Omzendbrief pdf - Fiscus.fgov.be

Federale
Overheidsdienst
FINANCIEN
BELASTINGEN EN INVORDERING
Administratie der douane en accijnzen
INVORDERINGEN en GESCHILLEN
BORGTOCHTEN
NCTS
D.I. 860
D.C. 217.565
Bijlagen : 3 Brussel, 4 maart 2005.
Omdeling door de gewestelijke directies aan :
- elke dienst belast met het bijhouden van een collectie;
- alle ambtenaren van niveau 1, B en C.
1. INLEIDING
1. In de eerste helft van 2005 wordt NCTS uitgebreid met een
module “Zekerheidstellingen”. Deze module heeft tot doel de zekerheidstellingen
in het kader van het communautair of gemeenschappelijk
douanevervoer (hierna “douanevervoer”) te automatiseren en
te beheren.
Het geautomatiseerd beheer van de zekerheidstellingen vervangt
het “papieren” systeem van het voorleggen van certificaten
TC 31 (doorlopende zekerheid – code 1), TC 32 (bewijzen van zekerheidstelling
per aangifte - code 4) en TC 33 (ontheffing van zekerheidstelling
- code 0) bij het geldig maken van een aangifte voor
douanevervoer. Ook de zekerheid per aangifte (code 2) en de meervoudige
zekerheid (§§ 217 t/m 232 van de instructie Borgtochten –
D.I. 860) worden geautomatiseerd.
Bon O.S.D. nr. 61/05

2
2. De andere vormen van zekerheidstelling vallen buiten het
toepassingsgebied van de module “Zekerheidstellingen”. Bedoeld
worden: de zekerheid in speciën (code 3) en de verschillende vormen
van ontheffing van zekerheidstelling wegens vervoer door de
lucht, Rijn en Rijnvaartwegen, pijpleidingen en spoorvervoer
(code 6) of voor overheidsorganismen (code 8) die kunnen gebruikt
worden bij vertrek uit ons land.
Ook de code 7 (ontheffing van zekerheidstelling tussen het
kantoor van vertrek en het eerste kantoor van doorgang) wordt
geautomatiseerd, maar die code kan enkel gebruikt worden bij
vertrek vanuit een EVA-land.
3. Het automatiseren van de zekerheidstellingen heeft geen
invloed op de richtlijnen betreffende de afgifte van vergunningen
doorlopende zekerheid of ontheffing van zekerheidstelling die zijn
opgenomen in de instructie Borgtochten (D.I. 860). Ook voor de
andere vormen van zekerheidstelling (zekerheid per aangifte of door
middel van bewijzen van zekerheidstelling) verandert er fundamenteel
niets.
4. Om in de toekomst een aangifte voor douanevervoer (aangifteberichten
IE015) te kunnen geldig maken met gebruikmaking
van een zekerheid die door de module “Zekerheidstellingen” wordt
ondersteund, zal een aangever over een uniek zekerheidstellingnummer
moeten beschikken (hierna “GRN” – Guaranty Reference
Number).
Daarnaast moet een aangever ook over een toegangscode
(pincode) beschikken die het mogelijk maakt de zekerheid aan te
wenden. Deze toegangscode vervangt in feite de volmachten die zijn
aangebracht op de keerzijde van certificaten TC 31 en TC 33.
Zowel het GRN als de toegangscode moeten worden vermeld
in het aangiftebericht IE015.
5. Het is de taak van de kantoren van zekerheidstelling om de
gegevens van de zekerheden inzake douanevervoer in de module
“Zekerheidstellingen” in te brengen en aan de aangevers een GRN
en één of meer toegangscodes toe te kennen.

6. In de loop van de maanden april en mei 2005 zal aan de
ambtenaren die op de kantoren belast zijn met het beheer van de
zekerheidstellingen inzake douanevervoer een opleiding worden
gegeven om hen vertrouwd te maken met het gebruik van de module
“Zekerheidstellingen”. Tevens zal hen een handleiding voor het
gebruik van de module worden bezorgd. Deze handleiding beschrijft
de wijze waarop de gegevens van de zekerheidstellingen in de
module moeten worden ingebracht, beheerd, gewijzigd, enz. en
hoe de module “Zekerheidstellingen” binnen MCC moet worden
gebruikt.
Ook aan de ambtenaren die belast zijn met de controle van de
aangiften en het vrijgeven van de goederen zal een opleiding worden
gegeven om hen vertrouwd te maken met het gebruik van de
module “Zekerheidstellingen” in MCC. Het tijdstip waarop deze
opleiding zal plaatsvinden, is nog niet gekend.
7. De datum waarop de module “Zekerheidstellingen” van
toepassing zal worden, is gepland op 01.07.2005.
De module “Zekerheidstellingen” kan echter pas operationeel
worden eens alle gegevens van alle zekerheden inzake douanevervoer
in de module werden ingebracht door de kantoren en alle
aangevers over een GRN en toegangscodes beschikken.
De juiste datum waarop de module zal worden toegepast, zal
later worden bevestigd.
2. TOEKENNEN VAN GRN EN TOEGANGSCODES EN
BEPALEN VAN HET DEFAULTBEDRAG
A. GRN
8. Door de kantoren van zekerheidstelling moeten alle bestaande
zekerheden inzake douanevervoer in de module “Zekerheidstellingen”
worden ingebracht, zowel de vergunningen doorlopende
zekerheid en ontheffing van zekerheidstelling als de zekerheidstellingen
waarvoor geen vergunning is vereist. De zekerheidstellingen
met een akte van borgtocht conform het model opgenomen in de
bijlagen 8, 9, 10 en 32 van de instructie Borgtochten (D.I. 860)
moeten bijgevolg in de module worden ingebracht.
3

4
Door het inbrengen van de gegevens in de module wordt aan
de zekerheid een GRN bestaande uit 17 karakters (codes 0, 1, 2 en
9) of 24 karakters (code 4) toegekend. Voor de reeds bestaande
vergunningen doorlopende zekerheid zullen de eerste 16 karakters
van het nummer van de vergunning (zie § 288 van de instructie
Borgtochten – D.I. 860) de eerste 16 karakters vormen van de GRN.
Het 17 de karakter zal door de module worden toegevoegd als
controlecijfer.
Veld Inhoud Veld type Voorbeeld
1 Laatste 2 cijfers van het jaar
waarin de zekerheidstelling is
aanvaard (YY)
Numeriek 2 05
2 Identificatie van het land waar de
zekerheidstelling is ingeleid (ISO
alfa 2 landcode)
Alfabetisch 2 BE
3 Unieke identificatie van een door Alfanumeriek 10101JDB1951
het kantoor van zekerheidstelling
aanvaarde zekerheidstelling
Dit nummer wordt samengesteld
uit de CIV code van het kantoor
van ingave (eerste drie cijfers –
bijv. 101 voor Antwerpen), de
code zekerheidstelling (volgende
2 cijfers – bijv. 01 voor doorlopende
zekerheid), gevolgd door
12
het lokaal referentienummer
4
indien dit ingegeven werd zoniet
wordt het door de module gecreeerd
(volgende 7 karakters –
alfanumeriek)
Check digit. Wordt aangemaakt Alfanumeriek 1
door de module borgstellingen
8
5 Identificatie van een bewijs van Alfanumeriek 7
zekerheidstelling per aangifte –
enkel voor code 4 (1 letter + 6
cijfers)
A001017

B. Toegangscodes
9. De aangever moet in het bezit worden gesteld van één of
meerdere toegangscodes. Die toegangscodes zijn verbonden aan
personen die gemachtigd zijn om namens de aangever aangifteberichten
IE015 in te geven met gebruikmaking van de door de
aangever gestelde zekerheid.
De aangever heeft de mogelijkheid om aan het kantoor van
zekerheidstelling bijkomende toegangscodes aan te vragen of te
vragen bestaande toegangscodes te schrappen. Tevens heeft hij
de mogelijkheid om toegangscodes in de tijd te beperken (vervaldatum).
Deze vervaldatum kan op verzoek van de aangever worden
verlengd.
Indien een aangever geen geldigheidsdatum wenst te verbinden
aan zijn toegangscodes, zal deze bij het opstarten van de applicatie
zekerheidstellingen ambtshalve bepaald worden op 30 juni
2007, zijnde ongeveer 2 jaar na toekenning van de toegangscodes
wat overeenstemt met de maximum geldigheidsduur van de certificaten
TC 31 en TC 33. In de toekomst zal deze termijn in dergelijk
geval bepaald worden op 2 jaar na de toekenning van de toegangscode.
C. Bepalen van het “defaultbedrag”
10. Op het ogenblik van het registreren van een aangifte in
MCC moet de zekerheid worden aangeschreven. Dit houdt in dat
voor elke geregistreerde aangifte een bepaald bedrag zal worden
aangeschreven op het referentiebedrag of het borgbedrag. Dit bedrag
moet in principe gelijk zijn aan de voor een aangifte in het spel
zijnde rechten en andere heffingen.
Bij vervoer van goederen zonder verhoogd frauderisico met
gebruikmaking van de doorlopende zekerheid of de ontheffing van
zekerheidstelling (codes 1 en 0) heeft de aangever de mogelijkheid
om op het ogenblik van de ingave van zijn aangiftebericht IE015 in
het vak “Bijzondere vermeldingen” het bedrag aan rechten en heffingen
te vermelden dat naar zijn oordeel verschuldigd is op de
vervoerde goederen.
5

6
Een aangever is echter niet verplicht een dergelijk bedrag in
te geven. In dat geval zal het in de module “Zekerheidstellingen”
opgenomen defaultbedrag voorgesteld worden als te registreren
bedrag voor de betrokken zending. Dit defaultbedrag moet in overleg
met de aangever worden bepaald en vormt het bedrag aan
rechten en heffingen dat gemiddeld verschuldigd is op goederen
zonder verhoogd frauderisico die door een aangever worden vervoerd
onder de regeling douanevervoer.
Indien geen gemiddeld bedrag kan worden berekend (bijv.
bij gebrek aan voldoende gegevens van de aangever) zal dit bedrag
door het kantoor van zekerheidstelling bepaald worden op minimum
7000 euro (toepassing artikel 379, lid 1, van de toepassingsbepalingen
van het Communautair douanewetboek).
Voor goederen met verhoogd frauderisico gebeurt de berekening
van de in het spel zijnde belastingen automatisch op basis
van de in het aangiftebericht vermelde goedereninfo.
D. Brief aan aangever
11. Alle gegevens betreffende de vergunningen doorlopende
zekerheid of ontheffing van zekerheidstelling en de andere vormen
van zekerheidstelling moeten door het kantoor van zekerheidstelling
in de module worden ingebracht.
Het grootste gedeelte van de gegevens is reeds gekend op het
kantoor van zekerheidstelling (referentiebedrag, borgpercentage,
borgbedrag, borgsteller, territoriale geldigheid van de zekerheid,
enz.).
Met het oog op het verzamelen van de nog ontbrekende gegevens
(zoals de naam van de personen die over een toegangscode
moeten beschikken en het defaultbedrag) zal door elk kantoor van
zekerheidstelling contact worden opgenomen met de aangevers die
bij hen een akte van zekerheid inzake douanevervoer hebben neergelegd.

In bijlage is een model van brief gevoegd dat daarvoor kan
worden gebruikt.
Deze brief zal zo spoedig mogelijk aan de betrokken aangevers
worden gezonden teneinde tegen 15.04.2005 de gegevens
noodzakelijk voor het inbrengen van de vergunningen en de andere
zekerheden in de module “Zekerheidstellingen” in bezit te hebben.
3. INBRENGEN VAN DE GEGEVENS IN DE MODULE
“ZEKERHEIDSTELLINGEN”
12. Na het volgen van de opleidingscursus moeten de gegevens
van de vergunningen doorlopende zekerheid en ontheffing van
zekerheidstelling en van de andere zekerheidstellingen in de module
“Zekerheidstellingen” worden ingebracht.
Deze gegevens moeten worden ingebracht van zodra de
module “Zekerheidstellingen” beschikbaar zal zijn op de kantoren
van zekerheidstelling. De datum waarop de module beschikbaar zal
zijn en de uiterste datum waarop de gegevens moeten zijn ingebracht,
zullen later worden medegedeeld.
Eens de gegevens werden ingebracht, zullen de aangevers in
het bezit worden gesteld van de toegekende GRN en de toegangscodes.
Dit zal gebeuren door hen een rapport met de gegevens van
de zekerheidstelling te overhandigen. Dit rapport kan worden aangemaakt
via de module “Zekerheidstellingen”.
Vermits dit rapport vertrouwelijke informatie bevat (o.m de
toegekende toegangscodes) zal dit rapport onder gesloten omslag en
tegen ontvangstbewijs worden overhandigd aan de persoon/personen
die daartoe door de aangever is/zijn gemachtigd.
In de begeleidende brief waarmee het rapport aan de aangever
wordt bezorgd, zullen de namen van de ambtenaren worden
medegedeeld met wie contact moet worden opgenomen om hetzij
toegangscodes te verwijderen hetzij toegangscodes toe te voegen.
7

8
Indien het vastgestelde defaultbedrag niet overeenstemt met
het door de aangever berekende en voorgestelde defaultbedrag, zal
in diezelfde begeleidende brief aan de aangever worden medegedeeld
welk defaultbedrag werd vastgesteld en op basis waarvan dit
bedrag werd bepaald.
4. GEBRUIK VAN DE MODULE
“ZEKERHEIDSTELLINGEN “
13. Zoals reeds aangehaald in de inleiding worden de zekerheid
in speciën (code 3) en de verschillende vormen van ontheffing
van zekerheidstelling wegens vervoer door de lucht, Rijn en Rijnvaartwegen,
pijpleidingen en spoorvervoer (code 6) of voor overheidsorganismen
(code 8) niet ondersteund door de module “Zekerheidstellingen”.
Dergelijke vormen van zekerheidstelling mogen vanzelfsprekend
slechts gebruikt worden voor zover voldaan is aan de
voorwaarden voor het gebruik ervan. Op het ogenblik van de controle
van de aangifte dient dan ook te worden nagegaan of de ingegeven
code in het concrete geval mag worden gebruikt.
De andere codes (0, 1, 2, 4 en 9) worden ondersteund door de
module “Zekerheidstellingen”.
14. Vermits er op dit ogenblik echter geen tijdelijke uitsluiting
van de gebruikmaking van de doorlopende zekerheid is –
(code 9 - zie § 314/33 van de instructie Borgtochten – D.I 860) en er
in ons land geen organisme is dat gemachtigd is om bewijzen van
zekerheidstelling per aangifte af te geven (code 4 – zie §§ 233-246
van de instructie Borgtochten – D.I. 860) kunnen dergelijke vormen
van zekerheidstelling thans niet opgenomen worden in de module
“Zekerheidstellingen”.
Bijgevolg zal enkel bij gebruik van de code 0 (ontheffing van
zekerheidstelling), code 1 (doorlopende zekerheid) en code 2
(enkelvoudige en meervoudige zekerheid per aangifte) de registratie
van de zekerheid gebeuren via de module “Zekerheidstellingen”.

15. Wat meer specifiek de code 2 -meervoudige zekerheidstelling-
betreft, mag deze vorm van zekerheid in het kader van het
automatisch beheer van de zekerheidstellingen in afwijking van het
bepaalde in §§ 226 en 227 van de instructie Borgtochten (D.I. 860)
ook aangewend worden op andere Belgische kantoren van vertrek
dan het kantoor van zekerheidstelling. De met die zekerheid geldig
gemaakte aangiften moeten ook niet langer vermeld worden in de
lijst gevoegd bij de akte van borgtocht. De in het kader van de
module “Zekerheidstellingen” aangemaakte controlelijst van de
bewegingen zal dienen als lijst van de met deze zekerheid geldig
gemaakte aangiften (zie § 230 van de instructie Borgtochten –
D.I. 860). Aan de aangevers die over een dergelijke zekerheid beschikken,
zal worden medegedeeld dat zij in het kader van het
automatiseren van deze vorm van zekerheid gemachtigd worden
deze te gebruiken van op alle Belgische kantoren van vertrek en dat
geen individuele machtiging per aangifte meer vereist is.
A. Registratie van de zekerheid
ONDERSCHEID NORMALE PROCEDURE/AANGENOMEN
LOCATIE-VEREENVOUDIGING
16. Voor de registratie van de zekerheid in de normale procedure
of op aangenomen locatie is steeds de tussenkomst van een
ambtenaar vereist. In de normale procedure is dit de verifiërende
ambtenaar. Bij de aangenomen locatie is dit een ambtenaar van de
dispaching.
In de vereenvoudigde procedure gebeurt de registratie van de
zekerheid automatisch en is geen tussenkomst van een ambtenaar
vereist. Enkel indien besloten wordt tot controle van de zending zal
de tussenkomst van de verifiërende ambtenaar van het GVC vereist
zijn.
9

10
BESCHIKBAAR REFERENTIE- OF BORGBEDRAG
17. Een aangever kan gebruik maken van zijn zekerheid
binnen de grenzen van het hem toegekende referentiebedrag of het
door hem gestelde borgbedrag. Het op de aangifte vermelde bedrag
of het defaultbedrag zal op het ogenblik van de registratie op deze
bedragen worden aangeschreven en bij zuivering van de aangifte
worden afgeschreven.
Op het ogenblik van het opstarten van de applicatie “Zekerheidstellingen”
zal de aangever kunnen beschikken over zijn
volledige referentie- of borgbedrag en zal bijgevolg geen rekening
worden gehouden met de op dat ogenblik nog openstaande aangiften.
BEREKENING EN AANSCHRIJVING VAN DE BEDRAGEN
18. Inzake de berekening en de aanschrijving van de
bedragen moet onderscheid worden gemaakt naargelang de
vervoerde goederensoort: goederen met verhoogd frauderisico of
goederen zonder verhoogd frauderisico.
Het registreren van een bepaald bedrag voor een bepaalde
aangifte heeft niet tot gevolg dat bij een latere invordering enkel dit
bedrag van de borg kan worden gevorderd. Indien de borg moet
worden aangesproken zullen alle voor een aangifte in het spel zijnde
bedragen kunnen worden gevorderd.
GOEDEREN MET VERHOOGD FRAUDERISCO
19. De berekening van de in het spel zijnde bedragen voor
goederen met verhoogd frauderisico gebeurt op basis van de in het
aangiftebericht ingegeven goedereninfo. Dit zal het geval zijn bij
gebruikmaking van een doorlopende zekerheid die geldig is voor
goederen met verhoogd frauderisico (code 1) of voor de meervoudige
zekerheid per aangifte (code 2).

11
Met het oog op een correcte registratie van de bedragen zal
door de verifiërende ambtenaar de juistheid van de goedereninfo
moeten worden gecontroleerd. Er moet worden nagegaan of de
hoeveelheden werden ingebracht in aantal stuks (sigaretten), hl
(alcohol en alcoholische dranken) of kg (andere gevoelige goederen
zoals levende runderen, vlees, melk, boter, bananen, suiker). Deze
hoeveelheid moet vermeld zijn in het vak “Gevoelige goederen” van
het scherm betreffende het artikel. In dit verband wordt verwezen
naar de lijst van de goederen met verhoogd frauderisico opgenomen
in bijlage 14 van de instructie Borgtochten (D.I. 860). De vervoerde
hoeveelheden mogen bijgevolg niet ingegeven worden in bijvoorbeeld
kartons, liter, ton. In voorkomend geval moet het aangiftebericht
worden aangepast. De aangever moet daarnaast vanzelfsprekend
ook de gegevens betreffende het aantal, het type, de
merken en de nummers van de colli in zijn aangiftebericht ingeven.
GOEDEREN ZONDER VERHOOGD FRAUDERISICO
20. Voor goederen zonder verhoogd frauderisico heeft de
aangever de mogelijkheid om het bedrag van de in het spel zijnde
rechten en andere heffingen in te geven in zijn aangiftebericht IE015
in het vak “Bijzondere vermeldingen” (vak 44) wanneer gebruik
gemaakt wordt van een zekerheid code 0 of 1.
De mogelijkheid bestaat niet voor de andere vormen van
zekerheid (code 2 of 4), die gebruikt kunnen worden voor het vervoer
van goederen zonder verhoogd frauderisico.
Het ingegeven bedrag heeft betrekking op alle in het aangiftebericht
vermelde goederenitems. Voor het bepalen van het te registreren
bedrag moet rekening worden gehouden met zowel de
douaneschuld als de nationale belastingen.
De aangever is echter niet verplicht een bedrag in te geven.
Indien de aangever een bedrag heeft ingegeven in het
aangiftebericht zal dit bedrag als te registreren zekerheid worden
voorgesteld in het scherm betreffende de registratie van de zekerheid.

12
21. Door de ambtenaar belast met de registratie moet worden
nagegaan of dit bedrag de realiteit benadert. Daartoe kan hij de
aangever uitnodigen de door hem berekende en ingegeven bedragen
te rechtvaardigen
Indien uit het onderzoek blijkt dat het te registreren bedrag
onvoldoende is, moet het worden aangepast. Deze aanpassing moet
gebeuren in overleg met de aangever. Het te registreren bedrag kan
door de ambtenaar worden gecorrigeerd in het scherm betreffende
de registratie van de zekerheid. In voorkomend geval kan het
defaultbedrag als te registreren bedrag worden aanvaard. De aangever
heeft ook steeds de mogelijkheid om het in zijn aangiftebericht
ingegeven bedrag aan te passen.
Wanneer deze aanpassing niet onmiddellijk kan gebeuren, zal de
registratie van de zekerheid geen doorgang kunnen vinden en zal door
het weigeren van de registratie de aangifte in MCC de status “Zekerheid
aanpassen” krijgen.
22. Indien de aangever geen bedrag van de in het spel zijnde
rechten en andere heffingen in zijn aangiftebericht IE015 heeft ingegeven,
zal het in de module “Zekerheidstellingen” geregistreerde
defaultbedrag voorgesteld worden als te registreren bedrag. Door de
verifiërende ambtenaar zal steekproefsgewijs worden nagegaan of
dit defaultbedrag de op de vervoerde goederen verschuldigde
belastingen enigszins benadert. In voorkomend geval zal ook dit
bedrag moeten worden aangepast.
Het te registreren bedrag omvat steeds het totale bedrag van
de verschuldigdheden zowel voor de goederen met als zonder
verhoogd frauderisico ongeacht het aantal goederenitems die in het
aangiftebericht IE015 zijn vermeld.
23. Indien een aangever niet akkoord gaat met het door de
administratie voorgestelde bedrag, zal de registratie van de zekerheid
worden verworpen en de aangifte geen doorgang vinden tot op
het ogenblik dat het te registreren bedrag correct werd berekend of
ingegeven. Deze aanpassing moet gebeuren binnen de 48 uur zoniet
wordt de aangifte verworpen en krijgt ze de status “Ingehouden”
binnen MCC.

13
WEIGERING VAN REGISTRATIE WEGENS ONVOLDOENDE REFERENTIEBE-
DRAG OF BORGBEDRAG
24. Binnen de module “Zekerheidstellingen” zal op het ogenblik
van de registratie van de zekerheid worden nagegaan wat het in
hoofde van de aangever nog beschikbare gedeelte van zijn referentiebedrag
of borgbedrag is.
Bij onvoldoende saldo zal de registratie van de aangifte worden
geblokkeerd, rekening houdend met het hierna gemaakte onderscheid
tussen enerzijds doorlopende zekerheid (code 1) of een ontheffing
van zekerheidstelling (code 0) en anderzijds enkelvoudige of
meervoudige zekerheid per aangifte (code 2).
GEBRUIKMAKING VAN CODE 1 OF 0
25. Vermits het invoeren van een geautomatiseerd borgbeheer
in een beginfase tot praktische moeilijkheden kan leiden, werd
besloten om in deze beginfase de aangiften niet te blokkeren wegens
een overschrijding van het referentiebedrag ongeacht de grootte van
die overschrijding.
Die onbeperkte overschrijding kan echter slechts toegestaan
worden in de beginperiode. Eens is gebleken dat de module “Zekerheidstellingen”
naar behoren functioneert en de aangiften binnen
NCTS in “real time” worden gezuiverd, zal bij overschrijding van
het referentiebedrag de registratie van de bedragen geweigerd worden
en de aangifte de status “Zekerheid aanpassen” krijgen in MCC.
Indien de zekerheid binnen de 48 uur niet wordt aangepast of het
beschikbare saldo ondanks de zuivering van voorgaande aangiften
nog steeds onvoldoende is, zal de aangifte worden verworpen en de
status “Ingehouden” krijgen in MCC. Van zodra de zekerheid is
aangepast of van zodra er terug voldoende saldo is, zal de aangever
voor zover de 48 uur nog niet verstreken zijn, kunnen vragen om de
zekerheid te registreren en de aangifte vrij te geven.

14
Om echter niet bij elke, somtijds minieme of uitzonderlijke
overschrijding van het referentiebedrag een aangifte te blokkeren,
werd in het systeem een marge ingebouwd waardoor een aangever
ook in de toekomst de mogelijkheid zal hebben zijn referentiebedrag
met maximum 10% te overschrijden zonder dat zijn aangifte wordt
geblokkeerd. De bedoeling van deze marge is echter niet om een
aangever toe te laten voortdurend gebruik te maken van deze marge
van 10% van het referentiebedrag. Indien vastgesteld wordt dat een
aangever voortdurend gebruikt maakt van deze marge zal dit aanleiding
moeten geven tot het aanpassen van zijn vergunning doorlopende
zekerheid of ontheffing van zekerheidstelling (verhogen van
referentiebedrag).
GEBRUIKMAKING VAN CODE 2
26. Wanneer de aangever gebruik maakt van een enkelvoudige
of meervoudige zekerheid per aangifte en het borgbedrag of het
saldo van het borgbedrag is onvoldoende voor de registratie van de
in het spel zijnde bedragen, zal de aangifte niet worden aanvaard en
de status “Zekerheid aanpassen” krijgen in MCC.
Betreft het een enkelvoudige zekerheid per aangifte (§§ 217-
223 instructie Borgtochten – D.I. 860), dan zal de zekerheid pas
kunnen worden geregistreerd nadat een aanvullende borg werd
gesteld en de gegevens in de module “Zekerheidstellingen” werden
aangepast. Indien zulks niet binnen de 48 uur is gebeurd, zal de
aangifte verworpen worden en de status “Ingehouden” krijgen binnen
MCC.
Betreft het een meervoudige zekerheid per aangifte (§§ 223-
232 instructie Borgtochten – D.I. 860), dan zal de zekerheid pas
kunnen worden geregistreerd nadat een aanvullende borg werd
gesteld en de gegevens in de module “Zekerheidstellingen” werden
aangepast of nadat ingevolge de zuivering van vroegere aangiften er
terug voldoende saldo is van het borgbedrag. Indien zulks niet binnen
de 48 uur is gebeurd, zal de aangifte verworpen worden en de
status “Ingehouden” krijgen binnen MCC.

15
Van zodra de zekerheid is aangepast of van zodra er terug
voldoende saldo is, zal de aangever voor zover de 48 uren nog niet
verstreken zijn, kunnen vragen om de zekerheid te registreren en de
aangifte vrij te geven.
In alle voorgaande gevallen (zowel code 0, 1 als 2) moeten
de aangiften die zich in de status “Ingehouden” bevinden onmiddellijk
worden geannuleerd door de bevoegde ambtenaar (verifiërende
ambtenaar, dispatching, kantoor van vertrek). Deze annulatie heeft
tot gevolg dat bij het geautomatiseerd beheer van de voorafgaande
douaneregeling de automatische aanzuivering van die voorafgaande
regeling wordt ongedaan gemaakt.
B. Vrijgave van de geregistreerde bedragen
27. De vrijgave van de aangeschreven bedragen is verschillend
naargelang van de soort zekerheidstelling.
ZEKERHEIDSTELLING CODE 0 EN 1
28. Als de goederen regelmatig zijn aangeboden op het kantoor
van bestemming of als de toegelaten geadresseerde aan het
kantoor van bestemming heeft meegedeeld dat de goederen aldaar
zijn aangebracht en het kantoor van vertrek is hierover geïnformeerd,
wordt in de gevallen dat gebruik werd gemaakt van een
zekerheidstelling code 0 of 1, het referentiebedrag automatisch
gecrediteerd op basis van het aankomstbericht (IE006). Tot op het
ogenblik van de ontvangst van dit bericht blijven de bedragen geblokkeerd.
ZEKERHEIDSTELLING CODE 2
29. Wanneer gebruik werd gemaakt van een zekerheidstelling
code2 (zowel enkelvoudige als meervoudige) zal de zekerheid
pas worden gecrediteerd op het ogenblik dat het kantoor van vertrek
de conforme controleresultaten (bericht IE018) ontvangt van het
kantoor van bestemming. Wanneer gebruik werd gemaakt van een
enkelvoudige zekerheidstelling code 2, zal na ontvangst van de
conforme controleresultaten de borgstelling niet meer kunnen worden
hergebruikt.

16
Bij ontvangst van “niet-conforme” controleresultaten
(bijv.tekort) blijft het volledige geregistreerd bedrag geblokkeerd.
5. Internationaal gebruik van de zekerheidstellingen
30. Niet alleen bij geldigmaking van aangiften bij vertrek
vanuit ons land met gebruikmaking van een in ons land toegekende
GRN wordt het beheer van de zekerheden geautomatiseerd, ook bij
gebruikmaking van een in een andere lidstaat of EVA-land gestelde
zekerheid zal een automatische controle en registratie van de zekerheid
gebeuren via een internationale berichtenuitwisseling. Omgekeerd
zal ook een in ons land toegekende GRN kunnen gebruikt
worden om in een andere lidstaat of een EVA-land aangiften in
NCTS in te geven.
GEBRUIKMAKING VAN BUITENLANDSE GRN IN ONS LAND
31. De juiste modaliteiten betreffende de aanwending van
een buitenlandse GRN bij vertrek vanuit ons land zijn momenteel
nog niet gekend. Van zodra die zullen gekend zijn, zullen aanvullende
richtlijnen worden gegeven.
GEBRUIKMAKING VAN BELGISCHE GRN IN HET BUITENLAND
32. Een Belgische aangever kan met gebruikmaking van zijn
GRN in een andere lidstaat of een EVA-land een aangifte voor douanevervoer
ingeven.
Daartoe zal hij dezelfde gegevens moeten ingeven als bij de
ingave van een aangiftebericht in ons land.

17
De registratie van de zekerheid zal in dat geval gebeuren
door het buitenlandse kantoor van vertrek en er is geen enkele tussenkomst
nodig van het Belgische kantoor van zekerheidstelling. De
controle van de gebruikte zekerheid (GRN, toegangscode, enz.) zal
via een internationale berichtenuitwisseling automatisch gebeuren in
de Belgische module “Zekerheidstellingen”.
Bij registratie van de zekerheid in een andere lidstaat of een
EVA-land zal de aangifte en de zending echter geblokkeerd worden,
indien het referentiebedrag onvoldoende is voor de registratie van
de in het spel zijnde bedragen. In die gevallen wordt geen overschrijding
van het referentiebedrag toegestaan.
Er wordt aan herinnerd dat de meervoudige zekerheid per
aangifte enkel mag gebruikt worden bij het ingeven van een aangiftebericht
bij vertrek vanuit ons land, nooit bij vertrek vanuit het
buitenland.
6. Niet beschikbaar zijn van de applicatie zekerheidstellingen
33. Indien de registratie van de zekerheidstelling binnen
NCTS niet kan gebeuren omwille van het niet-functioneren van de
module zekerheidstellingen (bijv. technische fout, uitvallen van het
systeem) zal de zending op het vlak van de zekerheid worden vrijgegeven
mits het voorleggen van een certificaat van TC 31 of TC 33
of het voorleggen van de akte van borgtocht (gebruikmaking van
code 2 – enkelvoudige zekerheid) of door de inschrijving van de
aangifte op de lijst gevoegd bij de akte van borgtocht (gebruikmaking
van de meervoudige zekerheid per aangifte - § 230 van de
instructie Borgtochten – D.I. 860). Mits akkoord van het kantoor
van vertrek zal in dat geval een OTS-aangifte worden gemaakt.

18
7. Beheer van de zekerheden via de module
“Zekerheidstellingen “
34. De module “Zekerheidstellingen” laat toe om het gebruik
van de zekerheidstelling te controleren en na te gaan welke
bedragen voor een bepaalde aangifte op het referentiebedrag of
borgbedrag werden aangeschreven.
Opgemerkt wordt dat het kantoor van zekerheidstelling in elk
geval verantwoordelijk blijft voor de berekening van het referentiebedrag
dat onder meer gesteund is op de geregistreerde bedragen.
Bijgevolg moet het kantoor van zekerheidstelling steekproefsgewijs
nagaan of bij vervoer van zonder verhoogd frauderisico
het door de aangever in zijn aangiftebericht ingegeven bedrag
dat door de verifiërende ambtenaar werd geregistreerd, bij benadering
overeenstemt met de realiteit.
35. Is dat niet het geval dan moet het kantoor van zekerheidstelling
de nodige maatregelen treffen t.a.v. de aangever en de verifiërende
ambtenaren om te voorkomen dat de registratie van te lage
bedragen zich in de toekomst zou herhalen.
36. Via de module “Zekerheidstellingen” wordt ook het
gebruik van het referentiebedrag (codes 0 en 1) voortdurend
gecontroleerd en wordt nagegaan of het referentiebedrag waarover
een aangever beschikt voldoende is voor zijn goederenbewegingen
De zekerheden waarvan het referentiebedrag wordt overschreden,
worden opgenomen in een lijst van “Te herziene zekerheden”.
Het is de taak van het kantoor van zekerheidstelling om voor
de in deze lijst opgenomen zekerheden na te gaan of een herziening
van het referentiebedrag noodzakelijk is.

19
37. Vooral in de beginfase zal worden nagegaan of de overschrijding
van het referentiebedrag het gevolg is van technische
fouten waardoor de aangiften niet tijdig worden gezuiverd en de
geregistreerde bedragen niet worden vrijgegeven. Ingevolge bijvoorbeeld
het niet-ontvangen van de aankomstberichten IE006 door
het slecht functioneren van MCC of het laattijdig of niet-ingeven
van de aankomstberichten door de kantoren van bestemming of
ingevolge kinderziekten in de applicatie borgstellingen zal het saldo
van het referentiebedrag waarover de aangever beschikt niet
overeenstemmen met de realiteit.
In dergelijke gevallen dient in de beginfase geen aanpassing
van het referentiebedrag te gebeuren en mag de aangever worden
toegestaan om verder aangiften in te geven zonder dat zijn
referentiebedrag wordt aangepast.
38. Wanneer echter wordt vastgesteld dat de oorzaak van het
overschrijden van het referentiebedrag niet te wijten is aan
technische fouten of andere redenen vreemd aan de aangever, moet
worden nagegaan of de overschrijding van het referentiebedrag het
gevolg is van de door de aangever ontwikkelde activiteiten (aantal
geldig gemaakte aangiften, in het spel zijnde bedragen).
In voorkomend geval zal de vergunning ontheffing van
zekerheidstelling of doorlopende zekerheid moeten worden
aangepast.
39. Het referentiebedrag zal door de module “Zekerheidstellingen”
worden berekend op basis van enerzijds de 7 opeenvolgende
dagen waarin het hoogste bedrag werd geregistreerd (zowel
de vrijgegeven als de nog openstaande bedragen) en anderzijds de
nog openstaande aangiften. De periode waarbinnen deze berekening
moet gebeuren, kan door het kantoor van zekerheidstelling worden
bepaald en mag maximaal 1 jaar bedragen.
40. De kantoren van zekerheidstelling zullen echter begin
2006 (ten laatste op 01.03.2006) een eerste evaluatie verrichten van
de vergunningen doorlopende zekerheid en ontheffing van zekerheidstelling
waarvan op basis van de module “Zekerheidstellingen”
het referentiebedrag moet worden herzien. De periode waarover de
evaluatie moet gebeuren, mag in dat geval beperkt worden tot
3 maanden.

20
De einddatum van de periode waarover de evaluatie moet gebeuren, zal zich in de tijd ten minste 1 maand
voor de datum van de evaluatie situeren. Op die wijze wordt vermeden dat de geregistreerde bedragen van de
nog openstaande aangiften waarvan de goederen reeds op het kantoor van bestemming zijn aangebracht doch waarvoor
het aankomstbericht het kantoor van vertrek nog niet heeft bereikt, ten onrechte zouden worden meegerekend
voor het bepalen van de nog openstaande aangiften.
41. De berekening van het referentiebedrag via de module “Zekerheidstellingen” is een hulpmiddel voor de
kantoren van zekerheidstelling. Het uiteindelijke referentiebedrag zal echter door de ontvanger van het kantoor van
zekerheidstelling worden bepaald, rekening houdend met alle elementen van het dossier. Het door de module “Zekerheidstellingen”
berekende bedrag kan steeds worden aangepast in functie van de elementen van het dossier.
Indien uit de gegevens van het dossier bijvoorbeeld zou blijken dat de overschrijding van het referentiebedrag
het gevolg is van een situatie die zich slechts uitzonderlijk heeft voorgedaan, kan besloten worden het
referentiebedrag niet aan te passen.
*
* *
42. Naar de aangevers toe werd het automatiseren van de zekerheden inzake douanevervoer via de module
“Zekerheid-stellingen” aangekondigd op de website van de Administratie. Aangevers die om bijkomende inlichtingen
vragen betreffende de technische vereisten en de berichtenstructuur kunnen verwezen worden naar deze
website:
http://fiscus.fgov.be/interfdanl/NCTS/accueil.htm.
G. STERCKX
Directeur, Dienstchef
Voor de Directeur-generaal, taaladjunct:

Federale
Overheidsdienst
FINANCIEN
BELASTINGEN EN INVORDERING
Administratie der Douane en Accijnzen
correspondentieadres
BIJLAGE
Naam en adres van de aangever
uw bericht van uw kenmerk ons kenmerk bijlage(n)
Mevrouw, Mijnheer,
Betreft:Zekerheidstelling communautair/gemeenschappelijk douanevervoer.
Geautomatiseerd beheer in het kader van NCTS.
Module Zekerheidstellingen
Brussel,
In de eerste helft van 2005 wordt NCTS uitgebreid met de module “Zekerheidstellingen”. Deze module beoogt
een geautomatiseerd beheer van de zekerheidstellingen in het kader van het douanevervoer.
Bij het opstellen van een aangiftebericht IE015 in MCC zullen een aantal gegevens moeten worden ingebracht
die een registratie van de zekerheid mogelijk moeten maken. Deze gegevens zijn: de code van de zekerheidstelling,
het uniek zekerheidstellingnummer (GRN – Guaranty Reference Number), de toegangscode
en een aanduiding van de landen waarvoor de zekerheid niet geldig is.
Pas na registratie van de zekerheid zal de aangifte en de goederen worden vrijgegeven.
Om de registratie van de zekerheid binnen MCC mogelijk te maken, moeten de gegevens betreffende de zekerheden
inzake douanevervoer in de module “Zekerheidstellingen” worden ingebracht.
Om die gegevens te kunnen inbrengen, moet u mij een aantal bijkomende elementen bezorgen. Daarna zal
ik u de noodzakelijke gegevens voor het registreren van de zekerheid bij het ingeven van aangifteberichten
IE015 bezorgen.
BIJLAGE

BIJLAGE (blz. 2)
Toekenning van een GRN
Om in de toekomst van uw zekerheid gebruikt te kunnen maken binnen NCTS zal u voor elke zekerheidstelling
waarover u beschikt een uniek zekerheidstellingnummer (GRN) worden toegekend.
Dit nummer bestaat uit 17 karakters en is als volgt samengesteld:
Veld Inhoud Veld type Voorbeeld
1 Laatste 2 cijfers van het jaar waarin de zekerheidstelling
is aanvaard (YY)
Numeriek 2 04
2 Identificatie van het land waar de zekerheidstelling
is ingeleid (ISO alfa 2 landcode)
Alfabetisch 2 BE
3 Unieke identificatie van een door het kantoor van
zekerheidstelling aanvaarde zekerheidstelling
Alfanumeriek 12 1234AB788966
4 Check digit Alfanumeriek 1 8
Voor aangevers die reeds over een vergunning doorlopende zekerheid beschikken, zullen de eerste 16
karakters van het vergunningnummer de eerste 16 karakters van hun GRN vormen waaraan een controlegetal
zal worden toegevoegd na het ingeven van de zekerheid in de module “Zekerheidstellingen”.
Voor alle ander vormen van zekerheid zal de volledige GRN worden gecreëerd door de module “Zekerheidstellingen”.
Toekenning van toegangscodes
Om binnen NCTS gebruik te kunnen maken van uw zekerheid zal u over één of meerdere toegangscode(s)
moeten beschikken die door mijn kantoor binnen de module “Zekerheidstellingen” zal/zullen worden
aangemaakt. De toegangscode is te vergelijken met een pincode en is persoonsgebonden. Zij zal
worden toegekend aan elke persoon die in naam van uw firma aangiften voor douanevervoer mag opstellen
(dit is de persoon vermeld in het veld “vertegenwoordiger” in het aangiftebericht IE015). De toegangscode
is uniek voor elke persoon en kan door de aangever niet worden gewijzigd.
In het kader van het gebruik van de doorlopende zekerheidstelling of de ontheffing van zekerheidstelling
vervangt deze toegangscode de volmachten die zijn verleend op de keerzijde van de certificaten van doorlopende
zekerheidstelling TC31 of ontheffing van zekerheidstelling TC33.
De geldigheid van deze toegangscode kan in de tijd worden beperkt. Een beperking in de tijd heeft tot
gevolg dat eens de vervaldag werd bereikt, deze toegangscode niet langer kan worden gebruikt. Het is
echter mogelijk om de geldigheidsduur te verlengen. Zulks dient vanzelfsprekend tijdig te worden aangevraagd.
Er kunnen nieuwe toegangscodes worden aangevraagd en bestaande toegangscodes worden geschrapt.
In verband met dit laatste wens ik uw aandacht erop te vestigen dat het onterecht gebruik van
deze toegangscodes tot uw verantwoordelijkheid behoort. Indien een schrapping van een toegangscode
noodzakelijk is, dient zulks tijdig aan het kantoor van zekerheidstelling te worden aangevraagd.

Om uw zekerheid in het geautomatiseerd beheer te kunnen inbrengen, verzoek ik u mij per zekerheidstelling
inzake douanevervoer die u heeft op mijn kantoor een opgave te bezorgen met de identiteit van de
personen (naam, voornaam, geboorteplaats en -datum en woonplaats) die namens uw bedrijf over een
toegangscode moeten beschikken. Indien u ervoor opteert om aan deze toegangscode een vervaldag te
koppelen, dient deze datum naast de naam van de betrokken persoon/personen te worden vermeld. De
geldigheidsduur kan verschillend zijn naargelang van de persoon die over een toegangscode moet beschikken.
Indien u er niet voor opteert om aan deze toegangscode(s) een vervaldatum te verbinden, zal de
geldigheidsduur ervan komen te verstrijken op 30 juni 2007.
Bepalen van het defaultbedrag
Bij vervoer van goederen zonder verhoogd frauderisico met gebruikmaking van de doorlopende zekerheid
of de ontheffing van zekerheidstelling (codes 1 en 0) zal u de mogelijkheid hebben om op het ogenblik
van de ingave van een aangiftebericht IE015 in het vak “Bijzondere vermeldingen” het bedrag aan rechten
en nationale belastingen te vermelden dat naar uw oordeel verschuldigd is op de onder dekking van de
aangifte vervoerde goederen.
Bij het bepalen van dit bedrag moet rekening worden gehouden met de hoogste op de goederen
opeisbare douaneschuld en nationale belastingen.
U bent echter niet verplicht een dergelijk bedrag in te geven. In dat geval zal het in de module “Zekerheidstellingen”
opgenomen “defaultbedrag” voorgesteld worden als te registreren bedrag voor de betrokken
zending. Dit “defaultbedrag” is het bedrag aan rechten en nationale belastingen dat gemiddeld verschuldigd
is op goederen zonder verhoogd frauderisico die door u worden vervoerd onder de regeling
douanevervoer.
Ik verzoek u bijgevolg het door u berekende defaultbedrag te willen mededelen en de berekening ervan te
staven aan de hand van de in uw bezit zijnde elementen. Dit defaultbedrag moet worden berekend aan de
hand van de gegevens die u jaarlijks moet verstrekken voor het bepalen van uw referentiebedrag.
Indien geen gemiddeld bedrag kan worden berekend (bijv. bij gebrek aan voldoende concrete gegevens)
of indien ik van oordeel ben dat het berekende bedrag niet overeenstemt met de realiteit, zal dit bedrag
door mij bepaald worden op minimum 7000 euro per aangifte (toepassing artikel 379, lid 1, van de toepassingsbepalingen
van het communautair douanewetboek).
[Voor goederen met verhoogd frauderisico (goederen vermeld in bijlage 44quater van de toepassingsbepalingen
van het Communautair douanewetboek) gebeurt de berekening van de in het spel zijnde belastingen
automatisch op basis van de in het aangiftebericht vermelde goedereninfo. In dit verband wordt de
aandacht erop gevestigd dat bij ingave van de goederensoort en de goederenhoeveelheid in het aangiftebericht,
de juiste goederencode en de juiste hoeveelheid uitgedrukt naargelang van het geval in kilogram,
hectoliter of stuks, moet worden ingegeven, naast het aantal, het type, de merken en de nummers van de
colli.
BIJLAGE (blz. 3)

BIJLAGE (blz. 4)
In bijlage bezorg ik u een overzicht van de goederen met verhoogd frauderisico met daartegenover de
eenheid die moet gebruikt worden om de goederen in het aangiftebericht in te geven] 1 .
*
* *
Van zodra ik in het bezit zal zijn van de gevraagde gegevens, zal de door u gebruikte zekerheidstelling in
de module “Zekerheidstellingen” worden ingebracht waarna u een overzicht zal worden bezorgd van de
ingebrachte gegevens en in het bezit zult worden gesteld van een GRN en de gevraagde toegangscode(s).
Vermits dit rapport vertrouwelijke informatie zal bevatten (o.m. de toegangscodes), verzoek ik u mij de
naam van de persoon/personen mede te delen aan wie dit rapport tegen ontvangstbewijs mag worden
overhandigd.
Deze gegevens dienen mij te worden bezorgd tegen uiterlijk 15 april 2005.
Indien de gevraagde gegevens mij niet tijdig worden bezorgd, zal uw zekerheidstelling niet kunnen
ingebracht worden in de module “Zekerheidstellingen” en zal u geen aangifteberichten IE015 meer
kunnen ingeven vanaf het ogenblik dat de module operationeel wordt.
Deze module moet op uiterlijk 01.07.2005 operationeel zijn. De juiste datum van inwerkingtreding zal
echter door de Administratie tijdig worden medegedeeld.
Nadere informatie omtrent de module “Zekerheidstellingen” kan u vinden op de website van de Administratie
der douane en accijnzen:
http://fiscus.fgov.be/interfdanl/NCTS/accueil.htm, onder “Nieuw” en vervolgens onder “Info 2005”.
Hoogachtend
1 Enkel te vermelden in brieven gericht aan aangevers die goederen met verhoogd frauderisico vervoeren.
Dit zijn de aangevers die over een vergunning doorlopende zekerheid met een referentiebedrag voor goederen
met een verhoogd frauderisico beschikken of voor aangevers die over een meervoudige zekerheid
per aangifte beschikken.

NAAM
BIJLAGE 1
OPGAVE VAN DE PERSONEN DIE OVER EEN TOEGANGSCODE MOETEN BESCHIKKEN
VOORNAAM GEBOORTEPLAATS GEBOORTEDATUM ADRES
Naam van de persoon/personen aan wie de gegevens van de borgstelling en de toegangscodes mogen worden overhandigd:
1……………………………………………………………………………………… (Tel. ……………………….)
2……………………………………………………………………………………… (Tel. ……………………….)
3……………………………………………………………………………………… (Tel. ……………………….)
Opgemaakt op ………………….. te …………………
Naam en handtekening (2)
GELDIGHEIDSDATUM
(1)
(1) De gewenste uiterste datum van geldigheid invullen of “Geen” indien geen datum gewenst is. Indien geen uiterste datum wordt ingevuld, komt het certificaat, behoudens tijdig
aangevraagde verlenging, te vervallen op 30.06.2007.
(2) De persoon die ondertekent, moet de bevoegdheid hebben om de personen die over een toegangscode moeten beschikken, aan te duiden.

GS-code
LIJST VAN DE GOEDEREN MET VERHOOGD FRAUDERISICO
(zie voetnoot 1 )
OMSCHRIJVING VAN DE GOEDEREN
Te gebruiken eenheid voor ingave in aangiftebericht
IE015
ex 0102.90 Andere levende runderen kg
0201.10
0201.20
0201.30
0202.10
0202.20
0202.30
0402.10
0402.21
0402.29
0402.91
0402.99
0405.10
0405.90
Vlees van runderen, vers of gekoeld kg
Vlees van runderen, bevroren kg
Melk en room, ingedikt of met toegevoegde suiker of andere
zoetstoffen
Boter en andere van melk afkomstige vetstoffen kg
ex 0803.00 Verse bananen, met uitzondering van plantains kg
1701.11
1701.12
1701.91
1701.99
Rietsuiker en beetwortelsuiker, alsmede chemisch zuivere
sacharose, in vaste vorm
2207.10 Ethylalcohol, niet gedenatureerd, met een alcoholvolumegehalte
van 80 % vol of meer
2208.20
2208.30
2208.40
2208.50
2208.60
2208.70
ex 2208.90
Gedistilleerde dranken, likeuren en andere dranken die gedistilleerde
alcohol bevatten
2402.20 Sigaretten, tabak bevattend stuks
1 Enkel bij te voegen voor aangevers die een zekerheid hebben voor
goederen met verhoogd frauderisico.
kg
kg
hl
hl
BIJLAGE 2