31.07.2013 Views

IJsbrand Van Diemerbroeck Verhandeling over de pest - Universiteit ...

IJsbrand Van Diemerbroeck Verhandeling over de pest - Universiteit ...

IJsbrand Van Diemerbroeck Verhandeling over de pest - Universiteit ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

A - 46<br />

Ulco Cats Bussemaker (1810-1865) getuigt <strong>de</strong> Tractatus van een lange en moeizame poging van <strong>de</strong><br />

auteur om het hemelse te verbin<strong>de</strong>n met het aardse (Cats Bussemaker, 1838: 151 e.v.).<br />

Ook in maatschappelijke zin beteken<strong>de</strong> het geloof veel voor onze auteur. Hij werd geboren in een<br />

remonstrants nest en kwam in Utrecht terecht in een Contra-remonstrants bolwerk. Een van <strong>de</strong><br />

lei<strong>de</strong>n<strong>de</strong> figuren aan <strong>de</strong> aca<strong>de</strong>mie was <strong>de</strong> misschien wel bekendste Contra-remonstrant van <strong>de</strong><br />

zeventien<strong>de</strong> eeuw, <strong>de</strong> gezaghebben<strong>de</strong> predikant en hoogleraar theologie Gisbertus Voetius (1589-<br />

1676). Deze had via zijn functie aan <strong>de</strong> aca<strong>de</strong>mie veel invloed, maar ook via zijn plaats op <strong>de</strong> kansel:<br />

die twee rollen versterkten elkaar ook nog eens, want le<strong>de</strong>n van het bestuur van <strong>de</strong> universiteit<br />

waren tevens le<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> Utrechtse magistraat. Het bestuur van <strong>de</strong> universiteit liep daardoor het<br />

risico dat Voetius op <strong>de</strong> kansel gedaan kreeg wat hem achter het kathe<strong>de</strong>r niet lukte en omgekeerd.<br />

Een en an<strong>de</strong>r beteken<strong>de</strong> dat ook <strong>Van</strong> <strong>Diemerbroeck</strong> voorzichtig moest manoeuvreren. In <strong>de</strong><br />

Tractatus <strong>de</strong> <strong>pest</strong>e ging hij niettemin uitvoerig in op theologische aspecten van het ontstaan van <strong>de</strong><br />

<strong>pest</strong>, haar preventie en behan<strong>de</strong>ling. Daarmee begaf hij zich op glad ijs, want hij ver<strong>de</strong>dig<strong>de</strong> enkele<br />

standpunten die niet strookten met <strong>de</strong> opvattingen die Gijsbert Voetius en an<strong>de</strong>re Contraremonstranten<br />

aanhingen. Er zijn aanwijzingen dat <strong>Van</strong> <strong>Diemerbroeck</strong> zich na zijn benoeming meer<br />

en meer aan <strong>de</strong> kant van Voetius heeft geschaard. Het lijkt dan ook <strong>de</strong> moeite waard enige na<strong>de</strong>re<br />

aandacht te beste<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> verhouding tussen <strong>Van</strong> <strong>Diemerbroeck</strong> en Voetius.<br />

<strong>Van</strong> <strong>Diemerbroeck</strong> en Voetius<br />

Volgens Voetius en veel van zijn tijdgenoten zag <strong>de</strong> godsdienstige wereld er als volgt uit (Graafland,<br />

1989: 12-32). De religies zijn te ver<strong>de</strong>len in niet-christelijk en christelijk. De christelijke godsdiensten<br />

vallen op hun beurt uiteen in niet-gereformeerd en gereformeerd. Gereformeerd kan wor<strong>de</strong>n<br />

opge<strong>de</strong>eld in luthers en calvinistisch gereformeerd. Die laatste groepering bestaat tenslotte uit<br />

Remonstanten en Contra-remonstranten. Deze twee groeperingen vorm<strong>de</strong>n <strong>de</strong> belangrijkste<br />

richtingen in het kerkelijk leven in <strong>de</strong> Republiek. Verschil van inzicht in bepaal<strong>de</strong> theologische zaken<br />

had<strong>de</strong>n aan het begin van <strong>de</strong> zeventien<strong>de</strong> eeuw tot een twist tussen bei<strong>de</strong> stromingen geleid die zo<br />

hoog opliep, dat <strong>de</strong> Staten van Holland (die door <strong>de</strong> Remonstranten te hulp waren geroepen) <strong>de</strong><br />

combattanten moest vragen <strong>de</strong> kwestie tij<strong>de</strong>ns een syno<strong>de</strong> uit te praten. De uitkomst van <strong>de</strong><br />

Nationale Syno<strong>de</strong>, die van november 1618 tot mei 1619 in Dordrecht werd gehou<strong>de</strong>n, was dat <strong>de</strong><br />

wat rekkelijkere Remonstranten het veld moesten ruimen voor <strong>de</strong> meer precieze Contraremonstranten.<br />

Nadat het Contra-remonstrantse standpunt tot het enig juiste was verklaard, wer<strong>de</strong>n<br />

<strong>de</strong> remonstrantse predikanten met steun van <strong>de</strong> <strong>over</strong>heid afgezet. Een flink aantal werd verbannen.<br />

Pas rond het mid<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> eeuw normaliseer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> verhoudingen zich weer enigszins – getuige<br />

ook het feit dat <strong>de</strong> Remonstrant <strong>Van</strong> <strong>Diemerbroeck</strong> in Utrecht tot hoogleraar kon wor<strong>de</strong>n benoemd<br />

(De Jong, 1989: 109-117). In <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> richting wijst dat twee remonstrantse stu<strong>de</strong>nten uit<br />

Amsterdam in 1654 naar Utrecht togen om college te lopen bij Voetius. Ze vroegen hem bij die<br />

gelegenheid of <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>lijke <strong>over</strong>heid het recht heeft zich met kerkelijke zaken te bemoeien. Dat was<br />

in 1618-1619 een zeer omstre<strong>de</strong>n punt geweest; <strong>de</strong> Remonstranten had<strong>de</strong>n immers <strong>de</strong> wereldlijke<br />

<strong>over</strong>heid ingeschakeld bij een godsdienstig conflict. Volgens <strong>de</strong> Contra-remonstranten had<strong>de</strong>n ze in<br />

plaats daarvan <strong>de</strong> kerkelijke weg van <strong>de</strong> classis naar <strong>de</strong> gewestelijke syno<strong>de</strong> en van daar naar <strong>de</strong><br />

nationale syno<strong>de</strong> moeten volgen. Meer in het algemeen waren <strong>de</strong> Contra-remonstranten van mening<br />

dat <strong>de</strong> <strong>over</strong>heid waar mogelijk op afstand moest wor<strong>de</strong>n gehou<strong>de</strong>n. Voetius ging zo ver, dat hij <strong>de</strong>ze<br />

opvatting doortrok tot <strong>de</strong> openbare gezondheidszorg. In 1636 liet <strong>de</strong> stad Utrecht doktoren een<br />

advies opstellen waarin mensen die dat nog kon<strong>de</strong>n, werd aanbevolen zich buiten <strong>de</strong> door <strong>pest</strong><br />

bedreig<strong>de</strong> stad in veiligheid te brengen. Ook hulpverleners was het toegestaan om te vluchten.<br />

Voetius kon zich met <strong>de</strong>ze opvatting niet verenigen en liet zijn stu<strong>de</strong>nt Jacobus Migrodius een<br />

Disputatio <strong>de</strong> <strong>pest</strong>e seu <strong>pest</strong>is antidoto spirituali ver<strong>de</strong>digen. Vluchten voor <strong>de</strong> <strong>pest</strong> was niet<br />

toegestaan. Dat verbod gold a fortiori voor predikanten en medici. Ver<strong>de</strong>r was het volgens Voetius<br />

en zijn stu<strong>de</strong>nt niet aan <strong>de</strong> (ste<strong>de</strong>lijke) medici om op dit punt uitspraken te doen: het ging niet om<br />

een medische, maar een ethische of welbeschouwd een theologische aangelegenheid. <strong>Van</strong>uit dat

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!