Klasse voor Leerkrachten 140
Klasse voor Leerkrachten 140
Klasse voor Leerkrachten 140
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
zijn wel redelijk populair, <strong>voor</strong>al in de tweede<br />
graad. In de derde graad lezen jongeren veeleer<br />
de krant. Meisjes hebben een grotere <strong>voor</strong>keur<br />
<strong>voor</strong> muziek, videoclips, e-mail, tijdschriften en<br />
boeken dan jongens. Die houden zich meer<br />
bezig met de computer en al wat daarrond<br />
hangt.<br />
3. Waar, maar hier verschillen meisjes van jongens.<br />
Ze scoren hoger <strong>voor</strong> muziek beluisteren,<br />
erover lezen, zingen, naar de muziekschool<br />
gaan, een klassiek instrument bespelen. Dat<br />
doen jongens dus minder (graag). Voor zowel<br />
jongens als meisjes heeft muziek een ‘mood<br />
control functie’: troost bij verdriet, afl eiding...<br />
De oudste leerlingen zijn meer bezig met alternatieve<br />
vormen van muziek maken: scratchen,<br />
mixen, in een band spelen.<br />
4. Niet waar. Jongeren uit de tweede graad<br />
hangen het meest <strong>voor</strong> de beeldbuis. Ze doen<br />
dat <strong>voor</strong>al om zich te ontspannen. Tv-interesses<br />
verschuiven wel. Zo vertonen leerlingen<br />
met ouder te worden meer belangstelling en<br />
waardering <strong>voor</strong> nieuws- en praatprogramma’s.<br />
En meisjes kijken naar andere programma’s<br />
dan jongens: romantische series, Engelstalige<br />
feuilletons, muziek- en jeugdprogramma’s,<br />
Vlaamse reeksen en programma’s als ER of<br />
General Hospital. Jongens prefereren politie- en<br />
gangsterreeksen, westernseries, oorlog, karate<br />
en kung fu, animatie, humoristische programma’s,<br />
sport, natuurdocumentaires, informatieve<br />
programma’s en nieuws. Jongeren uit ASO en<br />
TSO kijken liever naar Koppen, Kwesties of<br />
National Geographic dan hun leeftijdgenoten<br />
uit BSO.<br />
5. Waar. Dat geldt <strong>voor</strong>al <strong>voor</strong> jongeren uit<br />
de eerste graad. Ze werken ook effectief meer<br />
met de pc dan te e-mailen of te surfen op het<br />
world wide web. Al doen jongens dat liever<br />
dan meisjes. Opvallend: negen leerlingen op<br />
tien hebben thuis een pc, één op drie heeft er<br />
een op zijn kamer. Bijna alle leerlingen in het<br />
secundair hebben al met een computer gewerkt.<br />
De helft gebruikt hem <strong>voor</strong> schooltaken (en<br />
hoe ouder ze zijn, hoe meer ze dat doen). In<br />
de eerste graad surfen leerlingen per week<br />
gemiddeld 4 uur 20 minuten op het world<br />
wide web, in de tweede en derde graad 6 uur<br />
en een kwartier.<br />
Waar<strong>voor</strong> jongeren internet gebruiken? In de<br />
eerste graad <strong>voor</strong>al om informatie op te zoeken,<br />
M I X D E M E D I A<br />
Jongeren leren ook buiten de school: uit fi lms, tv, muziek,<br />
tijdschriften, internet enz. Wat kan of mag de school daarmee<br />
doen, in de wetenschap dat leerlingen deze informele<br />
leerkanalen <strong>voor</strong>al associëren met hun vrije tijd en dus<br />
niet met de school? Kunnen ze de leerkracht helpen om<br />
jongeren van een negatieve houding tegenover de school<br />
af te helpen? Of toch maar liever afhouden? Vijf suggesties<br />
uit het onderzoek:<br />
1. Gebruik muziek met mate. Het bewijst <strong>voor</strong>al zijn<br />
nut in taalvakken, maar ook in vakken als geschiedenis<br />
(protestsong), godsdienst of zedenleer (reggae, rap).<br />
2. Toon tv-programma’s en fi lms om de leerstof te<br />
in de tweede en derde graad ook om ideeën<br />
<strong>voor</strong> een spreekbeurt op te doen. In de eerste<br />
graad chat drie vierde regelmatig. BSO-leerlingen<br />
chatten liever dan ASO- en TSO-leerlingen. 70<br />
procent van de jongeren e-mailt regelmatig.<br />
Vanaf de tweede graad gaan leerlingen meer<br />
e-mailen dan chatten. Meisjes e-mailen iets<br />
meer dan jongens. Jongens surfen iets meer op<br />
het net dan meisjes. Algemeen willen minstens<br />
vier jongeren op vijf les over internet op school.<br />
En minstens twee derde wil tijdens de pauzes<br />
op internet kunnen werken.<br />
6. Waar, al verwacht je hier het omgekeerde.<br />
Het fenomeen doet zich <strong>voor</strong> in de eerste graad.<br />
De onderzoekers zien daar drie redenen <strong>voor</strong>:<br />
Kung Fu, scratchen<br />
en mixen<br />
a) het pc-gebruik van tieners sluit niet aan bij<br />
wat de leerkracht ervan verwacht, b) hun pcgebruik<br />
creëert een vals gevoel van orde en<br />
overzichtelijkheid, en c) de verleiding kan groot<br />
zijn om de pc te gebruiken <strong>voor</strong> spelletjes of<br />
websurfen, niet zozeer <strong>voor</strong> taken. In de eerste<br />
en derde graad maakt het niets uit of leerlingen<br />
met of zonder pc taken maken. In de tweede<br />
graad halen TSO-jongens mét pc wel betere<br />
resultaten dan TSO-jongens zonder.<br />
7. Waar. Drie vierde van de leerlingen meent<br />
dat ze meer kunnen leren van internet dan<br />
uit boeken. Meer dan de helft surft liever op<br />
internet dan tv te kijken en bijna drie kwart surft<br />
liever op het net dan een boek te lezen. Enkel<br />
de oudste leerlingen relativeren het belang van<br />
internet iets meer.<br />
8. Gedeeltelijk waar. De stelling werd enkel<br />
<strong>voor</strong>gelegd aan leerlingen van de derde graad.<br />
Twee derde beweert meer van internet te kennen<br />
dan de leerkrachten.<br />
9. Niet waar. Jongeren vinden kennisoverdracht<br />
belangrijk, vinden de school daar<strong>voor</strong><br />
de belangrijkste plaats en staan ook grosso<br />
modo achter de leerstof die ze krijgen. Maar<br />
ze struikelen <strong>voor</strong>al over de manier waarop de<br />
school en het schoolleven in elkaar zitten. Hun<br />
bronnen van ongenoegen: de manier waarop<br />
sommige leerkrachten lesgeven (saai, te frontaal),<br />
het beginuur van de schooldag (te vroeg), de<br />
tijd tussen de lessen (te kort), de spreiding van<br />
verduidelijken. Ze maken een les ook aangenamer en<br />
leerlingen letten beter op. Maar te veel kijken of kijken<br />
zonder opdracht verliest op de duur zijn effect.<br />
3. Trek de actualiteit de klas in. De krant bevat dagelijks<br />
berichten die bij veel vakken aansluit. Ook tijdschriftartikels<br />
zijn nuttig. Je kan er ook de maatschappelijke<br />
relevantie van je vak mee aantonen. Ga er ook hier niet<br />
te overdadig mee om. Soms is het beter dagbladen ter<br />
beschikking te stellen in de bibliotheek. Niet op elke<br />
keukentafel ligt ’s morgens een krant.<br />
4. Neem een neutralere houding aan tegenover<br />
boeken. De verplichte lectuurlijst samen met de<br />
de vakken (niet altijd evenredig), het schoolreglement<br />
(soms echt verouderd), huiswerk (soms<br />
dagenlang geen, dan alles tegelijk) en de lessen<br />
zelf (onvoldoende inspelend op de actualiteit).<br />
Te weinig studierichtingen op school is ook een<br />
vaak gehoorde klacht. Op de meeste punten<br />
kunnen scholen wel degelijk inspelen.<br />
10. Niet waar. Jongeren vragen niet massaal<br />
meer video, muziek, kranten, tijdschriften of<br />
boeken in de les. School en vrije tijd moeten<br />
gescheiden blijven, anders is de lol eraf. Maar<br />
de school mag wel meer rekening houden met<br />
de vrijetijdsbesteding van jongeren (huiswerk<br />
meer spreiden, fl exibeler timing van toetsen<br />
en examens…). Ze vragen ook meer tijd <strong>voor</strong><br />
informatica. Jongeren vinden dat ze op school<br />
met de computer moeten leren werken.<br />
‘Het onderwijs in een concurrentiestrijd. Een<br />
studie naar de positie van formele leerkanalen in<br />
een informele kennismaatschappij.’ Onderzoek<br />
in opdracht van het departement Onderwijs<br />
(OBPWO 99.12), uitgevoerd door prof. K.<br />
Roe, prof. J Van den Bulck, K. De Cock en C.<br />
Dusart, departement Communicatiewetenschap,<br />
KULeuven. Een uitgebreide synthese<br />
vind je op www.ond.vlaanderen.be/obpwo<br />
(surf naar projecten 1999)<br />
Had je zeven of meer antwoorden juist? Dan<br />
ben je mee met de leefwereld van jongeren. Een<br />
inhaalmanoeuvre nodig of gewoon geïnteresseerd?<br />
Meer over jongeren, jongerencultuur en<br />
onderwijs vind je op www.maks.be. Je leerlingen<br />
krijgen Maks! elke maand. Al gezien?<br />
leerlingen opstellen kan ze meer motiveren om te<br />
lezen. Zoek creatievere opdrachten dan de traditionele<br />
boekbespreking. Zulke besprekingen circuleren trouwens<br />
bij duizenden via internet. Vul de schoolbibliotheek ten<br />
slotte geregeld aan met moderne literatuur.<br />
5. Hanteer het world wide web als informatie-<br />
of illustratiebron. Daar<strong>voor</strong> gebruiken leerlingen<br />
internet vaak. Pas <strong>voor</strong>al in de eerste graad op <strong>voor</strong><br />
veelvuldig gebruik, want daar vind je het grootste<br />
aantal tegenstanders van internet in de les. Geef<br />
leerlingen de kans om ook buiten de lesuren op het<br />
net te surfen.<br />
KLASSE NR.<strong>140</strong> 37