View PDF Version - RePub
View PDF Version - RePub
View PDF Version - RePub
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
marktintegratie (in dit geval katoenproductie) in dorpen met een marginalere<br />
natuurlijke omgeving aanzienlijk moeilijker verloopt dan elders. De aard van de<br />
lokale bestaansbasis is met andere woorden van invloed op de vorm van de functionele<br />
en de bestuurlijke integratie.<br />
Bodemuitputting en bodemerosie in het noorden van de Savanes als gevolg van<br />
grondschaarste door bevolkingsgroei was een tweede aanleiding om in paragraaf<br />
1.1 van een zwakke lokale bestaansbasis te spreken. Neerslag, bodemvruchtbaarheid<br />
en beschikbaarheid van grond zullen daarom als indicatoren voor de lokale<br />
bestaansbasis fungeren.<br />
Van belang is de vraag of de functionele en bestuurlijke integratie na de onafhankelijkheid,<br />
wanneer de overheid zich te doel stelt de welvaart op het platteland te<br />
verhogen, bijdragen aan een versteviging van die zwakke lokale bestaansbasis.<br />
Dat moet afgelezen kunnen worden aan het effect op de activiteiten van huishoudens<br />
gericht op voedselvoorziening en inkomensverwerving in geld. Bovendien is<br />
het de vraag of alle huishoudens op dezelfde wijze en met evenveel succes hun<br />
bestaansmiddelen organiseren en of de differentiatie daarin samenhangt met<br />
verwantschapsgroepen.<br />
Ook moet de ruimtelijke differentiatie in karakter en succes van bestaansverwervende<br />
activiteiten in de drie dorpen in Kantindi worden verklaard.<br />
Tenslotte is van belang welke additionele hulpbronnen huishoudens aanboren om<br />
de zwakke lokale bestaansbasis aan te vullen. In dit verband kan arbeidsmigratie<br />
een belangrijke inkomstenbron zou zijn.<br />
Van Amersfoort (1978, p.21 en p.24) legt een duidelijk verband tussen een lokale<br />
bestaansbasis die tekort schiet om de bevolking van een benodigd inkomen te<br />
voorzien en circulaire arbeidsmigratie. Uiteraard kan de arbeidsmigratie niet<br />
bestaan als er elders geen vraag naar arbeid zou zijn. Omdat de kosten van<br />
levensonderhoud in het dorp laag zijn, de achtergebleven familie door (gedeeltelijke)<br />
voortzetting van de agrarische productie ook nog een inkomen verwerft en<br />
het loon van de migrant zo laag is dat hij het zich niet kan permitteren zijn familie<br />
bij zich te laten wonen, laat de migrant zijn familie in het dorp achter. Het referentiekader<br />
van de migrant blijft op zijn dorp gericht en vroeg of laat keert hij terug.<br />
Vaak zijn arbeidsmigranten ongetrouwde mannen met een lage status in de lokale<br />
samenleving. Hun migranteninkomen stelt hen in staat datgene te verwerven, bij<br />
voorbeeld geld voor een bruidsprijs, waardoor hun sociale status kan stijgen. De<br />
uiteindelijke terugkeer van de migrant in het dorp valt vaak samen met het<br />
moment waarop de statusstijging in de lokale samenleving gerealiseerd kan wor<br />
den. In andere gevallen zijn arbeidsmigranten juist getrouwde mannen die ook al<br />
zijn ze getrouwd en hebben zij een statusstijging gerealiseerd, toch migreren om<br />
dat de noodzaak tot een aanvullend inkomen permanent is geworden en juist voor<br />
hen het grootst is omdat ze verplicht zijn hun familie te onderhouden. Of de<br />
arbeidsmigratie van deze mannen circulair blijft hangt af van de continuering van<br />
de mogelijkheden voor de familie om in het dorp een inkomen te verwerven, van<br />
de vraag naar zijn arbeid en van zijn referentiekader (van Amersfoort 1978, pp.18-<br />
22).<br />
37