deel 1 - Vijfeeuwenmigratie.nl
deel 1 - Vijfeeuwenmigratie.nl
deel 1 - Vijfeeuwenmigratie.nl
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
zb Kenmerken van de aantrekkingsgebieden<br />
De vraag naar de reden van de specifieke vorm van het aantrekkingsgebied<br />
kan men trachten te beantwoorden door te zoeken naar gemeenschappelijke<br />
ekonomische kenmerken van dit gebied, maar ook door te zoeken naar verschillen<br />
met het afstotingsgebied. Aangezien beide gebieden in het algemeen<br />
aan elkaar grenzen, zal een verklaring van deze juist zo scherpe grens waarschij<strong>nl</strong>ijk<br />
meer licht hierop kunnen werpen.<br />
Het geschetste aantrekkingsgebied aan de Kusten van de Noordzee was allereerst<br />
een verkeersgeografische eenheid. Deze kuststrook, nergens meer<br />
dan 50 kilometer breed, bevatte van zuid tot noord talloze zeehavens. Daarnaast<br />
waren er rivierhavens in dit deltagebied.<br />
Misschien nog belangrijker dan de bereikbaarheid via zee en grote en kleine<br />
rivieren was het interne verkeers- en kommunikatienet. In dit gebied ontstond<br />
in de zestiende, maar vooral in de eerste helft van de zeventiende eeuw<br />
een uitgebreid netwerk van kanalen, de trekvaarten, waardoor de onderlinge<br />
bereikbaarheid van de daar gelegen plaatsen optimaal werd6). Jan de Vries,<br />
die dit trekvaartsysteem onderzocht, ziet hierin een van de verklaringen<br />
voor de bloei van de Republiek der Zeven Verenigde Provinciën. Dat ook<br />
voor de afvoer van de turf het waterwegennet van doorslaggevende betekenis<br />
was, is aangetoond door De Zeeuw7).<br />
Overigens zijn er meer gemeenschappelijke kenmerken voor dit gebied te<br />
noemen. Zeer duidelijk kwam het verschil tussen de Kusten van de Noordzee<br />
en de rest van Nederland tot uiting in de eerste grote demografische studie<br />
van Nederland over een lange termijn: het gemeenschappelijk werk van<br />
de "Wageningers" in 19658). De demografische ontwikkeling van de<br />
kuststreek en het achterland verschilde in haast alle opzichten. Dit hing samen<br />
met de verschillende ekonomische specialisaties van deze gebieden. De<br />
kuststreek werd daarbij gekenmerkt door kapitaalintensieve landbouw<br />
(vooral teelt van industriegewassen en hoogwaardige voedingsmiddelen; veeteelt<br />
en verweiderij9), industrie, handel en verkeer. De overige gewesten<br />
waren enerzijds veel meer op extensieve landbouw en anderzijds meer op<br />
huisindustrie gericht, terwijl handel en verkeer er een veel ondergeschiktere<br />
rol vervulden. Hiermee hing samen dat de kuststreek veel meer geurbaniseerd<br />
was10). Ten slotte is het opvallend dat de lonen in de kuststreek, zowel<br />
in Nederland, Duitsland als in België beduidend hoger waren dan in het ach-<br />
6. De Vries 1978, kaarten op 65 en 88; voor België en Noord-Frankrijk nog specifiek 43/44; voor trekvaarten<br />
in Oost-Friesland zie o.m. Wiarda 1880, 33.<br />
7. De Zeeuw 1978, met name 16/19.<br />
8. Faber e.a. 1965; zie ook Slicher van Bath 1975.<br />
9. De Vries 1974 en Swart 1910, 224/227 (vergelijking van de Nederlandse en de Duitse kuststrook).<br />
10. Van der Woude 1980, met name 137/139.<br />
40