestdag verheugen de engelen zich over Maria’s tenhemelopneming. Met 24<br />

vormen zij vreugdevol een grote kring rond het hoofdgebeuren met Onze-Lieve-Vrouw. Het valt op dat<br />

enkel de kleine engelenhoofdjes gevleugeld zijn. Zeven bespelen een muziekinstrument, links: een<br />

schellentrommel (bovenhoek), een altviool en een contrabas (beneden) en rechts: een blokfluit (boven),<br />

een hoorn en een luit en een orgelpositief (benedenhoek).<br />

Maria blijft hier voorgesteld als een jongere vrouw, omdat de erfzonde en bijgevolg de vergankelijkheid<br />

geen vat op haar krijgt. Indachtig de liturgische tekst: “de Koning is verrukt door uw schoonheid” (Ps. 44)<br />

is de schilder erin geslaagd haar als echt bevallig weer te geven. Ze draagt een wit kleed, een glanzende,<br />

lichtblauwe satijnen mantel en over haar lange donkerblonde haren een hoofddoek: de kleuren van<br />

Maria Onbevlekt Ontvangen.<br />

Deze titel wordt ook weergegeven door het ensemble van hemellichamen: zon, maan en (kroon met)<br />

twaalf sterren, ontleend aan de Apocalyptische Vrouw. Deze is “bekleed met de zon, de maan onder<br />

haar voeten en op haar hoofd een kroon van 12 sterren” (Apoc. 12:1). Subtiel draagt Maria hier de zon<br />

als een aureool, maar opdat ze niet voornamer zou ogen dan de Goddelijke Personen, heeft de<br />

kunstenaar haar aureoolschijf ‘lucht-ig’ lichtblauw gehouden, enkel aangegeven door een gele rand. Iets<br />

later in 1622 praktiseert de broederschap de gebedsoefening van het Cransken der Twaalf Sterren,<br />

waarbij elke ster staat voor een deugd van Maria.<br />

Maria’s gebruikelijke geste om van ingetogen verrukking een hand op de borst te houden, staat hier<br />

voor haar vreugelied Magnificat: “Want Hij heeft neergezien op de kleinheid van zijn dienstmaagd” (Lc.<br />

1:48). Haar oogcontact met de toeschouwer is voor een dergelijk tafereel hoogst uitzonderlijk. Het lijkt<br />

wel of ze indachtig haar fotoalbum van Blijde, Droeve en <strong>Glorievolle</strong> <strong>Mysteries</strong>, ons recht in de ogen kijkt<br />

met een blik van: “Mijn geluk kan ook het uwe worden. Ik zal uw voorspreekster zijn.” Zegt het<br />

openingsgebed niet dat door de voorspraak van Maria ook wij zalig kunnen worden? Conclusie: bidt dan<br />

… de heilige rozenkrans!<br />

De rijke weduwe Maria Boxhorn, die als schenkster voor dit schilderij optreedt, is de moeder van Marius<br />

Ambrosius Capello, toen een 5-tal jaren ingetreden in de dominicanenorde te Antwerpen (1612), die<br />

later o.m. tweemaal prior van het Antwerpse dominicanenklooster wordt en bisschop van Antwerpen.<br />

Het epitaafbeeld van Capello’s ouders staat vlakbij het hoofdaltaar.<br />

~ 6 ~

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!