04.05.2013 Views

deel 1 - Vijfeeuwenmigratie.nl

deel 1 - Vijfeeuwenmigratie.nl

deel 1 - Vijfeeuwenmigratie.nl

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Ik kom voorlopig tot de konklusie dat de Kusten van de Noordzee als aantrekkingsgebied<br />

rondom 1800 in ekonomisch opzicht werden gekenmerkt<br />

door gunstige natuurlijke omstandigheden als grondsoort, aanwezigheid van<br />

delfstoffen (turf) en gunstige verkeersgeografische ligging, verder ontwikkeld<br />

door verbetering van de infrastruktuur zoals kanalen, steden en havens.<br />

2c Kenmerken van de afstotingsgebieden en de neutrale gebieden<br />

In grote lijnen vertoont het achterland van de Kusten van de Noordzee een<br />

aantal gezame<strong>nl</strong>ijke kenmerken, die als een negatie van de kenmerken van<br />

het aantrekkingsgebied kunnen worden opgevat: het ontbreken (of niet exploiteerbaar<br />

zijn) van venen, in het algemeen minder vruchtbare grond, een<br />

ongunstiger verkeersgeografische ligging en een veel minder ontwikkelde infrastruktuur.<br />

Aantoonbaar is ook, dat het loonniveau in deze gebieden aanmerkelijk<br />

verschilde van dat in het aantrekkingsgebied.<br />

Deze gemeenschappelijke kenmerken leidden echter niet in het hele achterland<br />

tot trekarbeid en in die gebieden waaruit trekarbeid wel plaats vond,<br />

geschiedde dat niet altijd met dezelfde intensiteit. Genoemde gemeenschappelijke<br />

kenmerken zijn dus misschien wel noodzakelijke voorwaarden voor<br />

het bestaan van trekarbeid, maar niet voldoende voorwaarden. Een systematische<br />

vergelijking van de neutrale gebieden en de afstotingsgebieden kan ons<br />

wellicht op het spoor brengen van méér specifieke kenmerken van afstotingsgebieden<br />

en daarmee van voldoende voorwaarden voor trekarbeid.<br />

Allereerst dient aandacht te worden besteed aan de reeds eerder gekonstateerde<br />

"korridor" tussen het Brabants-Vlaamse en het Henegouwse afstotingsgebied<br />

en aan die tussen het grote gebied met Osnabrück als centrum en het<br />

schiereiland Minden/Li ppe/Wiedenbrück.<br />

Het is opvallend dat beide "korridors", die we zouden kunnen benoemen<br />

als de "Vlaamse" en de "Bielefeldse", in de ekonomische geschiedenis een<br />

bijzondere, gemeenschappelijke plaats innemen. Beide zijn bij uitstek gebieden<br />

waar rondom 1800 het spinnen van vlas en vooral het weven van linnen<br />

een belangrijke ekonomische aktiviteit en bron van inkomen vormden. Het<br />

aantal weefgetouwen per 1000 inwoners is in beide "korridors" vergelijkbaar<br />

(zie Tabel 1).<br />

De Vlaamse "korridor" biedt weinig problemen: juist het gebied waar vermoedelijk<br />

geen trekarbeiders vandaan kwamen, telde meer dan 50 weefgetouwen<br />

per 1000 inwoners. Dit wil zeggen dat ongeveer 1 op de 4 huizen<br />

een weefgetouw herbergde 14 ).<br />

14. Voor Vlaanderen zie ook: Mendels 1978.<br />

42

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!