17.08.2013 Views

Bekijk het PDF bestand. - digitale bibliotheek voor de Nederlandse ...

Bekijk het PDF bestand. - digitale bibliotheek voor de Nederlandse ...

Bekijk het PDF bestand. - digitale bibliotheek voor de Nederlandse ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

H. ZONDERVAN<br />

HET SPEL<br />

BIJ DIEREN, KINDERBN EN<br />

VOLWASSEN MENSCHEN<br />

NEDERL. BIBLIOTHEEK


HET SPEL BIJ DIEREN, KINDEREN<br />

EN VOLWASSEN MENSCHEN


MAATSCHAPPIJ VOOR GOEDE EN<br />

GOEDKOOPE LECTUUR ONDER<br />

LEIDING VAN L. S I M 0 N S EN<br />

JHR. DR. N. VAN SUCHTELEN<br />

NEDERL. BIBLIOTHEEK


H. ZONDERVAN<br />

HET SPELW<br />

BIJ DIEREN, KINDEREN<br />

EN VOLWASSEN<br />

MENSCHEN


Dit werk maakt ccn ondcr<strong>de</strong>cl uit van onze serie<br />

ENCYCLOP^EDIE IN MONOGRAPHIEfiN<br />

DRUKKERIJ EN BINDERIJ VAN DE WERELDBIBLIOTHEEK


VOORBERICHT<br />

ET was <strong>het</strong> verslag eener <strong>voor</strong>dracht van<br />

Edward B. Tylor (dl. IX van <strong>het</strong> ,,Journal<br />

of the Anthropological Institute of<br />

Great Britain and Ireland"), welke mij er<br />

toe bracht mijn aandacht aan <strong>de</strong> spelen te schenken.<br />

In <strong>de</strong>ze <strong>voor</strong>dracht werd n.l. beweerd, dat een studie<br />

van <strong>de</strong> aardrijkskundige verbreiding <strong>de</strong>r spelen<br />

een <strong>voor</strong>treffelijk hulpmid<strong>de</strong>l kan vormen om <strong>de</strong><br />

oorspronkelijke woonplaats en <strong>de</strong> latere verbreiding<br />

<strong>de</strong>r volken op aar<strong>de</strong> en dus <strong>de</strong>n samenhang <strong>de</strong>r beschaving<br />

te <strong>de</strong>monstreeren. Hoe meer ik mij echter,<br />

aan <strong>de</strong> hand van reisbeschrijvingen en volkenkundige<br />

werken, in <strong>het</strong> vraagstuk verdiepte, <strong>de</strong>s te<br />

dui<strong>de</strong>lijker werd <strong>het</strong> mij, dat een oplossing in <strong>de</strong>n<br />

geest van Tylor wel in enkele gevallen kan gelukken,<br />

maar, algemeen gesteld, onmogelijk is. Sommige<br />

spelen n.l. zijn zoo algemeen op aar<strong>de</strong> verbreid,<br />

dat <strong>het</strong> lang niet altijd mogelijk is, <strong>het</strong> oorspronkelijke<br />

va<strong>de</strong>rland ervan vast te stellen; van<br />

an<strong>de</strong>re spelen kan met vrij groote zekerheid beweerd<br />

wor<strong>de</strong>n, dat zij door <strong>de</strong>n mensch op verschillen<strong>de</strong><br />

plaatsen zelfstandig bedacht zijn, terwijl van<br />

nog an<strong>de</strong>re niet te zeggen valt, of zij bij een bepaald<br />

volk oorspronkelijk, dan wel van an<strong>de</strong>ren<br />

over genomen zijn. Ook zijn er spelen, die vermoe<strong>de</strong>lijk<br />

eerst later hun spelkarakter ontvangen hebben,<br />

maar aanvankelijk tot geheel an<strong>de</strong>re, b.v. godsdienstige<br />

doelein<strong>de</strong>n gebezigd wer<strong>de</strong>n. In elk geval<br />

bleek mij <strong>de</strong> ook door Tylor noodig geachte ver<strong>de</strong>eling<br />

in oorspronkelijke en overgenomen spelen<br />

onmogelijk met zekerheid door te voeren en daar-


6 VOORBERICHT<br />

mee verviel <strong>de</strong> kans om <strong>het</strong> ongetwijfeld zeer belangwekken<strong>de</strong><br />

vraagstuk op te lossen.<br />

Inmid<strong>de</strong>ls haddcn dc spclen in <strong>het</strong> algemeen, in<br />

hun bonte verschei<strong>de</strong>nheid eenerzijds en verrassen<strong>de</strong><br />

gelijkheid an<strong>de</strong>rzijds, mijn belangstelling in zulke<br />

mate opgewekt, dat ik er mij ver<strong>de</strong>r mee bezig hield.<br />

Daarbij werd <strong>het</strong> mij steeds dui<strong>de</strong>lijker, dat <strong>de</strong> sleutel<br />

tot verklaring van <strong>de</strong> zoo algemeen over <strong>de</strong><br />

aar<strong>de</strong> verbrei<strong>de</strong> speelneiging alleen te vin<strong>de</strong>n is door<br />

op <strong>het</strong> spel <strong>de</strong>r dieren te letten. Vooral als men <strong>het</strong><br />

begrip ,,spel" ruim opvat, is ook bij <strong>de</strong> dieren,<br />

lagere zoowel als hoogere, <strong>het</strong> spel een algemeen<br />

<strong>voor</strong>komend en stellig hoogst belangrijk verschijnsel.<br />

Daar in ons land omtrent dit on<strong>de</strong>rwerp zoo<br />

goed als niets gepubliceerd werd en <strong>de</strong> groote waar<strong>de</strong><br />

van <strong>het</strong> spel, bepaal<strong>de</strong>lijk <strong>voor</strong> kin<strong>de</strong>ren, meestal<br />

niet wordt ingezien, heb ik getracht in dit boekje,<br />

in zeer beknopten en populairen vorm, een overzicht<br />

te geven van <strong>de</strong> spelen en van <strong>de</strong> vraagstukken,<br />

die zich daarbij <strong>voor</strong>doen. Aan <strong>de</strong>genen, welke<br />

daardoor wellicht <strong>het</strong> verlangen voelen opkomen<br />

zich grondiger met dit belangrijke vraagstuk te willen<br />

bezig hou<strong>de</strong>n, kan <strong>de</strong> bijgaan<strong>de</strong> lijst <strong>de</strong>r geraadpleeg<strong>de</strong><br />

werken als wegwijzer dienen. De namen<br />

<strong>de</strong>r schrijvers zijn in alfabetische volgor<strong>de</strong> geplaatst,<br />

om hun werken, als ze in <strong>de</strong>n tekst vermeld wor<strong>de</strong>n,<br />

gemakkelijk in <strong>de</strong> lijst te kunnen vin<strong>de</strong>n.<br />

Groningen, Juni 1928.<br />

H. ZONDERVAN


INLEIDING<br />

HET moet ie<strong>de</strong>r, die er ooit op gelet heeft,<br />

zijn opgevallen, dat <strong>de</strong> jeugd zich jaar<br />

in, jaar uit niet alleen met <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> spelen<br />

in <strong>de</strong> open lucht bezig houdt, maar tevens<br />

dat elk spel slechts in een bepaald jaargetij<strong>de</strong> beoefend<br />

wordt, waarin <strong>het</strong> eensklaps verschijnt,<br />

zon<strong>de</strong>r dat iemand kan zeggen, wie er mee begonnen<br />

is, om na eenigen tijd <strong>voor</strong> een an<strong>de</strong>r spel<br />

plaats te maken. Daarbij wordt ver<strong>de</strong>r steeds <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong><br />

volgor<strong>de</strong> in acht genomen en ziet men nooit<br />

spelletjes van verschillen<strong>de</strong> seizoenen samen beoefenen,<br />

nimmer b.v. gelijktijdig knikkers en hoepels of<br />

toll en en vliegers samen verschijnen. Tevens zijn<br />

<strong>de</strong> meeste spelen erg conservatief en verliest zich <strong>de</strong><br />

oorsprong van vele in <strong>het</strong> grijze verle<strong>de</strong>n of zelfs<br />

in <strong>de</strong>n oertijd. Zoo kan men van <strong>de</strong> spelen <strong>de</strong>r<br />

Grieksche knapen uit <strong>de</strong> Oudheid minstens 90 % en<br />

wel tot in onbedui<strong>de</strong>n<strong>de</strong> kleinighe<strong>de</strong>n toe terugvin<strong>de</strong>n<br />

in <strong>de</strong> jongensspelen van onzen tijd. Soortgelijke<br />

knikkers als thans nog gebruikt wor<strong>de</strong>n,<br />

wer<strong>de</strong>n gevon<strong>de</strong>n in praehistorische brandgraven<br />

van Oost-Friesland, rammelaars uit klei, poppen<br />

en dieren uit hoorn, been, steen, hout enz. zijn zoowel<br />

in neolithische graven als in <strong>de</strong> paalwoningen<br />

<strong>de</strong>r Zwitsersche meren aangetroffen. Zoo staat ook<br />

vast, dat tollen, niet noemenswaard afwijkend van<br />

<strong>de</strong> tegenwoordige, reeds in <strong>het</strong> ou<strong>de</strong> Egypte in gebruik<br />

waren, terwijl zij door Schliemann wer<strong>de</strong>n<br />

gevon<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> zoogenaam<strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> verbran<strong>de</strong> stad<br />

van Troje. Aan <strong>de</strong>n an<strong>de</strong>ren kant wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> spelletjes,<br />

waarmee onze jeugd zich vermaakt, ook b.v.


8 INLEIDING<br />

gespeeld in Perzie, Mesopotamia en Arabie, zoowel<br />

door <strong>de</strong> Negerkin<strong>de</strong>ren in Oost-Afrika, als<br />

door die <strong>de</strong>r Eskimo's in <strong>de</strong> Poolstreken of die <strong>de</strong>r<br />

oorspronkelijke bewoners van Australia's binnenlan<strong>de</strong>n.<br />

Zoo leest men dan ook bij H. Petermann:<br />

,,De Spelen <strong>de</strong>r kin<strong>de</strong>ren in Bagdad zijn verschillend<br />

in <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n jaargetij<strong>de</strong>n en <strong>het</strong> is zeker<br />

merkwaardig, dat zij bijna instinctmatig te gelijker<br />

tijd in alle stadswijken met nieuwe spelletjes beginnen.<br />

Stewart Culin beschrijft 36 spelen, die in<br />

<strong>de</strong> straten van Brooklyn (New York) gespeeld<br />

wor<strong>de</strong>n en die bijna alle met <strong>de</strong> spelen bij ons overeenstemmen,<br />

zooals naloopertje, tikje, verstoppertje,<br />

haasje over, hinken enz. Kurt Berghold vertelt<br />

bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n omtrent <strong>de</strong> spelen <strong>de</strong>r Somali-jeugd<br />

in Oost-Afrika waaruit <strong>het</strong>zelf<strong>de</strong> blijkt, en men<br />

zou nog talrijke an<strong>de</strong>re getuigenissen van ou<strong>de</strong>re en<br />

jongere on<strong>de</strong>rzoekers kunnen aanhalen, die niet<br />

an<strong>de</strong>rs lui<strong>de</strong>n. Alleen wor<strong>de</strong>n sommige spelen gewijzigd<br />

naar plaatselijke omstandighe<strong>de</strong>n; want <strong>de</strong><br />

kin<strong>de</strong>ren <strong>de</strong>r Eskimo's kunnen geen huizen bouwen<br />

van steenen of kasteelen in <strong>het</strong> zand uitgraven,<br />

maar bouwen hutten van sneeuw en ijs, <strong>de</strong> kleine<br />

Patagoniers daarentegen richten tenten op; <strong>de</strong> jonge<br />

Dajaks in <strong>de</strong> binnenlan<strong>de</strong>n van Borneo schieten niet<br />

met geweren, maar met blaasroeren, <strong>de</strong> Indiaantjes<br />

van Zuid-Amerika bedienen zich van <strong>de</strong> lasso, <strong>de</strong><br />

Negerknapen van pijl en boog. En zooals <strong>het</strong> he<strong>de</strong>n<br />

is, zoo was <strong>het</strong> reeds in <strong>de</strong> oudste tij<strong>de</strong>n, want <strong>het</strong><br />

spel is, zooals A. Parmentier terecht opmerkt,<br />

,,van alle leeftij<strong>de</strong>n, van alle lan<strong>de</strong>n, van alle<br />

tij<strong>de</strong>n/'<br />

Het behoeft dan ook geen verwon<strong>de</strong>ring te wekk'en,<br />

dat on<strong>de</strong>rzoekers van allerlei richting, psychologen,<br />

filosofen, physiologen, biologen, ethnogra-


INLEIDING 9<br />

fen en taalvorschers, zich reeds se<strong>de</strong>rt eeuwen met<br />

on<strong>de</strong>rzoekingen omtrent <strong>het</strong> spel hebben bezig gehou<strong>de</strong>n.<br />

Een geleerd magistraat ten tij<strong>de</strong> van koning<br />

Lo<strong>de</strong>wijk XIV van Frankrijk, <strong>de</strong> raadsheer Delamare,<br />

trachtte in zijn lijvig ,,Traite <strong>de</strong> la Police"<br />

reeds aan te toonen, dat <strong>de</strong> oorsprong van <strong>de</strong> spelen<br />

<strong>de</strong>r menschen te zoeken is bij Adam en Eva. Daarin<br />

had hij gelijk, want zooals Lillian Eichler zegt, <strong>de</strong><br />

oermensch begon te spelen van <strong>het</strong> oogenblik af,<br />

dat hij niet meer alleen leef<strong>de</strong>, maar in gezelschap<br />

van zijn evenmenschen. Zoo ver men in <strong>de</strong> geschie-<br />

Fig. 1. Speelschijfjes uit <strong>de</strong> 4 <strong>de</strong> eeuw na Christus.<br />

<strong>de</strong>nis <strong>de</strong>r menschheid kan terug gaan, hield <strong>de</strong>ze<br />

zich met <strong>het</strong> spel bezig, niet slechts in historischen,<br />

maar ook reeds in prae-historischen tijd. Dit wordt<br />

dui<strong>de</strong>lijk bewezen door vele vondsten uit die lang<br />

vervlogen eeuwen b.v. in <strong>de</strong> paalwoningen van <strong>het</strong><br />

Bieler meer, in <strong>de</strong> urnengraven van <strong>de</strong> Lausitz en<br />

op verschillen<strong>de</strong> an<strong>de</strong>re plaatsen. Dobbelsteenen uit<br />

been, ook wel uit brons, uit <strong>de</strong> La Tene-perio<strong>de</strong><br />

wer<strong>de</strong>n op verschillen<strong>de</strong> plaatsen (La Tene, Stradonic<br />

enz.) gevon<strong>de</strong>n, speelschijfjes (Fig. i) en half<br />

verbran<strong>de</strong> dobbelsteenen van been door Dr. van Gif •<br />

fen in <strong>het</strong> Saksische grafveld van Aalsum bij Ol<strong>de</strong>il-


IO<br />

INLEIDING<br />

hove in <strong>de</strong> provincie Groningen (=b 400 na Chr.)<br />

ont<strong>de</strong>kt. De oorsprong <strong>de</strong>r spelen moet echter veel<br />

vroeger gesteld wor<strong>de</strong>n, want ook in <strong>de</strong> lange reeks<br />

van eeuwen <strong>voor</strong> <strong>de</strong> verschijning van <strong>de</strong>n mensch<br />

op aar<strong>de</strong> werd er gespeeld, n.l. door <strong>de</strong> dieren,<br />

evenals zij zulks he<strong>de</strong>n ten dage nog doen. Terwijl<br />

er nog twijfel kan bestaan omtrent <strong>de</strong> vraag, of<br />

<strong>het</strong>geen bij lager georganiseer<strong>de</strong> dieren wel als spel<br />

wordt aangeduid, zooals bij mieren, bijen en visschen,<br />

in<strong>de</strong>rdaad spel is, valt elke twijfel in dit opzicht<br />

weg bij <strong>de</strong> hoogere dierklassen. Reeds bij <strong>de</strong><br />

vogels, maar in nog sterkere mate bij <strong>de</strong> zoogdieren<br />

wordt er echt gespeeld, zooals b.v. bij jonge hon<strong>de</strong>n,<br />

katten, beren (Fig. 2), tijgers, leeuwen en apen<br />

gemakkelijk valt waar te nemen.<br />

Vanwaar die algemeene aandrang, die behoefte<br />

aan <strong>het</strong> spel bij menschen en dieren? Alvorens <strong>de</strong>ze<br />

vraag te kunnen beantwoor<strong>de</strong>n, dient eerst te wor<strong>de</strong>n<br />

vastgesteld, wat men on<strong>de</strong>r spel moet verstaan.<br />

Dr. Richard von Kralik tracht dit op taalkundige<br />

gron<strong>de</strong>n te doen door er op te wijzen, dat <strong>het</strong> woord<br />

,,spelen" in <strong>het</strong> Duitsch, evenals <strong>het</strong> Latijnsche<br />

,,lu<strong>de</strong>re", oorspronkelijk <strong>de</strong> beteekenis had zich in<br />

een vrijen, zweven<strong>de</strong>n toestand bevin<strong>de</strong>n, zich<br />

gemakkelijk en vergenoegd bewegen, huppelen,<br />

flikkeren, glinsteren, blinken, fonkelen, dus kort<br />

samengevat: ,,vroolijk zijn, zich vermaken". Volgens<br />

die taalkundige afleiding is <strong>het</strong> spel in <strong>het</strong> algemeen<br />

een werkzaamheid, die men niet verricht<br />

ter wille van <strong>het</strong> resultaat of met een praktiseh doel<br />

dan wel tot bevrediging van een behoefte, maar<br />

enkel en alleen tot zijn genoegen. Een wijsgeerige<br />

<strong>de</strong>finitie heeft reeds Duitschland's groote dichter<br />

Fr. von Schiller in <strong>de</strong>n 27sten zijner ,,Briefe iiber<br />

die aest<strong>het</strong>ische Erziehung <strong>de</strong>s Menschen" (1795)


INLEIDING I I<br />

gegeven. Hij omschrijft <strong>het</strong> spel als ,,alles, wat<br />

noch subjectief, noch objectief toevallig is en toch<br />

noch innerlijk, noch uiterlijk een dwingend karakter<br />

bezit". Prof. Adolf Mayer beschouwt als drijfveer<br />

van <strong>het</strong> spel <strong>het</strong> lustgevoel, dat met <strong>de</strong> werkzaamheid<br />

op zich zelf onafschei<strong>de</strong>lijk verbon<strong>de</strong>n is.<br />

De werkzaamheid zelf, zegt hij, is <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n mensch<br />

Fig. 2.<br />

Spelen<strong>de</strong> jonge beren<br />

on<strong>de</strong>r toezicht <strong>de</strong>r<br />

moe<strong>de</strong>r.<br />

en <strong>de</strong> <strong>het</strong> dichtst bij hem staan<strong>de</strong> dieren even noodzakelijk<br />

als eten en drinken. Ja, in <strong>het</strong> eten en<br />

drinken kunnen <strong>de</strong> elementen van een werkzaamheid,<br />

die met lustgevoel gepaard gaat, met stelligheid<br />

aangetoond wor<strong>de</strong>n. De werkzaamheid is dus<br />

niet slechts noodzakelijk, maar tevens aangenaam;<br />

an<strong>de</strong>rs toch zou zij in al die gevallen, waarin haar


12<br />

INLEIDING<br />

doelmatigheid niet dui<strong>de</strong>lijk zichtbaar is, achterwege<br />

blijven. Op grond hiervan omschrijft Mayer<br />

<strong>het</strong> spel als ,,een organisatie van <strong>de</strong>ze werkzaamheid,<br />

onafhankelijk van onze maatschappelijke onvolmaakthe<strong>de</strong>n.<br />

Het is <strong>de</strong> economisch belangelooze<br />

werkzaamheid van <strong>de</strong> dierlijke aandrift tot bezigheid<br />

en daardoor reeds van <strong>de</strong> dieren bekend."<br />

De Duitsche wijsgeer Th. Ziegler meent eveneens:<br />

,,Het lustgevoel als zoodanig in zijn meest oorspronkelijke<br />

beteekenis is <strong>het</strong> uitgangspunt en <strong>het</strong> eenige<br />

doel van <strong>het</strong> spel bij <strong>het</strong> kind." Ook Prof. Karl<br />

Groos, ongetwijfeld <strong>de</strong> beste kenner van <strong>de</strong> spelen<br />

bij dier en mensch, <strong>de</strong>finieert <strong>het</strong> spel als ,,een han<strong>de</strong>ling,<br />

die alleen ter wille van haar zelf, dus zon<strong>de</strong>r<br />

bijbedoelingen, verricht wordt." Volgens hem<br />

vormt <strong>het</strong> lustgevoel wel <strong>het</strong> meest oorspronkelijke<br />

psychische verschijnsel, dat <strong>het</strong> spel vergezelt,<br />

maar <strong>het</strong> mag niet als <strong>de</strong> eigenlijke oorzaak van <strong>het</strong><br />

spel opgevat wor<strong>de</strong>n. Deze oorzaak is, naar Groos<br />

meent, bepaal<strong>de</strong>lijk bij <strong>de</strong> hoogere dieren en <strong>het</strong><br />

kind, te zoeken in <strong>de</strong> aanwezigheid van eenige erfelijke<br />

en dus aangeboren instincten, die, <strong>voor</strong>al in<br />

<strong>het</strong> jeugdstadium, zon<strong>de</strong>r ernstige aanleiding in<br />

werking tre<strong>de</strong>n en daardoor <strong>de</strong> verschijnselen te<br />

weeg brengen, die wij spel noemen. Kirkpatrick ziet<br />

in <strong>het</strong> spel ,,<strong>de</strong> neiging tot bepaal<strong>de</strong> vormen van<br />

werkzaamheid, die <strong>voor</strong> <strong>het</strong> ras nuttig zijn geweest,<br />

die echter door <strong>de</strong> spelers zelf zon<strong>de</strong>r ernstig doel<br />

wor<strong>de</strong>n uitgevoerd." Objectief, zegt hij, bestaat er<br />

geen verschil tusschen arbeid en spel, subjectief echter<br />

wel, daar <strong>het</strong> spel ter wille van zich zelf wordt<br />

beoefend en alleen genot verschaft, <strong>de</strong> arbeid daarentegen<br />

steeds met een bepaald doel wordt uitgeoefend<br />

en een of an<strong>de</strong>r te behalen <strong>voor</strong><strong>de</strong>el beoogt.<br />

Wil men <strong>de</strong> vraag beantwoor<strong>de</strong>n, waarom <strong>het</strong>


INLEIDING 13<br />

spel zoo algemeen beoefend wordt en of daarme<strong>de</strong><br />

een doel wordt beoogd? dan dient men eerst kennis<br />

te maken met <strong>het</strong>geen door <strong>de</strong> physiologen algemeen<br />

als drijfveer, althans van <strong>het</strong> spel <strong>de</strong>r dieren,<br />

wordt aangenomen, n.l. <strong>het</strong> instinct.


A. DE SPELEN DER DIEREN


HOOFDSTUK I j<br />

INSTINCT, DRESSUUR EN INTELLECT |<br />

OP <strong>de</strong> vraag: wat is instinct? zal wellicht<br />

nimmer een afdoend antwoord gegeven<br />

kunnen wor<strong>de</strong>n, daar zooals Prof. Bastian<br />

Schmid zegt, ,,<strong>het</strong> wezen van <strong>het</strong> instinct<br />

<strong>voor</strong> ons wel altijd een raadsel zal blijven". De<br />

beste <strong>voor</strong>stelling van <strong>het</strong>geen wij instinct noemen<br />

verkrijgt men door eenige instinct-han<strong>de</strong>lingen te<br />

vermel<strong>de</strong>n. Zoo b.v. zien wij, dat <strong>het</strong> kuikentje onmid<strong>de</strong>llijk<br />

nadat <strong>het</strong> <strong>de</strong> wan<strong>de</strong>n van zijn enge gevangenis,<br />

<strong>de</strong> eierschaal, heeft doorbroken, rondloopt,<br />

graankorrels oppikt en drinkt, precies op <strong>de</strong><br />

wijze, zooals kippen plegen te drinken; <strong>het</strong> jonge<br />

eendje, nog geen dag oud, begeeft zich te water en<br />

zwemt en duikt, even goed als <strong>de</strong> volwassen een<strong>de</strong>n<br />

zulks doen. Niemand heeft dit <strong>de</strong>zen dieren geleerd,<br />

noch slechte, noch goe<strong>de</strong> ervaringen zijn eraan<br />

<strong>voor</strong>af gegaan; zij han<strong>de</strong>len krachtens aangeboren<br />

eigenschappen, zij volgen hun instinct. Er zijn geheele<br />

klassen van dieren, n.l. <strong>de</strong> insecten en <strong>de</strong> overige<br />

ongewervel<strong>de</strong> dieren, waarvan bijna <strong>het</strong> geheele<br />

leven uit niets an<strong>de</strong>rs dan een aaneenschakeling van<br />

<strong>de</strong>rgelijke instinct-han<strong>de</strong>lingen bestaat. Zoo b.v. bij<br />

<strong>de</strong> larve van <strong>de</strong>n mierenleeuw, een klein insect met<br />

scherp geran<strong>de</strong> kaken, dat tot <strong>de</strong> or<strong>de</strong> <strong>de</strong>r netvleugeligen<br />

behoort. Deze larve maakt een kuiltje in<br />

<strong>de</strong>n grond met steile wan<strong>de</strong>n en graaft zich op <strong>de</strong>n<br />

bo<strong>de</strong>m ervan geheel in, zoodat alleen <strong>de</strong> kaken vrij<br />

blijven (Fig. 3). Daarna wacht zij rustig af tot een<br />

mier of kleine spin te dicht bij <strong>de</strong>n rand van <strong>het</strong> kuiltje<br />

komt en langs <strong>de</strong> steile wan<strong>de</strong>n omlaag glijdt.<br />

Het Spel 2


i8<br />

HOOFDSTUK I<br />

Gelukt <strong>het</strong> aan <strong>het</strong> slachtoffer zich on<strong>de</strong>rweg vast<br />

te klemmen om daarna te trachten weer omhoog te<br />

klimmen, dan slingert <strong>het</strong> roofdier op <strong>de</strong>n bo<strong>de</strong>m<br />

een hagel van zandkorrels met kracht omhoog,<br />

waardoor <strong>het</strong> slachtoffer meestal mee omlaag rolt.<br />

Hier wordt <strong>het</strong> door <strong>de</strong> krachtige kaken van <strong>de</strong>n<br />

mierenleeuw gegrepen en uitgezogen, waarna <strong>de</strong>ze<br />

<strong>de</strong> huid buiten zijn hoi werpt. Dit op zich zelf<br />

ongetwijfeld schran<strong>de</strong>re gedrag van <strong>de</strong>ze Jarve heeft<br />

Fig. 3. Mierenleeuw (Myrmeleon formicarius).<br />

1. Het volwassen insect vliegend. 2. Larve in een zandtrechter.<br />

3. Larve, welke zand uitwerpt, terwijl een mier naar bene<strong>de</strong>n<br />

glijdt.<br />

zij nooit geleerd, maar berust geheel op <strong>de</strong> werking<br />

van <strong>de</strong> instincten.<br />

Een an<strong>de</strong>r <strong>voor</strong>beeld — <strong>het</strong> aantal is legio —<br />

levert ons <strong>de</strong> wolkrab (Dtomia vulgaris), die<br />

samenleeft met <strong>de</strong> spons (Suberites), een geval van<br />

symbiose dus, zooals er zoo vele in <strong>de</strong> natuur <strong>voor</strong>komen<br />

(Fig. 4). De krab draagt <strong>de</strong>ze spons steeds op<br />

haar rug, waarheen zij ook trekt, en bij gemis van<br />

een spons neemt zij ook met een prop zeewier, een<br />

stuk papier of een an<strong>de</strong>r <strong>voor</strong>werp genoegen om


INSTINCT, DRESSUUR EN INTELLECT 19<br />

haar rug te be<strong>de</strong>kken. Opmerkelijk is, hoe nauwkeurig<br />

<strong>de</strong> spons op <strong>de</strong>n rug <strong>de</strong>r krab past; maar<br />

daar<strong>voor</strong> heeft <strong>de</strong> laatste gezorgd door ze pasklaar<br />

te maken, zooals zij ook met an<strong>de</strong>re <strong>voor</strong>werpen,<br />

b.v. een stuk papier, doet, als dit bij gebrek aan een<br />

spons, als rugschild moet dienen. Zij gaat er namelijk<br />

met haar rug op liggen en bewerkt vervolgens<br />

Fig. 4. Wolkrab (Dromia vulgaris), be<strong>de</strong>kt met een kurkspons.<br />

<strong>het</strong> papier met pooten en scharen zoo lang, tot <strong>het</strong><br />

<strong>de</strong>n ellipsvorm en <strong>de</strong> juiste grootte heeft verkregen,<br />

waarbij zij er wel <strong>voor</strong> zorgt, dat bij <strong>het</strong> afscheuren<br />

<strong>de</strong>r stukjes geen scheuren ontstaan, die te lang zijn.<br />

Op overeenkomstige wijze han<strong>de</strong>lt zij met een<br />

spons, die zij ergens van <strong>de</strong>n bo<strong>de</strong>m weet los te rukken<br />

en waarvan zij stukje na stukje afscheurt, tot<br />

<strong>het</strong> schild pasklaar is. Gelukt <strong>het</strong> niet <strong>de</strong> vastzit-


20 HOOFDSTUK I<br />

ten<strong>de</strong> spons van <strong>de</strong>n bo<strong>de</strong>m los te scheuren, dan<br />

kiest <strong>de</strong> wolkrab een stuk uit, dat precies op haar<br />

rug past en plukt dit uit <strong>het</strong> lichaam van <strong>het</strong> slachtoffer<br />

los. Wordt haar <strong>het</strong> kostbare rug<strong>de</strong>k ontnomen<br />

en ergens verstopt, zooals on<strong>de</strong>r eenige steentjes,<br />

dan loopt ze er heen en weet <strong>de</strong> spons uit te<br />

graven met haar pooten; vult men <strong>de</strong>n hollen kant<br />

<strong>de</strong>r spons met zand of steentjes, dan veegt <strong>de</strong> krab<br />

ze met haar scharen er uit, of houdt <strong>de</strong> spons<br />

schuin, waardoor <strong>het</strong> vulsel er uit valt. Alvorens <strong>de</strong><br />

terug gevon<strong>de</strong>n spons weer op haar rug te plaatsen,<br />

probeert zij, eerst of ze behoorlijk past, legt ze vervolgens<br />

op <strong>de</strong>n grond, met <strong>het</strong> dunste ge<strong>de</strong>elte naar<br />

achteren, gaat dan er op staan en volbrengt een<br />

buiteling, waardoor dus <strong>de</strong> spons stevig op <strong>de</strong>n<br />

rug wordt gedrukt en door <strong>de</strong> zoogenaam<strong>de</strong> rugpooten<br />

kan wor<strong>de</strong>n beet gepakt. Daarna buitelt zij<br />

ver<strong>de</strong>r en staat weer op haar pooten met <strong>de</strong> <strong>voor</strong><br />

haar blijkbaar onmisbare be<strong>de</strong>kking op <strong>de</strong>n rug.<br />

Nog vele an<strong>de</strong>re proeven wer<strong>de</strong>n met wolkrab en<br />

spons genomen en alle getuigen, zon<strong>de</strong>r uitzon<strong>de</strong>ring,<br />

van veel ,,schran<strong>de</strong>rheid", ,,handigheid" en<br />

,,vindingrijkheid," zooals <strong>het</strong> gewoonlijk heet. In<br />

waarheid echter heeft men hierbij uitsluitend te<br />

doen met instinct-han<strong>de</strong>lingen.<br />

Niet altijd echter tre<strong>de</strong>n <strong>de</strong>ze zoo dui<strong>de</strong>lijk op,<br />

want dikwijls, bepaal<strong>de</strong>lijk bij <strong>de</strong> hooger georganiseer<strong>de</strong><br />

dieren, vallen zeer gecompliceer<strong>de</strong> verrichtingen<br />

waar te nemen, waarbij <strong>het</strong> dikwijls moeilijk<br />

is uit te maken of er alleen instincten bij in <strong>het</strong><br />

spel zijn.<br />

Toch bestaat er alle re<strong>de</strong>n om te zeggen, dat <strong>het</strong><br />

specifiek dierlijke <strong>het</strong> instinct is, terwijl bij <strong>de</strong>n<br />

mensch daar<strong>voor</strong> <strong>het</strong> intellect in <strong>de</strong> plaats treedt.<br />

Wel bezit <strong>de</strong> mensch eveneens een groot aantal


INSTINCT, DRESSUUR EN INTELLECT 21<br />

instincten, minstens even veel als <strong>het</strong> dier, alleen<br />

zijn zij bij <strong>de</strong>n mensch door <strong>de</strong>n invloed van intelligence<br />

en traditie grooten<strong>de</strong>els onherkenbaar gewor<strong>de</strong>n.<br />

Zoo wijst Karl Biihler er op, ,,dat ook<br />

bij <strong>de</strong>n mensch geen gebied en geen vorm van intellectueele<br />

werkzaamheid valt aan te wijzen, die niet<br />

op <strong>de</strong> een of an<strong>de</strong>re wijze op instincten gebaseerd<br />

is". Omgekeerd kan bij <strong>de</strong> hoogere dieren een zekere,<br />

beperkte mate van intellect moeilijk ontkend wor<strong>de</strong>n,<br />

als wij althans on<strong>de</strong>r intelligence verstaan een<br />

willekeurig, doelbewust han<strong>de</strong>len, dat niet rechtstreeks<br />

en onmid<strong>de</strong>llijk van zintuigelijke prikkels<br />

afhankelijk is. Nog altijd staan in <strong>de</strong> dierenpsychologie<br />

twee richtingen scherp tegenover elkan<strong>de</strong>r,<br />

waarvan <strong>de</strong> eene aan <strong>het</strong> dier verstand toekent en<br />

in zijn han<strong>de</strong>lingen <strong>de</strong> gevolgen van logisch <strong>de</strong>nken<br />

en <strong>het</strong> vermogen tot oor<strong>de</strong>elen meent te kunnen<br />

aantoonen, terwijl <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re richting bij <strong>het</strong> dier<br />

slechts <strong>het</strong> vermogen om instinctief en automatisch<br />

te han<strong>de</strong>len aanneemt. Bij een ernstige studie van<br />

<strong>het</strong> leven <strong>de</strong>r dieren, zooals zich dit reeds in hun<br />

spelen uit, krijgt men <strong>de</strong>n indruk, dat eerstgenoem<strong>de</strong><br />

richting te ver, laatstgenoem<strong>de</strong> niet ver genoeg<br />

gaat.<br />

Een beslissing van <strong>de</strong>n strijd tusschen bei<strong>de</strong> opvattingen<br />

wordt uiterst moeilijk gemaakt, niet<br />

alleen omdat wij van <strong>het</strong> zieleleven en <strong>de</strong> innigste<br />

drijfveeren daarvan nog zoo weinig met zekerheid<br />

weten, reeds bij <strong>de</strong>n mensch, maar in nog veel hoogeren<br />

mate bij <strong>de</strong> dieren, maar ook doordat <strong>de</strong> meeningen<br />

zoo ver uiteenloopen, als <strong>het</strong> geldt een<br />

nauwkeurige omschrijving van <strong>het</strong> begrip ,,instinct"<br />

te geven. Carl Vogt dreef eenvoudig <strong>de</strong>n spot met<br />

<strong>het</strong> ,,zoogenaam<strong>de</strong> instinct", waarbij zich L. Biichner<br />

e.a. aansloten, zoodat volgens Bohn instinct


22 HOOFDSTUK I<br />

een woord is, dat uit <strong>de</strong> wetenschap moest wor<strong>de</strong>n<br />

verbannen. Noch tans valt <strong>het</strong> bestaan van erfelijke<br />

instincten niet te loochenen, zooals reeds door<br />

Swammerdam, Reimarus, Autenrieth, Lotze, Romanes,<br />

Lamarck, Darwin, August Weissmann,<br />

Herbert Spencer en na hen nog door vele an<strong>de</strong>re<br />

on<strong>de</strong>rzoekers werd aangetoond. Maar niet alleen<br />

Th. Ribot zei<strong>de</strong> in 1894: ,,wanneer men van instinct<br />

spreekt, is <strong>de</strong> eerste moeilijkheid elkan<strong>de</strong>r te<br />

begrijpen", ook in 1916 heet <strong>het</strong> nog bij H. Bergson:<br />

,,noch <strong>het</strong> intellect, noch <strong>het</strong> instinct leenen<br />

zich <strong>voor</strong> scherp omlijn<strong>de</strong> <strong>de</strong>finities; <strong>het</strong> zijn neigingen<br />

en geen voltooi<strong>de</strong> dingen". E. von Hartmann<br />

leidt <strong>het</strong> instinct van zijn metaphysisch beginsel<br />

van <strong>het</strong> ,,onbewuste" af en omschrijft <strong>het</strong><br />

als ,,een doelmatig han<strong>de</strong>len zon<strong>de</strong>r bewustheid van<br />

<strong>het</strong> doel." Prof. F. J. J. Buytendijk ziet in <strong>het</strong> instinct<br />

,,<strong>de</strong> psychische grondslag <strong>voor</strong> een han<strong>de</strong>lingscomplex,<br />

dat <strong>het</strong> dier van nature (aangeboren)<br />

verricht, on<strong>de</strong>r bepaal<strong>de</strong> <strong>voor</strong>waar<strong>de</strong>n van tijd en<br />

plaats, van prikkels van buiten en van invloe<strong>de</strong>n<br />

binnen uit <strong>het</strong> lichaam komen<strong>de</strong>," en el<strong>de</strong>rs omschrijft<br />

hij <strong>het</strong> als ,,<strong>het</strong> immaterieele leven in <strong>het</strong><br />

leven<strong>de</strong>, waardoor <strong>het</strong> individueele werd en wordt,<br />

vegetatief, zoo wel als sensitief." Het levensinstinct<br />

is volgens hem een eenheid en toch een veelheid,<br />

daar <strong>de</strong> talrijke en zeer verschillen<strong>de</strong> instincten van<br />

een individu niet los naast elkan<strong>de</strong>r liggen, maar<br />

samengebon<strong>de</strong>n zijn in een individueel instinct.<br />

Vooral H. Bergson heeft zich uitvoerig met <strong>het</strong> begrip<br />

,,instinct" bezig gehou<strong>de</strong>n en op <strong>het</strong> verschil<br />

met <strong>het</strong> begrip ,,intellect" gewezen. Bei<strong>de</strong> begrippen,<br />

zooals hij terecht opmerkt, ,,zijn geen dingen<br />

van <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> or<strong>de</strong>, noch zijn ze elkan<strong>de</strong>r opgevolgd,<br />

noch kan men er een bepaal<strong>de</strong> rangor<strong>de</strong> aan toe-


INSTINCT, DRESSUUR EN INTELLECT 23<br />

kennen". Karl Groos gecft een chronologisch overzicht<br />

van <strong>de</strong> belangrijkste veran<strong>de</strong>ringen, die <strong>de</strong> opvattingen<br />

omtrent <strong>het</strong> begrip instinct in <strong>de</strong>n loop<br />

<strong>de</strong>r tij<strong>de</strong>n hebben on<strong>de</strong>rgaan, on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> werking van<br />

teleologische, theologische, metaphysische, Darwinistische<br />

en neo-Darwinistische invloe<strong>de</strong>n. Hij voelt<br />

nog <strong>het</strong> meeste <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>de</strong>finitie van Ziegler, volgens<br />

wien er bij elk <strong>de</strong>r talrijke instincten een vaste<br />

verbinding bestaat tusschen een bepaal<strong>de</strong>n prikkel<br />

en een bepaal<strong>de</strong> han<strong>de</strong>ling, welke han<strong>de</strong>ling on<strong>de</strong>r<br />

normale omstandighe<strong>de</strong>n doelmatig is, welke doelmatigheid<br />

echter volstrekt niet gepaard behoeft te<br />

gaan met een bewusten wil. Volgens H. Spencer zijn<br />

instincten gecompliceer<strong>de</strong> reflexwerkzaamhe<strong>de</strong>n en<br />

<strong>de</strong> doelmatigheid van reflex en instinct is volgens<br />

hem enkel en alleen te verklaren door selectie en<br />

wel selectie van <strong>de</strong> aangeboren, dus met uitsluiting<br />

van alle individueel verworven eigenschappen. In<br />

<strong>de</strong>n loop van <strong>het</strong> zeer lange ontwikkelingsproces<br />

<strong>de</strong>r dierenwereld waren <strong>de</strong> instincten on<strong>de</strong>rworpen<br />

aan <strong>de</strong> natuurlijke teeltkeus, d. w. z. dat in <strong>de</strong>n<br />

strijd om <strong>het</strong> bestaan steeds <strong>de</strong> levenskrachtigste<br />

individuen <strong>het</strong> meeste kans hebben om zich te<br />

handhaven en dus <strong>voor</strong>t te planten, waardoor hun<br />

eigenschappen overerven op een volgend geslacht.<br />

Op <strong>de</strong>ze wijze schept <strong>het</strong> feit, dat <strong>de</strong> meest geschikte<br />

individuen in leven blijven in <strong>de</strong> geheele organische<br />

wereld een doelmatigheid zon<strong>de</strong>r doel, d.w.z. een<br />

doelmatigheid zon<strong>de</strong>r een doel beoogen<strong>de</strong>n wil, of<br />

zooals A. Weissmann, <strong>de</strong> stichter van <strong>het</strong> neo-<br />

Darwinisme, <strong>het</strong> uitdrukt: ,,<strong>het</strong> nuttige wordt<br />

noodzakelijk, zoodra zulks mogelijk is." Doordat<br />

nu ook <strong>de</strong> instincten aan <strong>de</strong> natuurlijke teeltkeus<br />

on<strong>de</strong>rworpen waren, zijn zij doelmatig, want zij<br />

stemmen overeen met <strong>de</strong>n toestand, waarin <strong>het</strong> indi-


24<br />

HGOFDSTUK I<br />

vidu zich bevindt en dienen meestal tot behoud<br />

van <strong>het</strong> individu en steeds tot behoud <strong>de</strong>r soort.<br />

Buytendijk, in aansluiting <strong>voor</strong>al bij verschillen<strong>de</strong><br />

Amerikaansche on<strong>de</strong>rzoekers, verwerpt Spencer's<br />

opvatting dat instincten niets an<strong>de</strong>rs zou<strong>de</strong>n<br />

zijn dan ketenreflexen en wijst er op, dat een reflex<br />

<strong>het</strong> antwoord is op een prikkel, terwijl aan <strong>het</strong> optre<strong>de</strong>n<br />

van instincthan<strong>de</strong>lingen vaak vormwaarneming<br />

<strong>voor</strong>af gaat, die alleen psychisch te verstaan<br />

is en waar<strong>voor</strong> <strong>het</strong> begrip ,,sensorische Gegenwelt"<br />

werd ingevoerd.Ook Bastian Schmid bestrijdt<br />

<strong>de</strong> theorie, volgens welke instincten ,, niets an<strong>de</strong>rs<br />

dan reflexen zou<strong>de</strong>n zijn". Volgens Buytendijk, in<br />

overeenstemming met Bohn, Schnei<strong>de</strong>r e. a., zijn<br />

dan ook <strong>de</strong> instincthan<strong>de</strong>lingen in hun samengesteldheid<br />

geen ,,vaste antwoor<strong>de</strong>n", zooals bij een<br />

reflex, maar ,,varieeren<strong>de</strong>'\ Wie wel eens, zegt hij,<br />

een spin bij <strong>de</strong>n webbouw of een vogel bij <strong>de</strong>n<br />

nestbouw bezig heeft gezien, weet dat <strong>de</strong>ze dieren<br />

niet automatisch een reeks van han<strong>de</strong>lingen verrichten,<br />

maar een reeks van han<strong>de</strong>lingen, welker<br />

eenheid blijkbaar in <strong>het</strong> werkplan is gelegen, dat<br />

<strong>voor</strong>af vaststaat en waarop on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>elen van <strong>de</strong> han<strong>de</strong>lingen<br />

betrekking hebben. Er zijn dus han<strong>de</strong>lingsschema's<br />

bij <strong>het</strong> dier aanwezig, die al naar <strong>de</strong> wisseling<br />

<strong>de</strong>r omstandighe<strong>de</strong>n, welke <strong>het</strong> dier waarneemt<br />

en tot een complex-situatie<strong>voor</strong>stelling<br />

verbindt, op varieeren<strong>de</strong> manier tot uiting komen.<br />

Het geheel van <strong>de</strong>ze schema's noemt K. C. Schnei<strong>de</strong>r<br />

<strong>de</strong> ,,motorische Gegenwelt", die dus, evenals <strong>de</strong><br />

,,sensoijische", in <strong>het</strong> dier als aangeboren psychische<br />

toestand gegeven is. De nieuwere biologie neemt<br />

een verband aan tusschen <strong>het</strong> lichaam en <strong>de</strong> instincten.<br />

Dit valt o.a. af te lei<strong>de</strong>n uit <strong>de</strong> beken<strong>de</strong> proeven<br />

van Steinach, die mannetjes lichamelijk en geeste-


INSTINCT, DRESSUUR EN INTELLECT 25<br />

lijk tot wijfjes maakte en omgekeerd door transplantatie<br />

<strong>de</strong>r <strong>voor</strong>tplantingsklieren. Ook wijst Dr.<br />

Schierbeek er op, hoe <strong>het</strong> bij lagere dieren, b.v.<br />

Bonellia, van uitwendige omstandighe<strong>de</strong>n afhangt,<br />

of een dier een mannetje of een wijfje wordt, met<br />

an<strong>de</strong>re insticten.<br />

De vraag of <strong>de</strong> instincten met een zekeren graad<br />

van doelbewust han<strong>de</strong>len gepaard gaan, wordt door<br />

<strong>de</strong> meeste mo<strong>de</strong>rne on<strong>de</strong>rzoekers eenvoudig onbeslist<br />

gelaten en Biihler merkt dan ook op: ,,omtrent<br />

<strong>de</strong> instincten weet <strong>de</strong> psycholoog <strong>voor</strong>loopig<br />

nog niet veel te zeggen". De heer A. F. J. Portielje<br />

wijst er op, dat bij <strong>de</strong> gelui<strong>de</strong>n en gebaren van vele<br />

dieren een oppervlakkige beschouwing wel tot een<br />

doelbewust han<strong>de</strong>len zou doen besluiten, maar dat<br />

zulks in werkelijkheid niet <strong>het</strong> geval is. Een onraad<br />

bespeurend dier maant niet welbewust zijn wijfje<br />

of jong of kud<strong>de</strong>genoot, die <strong>het</strong> gevaar zelf nog<br />

niet opmerkten, tot vluchten aan, maar waarschuwt<br />

hen nolens volens door zijn angstige gedragingen.<br />

Bij <strong>het</strong> ontwaren van <strong>het</strong> gevaar ontwaakt toch<br />

zijn instinct tot zelfbehoud en <strong>het</strong> zou terstond<br />

op <strong>de</strong> vlucht slaan, ware <strong>het</strong> niet, dat <strong>het</strong>, tevens<br />

on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>n ban zijner <strong>voor</strong>tplantings- of sociale<br />

instincten staan<strong>de</strong>, in zijn vlucht-instinct geremd<br />

en genoopt werd, zich niet van zijn wijfje, jong<br />

of kud<strong>de</strong> te verwij<strong>de</strong>ren. Zijn innerlijke instinctieve<br />

tweestrijd wordt onwillekeurig in geluid of gebaar<br />

geuit — zooals dit ook bij onze gemoedsaandoeningen<br />

<strong>het</strong> geval is. Die uitingen wor<strong>de</strong>n door <strong>de</strong><br />

an<strong>de</strong>re dieren opgemerkt en na herhaal<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rvinding<br />

in hun vitale beteekenis herkend en ingeprent.<br />

Op hun beurt wor<strong>de</strong>n ook zij daardoor genoopt<br />

tot onmid<strong>de</strong>llijk vluchten dan wel zich voegen<br />

bij <strong>het</strong> mannetje of <strong>de</strong>n aanvoer<strong>de</strong>r <strong>de</strong>r kud<strong>de</strong>.


26 HOOFDSTUK I<br />

Zoo is ook <strong>het</strong> plat tegen <strong>de</strong>n grond drukken <strong>de</strong>r<br />

jongen bij gevaar een aangeboren instinct, geen individueele<br />

han<strong>de</strong>ling. De weerlooze moe<strong>de</strong>r, die<br />

vervolgens op een afstand gaat grazen, verraadt<br />

zoodoen<strong>de</strong> <strong>de</strong> plaats <strong>de</strong>r jongen niet en door bij<br />

na<strong>de</strong>ring van <strong>de</strong>n vijand te vluchten leidt zij <strong>de</strong>zen<br />

instinctmatig van <strong>de</strong> plaats <strong>de</strong>r jongen vandaan,<br />

om na volbrachte vlucht, als <strong>het</strong> gevaar geweken<br />

is, weer bij haar jongen terug te keeren. Dat <strong>de</strong><br />

— zeker nog niet door ervaring wijs gewor<strong>de</strong>n —<br />

zeer jonge dieren ook reeds on <strong>de</strong>r <strong>het</strong> rennen haken<br />

slaan, en wel zoo lang tot zij, in plaats van wind<br />

mee, wind tegen krijgen en bijgevolg, on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>n<br />

wind van hun vijand komend, lucht van hem krijgen,<br />

bewijst dat van een doelbewust han<strong>de</strong>len geen sprake<br />

is, maar alleen van een han<strong>de</strong>ling krachtens aangeboren<br />

instinct, krachtens erfelijken aanleg of,<br />

wat <strong>het</strong>zelf<strong>de</strong> is, instinctmatig. Alleen bij <strong>de</strong> apen,<br />

<strong>de</strong> hoogst staan<strong>de</strong> or<strong>de</strong> in <strong>het</strong> dierenrijk, meent <strong>de</strong><br />

heer Portielje een doelbewust han<strong>de</strong>len niet geheel<br />

te kunnen ontkennen. In veel hoogere mate dan<br />

b.v. hon<strong>de</strong>n of katten zijn zij in staat <strong>het</strong> instinctmatige<br />

hunner soortelijk erfelijke en min of meer<br />

automatisch geuite gebaren en uitroepen te boven<br />

te komen, in zooverre zij ons op zeer individueele<br />

wijze <strong>het</strong> pogen te zien geven om min of meer<br />

doelbewust indruk te maken, iets van elkaar gedaan<br />

te krijgen of uit te lokken, kortom ,,iets aan elkaars<br />

verstand te brengen." Wel kan daarbij nog niet van<br />

een taal <strong>de</strong>r apen gesproken wor<strong>de</strong>n, waar een<br />

spraakcentrum en een centrum <strong>voor</strong> begripsvorming<br />

in <strong>de</strong> hersenen ontbreken, maar toch is<br />

<strong>het</strong> feit niet te on<strong>de</strong>rschatten, dat apen <strong>het</strong> op<br />

hunne wijze ver<strong>de</strong>r brengen dan welke dieren ook<br />

in zake we<strong>de</strong>rzijdsche doeltreffen<strong>de</strong> en zeer waar-


INSTINCT, DRESSUUR EN INTELLECT 27<br />

schijnlijk ook wel min of meer doelbewuste gemoedsuitingen.<br />

Zoo vertelt ons C. Hagenbeck van<br />

<strong>de</strong> chimpanse Moritz, waarvan <strong>de</strong> wan<strong>de</strong>n zijner<br />

kooi niet tot <strong>de</strong> zol<strong>de</strong>ring reikten, dat hij zijn vriendin<br />

Rosa, uit <strong>het</strong> geslacht <strong>de</strong>r orang oetans, bewoog<br />

met hem samen een pyrami<strong>de</strong> te bouwen om <strong>de</strong>n<br />

vrijen bovenkant van <strong>de</strong>n houten wand te kunnen<br />

bereiken. Zij sleepten samen hun slaapkist naar <strong>de</strong>n<br />

wand <strong>de</strong>r kooi en plaatsten daarop een grooten hollen<br />

metalen bal en an<strong>de</strong>r speelgoed. Maar ondanks al<br />

hun pogen bleek <strong>de</strong> pyrami<strong>de</strong> niet hoog genoeg om<br />

<strong>de</strong>n wand te beklimmen. Nu ontpopte zich Moritz<br />

als een echt mannelijke, heerschzuchtige egoist! Hij<br />

beval <strong>de</strong> goedige Rosa op <strong>de</strong> wankele stellage te<br />

gaan staan, waarna hij van haar schou<strong>de</strong>rs uit op<br />

<strong>de</strong>n bovenkant van <strong>de</strong>n wand sprong en zoo <strong>de</strong> vrijheid<br />

verkreeg. De arme Rosa kon thuis blijven! —<br />

Dezelf<strong>de</strong> Moritz beproef<strong>de</strong> uit een sleutelbos alle<br />

sleutels tot hij <strong>de</strong>n goe<strong>de</strong>n vond en open<strong>de</strong> daarme<strong>de</strong><br />

<strong>de</strong> <strong>de</strong>ur van zijn kooi. Een an<strong>de</strong>ren keer gelukte<br />

hem <strong>de</strong> bevrijding, doordat hij, samen met<br />

Rosa en Jakob, <strong>het</strong> hangslot <strong>de</strong>r <strong>de</strong>ur <strong>de</strong>ed springen<br />

door een stuk ijzer bij wijze van hefboom in<br />

<strong>het</strong> hengsel te plaatsen. Het ijzer had<strong>de</strong>n zij van<br />

een van hun gymnastiektoestellen losgebroken.<br />

Interessant zijn in dit opzicht ook <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoekingen<br />

van W. Kohler, <strong>de</strong>n lei<strong>de</strong>r van <strong>het</strong> Duitsche<br />

anthropoi<strong>de</strong>nstation op Teneriffa, waaruit<br />

o.a. afdoen<strong>de</strong> blijkt, dat <strong>de</strong> menschapen met werktuigen<br />

weten om te gaan, zelfs in staat zijn, als <strong>de</strong><br />

nood hen er toe dwingt, ten minste primitieve<br />

werktuigen zelf te vervaardigen. Werd b. v. een<br />

vrucht buiten <strong>de</strong> kooi van een chimpanse op <strong>de</strong>n<br />

grond gelegd, op een afstand, dat hij ze niet met<br />

zijn arm bereiken kon, en in <strong>de</strong> kooi lag een stok.


28 HOOFDSTUK I<br />

dan gebruikte hij dien stok om <strong>de</strong> vrucht naar zich<br />

toe te halen. Had hij geen stok tot zijn beschikking,<br />

dan brak hij een lat van een kist af of vervaardig<strong>de</strong><br />

zich van een boomtak, een metaaldraad of een<br />

aantal plantenstengels een stok. Hing <strong>de</strong> vrucht<br />

zoo hoog in zijn kooi, dat hij er niet bij kon, dan<br />

sleepte hij een kist naar <strong>de</strong> plek, waar <strong>de</strong> vrucht<br />

hing, plaatste, zoo noodig, drie, vier kisten op<br />

elkan<strong>de</strong>r om, op <strong>de</strong> bovenste staan<strong>de</strong>, <strong>de</strong> vrucht te<br />

grijpen of door een sprong te bemachtigen (Fig. 5).<br />

Lag <strong>voor</strong> <strong>de</strong> kooi een vrucht en hoog in <strong>de</strong> kooi hing<br />

een stok, dan duur<strong>de</strong> <strong>het</strong> niet lang of <strong>de</strong> chimpanse<br />

wist met behulp van een of een paar kisten eerst<br />

<strong>de</strong>n stok te bemachtigen en daarme<strong>de</strong> <strong>de</strong> vrucht.<br />

Bevon<strong>de</strong>n zich in <strong>de</strong> kooi twee stokken, maar geen<br />

van bei<strong>de</strong> lang genoeg om een buiten <strong>de</strong> kooi gelegen<br />

vrucht naar zich toe te halen, dan kwam <strong>de</strong><br />

aap, hoewel eerst na lange vergeefsche pogingen, op<br />

<strong>het</strong> <strong>de</strong>nkbeeld, <strong>de</strong> stokken, waarvan een aan bei<strong>de</strong><br />

uitein<strong>de</strong>n hoi was, in elkaar te schuiven (Fig. 6). Na~<br />

dat <strong>het</strong> eenmaal gelukt was, paste hij dit mid<strong>de</strong>l telkens<br />

terstond toe, zon<strong>de</strong>r een oogenblik te aarzelen,<br />

en weldra leer<strong>de</strong> <strong>de</strong> eene chimpanse <strong>het</strong> van <strong>de</strong>n an<strong>de</strong>r.<br />

Zelfs kostte <strong>het</strong> aan <strong>het</strong> leerzaamste <strong>de</strong>r dieren geen<br />

hoofdbreken drie holle stokken in elkaar te schuiven,<br />

of als <strong>het</strong> slechts over twee beschikte en meer<br />

noodig had, brak <strong>het</strong> een lat van een kist en beet<br />

met zijn scherpe tan<strong>de</strong>n zoo lang stukjes van een<br />

<strong>de</strong>r punten af, totdat zij in een <strong>de</strong>r bei<strong>de</strong> stokken<br />

paste. Eenmaal gewend met stokken om te gaan,<br />

gebruikten zij <strong>de</strong>ze ook als speelgoed, leVer<strong>de</strong>n<br />

elkan<strong>de</strong>r spiegelgevechten er me<strong>de</strong>, maar ransel<strong>de</strong>n<br />

elkan<strong>de</strong>r er ook wel eens mee af. Ook werd <strong>de</strong> stok<br />

weldra algemeen gebruikt als springstok en als<br />

graafstok, alsme<strong>de</strong> als hefboom om zware steenen


Fig. 5. De chimpanse aan <strong>het</strong> bouwen om <strong>de</strong> banaan, hoog<br />

boven hem, te bereiken.


30 HOOFDSTUK I<br />

op.te tillen. Hoe intercssant <strong>de</strong>ze en meer <strong>de</strong>rgelijke<br />

proeven ongetwijfeld zijn, moet men toch <strong>voor</strong>zichtig<br />

wezen met <strong>het</strong> trekken van conclusies en<br />

behoeft men nog niet, zooals Kohler doet, er uit af<br />

te lei<strong>de</strong>n, dat <strong>de</strong> apen daarbij <strong>de</strong>nken.<br />

Fig. 6. De chimpanse sultan zet twee stokken in elkaar.<br />

Op <strong>de</strong> vraag of <strong>de</strong> instincten te herlei<strong>de</strong>n zou<strong>de</strong>n<br />

zij tot intelligente han<strong>de</strong>lingen, antwoordt H.<br />

Bergson: ,,Er bestaat geen intellect, waarbij geen<br />

sporen van instinct vallen waar te nemen, en geen<br />

instinct, dat niet door een franje van intellect omzoomd<br />

is". Groos daarentegen beweert, dat <strong>het</strong> in-


INSTINCT, DRESSUUR EN INTELLECT 31<br />

stinct ,,diametraal tegcnover <strong>het</strong> intellect staat".<br />

Volgens hem moet <strong>de</strong> vraag reeds daarom ontkennend<br />

beantwoord wor<strong>de</strong>n, omdat vele instincthan<strong>de</strong>lingen<br />

zon<strong>de</strong>r individueele ervaring bij <strong>het</strong> jonge<br />

dier reeds geheel volmaakt optre<strong>de</strong>n. Als <strong>de</strong> vogel<br />

een nest bouwt, zegt hij, mag niet veron<strong>de</strong>rsteld<br />

wor<strong>de</strong>n, dat hij reeds een <strong>voor</strong>stelling ervan heeft,<br />

dat zijn jongen daarin een warm bedje zullen vin<strong>de</strong>n,<br />

evenmin als <strong>de</strong> moe<strong>de</strong>r, die haar kind voedt,<br />

daarbij zal <strong>de</strong>nken, dat dit kind wellicht eenmaal<br />

een steun op haar ou<strong>de</strong>n dag of <strong>de</strong> stamhou<strong>de</strong>r <strong>de</strong>r<br />

familie zal wor<strong>de</strong>n. Dat <strong>de</strong> mogelijkheid uitgesloten<br />

is, dat <strong>het</strong> instinct zijn oorzaak zou kunnen<br />

vin<strong>de</strong>n in een intelligente daad van een <strong>voor</strong>ou<strong>de</strong>r,<br />

die daarna op <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> generaties zou zijn overgeerfd<br />

(<strong>de</strong> Lamarck-Darwinistische opvatting)<br />

volgt reeds daaruit, dat alsdan vele lagere dieren een<br />

intelligence zou<strong>de</strong>n moeten bezitten, grooter dan<br />

die van een mensch, alsme<strong>de</strong> uit <strong>het</strong> feit, dat vele<br />

insticthan<strong>de</strong>lingen betrekking hebben op later<br />

komen<strong>de</strong> toestan<strong>de</strong>n, die <strong>het</strong> dier nooit gekend<br />

heeft, noch ooit zal leeren kennen. Welk een kennis<br />

van <strong>de</strong> anatomie <strong>de</strong>r insecten zou<strong>de</strong>n <strong>de</strong> graafwespen<br />

moeten bezitten, zooals Fabre terecht opmerkt,<br />

die hun prooi verlammen door steken in <strong>de</strong><br />

drie zenuwknoopen van <strong>het</strong> borststuk (Fig. 7), en<br />

welk een inzicht in <strong>de</strong> chemische processen van rotting<br />

en voeding, om hun prooi niet te doo<strong>de</strong>n, maar<br />

alleen te verlammen, zoodat zij maan<strong>de</strong>nlang niet<br />

tot ontbinding overgaat. Zoo wijst reeds von Hartmann<br />

op <strong>het</strong> feit, dat <strong>de</strong> larve van <strong>de</strong> hertshoornkever,<br />

die zich gaat verpoppen, een grootere holte<br />

in <strong>het</strong> hout maakt.als <strong>het</strong> dier later een mannetje<br />

zal wor<strong>de</strong>n, dan wanneer <strong>het</strong> een wijfje wordt,<br />

opdat <strong>het</strong> gewei <strong>de</strong>r mannelijke soort later in <strong>de</strong>


32<br />

HOOFDSTUK I<br />

holte plaats zal kunnen vin<strong>de</strong>n. Hierbij han<strong>de</strong>lt <strong>de</strong><br />

larve met <strong>het</strong> oog op verhoudingen, die <strong>het</strong> nooit<br />

gekend heeft en ook nooit kennen zal.<br />

Dat instincten binnen zekere grenzen veran<strong>de</strong>rlijk<br />

zijn, valt niet moeilijk aan te toonen, evenals<br />

dat <strong>het</strong> dier geheel nieuwe gewoonten kan aannemen.<br />

K. Hey<strong>de</strong> omschrijft <strong>de</strong> instincten als ingewikkel<strong>de</strong><br />

reeksen van reflexen, waarvan <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>elen<br />

niet veran<strong>de</strong>rlijk zijn, maar ie<strong>de</strong>r op zich zelf<br />

vervangen kunnen wor<strong>de</strong>n door nieuwe reflexen of<br />

Fig. 7. Een graafwesp (Ammophila urinaria), een rups door een<br />

steek verlammend. Vergroot.<br />

geheel weggelaten, dan wel op grond van ervaring<br />

gewijzigd kunnen wor<strong>de</strong>n. Zoo heeft Hudson bij<br />

zijn studie over <strong>de</strong> vrees van vogels, b.v. <strong>voor</strong> <strong>de</strong><br />

menschen, gevon<strong>de</strong>n, dat <strong>de</strong> vrees <strong>voor</strong> bepaal<strong>de</strong><br />

vijan<strong>de</strong>n bijna altijd <strong>het</strong> resultaat is van ervaring en<br />

traditie. Jonge vogels hebben <strong>de</strong> eigenschap te<br />

vluchten <strong>voor</strong> <strong>voor</strong>werpen, waar<strong>voor</strong> hun ou<strong>de</strong>rs<br />

vrees vertoonen of als <strong>de</strong>ze een alarmsignaal doen<br />

hooren. Pictet nam bij een bepaald soort rupsen<br />

(Lasiocampa quercus), die meestal op eikenboomen


INSTINCT, DRESSUUR EN INTELLECT 33<br />

leven en <strong>de</strong> bla<strong>de</strong>ren eten, waar, dat zij steeds aan<br />

<strong>de</strong> zijran<strong>de</strong>n ervan beginnen. Als men <strong>de</strong>ze rupsen<br />

op een <strong>de</strong>n plaatst, trachten zij <strong>de</strong> naal<strong>de</strong>n eveneens<br />

aan <strong>de</strong> kanten af te vreten, <strong>het</strong>geen echter niet<br />

gelukt, omdat hun kaken daarop niet ingericht<br />

zijn. Vele sterven dan ook, maar aan enkele gelukt<br />

<strong>het</strong> zich te voe<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> puntige ein<strong>de</strong>n <strong>de</strong>r naal<strong>de</strong>n,<br />

welke zacht zijn, af te vreten. Bij <strong>de</strong> twee<strong>de</strong><br />

genera tie zijn <strong>de</strong> rupsen reeds geheel aan <strong>het</strong> nieuwe<br />

voedsel gewend, in zulke mate zelfs, dat zij sterven<br />

op loofboomen, waarop hun soort gewoonlijk leeft,<br />

of wel ze beginnen ook hier <strong>de</strong> bla<strong>de</strong>ren niet aan<br />

<strong>de</strong>n rand, maar aan <strong>de</strong> punt aan te tasten, zooals<br />

<strong>de</strong> rupsen <strong>de</strong>r vorige generatie geleerd had<strong>de</strong>n dit<br />

op <strong>de</strong> naaldboomen te doen.<br />

Hoewel <strong>de</strong>ze en <strong>de</strong>rgelijke proeven schijnbaar<br />

pleiten <strong>voor</strong> <strong>de</strong> erfelijkheid van instinctveran<strong>de</strong>ringen<br />

en hierdoor <strong>het</strong> ontstaan van nieuwe instincten<br />

zou zijn te verklaren, is <strong>de</strong>ze gevolgtrekking toch<br />

niet geheel zeker. Uit <strong>de</strong> erfelijkheidsleer weet men<br />

toch, dat somtijds on<strong>de</strong>r bepaal<strong>de</strong> omstandighe<strong>de</strong>n<br />

eigensehappen in <strong>de</strong> organismen optre<strong>de</strong>n, die blijkens<br />

nauwkeurig <strong>voor</strong>tgezet on<strong>de</strong>rzoek reeds in <strong>de</strong><br />

soort sluimerend aanwezig waren en er in gebracht<br />

wer<strong>de</strong>n bij een vroeger plaats gehad hebben<strong>de</strong> kruising.<br />

Ook tre<strong>de</strong>n sprongvariaties, zoogenaam<strong>de</strong><br />

mutaties, spontaan op, on<strong>de</strong>r invloed van uitwendige<br />

omstandighe<strong>de</strong>n. Het is <strong>de</strong>rhalve <strong>de</strong>nkbaar, dat<br />

<strong>de</strong> beschreven rupsensoort verschillen<strong>de</strong> instincten<br />

in aanleg bezit en dat door bijzon<strong>de</strong>re voedingsomstandighe<strong>de</strong>n<br />

nu eens <strong>het</strong> eene, dan weer <strong>het</strong> an<strong>de</strong>re<br />

instinct wordt opgewekt en tot uiting komt. Prof.<br />

Buytendijk wijst er op, hoe bij alle instinctdieren<br />

verschillen<strong>de</strong> aangeboren gewoonten op eenzelf<strong>de</strong><br />

situatie als reactie kunnen optre<strong>de</strong>n en <strong>het</strong> dier door<br />

Het Spel 3


34<br />

HOOFDSTUK I<br />

probeeren uit <strong>de</strong>ze <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r bepaal<strong>de</strong> omstandighe<strong>de</strong>n<br />

meest geschikte kiest. Dit is dus geen keuze<br />

op grond van overleg, maar een aangeboren drang<br />

om <strong>de</strong> ingeschapen gewoonten na elkan<strong>de</strong>r en vaak<br />

in een bepaal<strong>de</strong> volgor<strong>de</strong> bij een bepaal<strong>de</strong> situatie<br />

te beproeven. Bij <strong>de</strong> mieren is <strong>het</strong> zoo sterk veran<strong>de</strong>rlijke<br />

gedrag volgens hem ook te verklaren doordat<br />

meer<strong>de</strong>re instincten met elkan<strong>de</strong>r interfereeren<br />

en tot steeds nieuwe eenhe<strong>de</strong>n samensmelten, terwijl<br />

ook individueele ervaring gewoonten kan doen<br />

wijzigen.<br />

Wat dit laatste betreft, is herhaal<strong>de</strong>lijk door<br />

laboratoriumproeven aangetoond, dat zelfs zeer<br />

laag staan<strong>de</strong> dieren, zooals oesters, zeesterren, slakken,<br />

aardwormen en allerlei insecten in staat zijn<br />

nieuwe gewoonten aan te leeren, evenals visschen,<br />

pad<strong>de</strong>n, kikkers enz., waarvan o.a. Buytendijk en<br />

Schierbeek talrijke <strong>voor</strong>beel<strong>de</strong>n aanhalen. Veel<br />

grooter is dit vermogen bij vogels, zooals valken<br />

(valkenjacht) en papegaaien, waarme<strong>de</strong>, evenals<br />

met zoogdieren, talrijke proeven zijn gedaan, door<br />

Lloyd Morgan, Washburn, Biihler e.a. uitvoerig<br />

beschreven. Maar ook in <strong>de</strong> vrije natuur speelt <strong>de</strong><br />

gewoontevorming bij <strong>de</strong> dieren een belangrijke rol,<br />

b.v. reeds om hen te beschermen tegen allerlei gevaren.<br />

De zuivere instincten toch zijn wel in staat<br />

verbazingwekken<strong>de</strong> resultaten te bereiken, waartoe<br />

slechts aan <strong>de</strong>n nestbouw of <strong>de</strong>n trek <strong>de</strong>r vogels<br />

behoeft herinnerd te wor<strong>de</strong>n, maar zij bezitten een<br />

niterst conservatieven aard. ,,Zij functioneeren,"<br />

zegt Biihler, ,,met verbazen<strong>de</strong> zekerheid en nauwkeurigheid,<br />

indien alles bij <strong>het</strong> ou<strong>de</strong> blijft, maar<br />

laten in steek, zoodra <strong>het</strong> individu on<strong>de</strong>r nieuwe<br />

levensomstandighe<strong>de</strong>n geraakt/' Bewon<strong>de</strong>renswaardig<br />

is b.v. hoe <strong>de</strong> spin haar web bouwt en daarme<strong>de</strong>


INSTINCT, DRESSUUR EN INTELLECT 35<br />

haar voedscl weet te bemachtigen; legt men echter<br />

vlak bij zulk een spin, zelfs onmid<strong>de</strong>llijk on<strong>de</strong>r<br />

haar kaken, een leven<strong>de</strong> prooi, dan stort zij er zich<br />

niet op, zooals zulks gebeurt, zoodra zulk een prooi<br />

in <strong>het</strong> web verward raakt, maar zij gaat er <strong>voor</strong> op<br />

<strong>de</strong>n loop en zou vermoe<strong>de</strong>lijk eer<strong>de</strong>r verhongeren<br />

dan van <strong>het</strong> gunstige toeval, dat haar dit voedsel<br />

verschafte, gebruik te maken.<br />

Daarom zijn <strong>de</strong> instincten op zich zelf <strong>voor</strong> <strong>de</strong><br />

hoogere dieren niet voldoen<strong>de</strong>, maar moeten <strong>de</strong>ze<br />

dieren an<strong>de</strong>re vermogens verwerven ten ein<strong>de</strong> in<br />

staat te zijn zich aan <strong>de</strong> bizon<strong>de</strong>re <strong>voor</strong>waar<strong>de</strong>n,<br />

waarin zij door <strong>de</strong> levensomstandighe<strong>de</strong>n kunnen<br />

geraken, aan te passen. Deze vermogens verkrijgt<br />

<strong>het</strong> dier in <strong>de</strong> eerste plaats door dressuur, d.w.z.<br />

door ervaring verworven gewoonten, of zooals <strong>het</strong><br />

in <strong>de</strong> wetenschap heet, door ,,associatief geheugen".<br />

Zoo kan <strong>het</strong> gebeuren, dat een kip naar buiten wil,<br />

maar haar weg versperd vindt door een haag; zij<br />

zal <strong>de</strong>n eersten keer onrustig en doelloos langs <strong>de</strong>ze<br />

versperring heen en weer loopen, totdat zij, geheel<br />

toevallig, een opening ziet, waar doorheen zij naar<br />

buiten kan komen. Een twee<strong>de</strong>n, <strong>de</strong>r<strong>de</strong>n, zes<strong>de</strong>n<br />

keer zien wij bij diezelf<strong>de</strong> kip precies <strong>het</strong>zelf<strong>de</strong> gebeuren;<br />

is zij echter b.v. een tiental keeren er in<br />

geslaagd haar doel te bereiken, dan zal zij <strong>voor</strong>taan<br />

steeds sneller <strong>de</strong> opening vin<strong>de</strong>n en ten slotte er<br />

rechtstreeks op afgaan, zon<strong>de</strong>r <strong>voor</strong>af doelloos heen<br />

en weer te loopen. Door ervaring heeft <strong>het</strong> dier dus<br />

een gewoonte aangeleerd, die uiterlijk niet van een<br />

instincthan<strong>de</strong>ling is te on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n.<br />

Eenigszins an<strong>de</strong>rs is <strong>het</strong> geval bij een jongen<br />

jachthond. Deze brengt bij zijn geboorte <strong>het</strong> instinct<br />

om te jagen me<strong>de</strong>; maar om als jachthond<br />

bruikbaar te zijn, moet hij gedresseerd wor<strong>de</strong>n.


36 HOOFDSTUK I<br />

Daarbij wordt uitgegaan van <strong>de</strong> aanwezige instincten,<br />

maar moet <strong>het</strong> dier sommige dingen aan- en<br />

an<strong>de</strong>re afleeren. Dat ook <strong>de</strong> mensch veel moet leeren,<br />

ja geen an<strong>de</strong>r schepsel zulk een langen leertijd<br />

moet doormaken als <strong>het</strong> kind dat — door gebrek<br />

aan voltooi<strong>de</strong> instincten — geheel hulpeloos en<br />

passief ter wereld komt, behoeft wel geen na<strong>de</strong>r<br />

betoog. Het groote na<strong>de</strong>el bij dit leeren, bij <strong>de</strong> dressuur<br />

dus, is dat <strong>het</strong> veel tijd en geduld kost, want<br />

<strong>het</strong> vereischt tallooze herhalingen. Biologisch beschouwd,<br />

staat <strong>de</strong> dressuur dan ook ver achter bij<br />

<strong>het</strong> instinct, dat bij <strong>de</strong> eerste beste <strong>voor</strong>komen<strong>de</strong><br />

gelegenheid met onfeilbare zekerheid in werking<br />

treedt, zooals b.v. <strong>het</strong> loopen, eten, drinken en<br />

zwemmen van pasgeboren vogels. Wat overigens<br />

door <strong>de</strong> dressuur, zoowel onbewuste als bewuste,<br />

te bereiken valt, leeren ons <strong>de</strong> dieren in een circus,<br />

maar in nog veel hoogere mate <strong>de</strong> zoogenaam<strong>de</strong><br />

,,geleer<strong>de</strong> dieren", waaromtrent in<strong>de</strong>rtijd zoo veel<br />

te doen is geweest, zooals <strong>het</strong> paard Kluge Hans,<br />

<strong>de</strong> ,,<strong>de</strong>nken<strong>de</strong>" paar<strong>de</strong>n van Krall te Elberfeld, <strong>de</strong><br />

hond Rolf, in onze dagen Tommy, <strong>de</strong> tellen<strong>de</strong><br />

hond, een ,,won<strong>de</strong>r van schran<strong>de</strong>rheid", in <strong>het</strong> bezit<br />

van Mme Carita Bor<strong>de</strong>rieux te Parijs, e. a.<br />

Wij verwijzen <strong>voor</strong> bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n naar Dr. Schierbeek's<br />

,,Instinkt of Verstand?", waar men ook<br />

ver<strong>de</strong>re literatuur omtrent <strong>de</strong>ze ,,geleer<strong>de</strong> dieren"<br />

vindt.<br />

Nu bestaat er nog een <strong>de</strong>r<strong>de</strong> vermogen, dat <strong>de</strong><br />

<strong>voor</strong><strong>de</strong>elen van instinct en dressuur in zich vereenigt,<br />

n.l. <strong>het</strong> intellect; dit is echter zoo goed als uitsluitend<br />

tot <strong>de</strong>n mensch beperkt. Robinson Crusoe is een<br />

mensch, die zich achtereenvolgens in zeer verschillen<strong>de</strong><br />

levensomstandighe<strong>de</strong>n geplaatst ziet. Hij loopt<br />

echter niet doelloos heen en weer, zooals <strong>de</strong> kip


INSTINCT, DRESSUUR EN INTELLECT 37<br />

langs <strong>de</strong> haag, hij bereikt zijn doel niet door toeval<br />

of door op goed geluk af iets te probeeren, maar<br />

hij han<strong>de</strong>lt met overleg en inzicht en doet daardoor<br />

allerlei uitvindingen. Op dit uitvin<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> echte<br />

beteekenis van <strong>het</strong> woord berust volgens Biihler<br />

<strong>de</strong> biologische waar<strong>de</strong> van <strong>het</strong> intellect.<br />

De dieren bezitten in <strong>het</strong> algemeen geen intellect,<br />

maar moeten <strong>het</strong> met instincten en door ervaring verworven<br />

gewoonten stellen. Daardoor zijn zij echter<br />

toch in staat <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> han<strong>de</strong>ling nu eens ten <strong>de</strong>ele<br />

instinctief, dan weer ge<strong>de</strong>eltelijk willekeurig te verrichten,<br />

en dit feit is in vele opzichten van belang,<br />

niet <strong>het</strong> minst bij <strong>de</strong> spelen. Hoe hooger toch <strong>de</strong><br />

dieren staan, <strong>de</strong>s te meer tre<strong>de</strong>n individueel verworven<br />

vermogens naast <strong>de</strong> ins tine tieve op, en omgekeerd<br />

kan men nu ook zeggen, dat hoe lager <strong>de</strong><br />

dieren staan, <strong>de</strong>s te meer overwegen <strong>de</strong> instincten.<br />

Groos acht <strong>de</strong>ze verhouding zeer doelmatig en<br />

meent, dat haar ontstaan toe te schrijven is zoowel<br />

aan positieve als aan negatieve selectie. Zooals<br />

E. von Hartmann opmerkt, ontbreekt <strong>het</strong> instinct<br />

in die gevallen, waarbij <strong>de</strong> natuur ,,<strong>de</strong> mid<strong>de</strong>len<br />

verschaft heeft om <strong>de</strong> daad met bewustzijn uit te<br />

voeren of te leeren uitvoeren". Hoe hooger en ingewikkel<strong>de</strong>r<br />

<strong>de</strong> taak is, die <strong>de</strong> strijd om <strong>het</strong> bestaan<br />

aan een bepaal<strong>de</strong> soort stelt, <strong>de</strong>s te meer zal <strong>de</strong><br />

selectie <strong>de</strong> ontwikkeling <strong>de</strong>r geestelijke vermogens<br />

begunstigen, en terwijl <strong>de</strong> positieve selectie <strong>de</strong>n groei<br />

van <strong>het</strong> intellect bevor<strong>de</strong>rt, heeft ten opzichte van<br />

<strong>de</strong> instincten tot zekere hoogte negatieve selectie of<br />

panmixie plaats. Dit laatste geldt natuurlijk slechts<br />

<strong>voor</strong> zulke instincten, waarbij een ge<strong>de</strong>eltelijke vervanging<br />

door doelbewust han<strong>de</strong>len werkelijk <strong>voor</strong><strong>de</strong>elig<br />

is. Door zulk een verzwakking <strong>de</strong>r instincten<br />

is <strong>het</strong> te verklaren, dat sommige geleer<strong>de</strong>n, zooals


38<br />

HOOFDSTUK I<br />

Brehm, Wallace e.a. er toe kwamen <strong>het</strong> bestaan van<br />

<strong>het</strong> instinct in <strong>het</strong> algemeen te ontkennen. Tegenwoordig<br />

is zulk een ontkenning echter niet meer<br />

vol te hou<strong>de</strong>n, reeds niet meer als men een behoorlijke<br />

verklaring wil geven van <strong>de</strong> oorzaak <strong>de</strong>r<br />

spelen.


HOOFDSTUK II<br />

OORZAAK EN DOEL VAN HET SPEL<br />

ALS men <strong>de</strong> vraag stelt, wat <strong>de</strong> oorzaak,<br />

<strong>de</strong> drijfveer van <strong>het</strong> spel is, blijkt <strong>het</strong>,<br />

dat er verschillen<strong>de</strong> oorzaken kunnen genoemd<br />

wor<strong>de</strong>n. Twee opvattingen tre<strong>de</strong>n<br />

daarbij op <strong>de</strong>n <strong>voor</strong>grond, die men als <strong>de</strong><br />

physiologische en biologische tegenover elkan<strong>de</strong>r<br />

kan stellen. De eerste neemt aan, dat <strong>het</strong><br />

dier (en ook <strong>de</strong> mensch) tot spelen geneigd is, als<br />

<strong>het</strong> zich behagelijk, dus gezond en krachtig gevoelt,<br />

<strong>de</strong> twee<strong>de</strong> dat <strong>het</strong> spel bestemd is om als <strong>voor</strong>bereiding<br />

<strong>voor</strong> <strong>het</strong> latere leven te dienen. De eerste,<br />

<strong>de</strong> physiologische dus, heeft <strong>voor</strong>al beteekenis gekregen<br />

se<strong>de</strong>rt <strong>de</strong> Engelsche wijsgeer en bioloog H.<br />

Spencer zijn <strong>de</strong>nkbeel<strong>de</strong>n omtrent een overschot<br />

aan levenskracht heeft ontwikkeld, hoewel ditzelf<strong>de</strong><br />

<strong>de</strong>nkbeeld reeds <strong>voor</strong> hem verkondigd werd door<br />

Fr. von Schiller. In zijn reeds genoem<strong>de</strong> ,,Briefe<br />

iiber die ast<strong>het</strong>ische Erziehung <strong>de</strong>s Menschen" heet<br />

<strong>het</strong>: ,,<strong>het</strong> dier werkt, als gebrek <strong>de</strong> drijfveer van<br />

zijn han<strong>de</strong>ling is, en <strong>het</strong> speelt, als <strong>de</strong> rijkdom aan<br />

kracht <strong>de</strong>ze drijfveer vormt, als <strong>het</strong> overdadige<br />

leven zelf tot werken prikkelt". Ook <strong>de</strong> beken<strong>de</strong><br />

Dtiitsche schrijver Jean Paul en <strong>de</strong> Duitsche wijsgeer<br />

Beneke ontwikkel<strong>de</strong>n vrijwel <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> meening,<br />

maar eerst door Spencer vond <strong>de</strong>ze theorie van <strong>het</strong><br />

,,overschot aan kracht''foverflow of energy)gtooten<br />

bijval. Volgens hem hebben <strong>de</strong> lagere dieren al<br />

hun kracht noodig om <strong>voor</strong> <strong>het</strong> behoud van hun<br />

leven te zorgen. Men ziet ze onafgebroken bezig<br />

voedsel te zoeken, <strong>voor</strong> hun vijan<strong>de</strong>n te vluchten,


4°<br />

HOOFDSTUK II<br />

zich crgens schuilplaatsen in te richten of <strong>voor</strong>bereidselen<br />

<strong>voor</strong> <strong>de</strong> verpleging van hun jongen te<br />

maken. Let men echter op <strong>de</strong> dieren van een hoogere<br />

or<strong>de</strong>, dan blijkt steeds meer en meer, dat tijd<br />

en kracht niet uitsluitend door <strong>de</strong> zorg <strong>voor</strong> voldoening<br />

<strong>de</strong>r onmid<strong>de</strong>llijke behoeften in beslag genomen<br />

wor<strong>de</strong>n. Daar zij krachtens hun grootere<br />

vermogens zich beter voedsel kunnen verschaffen,<br />

verkrijgen zij een overschot aan leveriskracht. Zijn<br />

hun behoeften bevredigd, dan gevoelen zij geen verlangen<br />

meer hun overschuimen<strong>de</strong> krachten op <strong>de</strong><br />

bemachtiging van nieuwe buit of <strong>de</strong> bevrediging<br />

van een of an<strong>de</strong>re behoefte te richten. En daar met<br />

hun grooter prestatievermogen gewoonlijk een<br />

grootere verschei<strong>de</strong>nheid van vermogens gepaard<br />

gaat, voert dit laatste tot <strong>het</strong>zelf<strong>de</strong> resultaat. Waar<br />

talrijke, <strong>voor</strong> <strong>de</strong> bevrediging van <strong>de</strong> meest verschillen<strong>de</strong><br />

behoeften bestem<strong>de</strong> krachten aanwezig zijn,<br />

kunnen <strong>de</strong>ze alle onmogelijk gelijktijdig in functie<br />

zijn; al naar <strong>de</strong> omstandighe<strong>de</strong>n treedt nu eens <strong>de</strong><br />

eene, dan weer <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re in werking, terwijl sommige<br />

van tijd tot tijd geduren<strong>de</strong> een lange perio<strong>de</strong><br />

geen arbeid behoeven te verrichten. Zoo komt <strong>het</strong>,<br />

dat men bij <strong>de</strong> hooger ontwikkel<strong>de</strong> organismen<br />

dikwijls een levenskracht ontmoet, die ver boven<br />

<strong>de</strong> onmid<strong>de</strong>llijke behoeften uitgaat, alsme<strong>de</strong> dat nu<br />

eens <strong>de</strong>ze, dan weer gene functie een langen tijd van<br />

rust geniet, die <strong>het</strong> mogelijk maakt, ze — krachtens<br />

<strong>het</strong> op elk gebruik volgend herstel — in een toestand<br />

van hooger prestatievermogen te brengen.<br />

Spencer gaat ver<strong>de</strong>r dan Schiller doordat hij met<br />

<strong>het</strong> <strong>de</strong>nkbeeld van een overschot aan kracht dat <strong>de</strong>r<br />

nabootsing verbindt. Hij wijst n.l. op <strong>het</strong> feit, dat<br />

elk <strong>de</strong>r geestelijke vermogens aan <strong>de</strong> wet is on<strong>de</strong>rworpen,<br />

dat zijn orgaan, als <strong>het</strong> langer dan ge-


OORZAAK EN DOEL VAN HET SPEL 41<br />

woonlijk in rust is geweest, buitengewoon bereidwillig<br />

wordt weer in actie te tre<strong>de</strong>n, d.w.z. buitengewoon<br />

bereidwillig om <strong>de</strong> correlatieve gevoelens<br />

te doen optre<strong>de</strong>n. Dit geeft weer aanleiding tot een<br />

bijzon<strong>de</strong>r groote neiging alle correlatieve han<strong>de</strong>lingen<br />

te beginnen en hieruit volgt, dat <strong>het</strong> gemakkelijk<br />

tot een nabootsing van <strong>de</strong>ze han<strong>de</strong>lingen komt,<br />

als <strong>de</strong> omstandighe<strong>de</strong>n slechts zulke nabootsing en<br />

niet <strong>de</strong> werkelijke han<strong>de</strong>lingen mogelijk maken.<br />

Daaruit ontstaat dan volgens Spencer <strong>het</strong> spel in<br />

elken vorm.<br />

Kort samengevat komt dus <strong>de</strong>ze theorie op <strong>het</strong><br />

volgen<strong>de</strong> neer: De hooger staan<strong>de</strong> dieren zijn beter<br />

in staat zich voedsel te verschaffen dan <strong>de</strong> dieren<br />

van lagere or<strong>de</strong>, zoodat hun tijd en kracht niet<br />

meer geheel in beslag wordt genomen door <strong>de</strong> zorg<br />

<strong>voor</strong> <strong>het</strong> eigen ik. Daardoor bezitten zij een overschot<br />

aan levenskracht. Dit wordt nog begunstigd<br />

doordat <strong>de</strong> hooger georganiseer<strong>de</strong> dieren zeer verschillen<strong>de</strong><br />

functies moeten verrichten en terwijl zij<br />

<strong>de</strong> eene functie uitoefenen, kunnen <strong>de</strong> <strong>voor</strong> <strong>de</strong> overige<br />

functies bestem<strong>de</strong> krachten uitrusten en zich<br />

herstellen (rei'ntegreeren). Als <strong>het</strong> overschot aan<br />

kracht een bepaal<strong>de</strong> hoogtegraad bereikt heeft en<br />

als <strong>het</strong> ware ,,archipret" is gewor<strong>de</strong>n, dringt <strong>het</strong><br />

tot ontlading. Bestaat er op dit oogenblik geen aanleiding<br />

tot een werkelijke actie, dan heeft een zuivere<br />

nabootsing van <strong>de</strong>ze actie plaats en dit noemen<br />

wij spel.<br />

Deze theorie is *zeer aantrekkelijk en heeft ongetwijfeld<br />

haar waar<strong>de</strong> <strong>voor</strong> <strong>de</strong> verklaring van vele<br />

spelen, maar laat <strong>het</strong> oerverschijnsel van <strong>het</strong> spel,<br />

zijn meest elementairen en zuiversten vorm, onverklaard,<br />

n.l. <strong>het</strong> spel van jonge dieren en kin<strong>de</strong>ren.<br />

Bij <strong>de</strong>ze toch is meestal geen sprake van een over-


42<br />

HOOFDSTUK II<br />

schot van kracht, van ,,overflowing energy", of<br />

zooals Marshall <strong>het</strong> noemt, van een ,,surplus van<br />

spontane energieen," en evenmin van nabootsing.<br />

Ongetwijfeld kan en zal <strong>de</strong> overschuimen<strong>de</strong> lichamelijke<br />

energie in vele gevallen tot <strong>het</strong> spel aanleiding<br />

geven, <strong>voor</strong>al als men niet slechts op <strong>de</strong> physiologische,<br />

maar tevens op <strong>de</strong> psychologische werking<br />

daarvan let. Zij zal n.l. dikwijls tot een overmoedige,<br />

uitgelaten stemming lei<strong>de</strong>n, en zulk een<br />

gemoedsstemming kan bij dieren en mensehen tot<br />

<strong>het</strong> spel opwekken. Men <strong>de</strong>nke slechts aan <strong>de</strong>n invloed<br />

van mooi weer en een behagelijke temperatuur.<br />

Zoo wijst Karl Miiller op <strong>de</strong>n grooten invloed<br />

<strong>de</strong>r weersgesteldheid op <strong>het</strong> gezang <strong>de</strong>r vogels<br />

en <strong>het</strong> zingen, springen en fluiten <strong>de</strong>r jeugd, terwijl<br />

<strong>het</strong> bij Ziegler heet: ,,Het lustgevoel als zoodanig<br />

in zijn oereigen en meest oorspronkelijke beteekenis<br />

is <strong>het</strong> uitgangspunt en eenig doel van <strong>het</strong> spel bij<br />

<strong>het</strong> kind." Groos wijst er op, dat dit lichamelijk<br />

en geestelijk overschot aan kracht wel verklaart,<br />

dat <strong>het</strong> individu in <strong>de</strong>zen toestand geneigd is iets<br />

te doen, maar dat <strong>het</strong> niet verklaart hoe <strong>het</strong> komt,<br />

dat alle individuen van een bepaal<strong>de</strong> soort op precies<br />

<strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> wijze <strong>de</strong>ze spelen<strong>de</strong> uiting van kracht<br />

te zien geven, waarin dus <strong>de</strong> soort overeenstemt,<br />

maar zich dui<strong>de</strong>lijk van alle an<strong>de</strong>re soorten on<strong>de</strong>rscheidt.<br />

Daarenboven zijn er zoo vele gevallen,<br />

waarin een ,,overschot van kracht" stellig niet als<br />

<strong>de</strong> oorzaak van <strong>het</strong> spel kan gel<strong>de</strong>n. Evenals een<br />

ou<strong>de</strong>re kat, waaraan een muis <strong>voor</strong>bij rent, al<br />

doodmoe of oververzadigd moet zijn, als zij niet<br />

zal trachten <strong>de</strong> muis te vangen, zoo zal ook een<br />

jong katje, waaraan een stukje papier of een klosje<br />

aan een touwtje <strong>voor</strong>bij getrokken wordt, onmid<strong>de</strong>llijk<br />

op <strong>het</strong> bewegelijke <strong>voor</strong>werp een aanval


OORZAAK EN DOEL VAN HET SPEL 43<br />

doen, ook als <strong>het</strong> reeds langen tijd gespeeld en op<br />

<strong>de</strong>ze wijze <strong>de</strong> overschuimen<strong>de</strong> energie grondig ontla<strong>de</strong>n<br />

heeft. Of men lette op <strong>het</strong> spel van jonge<br />

hon<strong>de</strong>n: een tweetal heeft zoo lang met elkan<strong>de</strong>r<br />

geravot, dat zij van uitputting niet meer kunnen<br />

en hijgend, <strong>de</strong> tong uit <strong>de</strong>ii bek, naast elkan<strong>de</strong>r in<br />

een gr as veld liggen. De eene richt zich na een<br />

poosje op, kijkt naar zijn speelmakker en onmid<strong>de</strong>llijk<br />

komt <strong>de</strong> aangeboren zucht tot stoeien weer<br />

bij hem op. Hij gaat naar zijn makker toe, besnuffelt<br />

hem een oogenblik en tracht daarna, niet zon<strong>de</strong>r<br />

zekere traagheid, dui<strong>de</strong>lijk half tegen zijn zin<br />

<strong>de</strong>n aandrang volgend, hem bij een poot te pakken.<br />

De an<strong>de</strong>re geeuwt eens en ver<strong>de</strong>digt zich vaag<br />

en langzaam, maar <strong>het</strong> duurt niet lang of <strong>het</strong> instinct<br />

krijgt bij bei<strong>de</strong> weer geheel <strong>de</strong> overhand en<br />

weldra ravotten zij opnieuw, totdat zij bei<strong>de</strong> geheel<br />

buiten a<strong>de</strong>m zijn. Dit spelletje herhaalt zich<br />

geduren<strong>de</strong> langen tijd, zoodat men <strong>de</strong>n indruk<br />

krijgt, dat <strong>de</strong> dieren telkens slechts zoo lang rusten,<br />

totdat zij weer over een weinig kracht kunnen<br />

beschikken en volstrekt niet, totdat <strong>de</strong> overdadige<br />

levenskracht hen in actie brengt. Zoo kan<br />

men ook bij jonge kin<strong>de</strong>ren waarnemen, hoe zij<br />

door een wan<strong>de</strong>ling vermoeid wor<strong>de</strong>n en slechts<br />

met moeite er toe kunnen gebracht wor<strong>de</strong>n niet te<br />

schreien, maar door te loopen, totdat zij thuis gekomen<br />

onmid<strong>de</strong>llijk hun beentjes weer in beweging<br />

brengen en alle vermoeidheid vergeten schijnt te<br />

zijn, als <strong>het</strong> om een spelletje te doen is. Het is<br />

niet te veel gezegd, dat jonge dieren en kleine kin<strong>de</strong>ren<br />

spelen tot zij 's avonds, vermoeid van <strong>het</strong><br />

spel, inslapen. Zelfs ziekelijke kin<strong>de</strong>ren spelen<br />

menigmaal zoo lang als hun krachten <strong>het</strong> toelaten<br />

en niet zoo lang als er een overschot van kracht


44<br />

HOOFDSTUK II<br />

aanwezig is. Zclfs bij volwassenen kan men iets<br />

<strong>de</strong>rgelijks waarnemen. De geleer<strong>de</strong>, die <strong>de</strong>n geheelen<br />

dag ingespannen gcestclijken arbeid verricht heeft,<br />

somtijds in zulke mate, dat hij niet ver<strong>de</strong>r in staat<br />

is zich met ernstig werk bezig te hou<strong>de</strong>n, gaat tot<br />

ontspanning 's avonds een kaartje leggen, waarbij<br />

hij zich onmid<strong>de</strong>llijk, ter wille van <strong>het</strong> spel, in zeer<br />

ingewikkel<strong>de</strong> problemen verdiept. ,,Indien men/'<br />

zegt Lazarus, ,,<strong>de</strong> verstan<strong>de</strong>lijke overwegingen bij<br />

een enkel partijtje Skat nauwkeurig zou analyseeren,<br />

zou men zeer verbaasd staan over <strong>de</strong>n vergelijken<strong>de</strong>r<br />

wijze overdadigen rijkdom aan intellectueelen<br />

arbeid." Hier is zeker geen sprake van een<br />

overschot aan geestelijke energie, ontstaan doordat<br />

zij langer dan gewoonlijk in rust heeft verkeerd.<br />

Evenmin is dit <strong>het</strong> geval als <strong>de</strong> bankier, <strong>de</strong> veldheer,<br />

die dag in dag uit tot <strong>het</strong> uiterste tegen <strong>de</strong><br />

luimen <strong>de</strong>r fortuin heeft te strij<strong>de</strong>n, zich 's avonds<br />

en somtijds tot diep in <strong>de</strong>n nacht aan <strong>het</strong> hazardspel<br />

overgeeft, waarbij hij, zwevend tusschen hoop<br />

en vrees, nogmaals <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> affecten op zich laat<br />

inwerken. Carr wil Spencer's theorie zoodanig wijzigen,<br />

dat in plaats van een <strong>voor</strong>radige, opgezamel<strong>de</strong><br />

kracht, <strong>de</strong> <strong>voor</strong>waar<strong>de</strong>n tre<strong>de</strong>n, die een overvloed<br />

van kracht gemakkelijk en snel doen optre<strong>de</strong>n.<br />

Dit is ook <strong>de</strong> meening van Kirkpatrick en<br />

an<strong>de</strong>re mo<strong>de</strong>rne on<strong>de</strong>rzoekers. Het is dus iets geheel<br />

an<strong>de</strong>rs dan Spencer bedoelt; want daarbij is geen<br />

lange rustperio<strong>de</strong>, zooals bij <strong>de</strong>n laatste, noodzakelijk,<br />

maar men kan zich <strong>de</strong> zaak zoo <strong>voor</strong>stellen,<br />

b.v. bij <strong>het</strong> hierboven genoem<strong>de</strong> spelen<strong>de</strong> katje, dat<br />

bij bepaal<strong>de</strong> uitwendige prikkels van <strong>het</strong> zenuwstelsel<br />

onmid<strong>de</strong>llijk door <strong>de</strong> betreffen<strong>de</strong> motorische<br />

centra energie wordt aangevoerd, die tot ontlading<br />

aanspoort. Deze uitwendige prikkels kunnen zoo-


OORZAAK EN DOEL VAN HET SPEL 45<br />

wel op overgeerf<strong>de</strong> instincten of aandriften, als op<br />

door ervaring verworven gewoonten hun invloed<br />

doen gel<strong>de</strong>n. Naast <strong>de</strong>ze uitwendige oorzaken van<br />

<strong>het</strong> spontaan optre<strong>de</strong>n van een krachtige uiting van<br />

energie, kunnen zich ook innerlijke impulsen doen<br />

gel<strong>de</strong>n, die, zooals Carr zegt, juist in <strong>de</strong>n leeftijd<br />

van <strong>de</strong>n groei bij <strong>het</strong> individu een groote rol spelen.<br />

Zij openbaren zich bij <strong>het</strong> kind in <strong>de</strong>n drang<br />

naar werkzaamheid, in <strong>de</strong> behoefte om bezig te<br />

zijn, welke, zooals bekend, juist in die jaren zoo<br />

groot is.<br />

Naast <strong>het</strong> ,,overschot van kracht" speelt volgens<br />

Spencer, zooals gezegd, <strong>de</strong> nabootsing een belangrijke<br />

rol, welke theorie ook door <strong>de</strong>n Duitschen<br />

wijsgeer W. Wundt wordt gehuldigd. Deze nabootsing<br />

is ongetwijfeld van groote beteekenis bij<br />

sommige spelen, maar moet volgens vele psychologen,<br />

zooals James, Strieker e.a., zelf, zoo niet als<br />

een instinct, dan toch als een door overerving verkregen<br />

aanleg, of zooals Groos <strong>het</strong> noemt, als een<br />

onontbeerlijke tusschentrap tusschen instinct- en<br />

intellecthan<strong>de</strong>lingen opgevat wor<strong>de</strong>n. Ed. Clapare<strong>de</strong><br />

wijst er op, dat <strong>het</strong> bij <strong>de</strong> nabootsing er om<br />

te doen is ,,een beweging te herhalen, totdat zij<br />

met <strong>het</strong> <strong>voor</strong>beeld overeenstemt," zoodat hij in <strong>de</strong><br />

nabootsing ,,<strong>het</strong> instinct om <strong>het</strong> overeenkomstige te<br />

zoeken," ziet. Ook Lloyd Morgan en W. Stern<br />

spreken van een ,,instinctieven" vorm <strong>de</strong>r nabootsing.<br />

Daarenboven beweert Karl Groos terecht, dat<br />

men in vele gevallen in plaats van nabootsingen<br />

eer<strong>de</strong>r zou moeten spreken van <strong>voor</strong>loopers of<br />

<strong>voor</strong>oefeningen <strong>de</strong>r ernstige werkzaamhe<strong>de</strong>n van<br />

<strong>het</strong> latere leven. De probeer- of experimenteeroefeningen<br />

van kleine kin<strong>de</strong>ren en jonge dieren, hun<br />

bewegings-, jacht- en kampspelen, die als <strong>de</strong> <strong>voor</strong>-


46 HOOFDSTUK II<br />

naamstc grondvormen van <strong>het</strong> spel in <strong>het</strong> algemeen<br />

zijn te beschouwen, dit alles is geen nadoen, maar<br />

integen<strong>de</strong>el <strong>voor</strong>doen. Zij tre<strong>de</strong>n <strong>voor</strong> <strong>de</strong> ernstige<br />

bezighe<strong>de</strong>n op en hebben ongetwijfeld ten doel <strong>het</strong><br />

jonge individu te oefenen en <strong>voor</strong> te berei<strong>de</strong>n <strong>voor</strong><br />

<strong>de</strong> latere ernstige levenstaak. De jonge .vogel, die<br />

reeds in <strong>het</strong> nest <strong>de</strong> vleugels spreidt, <strong>de</strong> giraffe, die,<br />

drie dagen oud, zich reeds in <strong>het</strong> loopen oefent,<br />

<strong>de</strong> antilope, die reeds na zes weken zich in <strong>het</strong><br />

springen oefent, <strong>het</strong> aapje, dat spelend, naar alles<br />

grijpt, wat <strong>het</strong> bereiken kan en ten slotte eerst<br />

tevre<strong>de</strong>n is, als <strong>het</strong> zich aan een bos haar van zijn<br />

eigen lichaam heeft vastgeklemd, <strong>de</strong> kattensoorten,<br />

die reeds vroeg hun scherpe nagels beproeven, <strong>de</strong><br />

jonge hond, die spelend zich op <strong>de</strong>n strijd met an<strong>de</strong>re<br />

hon<strong>de</strong>n of in <strong>het</strong> vervolgen, grijpen en verscheuren<br />

<strong>de</strong>r buit oefent, <strong>de</strong> zuigeling die door<br />

<strong>voor</strong>tduren<strong>de</strong> oefeningen <strong>het</strong> bewegen <strong>de</strong>r vingers<br />

en teenen, <strong>het</strong> trappelen, kruipen, zich oprichten,<br />

stamelen en kraaien leert, <strong>de</strong> knaap, die met an<strong>de</strong>re<br />

knapen stoeit en ravot, zij alle bootsen geen<br />

ernstige han<strong>de</strong>lingen van <strong>het</strong> latere leven na, maar<br />

berei<strong>de</strong>n zich integen<strong>de</strong>el, door een onweerstaanbaren<br />

drang gedreven, juist op <strong>het</strong> toekomstige leven<br />

<strong>voor</strong>. Ten onrechte zegt dan ook Wundt in zijn<br />

,,Vorlesungen": ,,Wij beschouwen zekere han<strong>de</strong>lingen<br />

van hoogere dieren dan als spelen, indien zij<br />

optre<strong>de</strong>n als nabootsingen van doeltreffen<strong>de</strong> han<strong>de</strong>lingen<br />

van <strong>de</strong>n wil." MacDougall beWeert, dat<br />

zoowel <strong>de</strong> nabootsing als <strong>het</strong> kin<strong>de</strong>rspel ,,buiten<br />

<strong>het</strong> bereik van <strong>het</strong> instinctieve liggen;" maar zijn<br />

theorie van emoties en affecten, inplaats van instinct<br />

en intellect, vindt veel bestrijding.<br />

Tegenover <strong>de</strong> hier boven besproken theorie van<br />

een overschot aan levenskracht staat lijnrecht,


OORZAAK EN DOEL VAN HET SPEL 47<br />

althans schijnbaar, een an<strong>de</strong>re, die eveneens al oud<br />

is en <strong>voor</strong>al in Duitschland bij psychologen en paedagogen,<br />

zooals Lazarus, Schaller, Steinthal e.a.,<br />

bijval vond, n.l. <strong>de</strong> theorie dat <strong>het</strong> spel dient tot<br />

ontspanning, tot herstel van verbruikte lichamelijke<br />

of geestelijke energie. Ook <strong>de</strong>ze theorie heeft<br />

re<strong>de</strong>n van bestaan, want ontspanning kan verkregen<br />

wor<strong>de</strong>n door rust, slaap, <strong>het</strong> nuttigen van<br />

voedsel, maar ook nog op an<strong>de</strong>re wijze, n.l. in gevallen,<br />

dat men wel behoefte heeft aan ontspanning,<br />

maar niet aan volkomen rust, zoodat men<br />

<strong>de</strong> <strong>voor</strong>radige energie tij<strong>de</strong>lijk aanwendt tot an<strong>de</strong>re<br />

doelein<strong>de</strong>n dan waartoe zij gewoonlijk dient. De<br />

tegenstelling tusschen bei<strong>de</strong> theorien is slechts<br />

schijnbaar, in vele gevallen vullen zij elkan<strong>de</strong>r aan.<br />

Als, om slechts een <strong>voor</strong>beeld te noemen, <strong>de</strong> kamergeleer<strong>de</strong><br />

's avonds gaat kegelen, zal hij <strong>de</strong> overdag<br />

ingespannen geestelijke krachten ontspannen en gelegenheid<br />

geven zich te herstellen, gelijktijdig echter<br />

<strong>de</strong> geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong> aan <strong>de</strong> schrijftafel doorgebrachte<br />

uren uitgeruste en opgehoopte drang tot<br />

beweging tot ontlading brengen, zoodat <strong>het</strong> een en<br />

<strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> werkzaamheid is, die van <strong>de</strong>n eenen kant<br />

als een ontlading, een verspilling van overvloedige<br />

kracht, van <strong>de</strong>n an<strong>de</strong>ren kant als rust en daardoor<br />

als aanvulling van verloren kracht optreedt. Hetzelf<strong>de</strong><br />

geldt van alle gevallen, waarin <strong>het</strong> spel als<br />

een ontspanning kan opgevat wor<strong>de</strong>n. Maar <strong>voor</strong>eerst<br />

gel<strong>de</strong>n die gevallen meestal slechts <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n<br />

volwassen mensch en stellig niet <strong>voor</strong> <strong>het</strong> jonge<br />

kind of dier en in <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> plaats is hier <strong>de</strong> ontspanning<br />

doel en niet oorzaak van <strong>het</strong> spel. Dat<br />

een jonge hond met zijn soortgenooten heen en<br />

weer rent tot hij niet meer kan, zal toch wel niemand<br />

opvatten als een behoefte van <strong>het</strong> dier aan


48 HOOFDSTUK II<br />

ontspanning, evenmin als bij <strong>het</strong> jonge kind, wiens<br />

geestelijk leven, zooals Schaller terecht opmerkt,<br />

hoofdzakelijk uit spelen bestaat. Het speelt 's morgens<br />

en 's avonds, zoolang zijn krachten <strong>het</strong> toelaten,<br />

en verzamelt dan nieuwe krachten, vindt<br />

dus ontspanning, in <strong>de</strong>n sla^p en niet in <strong>het</strong> spel.<br />

An<strong>de</strong>rs wordt <strong>het</strong> zoodra <strong>het</strong> kind <strong>de</strong>n leerplichtigen<br />

leeftijd heeft bereikt. Van nu af aan is zijn<br />

leven ver<strong>de</strong>eld tusschen werken en spelen en kan<br />

<strong>voor</strong> zijn geheel ver<strong>de</strong>r leven <strong>de</strong> ontspanningstheorie<br />

in vele gevallen toepassing vin<strong>de</strong>n. Hierbij verdient<br />

<strong>het</strong> opmerking, dat <strong>de</strong> mensch in <strong>het</strong> spel niet zoozeer<br />

ontspanning zoekt van <strong>de</strong> moeiten, als wel van<br />

<strong>de</strong>n dwang van <strong>de</strong>n dagelijkschen arbeid, of zooals<br />

reeds Schiller zei<strong>de</strong>, dat <strong>de</strong> mensch slechts bij<br />

<strong>het</strong> spel ,,geheel mensch" is, m.a.w. zijn voile vrijheid<br />

geniet om te doen en te laten wat hij verkiest.<br />

Hierin ligt, zooals <strong>voor</strong>al Karl Groos in zijn<br />

,,Lebenswert <strong>de</strong>s; Spiels" uitvoerig uiteenzet, <strong>de</strong><br />

diepere beteekenis <strong>de</strong>zer theorie.<br />

Zoowel <strong>de</strong> theorie van Spencer, als die van Lazarus<br />

c.s. zijn eenzijdig en onvolledig, omdat daarbij<br />

alleen op <strong>de</strong> physiologische <strong>voor</strong>waar<strong>de</strong>n van <strong>het</strong><br />

spel wordt gelet en geen rekening wordt gehou<strong>de</strong>n<br />

met zijn groote biologische beteekenis. Alle kenners<br />

van dieren zijn <strong>het</strong> tegenwoordig over <strong>de</strong>ze<br />

biologische waar<strong>de</strong> ervan eens, n.l. dat <strong>het</strong> spel,<br />

althans in <strong>de</strong> jeugd, als een instinctmatige <strong>voor</strong>oefening<br />

is te beschouwen, niet alleen van <strong>het</strong> spierstelsel,<br />

maar evenzeer van <strong>de</strong> zintuigen en <strong>de</strong> geestelijke<br />

functies. Zoo heet <strong>het</strong> bij Paul Souriau in zijn<br />

artikel ,,Le plaisir du mouvement" (Revue scientifique,<br />

Ser. Ill dl. XVII biz. 365): ,,Het jonge<br />

dier heeft behoefte al <strong>de</strong> bewegingen te beproeven,<br />

die <strong>het</strong> later zal moeten uitvoeren, alsook om zijn


OORZAAK EN DOEL VAN HET SPEL 49<br />

spieren en zijn stemban<strong>de</strong>n te laten werken, opdat<br />

<strong>de</strong>ze zich vormen." Ook Franz Doflein ziet in <strong>de</strong><br />

spelen ,,beslist noodzakelijke <strong>voor</strong>oefeningen" <strong>voor</strong><br />

<strong>het</strong> toekomstige leven <strong>de</strong>r dieren. Hij meent, ,,dat<br />

<strong>de</strong> spelen als een bijzon<strong>de</strong>ren vorm <strong>de</strong>r bij <strong>de</strong> dieren<br />

zoo algemeen verbrei<strong>de</strong> probeerbewegingen" zijn te<br />

beschouwen en dat zij plaats vin<strong>de</strong>n om <strong>de</strong> vermogens<br />

<strong>de</strong>r afzon<strong>de</strong>rlijke le<strong>de</strong>maten te beproeven,<br />

waarbij vanzelf <strong>de</strong> noodzakelijke <strong>voor</strong>oefening verkregen<br />

wordt.<br />

Wat van <strong>het</strong> jonge dier geldt, is in nog hoogere<br />

mate van toepassing op <strong>het</strong> kind, dat geheel hulpeloos<br />

ter wereld komt. Reeds J. J. Rousseau heeft<br />

op <strong>de</strong> biologische beteekenis <strong>de</strong>r jeugdperio<strong>de</strong> gewezen<br />

en na hem zoo vele an<strong>de</strong>ren. Zoo zegt b.v.<br />

ook Dr. Wijnaendts Francken, dat <strong>het</strong> spel is ,,een<br />

soort van experimenteeren of instellen van proefnemingen.<br />

Niet alleen spierstelsel en zintuigen wor<strong>de</strong>n<br />

door <strong>het</strong> spel geoefend, maar ook geestelijke<br />

vaardighe<strong>de</strong>n, als oplettendheid en geheugen, daarnaast<br />

ook ze<strong>de</strong>lijke eigenschappen, als zelfbeheersching<br />

en wilskracht." Keeren wij tot <strong>de</strong> dieren<br />

terug, dan kan men zeggen, dat <strong>de</strong> meeste spelen<br />

van jonge dieren — en <strong>de</strong> jeugdspelen zullen steeds<br />

<strong>het</strong> eigenlijke fundamenteele probleem van <strong>de</strong> speltheorien<br />

moeten vormen — tot instandhouding<br />

van <strong>het</strong> individu dienen en alle spelen tot instandhouding<br />

<strong>de</strong>r soort. Ook <strong>de</strong> natuurlijke, d.w.z. <strong>de</strong><br />

zich van zelf ontwikkelen<strong>de</strong> jeugdspelen <strong>de</strong>r menschen<br />

zijn als zulke <strong>voor</strong>oefeningen te beschouwen,<br />

die niet slechts aan <strong>het</strong> individu ten goe<strong>de</strong> komen,<br />

maar eveneens <strong>voor</strong> <strong>de</strong> soort nuttig zijn. Zon<strong>de</strong>r <strong>de</strong><br />

jeugdspelen zou <strong>het</strong> volwassen dier <strong>voor</strong> zijn hoofdlevenstaak<br />

slecht <strong>voor</strong>bereid zijn. Het zou in <strong>de</strong><br />

verste verte niet <strong>de</strong> vereischte geoefendheid in <strong>het</strong><br />

Het Spel 4


5°<br />

HOOFDSTUK II<br />

loopen, springen, overvallen van <strong>de</strong> prooi, vlucht<br />

<strong>voor</strong> zijn vijan<strong>de</strong>n, worstelen met zijn tegenstan<strong>de</strong>r<br />

enz. bezitten. Ook <strong>het</strong> spierstelsel zou <strong>voor</strong> al<br />

die functies niet voldoen<strong>de</strong> ontwikkeld en geschoold<br />

zijn, zelfs aan <strong>de</strong> ontwikkeling van <strong>het</strong> been<strong>de</strong>rengestel<br />

zou heel wat haperen, terwijl ook <strong>de</strong> ontwikkeling<br />

van <strong>het</strong> intellect door <strong>de</strong> spelen zeer bevor<strong>de</strong>rd<br />

wordt. Dit laatste is, naar Groos meent,<br />

zelfs als <strong>het</strong> hoofddoel <strong>de</strong>r spelen te beschouwen.<br />

Hij stelt zich <strong>de</strong>n samenhang als volgt <strong>voor</strong>. Er<br />

bestaan een reeks zeer belangrijke levensvraagstukken,<br />

die <strong>het</strong> volwassen hooger georganiseer<strong>de</strong> dier<br />

en <strong>de</strong> volwassen natuur-mensch moet oplossen,<br />

zooals in <strong>de</strong> eerste plaats <strong>het</strong> verkrijgen van <strong>de</strong><br />

grootst mogelijke heerschappij over zijn eigen<br />

lichaam en in verband daarme<strong>de</strong> <strong>de</strong> volkomen heerschappij<br />

over <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>len tot veran<strong>de</strong>ring van<br />

plaats, die <strong>voor</strong> <strong>de</strong> betreffen<strong>de</strong> soort kenmerkend<br />

zijn, zooals loopen, springen, klauteren, zwemmen<br />

en vliegen. Daarnaast moet <strong>het</strong> individu in <strong>de</strong><br />

twee<strong>de</strong> plaats groote behendigheid verwerven in <strong>het</strong><br />

bemachtigen van voedsel door <strong>het</strong> vervolgen, besluipen,<br />

bespringen, grijpen enz. <strong>de</strong>r prooi. In <strong>de</strong><br />

<strong>de</strong>r<strong>de</strong> plaats moet <strong>het</strong> niet min<strong>de</strong>r vaardig zijn in<br />

<strong>het</strong> ontsnappen aan sterkere vijan<strong>de</strong>n, door weg te<br />

loopen, zich te verschuilen, in boomen te klimmen<br />

enz. Ein<strong>de</strong>lijk moet <strong>het</strong> een aanzienlijk weerstandsvermogen<br />

kunnen ontwikkelen in <strong>de</strong>n strijd met<br />

tegenstan<strong>de</strong>rs, <strong>voor</strong>al in <strong>de</strong>n strijd met individuen<br />

van <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> soort, b.v. in <strong>de</strong>n paringstijd. Er valt<br />

niet aan te twijfelen, dat bij alle <strong>de</strong>ze <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n<br />

strijd om <strong>het</strong> bestaan en <strong>het</strong> behoud <strong>de</strong>r soort zoo<br />

belangrijke dierlijke en menschelijke vermogens <strong>het</strong><br />

instinct een gewichtige rol speelt. Ver<strong>de</strong>r zou <strong>het</strong><br />

geheel in overeenstemming zijn met <strong>de</strong> overige ver-


OORZAAK EN DOEL VAN HET SPEL 51<br />

schijnselen van <strong>de</strong> erfelijkheidsleer, als <strong>de</strong>ze instincten<br />

eerst tot uiting kwamen op <strong>de</strong>n leeftijd, dat zij<br />

ernstig noodig zijn. Zoo goed als sommige lichamelijke<br />

eigenschappen, die in <strong>de</strong>n strijd om <strong>het</strong><br />

wijfje nuttig zijn, zich eerst ontwikkelen in <strong>de</strong><br />

levensperio<strong>de</strong>, dat <strong>het</strong> dier ze gebruiken moet, evenzeer<br />

als sommige instincten, die op <strong>de</strong> <strong>voor</strong>tplanting<br />

betrekking hebben, zich eerst op rijperen leeftijd<br />

openbaren, evengoed zou<strong>de</strong>n b.v. ook <strong>de</strong> kampinstincten<br />

tusschen dieren van <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> soort eerst<br />

dan kunnen optre<strong>de</strong>n, als <strong>het</strong> dier er ernstig behoefte<br />

aan heeft. En <strong>het</strong>zelf<strong>de</strong> zou <strong>het</strong> geval kunnen<br />

wezen met al <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re instincten, welke met<br />

<strong>de</strong> hierboven genoem<strong>de</strong> eischen verbandhou<strong>de</strong>n,<br />

zooals jacht-, vluchtinstinct enz. Als zulks echter<br />

<strong>het</strong> geval ware, m.a.w. als er geen jeugdspelen beston<strong>de</strong>n,<br />

wat zou dan <strong>het</strong> gevolg daarvan zijn?<br />

Dan zou<strong>de</strong>n er alleen ,,instinctdieren" op aar<strong>de</strong><br />

kunnen leven, d.w.z. dieren, waarbij al <strong>de</strong> noodige<br />

instincten tot in <strong>de</strong> kleinste en fijnste bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n<br />

reeds bij <strong>de</strong> geboorte ontwikkeld zijn. Ware<br />

dit niet <strong>het</strong> geval, waren bij vele dieren <strong>de</strong> instincten<br />

slechts onvolkomen, in groote trekken, ontwikkeld<br />

en daardoor op zich zelf onvoldoen<strong>de</strong>, dan<br />

zou<strong>de</strong>n <strong>de</strong> dieren zon<strong>de</strong>r spelen geheel on<strong>voor</strong>bereid<br />

<strong>de</strong>n strijd om <strong>het</strong> bestaan moeten beginnen. De<br />

tijger of leeuw b.v., die van <strong>het</strong> oogenblik af, dat<br />

hij niet meer door zijn ou<strong>de</strong>rs gevoed wordt, zich,<br />

zon<strong>de</strong>r <strong>voor</strong>oefening in <strong>het</strong> springen en grijpen,<br />

zelf voedsel moet verschaffen, zou op ellendige<br />

wijze omkomen, daar bij zijn onbedrevenheid <strong>de</strong><br />

prooi hem stellig zou ontsnappen. Zon<strong>de</strong>r spelen in<br />

<strong>de</strong> jeugd zou <strong>het</strong> <strong>de</strong>rhalve beslist noodig zijn, dat<br />

<strong>de</strong> instincten van <strong>de</strong> geboorte af zeer volkomen ontwikkeld<br />

waren, dat dus <strong>de</strong> hierboven genoem<strong>de</strong>


52<br />

HOOFDSTUK II<br />

functies, zooals <strong>het</strong> besluipen, grijpen, vluchten,<br />

door overerving in even volmaakten vorm wer<strong>de</strong>n<br />

verkregen als <strong>het</strong> bij sommige lagere dieren en bij<br />

<strong>de</strong> hoogere met enkele, slechts een keer in <strong>het</strong> leven<br />

<strong>voor</strong>komen<strong>de</strong> instincthan<strong>de</strong>lingen, <strong>het</strong> geval is.<br />

Aangenomen dat zulks mogelijk ware, wat zou er<br />

dan van <strong>de</strong> gelei<strong>de</strong>lijk <strong>voor</strong>tschrij<strong>de</strong>n<strong>de</strong> hoogere intellectueele<br />

ontwikkeling terecht komen? Als verwen<strong>de</strong><br />

moe<strong>de</strong>rkin<strong>de</strong>rtjes <strong>de</strong>r natuur, blin<strong>de</strong>lings aan<br />

<strong>de</strong>n leiband van overgeerf<strong>de</strong> aandriften loopend,<br />

moesten <strong>de</strong> dieren wel geestelijk achtergebleven zijn.<br />

Van <strong>het</strong> oogenblik af, waarop in <strong>de</strong> organische<br />

wereld <strong>de</strong> <strong>voor</strong>tschrij<strong>de</strong>n<strong>de</strong> evolutie zoo ver gevor<strong>de</strong>rd<br />

is, dat <strong>het</strong> intellect meer vermag te presteeren<br />

dan <strong>het</strong> zuiver instinct, van datzelf<strong>de</strong> oogenblik af<br />

zullen ook <strong>de</strong> overgeerf<strong>de</strong> mechanismen meer en<br />

meer hun volmaaktheid verliezen en <strong>de</strong> functies <strong>de</strong>r<br />

hersenwerkzaamheid, of zooals von Hartmann <strong>het</strong><br />

noemt, ,,die Nachmeisselung <strong>de</strong>r Hirnpradisposition",<br />

door individueele ervaring meer op <strong>de</strong>n <strong>voor</strong>grond<br />

tre<strong>de</strong>n. Dat zulks echter mogelijk is, daar<strong>voor</strong><br />

zorgen <strong>de</strong> jeugdspelen <strong>de</strong>r dieren, waardoor<br />

alleen <strong>de</strong>ze ontwikkeling tijdig en volledig kan<br />

plaats vin<strong>de</strong>n. Zoo*zegt ook Bastian Schmid: ,,<strong>het</strong><br />

spel draagt er toe bij, <strong>de</strong> lichamelijke wapens te<br />

oefenen, <strong>de</strong> zintuigen te scherpen en <strong>de</strong> karaktereigenschappen<br />

te doen ontwaken. Dat is zijn doel.<br />

Hieruit blijkt dus <strong>de</strong> groote biologische beteekenis<br />

<strong>de</strong>r spelen. Algemeen wordt thans aangenomen, dat<br />

<strong>de</strong> tijd <strong>de</strong>r jeugd, die slechts bij relatief hoog staan<strong>de</strong><br />

soorten <strong>voor</strong>komt, tot doel heeft <strong>het</strong> dier <strong>de</strong>n noodigen<br />

tijd te geven, om zich aan zijn ingewikkel<strong>de</strong>,<br />

door instincten alleen niet meer op te lossen levenstaak<br />

aan te passen. Hoe hooger <strong>het</strong> meesterschap,<br />

<strong>de</strong>s te langer duurt <strong>de</strong> leertijd. Als dit juist is, dan


OORZAAK EN DOEL VAN HET SPEL 53<br />

komcn als leermid<strong>de</strong>l in <strong>de</strong> allereerste plaats <strong>de</strong><br />

spelen in aanmerking. Daarbij dringt zich dan <strong>de</strong><br />

vraag op, of wellicht <strong>de</strong> jeugd ter wille van <strong>de</strong><br />

spelen bestaat? De dieren zou<strong>de</strong>n dan niet, zooals<br />

men veelal meent, spelen omdat zij jong en dartel<br />

zijn, maar men zou moeten zeggen: <strong>de</strong> dieren bezitten<br />

een jeugd, opdat zij spelen kunnen. Zoo heet<br />

<strong>het</strong> ook bij Clapare<strong>de</strong>: ,,<strong>de</strong> jeugd dient om te spelen<br />

en om na te bootsen." Daardoor alleen toch<br />

wordt <strong>het</strong> hun mogelijk gemaakt <strong>de</strong> — op zich<br />

zelf onvoldoen<strong>de</strong> — erfelijke vermogens door individueele<br />

ervaring tijdig zoodanig te volmaken, dat<br />

<strong>de</strong> dieren tegen <strong>de</strong> eischen van <strong>het</strong> leven opgewassen<br />

zijn. Natuurlijk kunnen en zullen ook an<strong>de</strong>re,<br />

ook physiologische re<strong>de</strong>nen <strong>voor</strong> <strong>het</strong> aanwezig zijn<br />

van een jeugdperio<strong>de</strong> <strong>voor</strong>komen, maar <strong>voor</strong>zoover<br />

<strong>de</strong>ze tijd ten doel heeft <strong>het</strong> dier <strong>voor</strong> zijn toekomstige<br />

levenstaak te bekwamen, moet in <strong>de</strong> eerste<br />

plaats aan <strong>de</strong> spelen gedacht wor<strong>de</strong>n. Deze opvatting<br />

<strong>de</strong>r beteekenis van <strong>het</strong> spel komt, hoewel min<strong>de</strong>r<br />

dui<strong>de</strong>lijk, ook reeds bij eenige <strong>voor</strong>loopers van<br />

Groos, zooals <strong>de</strong>n beken<strong>de</strong>n Frobel en <strong>de</strong>n Engelschen<br />

geneeskundige Stratchan, <strong>voor</strong>.<br />

Kirkpatrick wil <strong>de</strong> theorien van Spencer en<br />

Groos combineeren, door er op te wijzen, dat in<strong>de</strong>rdaad<br />

<strong>het</strong> spel, zooals <strong>de</strong> laaste zegt, dient om<br />

elke aangeboren aandrift, die in <strong>het</strong> latere leven<br />

noodig zal zijn, in <strong>de</strong> jeugd te ontwikkelen, maar<br />

dat daartoe steeds een zekere dosis kracht beschikbaar<br />

moet zijn. Deze is in zoo verre overschot, als<br />

zij tot iets an<strong>de</strong>rs dan een noodzakelijk doel gebruikt<br />

kan wor<strong>de</strong>n. Dit geldt, zooals reeds gezegd<br />

werd, alleen van <strong>de</strong> hooger ontwikkel<strong>de</strong> dieren en<br />

tevens van <strong>het</strong> kind. Tegenover <strong>de</strong> instinktdieren,<br />

zooals <strong>de</strong> mieren en bijen, die van hun geboorte af


54<br />

HOOFDSTUK II<br />

zulke merkwaardig volledig ontwikkel<strong>de</strong> instincten<br />

bezitten, dat zij geen behoefte hebben aan een leertijd,<br />

dus ook niet aan een jeugd, want zij tre<strong>de</strong>n<br />

zoo goed als volledig toegerust <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n strijd om<br />

<strong>het</strong> bestaan in <strong>het</strong> leven, plaatst Karl Camillo<br />

Schnei<strong>de</strong>r <strong>de</strong> initiatief dieren, die bij <strong>de</strong> geboorte nog<br />

geheel hulpbehoevend zijn, n.l. <strong>de</strong> hooger ontwikkel<strong>de</strong><br />

dieren en <strong>de</strong> mensch. Zij hebben een leertijd<br />

noodig, waarin zij, on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> op zich zelf weer instinctieve<br />

leiding en verzorging door <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs, <strong>de</strong><br />

<strong>voor</strong> hun later zelfstandig bestaan onmisbare<br />

eigenschappen en bekwaamhe<strong>de</strong>n moeten verwerven.<br />

Deze leertijd, hun ontwikkelings- en groeiperio<strong>de</strong>,<br />

is <strong>de</strong> tijd <strong>de</strong>r jeugd. ,,Zij is <strong>de</strong>s te langer,<br />

naarmate <strong>het</strong> meesterschap grooter is, dat <strong>de</strong> natuur<br />

van <strong>het</strong> organisme verwacht. Zij duurt daarom <strong>het</strong><br />

langst bij <strong>de</strong>n mensch, bij wien zij een aanzienlijk<br />

ge<strong>de</strong>elte van zijn leven beslaat/' Het jonge zoogdier<br />

is bij zijn geboorte zoo hulpbehoevend in vergelijking<br />

met <strong>de</strong> lager staan<strong>de</strong> instinctdieren, omdat<br />

<strong>de</strong> talrijke aangeboren instincten nog onontwikkeld<br />

zijn, behoefte aan aanvulling noodig hebben. Zulks<br />

geldt in nog hoogere mate van <strong>het</strong> kind. Bij <strong>het</strong><br />

kind moeten, te beginnen met <strong>de</strong> eenvoudigste<br />

lichaamsbewegingen, zooals trappelen, grijpen, lallen,<br />

stamelen, stap <strong>voor</strong> stap alle lichamelijke en<br />

psychische functies, tot <strong>de</strong> fantasie, <strong>het</strong> <strong>de</strong>nken en<br />

willen toe, binnen <strong>het</strong> bereik van <strong>het</strong> als oefening<br />

dienen<strong>de</strong> spel geraken, zoodat <strong>het</strong> zich, zegt Groos,<br />

,,zon<strong>de</strong>r een begrip te hebben van <strong>de</strong> diepere biologische<br />

beteekenis, <strong>het</strong> <strong>voor</strong> <strong>het</strong> leven onmisbare<br />

grondkapitaal aan lichamelijke en geestelijke vaardighe<strong>de</strong>n<br />

verschaft. Als geheel genomen, een prachtprestatie<br />

<strong>de</strong>r natuur." Het kind moet dus leereti, in<br />

<strong>de</strong> eerste plaats leeren zich zelf te helpen. Ge<strong>de</strong>elte-


OORZAAK EN DOEL VAN HET SPEL 55<br />

lijk geschiedt dit door <strong>de</strong> hulp <strong>de</strong>r ou<strong>de</strong>rs, door <strong>de</strong><br />

opvoeding. Deze hulp van buiten af, die daarenboven<br />

bij <strong>de</strong> dieren slechts gering is, vermag echter<br />

niet alles te doen. Door eigen initiatief zal <strong>het</strong> jonge<br />

schepsel met behulp van ervaring en oefening zich<br />

ver<strong>de</strong>r moeten ontwikkelen, en dit geschiedt door<br />

<strong>het</strong> spel. ,,Het spel," heet <strong>het</strong> ook bij Clapare<strong>de</strong>,<br />

in overeenstemming met Carr, verschaft aan <strong>het</strong><br />

organisme o.a. <strong>de</strong>n prikkel, die noodig is <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n<br />

groei <strong>de</strong>r organen, en hij licht dit met talrijke <strong>voor</strong>beel<strong>de</strong>n<br />

toe. Ook Biihler huldigt <strong>de</strong>ze opvatting,<br />

want, zegt hij: ,,Het spel verschaft <strong>de</strong> langdurige<br />

oefening, die <strong>de</strong>n nog onvoltooi<strong>de</strong>n, vormbaren<br />

aanleg noodig heeft, of juister, <strong>het</strong> is zelf <strong>de</strong>ze<br />

oefening," en <strong>de</strong> tijd, door <strong>de</strong> natuur gegeven om<br />

<strong>de</strong>ze spelen te beoefenen, is <strong>de</strong> tijd <strong>de</strong>r jeugd.<br />

Nog eenige an<strong>de</strong>re speeltheorieen moeten hier, al<br />

is <strong>het</strong> zeer beknopt, vermeld wor<strong>de</strong>n. Vooreerst <strong>de</strong><br />

verzwakkingstheorie van een aantal Amerikaansche<br />

physiologen, zooals Hall, Allin en Gulick. Volgens<br />

hen zou <strong>het</strong> doel van <strong>het</strong> spel zijn een aantal lagere<br />

instincten, die nog als rudimenten, uit <strong>de</strong>n oertijd<br />

van <strong>de</strong>n mensch, overgebleven en op <strong>de</strong>n duur tot<br />

on<strong>de</strong>rgang gedoemd zijn, op onschuldige wijze gelegenheid<br />

te geven in werking te tre<strong>de</strong>n en juist<br />

daardoor steeds meer te verzwakken. Deze theorie<br />

heeft ernstig bestrijding on<strong>de</strong>rvon<strong>de</strong>n door Clapare<strong>de</strong>,<br />

Groos e.a. Zij meenen, dat door <strong>het</strong> spel wel<br />

erfelijke instincten rudimentair kunnen wor<strong>de</strong>n,<br />

echter op een an<strong>de</strong>re wijze als door Hall c.s. wordt<br />

aangenomen. Zoodra n.l. in <strong>de</strong> opeenvolgen<strong>de</strong> reeks<br />

<strong>de</strong>r leven<strong>de</strong> wezens <strong>het</strong> oogenblik intreedt, dat <strong>de</strong><br />

verworven eigenschappen sommige han<strong>de</strong>lingen gemakkelijker<br />

kunnen verrichten dan een in alle bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n<br />

overgeerfd mechanisme, zal dit laatste


56<br />

HOOFDSTUK II<br />

beginnen achteruit te gaan, omdat <strong>het</strong> langzamerhand<br />

min<strong>de</strong>r volkomen wordt overgeerfd. Op <strong>de</strong>ze<br />

wijze wordt aan <strong>de</strong> selectie <strong>de</strong> mogelijkheid gegeven<br />

<strong>de</strong> blin<strong>de</strong> macht <strong>de</strong>r instincten te verzwakken en in<br />

plaats daarvan <strong>de</strong> zelfstandige ontwikkeling van <strong>het</strong><br />

intellect steeds meer te begunstigen. Op <strong>het</strong> oogenblik,<br />

dat <strong>de</strong>ze ontwikkeling zoo ver is <strong>voor</strong>tgeschre<strong>de</strong>n,<br />

dat in <strong>de</strong>n ,,struggle for life" <strong>het</strong> intellect<br />

nuttiger kan werken dan <strong>het</strong> instinct, zal <strong>de</strong> natuurlijke<br />

teeltkeus zulke individuen begunstigen,<br />

waarbij <strong>de</strong> instincten reeds in min<strong>de</strong>r volledigen<br />

vorm, min of meer rudimentair, aanwezig zijn.<br />

In <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> plaats is <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> katharsistheorie,<br />

<strong>de</strong> leer <strong>de</strong>r zuivering, die reeds door Aristoteles tot<br />

verklaring van <strong>het</strong> genot van <strong>het</strong> tragische werd<br />

opgesteld, door Carr op <strong>het</strong> spel toegepast. Volgens<br />

hem zou <strong>het</strong> doel van vele spelen hierin bestaan,<br />

dat instincten, die behou<strong>de</strong>n bleven, maar in ons<br />

dagelijksch leven eer<strong>de</strong>r scha<strong>de</strong>lijk dan nuttig werken,<br />

in <strong>het</strong> onschuldige spel tot ontlading kunnen<br />

komen. Op <strong>de</strong>ze wijze wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> instincten niet<br />

verzwakt, niet on<strong>de</strong>rdrukt, maar eenvoudig in onscha<strong>de</strong>lijke<br />

banen afgeleid. Daarbij wordt feitelijk<br />

niet <strong>de</strong> werkzaamheid zelf, maar slechts <strong>de</strong> er<br />

me<strong>de</strong> verbon<strong>de</strong>n emotie gelegenheid gegeven tot<br />

ontlading en <strong>de</strong>ze is daarenboven niet duurzaam,<br />

maar slechts van tij<strong>de</strong>lijken aard. De jongens b.v.,<br />

die met elkan<strong>de</strong>r stoeien, verliezen daardoor niet<br />

<strong>voor</strong> goed <strong>het</strong> kampinstinct, dat zij in ernstige gevallen<br />

van <strong>het</strong> latere leven niet kunnen .missen,<br />

maar <strong>het</strong> geeft aan <strong>de</strong> met dit instinct verbon<strong>de</strong>n<br />

emotie geduren<strong>de</strong> korten tijd gelegenheid zich te<br />

uiten en <strong>voor</strong>komt daardoor dat <strong>de</strong>ze zich an<strong>de</strong>rs<br />

wellicht op een sociaal seha<strong>de</strong>lijke wijze, b.v. door<br />

straatschen<strong>de</strong>rij, zou ontlasten. Zoo ook geeft <strong>het</strong>


OORZAAK EN DOEL VAN HET SPEL 57<br />

aan vele personen, die zich driftig maken, een gevoel<br />

van verlichting en doet <strong>het</strong> hun drift vermin<strong>de</strong>ren,<br />

als zij een <strong>de</strong>ur kunnen dicht smakken, een<br />

bord stuk gooien of ergens op kunnen slaan, b.v.<br />

met <strong>de</strong> vuist op <strong>de</strong> tafel of met een stok op <strong>de</strong>n<br />

grond. Tegen <strong>de</strong>ze theorie is aan te voeren, dat zij<br />

alleen op <strong>de</strong>n physiologischen kant van <strong>het</strong> spel<br />

let en dus <strong>de</strong> biologische verklaring van Groos onaangetast<br />

laat. Hetzelf<strong>de</strong> geldt van <strong>de</strong> meening van<br />

Appleton, volgens wien men niet van instincten,<br />

maar van instinctieve neigingen moet spreken, die<br />

al naar gelang van <strong>het</strong> milieu, waarin <strong>het</strong> kind<br />

zich bevindt, of <strong>de</strong> reacties, die <strong>het</strong> on<strong>de</strong>rgaat, <strong>het</strong><br />

er toe brengen nu eens han<strong>de</strong>lingen uit <strong>het</strong> verle<strong>de</strong>n<br />

van <strong>het</strong> menschelijk geslacht, dan weer verschijnselen<br />

van zijn toekomstig leven uit te beel<strong>de</strong>n.<br />

Meer waar<strong>de</strong> dan aan <strong>de</strong> katharsistheorie is aan<br />

<strong>de</strong> door Konrad Lange opgestel<strong>de</strong> aanvultingstheorie<br />

toe te kennen. Zij berust op <strong>de</strong> stelling, dat<br />

<strong>het</strong> spel niet alleen <strong>voor</strong>oefening, maar tevens ver<strong>de</strong>re<br />

oefening is. Zoo zal <strong>het</strong> <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n volwassen<br />

natuurmensch een <strong>voor</strong><strong>de</strong>el in <strong>de</strong>n strijd om <strong>het</strong><br />

bestaan vormen, als hij zijn lichamelijke behendigheid<br />

niet alleen toepast in <strong>de</strong>n strijd met vijan<strong>de</strong>n<br />

of op <strong>de</strong> jacht, maar ook in rustige tij<strong>de</strong>n door<br />

oefeningen bij <strong>het</strong> spel on<strong>de</strong>rhoudt en ver<strong>de</strong>r ontwikkelt,<br />

b.v. door spiegelgevechten en krijgsdansen.<br />

Hetzelf<strong>de</strong> geldt van <strong>de</strong> rid<strong>de</strong>rlijke oefeningen en <strong>de</strong><br />

sport bij beschaaf<strong>de</strong> volken. Hoogere beschaving<br />

beteekent ver<strong>de</strong>eling van arbeid en ver<strong>de</strong>eling van<br />

arbeid eenzijdigheid. In <strong>het</strong> spel nu heeft <strong>het</strong> kind<br />

en nog meer <strong>de</strong> volwassene gelegenheid <strong>de</strong>ze eenzijdigheid<br />

van <strong>het</strong> dagelijksch leven, zoowel in physiek<br />

als in geestelijk opzicht, te vermin<strong>de</strong>ren. Zoo<br />

meent dan ook Adolf Mayer, dat <strong>het</strong> stellig geen


58 HOOFDSTUK II<br />

toeval is, dat Engeland, waar <strong>de</strong> eenzijdigheid van<br />

<strong>het</strong> mo<strong>de</strong>rne economische leven <strong>het</strong> sterkst op <strong>de</strong>n<br />

<strong>voor</strong>grond treedt, tevens <strong>het</strong> land van <strong>de</strong> sport is,<br />

waaraan men zich hier met een hartstocht overgeeft,<br />

die aan an<strong>de</strong>re naties ,,eenvoudig raadselachtig<br />

toeschijnt". En welke beteekenis <strong>de</strong>ze sport, <strong>het</strong><br />

spel dus, <strong>voor</strong> <strong>het</strong> werkelijke leven bezit, heeft <strong>de</strong><br />

Wereldoorlog voldoen<strong>de</strong> geleerd. Niet min<strong>de</strong>r groot<br />

is <strong>de</strong> invloed op geestelijk gebied van <strong>de</strong> zoogenaam<strong>de</strong><br />

illusiespelen. Vooreerst wordt door dit zelfbedrog,<br />

waardoor <strong>het</strong> meisje zijn pop, <strong>de</strong> knaap zijn<br />

stokpaardje als werkelijk levend beschouwt, <strong>de</strong> belangstelling<br />

in <strong>het</strong> spel verhoogd en dit langer en<br />

levendiger volgehou<strong>de</strong>n, en in <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> plaats<br />

wordt <strong>de</strong> geestelijke horizon van <strong>het</strong> kind er aanmerkelijk<br />

door vergroot. Geen opvoe<strong>de</strong>r, zegt Groos,<br />

al ware hij nog zoo geniaal, zou aan <strong>het</strong> kind zulke<br />

onmetelijke schatten van nieuwe <strong>voor</strong>stellingen<br />

kunnen schenken, als <strong>het</strong> spel met zijn makkers <strong>het</strong><br />

zon<strong>de</strong>r eenige inspanning verschaft. Nochtans is <strong>de</strong><br />

opmerking van Carr juist, dat <strong>de</strong> <strong>voor</strong>oefening <strong>de</strong>r<br />

instincten niet <strong>het</strong> eenige doel van <strong>het</strong> spel vormt,<br />

daar zijn biologisch nut ver<strong>de</strong>r reikt.<br />

Uit <strong>het</strong> <strong>voor</strong>afgaan<strong>de</strong> blijkt dus, dat in ou<strong>de</strong>ren<br />

en nieuweren tijd verschillen<strong>de</strong> theorien zijn opgesteld<br />

omtrent oorzaak en doel van <strong>het</strong> spel. De<br />

vraag of een van <strong>de</strong>ze <strong>de</strong> <strong>voor</strong>keur verdient, zoodat<br />

zij alleen in staat is alle verschijnselen van <strong>het</strong> spel<br />

te verklaren, moet ontkennend beantwoord wor<strong>de</strong>n,<br />

want, zooals ook Dr. Wijnaendts Francken op~<br />

merkt, is <strong>het</strong> niet noodig aan een van <strong>de</strong>ze, met<br />

uitsluiting van alle an<strong>de</strong>re, een brevet van juistheid<br />

te geven. Wel geeft die van Groos, aangevuld<br />

met die van Lange, <strong>de</strong> meest volledige verklaring,<br />

nochtans bevatten sommige <strong>de</strong>r overige theorieen


OORZAAK EN DOEL VAN HET SPEL 59<br />

eveneens een kern van waarheid. Zulks is <strong>de</strong>s te<br />

waarschijnlijker, omdat wij omtrent <strong>het</strong> zieleleven<br />

en diens innigste drijfveeren nog zoo weinig met<br />

zekerheid weten. Dit geldt reeds van <strong>de</strong>n mensch,<br />

maar in nog veel hoogere mate bij <strong>de</strong> dieren, waarbij,<br />

ten minste als wij op <strong>de</strong> hooger ontwikkel<strong>de</strong><br />

dieren letten, wel <strong>de</strong>gelijk van een zieleleven mag<br />

gesproken wor<strong>de</strong>n. En van <strong>de</strong> dieren moeten wij<br />

uitgaan, als wij <strong>het</strong> spel van <strong>de</strong>n mensch en in <strong>het</strong><br />

bijzon<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren willen leeren begrijpen.<br />

Zijn <strong>de</strong>ze laatste behoorlijk verklaard, dan leveren<br />

die van volwassen personen weinig moeilijkhe<strong>de</strong>n<br />

meer op.


HOOFDSTUK III<br />

DE VOORNAAMSTE SPELEN DER<br />

DIEREN<br />

In<strong>de</strong>eling <strong>de</strong>r spelen<br />

DE eerste en tot dusver eenige, die een<br />

behoorlijke, systematische in<strong>de</strong>eling <strong>de</strong>r<br />

spelen heeft gegeven, is Prof. Karl<br />

Groos, dien wij dan ook zullen volgen.<br />

Hij on<strong>de</strong>rscheidt <strong>voor</strong>eerst twee groepen van spelen,<br />

waarvan <strong>de</strong> eerste die omvat, waarbij <strong>het</strong> om<br />

lichaamsbewegingen gaat. Deze zijn volgens hem<br />

noodig, omdat <strong>de</strong> instincten in <strong>de</strong> jeugd nog niet<br />

voldoen <strong>de</strong> ontwikkeld zijn en door oefening<br />

meer volmaakt moeten wor<strong>de</strong>n. Hiertoe behooren<br />

<strong>de</strong> spelen van geheel jonge individuen met<br />

<strong>de</strong> bewegings- en spreekorganen, <strong>de</strong> spelen<strong>de</strong> veran<strong>de</strong>ring<br />

van plaats en <strong>de</strong> jachtspelen. Deze kunnen<br />

alle zon<strong>de</strong>r <strong>voor</strong>beeld beoefend wor<strong>de</strong>n. Tot <strong>de</strong><br />

twee<strong>de</strong> groep behooren zulke spelen, waarbij steeds<br />

een combinatie van minstens twee instincten optreedt:<br />

een nog slechts rudimentair aanwezige, dus<br />

reeds min of meer verzwakte aandrift, en daarnaast<br />

<strong>de</strong> nabootsing, al is <strong>de</strong>ze laatste niet als een zuiver<br />

instinct te beschouwen. Hiertoe behoort b.v.<br />

<strong>het</strong> leeren zingen van jonge vogels, <strong>het</strong> blaffen van<br />

jonge hon<strong>de</strong>n en <strong>voor</strong>al <strong>de</strong> nabootsingsspelen van<br />

jeugdige kin<strong>de</strong>ren. Dat hierbij een erfelijke aandrift<br />

me<strong>de</strong> een rol moet spelen, volgt reeds uit <strong>het</strong><br />

feit, dat jongens en meisjes zich met geheel verschillen<strong>de</strong><br />

spelen vermaken, b.v. jongens met bouwen<br />

mechanodoozen, vroeger veel met soldaten,


DE VOORNAAMSTE SPELEN DER DIEREN 61<br />

meisjes met poppen. Somtijds is <strong>de</strong> zucht tot nabootsing<br />

zoo sterk, dat <strong>de</strong>ze <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re instincten geheel<br />

overvleugelt, b.v. apen, die allerhan<strong>de</strong> menschelijke<br />

werkzaamhe<strong>de</strong>n nadoen (Fig. 8), papegaaien,<br />

die van zelf leeren spreken, kin<strong>de</strong>ren, die schooltje,<br />

moe<strong>de</strong>rtje enz. spelen.<br />

De aandrift tot nabootsing is in vele gevallen als<br />

een zuiver erfelijke eigenschap te beschouwen, zooals<br />

<strong>het</strong> zoeken van voedsel, <strong>de</strong> vlucht <strong>voor</strong> vijan<strong>de</strong>n,<br />

enz. Wel geeft <strong>het</strong> <strong>voor</strong>beeld van soortgenooten<br />

<strong>de</strong>n stoot tot <strong>de</strong>rgelijke han<strong>de</strong>lingen, maar <strong>het</strong><br />

versterkt ze niet en veran<strong>de</strong>rt evenmin <strong>de</strong> wijze,<br />

waarop <strong>het</strong> dier gewend is ze te verrichten. Thorndike<br />

en Small constateer<strong>de</strong>n, dat dieren, die kon<strong>de</strong>n<br />

toezien, hoe soortgenooten <strong>de</strong> <strong>de</strong>ur van hun kooi<br />

open<strong>de</strong>n, <strong>de</strong>ze <strong>voor</strong> hen nieuwe beweging niet vlugger<br />

leer<strong>de</strong>n dan an<strong>de</strong>re, die <strong>het</strong> niet bijgewoond had<strong>de</strong>n.<br />

Zoo heeft <strong>het</strong> volgens hen bij <strong>de</strong> dressuur van<br />

hon<strong>de</strong>n of paar<strong>de</strong>n geen invloed, dat zij <strong>voor</strong>af bij<br />

<strong>het</strong> africhten van soortgenooten aanwezig zijn. Het<br />

schijnt dus, dat <strong>de</strong> neiging iets na te bootsen bij<br />

dieren, uitgezon<strong>de</strong>rd apen en sommige vogelsoorten,<br />

niet zoo sterk ontwikkeld is, dat zij hen er toe<br />

brengt nieuwe han<strong>de</strong>lingen te verrichten enkel en<br />

alleen op grond van <strong>het</strong>geen zij waarnemen. Daarentegen<br />

over staat <strong>het</strong> oor<strong>de</strong>el van verschillen<strong>de</strong> an<strong>de</strong>re<br />

on<strong>de</strong>rzoekers en van dresseurs, dat vele dieren<br />

iets leeren, althans kunnen leeren, van <strong>het</strong> zien<br />

doen door an<strong>de</strong>re dieren. Zoo wordt bij <strong>de</strong> africhting<br />

van paar<strong>de</strong>n, volgens Qua<strong>de</strong>kkers' Paar<strong>de</strong>nboek,<br />

gebruik gemaakt van een dier, dat reeds ,,geleerd<br />

is" en dat daarom <strong>de</strong>n naam van ,,school -<br />

meester" draagt. De zaak is misschien aldus te verklaren,<br />

dat als <strong>de</strong> dieren een han<strong>de</strong>ling zien, waartoe<br />

zij erfelijk <strong>de</strong> aandrift bezitten, zij ze wel na-


Fig. 8. Aap met zonnescherm zijner meesteres.


DE VOORNAAMSTE SPELEN DER DIEREN 63<br />

bootsen, misschien zelfs <strong>de</strong> wijze veran<strong>de</strong>ren, waarop<br />

zij gewend waren ze vroeger uit te voeren. Dat<br />

<strong>de</strong> bij apen en kin<strong>de</strong>ren sterk ontwikkel<strong>de</strong> nabootsingszucht<br />

<strong>voor</strong> <strong>de</strong> laatste een groote opvoe<strong>de</strong>n<strong>de</strong><br />

waar<strong>de</strong> bezit, is algemeen bekend.<br />

Groos on<strong>de</strong>rscheidt bij <strong>de</strong> spelen <strong>de</strong>r dieren 9<br />

groepen, waarvan sommige weer in een aantal on<strong>de</strong>raf<strong>de</strong>elingen<br />

gesplitst kunnen wor<strong>de</strong>n, zoodat<br />

men in <strong>het</strong> geheel niet min<strong>de</strong>r dan 17 verschillen<strong>de</strong><br />

rubrieken verkrijgt. Zoo komt men tot <strong>het</strong> volgend<br />

overzicht.<br />

1. Experimenteer- of probeer-spelen.<br />

2. Bewegingsspelen.<br />

3. Jachtspelen.<br />

a. Met een leven<strong>de</strong>, werkelijke prooi.<br />

b. Met een leven<strong>de</strong> schijnprooi.<br />

c. Met een levenlooze schijnprooi.<br />

7. Kampspelen.<br />

a. Plagen.<br />

b. Stoeien van jonge dieren.<br />

c. Schijngevechten van volwassen dieren.<br />

5. Lief<strong>de</strong>spelen.<br />

a. Lief<strong>de</strong>spelen van jonge dieren.<br />

b. Bewegingskunsten.<br />

c. Het vertoonen van mooie of opvallen<strong>de</strong><br />

kleuren en vormen.<br />

d. Het uiten van geruisch of tonen.<br />

c. Het coquetteeren <strong>de</strong>r wijfjes.<br />

6. Bouwkunst.<br />

7. Verpleegspelen.<br />

8. Nabootsingsspelen.<br />

9. Nieuwsgierigheid.


64 HOOFDSTUK III<br />

Achtereenvolgens verdienen <strong>de</strong>ze groepen een, al<br />

is <strong>het</strong> slechts beknopte bespreking, waarbij die <strong>de</strong>r<br />

lief<strong>de</strong>spelen <strong>het</strong> laatst behan<strong>de</strong>ld zal wor<strong>de</strong>n, omdat<br />

zij een <strong>voor</strong>afgaan<strong>de</strong>, niet al te gemakkelijke<br />

verklaring verlangt.<br />

2. De experimenteerspelen<br />

Deze groep, die door Jean Paul <strong>het</strong> eerst met <strong>de</strong>n<br />

thans algemeen gebruikelijken naam experimenteerspelen<br />

werd aangeduid en die men ook probeetspelen<br />

zou kunnen noemen, omvat <strong>de</strong> beweging van jonge<br />

dieren, waardoor zij in <strong>de</strong> eerste plaats <strong>de</strong> heerschappij<br />

over hun eigen organen, later echter ook<br />

over an<strong>de</strong>re dingen verkrijgen. Daartoe behoort <strong>het</strong><br />

uitrekken en intrekken <strong>de</strong>r le<strong>de</strong>maten, <strong>het</strong> tasten,<br />

grijpen, krabben, knagen, <strong>het</strong> oefenen <strong>de</strong>r stem, <strong>het</strong><br />

<strong>voor</strong>tbrengen van an<strong>de</strong>re gelui<strong>de</strong>n, <strong>het</strong> verscheuren,<br />

stuk bijten, uiteen rafelen, stooten, opheffen en<br />

laten vallen van <strong>voor</strong>werpen. Zulke oefeningsbewegingen<br />

zijn van fundamenteele beteekenis <strong>voor</strong> alle<br />

overige levensverrichtingen van <strong>het</strong> dier. Zij geven<br />

n.l. in lichamelijk opzicht aanleiding tot <strong>het</strong> leeren<br />

beheerschen van <strong>het</strong> eigen lichaam en dienen psychisch<br />

tot ontwikkeling van <strong>de</strong> zintuigen, tot <strong>het</strong><br />

verkrijgen van ruimtebegrippen, tot versterking van<br />

<strong>de</strong>n wil, van <strong>het</strong> geheugen enz. Zij vormen <strong>de</strong>n<br />

algemeenen grondslag, van waaruit <strong>de</strong> afzon<strong>de</strong>rlijke<br />

spelen tot ontwikkeling komen.<br />

,,Met <strong>het</strong> rekken <strong>de</strong>r le<strong>de</strong>maten," zeggen <strong>de</strong> Gebroe<strong>de</strong>rs<br />

Muller, ,,treedt <strong>de</strong> jonge hond in <strong>het</strong> eerste<br />

stadium <strong>de</strong>r kin<strong>de</strong>rspelen". Jonge hon<strong>de</strong>n beginnen<br />

ook reeds vroeg aan alle houten <strong>voor</strong>werpen en<br />

zelfs aan hun eigen pooten te knagen. Het spel<br />

met <strong>de</strong>n eigen staart is aanvankelijk eveneens een


DE VOORNAAMSTE SPELEN DER DIEREN 65<br />

zuiver probeerspel; maar als <strong>het</strong> staartein<strong>de</strong> bij elke<br />

wending hun weer tartend schijnt te ontwijken,<br />

treedt vermoe<strong>de</strong>lijk spoedig iets van <strong>het</strong> jachtinstinct<br />

op. Jonge katjes spelen op <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> wijze<br />

met hun staart, of zij oefenen zich in <strong>het</strong> grijpen en<br />

vasthou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> nagels hunner pooten. Ook jon -<br />

ge panters spelen met hun staart en Brehm zag hoe<br />

jonge poema's met <strong>de</strong>n staart <strong>de</strong>r moe<strong>de</strong>r speel<strong>de</strong>n.<br />

lets <strong>de</strong>rgelijks valt bij alle dieren van <strong>het</strong> kattengeslacht<br />

waar te nemen en meestal zal daarbij,<br />

zooals gezegd, reeds spoedig ook <strong>het</strong> jachtinstinct<br />

zijn invloed doen gel<strong>de</strong>n. In <strong>het</strong> algemeen is <strong>het</strong><br />

moeilijk, in vele gevallen zelfs onmogelijk, een<br />

scherpe grens te trekken tusschen <strong>het</strong> algemeen?<br />

experimenteeren en <strong>de</strong> afzon<strong>de</strong>rlijke spelen.<br />

De neiging om te experimenteeren is bij <strong>het</strong> dier<br />

niet alleen toe te schrijven aan <strong>de</strong> zucht naar bevrediging<br />

van <strong>het</strong> instinct. Er komt waarschijnlijk<br />

in <strong>het</strong> zieleleven van <strong>het</strong> dier reeds een fijner<br />

psychisch verschijnsel bij, dat volgens Preyer te<br />

zoeken is in ,,<strong>de</strong> vreug<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> macht, aan <strong>het</strong><br />

oorzaak zijn, die <strong>de</strong> zuigeling on<strong>de</strong>rvindt, als hij<br />

een stuk papier in hon<strong>de</strong>rd snippers verscheurt."<br />

Dit gevoel nu, meent Groos, zal ook bij <strong>de</strong> dieren<br />

aanwezig zijn en juist bij <strong>het</strong> experimenteeren dikwijls<br />

een bij verschijnsel van <strong>de</strong> werking <strong>de</strong>r in<br />

stincten vormen. Ook bij volwassen menschen is <strong>de</strong><br />

vreug<strong>de</strong> van <strong>het</strong> oorzaak te zijn ,,bespottelijk<br />

groot". Hebben niet duizen<strong>de</strong>n <strong>de</strong> behoefte om met<br />

elk potlood ergens op te krassen, op elke wan<strong>de</strong>ling<br />

een twijg of graanhalm of bloemstengel af'te<br />

breken, <strong>de</strong> sneeuw, die op een muur ligt, met <strong>de</strong>n<br />

wan<strong>de</strong>lstok af te strijken, steentjes <strong>voor</strong>t te schoppen,<br />

op ramen of hekjes te trommelen, broodkogeltjes<br />

bij tafel te kne<strong>de</strong>n, wijnglazen te laten rinke-<br />

Het Spel 5


66 HOOFDSTUK III<br />

len, lucifers stuk te breken enz. Zoo ongeveer als<br />

bij <strong>de</strong>n mensch, zal <strong>het</strong> ook bij <strong>de</strong> dieren gaan. De<br />

drang om te experimenteeren blijft bij toenemen<strong>de</strong>n<br />

leeftijd in meer<strong>de</strong>re of min<strong>de</strong>re mate bestaan, gaat<br />

steeds meer van <strong>de</strong>n zuiver instinctieven grondslag<br />

tot meer vrije, individueele han<strong>de</strong>lingen over, en <strong>het</strong><br />

hooger georganiseer<strong>de</strong> dier gevoelt daarbij vermoe<strong>de</strong>lijk<br />

ook iets van <strong>het</strong> genot <strong>de</strong>r macht <strong>de</strong> oorzaak<br />

van iets te zijn. Daartoe is b.v. te rekenen <strong>de</strong> neiging<br />

van vele berensoorten, meer in <strong>het</strong> bijzon<strong>de</strong>r<br />

van <strong>de</strong>n waschbeer, om allerlei <strong>voor</strong>werpen te wasschen,<br />

hoewel <strong>het</strong> eigenlijk meer een rondplassen in<br />

<strong>het</strong> water is, <strong>het</strong> stuk knagen van stukken hout<br />

door hon<strong>de</strong>n, <strong>de</strong> vernielzucht van apen en ook wel<br />

van an<strong>de</strong>re dieren. Van een olifant in <strong>de</strong>n dieren -<br />

tuin te Kassel wordt verteld, dat hij in <strong>de</strong> woning<br />

van een oppasser wist door te dringen, hier alles<br />

wat niet nagelvast was, zooals stoelen, tafels, spiegels,<br />

schil<strong>de</strong>rijen, bed<strong>de</strong>goed enz. van hun plaats<br />

haal<strong>de</strong>, op een hoop leg<strong>de</strong> en vervolgens plat trad,<br />

waarna hij in een naburig weiland ging wan<strong>de</strong>len<br />

en zich gedroeg alsof niets gebeurd was. Deze vernielzucht<br />

is niets an<strong>de</strong>rs dan ,,een ver verbrei<strong>de</strong><br />

soort van experimenteeren". Van apen is zij spreekwoor<strong>de</strong>lijk<br />

en zijn <strong>voor</strong>beel<strong>de</strong>n in menigte aan te<br />

wijzen. Zoo vertelt <strong>de</strong> zuster van Romanes, die<br />

<strong>voor</strong> haar broer een capucijner-aap in observatie<br />

had, hoe hij kleedingstukken verniel<strong>de</strong>, alle mogelijke<br />

<strong>voor</strong>werpen, zelfs een groote waschtafel met<br />

zwaar marmeren blad, van hun plaats haal<strong>de</strong>, met<br />

stokken in <strong>het</strong> vuur pookte en als ze begonnen te<br />

smeulen, ze er uit haal<strong>de</strong> om er aan te ruiken, stukken<br />

papier in <strong>het</strong> vuur stak en zoodra ze brand<strong>de</strong>n<br />

<strong>de</strong> vlam bluschte, waarbij hij, als <strong>het</strong> papier niet<br />

lang genoeg was, <strong>het</strong> oprol<strong>de</strong> en zoo <strong>het</strong> vuur wist


DE VOORNAAMSTE SPELEN DER DIEREN 67<br />

te bereiken. Een orang oetan, in <strong>het</strong> bezit van een<br />

Ne<strong>de</strong>rlandsch reiziger, kon <strong>de</strong> meest ingewikkeldc<br />

knoopen en strikken behendig losmaken met zijn<br />

vingers, of als ze te vast zaten, met zijn tan<strong>de</strong>n, en<br />

hij vond die bezighield zoo prettig, dat hij ie<strong>de</strong>reen,<br />

die in zijn nabijheid kwam, <strong>de</strong> schoenveters losmaakte.<br />

Elisabeth gravin van Montgelas vertelt van<br />

een baviaan, in haar bezit, dat hij in staat was alle<br />

hangsloten, waarmee hij aan <strong>de</strong> ketting vastlag,<br />

open te krijgen, maar dat hij zich eerst daaraan<br />

waag<strong>de</strong> na zich ervan overtuigd te hebben, dat hij<br />

door niemand werd ga<strong>de</strong>geslagen. Zoo bevrijd<strong>de</strong> hij<br />

ook herhaal<strong>de</strong>lijk een waakhond, waarmee hij<br />

vriendschap had gesloten, van <strong>de</strong> ketting, drong<br />

een keer in <strong>de</strong>n paar<strong>de</strong>nstal door en gaf <strong>het</strong> paard<br />

<strong>de</strong> vrijheid, terwijl hij een an<strong>de</strong>ren keer alle hokken<br />

van <strong>de</strong> varkens open<strong>de</strong> ,,en daarna met zichbaar genoegen<br />

toezag, hoe <strong>de</strong> menschen zich inspan<strong>de</strong>n om<br />

<strong>de</strong> varkens weer te vangen. Zijn gelaatsuitdrukking<br />

was bij zulke gelegenhe<strong>de</strong>n beslist on<strong>de</strong>ugend."<br />

Nog erger dan bij apen is <strong>de</strong> vernielzucht bij<br />

papegaaien en enkele an<strong>de</strong>re vogels. Vooral bij<br />

kakedoes is volgens Brehm <strong>de</strong>ze vernielzucht byzon<strong>de</strong>r<br />

sterk ontwikkeld, en wat zij dan ook op dit<br />

gebied tot stand brengen is gewoonweg verbluffend.<br />

Zij knagen niet slechts planken van 5-6 centimeter<br />

dikte door, maar evenzeer ijzerblik van een<br />

millimeter dikte, zij vernielen glas en beproeven<br />

zelfs gaten in muren te maken. Zoo vertelt ook<br />

Elisabeth gravin von Montgelas, dat <strong>voor</strong> haar<br />

papegaai, een arara, geen slot of ring te be<strong>de</strong>nken<br />

was, dat door <strong>het</strong> dier op <strong>de</strong>n duur niet geopend<br />

kon wor<strong>de</strong>n, terwijl <strong>het</strong> hem ook niet veel hoofdbreken<br />

kostte een schroef, die met een moer bevestigd<br />

was, los te krijgen. Voe<strong>de</strong>r- en drinkbakje


68 HOOFDSTUK III<br />

wer<strong>de</strong>n los gemaakt en naar bene<strong>de</strong>n geworpen en<br />

allerlei an<strong>de</strong>re bewijzen van vernielzucht gegeven,<br />

echter alleen op tij<strong>de</strong>n, dat hij alleen was en in <strong>de</strong><br />

meening verkeer<strong>de</strong>, dat niet op hem gelet werd.<br />

Von Lucanus vertelt eveneens van zijn papegaai,<br />

dat <strong>de</strong> vernielzucht hem aangeboren was en zich<br />

o.a. uitte door steeds zijn houten zitstang door te<br />

knagen, hoe wel hij zich daardoor zelf van zijn<br />

gelief<strong>de</strong> zitgelegenheid beroof<strong>de</strong>, ,,en door geen<br />

mid<strong>de</strong>l is hem dit af te leeren."<br />

Aan <strong>het</strong> genot <strong>de</strong>r vernielzucht paart zich in<br />

vele gevallen een an<strong>de</strong>r, n.l. <strong>het</strong> veroorzaken van<br />

geraas. Evenals <strong>de</strong> meeste kin<strong>de</strong>ren, schijnen ook<br />

vele dieren daarin behagen te scheppen. Zoo kunnen<br />

volgens Scheitlin hazen <strong>voor</strong>treffelijk afgericht<br />

wor<strong>de</strong>n om te trommelen, vertelt ons Savage van<br />

chimpanse's, die bij <strong>het</strong> spelen met stokken of<br />

stukken hout op <strong>de</strong>n grond slaan en Falkenstein<br />

van een jongen gorilla, die <strong>het</strong> niet kon nalaten op<br />

elk hoi <strong>voor</strong>werp te slaan, ,,zoodat hij slechts zel<strong>de</strong>n<br />

een gelegenheid onbenut liet, om bij <strong>het</strong> <strong>voor</strong>bijgaan<br />

aan vaten, schotels of blikken bussen, er<br />

tegen te trommelen/'<br />

3. De bewegingsspelen.<br />

Hieron<strong>de</strong>r vallen al die spelen, waarbij <strong>het</strong> doel<br />

<strong>de</strong>r beweging een veran<strong>de</strong>ring van plaats is. Zij<br />

omvatten dus <strong>het</strong> gaan, loopen, rennen, springen,<br />

klauteren, vliegen en zwemmen. Vermoe<strong>de</strong>lijk<br />

komen <strong>de</strong>rgelijke spelen reeds bij lagere dieren <strong>voor</strong>,<br />

volgens E. Wasmann o.a. bij <strong>de</strong> mieren. Daartoe<br />

behoort ook <strong>het</strong> beken<strong>de</strong> dansen <strong>de</strong>r muggen in<br />

<strong>het</strong> zonlicht en <strong>het</strong> rondvliegen van insecten in <strong>de</strong><br />

avondschemering. Evenwel is <strong>het</strong> bij <strong>de</strong> lagere dieren<br />

moeilijk uit te maken, of wij daarbij te doen


DE VOORNAAMSTE SPELEN DER DIEREN 69<br />

hebben met een spel, dan wel <strong>het</strong> zoeken naar<br />

voedsel, een uiting van <strong>de</strong> paringsdrift of nog een<br />

an<strong>de</strong>re oorzaak. Zoo is uit <strong>de</strong> jongste on<strong>de</strong>rzoekingen<br />

van Prof. K. von Frisch naar <strong>het</strong> vermogen <strong>de</strong>r<br />

bijen om elkan<strong>de</strong>r me<strong>de</strong> te <strong>de</strong>elen, waar honig te<br />

vergaren valt, gebleken, dat zulks o.a. geschiedt<br />

doordat <strong>de</strong> bij, die van een vliegtocht met honig<br />

terugkeert, in <strong>de</strong>n korf een ron<strong>de</strong>dans uitvoert,<br />

echter niet bij wijze van spel, maar om <strong>de</strong> ,,boodschap<br />

van een rijke dracht" te brengen. Ook visschen<br />

schijnen te spelen, zooals <strong>de</strong> vliegen<strong>de</strong> visschen<br />

en <strong>de</strong> dolfijnen; maar zekerheid is ook bij<br />

<strong>de</strong>ze moeilijk te verkrijgen. Beter is <strong>het</strong> reeds gesteld<br />

met <strong>de</strong> vogels, hoewel ook bij hen lang niet altijd<br />

spel is, wat als zoodanig schijnt op te tre<strong>de</strong>n, b.v.<br />

<strong>het</strong> schijnbaar doellooze rondvliegen <strong>de</strong>r zwaluwen<br />

tegen <strong>het</strong> vallen van <strong>de</strong>n avond, waarbij zij in<br />

werkelijkheid voedsel zoeken. Evenwel zijn er bij<br />

<strong>de</strong> vogels vele verschijnselen, die men gerust als<br />

een bewegingsspel kan opvatten. Hiertoe zou men<br />

reeds <strong>het</strong> leeren vliegen, loopen en zwemmen kunnen<br />

rekenen, waarbij <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs meestal als leermeester<br />

optre<strong>de</strong>n, alsme<strong>de</strong> sommige verschijnselen<br />

bij <strong>het</strong> intre<strong>de</strong>n van <strong>de</strong>n trektijd. Dat dit trekken<br />

een aangeboren instinct is, staat thans vast, zoowel<br />

wat <strong>de</strong>n tijd, als <strong>de</strong> richting van <strong>de</strong>n trek betreft.<br />

Van <strong>het</strong> ware doel <strong>de</strong>r reis heeft <strong>de</strong> vogel niet <strong>het</strong><br />

minste begrip. Nochtans is zij daarom niet min<strong>de</strong>r<br />

merkwaardig. Als een vliegtuig of luchtschip een reis<br />

over <strong>de</strong>n oceaan volbrengt, wordt <strong>de</strong> bemanning — en<br />

zeker terecht — uitbundig gehuldigd. En toch,<br />

wat beteekent feitelijk zulk een reis in vergelijking<br />

met <strong>de</strong> prestatie van kleine vogels, zooals <strong>de</strong> strandlooper,<br />

die van Spitsbergen, Groenland of Noor<strong>de</strong>-<br />

Jijk Siberie naar <strong>het</strong> uiterste zui<strong>de</strong>n van Afrika of


7°<br />

HOOFDSTUK III<br />

zelfs Zuid-Amerika vliegt, of zooals <strong>de</strong> Gou<strong>de</strong>n<br />

regenfluiter, die van <strong>de</strong> Aleoeten, dwars over <strong>de</strong>n<br />

Grooten Oceaan, in een stuk door naar <strong>de</strong> Hawaiieilan<strong>de</strong>n<br />

vliegt, een afstand van 3000 K.M.<br />

Ook <strong>het</strong> dansen <strong>de</strong>r vogels en van an<strong>de</strong>re dieren<br />

is niet altijd een spel, maar hangt in vele, misschien<br />

wel in <strong>de</strong> meeste gevallen, met <strong>het</strong> lief<strong>de</strong>leven<br />

samen, zoodat daarop bij <strong>de</strong> lief<strong>de</strong>spelen na<strong>de</strong>r<br />

zal wor<strong>de</strong>n teruggekomen. W. H. Hudson beschouwt<br />

echter <strong>het</strong> dansen als een zuiver bewegingsspel,<br />

waardoor zij hun vreug<strong>de</strong> in <strong>het</strong> leven<br />

uiten. In zijn interessant boek vertelt hij van een<br />

kievittensoort, die grooter dan <strong>de</strong> onze is, lichter<br />

gekleurd en met sporen aan <strong>de</strong> vleugels. Zij dansen<br />

<strong>het</strong> geheele jaar door, zoowel over dag als in hel<strong>de</strong>re<br />

maannachten. Tot een danspartij zijn drie<br />

vogels noodig. Zij leven n.l. paarsgewijze en op een<br />

gegeven oogenblik vliegt een van een paar naar een<br />

naburig paar en wordt er met blijdschap ontvangen.<br />

Het paar gaat <strong>de</strong>n bezoeker te gemoet en stelt<br />

zich dan achter hem op. Daarna begint <strong>het</strong> drietal<br />

in gelijken pas snel achter elkan<strong>de</strong>r te marcheeren,<br />

waarbij <strong>de</strong> vogels op <strong>de</strong> juiste maat trommelen<strong>de</strong><br />

tonen uitstooten. Na korten tijd eindigt <strong>de</strong> tocht,<br />

<strong>de</strong> aanvoer<strong>de</strong>r verheft zijn vleugels en staat, nog<br />

steeds luid zingend, rechtop en onbewegelijk, <strong>de</strong><br />

twee overige blijven met opgezette veeren, precies<br />

in een lijn, achter hem staan, bukken zich naar<br />

voren en naar achteren tot <strong>de</strong> punt van hun snavel<br />

<strong>de</strong>n grond aanraakt en blijven een oogenblik, alleen<br />

nog zacht murmelend, in <strong>de</strong>ze houding staan. Dan<br />

is <strong>het</strong> spel afgeloopen en <strong>de</strong> bezoeker vliegt naar<br />

zijn eigen nest terug, om later zelf bezoek te ontvangen.<br />

Sommige vogels, zooals <strong>de</strong> ooievaar (Fig. 9),<br />

voeren hun dansen in <strong>de</strong> lucht uit.


Fig. 9. Dansen<strong>de</strong> ooievaars in <strong>de</strong> lucht.


72<br />

HOOFDSTUK III<br />

Als een zuiver bewegingsspel valt <strong>het</strong> schommelen<br />

te noemen, zooals vinken, meezen en an<strong>de</strong>re<br />

vogels dikwijls doen en van kanaries en papegaaien<br />

in gevangen staat algemeen bekend is. Elisabeth<br />

van Montgelas bezat een papegaai, die over dag<br />

vlijtig gebruik maakte van <strong>de</strong>n schommel in zijn<br />

kooi, maar om te slapen die bewegelijke zitplaats<br />

blijkbaar min<strong>de</strong>r aangenaam vond, terwijl <strong>de</strong> overige<br />

zitstokken alle lager waren dan <strong>de</strong> schommel,<br />

zoodat hij er niet gaarne op sliep. Regel toch is,<br />

dat alle vogels <strong>de</strong> gewoonte hebben 's nachts op<br />

<strong>de</strong>n hoogsten stok te gaan zitten om te slapen.<br />

Dit is vermoe<strong>de</strong>lijk een erfelijk instinct, dat samenhangt<br />

met <strong>het</strong> gevoel van veiligheid. De papegaai<br />

nu trok vijf jaren lang ie<strong>de</strong>ren avond <strong>de</strong> schommel<br />

met zijn snavel omhoog, klem<strong>de</strong> ze vervolgens tusschen<br />

<strong>de</strong> tralies <strong>de</strong>r kooi vast en sliep er op. Elken<br />

ochtend maakte hij <strong>de</strong>n stok los door hem met zijn<br />

snavel tusschen <strong>de</strong> tralies weg te trekken en gebruikte<br />

hem dan over dag als schommel. Dit had<br />

hij geheel uit zichzelf bedacht, zon<strong>de</strong>r dat iemand<br />

hem daarbij ook maar in een enkel opzicht <strong>de</strong>n<br />

weg had gewezen. Ook apen schommelen gaarne,<br />

zoowel in <strong>de</strong> vrije natuur als in gevangen staat.<br />

Het eerste valt niet moeilijk te verklaren, daar zij<br />

bij hun klauterpartijen langs <strong>de</strong> takken en van<br />

boom tot boom menigmaal onvrijwillig zulk een<br />

schommelpartij zullen moeten doorstaan. Pechuel-<br />

Loesche, een <strong>de</strong>r lei<strong>de</strong>rs van <strong>de</strong> Loango-expeditie,<br />

verhaalt van een aap, die in <strong>de</strong> gevangenschap zich<br />

zelf een schommel vervaardig<strong>de</strong> met behulp van<br />

<strong>het</strong> lange touw, waaraan hij vastgebon<strong>de</strong>n was. De<br />

wil<strong>de</strong> jacht van katten door <strong>de</strong> vertrekken, <strong>het</strong><br />

rennen van hon<strong>de</strong>n, zoodra zij buiten komen en<br />

somtijds ook wel in huis, zijn bewegingsspelen, die


DE VOORNAAMSTE SPELEN DER DIEREN 73<br />

ie<strong>de</strong>reen wel eens heeft bijgewoond, evenals <strong>het</strong><br />

elkan<strong>de</strong>r naloopen van <strong>de</strong>ze dieren. ,,Men krijgt<br />

dikwijls," zegt Frans Doflein, ,,<strong>de</strong>n indruk als van<br />

spelen<strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren, als men zulke jonge dieren, tot<br />

uitputtens toe, achter elkan<strong>de</strong>r ziet rennen".<br />

Bij <strong>de</strong> bewegingsspelen van an<strong>de</strong>re dieren mogen<br />

<strong>de</strong> zeehon<strong>de</strong>n niet verge ten wor<strong>de</strong>n. Otto Finsch<br />

heeft <strong>het</strong> leven <strong>de</strong>zer dieren in <strong>de</strong> baai van San<br />

Francisco nauwkeurig ga<strong>de</strong>geslagen en beschreven.<br />

Is reeds <strong>de</strong> bewegelijkheid van <strong>de</strong>ze loome dieren<br />

op <strong>het</strong> land verrassend, eerst in <strong>het</strong> water komt<br />

<strong>de</strong>ze geheel tot haar recht. Zij storten zich plotseling<br />

van een hoogte af in <strong>het</strong> water, plassen hier<br />

rond, werpen zich op hun rug, springen omhoog,<br />

schuiven zich op hun rug <strong>voor</strong>t en stoeien en plassen<br />

somtijds in zulke mate, dat een behendig jager<br />

ze dicht genoeg kan na<strong>de</strong>ren om ze te harpoeneeren.<br />

— Het spelen en stoeien <strong>de</strong>r dolfijnen rondom<br />

<strong>de</strong> schepen in voile zee is elken zeeman bekend.<br />

Hoe sneller <strong>het</strong> schip vaart, <strong>de</strong>s te uitgelatener zijn<br />

<strong>de</strong> dieren. Zij springen boven <strong>het</strong> water uit,<br />

maken in <strong>de</strong> lucht salto mortales, staan soms in<br />

<strong>het</strong> water recht op enz. Ook <strong>de</strong> potwal voert bewegingen<br />

uit, die men als spel moet beschouwen. Dit<br />

geldt ook van marters, vossen (Fig. 1 o), dassen, beren<br />

en verschillen<strong>de</strong> an<strong>de</strong>re dieren, die men in gevangen<br />

staat, n.l. in dierentuinen, nauwkeurig heeft kunnen<br />

observeeren. Buffels, tapirs, zelfs nijlpaar<strong>de</strong>n stoeien<br />

in vrijen staat 's avonds opgewekt in <strong>het</strong> water.<br />

De vroolijke, dartele sprongen van jonge paar<strong>de</strong>n,<br />

ezels, schapen en geiten zijn algemeen bekend.<br />

Bij <strong>de</strong>rgelijke bewegingsspelen <strong>de</strong>r jonge dieren<br />

komen die instincten tot uiting, welke later in <strong>de</strong>n<br />

ernstigen strijd om <strong>het</strong> bestaan onontbeerlijk zijn.<br />

Zoo oefenen zich jonge gazellen in <strong>het</strong> ver springen


Fig. 10. Spelen<strong>de</strong> jonge vossen, <strong>voor</strong> hun hoi, on<strong>de</strong>r toezicht <strong>de</strong>r moe<strong>de</strong>r.


DE VOORNAAMSTE SPELEN DER DIEREN 75<br />

en <strong>het</strong> springen over struiken, bokken en lammeren,<br />

welke in <strong>het</strong> gebergte leven, in <strong>het</strong> hoogspringen.<br />

Zulke ,,bokkensprongen", die gewoonlijk <strong>de</strong>n lachlust<br />

opwekken en die op vlak terrein een zeer eigenaardige,<br />

geheel raadselachtige beweging vormen,<br />

moeten opgevat wor<strong>de</strong>n als een zeer nuttige <strong>voor</strong>oefening<br />

<strong>voor</strong> <strong>het</strong> latere leven in <strong>het</strong> rotsachtige<br />

bergland. De gemsen zijn ware meesters in <strong>het</strong><br />

hoogspringen, maar beoefenen tevens een eigenaardig<br />

spel, hierin bestaan<strong>de</strong>, dat zij zich op een<br />

steile sneeuwhelling neervleien en bij wijze van sle<strong>de</strong>vaart<br />

hon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n meters ver naar bene<strong>de</strong>n laten<br />

glij<strong>de</strong>n. Daar aangekomen klauteren zij weer langzaam<br />

omhoog en herhalen dit spelletje eenige keeren.<br />

Soms gebeurt <strong>het</strong> door slechts een dier, terwijl<br />

<strong>de</strong> overige toekijken, soms door een aantal achter<br />

elkan<strong>de</strong>r, terwijl meestal ook <strong>het</strong> door <strong>de</strong> eene gems<br />

gegeven <strong>voor</strong>beeld bij <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re navolging vindt.<br />

Hier hebben wij dus te doen met een door <strong>de</strong> dieren<br />

zelf uitgevon<strong>de</strong>n spel, dat vermoe<strong>de</strong>lijk hierin zijn<br />

oorsprong vindt, dat zij op hun-tochten door <strong>het</strong><br />

hooggebergte menigmaal onvrijwillig op <strong>de</strong> sneeuwvel<strong>de</strong>n<br />

omlaag glij<strong>de</strong>n. E. Alix verhaalt van een<br />

<strong>de</strong>rgelijken vrijwilligen glijtocht van zijn hond,<br />

tij<strong>de</strong>ns hij met een troep soldaten op manoeuvre in<br />

<strong>de</strong> Alpen was.<br />

4. Jachtspelen.<br />

Nog dui<strong>de</strong>lijker dan bij <strong>de</strong> <strong>voor</strong>afgaan<strong>de</strong> treedt<br />

<strong>de</strong> werking van <strong>het</strong> instinct op bij <strong>de</strong> jachtspelen.<br />

Reeds <strong>het</strong> jonge dier, dat <strong>het</strong> voedsel <strong>voor</strong>gelegd<br />

krijgt door zijn ou<strong>de</strong>rs, oefent zich spelend in <strong>de</strong><br />

beweging, die <strong>het</strong> in zijn later zelfstandig bestaan<br />

zal moeten uitvoeren. En <strong>de</strong> huisdieren, <strong>voor</strong>al <strong>de</strong>


76 HOOFDSTUK IH<br />

hond, die in <strong>de</strong> meeste gevallen nooit een werkelijke<br />

prooi bemachtigt, maar zijn voedsel in <strong>het</strong> prozaische<br />

voe<strong>de</strong>rbakje vindt, beoefent nochtans met<br />

hartstocht zulke spelen, welke aan <strong>de</strong> wijze van<br />

voeding van zijn ver verwij<strong>de</strong>r<strong>de</strong> <strong>voor</strong>ou<strong>de</strong>rs herinneren<br />

(Fig. i o). Groos ver<strong>de</strong>elt <strong>de</strong> jachtspelen <strong>de</strong>r<br />

dieren in 3 groepen, n.l. <strong>het</strong> spel met een leven<strong>de</strong> werkelijke<br />

prooi, dan <strong>het</strong> spel met een leven<strong>de</strong> schijnprooi<br />

Fig. 11. Spel van hond met egel.<br />

en ein<strong>de</strong>lijk <strong>het</strong> spel met een levenlooze schijnprooi.<br />

Wat <strong>de</strong> eerste groep betreft, wijst Doflein op <strong>de</strong><br />

groote beteekenis ervan <strong>voor</strong> <strong>de</strong> roofdieren. Langzamerhand<br />

wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> jongen van roofdieren door<br />

<strong>de</strong> moe<strong>de</strong>r of door bei<strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs op rooftochten<br />

meegenomen. Wolven, leeuwen en an<strong>de</strong>re roofdieren<br />

leven soms in families samen en <strong>het</strong> duurt bij<br />

sommige tamelijk lang, tot <strong>de</strong> jonge dieren alle<br />

jachtmetho<strong>de</strong>n nauwkeurig geleerd hebben; bij


DE VOORNAAMSTE SPELEN DER DIEREN 77<br />

jonge leeuwen zou<strong>de</strong>n daarme<strong>de</strong> ongeveer 1 jaar<br />

heengaan. In <strong>het</strong> begin jagen slechts <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs en<br />

zijn <strong>de</strong> jongen toeschouwers, zoodat zij alleen,<br />

nadat <strong>de</strong> prooi gedood is, aan <strong>de</strong>n maaltijd <strong>de</strong>elnemen.<br />

Zoo lang <strong>de</strong> jongen nog zwak en ongeoefend<br />

zijn, vallen <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs doorgaans slechts<br />

zwakke en weerlooze dieren aan. In <strong>de</strong> Afrikaansche<br />

kolonien on<strong>de</strong>rvin<strong>de</strong>n <strong>de</strong> Europeesche kolonisten<br />

<strong>het</strong> op hoogst onaangename wijze aan hun<br />

schapen- en geitenkud<strong>de</strong>n, <strong>voor</strong>al aan <strong>de</strong> lammeren<br />

en geitjes, als leeuwen of luipaar<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> buurt<br />

hun welpen les geven in <strong>het</strong> jagen. Later beginnen<br />

<strong>de</strong> jongen zelf te jagen en <strong>de</strong> prooi te doo<strong>de</strong>n, maar<br />

steeds on<strong>de</strong>r toezicht <strong>de</strong>r ou<strong>de</strong>rs, die zich in <strong>de</strong><br />

nabijheid gereed hou<strong>de</strong>n om in geval van nood te<br />

kunnen bijspringen.<br />

Het karakter van dit soort spel kan men zeer<br />

goed leeren kennen door slechts er op te letten, hoe<br />

<strong>de</strong> kat met een gevangen muis speelt, die ze grijpt,<br />

loslaat, weer vangt, opnieuw vrij laat enz., totdat<br />

<strong>de</strong> prooi ein<strong>de</strong>lijk gedood en verslon<strong>de</strong>n wordt.<br />

Volgens Scheitlin doet <strong>de</strong> wil<strong>de</strong> kat <strong>het</strong>zelf<strong>de</strong> met<br />

muizen en vogels, <strong>de</strong> panter met kippen en gebeurt<br />

<strong>het</strong> ook bij e<strong>de</strong>lmar<strong>de</strong>r, wezel, vos enz., terwijl<br />

volgens Ch. Darwin <strong>de</strong> kormoran <strong>het</strong>zelf<strong>de</strong> met<br />

gevangen visschen doet. De meeningen omtrent <strong>het</strong><br />

instinct, dat daarbij tot uiting komt, loopen nog<br />

al uiteen. Groos betwijfelt <strong>het</strong>, of hierbij wel van<br />

een spel sprake is, an<strong>de</strong>ren, zooals Scheitlin, Darwin<br />

en Romanes, vatten <strong>het</strong> kwellen <strong>de</strong>r prooi als<br />

een werkelijk spel op.<br />

Bij <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> groep wordt <strong>het</strong> eene dier door<br />

een an<strong>de</strong>r, meestal van <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> soort, als ware <strong>het</strong><br />

een prooi, vervolgd. Bei<strong>de</strong> beschouwen <strong>het</strong> als spel,<br />

zooals ie<strong>de</strong>r gemakkelijk kan vaststellen, die maar


7 8 HOOFDSTUK III<br />

eens let op elkan<strong>de</strong>r narennen<strong>de</strong> en met elkan<strong>de</strong>r<br />

stoeien<strong>de</strong> hon<strong>de</strong>n(Fig. 12) .Ook ligt <strong>het</strong> <strong>voor</strong> <strong>de</strong> hand,<br />

dat <strong>de</strong>rgelijke oefeningen <strong>voor</strong> latere ernstige gevallen<br />

•op volwassen leeftijd groote waar<strong>de</strong> bezitten. Bij<br />

roofdieren schijnt — en dit is karakteristiek — <strong>de</strong><br />

Fig. 12. Een ontmoeting van hon<strong>de</strong>n. Eerste kennismaking.<br />

We<strong>de</strong>rkeerig wantrouwen.<br />

vervolger <strong>de</strong>n grootsten ijver te ontwikkelen, bij'<br />

planteneters speelt <strong>het</strong> vervolg<strong>de</strong> dier <strong>de</strong> hoofdrol.<br />

Jonge wolven spelen als jonge hon<strong>de</strong>n, jonge vossen<br />

jagen elkan<strong>de</strong>r achterna en spelen verstoppertje,<br />

en <strong>het</strong>zelf<strong>de</strong> doen jonge eekhoorns. Op weilan<strong>de</strong>n<br />

kan men dikwijls jonge paar<strong>de</strong>n en koeien vroolijk


DE VOORNAAMSTE SPELEN DER DIEREN 19<br />

achter elkan<strong>de</strong>r zien galoppeeren. Margaret Strickland<br />

vertelt van twee jonge katten (Fig. 13), die geregeld<br />

elken dag in <strong>de</strong> kamer met elkan<strong>de</strong>r verstoppertje<br />

speel<strong>de</strong>n en daarbij telkens, als een spelletje begon,<br />

aan een bel trokken, die aan een armstoel hing.<br />

De <strong>de</strong>r<strong>de</strong> groep van jachtspelen treedt in vele<br />

gevallen <strong>het</strong> eerst op, gaat dus aan <strong>de</strong> bei<strong>de</strong> reeds<br />

besproken groepen <strong>voor</strong>af. Elk jong katje kan ons<br />

leeren, dat <strong>de</strong>ze spelen een instinctieve oorzaak hebben.<br />

Nog blind kruipen <strong>de</strong> jonge katjes uit <strong>het</strong><br />

Fig. 13. Spelen<strong>de</strong> katten.<br />

nest, maar zoodra <strong>de</strong> oogjes open zijn begint <strong>het</strong><br />

spel met alles wat rolt, loopt, kruipt, kortom zich<br />

beweegt. Eerst als zij, aldus spelend, zich <strong>voor</strong> <strong>de</strong><br />

ernstige levenstaak van roof dier <strong>voor</strong>bereid hebben,<br />

verschaft hun moe<strong>de</strong>r leven<strong>de</strong> prooi. Ook hier is,<br />

meent Groos, <strong>het</strong> spel niet, zooals Wundt beweert,<br />

,,das Kind <strong>de</strong>r Arbeit", maar zou men eer<strong>de</strong>r omgekeerd<br />

met Ziegler kunnen zeggen, ,,die Arbeit sei<br />

das Kind <strong>de</strong>s Spiels". Men kan met stelligheid aannemen,<br />

dat <strong>de</strong> kat bij <strong>het</strong> reeds zoo vroeg optre-


So HOOFDSTUK III<br />

<strong>de</strong>n<strong>de</strong> spel niet terstond <strong>de</strong> schijnprooi als- zoodanig<br />

beschouwt, mag echter omgekeerd evenmin beweren,<br />

dat zij ze <strong>voor</strong> een werkelijke prooi houdt. Als<br />

<strong>het</strong> jonge dier met een bal, een prop papier, een<br />

knikker of iets <strong>de</strong>rgelijks speelt, tre<strong>de</strong>n niet onmid<strong>de</strong>llijk<br />

fijnere psychische processen op, maar<br />

door <strong>de</strong> talrijke herhalingen van <strong>het</strong> spel zullen zij<br />

langzamerhand ontstaan. Als <strong>het</strong> katje steeds weer<br />

<strong>de</strong>nzelf<strong>de</strong>n bal najaagt, zal toch met <strong>de</strong>r tijd iets<br />

van ,,<strong>het</strong> spelen van een rol", van <strong>het</strong> ,,zoo doen<br />

alsof", van <strong>de</strong> door <strong>de</strong>n mensch vrijwillig aangenomen<br />

schijnwerkzaamheid ook bij <strong>het</strong> dier opkomen.<br />

Dit blijkt ook daaruit, dat als <strong>het</strong> <strong>de</strong>n bal gegrepen<br />

heeft en <strong>de</strong>ze dan rustig blijft liggen, <strong>het</strong> zelf<br />

door een slag met een poot <strong>het</strong> <strong>voor</strong>werp in beweging<br />

brengt, ten ein<strong>de</strong> <strong>het</strong> spel opnieuw te kunnen<br />

beginnen. ,,Hier moet toch wel," zegt Groos, ,,iets<br />

van <strong>het</strong> bewuste zelfbedrog aanwezig zijn, waarin<br />

<strong>het</strong> fijnste en innerlijkste element van <strong>het</strong> speelgenot<br />

zich openbaart". — Ook <strong>de</strong> hond heeft <strong>de</strong> aandrift<br />

alles wat beweegt na te jagen. Hoe <strong>de</strong> jonge<br />

hond, evenals <strong>de</strong> kat, zijn eigen staart tracht te<br />

grijpen, hoe hij daarbij steeds sneller en woe<strong>de</strong>n<strong>de</strong>r<br />

om zijn eigen as draait, tot hij ten slotte neervalt,<br />

is ie<strong>de</strong>reen bekend. Ook een heen en weer bewegend<br />

koord is een welkom <strong>voor</strong>werp <strong>voor</strong> <strong>het</strong> jachtspel.<br />

Hoezeer <strong>het</strong> ook hier <strong>de</strong> beweging <strong>de</strong>r <strong>voor</strong>werpen<br />

is, die <strong>het</strong> jachtinstinct opwekt, blijkt daaruit, dat<br />

hon<strong>de</strong>n hun meesters van zelf aansporen, een steen,<br />

een stuk hout, een bal of iets <strong>de</strong>rgelijks weg te<br />

gooien. Daarbij weet <strong>de</strong> volwassen hond zeer goed,<br />

dat <strong>het</strong> <strong>voor</strong>werp, dat hij zijn meester telkens<br />

terugbrengt, opdat <strong>de</strong>ze <strong>het</strong> weer in beweging zal<br />

brengen, geen leven<strong>de</strong> prooi is, evenals <strong>de</strong> voet van<br />

zijn meester of meesteres, waarmee hij gaarne speelt


DE VOORNAAMSTE SPELEN DER DIEREN 8 I<br />

door er op los te springen, hem te grijpen, waarbij<br />

hij echter nooit ernstig er in bijt. Ook van verschillen<strong>de</strong><br />

an<strong>de</strong>re jonge dieren, zooals jaguars, poema's<br />

en ijsberen, is bekend, dat zij in gevangen staat<br />

gaarne met ballen en an<strong>de</strong>re bewegelijke <strong>voor</strong>werpen<br />

spelen.<br />

Margaret Strickland bezat een kat, die een<br />

houtblokje apporteer<strong>de</strong> en telkens <strong>voor</strong> haar voeten<br />

of <strong>voor</strong> die van haar echtgenoot neerleg<strong>de</strong>, opdat<br />

een van bei<strong>de</strong> <strong>het</strong> een eind ver zou<strong>de</strong>n weggooien.<br />

Was zij door <strong>het</strong> spelen moe gewor<strong>de</strong>n of had zij<br />

genoeg van <strong>het</strong> spel, dan verstopte zij <strong>het</strong> blokje<br />

ergens on<strong>de</strong>r <strong>het</strong> vloerkleed. Ook ging zij, als men<br />

<strong>het</strong> blokje verstopt had, dit op bevel zoeken. Een<br />

colley (Fig. i4)hield veel van een spelletje, waarbij<br />

twee personen, die op eenigen afstand van elkan<strong>de</strong>r<br />

ston<strong>de</strong>n,elkan<strong>de</strong>r een bal toewierpen, terwijl <strong>de</strong> hond,<br />

die in <strong>het</strong> mid<strong>de</strong>n had post gevat, <strong>de</strong>n bal in <strong>de</strong><br />

vlucht met zijn bek trachtte te grijpen door omhoog<br />

te springen. Gelukte hem dit, dan liep hij een<br />

poos triomfantelijk met <strong>de</strong>n bal in zijn bek rond<br />

en leg<strong>de</strong> hem vervolgens aan <strong>de</strong> voeten van een van<br />

bei<strong>de</strong> personen neer, opdat <strong>het</strong> spelletje opnieuw<br />

kon beginnen. Zelf bezat ik jarenlang een hond,<br />

Blanca geheeten, die tot gewoonte had aangenomen,<br />

en wel geheel uit zich zelf, om ie<strong>de</strong>ren dag na <strong>de</strong>n<br />

maaltijd zijn uit lappen vervaardig<strong>de</strong> pop in <strong>de</strong>n<br />

bek te nemen en daarme<strong>de</strong> tallooze malen om <strong>de</strong><br />

tafel heen te loopen. Daarbij schud<strong>de</strong> hij van tijd<br />

tot tijd zijn pop heen en weer, zooals jachthon<strong>de</strong>n<br />

wel met hun buit doen, en lette er tersluiks op, of<br />

wij wel aan zijn spel <strong>de</strong> noodige aandacht wijd<strong>de</strong>n.<br />

Gebeur<strong>de</strong> dit niet, dan liep <strong>het</strong> spel na eenige<br />

ron<strong>de</strong>n af, kreeg hij een kleine aanmoediging, dan<br />

werd <strong>het</strong> geruimen tijd <strong>voor</strong>tgezet. Magaret Strick-<br />

Het Spel 6


Fig. 14. Spel van hond en menschen.


DE VOORNAAMSTE SPELEN DER DIEREN 83<br />

land vertelt ook van een hond (Fig. 15), die <strong>de</strong> speelmakker<br />

van kin<strong>de</strong>ren was. Zij ston<strong>de</strong>n steeds toe, dat<br />

hij aan hun spelletje <strong>de</strong>elnam, ,,en <strong>het</strong> was verbazend,<br />

hoe vlug hij ze begreep en <strong>de</strong> aardigheid ervan in<br />

zich wist op te nemen". Bij <strong>het</strong> spelletje ,,Volg<br />

<strong>de</strong>n lei<strong>de</strong>r" had<strong>de</strong>n <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren <strong>het</strong> meeste pret als<br />

zij <strong>de</strong>n hond ,,lei<strong>de</strong>r" maakten. Hij scheen dan te<br />

begrijpen, wat van hem verwacht werd en vol<strong>de</strong>ed<br />

geheel aan die verwachting doer b.v. on<strong>de</strong>r <strong>het</strong> loopen<br />

plotseling stil te staan, een paar keer om een struik<br />

heen te loopen, over hin<strong>de</strong>rnissen te klauteren enz.<br />

Ock bij <strong>het</strong> verstoppertje spelen was hij geheel op<br />

Fig. 15. Spel van kin<strong>de</strong>ren en hond.<br />

<strong>de</strong> hoogte van <strong>het</strong> spel, zoowel als hij moest zoeken,<br />

als wanneer hij zich zelf verstopte.<br />

Ook bij vogels komen spelen <strong>voor</strong>, die men als<br />

jachtspelen kan beschouwen. Volgens Scheitlin<br />

sluiten tamme ooievaars zeer gemakkelijk vriendschap<br />

met kin<strong>de</strong>ren en nemen aan hun spelen <strong>de</strong>el.<br />

Zoo Snellen zij <strong>de</strong> wegloopen<strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren met uitgesprei<strong>de</strong><br />

vleugels na, pakken een ervan met <strong>de</strong>n<br />

snavel bij jas of mouw beet, keeren zich dan onmid<strong>de</strong>llijk<br />

om en loopen weg, waarbij zij telkens<br />

om kijken, of <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren hen ook vervolgen; zij<br />

laten zich op hun beurt bij een vleugel pakken,<br />

staan terstond stil en loopen dan weer <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren


84<br />

HOOFDSTUK III<br />

na. Eveneens vin<strong>de</strong>n wij verschillen<strong>de</strong> spelen van<br />

an<strong>de</strong>re vogels, zooals <strong>het</strong> goudhaantje, <strong>de</strong>n specht,<br />

<strong>de</strong> ekster enz. vermeld.<br />

5. De kampspelen.<br />

Hiertoe behooren die spelen, waarbij <strong>de</strong> dieren<br />

met elkan<strong>de</strong>r vechten, echter slechts spiegelgevechten<br />

leveren. Hoewel hierbij verschillen<strong>de</strong> instincten een<br />

rol kunnen vervullen, zooals ons <strong>het</strong> stoeien en<br />

plagen van jonge dieren kan leeren, in vele gevallen<br />

ook ,,<strong>het</strong> bewustzijn van macht" zijn invloed<br />

zal doen gel<strong>de</strong>n en bij <strong>de</strong> roofdieren <strong>de</strong> kampspelen<br />

in vele gevallen tevens jachtspelen zullen zijn, valt<br />

toch veel <strong>voor</strong> <strong>de</strong> meening van Groos te zeggen,<br />

dat <strong>de</strong>ze soort spelen in hoofdzaak zijn op te vatten<br />

als <strong>voor</strong>oefeningen <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n lateren wedstrijd om<br />

<strong>het</strong> wijfje. Hier<strong>voor</strong> pleit niet alleen <strong>het</strong> nauwe<br />

verband van kwellerij en vechtlust met sexueele opwellingen,<br />

maar tevens dat ook <strong>de</strong> onschuldigste<br />

herkauwers, die steeds bij werkelijke vijan<strong>de</strong>lijke<br />

aanvallen hun heil in <strong>de</strong> vlucht zoeken, even ijverig<br />

met elkan<strong>de</strong>r vechten als echte roofdieren. Groos<br />

on<strong>de</strong>rscheidt nog: <strong>de</strong> plagerij, <strong>het</strong> stoeien van jonge<br />

dieren en <strong>de</strong> spiegelgevechten van volwassen dieren.<br />

Het plagen komt gewoonlijk <strong>voor</strong> in gevallen,<br />

waar <strong>de</strong> vechtlust geen rechtstreeksche bevrediging<br />

zoekt of vindt. Een vechtlustig dier heeft dan <strong>de</strong><br />

behoefte an<strong>de</strong>re dieren, die in <strong>het</strong> geheel niet op<br />

vechten gesteld zijn, op <strong>de</strong> een of an<strong>de</strong>re wijze te<br />

provoceeren. Voelt <strong>het</strong> daarbij zijn overmacht, dan<br />

ontaardt <strong>het</strong> plagen gewoonlijk in erge kwellerij.<br />

Zooals <strong>de</strong> overmoedige knaap <strong>het</strong> niet kan nalaten<br />

een makker, zon<strong>de</strong>r eenige aanleiding, geheel onverwachts<br />

een stomp te geven of aan <strong>de</strong> haren te


DE VOORNAAMSTE SPELEN DER DIEREN 85<br />

trekken, zoo gaat <strong>het</strong> ook in <strong>de</strong> dieren wereld toe.<br />

Zoo bracht Bennett van een zijner reizen een<br />

siamang-aap mee naar Europa. Op <strong>het</strong> schip bevon<strong>de</strong>n<br />

zich ook an<strong>de</strong>re apen, die echter van <strong>de</strong>n<br />

siamang niet veel wil<strong>de</strong>n weten. Daar<strong>voor</strong> wreekte<br />

hij zich door, zoodra hij maar kon, een <strong>de</strong>r overige<br />

apen bij <strong>de</strong>n staart te grijpen en te mishan<strong>de</strong>len.<br />

Hij sleepte <strong>het</strong> arme dier soms aan <strong>de</strong>n staart over<br />

<strong>het</strong> geheele schip <strong>voor</strong>t of klauter<strong>de</strong> er me<strong>de</strong> in een<br />

<strong>de</strong>r ra's om <strong>het</strong> van daar uit op <strong>het</strong> <strong>de</strong>k te laten<br />

vallen. Brehm vertelt van een baviaan, dien hij naar<br />

Duitschland mee bracht en die er zich mee vermaakte<br />

een knorrigen huishond te plagen. Als <strong>de</strong><br />

laatste 's middags buiten rustig lag te slapen, sloop<br />

hij <strong>voor</strong>zichtig na<strong>de</strong>rbij, overtuig<strong>de</strong> zich eerst of <strong>de</strong><br />

hond sliep en gaf hem dan een ruk aan <strong>de</strong>n staart.<br />

Woe<strong>de</strong>nd sprong <strong>het</strong> zoo ruw in zijn droomen gestoor<strong>de</strong><br />

dier op en vloog op <strong>de</strong>n baviaan af, kreeg<br />

hem echter nooit te pakken. Ook vogels uiten hun<br />

vechtlust en dolfijnen plagen somtijds visschen.<br />

Dat dieren hun plagerijen zelfs tot menschen uitstrekken,<br />

vertelt ons Margaret Strickland. Zij bezat<br />

een waschbeer, <strong>de</strong> beken<strong>de</strong> kleine Amerikaansche<br />

berensoort, die vrij door <strong>het</strong> huis rendliep. Tot<br />

<strong>de</strong> streken, die hij uithaal<strong>de</strong>, behoor<strong>de</strong> o. a., dat<br />

hij zich tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong>n maaltijd on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> tafel verborg<br />

en <strong>de</strong> aanzitten<strong>de</strong>n <strong>de</strong>ed schrikken door in hun<br />

voet of been te knijpen, eerst bij <strong>de</strong> personen aan<br />

<strong>de</strong> eene zij<strong>de</strong> van <strong>de</strong> tafel en daarna bij die aan <strong>de</strong>n<br />

an<strong>de</strong>ren kant. Daar <strong>de</strong> huisgenooten zijn streken<br />

ken<strong>de</strong>n, paste hij ze <strong>voor</strong>al bij gasten toe, ,,blijkbaar<br />

overtuigd, dat daardoor een veel meer dramatisch<br />

effect verkregen zou wor<strong>de</strong>n". Ook verhaalt<br />

zij van een witte rat, die in vriendschap leef<strong>de</strong> met<br />

een hond en een kat en er vermaak in schiep, telkens


86 HOOFDSTUK III<br />

als bei<strong>de</strong> rustig lagen te slapen, eerst <strong>de</strong>n hond stilletjes<br />

te na<strong>de</strong>ren en in <strong>het</strong> oor te bijten, om dan<br />

vlug te verdwijnen. De hond sprong nijdig op,<br />

keek wantrouwend naar <strong>de</strong> kat, die echter rustig<br />

sliep, en vlei<strong>de</strong> zich weer neer. Dan na<strong>de</strong>r<strong>de</strong> <strong>de</strong> rat<br />

<strong>voor</strong>zichtig <strong>de</strong> kat, beet haar in <strong>de</strong>n staart en verdween<br />

weer ijlings. Nu was <strong>het</strong> <strong>de</strong> kat, die zich<br />

nijdig oprichtte en wantrouwend naar <strong>de</strong>n hond<br />

keek; maar daar <strong>de</strong>ze rustig sliep ging ook zij weer<br />

liggen. Daarna was <strong>de</strong> hond weer aan <strong>de</strong> beurt om in<br />

zijn dutje gestoord te wor<strong>de</strong>n, en zoo lang zette <strong>de</strong><br />

rat <strong>het</strong> spelletje <strong>voor</strong>t, tot haar bei<strong>de</strong> makkers hun<br />

siesta maar opgaven.<br />

Het stoeien van jonge dieren is algemeen bekend<br />

en komt niet alleen bij hon<strong>de</strong>n en katten, maar<br />

evenzeer bij beren, wolven, leeuwen, zebra's, gemzen,<br />

herten, vossen, wezels en nog verschillen<strong>de</strong><br />

an<strong>de</strong>re diersoorten <strong>voor</strong>. Bennett vertelt <strong>het</strong> ons<br />

zelfs van vogelbekdieren, die 's avonds in <strong>het</strong> schemeruur<br />

met elkan<strong>de</strong>r spelen als jonge hon<strong>de</strong>n,<br />

elkan<strong>de</strong>r met <strong>de</strong>n snavel beetpakken, <strong>de</strong> <strong>voor</strong>pooten<br />

opheffen, over elkan<strong>de</strong>r klauteren enz. Ook jonge<br />

paar<strong>de</strong>n en ezels stoeien lustig op <strong>de</strong> wei<strong>de</strong>, geiten<br />

<strong>voor</strong>al zijn efg vechtlustig en <strong>het</strong> spel <strong>de</strong>r lammeren<br />

is bekend genoeg. Ook verschillen<strong>de</strong> vogelsoorten<br />

vermaken zich er me<strong>de</strong>. Evenals bij <strong>de</strong>n mensch,<br />

kan <strong>het</strong> ook bij <strong>de</strong> dieren gebeuren, dat <strong>het</strong> spel<br />

ernst wordt en uit <strong>het</strong> stoeien een ernstige vechtpartij<br />

ontstaat. In <strong>de</strong>n regel blijft <strong>het</strong> echter spel<br />

zooals reeds daaruit blijkt, dat zij doorgaans klauwen<br />

en tan<strong>de</strong>n niet ernstig gebruiken. Doflein<br />

wijst er op, hoe <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>n somtijds aan <strong>de</strong> kampspelen<br />

<strong>de</strong>r jonge dieren <strong>de</strong>elnemen en <strong>de</strong>ze laatste<br />

wel eens gevoelige klappen oploopen, als zij in <strong>de</strong>n<br />

ijver van <strong>het</strong> spel hun ou<strong>de</strong>rs pijn doen.


DE VOORNAAMSTE SPELEN DER DIEREN 87<br />

De Spiegel gevechten <strong>de</strong>c volwassen dieren kunnen<br />

ons leeren, dat <strong>het</strong> genot van <strong>het</strong> kampspel, dat <strong>het</strong><br />

dier in zijn jeugd heeft leeren kennen, dikwijls op<br />

volwassen leeftijd blijft bestaan. De bij volwassen<br />

dieren <strong>het</strong> bewustzijn <strong>de</strong>r ,,schijnwerkzaamheid" bij<br />

zulke gevechten stellig aanwezig is, blijkt uit talrijke<br />

me<strong>de</strong><strong>de</strong>elingen van waarnemers. Zoo wijst b.v.<br />

Finsch op <strong>de</strong> spelen <strong>de</strong>r zeeleeuwen, waarbij zij dikwijls<br />

<strong>de</strong>n schijn verwekken, alsof zij verbitterd met<br />

elkan<strong>de</strong>r vechten, terwijl <strong>het</strong> in waarheid niets<br />

an<strong>de</strong>rs is dan ,,eitel Schein und Spielerei". Zoo<br />

vallen er bij <strong>de</strong> run<strong>de</strong>ren op <strong>de</strong> Alpenwei<strong>de</strong>n, waar<br />

<strong>de</strong>ze zich vrij kunnen bewegen, dikwijls Spiegelgevechten<br />

waar te nemen en zijn volgens Pechuel-<br />

Loesche <strong>de</strong> Afrikaansche schapen veel moediger en<br />

vechtlustiger dan <strong>de</strong> Europeesche. Vermakelijk is<br />

wat hij ons vertelt van <strong>de</strong>n hamel Mfoeka, dien <strong>de</strong><br />

reizigers bezaten en die een ware tyran geweest<br />

schijnt te zijn. ,,Hij duld<strong>de</strong> eenvoudig geen krakeel<br />

of lawaai, noch van dieren, noch van menschen.<br />

Geraakten twee verlief<strong>de</strong> geitenbokken met elkan<strong>de</strong>r<br />

aan <strong>het</strong> vechten, dan keek hij geduren<strong>de</strong> korten tijd<br />

on<strong>de</strong>rzoekend naar <strong>het</strong> schouwspel en stiet ze vervolgens<br />

eenvoudig <strong>het</strong> on<strong>de</strong>rste boven. Ontstond<br />

er eens twist tusschen <strong>de</strong> manschappen <strong>de</strong>r expeditie,<br />

dan trad hij op <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> effectvolle wijze als vre<strong>de</strong>stichter<br />

op, natuurlijk tot groot vermaak <strong>de</strong>r omstan<strong>de</strong>rs.<br />

Toen eens <strong>de</strong> afgezant van een inlandsch<br />

vorst <strong>voor</strong> <strong>het</strong> verblijf <strong>de</strong>r expeditie-lei<strong>de</strong>rs een<br />

gloedvolle toespraak hield tot <strong>de</strong> verzamel<strong>de</strong> menigte,<br />

kwam Mfoeka geheel kalm na<strong>de</strong>rbij, mat <strong>de</strong>n<br />

afstand en trof vervolgens met een hevigen stoot<br />

<strong>de</strong>n niets kwaads vermoe<strong>de</strong>n<strong>de</strong>n spreker met zulke<br />

kracht tegen zijn zitvlak, dat hij hals over kop in<br />

<strong>het</strong> zand vloog. Dit maakte eensklaps aan <strong>de</strong> toe-


88 HOOFDSTUK III<br />

spraak een ein<strong>de</strong>. ,,Het was een kostelijk beeld, hoe<br />

<strong>de</strong> verbaasd op <strong>de</strong>n grond gezeten gezant <strong>de</strong>n ernstig<br />

<strong>voor</strong> hem staan<strong>de</strong>n hamel aanstaar<strong>de</strong>."<br />

Ook uit <strong>de</strong> vogelwereld zijn vele gevallen van<br />

schijngevechten bekend. J. A. Naumann <strong>de</strong>elt ons<br />

daarvan vele gevallen me<strong>de</strong>, b.v. van twee raven,<br />

die herhaal<strong>de</strong>lijk met elkan<strong>de</strong>r twistten, maar nooit<br />

ernstig op elkan<strong>de</strong>r aanvlog^n, zich op <strong>de</strong>n fug<br />

wierpen, elkan<strong>de</strong>r beet pakten enz. Als spel beschouwt<br />

hij <strong>het</strong> ook, hoe kraaien dikwijls om een<br />

zitplaats op <strong>de</strong> spits van een toren of op <strong>de</strong>n hoogsten<br />

top van een boom vechten en elkan<strong>de</strong>r <strong>voor</strong>tdurend<br />

daarvan afstooten.<br />

De vraag of <strong>de</strong> gevechten tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong>n paartijd ten<br />

<strong>de</strong>ele als spiegelgevechten zijn te beschouwen, meent<br />

Groos bevestigend te moeten beantwoor<strong>de</strong>n. Zij zullen<br />

later ter sprake komen.<br />

6. De bouwkunst <strong>de</strong>r dieren.<br />

Hierbij moet in <strong>de</strong> eerste plaats aan <strong>de</strong>n nestbouw<br />

gedacht wor<strong>de</strong>n, die als uiting van <strong>het</strong> instinct is<br />

te beschouwen, zooals <strong>voor</strong>al afdoen<strong>de</strong> wordt bewezen<br />

door <strong>de</strong> vogels, speciaal door die, welke<br />

slechts een keer in hun leven daartoe overgaan. Bij<br />

<strong>de</strong>n nestbouw <strong>de</strong>r ou<strong>de</strong>rs waren <strong>de</strong> jongen natuurlijk<br />

niet aanwezig en van on<strong>de</strong>rricht door <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>n<br />

aan <strong>de</strong> jongen, wat <strong>het</strong> bouwen van nesten betreft,<br />

is nooit iets gebleken, zoodat <strong>de</strong>ze vaardigheid<br />

wel op aangeboren instincten moet berusten.<br />

Evenwel moet hierbij opgemerkt wor<strong>de</strong>n, dat bij<br />

<strong>de</strong>n nestbouw <strong>de</strong>r vogels evenmin van een spel<br />

sprake kan zijn als bij <strong>de</strong>n bouw <strong>de</strong>r woningen<br />

v an an<strong>de</strong>re hooger georganiseer<strong>de</strong> dieren, zooals<br />

vossen, bevers, dassen, mollen, vischotters enz.,


DE VOORNAAMSTE SPELEN DER DIEREN 89<br />

want <strong>de</strong>ze werkzaamheid heeft een ernstig doel.<br />

Daarentegen kan als spel beschouwd wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong><br />

reeds door Darwin opgemerkte neiging van sommige<br />

vogels in gevangen staat om, als zij geen gekgenheid<br />

hebben een nest te bouwen, tusschen <strong>de</strong><br />

tralies van hun kooi, min of meer bij wijze van<br />

tijdverdrijf, vlechtwerk aan te brengen. Ver<strong>de</strong>r kan<br />

daartoe gerekend wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> gewoonte <strong>de</strong>r mannetjes<br />

van sommige vogelsoorten om <strong>voor</strong> <strong>de</strong> paring<br />

op eigen gelegenheid nesten te bouwen, die later<br />

toch niet gebruikt wor<strong>de</strong>n, zooals <strong>het</strong> winterkoninkje,<br />

dat zulks zelfs twee of drie keer doet.<br />

Vooral echter komt als spel in aanmerking <strong>de</strong> versiering,<br />

die sommige dieren aan hun verblijf aanbrengen.<br />

Bepaal<strong>de</strong>lijk bij vogels komt dit <strong>voor</strong>.<br />

Reeds <strong>de</strong> beken<strong>de</strong> gewoonte van raven, kraaien en<br />

eksters om alle blinken<strong>de</strong> <strong>voor</strong>werpen te stelen en<br />

in hun nest te slepen valt hieron<strong>de</strong>r. Vele kolibri's<br />

versieren hun nest aan <strong>de</strong>n buitenkant op in<strong>de</strong>rdaad<br />

smaakvolle wijze met planten<strong>de</strong>elen en veeren,<br />

spechten doen <strong>het</strong> wel met blinken<strong>de</strong> <strong>voor</strong>werpen,<br />

zooals insektenvleugels, <strong>de</strong> Aziatische baya met<br />

klompjes klei, waarop dan lichtgeven<strong>de</strong> kevers of<br />

an<strong>de</strong>re insecten vastgehecht wor<strong>de</strong>n, weer an<strong>de</strong>re<br />

vogels gebruiken als versiering schelpjes, stukjes<br />

glas, scherven van aar<strong>de</strong>werk enz. Het merkwaardigste<br />

<strong>voor</strong>beeld leveren ongetwijfeld <strong>de</strong> prieelvogels,<br />

die niet slechts hun nest versieren, maar<br />

uitgestrekte loofgangen op <strong>de</strong>n beganen grond<br />

bouwen en <strong>de</strong>ze in<strong>de</strong>rdaad smaakvol opsmukken.<br />

Deze bouwwerken zijn bestemd <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n tijd <strong>de</strong>r<br />

paring, zoodat een na<strong>de</strong>re beschouwing ervan bij<br />

<strong>de</strong> Lief<strong>de</strong>spelen op haar plaats is.<br />

Op <strong>de</strong> vraag, waarom <strong>de</strong> vogels <strong>de</strong>rgelijke versieringen<br />

aanbrengen, luidt meestal <strong>het</strong> antwoord,


9°<br />

HOOFDSTUK III<br />

omdat zij behagcn scheppen in <strong>het</strong> bezit van dingen,<br />

welke door glans of opvallen<strong>de</strong> kleuren uitmunten.<br />

Waarschijnlijk speelt echter ook <strong>het</strong> sexueele gevoel<br />

daarbij een rol en von Lucanus kent zelfs aan <strong>de</strong>ze<br />

vogels een zeker gevoel <strong>voor</strong> <strong>het</strong> schoone toe, <strong>het</strong>geen<br />

echter door an<strong>de</strong>ren ernstig in twijfel wordt<br />

getrokken.<br />

7. De verplegingsspelen.<br />

Algemeen bekend is bij <strong>de</strong> spelen <strong>de</strong>r kin<strong>de</strong>ren,<br />

hoe jonge meisjes gaarne hun poppen met moe<strong>de</strong>rlijke<br />

zorg verplegen. lets <strong>de</strong>rgelijks komt in <strong>het</strong><br />

dierenrijk niet <strong>voor</strong>, wel echter een an<strong>de</strong>r verschijnsel.<br />

Het moe<strong>de</strong>rtje spelen van kleine meisjes beperkt<br />

zich n.L niet tot hun poppen, maar wordt ook<br />

gaarne ten opzichte van broertjes en zusjes en eveneens<br />

ten opzichte van volwassen personen toegepast,<br />

terwijl alleen staan<strong>de</strong> ou<strong>de</strong>re dames somtijds<br />

al hun moe<strong>de</strong>rlijke instincten — want wij hebben<br />

hierbij weer met instincten te doen — aan een<br />

schoothondje of een lievelingspoes wij<strong>de</strong>n en <strong>de</strong>ze<br />

op alle mogelijke wijze vertroetelen. Als wij <strong>de</strong>ze<br />

bei<strong>de</strong> zaken als spel opvatten, komen soortgelijke<br />

gevallen in menigte ook in <strong>het</strong> dierenrijk <strong>voor</strong>,<br />

hoewel bijna uitsluitend bij huisdieren of althans<br />

tamme dieren. Vele <strong>voor</strong>beel<strong>de</strong>n daarvan geeft<br />

L. Buchner. Zoo vertelt hij van een hond, die op<br />

een boer<strong>de</strong>rij op <strong>het</strong> vee en in 't bijzon<strong>de</strong>r op <strong>het</strong><br />

pluimvee moest passen en gewoon was verborgen<br />

kippeneieren op te sporen en in <strong>de</strong> keuken te brengen.<br />

Op zekeren dag brengt hij zulk een ei niet<br />

naar <strong>de</strong> keuken, waar hij ze op <strong>de</strong>n steenen vloer<br />

neerleg<strong>de</strong>, maar naar <strong>de</strong> woonkamer op <strong>de</strong> canape,<br />

terwijl een in <strong>het</strong> ei aanwezig kuikentje moeite


DE VOORNAAMSTE SPELEN DER DIEREN 91<br />

<strong>de</strong>ed <strong>de</strong> schaal stuk te breken. Nadat men <strong>het</strong> ei in<br />

een met watten gevuld mandje had gelegd, hielp<br />

<strong>de</strong> hond met zijn tong <strong>het</strong> kuikentje uit <strong>de</strong> schaal<br />

te komen en werd van nu af aan zijn verpleger.<br />

Hij gaf <strong>het</strong> diertje met <strong>de</strong> in water gedoopte punt<br />

van zijn tong te drinken, droeg <strong>het</strong> mandje in <strong>de</strong><br />

zon en belekte en bescherm<strong>de</strong> <strong>het</strong> kuikentje met<br />

onvermoeibare zorg. Ook toen <strong>het</strong> groot was gewor<strong>de</strong>n<br />

bleef <strong>de</strong> hond zijn beschermer, terwijl <strong>de</strong><br />

kip op zijn rug vloog en hem scheen te liefkoozen.<br />

— Een an<strong>de</strong>re hond, die twee keeren jongen<br />

had gekregen, gaf blijken van bijzon<strong>de</strong>re <strong>voor</strong>lief<strong>de</strong><br />

<strong>voor</strong> alles wat jong was, niet alleen <strong>voor</strong> hon<strong>de</strong>n,<br />

maar evenzeer <strong>voor</strong> katten ganzen, een<strong>de</strong>n enz. —<br />

De eigenaar van een moestuin bespeur<strong>de</strong> hoe zijn<br />

huishond uit een mand met wortelen <strong>de</strong>ze een <strong>voor</strong><br />

een weghaal<strong>de</strong>, ze in zijn bek naar <strong>de</strong>n stal droeg<br />

en daar aan een <strong>de</strong>r bei<strong>de</strong> paar<strong>de</strong>n, zijn slaapkameraad,<br />

aanbood, die ze zich goed liet smaken, tot <strong>de</strong><br />

laatste wortel verorberd was. Naar <strong>het</strong> an<strong>de</strong>re paard<br />

op stal keek <strong>de</strong> hond daarbij in <strong>het</strong> geheel niet om.<br />

Ook van verschillen<strong>de</strong> an<strong>de</strong>re dieren wor<strong>de</strong>n soortgelijke<br />

staaltjes verteld, b.v. van katten, die behalve<br />

<strong>voor</strong> <strong>de</strong> eigen jongen, ook <strong>voor</strong> an<strong>de</strong>re jonge<br />

dieren, zooals eendjes zorg<strong>de</strong>n, of van een papegaai,<br />

die volgens Brehm moe<strong>de</strong>rlijke zorgen aan ou<strong>de</strong>rlooze<br />

vinkjes besteed<strong>de</strong>. Pechuel-Losche verhaalt<br />

van <strong>de</strong> vriendschap tusschen een gevangen aap en<br />

een her<strong>de</strong>rshond en van die tusschen een aap en<br />

een varken. In <strong>de</strong>n Dierentuin te's Gravenhage kon<br />

men, een paar jaar gele<strong>de</strong>n, bijna dagelijks zien,<br />

hoe een raaf, die in een <strong>de</strong>r kooien zat, als zij haar<br />

voedsel kreeg, <strong>de</strong> stukjes vleesch verstopte in kuiltjes,<br />

welke zij in <strong>de</strong>n grond maakte. Korten tijd<br />

daarna kwam dan een kat aanwan<strong>de</strong>len en ging


92<br />

HOOFDSTUK III<br />

<strong>voor</strong> <strong>de</strong> kooi zitten, waarna <strong>de</strong> raaf telkens een<br />

stukje vleesch uit een <strong>de</strong>r kuiltjes te <strong>voor</strong>schijn<br />

haal<strong>de</strong> en dit op <strong>de</strong> plaats, waar <strong>de</strong> kat zat, bij <strong>de</strong><br />

tralies neerleg<strong>de</strong>. Kon <strong>de</strong> kat <strong>het</strong> vleesch met haar<br />

poot niet bereiken, dan bracht <strong>de</strong> raaf <strong>het</strong> met zijn<br />

snavel tusschen <strong>de</strong> tralies en duw<strong>de</strong> <strong>het</strong> vervolgens<br />

omlaag. Ook wordt menigmaal, b.v. bij zwaluwen,<br />

door <strong>de</strong> jongen van <strong>het</strong> eerste broed aan <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs<br />

hulp verleend bij <strong>het</strong> opvoe<strong>de</strong>n van <strong>het</strong> twee<strong>de</strong>, dus<br />

jongere broed.<br />

8. De naboot sing spelen.<br />

In hoeverre moet <strong>de</strong> nabootsing eener han<strong>de</strong>ling<br />

als spel opgevat wor<strong>de</strong>n? Houdt men zich aan <strong>de</strong><br />

opvatting, dat een han<strong>de</strong>ling dan als een spel<br />

dient beschouwd te wor<strong>de</strong>n, indien <strong>de</strong> instincten<br />

zon<strong>de</strong>r ernstige aanleiding, alleen tot <strong>voor</strong>oefening<br />

of oefening, in werking tre<strong>de</strong>n, dan valt <strong>het</strong> niet<br />

moeilijk vast te stellen, wanneer een nabootsing<br />

spel is en wanneer niet. Als een konijn een vijand<br />

bespeurt en met opgeheven staart naar zijn hoi<br />

loopt, terwijl <strong>de</strong> jongen <strong>het</strong> narennen, spelen <strong>de</strong>ze<br />

laatste niet, evenmin als een kraai on<strong>de</strong>r <strong>het</strong> wegvliegen<br />

een waarschuwen<strong>de</strong>n kreet laat hooren en<br />

daarop <strong>de</strong> geheele zwerm opstuift. Daarentegen is<br />

<strong>de</strong> nabootsing wel spel, als jonge dieren zon<strong>de</strong>r<br />

an<strong>de</strong>r practisch doel dan oefening <strong>de</strong> bewegingen<br />

<strong>de</strong>r ou<strong>de</strong>rs of van an<strong>de</strong>re dieren nadoen, als papegaaien<br />

alle mogelijke gelui<strong>de</strong>n en woor<strong>de</strong>n weergeven<br />

of apen <strong>de</strong> han<strong>de</strong>lingen hunner meesters naapen.<br />

Zij hebben meer dan eenig an<strong>de</strong>r dier <strong>de</strong>ze<br />

gewoonte en hun naam beteekent dan ook, zoowel<br />

in <strong>het</strong> Grieksch als in <strong>het</strong> oud-Egyptisch, na-aper.<br />

Hoewel <strong>de</strong>ze eigenaardigheid bij hon<strong>de</strong>n niet zoo


DE VOORNAAMSTE SPELEN DER DIEREN 93<br />

sterk ontwikkeld is, wor<strong>de</strong>n ook van <strong>de</strong>ze dieren<br />

sterke staaltjes vermeld.<br />

De eigenlijke biologische beteekenis <strong>de</strong>r nabootsingspelen<br />

is te zoeken in <strong>de</strong> spelen<strong>de</strong> zelfopvoeding<br />

<strong>de</strong>r jonge dieren. Wel is in elk bijzon<strong>de</strong>r geval<br />

zeer moeilijk vast te stellen, waar <strong>de</strong> grens ligt tusschen<br />

<strong>het</strong> instinctieve, <strong>het</strong> overgeerf<strong>de</strong> en <strong>het</strong> door<br />

nabootsing verkregene, maar dat dit laatste tij<strong>de</strong>ns<br />

<strong>de</strong> jeugd een belangrijke rol moet spelen bij <strong>de</strong><br />

<strong>voor</strong>bereiding <strong>voor</strong> <strong>de</strong> latere levenstaak, is aan geen<br />

twijfel on<strong>de</strong>rhevig. Een dui<strong>de</strong>lijk proefon<strong>de</strong>rvin<strong>de</strong>lijk<br />

bewijs daar<strong>voor</strong> leveren <strong>de</strong> eigenaardige verschijnselen<br />

bij dieren, welke door pleegou<strong>de</strong>rs zijn<br />

groot gebracht, b.v. hon<strong>de</strong>n, die door katten zijn<br />

opgevoed en <strong>de</strong> gewoonte aannemen zich met <strong>de</strong><br />

<strong>voor</strong>pooten te wasschen, of uren lang <strong>voor</strong> een muizengat<br />

op <strong>de</strong>n loer liggen, dan wel met een gevangen<br />

muis spelen of bang zijn <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n regen.<br />

Moeilijker dan bij zulke abnormale gevallen is<br />

<strong>de</strong> nabootsing als spel in normale gevallen aan te<br />

toonen; maar in <strong>het</strong> algemeen kan men toch zeggen,<br />

dat dit gebeurt telkens als een jong dier <strong>de</strong><br />

bewegingen van zijn ou<strong>de</strong>rs of an<strong>de</strong>re dieren nabootst,<br />

zon<strong>de</strong>r daarbij een an<strong>de</strong>r praktisch doel dan<br />

<strong>het</strong> onbewuste <strong>de</strong>r oefening <strong>voor</strong> oogen te hebben.<br />

Bij hon<strong>de</strong>n kan men vaak waarnemen, dat als een<br />

over een greppel springt, alle an<strong>de</strong>re <strong>het</strong>zelf<strong>de</strong> doen,<br />

of als een begint te blaffen, <strong>de</strong> overige <strong>het</strong> niet<br />

kunnen laten. Jonge lammeren loopen, zoodra zij<br />

nauwelijks staan kunnen, elk zich verwij<strong>de</strong>rend<br />

object na en vluchten omgekeerd <strong>voor</strong> elk na<strong>de</strong>rend<br />

<strong>voor</strong>werp, soms zelfs <strong>voor</strong> hun eigen moe<strong>de</strong>r. De<br />

zucht <strong>de</strong>r jonge dieren om <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs alles na te<br />

doen, wordt door <strong>de</strong>ze dikwijls gebruikt om ze op<br />

te voe<strong>de</strong>n, waarvan <strong>de</strong> gebroe<strong>de</strong>rs Miiller interes-


94 HUOJbDSl UK Hi<br />

sante staaltjes mee<strong>de</strong>elen. Groot is <strong>de</strong> nabootsingszucht<br />

bij jonge vogels. ,,Jonge nestvogels/' zegt<br />

Hermann Miiller, ,,zijn als kleine apen; <strong>het</strong> <strong>voor</strong>beeld<br />

werkt aanstekelijk". Dit geldt <strong>voor</strong>al van <strong>het</strong><br />

gezang. Wel zijn <strong>de</strong> meeningen omtrent <strong>de</strong> rol <strong>de</strong>r<br />

nabootsing daarbij ver<strong>de</strong>eld en is zeer waarschijnlijk<br />

<strong>het</strong> gezang als <strong>de</strong> uiting van een instinct op te<br />

vatten, maar zon<strong>de</strong>r nabootsing zou <strong>het</strong> gezang<br />

niet zoo snel en zoo volledig tot ontwikkeling<br />

komen. Zoo wor<strong>de</strong>n dan ook jonge zangvogels om<br />

hun mooi te leeren zingen in een en <strong>het</strong>zelf<strong>de</strong> vertrek<br />

met volleer<strong>de</strong> zangers geplaatst, zoo is algemeen<br />

bekend, dat een vogel zich laat hooren, zoodra<br />

een an<strong>de</strong>re zingt, of in <strong>de</strong> kamer piano gespeeld,<br />

gefloten of maar luid gepraat wordt. Ook <strong>de</strong> nachtelijke<br />

kattenconcerten en <strong>de</strong> duoVen trio's van huilen<strong>de</strong><br />

hon<strong>de</strong>n behooren hiertoe. Zoo trof <strong>het</strong> mij,<br />

toen ik als stu<strong>de</strong>nt een tijdlang in Amsterdam vlak<br />

bij Artis woon<strong>de</strong>, dat als 's avonds een dier zijn<br />

stem <strong>de</strong>ed hooren, weldra een geweldig en niet zeer<br />

wellui<strong>de</strong>nd veelstemmig concert volg<strong>de</strong>.<br />

Zeer verbreid is in <strong>de</strong> vogelwereld <strong>de</strong> nabootsing<br />

van <strong>het</strong> gezang van an<strong>de</strong>re vogels, alsme<strong>de</strong> allerlei<br />

an<strong>de</strong>re gelui<strong>de</strong>n. Het aantal <strong>voor</strong>beel<strong>de</strong>n daarvan,<br />

door talrijke schrijvers aangehaald, is legio. Zoo<br />

geeft <strong>de</strong> Amerikaansche spotlijster niet slechts <strong>het</strong><br />

gezang en geroep van allerlei woudvogels <strong>voor</strong>treffelijk<br />

weer, maar ook allerlei an<strong>de</strong>re gelui<strong>de</strong>n, die<br />

b.v. van een naburige boer<strong>de</strong>rij tot hem doordringen,<br />

zooals <strong>het</strong> kraaien van <strong>de</strong>n haan, <strong>het</strong> kakelen<br />

<strong>de</strong>r kippen, <strong>het</strong> snateren <strong>de</strong>r een<strong>de</strong>n, <strong>het</strong> miauwen<br />

<strong>de</strong>r katten, <strong>het</strong> blaffen <strong>de</strong>r hon<strong>de</strong>n, <strong>het</strong> knarsen<br />

van een <strong>de</strong>ur, <strong>het</strong> piepen van een windwijzer, <strong>het</strong><br />

klapperen <strong>de</strong>r molenwieken en hon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n gelui<strong>de</strong>n<br />

meer. Ook <strong>de</strong> Europeesche lijster en volgens Brehm


DE VOORNAAMSTE SPELEN DER DIEREN 95<br />

in nog hoogere mate <strong>de</strong> spreeuw zijn meesters in<br />

<strong>de</strong> nabootsing, hoewel zij nog overtroffen wor<strong>de</strong>n<br />

door <strong>de</strong> Indische bea. De ekster munt op dit gebied<br />

eveneens uit, maar onovertroffen is <strong>de</strong> papegaai,<br />

waarvan zulks reeds ten tij<strong>de</strong> <strong>de</strong>r Romeinen <strong>de</strong><br />

aandacht trok en Brehm, Marshall, Russ e.a. een<br />

menigte staaltjes vertellen. Lucanus wijst er op, dat<br />

<strong>het</strong> buitengewone talent tot nabootsing bij <strong>de</strong> papegaaien<br />

in gevangen staat <strong>de</strong>s te merkwaardiger is,<br />

omdat <strong>het</strong> bij <strong>de</strong> in vrijheid leven<strong>de</strong> dieren in <strong>het</strong> geheel<br />

niet <strong>voor</strong>komt. Hij meent dit aldus te kunnen<br />

verklaren, dat <strong>de</strong> papegaaien steeds gezellig leven<br />

en doorgaans <strong>voor</strong> <strong>het</strong> geheele leven paren, terwijl<br />

zij steeds scherp luisteren naar <strong>de</strong> gelui<strong>de</strong>n <strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re<br />

papegaaien en <strong>voor</strong>al naar die van <strong>de</strong>n echtgenoot.<br />

In gevangen staat let hij nu even scherp op<br />

<strong>de</strong> stem van zijn meester en bootst <strong>de</strong>ze na om zoo<br />

nauw mogelijk met hem in contact te kunnen tre<strong>de</strong>n,<br />

daar hij <strong>de</strong>zen, als hij hem lief<strong>de</strong>vol behan<strong>de</strong>lt,<br />

als plaatsvervanger beschouwt van zijn levensgezel<br />

of -gezellin. Bij <strong>de</strong>ze merkwaardig schran<strong>de</strong>re<br />

vogels is geen sprake van blin<strong>de</strong> navolging, maar,<br />

althans <strong>de</strong> bijzon<strong>de</strong>r begaaf<strong>de</strong> exemplaren, verstaan<br />

in vele gevallen <strong>de</strong> juiste associatie tusschen <strong>de</strong><br />

acustische teekens en hun geestelijken inhoud. Zoo<br />

vertelt Elisabeth von Montgelas: ,,Aan mijn Jackl<br />

gebeurt <strong>het</strong> nu en dan, dat hij bij zijn wan<strong>de</strong>lingen<br />

door <strong>de</strong> kamer of over <strong>de</strong> tafel iets laat vallen. Hij<br />

draait zich dan altijd om, bekijkt <strong>het</strong> corpus <strong>de</strong>licti<br />

en zegt: ,, ,,Foei, jij vuilpoes." " Natuurlijk verstaat<br />

hij die woor<strong>de</strong>n niet, maar hij weet, dat zij<br />

een berisping beteekenen. Dit geeft hij reeds daardoor<br />

te kennen, dat hij ze met uitstaan<strong>de</strong> veeren en<br />

dreigend schud<strong>de</strong>n<strong>de</strong>n kop uitspreekt." Lucanus bezat<br />

een grijze papegaai, die elk familielid, dat


96 HOOFDSTUK III<br />

's ochtcnds in <strong>de</strong> kamer kwam, begroette met ,,goe<strong>de</strong>n<br />

morgen", maar slechts een keer. Verliet dus iemand<br />

<strong>het</strong> vertrek en kwam hij later terug, dan bleef <strong>de</strong><br />

vogel stom, kwam daarentegen iemand binnen, die<br />

er nog niet geweest was, dan klonk weer zijn<br />

,,goe<strong>de</strong>n morgen", een bewijs dus, dat <strong>de</strong> vogel<br />

goed oplette, wie kwam en ging, alsook dat zijn<br />

geest zeer werkzaam was. Merkwaardig was bij<br />

<strong>de</strong>zen vogel ook <strong>het</strong> gebruik van <strong>de</strong> woordjes ,,so"<br />

en ,,na", <strong>het</strong> laatste steeds bij <strong>het</strong> begin van een<br />

han<strong>de</strong>ling b.v. <strong>het</strong> openen van zijn kooi om hem<br />

er uit te laten, <strong>het</strong> plaatsen van een lamp op tafel<br />

enz., <strong>het</strong> eerste bij <strong>het</strong> ein<strong>de</strong> van een han<strong>de</strong>ling b.v.<br />

als hij weer in <strong>de</strong> kooi ging, als iemand ging zitten<br />

enz. Een grijze papegaai van LucanUs vond <strong>de</strong> aanwezigheid<br />

van vreem<strong>de</strong> personen onaangenaam. Hij<br />

zat dan stil en knorrig, ineengedoken in zijn kooi.<br />

Nu had hij zich aangewend bij iemands vertrek<br />

,,adieu" te zeggen. Vond hij, dat <strong>het</strong> bezoek te<br />

lang duur<strong>de</strong>, dan begon <strong>de</strong> vogel eenklaps ,,adieu"<br />

te roepen en zette dit zoo lang <strong>voor</strong>t, tot <strong>de</strong> bezoeker<br />

vertrok. Hij wist ook <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> vogels,<br />

die met hem in <strong>het</strong> vertrek leef<strong>de</strong>n, te on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n<br />

en vergistte zich nooit in <strong>de</strong> namen, die zij droegen.<br />

Eveneens ken<strong>de</strong> hij <strong>het</strong> verschil tusschen mannelijke<br />

en vrouwelijke personen, zelfs als hij ze nooit van<br />

te voren gezien had; op verschil in kleeding of stem<br />

berustte dit on<strong>de</strong>rscheidingsvermogen niet, want<br />

terstond herken<strong>de</strong> hij mannen in vrouwenkleeding<br />

en omgekeerd, ook als zij niet <strong>het</strong> minste geluid<br />

gaven.<br />

Ten slotte moet nog gewezen wor<strong>de</strong>n op eenige<br />

verschijnselen, waarbij <strong>de</strong> nabootsing een meer<br />

sociale beteekenis heeft. A1 is <strong>de</strong> bewering van<br />

Tar<strong>de</strong> ,,la societe c'est limitation" overdreven,


DE VOORNAAMSTE SPELEN DER DIEREN 97<br />

ontkend kan niet wor<strong>de</strong>n, dat in <strong>de</strong> menschelijke<br />

samenleving <strong>de</strong> nabootsing een zeer grooten socialen<br />

invloed uitoefent. Wat <strong>de</strong> dierenwereld betreft, beschouwt<br />

Groos <strong>het</strong> dolle rennen van groote troepen<br />

wil<strong>de</strong> paar<strong>de</strong>n, gazellen, springbokken enz., ook<br />

als volstrekt geen gevaar dreigt, als een gemeenschappelijk<br />

bewegingsspel. De dartelijke bewegingsspelen<br />

van zeehon<strong>de</strong>n en zeeleeuwen zijn door verschillen<strong>de</strong><br />

ooggetuigen uitvoerig beschreven. Zoo<br />

ziet men vaak op weilan<strong>de</strong>n, dat als een koe <strong>het</strong><br />

op een loopen zet, <strong>de</strong> geheele kud<strong>de</strong> er achteraan<br />

holt. De gemeenschappelijke stemoefeningen van<br />

dieren zijn als spelen op te vatten, zoowel in <strong>de</strong><br />

wil<strong>de</strong>rnis, b.v. <strong>de</strong> concerten <strong>de</strong>r brulapen in Zuid-<br />

Amerika, als in dierentuinen. Vooral bij <strong>de</strong> vogels<br />

schijnen <strong>de</strong>rgelijke gezelschapsspelen vaak <strong>voor</strong> te<br />

komen. Hiertoe is zelfs <strong>het</strong> gemeenschappelijk snateren<br />

en schreeuwen van ganzen, een<strong>de</strong>n en kraaien<br />

te rekenen, evenals <strong>het</strong> veelstemmig concert van<br />

zangvogels in <strong>het</strong> bosch. Ook spelen in <strong>de</strong> lucht<br />

wor<strong>de</strong>n menigmaal door groote troepen vogels gezamelijk<br />

uitgevoerd.<br />

p. De nieuwsgierigheid<br />

Als een zuiver intellectueel spel, maar ook <strong>het</strong><br />

eenige, dat in <strong>de</strong> dierenwereld <strong>voor</strong>komt, valt <strong>de</strong><br />

nieuwsgierigheid te noemen. Ook dit is een vorm<br />

van probeeren, n.l. intellectueel experimenteeren.<br />

Het psychische vermogen, dat door zulk experimenteeren<br />

geoefend wordt, is <strong>de</strong> oplettendheid. Deze<br />

treedt op als <strong>de</strong> noodzakelijke begeleidster van zeer<br />

belangrijke dierlijke instincten, n.l. honger, vrees en<br />

Hef<strong>de</strong>. Een spelen<strong>de</strong> beoefening van dit zoo uiterst<br />

belangrijke vermogen heeft plaats, als <strong>de</strong> dieren<br />

Het Spel 7


98 HOOFDSTUK III<br />

nieuwsgierig zijn. Men kan <strong>de</strong>rhalve nieuwsgierigheid<br />

omschrijven als spelen<strong>de</strong> apperceptie, spelen<strong>de</strong><br />

waarneming. Het nut van dit spel is te zoeken in <strong>de</strong><br />

oefening van <strong>het</strong> intellect en in <strong>de</strong> vermeer<strong>de</strong>ring<br />

van kennis. Op <strong>de</strong> vraag wat oplettendheid eigen -<br />

lijk is, valt daarom moeilijk een antwoord te geven.<br />

omdat, zooals reeds Kulpe zei<strong>de</strong>: ,,Ie<strong>de</strong>r eenigszins<br />

zelfstandig psycholoog tracht tegenwoordig aard<br />

en oorsprong <strong>de</strong>r oplettendheid op zijn manier te<br />

verklaren." Omschrijft men <strong>de</strong> oplettendheid niet<br />

als <strong>de</strong> concentratie op een aanwezigen indruk, maar<br />

als <strong>de</strong> verwachting van een toekomstigen indruk,<br />

verbon<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> <strong>voor</strong>bereiding op <strong>de</strong> instinctieve<br />

bewegingen, die <strong>de</strong>ze te verwachten indruk zal te<br />

weeg brengen, dan vormt <strong>de</strong> op <strong>de</strong>n loer liggen<strong>de</strong><br />

kat <strong>het</strong> beste <strong>voor</strong>beeld <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n meest oorspronkelijken,<br />

meest instinctieven vorm van <strong>de</strong> oplettendheid.<br />

Karl Groos on<strong>de</strong>rscheidt drie hoofdvormen van<br />

oplettendheid: <strong>de</strong> praktische, <strong>de</strong> theoretische en <strong>de</strong><br />

aest<strong>het</strong>ische. Bij <strong>de</strong> eerste soort verwacht men <strong>de</strong> gelegenheid<br />

tot een instinctieve dan wel willekeurige<br />

beweging, bij <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> <strong>de</strong> gelegenheid tot een<br />

i<strong>de</strong>een-associatie, bij <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> <strong>de</strong> gelegenheid tot een<br />

gevoelsuiting. De eerste hangt <strong>voor</strong>al samen met<br />

<strong>de</strong>n wil, <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> met <strong>het</strong> <strong>voor</strong>stellingsvermogen,<br />

<strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> met <strong>het</strong> gevoel. De nieuwsgierigheid tiu<br />

is <strong>de</strong> spelend toegepaste theoretische oplettendheid.<br />

Wel wordt <strong>de</strong>ze soort van oplettendheid bij elk<br />

experimenteerspel toegepast, maar bij <strong>de</strong> nieuwsgierigheid<br />

treedt zij als een zelfstandig spel op. Van<br />

dit spel bij dieren wor<strong>de</strong>n talrijke staaltjes me<strong>de</strong>ge<strong>de</strong>eld.<br />

Zoo wijst Darwin op <strong>de</strong> apen, die na kin<strong>de</strong>ren<br />

wel <strong>de</strong> nieuwsgierigste van alle leven<strong>de</strong> wezens<br />

zijn. Daar hij <strong>de</strong> groote vrees van apen <strong>voor</strong> slan-


DE VOORNAAMSTE SPELEN DER DIEREN 99<br />

gen ken<strong>de</strong>, leg<strong>de</strong> hij in een groote apenkooi een<br />

leven<strong>de</strong> slang in een papieren zak, waarvan <strong>de</strong><br />

opening slechts losjes was dicht gemaakt. Terstond<br />

na<strong>de</strong>r<strong>de</strong> een <strong>de</strong>r apen, open<strong>de</strong> <strong>voor</strong>zichtig <strong>de</strong>n zak<br />

een beetje en keek erin, waarna hij onmid<strong>de</strong>llijk <strong>de</strong><br />

vlucht nam. Daarna kwam <strong>de</strong> eene aap na <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re<br />

dichterbij en geen enkele kon <strong>de</strong> verleiding weerstaan<br />

even naar <strong>het</strong> vreeselijke <strong>voor</strong>werp in <strong>de</strong>n zak<br />

te kijken. Ook bij Brehm kan men lezen van <strong>de</strong><br />

vrees, die een troep apen koester<strong>de</strong> <strong>voor</strong> een kist<br />

met slangen. ,,Maar hun nieuwsgierigheid was zoo<br />

groot, dat zij niet kon<strong>de</strong>n nalaten <strong>de</strong>ze, geheel op<br />

menschelijke wijze, zelfs ten koste van hun ontzetting,<br />

te bevredigen door <strong>het</strong> <strong>de</strong>ksel van <strong>de</strong> kist nu en<br />

dan op te tillen. Dr. G, Stahel, <strong>de</strong> lei<strong>de</strong>r <strong>de</strong>r expedite<br />

naar <strong>het</strong> Wilhelminagebergte in Suriname, in<br />

1926, vertelt o.a.: ,,Op een plek, waar we een dikken<br />

boomstam moeten doorkappen, komt een troep<br />

apen nieuwsgierig kijken, wat er gebeurt. Ze hou<strong>de</strong>n<br />

zich met <strong>de</strong>n staart aan een tak vast en gluren<br />

tusschen <strong>de</strong> bla<strong>de</strong>ren naar buiten, ie<strong>de</strong>ren bijlslag<br />

met een zenuwachtige kopbeweging volgend." Zoo<br />

verhaalt Eimer hoe koeien, gedreven door hun<br />

nieuwsgierigheid, hem <strong>het</strong> teekenen in zijn sc<strong>het</strong>sboek<br />

bijna onmogelijk maakten en, hoewel verdreven,<br />

telkens terugkeer<strong>de</strong>n om met uitgestrekten hals<br />

te kijken, wat hij uitvoer<strong>de</strong>. Een soortgelijk verhaal<br />

van paar<strong>de</strong>n, terwijl hij bezig was zijn fototoestel<br />

in or<strong>de</strong> te brengen, doet Anschiitz, terwijl volgens<br />

Scheitlin geiten, gazellen en gemsen zoo nieuwsgierig<br />

zijn, dan zij dikwiils gevangen wor<strong>de</strong>n door<br />

ergens een <strong>voor</strong> hen opvallend en vreemd <strong>voor</strong>werp<br />

neer te zetten. Katten zijn eveneens nieuwsgierig,<br />

evenals hon<strong>de</strong>n, die b.v. uren lang op een<br />

vensterbank kunnen zitten om toe te kijken, wat er


IOO HOOFDSTUK III<br />

op straat gebeurt. Van haar tamme leeuwin Cleo<br />

zegt Elisabeth von Montgelas: ,,De goe<strong>de</strong> Cleo ging<br />

vaak met <strong>de</strong> <strong>voor</strong>pooten op <strong>de</strong> ballustra<strong>de</strong> staan,<br />

om alles, wat in <strong>de</strong>n tuin gebeur<strong>de</strong>, beter te kunnen<br />

zien, want zij was buitengewoon nieuwsgierig".<br />

R. IJzerman, een <strong>de</strong>r <strong>de</strong>elnemers aan <strong>de</strong> Suriname<br />

expeditie van 1926, beschrijft <strong>het</strong> bezoek, dat<br />

een miereneter aan <strong>het</strong> kamp in <strong>de</strong> oerwou<strong>de</strong>n van<br />

Suriname bracht, waar hij in <strong>de</strong> tent alles inspecteer<strong>de</strong>,<br />

tot hij <strong>de</strong> petroleumlamp ten slotte met<br />

veel lawaai omgooi<strong>de</strong> en daarna op <strong>de</strong> vlucht sloeg.<br />

Ook van jonge krokodillen en visschen vin<strong>de</strong>n wij<br />

<strong>de</strong>ze eigenschap vermeld, evenals van vogels, die<br />

dikwijls door opstelling van een of an<strong>de</strong>r <strong>voor</strong>werp<br />

na<strong>de</strong>rbij gelokt wor<strong>de</strong>n. Het werken van stroopers<br />

met <strong>de</strong>n lichtbak en <strong>de</strong> aantrekkingskracht van een<br />

of an<strong>de</strong>re lichtbron op vele insectensoorten, is bekend<br />

genoeg.<br />

jo. Lief<strong>de</strong>spelen<br />

De lief<strong>de</strong>spelen on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n zich van <strong>de</strong> tot<br />

dusver behan<strong>de</strong>l<strong>de</strong> echte spelen daardoor, dat zij<br />

<strong>voor</strong> zoover zij rechtstreeks met <strong>de</strong> paring samenhangen,<br />

niet op te vatten zijn als <strong>voor</strong>oefeningen<br />

of oefeningen van een instinct, maar veel meer <strong>de</strong><br />

reeele uitoefening daarvan zijn. Of men hier wel<br />

van spelen mag spreken, valt niet met zekerheid te<br />

zeggen. Een beslissing is hier veel moeilijker dan<br />

bij <strong>de</strong> overige spelen, omdat <strong>de</strong> psychische symptomen<br />

van <strong>het</strong> verschijnsel van <strong>de</strong>n beginne af er<br />

bij in aanmerking moeten genomen wor<strong>de</strong>n. Groos<br />

meent, dat bij <strong>de</strong> lagere dieren van spel geen sprake<br />

kan zijn bij <strong>de</strong> paring, al voeren sommige, zooals<br />

b.v. spinnen, daarbij eigenaardige bewegingen uit,


DE VOORNAAMSTE SPELEN DER DIEREN IOI<br />

die later, bij <strong>het</strong> dansen, nog ter sprake zullen<br />

komen. Bij <strong>de</strong> hoogere dieren is <strong>het</strong> echter an<strong>de</strong>rs,<br />

want bij <strong>de</strong>ze wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> paringsverschijnselen van<br />

zeer gecompliceer<strong>de</strong> psychische processen vergezeld.<br />

Uit zeer talrijke waarnemingen, die onafhankelijk<br />

van elkan<strong>de</strong>r gedaan wer<strong>de</strong>n, weet men, dat b.v.<br />

vogels een rijk ontwikkeld zieleleven bezitten en<br />

von Lucanus o.a. geeft een menigte <strong>voor</strong>beel<strong>de</strong>n,<br />

waaruit blijkt, dat vreug<strong>de</strong> en droefenis, haat en<br />

lief<strong>de</strong>, vrees en toorn in <strong>de</strong> vogelziel evenzeer ontwikkeld<br />

zijn als bij zoogdieren en zelfs bij menschen.<br />

Geeft men dit toe, dan zal men ook moeten<br />

aannemen, dat bij <strong>het</strong> verlief<strong>de</strong> mannetje, dat kunstige<br />

vliegbewegingen en dansen uitvoert en zich<br />

daarbij telkens vergewist van <strong>het</strong> succes <strong>de</strong>zer bewegingen<br />

bij <strong>het</strong> wijfje, dat als toeschouwer optreedt,<br />

stellig <strong>het</strong> bewustzijn van zijn han<strong>de</strong>lingen<br />

aanwezig moet zijn. De vreug<strong>de</strong> van <strong>het</strong> ,,kunnen"<br />

zal dus bij <strong>de</strong>n vogel tij<strong>de</strong>ns <strong>het</strong> minnespel aanwezig<br />

zijn en daardoor zal <strong>de</strong>rhalve datgene, wat in<br />

<strong>de</strong> eerste plaats <strong>de</strong> reeele uitoefening van <strong>het</strong> instinct<br />

tot <strong>het</strong> reeele doel vormt, psychologisch tot<br />

zekere hoogte gelijktijdig <strong>het</strong> karakter van een<br />

zuivere oefening aannemen, <strong>de</strong>rhalve een zeker<br />

spelkarakter bezitten. Ver<strong>de</strong>r valt moeilijk te ontkennen,<br />

dat als wij aannemen, dat <strong>het</strong> wijfje van<br />

zulke hofmakerij geniet, ook bij <strong>het</strong> mannetje <strong>het</strong><br />

bewustzijn van <strong>het</strong>geen hij doet, aanwezig kan zijn,<br />

zoodat ook daardoor <strong>de</strong> ernstige uitoefening van<br />

<strong>het</strong> instinct tevens psychologisch <strong>het</strong> karakter van<br />

een oefening, dus min of meer van een spel verkrijgt.<br />

Groos on<strong>de</strong>rscheidt nu nog: lief<strong>de</strong>spelen bij<br />

jonge dieren, ver<strong>de</strong>r hofmakerij <strong>de</strong>r mannetjes en<br />

wel door bewegingskunsten, door <strong>het</strong> . ten toon


102 HOOFDSTUK III<br />

sprei<strong>de</strong>n van opvallen<strong>de</strong> of mooie kleuren en vormen<br />

en door geniisch en toonen, en in <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong><br />

plaats <strong>het</strong> coquetteeren <strong>de</strong>r wijfjes.<br />

Bij <strong>de</strong> dieren, die een jeugdperio<strong>de</strong> doormaken,<br />

komt <strong>het</strong> sexueele instinct gewoonlijk reeds lang<br />

<strong>voor</strong> zij geslachtsrijp zijn in allerlei spelen tot<br />

uiting. Het sterkst is dit <strong>het</strong> geval bij zoogdieren,<br />

en van apen en jonge hon<strong>de</strong>n is <strong>het</strong> overbekend.<br />

Ook vele soorten van jonge vogels beoefenen reeds<br />

in <strong>de</strong> eerste maan<strong>de</strong>n van hun leven, dus in een<br />

tijd, dat van paring geen sprake kan zijn, <strong>het</strong> minnegezang,<br />

<strong>de</strong> dansen en vliegkunsten, waarmee<br />

vele vogels aan <strong>de</strong> wijfjes <strong>het</strong> hof maken. Hier<br />

heeft men dus in elk geval met een werkelijke<br />

<strong>voor</strong>oefening van een instinct, dus met een echt<br />

jeugdspel te doen.<br />

Omtrent <strong>de</strong> hofmakerij <strong>de</strong>r mannetjes zijn <strong>de</strong><br />

me<strong>de</strong><strong>de</strong>elingen van waarnemers talrijk. Terwijl <strong>de</strong><br />

hond daarbij bewegingen maakt, die wel iets van<br />

dansen weg hebben, verheft <strong>de</strong> steenmar<strong>de</strong>r in <strong>de</strong><br />

nabijheid van <strong>het</strong> wijfje trots hals en kop,<br />

<strong>de</strong> staart beschrijft bogen en golven, <strong>de</strong> beenen<br />

wor<strong>de</strong>n stijf gestrekt en heffen <strong>het</strong> slanke lichaam<br />

hooger op, <strong>de</strong> haren op <strong>de</strong>n rug gaan steil omhoog,<br />

,,alles aan <strong>het</strong> dier is sprong en leven." De vischotter<br />

danst, buitelt en plast op zeer in <strong>het</strong> oog<br />

loopen<strong>de</strong> wijze rondom <strong>de</strong> uitverkorene, terwijl <strong>de</strong><br />

verlief<strong>de</strong> walvisch zich somtijds op <strong>de</strong>n rug werpt,<br />

op zijn kop gaat staan, ook wel met zijn reusachtig<br />

lichaam uit <strong>het</strong> water omhoog springt, verticaal<br />

omlaag duikt en nog an<strong>de</strong>re kunststukjes te zien<br />

geeft. Bij <strong>de</strong> bewegingskunsten <strong>de</strong>r vogels vallen<br />

nog vlieg- en dansbewegingen te on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n. Bij<br />

<strong>de</strong> eerste is <strong>de</strong> groote overeenstemming in bewegingen<br />

bij <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> soorten van vogels opval-


DE VOORNAAMSTE SPELEN DER DIEREN 103<br />

lend, <strong>voor</strong>al <strong>de</strong> gewoonte om steil omhoog te vliegen<br />

en dan sneller of langzamer te dalen. Zij is<br />

eigenaardig, maar zoo algemeen, dat men hier <strong>voor</strong><br />

een moeilijk op te lossen raadsel staat, wat <strong>de</strong> bedoeling<br />

er van is. Misschien geniet <strong>de</strong> vogel zelf<br />

Fig. 16. Danshouding van mannelijke spinnen. A. Astiavittata,<br />

dansend; B. <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> springend; G. Ieius mitratus, <strong>voor</strong> <strong>het</strong><br />

wijfje poseerend.<br />

van dit bewegingsspel, zooals menschen genieten<br />

van ski-loopen en bobsleeen. An<strong>de</strong>re soorten van<br />

bewegingskunsten zijn <strong>de</strong> zwemkunststukjes en <strong>het</strong><br />

dansen <strong>de</strong>r vogels.<br />

Zooals reeds gezegd werd, komt dansen in <strong>de</strong>n<br />

tijd <strong>de</strong>r paring ook bij lagere dieren <strong>voor</strong>, b.v. bij


104<br />

HOOFDSTUK III<br />

sommige soorten van spinnen (Fig. 16) . Zoo namen<br />

<strong>de</strong> heer en mevrouw Peckham bij <strong>de</strong> springspinnen<br />

of atti<strong>de</strong>n echte lief<strong>de</strong>sdansen <strong>de</strong>r mannetjes waar,<br />

die sterk aan die <strong>de</strong>r vogels herinneren. Reeds op<br />

25 cM. afstand herkent <strong>het</strong> mannetje van <strong>de</strong> Saitis<br />

pulex <strong>het</strong> wijfje, komt opgewon<strong>de</strong>n naar haar toeloopen<br />

en begint om haar heen te dansen, waarbij<br />

<strong>het</strong> wijfje <strong>voor</strong>tdurend <strong>de</strong> oogen naar hem toekeert.<br />

Het mannetje komt steeds dichter bij en begint ein<strong>de</strong>lijk<br />

als dol om haar been te tollen, waaraan <strong>het</strong><br />

wijfje ten slotte <strong>de</strong>elneemt. Dan volgt <strong>de</strong> paring. Bij<br />

een Icus-soort (Fig. 17) ligt <strong>het</strong> wijfje met opgeheven<br />

A B<br />

Fig. 17. Bal<strong>de</strong>rhouding vanmannelijke springspinnen (Attidae),<br />

A. Mannetje (rechts) en wijfje, B. Mannetje.<br />

<strong>voor</strong>pooten vlak op <strong>de</strong>n bo<strong>de</strong>m, terwijl <strong>het</strong> mannetje<br />

op <strong>de</strong> zes achterpooten om haar heen danst<br />

en <strong>de</strong> bei<strong>de</strong> <strong>voor</strong>pooten omhoog steekt, waarvan<br />

<strong>de</strong> uitein<strong>de</strong>n elkan<strong>de</strong>r raken. Ook spiegelgevechten<br />

tusschen <strong>de</strong> mannetjes komen bij <strong>de</strong>ze soort <strong>voor</strong>,<br />

die <strong>de</strong>n indruk verwekken ,,alsof <strong>de</strong> mannetjes<br />

slechts tegenover <strong>de</strong> wijfjes willen poseeren". Dat<br />

bij <strong>de</strong> paring <strong>de</strong>r spinnen zeer vreem<strong>de</strong> instincten<br />

aanwezig zijn, valt reeds daaruit af te lei<strong>de</strong>n, dat<br />

<strong>de</strong> mannetjes, die somtijds veel kleiner dan <strong>de</strong> wijfjes<br />

zijn, na <strong>de</strong> paring door <strong>de</strong> laatste vaak wor<strong>de</strong>n


DE VOORNAAMSTE SPELEN DER DIEREN I 05<br />

opgepeuzeld. Hetzelf<strong>de</strong> nam Fabre waar bij <strong>de</strong> met<br />

<strong>de</strong> spinnen verwante schorpioenen.<br />

Van <strong>de</strong> dansen<strong>de</strong> vogels moet in <strong>de</strong> eerste plaats<br />

<strong>de</strong> musch genoemd wor<strong>de</strong>n, die reeds vroeg in <strong>de</strong><br />

lente, op straten en pleinen, in tuinen en vel<strong>de</strong>n<br />

in merkwaardige houding om <strong>de</strong> wijfjes heen huppelt,<br />

on<strong>de</strong>r <strong>het</strong> uitstooten van krampachtige gelui<strong>de</strong>n.<br />

Somtijds is <strong>de</strong> dansbeweging bij vogels<br />

zoo opvallend, dat men haar een zelfstandige beteekenis<br />

moet toekennen. Dit geldt o.a. van <strong>de</strong>n<br />

kraanvogel, een <strong>de</strong>r intelligentste vogels, die leven<br />

en die, naar <strong>het</strong> althans schijnt, zijn dansen enkel<br />

uit overmoed, dus als speH uitvoert. Hij vermaakt<br />

zich, zegt Brehm, als hij d&artoe lust gevoelt, somtijds<br />

door heusche dansen. Tamme kraanvogels begroeten<br />

hun meester wel eens door zulk een dans<br />

en in dierentuinen trekken zij <strong>de</strong> aandacht doordat<br />

zij beginnen te dansen, als zij muziek hooren,<br />

Scheitlin zag een tamme kraanvogel herhaal<strong>de</strong>lijk<br />

<strong>voor</strong> een spiegel dansen. Volgens Doflein nemen<br />

zoowel <strong>de</strong> wijfjes als <strong>de</strong> mannetjes aan <strong>de</strong>ze dansen<br />

<strong>de</strong>el. Onze gewone kraanvogel, welks bewegingen<br />

toch reeds zoo sierlijk zijn, levert bij <strong>de</strong>ze<br />

dansen een aantrekkelijk beeld op. Hij springt in<br />

<strong>de</strong> hoogte, maakt buigingen, breidt <strong>de</strong> vleugels uit,<br />

beweegt zich met trippelen<strong>de</strong> pasjes <strong>voor</strong>- en achterwaarts.<br />

Ook <strong>de</strong> dansen <strong>de</strong>r korhoen<strong>de</strong>rs zijn<br />

algemeen bekend (Fig. 18). Hudson geeft uitvoerige<br />

en nauwkeurige beschrijvingen <strong>de</strong>r dansen<br />

van verschillen<strong>de</strong> an<strong>de</strong>re vogels, zooals <strong>de</strong> IJpecaha-riethoen<strong>de</strong>rs,<br />

<strong>de</strong> Jassama's, <strong>de</strong> Argentijnsche<br />

kievitten enz. Omtrent <strong>het</strong> rotshoen doet R.<br />

Schomburgk uitvoerige me<strong>de</strong><strong>de</strong>elingen, daar hij<br />

gelegenheid had <strong>de</strong>ze vogels ga<strong>de</strong> te slaan in <strong>het</strong><br />

grensgebergte tusschen Britsch Guyana en Brazilie.


io6 HOOFDSTUK III<br />

In <strong>het</strong> dichte oerwoud verheffen zich daar eigenaardige,<br />

kale, glad<strong>de</strong> granietrotsen, in <strong>de</strong> nabijheid<br />

waarvan <strong>de</strong>ze vogel leeft. Hij vermijdt angstvallig<br />

<strong>het</strong> gezelschap van an<strong>de</strong>re vogels en bouwt zijn<br />

nest in <strong>de</strong> kloven en gaten van <strong>de</strong>ze rotsen. Door<br />

<strong>de</strong> Indianen gewaarschuwd, dat <strong>de</strong> rotshoen<strong>de</strong>rs<br />

zich verzameld had<strong>de</strong>n, sloop hij door <strong>het</strong> kreupelhout,<br />

tot hij <strong>de</strong> schitteren<strong>de</strong>, oranjeachtige veeren<br />

tusschen <strong>het</strong> struikgewas zag glanzen, en hier werd<br />

Fig. 18. Dansen<strong>de</strong> korhoen<strong>de</strong>rs, <strong>de</strong> hennen als toeschouwers.<br />

hij getuige van een zeer interessant schouwspel.<br />

Een geheele troep rotshoen<strong>de</strong>rs had <strong>de</strong> glad<strong>de</strong> oppervlakte<br />

van een volkomen kaal, geweldig rotsblok<br />

tot dansvloer uitgekozen, terwijl in <strong>het</strong> omringen<strong>de</strong><br />

struikgewas een twintigtal <strong>de</strong>r vogels,<br />

mannetjes en wijfjes, als bewon<strong>de</strong>ren<strong>de</strong> toeschouwers<br />

gezeten waren. Een <strong>de</strong>r mannetjes voer<strong>de</strong> op<br />

<strong>het</strong> rotsblok zon<strong>de</strong>rlinge danspassen uit, waarbij<br />

hij zijn vleugels half uitbreid<strong>de</strong>, <strong>de</strong>n kop naar links


DE VOORNAAMSTE SPELEN DER DIEREN I 07<br />

en rechts draai<strong>de</strong>, met zijn vleugels op <strong>de</strong> har<strong>de</strong><br />

rots krab<strong>de</strong>, met grootere of geringere snelheid<br />

steeds op een plek in <strong>de</strong> hoogte sprong, om vervolgens<br />

met zijn mooien staart een rad te slaan en<br />

daarna met trotsche, coquette passen op <strong>het</strong> .rotsblok<br />

heen en weer te stappen. Ein<strong>de</strong>lijk scheen hij<br />

vermoeid te zijn, stiet een van <strong>het</strong> gewone geluid<br />

afwijken<strong>de</strong>n toon uit en vloog op een naburigen<br />

tak, waarop een an<strong>de</strong>r mannetje zijn plaats op <strong>de</strong>n<br />

dansvloer innam, eveneens van zijn vaardigheid in<br />

<strong>het</strong> dansen en zijn gracieuse bewegingen blijk gaf,<br />

om na eenigen tijd, vermoeid, <strong>voor</strong> een nieuwen<br />

danser plaats te maken.<br />

Deze dansen, evenals <strong>het</strong> verrichten van allerlei<br />

kunststukjes, <strong>het</strong> leveren van spiegelgevechten enz.,<br />

dus al <strong>de</strong>ze en <strong>de</strong>rgelijke lief<strong>de</strong>spelen, hebben een<br />

tweeledig doel, <strong>voor</strong>eerst willen daardoor <strong>de</strong> mannet<br />

jes elkan<strong>de</strong>r imponeeren en in <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> plaats<br />

willen zij er door indruk maken op <strong>de</strong> wijfjes.<br />

Eigenlijke spelen zijn <strong>het</strong> niet, want <strong>het</strong> schijnt<br />

vast te staan, dat zij ten doel hebben <strong>de</strong>n drang<br />

naar paring bij bei<strong>de</strong> geslachten te vergrooten. Deze<br />

bewegingen toch bezitten een zinneprikkelen<strong>de</strong><br />

werking, evenzeer als vele van onze mo<strong>de</strong>rne dansen.<br />

De daardoor veroorzaakte op winding brengt<br />

<strong>de</strong> wijfjes er toe haar instinct tot zelfbehoud te<br />

overwinnen in <strong>het</strong> belang <strong>de</strong>r soort. Natuurlijk geschiedt<br />

zulks geheel onbewust.<br />

Een eigenaardig verschijnsel bij sommige soorten<br />

van vogels in <strong>de</strong>n paringstijd is <strong>de</strong> inrichting van<br />

een dansvloer of dansgelegenheid, zooals men <strong>het</strong><br />

zou kunnen noemen. Daaromtrent bestaan vele<br />

me<strong>de</strong><strong>de</strong>elingen, zoowel uit ou<strong>de</strong>ren, als uit nieuweren<br />

tijd. Terwijl b.v. <strong>de</strong> argusfazant, die in <strong>de</strong><br />

dichte wou<strong>de</strong>n van Sumatra en Malakka leeft, in


108 HOOFDSTUK III<br />

<strong>het</strong> bosch een dansvloer inricht, dien hij zorgvuldigt<br />

reinigt, waarna hij door eigenaardige gelui<strong>de</strong>n<br />

<strong>het</strong> wijfje aanlokt, om vervolgens <strong>voor</strong> haar te<br />

dansen, bouwt <strong>de</strong> prieelvogel, die in Australia en<br />

Nieuw-Guinea leeft, een ,,danshuisje", prieel of<br />

loofgang met <strong>het</strong>zelf<strong>de</strong> doel en wel vertoonen <strong>de</strong><br />

bouwwerken nog bij <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> soorten <strong>de</strong>zer<br />

vogels belangrijke afwijkingen. Bei<strong>de</strong> geslachten<br />

A<br />

Figl 19. De prieelvogel (Clamydo<strong>de</strong>ra eerviniventris), bal<strong>de</strong>rend<br />

<strong>voor</strong> zijn prieel (links).<br />

nemen aan <strong>de</strong>n bouw <strong>de</strong>el, <strong>het</strong> <strong>voor</strong>naamste werk<br />

geschiedt echter door <strong>het</strong> mannetje (Fig. 19). De gewone<br />

prieelvogel reinigt een plek on<strong>de</strong>r <strong>het</strong> hooge geboomte<br />

zorgvuldig van alle dorre bla<strong>de</strong>ren en veegt<br />

<strong>de</strong>n grond geheel schoon en blank. Dan bouwt hij<br />

er een primitief prieel door <strong>de</strong> twijgen van <strong>de</strong>n<br />

klimpalm boogsgewijze over <strong>de</strong> plek te spannen,<br />

waarna hij <strong>het</strong> bouwwerk versiert met mooie bla<strong>de</strong>ren,<br />

die hij soms van ver weg moet halen. Deze


DE VOORNAAMSTE SPELEN DER DIEREN I 09<br />

bla<strong>de</strong>ren wor<strong>de</strong>n op regelmatige afstan<strong>de</strong>n neergelegd,<br />

steeds met <strong>de</strong>n mooisten kant naar boven.<br />

Ie<strong>de</strong>ren dag inspecteert hij <strong>het</strong> werk, verwij<strong>de</strong>rt <strong>de</strong><br />

inmid<strong>de</strong>ls afgevallen dorre bla<strong>de</strong>ren en rangschikt<br />

<strong>de</strong> bla<strong>de</strong>ren, die hij er neergelegd heeft, als <strong>de</strong>ze verplaatst<br />

of omgekeerd zijn. An<strong>de</strong>re soorten leveren<br />

werk, dat veel smaakvoller is. Zoo bouwt <strong>de</strong> satijnprieelvogel<br />

soms meters lange loofgangen uit fijne<br />

takjes en halmen, die van boven een goed gesloten,<br />

boogvorming gewelf vormen, versiert dit met bloemen<br />

en veeren en stapelt aan <strong>de</strong>n ingang slakkenschelpen,<br />

bloemen en door <strong>de</strong> zon gebleekte been<strong>de</strong>ren<br />

van dieren op. Weer an<strong>de</strong>re soorten gebruiken<br />

tot versiering, behalve bloemen, ook veeren,<br />

bessen, za<strong>de</strong>n, vruchten, alsme<strong>de</strong> toevallig gevon<strong>de</strong>n<br />

bonte lapjes en scherven (Fig. 20). In <strong>de</strong>n paringstijd<br />

jagen <strong>de</strong> vogels van bei<strong>de</strong>rlei geslacht elkan<strong>de</strong>r<br />

door <strong>de</strong>ze langen tijd <strong>voor</strong>af opgerichte loofgangen<br />

heen en weer, on<strong>de</strong>r steeds stijgen<strong>de</strong> opwinding. Als<br />

<strong>de</strong>ze haar hoogtepunt bereikt heeft, grijpt <strong>het</strong> mannetje<br />

met zijn snavel een bloem of veer, een blad<br />

of eenig an<strong>de</strong>r <strong>voor</strong>werp, loopt met opgezette veeren<br />

en trillen<strong>de</strong> vleugels op <strong>het</strong> wijfje af en jaagt<br />

dit van voren naar achteren en van achteren naar<br />

voren door <strong>het</strong> prieel, totdat bei<strong>de</strong> geheel uitgeput<br />

zijn. Somtijds voeren <strong>de</strong> mannetjes ook, in tegenwoordigheid<br />

van toeschouwers, in <strong>het</strong> prieel dansen<br />

uit of leveren elkan<strong>de</strong>r spiegelgevechten. Het<br />

wijfje zit daarbij op een tak en ziet schijnbaar onverschillig<br />

toe. Vliegt <strong>het</strong> mannetje na afloop <strong>de</strong>r<br />

<strong>voor</strong>stelling echter weg, dan haast zich <strong>het</strong> wijfje<br />

hem te volgen. Steeds werd vastgesteld, dat op<br />

zulk een <strong>voor</strong>stelling, buiten <strong>het</strong> prieel echter,<br />

paring, nestbouw en <strong>het</strong> uitbroe<strong>de</strong>n <strong>de</strong>r eieren door<br />

een paartje volg<strong>de</strong>.


Fig. 20. Versierd prieel (40^-50 c.M. hoog) en speelplaats van <strong>de</strong>n Queensland-prieelvogel.<br />

(Clamydo<strong>de</strong>ra nuchalis).<br />

< il ft<br />

'II<br />

*t<br />

n


DE VOORNAAMSTE SPELEN DER DIEREN III<br />

Het dansen biedt, evenals <strong>het</strong> vliegen, een goe<strong>de</strong><br />

gelegenheid aan om met mooie veeren of vormen<br />

te pronken. Dit kan alleen als een soort spel gel<strong>de</strong>n,<br />

<strong>voor</strong> zoover <strong>het</strong> niet zuiver instinctmatig geschiedt,<br />

maar <strong>het</strong> dier intelligent genoeg is om zich<br />

<strong>de</strong> uitwerking zijner han<strong>de</strong>lingen bewust te wor<strong>de</strong>n.<br />

Dit tentoonsprei<strong>de</strong>n van mooie kleuren en<br />

vormen komt, <strong>voor</strong> zoover bekend, bijna uitsluitend<br />

bij vogels <strong>voor</strong>. Als men be<strong>de</strong>nkt, hoe gevoelig<br />

<strong>het</strong> kind reeds in zijn prilste jeugd is <strong>voor</strong> elke<br />

uiting van bewon<strong>de</strong>ring, hoe trotsch <strong>de</strong> hond is op<br />

zijn kunststukjes, <strong>de</strong> papegaai op zijn gebabbel,<br />

ligt <strong>de</strong> conclusie <strong>voor</strong> <strong>de</strong> hand, dat <strong>de</strong> dieren ook<br />

met hun uiterlijk willen pronken, <strong>voor</strong>al om indruk<br />

op <strong>het</strong> wijfje te maken. De ij<strong>de</strong>lheid van <strong>de</strong>n<br />

pauw is spreekwoor<strong>de</strong>lijk, en als hij zijn veerenpracht<br />

ontplooit, plaatst hij zich vlak tegenover<br />

<strong>het</strong> wijfje. De Napoleonsvogel zet in <strong>de</strong>n bruidstijd<br />

zijn geve<strong>de</strong>rte tot een ron<strong>de</strong>n bol uit en stapt aldus<br />

heen en weer. De blauwe mees zet haar ve<strong>de</strong>rbos<br />

zoodanig uit, dat zij veel grooter en dikker wordt<br />

en geheel onkenbaar is, terwijl <strong>het</strong> mannetje van<br />

<strong>de</strong>n boekvink zich zoodanig ten opzichte van <strong>het</strong><br />

wijfje plaatst, dat <strong>de</strong>ze zijn roodachtige borst en<br />

blauwachtigen kop moet zien.<br />

Eveneens zijn <strong>het</strong> <strong>voor</strong>namelijk <strong>de</strong> vogels, die<br />

door <strong>het</strong> <strong>voor</strong>tbrengen van geruisch of tonen <strong>de</strong><br />

wijfjes <strong>het</strong> hof maken, al stooten ook sommige<br />

zoogdieren in <strong>de</strong>n paringstijd bijzon<strong>de</strong>re gelui<strong>de</strong>n<br />

uit, of geven zij, zooals <strong>de</strong> brulapen, soms uren<br />

lang concerten. Volgens Darwin, later eveneens<br />

waargenomen door Martin Waterhouse, kunnen<br />

twee soorten van gibbon-apen een reeks tonen achter<br />

elkan<strong>de</strong>r in zuivere intervallen zingen en zelfs<br />

zoodanig, dat <strong>de</strong> hoogste toon precies een octaaf


I 12<br />

HOOFDSTUK III<br />

vormt met <strong>de</strong>n laagste. Ook van an<strong>de</strong>re dieren is<br />

bekend dat zij zingen, d.w.z. tonen <strong>voor</strong>tbrengen,<br />

die men op muziek zou kunnen zetten, en wel niet<br />

uitsluitend in <strong>de</strong> paringsperio<strong>de</strong>. De vogels daarentegen<br />

zingen in die perio<strong>de</strong> van <strong>het</strong> leven hun<br />

hoogste lied, hoewel ook bij hen verschillen<strong>de</strong><br />

soorten niet alleen in <strong>de</strong>n paringstijd zingen, zooals<br />

b.v. grasmusch, distelvink en winterkoninkje.<br />

Ook brengen eenige vogels in <strong>de</strong>n paringstijd eigenaardige<br />

gelui<strong>de</strong>n <strong>voor</strong>t, ten <strong>de</strong>ele met snavel of<br />

staartveeren. De roerdomp stoot, om <strong>het</strong> wijfje te<br />

bekooren, een gebrul uit, dat aan <strong>het</strong> geloei van<br />

een os herinnert en in stille nachten wel 2-3 K.M.<br />

ver hoorbaar is, waartoe hij <strong>de</strong>n snavel grooten<strong>de</strong>els<br />

met vater vult en dit vervolgens met kracht er uit<br />

slingert, terwijl <strong>het</strong> wijfje in <strong>de</strong> buurt van <strong>de</strong>ze<br />

muziek zit te genieten.<br />

Het coquetteeren <strong>de</strong>r wijfjes bij <strong>de</strong> lief<strong>de</strong>spelen is<br />

een gevolg daarvan, dat <strong>het</strong> eenerzijds <strong>de</strong> behoefte<br />

gevoelt zich aan <strong>het</strong> mannetje te geven en zelfs<br />

allerlei pogingen tot toena<strong>de</strong>ring beproeft, maar<br />

van <strong>de</strong>n an<strong>de</strong>ren kant, zoodra <strong>het</strong> mannetje vertrouwelijker<br />

wordt, <strong>de</strong> aangeboren schuchterheid of<br />

preutschheid ontwaakt. Zoo ontwikkelt zich dit<br />

heen en weer wankelen, dit afwisselen<strong>de</strong> aanmoedigen<br />

en terugstooten, dat als coquetterie wordt<br />

aangeduid. Op zich zelf is dit geen spel, maar <strong>de</strong><br />

strijd tusschen twee tegenovergestel<strong>de</strong> instincten,<br />

die bij een reeele aanleiding tot uiting komen. Het<br />

is echter zeer goed <strong>de</strong>nkbaar, dat <strong>het</strong> een spel kan<br />

wor<strong>de</strong>n en <strong>voor</strong>al bij intelligente dieren <strong>het</strong> karakter<br />

van jacht- en kampspelen kan aannemen. Zoo<br />

kan <strong>het</strong> paringspel bij eekhoorntjes zeer lang duren,<br />

waarbij <strong>het</strong> wijfje gelijktijdig <strong>het</strong> mannetje tot zich<br />

lokt en afweert, zich afwisselend onverschillig en


DE VOORNAAMSTE SPELEN DER DIEREN I I 3<br />

behaagziek toont. lets soortgelijks wordt o.a. van<br />

<strong>de</strong> waterspitsmuizen verteld en <strong>het</strong> ree lokt in <strong>de</strong>n<br />

bronstijd eerst <strong>het</strong> mannetje door bepaal<strong>de</strong> gelui<strong>de</strong>n<br />

tot zich, om daarna te vluchten en zich langen tijd<br />

te laten vervolgen. Zeer algemeen is <strong>het</strong> coquetteeren<br />

bij <strong>de</strong> vogels, waarvan Biichner talrijke staaltjes<br />

me<strong>de</strong><strong>de</strong>elt, en van <strong>de</strong>n kanarie zegt <strong>de</strong> beken<strong>de</strong><br />

Italiaansche physioloog Mantegazza: ,,geen vrouw<br />

ter wereld kan <strong>de</strong> afschuwelijke geraffineerdheid<br />

van <strong>het</strong> wijfje van <strong>de</strong>n kanarie overtreffen, dat aan<br />

<strong>de</strong>n ontstuimigen aandrang van <strong>het</strong> mannetje<br />

schijnbaar weerstand biedt."<br />

Het Spel 8


HOOFDSTUK IV<br />

DE PSYCHOLOGISCHE FACTOREN BIJ<br />

HET SPEL DER DIEREN<br />

w if ^ EN ernstige studie van <strong>de</strong> spelen <strong>de</strong>r<br />

ij—d dieren moet wel tot <strong>de</strong> conclusie lei<strong>de</strong>n,<br />

II Ji daarbi J> evenals bij <strong>het</strong> geheele leven<br />

^ <strong>de</strong>r dieren, <strong>de</strong> erfelijke aandriften, <strong>de</strong> instincten,<br />

<strong>de</strong> hoofdrol spelen, maar dat daarnaast<br />

ook gevoelens en affecten optre<strong>de</strong>n, zoodat <strong>de</strong><br />

aangeboren vermogens niet <strong>het</strong> geheele zieleleven<br />

uitmaken. Wat von Lucanus van <strong>de</strong> vogels zegt,<br />

geldt van alle hoogere diersoorten. Zij kennen<br />

vreug<strong>de</strong> en leed, kunnen haten en beminnen. Daarenboven<br />

leeren zij door allerlei ervaringen en weten<br />

<strong>de</strong>ze verworven kennis op tijd te gebruiken. Wel<br />

mist <strong>het</strong> dier <strong>het</strong> vermogen om te <strong>de</strong>nken of te oor<strong>de</strong>elen,<br />

maar evenmin is <strong>het</strong> een reflexmachine;<br />

want een machine werkt altijd gelijkmatig, precies<br />

op <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> wijze en kan nimmer zelfstandig <strong>de</strong><br />

han<strong>de</strong>lingen wijzigen, noch ze in overeenstemming<br />

brengen met bepaal<strong>de</strong> omstandighe<strong>de</strong>n. De dieren<br />

bezitten daarentegen intellectueele vermogens en<br />

daardoor een zekere speelruimte tot zelfstandige,<br />

individueele werkzaamheid. Zoo wor<strong>de</strong>n vogels in<br />

streken, waar zij door <strong>de</strong> vervolging van <strong>de</strong>n<br />

mensch veel te lij<strong>de</strong>n hebben, schuw en <strong>voor</strong>zichtig,<br />

terwijl zij in an<strong>de</strong>re streken, waar zij niet gejaagd<br />

wor<strong>de</strong>n, vertrouwelijk en zon<strong>de</strong>r vrees zijn.<br />

Hetzelf<strong>de</strong> kan men bij Schillings en verschillen<strong>de</strong><br />

an<strong>de</strong>re reizigers van velerlei in <strong>het</strong> wild leven<strong>de</strong><br />

dieren lezen.<br />

Toegegeven dus, dat althans <strong>de</strong> hoogere die-


DE PSYCHOLOGISCHE FACTOREN 115<br />

ten niet van psychische vermogens ontbloot zijn<br />

en <strong>de</strong>ze ook bij hun spelen tot uiting komen, moet<br />

<strong>de</strong> vraag gesteld wor<strong>de</strong>n, waarin <strong>de</strong>ze dan wel bestaan?<br />

Als <strong>het</strong> meest oorspronkelijke psychische<br />

verschijnsel, dat <strong>het</strong> spel vergezelt, moet, zooals reeds<br />

in <strong>de</strong>n aanvang (biz. 10, 11 en 36) gezegd werd,<br />

<strong>het</strong> lustgevoel genoemd wor<strong>de</strong>n, dat op bevrediging<br />

van een instinct berust. De uiting van <strong>de</strong><br />

meeste instincten zal met een gevoel van lust gepaard<br />

gaan, <strong>voor</strong> zoover dit in sommige gevallen<br />

niet on<strong>de</strong>rdrukt wordt door <strong>de</strong> vergezellen<strong>de</strong> affecten<br />

van vrees of toorn. ,,Een lustgevoel toch,"<br />

zegt Dr. Wijnaendts Francken, ,,is verbon<strong>de</strong>n aan<br />

al die lichamelijke of geestelijke toestan<strong>de</strong>n, welke<br />

overeenstemmen met physiologische of psychische<br />

levens<strong>voor</strong>waar<strong>de</strong>n en biologische noodwendighe<strong>de</strong>n".<br />

Ver<strong>de</strong>r werd vroeger er ook reeds op gewezen<br />

(biz. 11 en 12), dat in <strong>de</strong> werkzaamheid zelf een<br />

bron van lust ligt opgesloten. Groos ziet dan ook<br />

in <strong>het</strong> gevoel van eigen kracht en vermogens, in <strong>het</strong><br />

bewustzijn iets te kunnen, in <strong>het</strong> verlangen <strong>de</strong> oorzaak<br />

van iets te zijn, <strong>het</strong> belangrijkste psychische<br />

verschijnsel, dat bij <strong>het</strong> spel optreedt. Dit genot<br />

van iets te kunnen is niets an<strong>de</strong>rs dan <strong>de</strong> vreug<strong>de</strong><br />

over <strong>het</strong> succes, over <strong>de</strong> overwinning, Een <strong>de</strong>r<br />

meest oorspronkelijke instincten van alle hooger<br />

staan<strong>de</strong> dieren is <strong>het</strong> streven naar machtsontplooiing,<br />

naar on<strong>de</strong>rwerping en beheersching van hun<br />

omgeving. In <strong>de</strong> eerste plaats is dit streven gericht<br />

op <strong>het</strong> verkrijgen van macht over <strong>het</strong> eigen lichaam<br />

door mid<strong>de</strong>l van <strong>het</strong> experimenteeren en bewegingsspelen.<br />

Daarna strekt zich <strong>het</strong> verlangen uit naar<br />

overheersching van levenslooze <strong>voor</strong>werpen, waarbij<br />

licht vernielzucht optreedt, zooals <strong>de</strong>ze ook<br />

valt waar te nemen bij kleine kin<strong>de</strong>ren, baldadige


116 HOOFDSTUK IV<br />

straatjongens en opgewon<strong>de</strong>n stu<strong>de</strong>nten. Vervolgens<br />

treedt <strong>de</strong> wensch op, an<strong>de</strong>re leven<strong>de</strong> wezens te<br />

on<strong>de</strong>rwerpen, waartoe <strong>de</strong> jacht- en kampspelen<br />

moeten dienen. Weer op an<strong>de</strong>re wijze openbaart<br />

zich <strong>de</strong> zucht naar toeeigening, on<strong>de</strong>rwerping en<br />

beheersching in <strong>de</strong> spelen<strong>de</strong> bouwkunst, <strong>de</strong> verpleegspelen<br />

en <strong>de</strong> nieuwsgierigheid, want dit laatste<br />

is niets an<strong>de</strong>rs dan een zich geestelijk toeeigenen<br />

en beheerschen. De nabootsingsspelen zijn<br />

vol van <strong>de</strong> vreug<strong>de</strong> aan <strong>het</strong> me<strong>de</strong>dingen<strong>de</strong> ,,ook<br />

kunnen", en <strong>de</strong> paringsspelen vormen, afgezien<br />

van <strong>de</strong> vreug<strong>de</strong> over eigen flinkheid, een streven<br />

naar succes bij en overheersching van <strong>het</strong> wijfje.<br />

Indien nu <strong>de</strong> vreug<strong>de</strong> van <strong>het</strong> kunnen, dus <strong>het</strong><br />

genot van <strong>het</strong> machtsbewustzijn, <strong>het</strong> psychologische<br />

fundament van alle spelen vormt, komt men<br />

tot <strong>de</strong> hoogste psychische ontwikkeling, tot zijn<br />

feitelijke i<strong>de</strong>aliseering, door op <strong>het</strong> begrip <strong>de</strong>r<br />

schijnwerkzaamheid te letten. Objectief beschouwd,<br />

is elk spel een schijnwerkzaamheid, want <strong>het</strong> bestaat<br />

uit een werking van instincten, waartoe <strong>de</strong><br />

eigenlijke, <strong>de</strong> reeele aanleiding, waarop zij berekend<br />

zijn, ontbreekt. Subjectief is <strong>het</strong> spel echter volstrekt<br />

niet altijd een schijnwerkzaamheid, want in<br />

zijn oorspronkelijken vorm is bij <strong>het</strong> spel ,,van <strong>het</strong><br />

doen als of/' van ,,<strong>het</strong> spelen van een rol ,r nog<br />

volsterkt geen sprake/' Alleen als <strong>het</strong>, b. v. een<br />

jachtspel, dikwijls herhaald wordt, mag men,<br />

althans bij intelligente dieren, zulk een bewustzijn<br />

van een rol te spelen veron<strong>de</strong>rstellen, b.v. een hond.<br />

die met een stuk hout speelt en daarbij doet alsof<br />

hij een jachtbuit te pakken heeft, of <strong>de</strong> papegaai<br />

die zelf met zijn snavel tegen <strong>de</strong> tralies klopt en dan<br />

,,binnen" roept. Daar dit ,,doen alsof" in <strong>de</strong> meeste<br />

gevallen niet kan wor<strong>de</strong>n bewezen, heeft <strong>het</strong>


DH PSYCHOLOGISCHE FACTOREN 117<br />

zijn nut er aan te herinneren, dat een verwant verschijnsel<br />

bij hoogere dieren niet zeldzaam is, n. 1.<br />

<strong>het</strong> veinzen. Ie<strong>de</strong>r, die veel met hon<strong>de</strong>n is omgegaan,<br />

zal geen oogenblik er aan twijfelen, dat <strong>de</strong>ze<br />

dieren bewust kunnen veinzen. Zoo b.v. be<strong>de</strong>l<strong>de</strong><br />

mijn hond Blanca wel eens bij tafel. Werd hem<br />

dan een stukje aardappel <strong>voor</strong>gehou<strong>de</strong>n, dan draai<strong>de</strong><br />

hij zich half om en <strong>de</strong>ed alsof hij <strong>het</strong> niet zag.<br />

Eens, toen zich <strong>het</strong> dienstmeisje tij<strong>de</strong>ns <strong>het</strong> koffiedrinken<br />

een oogenblik uit <strong>de</strong> keuken verwij<strong>de</strong>r<strong>de</strong>,<br />

klom hij op tafel, at <strong>het</strong> vleesch van haar boterhammen,<br />

klom weer omlaag en hernam zijn ligplaats<br />

on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> tafel, waar hij zich, toen <strong>het</strong> meisje<br />

weer binnenkwam, slapen<strong>de</strong> hield. Elisabeth von<br />

Montgelas vertelt van haar paard, dat <strong>de</strong>ed alsof<br />

<strong>het</strong> kreupel was om geen dienst behoeven te doen,<br />

van apen, die hoestten om honig of bonbons te<br />

krijgen, van een papegaai, die zich ziek aanstel<strong>de</strong> om<br />

vertroeteld te wor<strong>de</strong>n, maar terstond weer gezond<br />

werd, als zij hem flink uitschold. Ook van tamme<br />

olifanten en an<strong>de</strong>re dieren wor<strong>de</strong>n talrijke gevallen<br />

van veinzerij vermeld. Daartoe is ook te rekenen,<br />

dat struisvogels en ook an<strong>de</strong>re vogels schijnbaar<br />

van <strong>het</strong> bedreig<strong>de</strong> nest vluchten, om daardoor <strong>de</strong>n<br />

vijand <strong>de</strong>r jongen van <strong>het</strong> nest weg te lokken. Hier<br />

te lan<strong>de</strong> kan men <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> krijgslist zien toepassen<br />

door kievitten, wulpen, grutto's en an<strong>de</strong>re waadvogels,<br />

zoome<strong>de</strong> door verschillen<strong>de</strong> zangvogels,<br />

waarbij zij zich nog meestal aanstellen, alsof zij<br />

niet goed vliegen of loopen kunnen, om zoodoen<strong>de</strong><br />

<strong>de</strong>n vijand nog in sterkere mate tot hun vervolging<br />

te prikkelen.<br />

Vraagt men nu, welke psychologische vorm <strong>de</strong>r<br />

werkzaamheid van <strong>het</strong> bewustzijn daarbij aanwezig<br />

moet zijn, dan komt men tot <strong>het</strong> begrip fan-


118 HOOFDSTUK IV<br />

taste. Herhaal<strong>de</strong>lijk wer<strong>de</strong>n in <strong>het</strong> <strong>voor</strong>afgaan<strong>de</strong><br />

spelen vermeld, die op een schijnwerkzaamheid berusten,<br />

en met <strong>het</strong> begrip schijn is dat <strong>de</strong>r fantasie<br />

nauw verbon<strong>de</strong>n. Fantasie toch is <strong>het</strong> vermogen,<br />

alleen in <strong>de</strong> verbeelding bestaan<strong>de</strong> dingen als werkelijk<br />

aanwezig te beschouwen. Daarbij is <strong>het</strong>, zoowel<br />

in <strong>het</strong> spel als in <strong>de</strong> kunst, om een bewust<br />

zelfbedrog te doen. Als <strong>de</strong> hond een stuk hout als<br />

een jachtbuit behan<strong>de</strong>lt, is <strong>het</strong> doel van dit spel,<br />

evenals in tallooze an<strong>de</strong>re gevallen, geen an<strong>de</strong>r dan<br />

dat een dood <strong>voor</strong>werp als levend zal gel<strong>de</strong>n, dus<br />

een schijn <strong>voor</strong>werp geschapen zal wor<strong>de</strong>n. Zoo ook<br />

gelooven <strong>het</strong> kind en <strong>de</strong> dichter bei<strong>de</strong>, <strong>het</strong> kind<br />

aan <strong>het</strong> leven van zijn poppen en dieren, <strong>de</strong> dichter<br />

aan <strong>de</strong> werkelijkheid van zijn scheppingen. In<br />

verband hierme<strong>de</strong> moet op een an<strong>de</strong>r belangrijk<br />

psychisch-<strong>bestand</strong><strong>de</strong>el van <strong>het</strong> spel gewezen wor<strong>de</strong>n,<br />

n.l. <strong>de</strong> zelf suggest ie. Reeds bij dieren valt <strong>de</strong>ze<br />

dui<strong>de</strong>lijk waar te nemen, in hoogere mate echter bij<br />

kin<strong>de</strong>ren. Bij hen gaat b.v. <strong>de</strong> nabootsing steeds<br />

gepaard met een groote dosis scheppen<strong>de</strong> verbeeldingskracht.<br />

De fantasie toch is bij <strong>het</strong> kind zeer<br />

ontwikkeld, terwijl zij bij <strong>de</strong>n volwassen mensch<br />

<strong>voor</strong> <strong>het</strong> grootste <strong>de</strong>el verdwijnt door <strong>voor</strong>tduren<strong>de</strong><br />

critiek en controle van <strong>het</strong> verstand en <strong>de</strong> ervaring.<br />

Van <strong>de</strong> dieren kan men dus zeggen, dat bij<br />

hun spelen hoogst waarschijnlijk een bewustzijn<br />

van schijnwerkzaamheid <strong>voor</strong>komt, waarbij zij een<br />

ernstige werkzaamheid van hun instincten slechts<br />

fingeeren.<br />

Op grond zoowel van eigen on<strong>de</strong>rzoek als dat<br />

van verschillen<strong>de</strong> psychologen, komt Karl Groos<br />

tot <strong>de</strong> conclusie, dat bij elk spel, dat zich tot een<br />

bewuste schijnwerkzaamheid verheft, een eigenaardige<br />

splitsing van <strong>het</strong> bewustzijn plaats heeft.


DE PSYCHOLOGISCHE FACTOREN 119<br />

Volgens hem is <strong>het</strong> schijnbewustzijn van <strong>de</strong>n beginne<br />

af, ondanks alle gelijkenis met <strong>de</strong> werkelijkheid,<br />

psychologisch toch iets an<strong>de</strong>rs dan <strong>het</strong> werkelijkheidsbewustzijn;<br />

vandaar dat wij bij <strong>het</strong> spel, al<br />

gaan wij er nog zoozeer in op, <strong>de</strong>n schijn niet met<br />

<strong>de</strong> werkelijkheid verwarren. De grondoorzaak daarvan<br />

ziet Groos hierin, dat wij ons zelf als <strong>de</strong> oorzaak<br />

van <strong>de</strong>n schijn gevoelen. Wij gevoelen ons 6.1.<br />

nooit zoo vrij als bij <strong>het</strong> spel, zooals reeds door<br />

Schiller werd opgemerkt. Psychologisch beschouwd<br />

berust nu <strong>het</strong> vrije han<strong>de</strong>len daarop, dat wij <strong>het</strong><br />

gevoel hebben iets slechts daarom te doen, wijl wij<br />

lust hebben <strong>het</strong> te doen en om geen an<strong>de</strong>re re<strong>de</strong>n;<br />

tevens berust <strong>het</strong> negatief daarop, dat wij <strong>het</strong> gevoel<br />

hebben <strong>de</strong>ze han<strong>de</strong>ling, dit ,,doen", op elk<br />

willekeurig oogenblik te kunnen staken. Men kan<br />

<strong>het</strong> vrijheidsgevoel dan ook, kort uitgedrukt, aldus<br />

omschrijven: ,,als wij ons vrij gevoelen, gevoelen<br />

wij ons als <strong>de</strong> absolute oorzaak van onzen toestand."<br />

Dit vrijheidsgevoel wordt nog verhoogd,<br />

doordat wij in vele gevallen beseffen, elk oogenblik<br />

onze han<strong>de</strong>lingen te kunnen on<strong>de</strong>rbreken en<br />

er ver<strong>de</strong>r van af te zien. Nergens nu kan dit gevoel<br />

<strong>de</strong>r vrijheid zuiver<strong>de</strong>r en intenser optre<strong>de</strong>n dan<br />

in <strong>het</strong> rijk van <strong>het</strong> bewuste zelfbedrog, bij <strong>het</strong> spel;<br />

want in <strong>het</strong> werkelijke leven staan wij steeds on<strong>de</strong>r<br />

<strong>de</strong>n dwang <strong>de</strong>r objecten en on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>n dubbelen<br />

druk van verle<strong>de</strong>n en toekomst. De hier boven<br />

vermel<strong>de</strong> splitsing van <strong>het</strong> bewustzijn komt nu<br />

daarin bij <strong>het</strong> spel tot uiting, dat wij <strong>de</strong>n schijn<br />

<strong>voor</strong> werkelijkheid hou<strong>de</strong>n en hem toch niet met<br />

<strong>de</strong> werkelijkheid verwarren. Het is <strong>het</strong> vrijheidsgevoel,<br />

dat ons <strong>voor</strong> een verwisseling van schijn<br />

en werkelijkheid behoedt.


B. DE SPELEN DER MENSCHEN


HOOFDSTUK V<br />

BETEEKENIS DER MENSCHELIJKE<br />

SPELEN<br />

BIJ <strong>de</strong> spelen <strong>de</strong>r menschen is <strong>het</strong> in vele<br />

gevallen niet mogelijk die van kin<strong>de</strong>ren en<br />

volwassenen te schei<strong>de</strong>n en zulks is ook<br />

niet noodig, want <strong>voor</strong>eerst zien wij vele<br />

van <strong>de</strong> talrijke kin<strong>de</strong>rspelen (Fig. 21), zooals met<br />

vliegers, tollen enz., el<strong>de</strong>rs door volwassenen, zelfs<br />

met grooten hartstocht beoefenen, niet slechts bij onbeschaaf<strong>de</strong><br />

volken, maar zelfs bij <strong>de</strong> reeds zoo lang<br />

hoog beschaaf<strong>de</strong> Chineezen; in <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> plaats vormen<br />

zeer vele spelletjes <strong>de</strong>r jeugd (schooltje-, soldaatje-,<br />

ipoe<strong>de</strong>rtje-spelen enz.) een afspiegeling van <strong>het</strong><br />

leven <strong>de</strong>r volwassen menschen, <strong>het</strong>zij van <strong>het</strong> tegenwoordige<br />

geslacht, <strong>het</strong>zij van vroegere geslachten.<br />

Sommige psychologen, zooals Schaffle e.a., meenen<br />

zelfs, dat er een volledig parallelisme zou bestaan<br />

tusschen <strong>de</strong> geschiedkundige ontwikkeling van <strong>de</strong><br />

menschelijke samenleving en die van <strong>het</strong> spel en<br />

Wundt ziet in <strong>het</strong> spel ,,een onbewuste, door erfelijke<br />

aandriften te weeg gebrachte nabootsing" <strong>de</strong>r<br />

ernstige han<strong>de</strong>lingen van vroegere geslachten. Ook<br />

Dr. Wijnaendts Francken meent, dat ,,<strong>het</strong> spelen<br />

met dieren en <strong>de</strong> jachtspelen, <strong>het</strong> roovertje of verstoppertje<br />

spelen, <strong>het</strong> nabootsen van Indianen-leefwijze,<br />

<strong>de</strong> padvin<strong>de</strong>rswerkzaamhe<strong>de</strong>n enz. wellicht<br />

wijzen op een <strong>voor</strong>bijgegane leefwijze in overou<strong>de</strong><br />

tij<strong>de</strong>n, waarvan onuitwischbare herinneringssporen<br />

overbleven."<br />

Spelen en speelgoed kunnen ons in<strong>de</strong>rdaad in<br />

menig geval <strong>de</strong> ontwikkelingsgeschie<strong>de</strong>nis van een


Fig. 21. Kin<strong>de</strong>rspelen in <strong>de</strong> 17<strong>de</strong> eeuw (Uit Jacob Cats' „Emblemata", 1620).


BETEEKENIS DER MENSCHELIJKE SPELEN I 25<br />

volk leeren kennen, want zooals Prof. Snouck<br />

Hurgronje zegt, vormen ,,<strong>de</strong> kin<strong>de</strong>rspelen een klein<br />

museum <strong>de</strong>r ethnographie van <strong>het</strong> verle<strong>de</strong>n". Uit<br />

elk werk over folklore blijkt dui<strong>de</strong>lijk, hoe <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>rspelen,<br />

evenals vele van volwassen personen,<br />

vaak in vrij zuiveren vorm, allerlei herinneringen<br />

aan godsdienstige figuren en maatschappelijke toestan<strong>de</strong>n<br />

uit <strong>het</strong> verre verle<strong>de</strong>n bewaard hebben, b.v.<br />

St. Maarten, Hartjesdag, Pinksterblom, Luilak, <strong>de</strong><br />

Wil<strong>de</strong> Jager enz. 1 ) Tylor wijst er op, hoe zelfs<br />

menig hazardspel zijn oorsprong vindt in oerou<strong>de</strong><br />

gebruiken. Eveneens kunnen <strong>de</strong> spelen somtijds<br />

waar<strong>de</strong>volle gegevens verschaffen om <strong>de</strong> oorspronkelijke<br />

woonplaats en <strong>de</strong> geografische verbreiding<br />

<strong>de</strong>r rassen na te gaan, waarvan o.a. Tylor en Andree<br />

ons verschillen<strong>de</strong> verrassen<strong>de</strong> <strong>voor</strong>beel<strong>de</strong>n<br />

geven. Zoo kan uit <strong>het</strong> <strong>voor</strong>komen van pijl en boog<br />

als speelgoed bij volkeren, die <strong>de</strong>ze niet als wapen<br />

gebruiken, afgeleid wor<strong>de</strong>n, dat aldaar vroeger<br />

stammen gewoond hebben, die ze wel als zoodanig<br />

bezig<strong>de</strong>n, of dat pijl en boog om <strong>de</strong> een of an<strong>de</strong>re<br />

re<strong>de</strong>n bij <strong>de</strong> tegenwoordige bewoners in onbruik<br />

zijn geraakt. Zoo meent Tylor, om een an<strong>de</strong>r <strong>voor</strong>beeld<br />

te noemen, in <strong>het</strong> feit, dat <strong>het</strong> spel ,,patolli'\<br />

dat bij <strong>de</strong> Azteken in <strong>het</strong> ou<strong>de</strong> Mexico gespeeld<br />

werd, groote overeenkomst vertoont met <strong>het</strong><br />

.,pachisi" <strong>de</strong>r Hindoes, een bewijs te zien <strong>voor</strong> <strong>de</strong><br />

juistheid <strong>de</strong>r opvatting van A. von Humboldt, dat<br />

<strong>de</strong> ou<strong>de</strong> Mexicaansche beschaving uit Azie afkomstig<br />

zou zijn. Voorzichtigheid is hierbij even wel<br />

gebo<strong>de</strong>n, want terwijl b.v. E. von Nor<strong>de</strong>nskiold<br />

x ) Zie o.a. D. J. van <strong>de</strong>r Ven in <strong>het</strong> Tijdschr. v. h. Kon. Ned.<br />

Aardr. Gen. 1925 biz. 907, benevens zijn Zomerfilm, Oogstfilm<br />

enz., en Hermina C. A. Grolman, De winterfeesten in Ne<strong>de</strong>rland,<br />

(<strong>het</strong>zelf<strong>de</strong> tijdschrift, 1926, biz. 685 vv. en biz. 798 vv.).


126 HOOFDSTUK V<br />

uit <strong>de</strong> groote overeenstemming van bepaal<strong>de</strong> spelen<br />

en speelgoed bij <strong>de</strong> Indianen <strong>de</strong>r Gran Chaco in<br />

Zuid-Amerika met die van eenige stammen in<br />

Noord-Amerika gemeenschap van afstamming afleidt,<br />

verklaart Culin, <strong>de</strong> grondige kenner van die<br />

Fig. 22.<br />

Grieksche poppen uit<br />

gebakken klei<br />

(Louvre te Parijs).<br />

stammen, dat bij hen <strong>de</strong>ze spelen van <strong>de</strong> blanken<br />

zijn overgenomen. Wel zegt Tylor, dat men bij<br />

een on<strong>de</strong>rzoek naar <strong>de</strong> aardrijkskundige verbreiding<br />

<strong>de</strong>r spelen alleen op zulke moet letten, waarvan<br />

men mag veron<strong>de</strong>rstellen, dat zij zelfstandig bedacht<br />

en dus niet aan an<strong>de</strong>re volken ontleend zijn,


BETEEKENIS DER MENSCHELIJKE SPELEN 127<br />

maar hierin schuilt juist <strong>de</strong> groote moeilijkheid,<br />

daar zulks in vele, zoo niet <strong>de</strong> meeste gevallen onmogelijk<br />

met zekerheid is vast te stellen. Zoo zegt<br />

dan ook Richard Andree: uit <strong>het</strong> feit, dat <strong>de</strong> pop<br />

overal in <strong>de</strong> Oudheid als speelgoed <strong>de</strong>r kin<strong>de</strong>ren<br />

aanwezig is, zou men <strong>de</strong> conclusie kunnen trekken,<br />

dat <strong>de</strong> poppen, waarmee he<strong>de</strong>n ten dage <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren<br />

van alle cultuurvolken spelen, een navolging zijn<br />

van die <strong>de</strong>r Oudheid. Dit is echter niet <strong>het</strong> geval,<br />

want <strong>de</strong> <strong>voor</strong>ou<strong>de</strong>rs <strong>de</strong>r tegenwoordige Franschen,<br />

Duitschers enz., hebben hun kin<strong>de</strong>ren ongetwijfeld,<br />

Fig. 23.<br />

Pop van klei uit Madagascar.<br />

onafhankelijk van Grieken en Romeinen, poppen<br />

verschaft, of <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren hebben zelf hun poppen<br />

bedacht. De pop (fig. 22 en 23) toch is <strong>het</strong> eerste en<br />

natuurlijkste stuk speelgoed van <strong>het</strong> kind, speciaal<br />

van <strong>het</strong> meisje, dat door <strong>de</strong> nabootsingszucht om<br />

moe<strong>de</strong>rtje te spelen een willekeurig <strong>voor</strong>werp tot pop<br />

bestemt. In<strong>de</strong>rdaad is dit in zoo hooge mate <strong>het</strong> geval,<br />

dat door <strong>de</strong> <strong>voor</strong>lief<strong>de</strong> <strong>voor</strong> poppen zelfs <strong>de</strong><br />

gebo<strong>de</strong>n van <strong>de</strong>n Mohammedaanschen godsdienst<br />

overtre<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n. De Koran verbiedt n.l. lichamelijke<br />

<strong>voor</strong>stellingen, maar <strong>het</strong> Mohammedaansche<br />

kind doet daarom geen afstand van zijn poppen en


128 HOOFDSTUK V<br />

van Ai'sja, <strong>de</strong> negenjarige echtgenoote van <strong>de</strong>n Profeet,<br />

vin<strong>de</strong>n wij bij J. Braun in zijn ,,Gemal<strong>de</strong> <strong>de</strong>r<br />

Mohammedanischen Welt" vermeld, dat zij met<br />

haar poppen in diens harem trok en dat zelfs <strong>de</strong><br />

heilige man er wel eens mee placht te spelen.<br />

Een <strong>de</strong>r verst verbrei<strong>de</strong> spelen op aar<strong>de</strong> is <strong>het</strong><br />

zoogenaam<strong>de</strong> ,,afnemen" (in Duitschland, ,,Fa<strong>de</strong>nspiel",<br />

in Engeland ,,The cat's craddle" geheeten)-<br />

Het bestaat hierin, dat een aan <strong>de</strong> bei<strong>de</strong> uitein<strong>de</strong>n<br />

samen gebon<strong>de</strong>n draad of touwtje over <strong>de</strong> vingers<br />

van bei<strong>de</strong> han<strong>de</strong>n gespannen wordt, waarna <strong>de</strong><br />

persoon zelf, dan wel samen met een me<strong>de</strong>speler,<br />

daarme<strong>de</strong> allerlei figuren weet te vormen, in <strong>het</strong><br />

laatste geval doordat <strong>het</strong> touwtje afwisselend van<br />

<strong>de</strong> han<strong>de</strong>n van <strong>de</strong>n een op die van <strong>de</strong>n an<strong>de</strong>r overgaat.<br />

Dit spel wordt zoowel door <strong>de</strong> jeugd in<br />

Europa, als reeds van ouds in China beoefend,<br />

maar daarnaast me<strong>de</strong> door een groot aantal halfbeschaaf<strong>de</strong><br />

en onbeschaaf<strong>de</strong> volken. Van <strong>de</strong> Eskimos<br />

b.v. vertelt ons Klutschak, dat oud en jong er<br />

zich <strong>de</strong>n langen Poolnacht mee verdrijft en groote<br />

vaardigheid bezit in <strong>het</strong> vormen van allerlei figuren<br />

(fig. 24). Minstens even bedreven er in zijn <strong>de</strong> Maori's<br />

op Nieuw-Zeeland, dus aan <strong>het</strong> tegenovergestel<strong>de</strong><br />

ge<strong>de</strong>elte van onze planeet, waar men <strong>de</strong> uitvinding<br />

ervan aan <strong>de</strong> godin Maui toeschrijft. A. R. Wallace<br />

<strong>de</strong>elt ons me<strong>de</strong>, hoe hij in een woning <strong>de</strong>r Dajaks<br />

in Borneo's binnenlan<strong>de</strong>n <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren met dit<br />

spelletje wil<strong>de</strong> vermaken, maar dat daarbij spoedig<br />

bleek, hoe <strong>de</strong> jeugd aldaar er beter mee op <strong>de</strong> hoogte<br />

was dan hij zelf en verschillen<strong>de</strong> figuren ken<strong>de</strong>,<br />

die hij niet in staat was na te maken. Niet min<strong>de</strong>r<br />

bedreven er in zijn <strong>de</strong> bewoners van vele eilan<strong>de</strong>ngroepen<br />

in Oceanie, <strong>de</strong> Papoea's op Nieuw-Guinea,<br />

zelfs <strong>de</strong> wil<strong>de</strong>n in Australia's binnenlan<strong>de</strong>n, zoo-


BETEEKENIS DER MENSCHELIJKE SPELEN I 29<br />

dat wat in Europa bij dit spelletje vertoond wordt,<br />

erg onbedui<strong>de</strong>nd is in vergelijking met <strong>de</strong> prestaties<br />

<strong>de</strong>r zoo even genoem<strong>de</strong> en vele an<strong>de</strong>re weinig of<br />

niet beschaaf<strong>de</strong> volksstammen. Moet men nu aannemen,<br />

dat dit spel zich van een centrum uit over<br />

<strong>de</strong> geheele aar<strong>de</strong> verbreid heeft (volgens Tylor van<br />

Zuidoost-Azie uit), of spontaan op verschillen<strong>de</strong><br />

plaatsen ontstaan is? Dit is niet met zekerheid uit<br />

te maken en <strong>het</strong>zelf<strong>de</strong> geldt van zoo vele, algemeen<br />

op aar<strong>de</strong> verbrei<strong>de</strong> spelen <strong>de</strong>r jeugd, zooals met<br />

rammelaars, ratels, knikkers, vliegers, tollen enz.<br />

Fig. 24. Het spel van <strong>het</strong> „afnemen" bij <strong>de</strong> Eskimo's.<br />

Dit geldt eveneens van spelen <strong>de</strong>r volwassenen,<br />

zooals <strong>het</strong> zoo hartstochtelijk door <strong>de</strong> Italianen beoefen<strong>de</strong><br />

,,morra", dat reeds <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> Egyptenaren<br />

ken<strong>de</strong>n en he<strong>de</strong>n ten dage evenzeer door Indianenstammen<br />

in Noord-Amerika en door <strong>de</strong> Polynesiers<br />

op <strong>de</strong> Samoa- en Tonga-eilan<strong>de</strong>n in Oceanie<br />

met ijver gespeeld wordt. Karutz beweert dan ook,<br />

dat wat <strong>de</strong>n cultuur-samenhang van ver van elkan<strong>de</strong>r<br />

gelegen lan<strong>de</strong>n betreft, <strong>de</strong> overeenstemming van<br />

spelen en speelgoed geen bewijskracht bezit en hij<br />

licht dit door verschillen<strong>de</strong> <strong>voor</strong>beel<strong>de</strong>n toe.<br />

Het Spel 9


HOOFDSTUK VI<br />

DE OORZAAK VAN DE SPELEN DER<br />

MENSCHEN<br />

^rr ~TT IT <strong>de</strong> algemeene verbreiding en <strong>de</strong>n hoo-<br />

|[ gen ou<strong>de</strong>rdom van zoo vele spelen valt<br />

U <strong>de</strong> gevolgtrekking te maken, dat <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong><br />

drijfveeren er aan ten grondslag moeten<br />

liggen. Dit brengt ons vanzelf er toe <strong>de</strong> vraag<br />

te stellen: welke is <strong>de</strong> oorzaak van <strong>de</strong>ze algemeen<br />

menschelijke bezigheid, waarom speelt <strong>de</strong> mensch<br />

en <strong>voor</strong>al <strong>het</strong> kind? Van <strong>het</strong> laatste toch kan men<br />

zon<strong>de</strong>r eenige overdrijving zeggen, dat <strong>het</strong>, afgezien<br />

van <strong>de</strong> vervulling <strong>de</strong>r natuurlijke behoeften<br />

van eten, drinken en slapen, als <strong>het</strong> aan zich zelf<br />

wordt overgelaten, niets an<strong>de</strong>rs doet dan spelen.<br />

Streng wetenschappelijk opgevat, is <strong>de</strong> vraag, waarom<br />

<strong>het</strong> kind speelt? tot he<strong>de</strong>n nog steeds niet afdoen<strong>de</strong><br />

verklaard. Tot zekere hoogte kan men volstaan<br />

met te verwijzen naar <strong>de</strong> theorieen omtrent<br />

<strong>het</strong> spel <strong>de</strong>r dieren (zie biz.. 39 e.v.), evenwel slechts<br />

tot zekere hoogte. Bij <strong>de</strong> dieren zijn, zooals ons<br />

daar gebleken is, een aantal instincten aanwezig,<br />

die, bepaal<strong>de</strong>lijk in <strong>de</strong> jeugd, zon<strong>de</strong>r ernstige aanleiding<br />

in werking tre<strong>de</strong>n en daardoor <strong>de</strong> verschijnselen<br />

te weeg brengen, die wij spel noemen. Bij <strong>de</strong>n<br />

mensch kunnen wij niet meer van instincten spreken;<br />

want al zijn <strong>de</strong>ze ongetwijfeld in groot aantal<br />

<strong>voor</strong>han<strong>de</strong>n, wellicht zelfs in grooter aantal<br />

dan bij <strong>de</strong> dieren, zij wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>n invloed<br />

<strong>de</strong>r nabootsing en van <strong>de</strong>n bewusten wil bij <strong>de</strong>n<br />

mensch en <strong>voor</strong>al bij <strong>het</strong> kind tot onherkenbaar<br />

wor<strong>de</strong>ns toe omgewerkt, gewijzigd, ten <strong>de</strong>ele zelfs


DE OORZAAK VAN DE SPELEN DER MENSCHEN I 3 I<br />

zoo goed als geheel verdrongen. Zulks is ook beslist<br />

noodzakelijk, want bij <strong>de</strong> hooger staan<strong>de</strong><br />

schepselen, <strong>voor</strong>al bij <strong>de</strong>n beschaaf<strong>de</strong>n mensch,<br />

zijn <strong>de</strong> op te lossen vraagstukken zoo ingewikkeld<br />

en aan zoo vele veran<strong>de</strong>ringen on<strong>de</strong>rhevig, dat als<br />

<strong>de</strong> mensch daarbij slechts te beschikken had over<br />

<strong>de</strong> langs <strong>de</strong>n weg <strong>de</strong>r erfelijkheid verworven vermogens,<br />

<strong>het</strong> individu daarbij te gron<strong>de</strong> zou gaan.<br />

Daarom moeten <strong>de</strong> geerf<strong>de</strong> instincten door mid<strong>de</strong>l<br />

van individueele aanpassing omgewerkt en<br />

uitgebreid wor<strong>de</strong>n. Dit kan of grooten<strong>de</strong>els onbewust<br />

geschie<strong>de</strong>n, b.v. bij <strong>het</strong> kind, dat zon<strong>de</strong>r zelf<br />

zulks te bespeuren, allerlei gewoonten van zijn<br />

omgeving overneemt, of <strong>het</strong> heeft bewust plaats.<br />

Steeds echter bestaat er een innig verband tusschen<br />

<strong>de</strong> verworven vermogens en <strong>de</strong> overgeerf<strong>de</strong> neigingen,<br />

want zooals Karl Groos zegt: ,,er bestaan geen<br />

verworven reacties, die niet direct of indirect op<br />

overgeerf<strong>de</strong> zijn terug te brengen." Groos wil nu<br />

bij <strong>de</strong>n mensch, in plaats van <strong>het</strong> woord ,,instinct",<br />

te gebruiken, liever van natuurlijke of overgeerf<strong>de</strong><br />

„aandrift" (,,Trieb") spreken, al acht hij dit begrip<br />

ook nog niet geheel voldoen<strong>de</strong>. Door vele<br />

psychologen wordt n.l. met ,,aandrift" een streven<br />

naar lichamelijke beweging aangeduid en zulks is<br />

<strong>het</strong> spel lang niet altijd. Ver<strong>de</strong>r zal bij <strong>de</strong> vraag<br />

naar <strong>de</strong> oorzaak, welke <strong>de</strong>ze aandriften in werking<br />

doet tre<strong>de</strong>n, weer — evenals bij <strong>de</strong> bespreking <strong>de</strong>r<br />

instincten van <strong>de</strong> dieren is geschied — zoowel op<br />

<strong>het</strong> physiologisch als op <strong>het</strong> biologisch standpunt<br />

gelet dienen te wor<strong>de</strong>n.<br />

Physiologisch beschouwd, kunnen bij <strong>de</strong>n<br />

mensch als <strong>de</strong> twee <strong>voor</strong>naamste oorzaken van <strong>het</strong><br />

spel genoemd wor<strong>de</strong>n: <strong>het</strong> overschot aan levenskracht,<br />

dat geen an<strong>de</strong>ren uitweg tot ontlading


132<br />

HOOFDSTUK VI<br />

vindt, en <strong>de</strong> schijnbaar tegengestel<strong>de</strong> oorzaak, n.l.<br />

<strong>de</strong> behoefte aan ontspanning tot herstel van verbruikte<br />

energie, daar, zooals <strong>het</strong> spreekwoord zegt,<br />

<strong>de</strong> boog niet altijd strak gespannen kan zijn. Daarnaast<br />

moeten echter nog een paar an<strong>de</strong>re, aanvullen<strong>de</strong><br />

oorzaken genoemd wor<strong>de</strong>n, die <strong>het</strong> feit verklaren,<br />

dat <strong>de</strong> spelen zoo vaak wor<strong>de</strong>n <strong>voor</strong>tgezet<br />

totdat volledige uitputting <strong>de</strong>r krachten intreedt.<br />

De eerste daarvan is <strong>de</strong> zelf nabootsing, die in <strong>het</strong><br />

resultaat van een han<strong>de</strong>ling steeds weer <strong>het</strong> <strong>voor</strong>beeld<br />

en <strong>de</strong>n stimulans tot een herhaling van <strong>de</strong>ze<br />

han<strong>de</strong>ling vindt; <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> is <strong>de</strong> toesachtige toestand,<br />

waarin wij door hevige en rhythmisch geor<strong>de</strong>n<strong>de</strong><br />

bewegingen zoo licht geraken (b. v. bij<br />

fietsen, stoeien en <strong>voor</strong>al bij dansen) en die ons<br />

met onweerstaanbare macht <strong>voor</strong>tdrijft, tot <strong>de</strong> laatste<br />

kracht verbruikt is. Dit alles zou nog niet in<br />

staat zijn <strong>het</strong> spel, bepaal<strong>de</strong>lijk van jonge kin<strong>de</strong>ren,<br />

volledig te verklaren, als niet tevens op <strong>het</strong><br />

biologisch standpunt gelet werd. Daarbij verdient<br />

<strong>het</strong> <strong>voor</strong>al <strong>de</strong> aandacht, dat geen schepsel zoo hulpeloos<br />

ter wereld komt als <strong>het</strong> kind. Bij zijn geboorte<br />

is <strong>het</strong> in <strong>de</strong> verste verte niet geschikt <strong>voor</strong><br />

<strong>de</strong> levenstaak, die <strong>het</strong> zal hebben te vervullen, daar<br />

<strong>het</strong> zich nog in elk opzicht tot een zelfstandig<br />

individu moet ontwikkelen. De mogelijkheid daartoe<br />

biedt nu <strong>de</strong> jeugd. Vraagt men, met welk doel<br />

zulk een schijnbaar zoo weinig <strong>voor</strong><strong>de</strong>elige inrichting<br />

kan zijn ontstaan, dan luidt <strong>het</strong> antwoord,<br />

dat zulks waarschijnlijk gebeurd is, omdat bij <strong>de</strong><br />

leven<strong>de</strong> wezens, die een jeugd hebben, <strong>de</strong> bij <strong>de</strong><br />

geboorte reeds voltooid aanwezige instinct-mechanismen<br />

ten <strong>de</strong>ele niet meer voldoen<strong>de</strong> zou<strong>de</strong>n zijn,<br />

of in elk geval niet meer zoo volkomen zou<strong>de</strong>n<br />

kunnen functioneeren, als <strong>het</strong> geval is met onvol-


DE OORZAAK VAN DE SPELEN DER MENSCHEN 133<br />

tooi<strong>de</strong> aandriften, die door oefening en ver<strong>de</strong>re<br />

ontwikkeling geduren<strong>de</strong> een oefeningstijd (on<strong>de</strong>r<br />

leiding en toezicht <strong>de</strong>r ou<strong>de</strong>rs) in staat zijn zich<br />

te wijzigen en individueel bij <strong>de</strong> omstandighe<strong>de</strong>n<br />

aan te passen. De jeugdperio<strong>de</strong> is <strong>de</strong>rhalve op te<br />

vatten als een leertijd, en hoe veelomvatten<strong>de</strong>r <strong>de</strong><br />

levenstaak wordt, <strong>de</strong>s te nuttiger moet <strong>de</strong>ze instelling<br />

zijn, <strong>de</strong>s te langer zal ook <strong>de</strong>ze natuurlijke<br />

leertijd duren, maar <strong>de</strong>s te ontwikkel<strong>de</strong>r moeten ook<br />

<strong>de</strong> overgeerf<strong>de</strong>, doch aanvankelijk nog onvoldoen<strong>de</strong><br />

vermogens van <strong>het</strong> individu wor<strong>de</strong>n. De op <strong>de</strong>ze<br />

wijze door <strong>de</strong> instelling van een leertijd in <strong>het</strong><br />

leven geroepen oefening van nog niet voltooi<strong>de</strong><br />

vermogens, noemt men spel. Dit dient, aldus opgevat,<br />

<strong>voor</strong>eerst dus om <strong>de</strong> nog niet volledig aanwezige<br />

vermogens te verbeteren, zoodat zij met<br />

volmaakte instincten gelijkwaardig wor<strong>de</strong>n, en in<br />

<strong>de</strong> twee<strong>de</strong> plaats om <strong>de</strong>n overgeerf<strong>de</strong>n aanleg tot<br />

een veel hooger peil van ontwikkeling te brengen,<br />

zoodat <strong>de</strong>ze een aanpassingsvermogen en een veelzijdigheid<br />

verkrijgt, die juist bij volkomen overgeerf<strong>de</strong><br />

vermogens onmogelijk zou zijn. Biihler<br />

noemt dan ook <strong>het</strong> spel ,,<strong>de</strong> school <strong>voor</strong> <strong>het</strong> leven,<br />

die <strong>de</strong> natuur zelf heeft ingesteld en on<strong>de</strong>rhoudt."<br />

Beschouwt men <strong>de</strong> spelen <strong>de</strong>r volwassenen van<br />

een biologisch standpunt, dan ligt <strong>het</strong> <strong>voor</strong> <strong>de</strong><br />

hand, dat <strong>de</strong>ze ook nog spelen, nadat zij in hun<br />

jeugd <strong>het</strong> genot ervan hebben leeren kennen. Bij<br />

hen zijn overschot aan kracht en behoefte aan ontspanning<br />

ongetwijfeld <strong>de</strong> hoofddrijfveeren. Vele<br />

van hun spelen hebben geen bepaal<strong>de</strong> biologische<br />

waar<strong>de</strong> meer, maar bij an<strong>de</strong>re doet zich ook nog<br />

op rijperen leeftijd <strong>de</strong> oefeningstheorie gel<strong>de</strong>n, zooals<br />

bij <strong>de</strong> bewegings- en <strong>de</strong> kampspelen en <strong>voor</strong>al<br />

bij <strong>de</strong> sociale spelen. Wel wijst Carr er op, dat hier


134<br />

HOOFDSTUK VI<br />

niet van <strong>voor</strong>oefening kan gesproken wor<strong>de</strong>n, maar<br />

<strong>het</strong> om een na-oefening, of zooals Clapare<strong>de</strong> opmerkt,<br />

een ver<strong>de</strong>re ontwikkeling, te doen is. Dit is<br />

in overeenstemming met <strong>de</strong> aanvullingstheorie van<br />

Konrad Lange, volgens welke <strong>het</strong> spel niet bestemd<br />

is om nieuwe vermogens, welke dus nog niet beston<strong>de</strong>n,<br />

tot ontwikkeling te brengen, maar om sluimeren<strong>de</strong><br />

krachten gelegenheid te geven zich te ontla<strong>de</strong>n.<br />

Zoo ook is <strong>het</strong> kunstgenot, <strong>het</strong> e<strong>de</strong>lste en<br />

belangrijkste spel <strong>de</strong>r volwassen menschen, van<br />

groote biologische en sociale waar<strong>de</strong>. Lange wijst<br />

er op, hoe bij <strong>de</strong> uitoefening van <strong>het</strong> dagelijksch<br />

beroep slechts enkele, weinige krachten van <strong>de</strong>n<br />

menschelijken geest, en die nog op eenzijdige wijze,<br />

in beslag wor<strong>de</strong>n genomen. Tallooze gevoelens, die<br />

in <strong>de</strong>n mensch aanwezig zijn, kan hij nooit bij <strong>het</strong><br />

vervullen van zijn dagtaak tot uiting brengen. Dit<br />

nu zou op <strong>het</strong> geheele menschelijke geslacht een<br />

noodlottigen invloed uitoefenen, als niet in <strong>de</strong><br />

kunst een mid<strong>de</strong>l was gegeven om dit gebrek te<br />

verhelpen. Zoo zou men hier Schiller's beroem<strong>de</strong><br />

uitspraak kunnen aanhalen, ,,dat <strong>de</strong> mensch slechts<br />

in <strong>het</strong> spel geheel mensch is."<br />

Vraagt men naar <strong>het</strong> meest algemeene psychische<br />

verschijnsel, waarvan <strong>het</strong> spel vergezeld gaat, dan<br />

moet als zoodanig <strong>het</strong> lustgevoel genoemd wor<strong>de</strong>n.<br />

Roloff wijst er op, dat een onbepaal<strong>de</strong> speeldrang<br />

niet in staat is <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> bij <strong>het</strong> spel optre<strong>de</strong>n<strong>de</strong><br />

reacties te verklaren, maar dat dit wel kan<br />

door ,,een algemeenen, van lust vervul<strong>de</strong>n aandrang<br />

tot werkzaamheid <strong>de</strong>r organen en krachten aan te<br />

nemen, welke aandrang nu eens door centrale opwekking,<br />

dan weer door erfelijken aanleg, een <strong>de</strong>r<strong>de</strong>n<br />

keer door uitwendige prikkels in werking<br />

treedt." Wel noemt Wundt daarnaast nog <strong>de</strong> nei-


DE OORZAAK VAN DE SPELEN DER MENSCHEN 13 5<br />

ging tot nabootsing en <strong>de</strong> schijnwerkzaamheid;<br />

maar zooals Groos aantoont, zijn dit geen algemeene<br />

kenmerken van <strong>het</strong> spel. Volgens hem berust<br />

dit lustgevoel op <strong>de</strong> bevrediging <strong>de</strong>r aangeboren<br />

aandriften, die in <strong>het</strong> spel zich uiten. Dit<br />

lustgevoel kan in drieerlei vorm optre<strong>de</strong>n: <strong>de</strong> lust<br />

aan prikkels, <strong>de</strong> lust aan aangename prikkels en <strong>de</strong><br />

lust aan intensieve prikkels. Het eerste valt daaruit<br />

te verklaren, dat overgeerf<strong>de</strong> aandriften in <strong>het</strong><br />

spel naar werkzaamheid verlangen; dat er aangename<br />

prikkels bestaan, die dus lustopwekkend<br />

werken, behoeft geen na<strong>de</strong>r betoog, en wat <strong>de</strong> lust<br />

aan intensieve prikkels betreft, daarbij doen zich<br />

vermoe<strong>de</strong>lijk verschillen<strong>de</strong> oorzaken gel<strong>de</strong>n. Een <strong>de</strong>r<br />

belangrijkste daarvan is ongetwijfeld <strong>de</strong> macht <strong>de</strong>r<br />

gewoonte, want <strong>de</strong>ze heeft ten gevolge dat, om <strong>het</strong><br />

lustgevoel op te wekken, steeds sterkere prikkels<br />

vereischt wor<strong>de</strong>n.<br />

Van <strong>de</strong> aangeboren aandriften, die in <strong>het</strong> spel<br />

door mid<strong>de</strong>l van <strong>het</strong> lustgevoel bevrediging zoeken,<br />

tre<strong>de</strong>n <strong>voor</strong>al op <strong>de</strong>n <strong>voor</strong>grond: <strong>de</strong> werking <strong>de</strong>r<br />

oplettendheid, <strong>de</strong> behoefte ,,<strong>de</strong> oorzaak van iets te<br />

zijn" en <strong>de</strong> fantasie in haar illusies scheppen<strong>de</strong> beteekenis.<br />

Alle drie wer<strong>de</strong>n reeds in hoofdstuk IV<br />

besproken.


HOOFDSTUK VII<br />

INDEELING DER SPELEN VAN DEN<br />

MENSCH<br />

HET is bij <strong>de</strong> spelen <strong>de</strong>r menschen nog<br />

moeilijker dan bij die <strong>de</strong>r dieren een behoorlijke<br />

in<strong>de</strong>eling te geven en tot he<strong>de</strong>n<br />

toe bestaat er dan ook geen enkele, die in<br />

elk opzicht bevredigend genoemd kan wor<strong>de</strong>n.<br />

Groos, wiens in<strong>de</strong>eling met geringere of grootere<br />

wijzigingen algemeen gevolgd wordt, neemt als<br />

grondslag aan <strong>de</strong> natuurlijke, d.w.z. <strong>de</strong> erfelijke<br />

aandriften, die in <strong>de</strong> meeste gevallen met echte<br />

instincten zijn gelijk te stellen. Op grond daarvan<br />

on<strong>de</strong>rscheidt hij twee hoofdgroepen van spelen, n.l.<br />

zulke waarbij <strong>het</strong> individu alleen met zich zelf te<br />

doen heeft en waarvan <strong>het</strong> doel is, althans bij <strong>het</strong><br />

kind, heerschappij te verkrijgen over zijn eigen ik,<br />

of, zooals Groos <strong>het</strong> uitdrukt, zijn psycho-physisch<br />

organisme, en in <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> plaats zulke, waarbij<br />

<strong>het</strong> individu me<strong>de</strong>spelers heeft en die zijn verhouding<br />

bepalen tot an<strong>de</strong>re wezens. Dit kunnen zoowel<br />

leven<strong>de</strong> personen zijn als gefingeer<strong>de</strong> menschen<br />

en dieren, waaraan een rol wordt toebe<strong>de</strong>eld. Bij<br />

elke van <strong>de</strong>ze bei<strong>de</strong> groepen kunnen zeer verschillen<strong>de</strong><br />

aandriften in werking tre<strong>de</strong>n, die eenvoudig<br />

— bij gebrek aan een betere terminologie — als<br />

aandriften van <strong>de</strong> eerste en van <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> or<strong>de</strong><br />

on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n. Die van <strong>de</strong> eerste or<strong>de</strong> geven<br />

aanleiding tot <strong>de</strong> experimenteer- of probeerspelen,<br />

<strong>de</strong> aandriften van <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> or<strong>de</strong> kan men samenvatten<br />

als <strong>de</strong> zucht naar gezelligheid, die <strong>de</strong>n<br />

mensch aangeboren is. Men zou <strong>de</strong> hierdoor in <strong>het</strong>


INDEELING DER SPELEN VAN DEN MENSCH 137<br />

leven geroepen spelen als gezelschapsspelen kunnen<br />

aandui<strong>de</strong>n. Zij omvatten <strong>de</strong> kamp- of vechtspelen,<br />

<strong>de</strong> sexueele- of minnespelen, <strong>de</strong> nabootsings- en<br />

<strong>de</strong> sociale spelen. De experimenteerspelen beginnen<br />

op vroegeren leeftijd dan <strong>de</strong> gezelschapsspelen en<br />

oefenen reeds in <strong>de</strong> allereerste ontwikkelingsstadia<br />

van <strong>het</strong> kind hun invloed uit, terwijl <strong>de</strong> gezelschapsspelen<br />

eerst op veel lateren leeftijd hun invloed<br />

doen gel<strong>de</strong>n.<br />

Houdt men zich aan <strong>de</strong> <strong>de</strong>finitie van <strong>het</strong> spel<br />

als een han<strong>de</strong>ling, die alleen verricht wordt ter<br />

wille van <strong>het</strong> genot <strong>de</strong>r werkzaamheid zelf en let<br />

men daarbij op <strong>de</strong> aandriften, die bij <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong><br />

spelen in <strong>de</strong> eerste plaats in werking tre<strong>de</strong>n,<br />

dan kan men, aan <strong>de</strong> hand van Groos, <strong>het</strong> volgend<br />

schema <strong>de</strong>r spelen ontwerpen.<br />

I. SPELEN DER EERSTE ORDE OF EXPERI-<br />

MENTEERSPELEN.<br />

A. DE SPELENDE WERKZAAMHEID DER AANDRIFTEN<br />

VAN HET GEVOEL.<br />

J. De tastprikkels (hand, mond, enz<br />

2. De temperatuurprikkels.<br />

3. De smaakptikkeh.<br />

4. De reukprikkels.<br />

5. De gehoorprikkels.<br />

a. Het hooren van gelui<strong>de</strong>n.<br />

b. Het <strong>voor</strong>tbrengen van gelui<strong>de</strong>n.<br />

6. De gezichtsprikkels.<br />

a. Lichtb.Kleurindrukken.c.Vormd.Bewegings


i38 HOOFDSTUK VII<br />

B. DE SPELENDE WERKZAAMHEID DER BEWEGINGS-<br />

AANDRIFTEN.<br />

1. De spel en <strong>de</strong> beweging <strong>de</strong>r eigen lichaams<strong>de</strong>el<br />

en.<br />

a. Gaan.<br />

b. Loopen (Huppelen, hinken).<br />

c. Springen (Laag-, Ver- en Hoogspringen).<br />

d. Klauteren.<br />

e. Zwemmen.<br />

f. Dansen.<br />

g. Bewegingen met kunstmid<strong>de</strong>len.<br />

a.Passieve (wiegen, schommelen, sle<strong>de</strong>varen,<br />

rij<strong>de</strong>n, vliegen).<br />

/?. Actieve (Steltloopen, roeien, wielrij<strong>de</strong>n,<br />

skiloopen, bobsleeen).<br />

2. De spelen<strong>de</strong> beweging van vreem<strong>de</strong> <strong>voor</strong>werpen.<br />

a. Het hanteeren.<br />

b. Destructieve of analytische spelen.<br />

a. Schei<strong>de</strong>n.<br />

Losmaken.<br />

y. Uit elkaar nemen.<br />

S. Vernielen.<br />

c. Constructieve of synt<strong>het</strong>ische spelen.<br />

a. Ophoopen.<br />

Bouwen.<br />

y. Aaneenrijgen.<br />

S. Verzamelen.<br />

d. Geduldspelen.<br />

e. Werpspelen.


INDEELING DER SPELEN VAN DEN MENSCH 139<br />

a. Het eenvoudige werpen.<br />

/?. Het werpen door slag of stoot (Balspelen).<br />

y. Het doen rollen, draaien, glij<strong>de</strong>n en<br />

huppelen (bal, rad, hoepel, tol).<br />

d. Het werpen naar een doel (kegelen,<br />

klootschieten, notenschieten, speerwerpen,<br />

schieten met pijl en boog,<br />

sehieten met vuurwapenen),<br />

f. Het opvangen van bewegen<strong>de</strong> <strong>voor</strong>werpen<br />

(bal, ring, knods enz.).<br />

C DE SPELENDE OEFENING DER HOOGERE PSYCHI-<br />

SCHE AANDRIFTEN.<br />

1. Het experimenteeren met intellectueele vermogens.<br />

a. Reproductiespelen.<br />

a. Het herkennen (plaatjes kijken,<br />

schimmenspel, herkennen van acustische<br />

vormen, herkennen van vormen<br />

in <strong>de</strong> dichtkunst).<br />

Geheugenspelen.<br />

b. Spelen <strong>de</strong>r fantasie.<br />

a. Spelen <strong>de</strong>r illusie.<br />

Spelen<strong>de</strong> veran<strong>de</strong>ring <strong>de</strong>r herinneringsbeel<strong>de</strong>n<br />

(uitbeel<strong>de</strong>n <strong>de</strong>r toekomst,<br />

plannensme<strong>de</strong>n, liegen).<br />

c. Spelen <strong>de</strong>r oplettendheid.<br />

d. Verstandsspelen (raadsels, geestighe<strong>de</strong>n).<br />

2. Het experimenteeren met <strong>het</strong> gevoel.<br />

a. Lichamelijke onlustgevoelens.


140<br />

HOOFDSTUK VII<br />

b. Geestelijke onlustgevoelens (pessimisme,<br />

melancholie, genot van <strong>het</strong> tragi -<br />

sche).<br />

c. Verrassing (choc, genot van <strong>het</strong> komische).<br />

d. Vrees.<br />

3. Het experimenteeren met <strong>de</strong>n wil.<br />

II. SPELEN DER TWEEDE ORDE OF GEZEL-<br />

SCHAPSSPELEN.<br />

A. KAMPSPELEN.<br />

1. Recht streeksche kampspelen.<br />

a. Lichamelijke spelen.<br />

b. Geestelijke (opposietiezucht, twistgesprek,<br />

raadsel, bordspelen, kaartspel).<br />

2. Wedstrij<strong>de</strong>n.<br />

a. Lichamelijke wedstrij<strong>de</strong>n.<br />

b. Geestelijke wedstrij<strong>de</strong>n (weddingschap,<br />

hazardspelen).<br />

3. Vernielzucht.<br />

4. Plagen (fopperij, caricatuur in <strong>de</strong> beet<strong>de</strong>n<strong>de</strong><br />

kunst, satire en ironie in <strong>de</strong> dichtkunst).<br />

5. Vermaak aan <strong>het</strong> komische.<br />

6. Jachtspelen.<br />

7. Het optre<strong>de</strong>n als toeschouwer bij kampspelen<br />

(werkelijke gevechten, spiegelgevechten,<br />

<strong>het</strong> tragische in <strong>de</strong> dichtkunst).<br />

B. LIEFDESPELEN.<br />

1. Natuurlijke paring spel en.<br />

a. Liefkoozen<strong>de</strong> aanraking.


INDEELING DER SPELEN VAN DEN MENSCH 141<br />

b. Het hof maken door <strong>de</strong>n man.<br />

c. Het coquetteeren <strong>de</strong>r vrouw.<br />

2. Lief<strong>de</strong>spelen in <strong>de</strong> kunst.<br />

3. Het sexueel-komisthe.<br />

C. NABOOTSINGSPELEN.<br />

7. Spelen<strong>de</strong> nabootsing van af zon<strong>de</strong>r lijke han<strong>de</strong>lingen.<br />

a. Door gezichtswaarnemingen.<br />

b. Door geluidswaarnemingen.<br />

2. Dramatische nabootsingspelen.<br />

3. Plastische nabootsingspelen.<br />

4. De innerlijke nabootsing.<br />

D. SOCIALE SPELEN (FEESTEN, OPTOCHTEN, MAS-<br />

KERADES, TOONEELVOORSTELLINGEN, DANSEN ENZ) .


EERSTE AFDEELING<br />

DE SPELEN DER EERSTE ORDE OF<br />

EXPERIMENTEERSPELEN


HOOFDSTUK VIII<br />

DE SPELENDE WERKZAAMHEID DER I<br />

AANDRIFTEN VAN HET GEVOEL<br />

/. Het spel van <strong>het</strong> tastgevoeL<br />

IJ dit soort van spelen vervullen han<strong>de</strong>n<br />

en mond <strong>de</strong> hoofdrol. Reeds bij pasgeboren<br />

kin<strong>de</strong>ren is <strong>het</strong> gevoel <strong>voor</strong> aanraking<br />

aanwezig en volgens Perez openbaart zich<br />

reeds op een leeftijd van twee maan<strong>de</strong>n een lustgevoel<br />

als men b.v. een kind zacht over <strong>de</strong> huid<br />

strijkt. Van dit oogenblik af is <strong>het</strong> dus ook mogelijk,<br />

dat <strong>het</strong> kind <strong>de</strong>zen aanrakingsprikkel opzettelijk<br />

tracht te verkrijgen door zijn bewegingen, en<br />

hierme<strong>de</strong> begint <strong>het</strong> spel. Steeds meer en meer beproeft<br />

<strong>het</strong> kind alles wat in zijn bereik komt te<br />

grijpen of te betasten, ook zijn eigen lichaams<strong>de</strong>elen,<br />

zooals zijn voeten of <strong>de</strong> eene hand met <strong>de</strong><br />

an<strong>de</strong>re. Het zet zijn ont<strong>de</strong>kkingsreizen aan <strong>het</strong><br />

eigen lichaam onafgebroken <strong>voor</strong>t, en daarbij blijkt<br />

reeds <strong>het</strong> algemeene verschijnsel, dat <strong>het</strong> spel zich<br />

van <strong>het</strong> gemakkelijkere tot <strong>het</strong> meer moeilijke ontwikkelt.<br />

Bij ou<strong>de</strong>re kin<strong>de</strong>ren en zelfs bij volwassen personen<br />

blijft meestal <strong>de</strong> behoefte aan <strong>de</strong> spelen<strong>de</strong><br />

werkzaamheid <strong>de</strong>r tasten<strong>de</strong> han<strong>de</strong>n bestaan. Ie<strong>de</strong>r<br />

on<strong>de</strong>rwijzer weet uit ervaring hoe lastig <strong>het</strong> <strong>voor</strong><br />

<strong>de</strong> meeste kin<strong>de</strong>ren is <strong>de</strong> han<strong>de</strong>n stil te hou<strong>de</strong>n, en<br />

hoe vele docenten en re<strong>de</strong>naars zijn niet onafgebroken<br />

met <strong>de</strong> han<strong>de</strong>n bezig, <strong>het</strong>zij zij een potlood<br />

tusschen <strong>de</strong> han<strong>de</strong>n heen en weer draaien, dan wel<br />

met hun horlogeketting spelen of <strong>de</strong> han<strong>de</strong>n langs<br />

Het Spel i o


146 HOOFDSTUK VIII<br />

elkaar wrijven. Ook <strong>het</strong> kne<strong>de</strong>n van broodballetjes<br />

tij<strong>de</strong>ns' of na <strong>de</strong>n maaltijd en <strong>het</strong> spelen met lucifers<br />

zijn beken<strong>de</strong>, hiertoe behooren<strong>de</strong> verschijnselen.<br />

Prof. Dr. W. Joest <strong>de</strong>elt ons me<strong>de</strong>, hoe bij zijn<br />

verblijf in <strong>de</strong> stad Aigoen in Mandsjoerije <strong>het</strong> hem<br />

opviel, dat vele Mandjoe's ,,om hun zenuwachtige<br />

han<strong>de</strong>n ook in <strong>de</strong> ledige uren iets te doen te geven,<br />

onafgebroken met twee walnoten speel<strong>de</strong>n, die door<br />

<strong>het</strong> <strong>voor</strong>tdurend tegen elkan<strong>de</strong>r wrijven geheel gepolijst<br />

waren." lets <strong>de</strong>rgelijks vertellen ons verschillen<strong>de</strong><br />

an<strong>de</strong>re reizigers, b.v. Lands<strong>de</strong>ll van <strong>de</strong> Chineezen<br />

in Maimatschin, die in plaats van met noten met<br />

steenen kogels speel<strong>de</strong>n, terwijl Joest <strong>het</strong>zelf<strong>de</strong> met<br />

holle metalen kogels, waarin een kleiner kogeltje<br />

zat, in Peking waarnam. Deze zoogenaam<strong>de</strong><br />

,,Klingkugeln" treft men in verschillen<strong>de</strong> ethnografische<br />

musea o.a. in dat te Lei<strong>de</strong>n aan. Ook in<br />

Europa heeft men allerhan<strong>de</strong> <strong>voor</strong>werpen bedacht<br />

om <strong>de</strong> han<strong>de</strong>n bezigheid te verschaffen, b.v. <strong>de</strong><br />

rozenkrans, die in Turkije door velen gebruikt<br />

wordt, niet, zooals door <strong>de</strong> Katholieken tij<strong>de</strong>ns <strong>het</strong><br />

bid<strong>de</strong>n, maar alleen om <strong>de</strong> kralen spelend door <strong>de</strong><br />

vingers te doen glij<strong>de</strong>n, of <strong>de</strong> wan<strong>de</strong>lstok, die misschien<br />

reeds in <strong>voor</strong>-historische tij<strong>de</strong>n gebruikt<br />

werd en thans zeer algemeen verbreid is, in millioenen<br />

<strong>de</strong>r meest verschillen<strong>de</strong> exemplaren, over alle<br />

lan<strong>de</strong>n op aar<strong>de</strong>.<br />

Naast <strong>de</strong> hand is <strong>het</strong> <strong>voor</strong>al <strong>de</strong> mond, en bepaal<strong>de</strong>lijk<br />

zijn lippen en tong bij zuigelingen zeer gevoelig<br />

<strong>voor</strong> prikkels, vandaar <strong>het</strong> zuigen op <strong>de</strong> vingers<br />

en <strong>de</strong> gewoonte om alle mogelijke <strong>voor</strong>werpen in<br />

<strong>de</strong>n mond te steken. Volgens Compayre is <strong>het</strong><br />

daarbij niet alleen om een ,,illusie van gefopte gulzigheid"<br />

te doen, maar verschaft <strong>het</strong> <strong>de</strong>n zuigeling<br />

genot alle mogelijke <strong>voor</strong>werpen met <strong>de</strong> lippen aan


DE AANDRIFTEN VAN HET GEVOEL 147<br />

te raken. En hoeveel volwassenen hebben niet <strong>de</strong><br />

gewoonte een potlood of pennehou<strong>de</strong>r of een afgebroken<br />

takje dan wel een boomblad tusschen <strong>de</strong><br />

lippen te hou<strong>de</strong>n. Groos meent, dat hierin zelfs<br />

een niet gering <strong>de</strong>el van <strong>het</strong> genot om te rooken<br />

schuilt.<br />

2. Het spel <strong>de</strong>r ooerige gevoelens.<br />

Terwijl <strong>de</strong> invloed <strong>de</strong>r temperatuursmaak- en<br />

reukgewaarwordingen hier onvermeld kunnen blijven,<br />

omdat zij van min<strong>de</strong>r belang zijn, verdient die<br />

van <strong>het</strong> gehoor en van <strong>het</strong> gezicht een na<strong>de</strong>re bespreking.<br />

Het genot van <strong>het</strong> hooren van toonen of van<br />

geruisch openbaart zich reeds vroeg bij zuigelingen,<br />

soms reeds enkele dagen na hun geboorte, hoewel<br />

<strong>het</strong> kind doof ter wereld komt. Bepaal<strong>de</strong>lijk <strong>het</strong><br />

lustgevoel <strong>voor</strong> wellui<strong>de</strong>ndheid, melodie en rhytme<br />

is reeds op zeer jeugdigen leeftijd aanwezig, hoewel<br />

daarbij <strong>de</strong> instinctieve behoefte aan bezigheid en<br />

oefening van <strong>het</strong> gehoor me<strong>de</strong> een belangrijke rol<br />

speelt. Dat rhytme en melodie zulk een sterken<br />

invloed kunnen ujitoefenen, schrijven Souriau.<br />

Groos e.a. daaraan toe, dat zij ons in een soort van<br />

hypnotischen toestand brengen, waardoor wij <strong>voor</strong><br />

hun suggestieve werking veel meer toegankelijk zijn<br />

dan an<strong>de</strong>rs <strong>het</strong> geval zou wezen.<br />

Evenals <strong>het</strong> hooren van gelui<strong>de</strong>n, is evenzeer <strong>het</strong><br />

<strong>voor</strong>tbrengen daarvan als een spel te beschouwen.<br />

Compayre beweert zelfs ,,<strong>het</strong> kind, dat schreit,<br />

vindt dikwijls een genot in <strong>het</strong> schreien"; maar<br />

zulks wordt door an<strong>de</strong>re schrijvers in twijfel getrokken,<br />

althans in <strong>de</strong> prilste jeugd en bij <strong>het</strong> psychisch<br />

normale kind. lets an<strong>de</strong>rs is <strong>het</strong> op lateren


148 HOOFDSTUK VIII<br />

leeftijd, evenals <strong>het</strong> in vele gevallen geldt van <strong>het</strong> beweenen<br />

<strong>de</strong>r doo<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> vrouwen bij onbeschaaf<strong>de</strong><br />

volken, waaromtrent men zoo vele verhalen bij<br />

reizigers en ethnologen kan lezen. Wel schept <strong>het</strong><br />

slechts enkele maan<strong>de</strong>n ou<strong>de</strong> kind groot vermaak<br />

in <strong>het</strong> lallen, kakelen en kirren, en <strong>het</strong>zelf<strong>de</strong> geldt<br />

van <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>re jeugd en ook van vele volwassenen<br />

ten opzichte van <strong>het</strong> fluiten, juichen, schreeuwen,<br />

jo<strong>de</strong>len enz., alles spelen, die ten doel hebben gelui<strong>de</strong>n<br />

<strong>voor</strong>t te brengen. Volgens Biihler speelt bij<br />

<strong>het</strong> zeer jonge kind, dat ongetwijfeld belangstelling<br />

<strong>voor</strong> muziek en gezang aan <strong>de</strong>n dag legt, alleen<br />

<strong>het</strong> rhytme een rol, want <strong>het</strong> afgrijselijkste geknars<br />

van een niet gesmeer<strong>de</strong> wage'nas of <strong>het</strong> snerpen<strong>de</strong><br />

geluid van een piepen<strong>de</strong> <strong>de</strong>ur verschaffen <strong>het</strong><br />

evenveel genot, zoo niet meer, dan <strong>het</strong> mooiste<br />

wiegenliedje. Bekend is ook, hoe op lateren leeftijd<br />

<strong>het</strong> kin<strong>de</strong>rhart doormid<strong>de</strong>l van <strong>het</strong> rhytme<br />

<strong>voor</strong> <strong>de</strong> poezie toegankelijk wordt.<br />

Bij <strong>de</strong> spelen<strong>de</strong> stemoefeningen van <strong>het</strong> kind<br />

spelen twee factoren een belangrijke rol: <strong>de</strong> prikkel<br />

van <strong>het</strong> aangename en <strong>de</strong> prikkel van <strong>het</strong> moeilijke.<br />

Bij <strong>de</strong> eerste is <strong>het</strong> genot <strong>de</strong>r herhaling van <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong><br />

of overeenstemmen<strong>de</strong> klanken van groote beteekenis.<br />

Een eenvoudigen vorm van herhaling leeren<br />

wij in <strong>het</strong> rhytme kennen. Evenals kin<strong>de</strong>ren reeds<br />

vroeg van <strong>het</strong> rhytme in <strong>de</strong> muziek genieten, zoo<br />

ook scheppen zij behagen in <strong>de</strong> rhytmisch gele<strong>de</strong><br />

taal <strong>de</strong>r poezie, b.v. in <strong>de</strong> beken<strong>de</strong> kettingrijmpjes,<br />

zooals:<br />

Een, twee, drie, .<br />

Oud is niet nieuw,<br />

Nieuw is niet oud,<br />

Warm is niet koud,


DE AANDRIFTEN VAN HET GEVOEL 149<br />

Koud is niet warm,<br />

Rijk is niet arm,<br />

Arm is niet rijk,<br />

enz.<br />

Zulke rijmpjes zijn reeds uit <strong>de</strong> I4<strong>de</strong> eeuw bekend<br />

en wor<strong>de</strong>n tegenwoordig nog bij vele natuurvolken<br />

aangetroffen.<br />

Dat kin<strong>de</strong>ren gaarne gelui<strong>de</strong>n <strong>voor</strong>tbrengen,<br />

blijkt reeds op zeer jeugdigen leeftijd uit <strong>het</strong> welbehagen,<br />

waarmee zij in <strong>het</strong> warme bad plasseri,<br />

weldra ook uit <strong>het</strong> genot, waarmee zij papier verkreukelen<br />

of verscheuren, terwille van <strong>het</strong> knetteren<strong>de</strong> geluid.<br />

Op lateren leeftijd zijn zij onuitputtelijk in <strong>het</strong><br />

be<strong>de</strong>nken van dingen, die geluid geven of geraas maken,<br />

zooals <strong>het</strong> doen kraken <strong>de</strong>r vingers — dat eveneens<br />

aan elken Papoeaknaap bekend is — <strong>het</strong> slaan<br />

op holle <strong>voor</strong>werpen, <strong>het</strong> naslepen van allerlei <strong>voor</strong>werpen<br />

over <strong>de</strong>n grond en nog veel meer. En menig<br />

volwassene blijft niet bij <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren achter, waartoe<br />

slechts herinnerd behoeft te wor<strong>de</strong>n aan <strong>het</strong><br />

knallen <strong>de</strong>r zweep of <strong>het</strong> slaan met wan<strong>de</strong>lstokken<br />

tegen allerlei <strong>voor</strong>werpen. Hierin schuilt ook<br />

<strong>het</strong> genot van <strong>het</strong> geluid geven<strong>de</strong> speelgoed. De<br />

meest primitieve instrumentale muziek is die,<br />

welke reeds <strong>de</strong> apen beoefenen, n.l. <strong>het</strong> slaan met<br />

<strong>de</strong> hand of een stok op een of an<strong>de</strong>r <strong>voor</strong>werp (zie<br />

biz. 68), evenals zij er vermaak in scheppen allerlei<br />

gelui<strong>de</strong>n na te bootsen, <strong>het</strong> geen trouwens ook<br />

bij papegaaien valt waar te nemen. Niet veel an<strong>de</strong>rs<br />

dan die <strong>de</strong>r apen zijn <strong>de</strong> eenvoudigste muziekinstrumenten<br />

bij vele natuurvolken, zooals <strong>de</strong> ,,geluidstok"<br />

<strong>de</strong>r Australiers, die bestaat uit een dik,<br />

knodsvormig stuk hout, dat een sterken toon <strong>voor</strong>tbrengt,<br />

als men er tegen slaat, of <strong>de</strong> ,,natura" uit


HOOFDSTUK VIII<br />

Britsch Oost-Afrika, die uit een uitgehol<strong>de</strong> vrucht<br />

bestaat, waarover een fijne membraan is gespannen.<br />

Aan <strong>de</strong>ze membraan is een grashalm bevestigd, die<br />

een eigenaardig, krachtig geluid <strong>voor</strong>tbrengt, als<br />

men met twee vochtige vingers er langs strijkt.<br />

Hiertoe zijn ook <strong>de</strong> toape <strong>de</strong>r Indianen (fig.<br />

25) en <strong>de</strong> pauken te rekenen, waarmee <strong>de</strong><br />

Australische vrouwen <strong>de</strong>n dans <strong>de</strong>r mannen bege-<br />

Fig. 25.<br />

Toape („Knarser") <strong>de</strong>r<br />

Tukano-Indianen<br />

(Zuid-Amerika).<br />

lei<strong>de</strong>n, n.l. een strak gespannen opossumhuid, die<br />

an<strong>de</strong>rs bij wijze van mantel over <strong>de</strong> schou<strong>de</strong>rs<br />

wordt gedragen, alsme<strong>de</strong> <strong>het</strong> snorhout <strong>de</strong>r Papoea's,<br />

een lang stuk bamboe, dat <strong>de</strong>s te hoogere toonen<br />

<strong>voor</strong>tbrengt, naarmate <strong>het</strong> sneller wordt rondgezwaaid.<br />

De snaarinstrumenten zijn uit <strong>de</strong>n boog<br />

ontsfaan, en reeds Homerus verhaalt van <strong>de</strong>n hel<strong>de</strong>ren<br />

toon, dien Odysseus aan zijn strak gespannen<br />

boog ontlokte. De Mooren in Spanje begeleid<strong>de</strong>n<br />

hun gezang door <strong>de</strong> pees van hun boogen te tokkelen<br />

en <strong>de</strong> Zoeloekaffers en Damara in Zuid-Afrika<br />

doen zulks he<strong>de</strong>n ten dage nog, gebruiken <strong>de</strong>n<br />

boog eigenlijk alleen als muziekinstrument en niet<br />

als wapen. Later wer<strong>de</strong>n in plaats van een koord<br />

eenige aangebracht en door een kam gespannen,<br />

waardoor een muziekinstrument ontstond, dat bij<br />

<strong>de</strong> Negers ver verbreid is. Vervolgens had<strong>de</strong>n nieuwe<br />

wijzigingen plaats, b.v. schroeven wer<strong>de</strong>n aangebracht<br />

om <strong>de</strong> snaren te spannen en te stemmen.<br />

Op <strong>de</strong>ze wijze ontstond <strong>de</strong> harp en daarvan stemt<br />

<strong>het</strong> klavier af, zoowel <strong>de</strong> piano als <strong>de</strong> vleugel. De<br />

blaasinstrumenten danken hun ontstaan aan <strong>het</strong>


DE AANDRIFTEN VAN HET GEVOEL 151<br />

fluiten met <strong>de</strong> lippen, later op <strong>de</strong> vingers, vervolgens<br />

op rietstengels, tevens als pijlen gebruikt, en<br />

op holle been<strong>de</strong>ren, die als sieraad om <strong>de</strong>n hals gedragen<br />

wer<strong>de</strong>n en nog wor<strong>de</strong>n. Ook <strong>de</strong> fluitjes uit<br />

vruchtenza<strong>de</strong>n (fig. 26) behooren hiertoe.<br />

Bij <strong>de</strong> rol, die <strong>het</strong> gezicht speelt, kan men nog<br />

vier rubrieken on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n, n.l. <strong>de</strong> gewaarwor-<br />

Fig. 26.<br />

Kin<strong>de</strong>rfluitjes <strong>de</strong>r Tukano-Indianen<br />

(Zuid-Amerika).<br />

dingen opgewekt door <strong>het</strong> licht, door kleuren, door<br />

vormen en door bewegingen.<br />

Volgens Preyer verwekt <strong>de</strong> waarneming van <strong>het</strong><br />

licht reeds zeer vroeg, feitelijk van <strong>de</strong>n eersten dag<br />

<strong>de</strong>r geboorte af, een lustgevoel, en dit^ blijft <strong>de</strong>n<br />

mensch zijn geheele leven bij, zooals reeds blijkt<br />

uit <strong>de</strong> over <strong>de</strong>n geheelen aardbol verbrei<strong>de</strong> belangstelling<br />

in alles wat glanst of straalt. Het schoolkind,<br />

<strong>de</strong> wil<strong>de</strong> en <strong>de</strong> beschaaf<strong>de</strong> mensch zijn in dit<br />

opzicht met elkan<strong>de</strong>r gelijk te stellen, terwijl hier<br />

ook wel herinnerd kan wor<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> raadselachtige<br />

aantrekkingskracht, die <strong>het</strong> licht op vogels,<br />

insecten, visschen en ook an<strong>de</strong>re dieren uitoefent.<br />

De hoogste werking van <strong>het</strong> licht vertoont zich bij<br />

<strong>de</strong> vlam en <strong>de</strong> hemellichamen. De lichthonger van<br />

<strong>de</strong>n mensch is zoo groot, dat <strong>het</strong> licht <strong>voor</strong> hem<br />

<strong>het</strong> natuurlijke symbool van <strong>het</strong> god<strong>de</strong>lijke is. De<br />

aanbidding van <strong>het</strong> licht is dan ook bij <strong>de</strong> onbeschaaf<strong>de</strong><br />

volken ver over <strong>de</strong> aar<strong>de</strong> verbreid, en volgens<br />

<strong>de</strong>n Bijbel was <strong>het</strong> licht <strong>het</strong> eerste, wat God<br />

uit <strong>de</strong>n chaos <strong>de</strong>ed ontstaan. In <strong>de</strong> kunst wordt <strong>de</strong><br />

invloed van <strong>het</strong> licht <strong>voor</strong>al toegepast in <strong>de</strong> schil-


152<br />

HOOFDSTUK VIII<br />

<strong>de</strong>rkunst en kan in dit opzicht volstaan wor<strong>de</strong>n<br />

met naar Rembrandt te verwijzen. Evenals thans<br />

nog bij <strong>de</strong> meeste natuurvolken, oefen<strong>de</strong>n glinsteren<strong>de</strong><br />

of levendig gekleur<strong>de</strong> <strong>voor</strong>werpen reeds in<br />

<strong>het</strong> steenen tijdperk hun aantrekkingskracht op <strong>de</strong>n<br />

mensch uit. Hetzelf<strong>de</strong> is met sommige dieren <strong>het</strong><br />

geval, waartoe slechts aan eksters en raven en aan<br />

<strong>de</strong> prieelvogels (biz. 109) herinnerd behoeft te<br />

wor<strong>de</strong>n. Welk genot <strong>het</strong> ,,vuurtje stoken" aan <strong>de</strong><br />

meeste kin<strong>de</strong>ren verschaft, is algemeen bekend, en<br />

,,zon<strong>de</strong>r spelend experimenteeren", zegt Groos,<br />

,,zou <strong>het</strong> belangrijkste bezit <strong>de</strong>r menschheid, n.l.<br />

<strong>de</strong> heerschappij over <strong>het</strong> vuur, waarschijnlijk nooit<br />

verworven zijn".<br />

Kleuren beginnen <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren reeds op een leeftijd<br />

van 3 a 4 maan<strong>de</strong>n waar te nemen. De meeste<br />

kin<strong>de</strong>ren, en evenzeer <strong>de</strong> primitieve volken, b.v. bij <strong>de</strong><br />

beschil<strong>de</strong>ring van <strong>het</strong> lichaam, zooals bij <strong>de</strong> Australiers,<br />

Boschjesmannen, Botokoe<strong>de</strong>n enz., geven <strong>de</strong><br />

<strong>voor</strong>keur aan <strong>de</strong> ,,warme" kleuren, rood en geel,<br />

slechts bij uitzon<strong>de</strong>ring aan <strong>de</strong> ,,kou<strong>de</strong>" kleuren,<br />

zooals blauw. Daarbij zijn <strong>de</strong> meisjes op jeugdiger<br />

leeftijd gevoelig <strong>voor</strong> kleuren dan jongens.<br />

Het waarnemen van <strong>de</strong>n vorm is van bijzon<strong>de</strong>r<br />

belang <strong>voor</strong> <strong>de</strong> meest oorspronkelijke daad van<br />

reproductie, n.l. <strong>het</strong> herkennen. Hierbij speelt n.l.<br />

<strong>de</strong> zichtbare vorm <strong>de</strong>r <strong>voor</strong>werpen een veel grootere<br />

rol dan <strong>de</strong> kleur of graad van hel<strong>de</strong>rheid, en<br />

<strong>het</strong> kind let van zijn prilste jeugd af <strong>voor</strong>namelijk<br />

op <strong>de</strong>n vorm. Bij <strong>de</strong> natuurvolken openbaart zich<br />

<strong>het</strong> genieten van <strong>de</strong>n vorm <strong>voor</strong>al in hun ornamentiek,<br />

waarbij als vaststaan<strong>de</strong> kan aangenomen<br />

wor<strong>de</strong>n, dat ook hun meest abstracte wiskundige<br />

figuren steeds op nabootsing berusten.<br />

Wat <strong>het</strong> zien van bewegingen betreft, zijn <strong>de</strong>


DE AANDRIFTEN VAN HET GEVOEL 153<br />

meestc bewegingsspelen tevens ,,kijkspelen". Hier<br />

moet <strong>voor</strong>loopig alleen gelet wor<strong>de</strong>n op spelen,<br />

waarbij <strong>het</strong> genot van <strong>het</strong> zien <strong>de</strong>r beweging hoofdzaak<br />

is, zooals <strong>voor</strong>al <strong>het</strong> geval is met bewegingen,<br />

die wij zelf niet veroorzaken. Het zien van bewegingen<br />

is echter een vaardigheid, die men moet leeren<br />

en alleen door oefening verkregen kan wor<strong>de</strong>n.<br />

Het vereischt daarom spelend experimenteeren,<br />

waarmee kin<strong>de</strong>ren reeds, nadat zij enkele weken<br />

oud zijn, beginnen. Hoe grooter <strong>de</strong> vaardigheid in<br />

<strong>het</strong> nagaan van bewegingen wordt, <strong>de</strong>s te meer belang<br />

stellen zij er in. De heen en weer rennen<strong>de</strong><br />

hond, <strong>het</strong> <strong>voor</strong>tijlen<strong>de</strong> paard, <strong>de</strong> vliegen<strong>de</strong> insecten,<br />

<strong>het</strong> stroomen<strong>de</strong> water, <strong>het</strong> <strong>voor</strong>tsnellen<strong>de</strong> voertuig<br />

en <strong>voor</strong>al <strong>de</strong> <strong>voor</strong>bij jagen<strong>de</strong> spoortrein of auto<br />

verwekken steeds bij <strong>het</strong> kind groote belangstelling.<br />

Ook <strong>de</strong> volwassen mensch geniet van bewegingen,<br />

want volledige rust is even onbevredigend als volkomen<br />

stilte. Natuurlijk wordt <strong>het</strong> genot versterkt,<br />

als <strong>de</strong> op zich zelf reeds interessante beweging<br />

tevens zintuigelijk aangenaam is, zooals <strong>het</strong> in<br />

kringvormige banen zweven van roofvogels, <strong>het</strong><br />

golven van korenaren en <strong>voor</strong>al <strong>het</strong> zien van rhytmische<br />

gymnastiek en rhytmische dansen.


HOOFDSTUK IX<br />

DE SPELENDE WERKZAAMHEID DER<br />

BEWEGINGSAANDRIFTEN<br />

HOEWEL <strong>de</strong> bewegingen natuurlijk slechts<br />

door mid<strong>de</strong>l van onze zintuigen, bepaal<strong>de</strong>lijk<br />

<strong>het</strong> gezicht en <strong>de</strong>n tastzin, tot ons<br />

bewustzijn kunnen doordringen, d.i. dus<br />

langs sensarischen weg, bevin<strong>de</strong>n wij ons hierbij<br />

toch op een geheel an<strong>de</strong>r terrein dan in <strong>het</strong> vorige<br />

hoofdstuk, n.l. op dat <strong>de</strong>r motorische reacties,<br />

want <strong>het</strong> doel is thans <strong>de</strong> oefening van allerlei<br />

spierbewegingen. Daarbij moeten nog twee groepen<br />

on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n: <strong>de</strong> spelen<strong>de</strong> beweging <strong>de</strong>r<br />

eigen lichaams<strong>de</strong>elen en die van an<strong>de</strong>re <strong>voor</strong>werpen.<br />

i. De spelen<strong>de</strong> beweging <strong>de</strong>r eigen lichaams<strong>de</strong>elen.<br />

Hoofdzaak is bij <strong>de</strong>ze groep van spelen <strong>de</strong> veran<strong>de</strong>ring<br />

van plaats. Er vallen hierbij nog te on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n:<br />

<strong>het</strong> gaan, <strong>het</strong> loopen (met inbegrip van<br />

huppelen en hinken) <strong>het</strong> springen (nog on<strong>de</strong>r te<br />

ver<strong>de</strong>elen in laagver- en hoogspringen), <strong>het</strong> klauteren,<br />

<strong>het</strong> zwemmen, <strong>het</strong> dansen en ein<strong>de</strong>lijk <strong>de</strong><br />

plaatsveran<strong>de</strong>ring met behulp van kunstmatige<br />

mid<strong>de</strong>len, waarbij nog verschil te maken is tusschen<br />

passieve (zooals: wiegen, schommel en, sle<strong>de</strong>varen,<br />

rij<strong>de</strong>n en vliegen) en actieve bewegingsmid<strong>de</strong>len<br />

(zooals: steltloopen, roeient wielrij<strong>de</strong>n, schaatsen,<br />

skiloopen en bobsle<strong>de</strong>n).<br />

De biologische beteekenis van <strong>het</strong> spel, n.l. <strong>de</strong><br />

verbetering of volmaking van nog in onvolkomen<br />

toestand aanwezige instincten of aandriften, blijkt


DE BEWEGINGSAANDRIFTEN 155<br />

<strong>voor</strong>al dui<strong>de</strong>lijk bij <strong>de</strong>ze groep van spelen. Het is<br />

toch niet te veel gezegd, als men beweert, dat <strong>de</strong><br />

volwassen mensch zijn geheele motorische vaardigheid<br />

in <strong>de</strong> eerste plaats te danken heeft aan <strong>de</strong> beoefening<br />

in zijn jeugd van <strong>de</strong>ze soort spelen. Zijn<br />

han<strong>de</strong>n en armen zou<strong>de</strong>n niet geleerd hebben te<br />

grijpen, zijn beenen te gaan, te loopen, te springen<br />

en te klauteren, indien hij niet alle daartoe onmisbare<br />

bewegingen, als zuiver spel, in zijn prilste<br />

jeugd ontelbare malen had uitgevoerd. Elk van<br />

<strong>de</strong>ze hierboven genoem<strong>de</strong> bewegingen heeft haar<br />

geschie<strong>de</strong>nis. Opmerking verdient, dat een beweging<br />

slechts zoolang aan <strong>het</strong> kind als spel genot verschaft,<br />

als <strong>het</strong> hem nog moeite kost ze uit te voeren.<br />

Steeds verleidt <strong>het</strong> meer moeilijke <strong>het</strong> op geheimzinnige<br />

wijze om een stap ver<strong>de</strong>r te doen.<br />

Zoo had b.v. <strong>het</strong> kind van Preyer in <strong>de</strong> 40ste en<br />

4iste week van zijn jong bestaan nog eenigen steun<br />

in <strong>de</strong>n rug noodig om te kunnen zitten; ,,maar<br />

toen <strong>het</strong> slechts enkele oogenblikken zon<strong>de</strong>r eenigen<br />

steun daartoe in staat was, trachtte <strong>het</strong> steeds opnieuw,<br />

blijkbaat tot zijn eigen genoegen, <strong>het</strong> evenwicht<br />

te bewaren". En op <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> wijze gebeurt<br />

<strong>het</strong> met <strong>de</strong> eerste pogingen om te kruipen, te gaan<br />

en te staan. Telkens geeft <strong>het</strong> succes aanleiding tot<br />

luid gekraai en brengt <strong>het</strong> <strong>het</strong> kind er toe zich <strong>voor</strong>tdurend<br />

ver<strong>de</strong>r te oefenen, totdat met <strong>de</strong> overwinning<br />

<strong>de</strong>r moeilijkhe<strong>de</strong>n ook <strong>de</strong> belangstelling en <strong>het</strong><br />

speelgenot verdwijnen. Nauwelijks kan <strong>het</strong> tamelijk<br />

goed loopen, of er wor<strong>de</strong>n reeds nieuwe wijzigingen<br />

in <strong>de</strong> <strong>voor</strong>tbeweging bedacht. Zoo ziet men, hoe<br />

<strong>het</strong> kind bij <strong>het</strong> gaan, geleid door een volwassene,<br />

alle mogelijke stan<strong>de</strong>n van <strong>de</strong>n voet probeert; nu<br />

eens volgt <strong>het</strong> hinkend op een voet, dan houdt <strong>het</strong><br />

een beentje stijf, of <strong>het</strong> draait <strong>de</strong> teenen op onna-


156 HOOFDSTUK IX<br />

tuurlijke wijze naar binnen of naar buiten, loopt<br />

op <strong>de</strong> teenen, op <strong>de</strong> hielen enz. Op <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> wijze<br />

beginnen op lateren leeftijd, geheel spontaan, <strong>de</strong><br />

oefeningen in <strong>het</strong> loopen, huppelen, springen, klauteren,<br />

enz. Ook <strong>het</strong> dansen is oorspronkelijk <strong>voor</strong> <strong>het</strong><br />

kind een bewegingsspel, al wordt <strong>het</strong> door <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren<br />

slechts als nabootsing beoefend. Een eigenaardig<br />

bewegingsspel is <strong>het</strong> Bido-Bido op Nieuw-Guinea<br />

(fig. 27). Daarbij plaatsen zich een aantal jongens<br />

en meisjes achter elkaar, elk met <strong>de</strong> han<strong>de</strong>n op <strong>de</strong><br />

schou<strong>de</strong>rs van zijn <strong>voor</strong>man. Een <strong>de</strong>r kin<strong>de</strong>ren<br />

Fig. 27. Bido-Bidospel op Nieuw-Guinea.<br />

klimt langs <strong>de</strong>n rug van <strong>het</strong> laatste kind omhoog<br />

en wan<strong>de</strong>lt dan, als een koorddanser, over <strong>de</strong> geheele<br />

rij, bereikt echter nooit <strong>het</strong> ein<strong>de</strong>, daar <strong>de</strong><br />

achterste kin<strong>de</strong>ren zich steeds weer <strong>voor</strong> <strong>de</strong> overige<br />

plaatsen.<br />

Daar <strong>het</strong> te veel ruimte zou eischen, om bij elk<br />

<strong>de</strong>r afzon<strong>de</strong>rlijke spelen van <strong>de</strong>ze groep in bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n<br />

te tre<strong>de</strong>n, kan slechts op enkele een weinig<br />

na<strong>de</strong>r wor<strong>de</strong>n ingegaan. Zoo begint <strong>het</strong> kind zijn<br />

oefeningen in <strong>het</strong> springen door <strong>de</strong>n sptong omlaag.<br />

Bij vele primitieve volken is dit ook een spel <strong>de</strong>r<br />

volwassenen, zoowel te land als te water, en <strong>voor</strong>al


DE BEWEGINGSAANDRIFTEN 157<br />

sommige stammen in Oceanie schijnen <strong>het</strong> op dit<br />

gebied verbazend ver gebracht te hebben. Hier moet<br />

ook aan <strong>het</strong> ski-springen in Skandinavie en bij<br />

wedstrij<strong>de</strong>n in wintersport herinnerd wor<strong>de</strong>n. Het<br />

hoog- en uer-springen wordt door kin<strong>de</strong>ren eerst<br />

op lateren leeftijd beoefend. Hierbij doet zich reeds<br />

eenigszins <strong>de</strong> prikkel van <strong>het</strong> gevaar gel<strong>de</strong>n, ook<br />

wel eenige kampstemming, alsof <strong>het</strong> om een symbolische<br />

on<strong>de</strong>rwerping van <strong>het</strong> objekt ging. Omtrent<br />

<strong>het</strong> verspringen wor<strong>de</strong>n buitengewone staaltjes<br />

vermeld uit <strong>de</strong> Oudheid en <strong>de</strong> Mid<strong>de</strong>leeuwen,<br />

<strong>voor</strong>al bij <strong>de</strong> Noormannen. In verband hierme<strong>de</strong><br />

mag ook wel aan <strong>de</strong>n beroem<strong>de</strong>n wedstrijd in <strong>het</strong><br />

Nibelungenlied herinnerd wor<strong>de</strong>n tusschen Brunhil<strong>de</strong><br />

en Siegfried met Giinther op <strong>de</strong>n rug, waar -<br />

bij <strong>het</strong> gold even ver of ver<strong>de</strong>r te springen dan een<br />

met een zwaren steen <strong>voor</strong>af gedanen worp.<br />

Aan <strong>het</strong> klauteren ligt volgens Groos vermoe<strong>de</strong>lijk<br />

een eigen instinct ten grondslag; in elk geval is<br />

daarbij naast <strong>het</strong> genot <strong>de</strong>r beweging een aandrang<br />

naar boven aanwezig, zooals ook bij jonge dieren<br />

valt waar te nemen, die door hun leefwijze op <strong>het</strong><br />

klauteren zijn aangewezen, b.v. geiten. Hoe gaarne<br />

jongens klauteren is voldoen<strong>de</strong> bekend, evenals <strong>het</strong><br />

genot van <strong>het</strong> bergbestijgen door volwassenen,<br />

waarbij <strong>het</strong> bewegingsspel tevens een kampspel<br />

wordt.<br />

Zeer algemeen verbreid is <strong>het</strong> zwemmen, waarin<br />

<strong>de</strong> Polynesiers boven alle an<strong>de</strong>re volken schijnen<br />

uit te munten. Een eigenaardig spel bij hen is <strong>het</strong><br />

golfrij<strong>de</strong>n (fig. 28). Dit bestaat hierin, dat <strong>de</strong> jonge<br />

Polynesier zich, met een kleine plank gewapend, in<br />

<strong>de</strong> somtijds hevige branding stort, tegen <strong>de</strong> branding<br />

in zwemt en on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> aanrollen<strong>de</strong> golven duikt,<br />

totdat hij <strong>de</strong> buitenste grens <strong>de</strong>r branding bereikt


158 HOOFDSTUK IX<br />

heeft. Hier wacht hij een zeer groote golf af, en<br />

zoodra <strong>de</strong>ze over hem heen slaat, werpt hij zich<br />

op zijn plank en wordt met groote snelheid naar<br />

land gevoerd. Sommigen zijn in dit spel zoo bedreven,<br />

dat zij <strong>de</strong> terugreis naar land staan<strong>de</strong> doen,<br />

<strong>het</strong>geen bijzon<strong>de</strong>re behendigheid vereischt, niet<br />

alleen om op <strong>de</strong> plank te blijven staan, maar ook<br />

om <strong>voor</strong> <strong>de</strong> talrijke koraalriffen uit te kunnen<br />

wijken.<br />

Als eigenlijke kunst treedt <strong>de</strong> veran<strong>de</strong>ring van<br />

Fig. 28. Golfrij<strong>de</strong>n <strong>de</strong>r Polynesiers (Samoa-eilan<strong>de</strong>n).<br />

plaats op bij <strong>het</strong> dansen. Als zuiver bewegingsspel<br />

kunnen alleen <strong>de</strong> gymnastische dansen gel<strong>de</strong>n. Terwijl<br />

later <strong>het</strong> dansen nog na<strong>de</strong>r besproken zal wor<strong>de</strong>n,<br />

dient hier er op gewezen te wor<strong>de</strong>n, dat wel<br />

reeds bij <strong>het</strong> kind elementen van <strong>de</strong>n dans aanwezig<br />

zijn, maar dat <strong>de</strong>ze toch een uitvinding van<br />

<strong>de</strong>n volwassen mensch is. Wel kan als algemeene<br />

aandrift van <strong>de</strong>n dans <strong>de</strong> bevrediging van <strong>de</strong>n drang<br />

naar beweging genoemd wor<strong>de</strong>n, maar <strong>voor</strong> <strong>de</strong> bijzon<strong>de</strong>re,<br />

in onze dagen zoo buitengewoon sterke<br />

aantrekkingskracht van <strong>de</strong>ze rhytmische beweging is


DE BEWEGINGSAANDRIFTEN 159<br />

<strong>het</strong> niet mogelijk een algemeen gel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> verklaring<br />

te geven. Vele on<strong>de</strong>rzoekers; zien er een soort roes<br />

in, die door <strong>de</strong> rhytmische herhaling <strong>de</strong>r beweging<br />

wordt opgewekt. Dit geldt ongetwijfeld van <strong>het</strong><br />

dansen bij vele onbeschaaf<strong>de</strong> volken, waar <strong>het</strong> een<br />

mid<strong>de</strong>l vormt om in een toestand van extase te geraken,<br />

zooals b.v. bij <strong>de</strong> medicijnmannen op Borneo,<br />

waaromtrent E. en L. Selenka uitvoerige<br />

me<strong>de</strong><strong>de</strong>elingen doen.<br />

2. De bewegingsspelen met vveem<strong>de</strong> <strong>voor</strong>werpen,<br />

Hierbij is <strong>het</strong> niet meer te doen om <strong>het</strong> eigen<br />

lichaam of <strong>de</strong>elen daarvan, maar om an<strong>de</strong>re objecten<br />

in beweging te brengen. De oorspronkelijke aandrang<br />

om zijn machtssfeer zoo ver mogelijk uit te<br />

brei<strong>de</strong>n, brengt <strong>de</strong>n mensch n.l. er toe <strong>de</strong> hem omringen<strong>de</strong><br />

objecten spelend te veroveren en te beheerschen.<br />

Groos on<strong>de</strong>rscheidt daarbij nog 6 hoofdgroepen<br />

van bewegingsspelen: <strong>het</strong> hanteeren, <strong>de</strong> <strong>de</strong>structieve<br />

of analytische, <strong>de</strong> constractieve of synt<strong>het</strong>ische<br />

spelen, <strong>de</strong> geduldspelen, <strong>de</strong> werpspelen en <strong>het</strong> opvangen<br />

van bewegen<strong>de</strong> <strong>voor</strong>werpen. Bij elk daarvan<br />

kan weer slechts kort wor<strong>de</strong>n stil gestaan.<br />

Het hanteeren behoort tot <strong>de</strong> meest oorspronkelijke<br />

kin<strong>de</strong>rspelen. Van <strong>de</strong> instinctieve grijpbeweging<br />

uit ontwikkelt zich reeds op een leeftijd van<br />

enkele maan<strong>de</strong>n <strong>de</strong> neiging om <strong>voor</strong>werpen in alle<br />

mogelijke richtingen te draaien, te schuiven, heen<br />

en weer te schud<strong>de</strong>n, om te werpen enz. Bij <strong>voor</strong>keur<br />

speelt <strong>het</strong> kind op dien leeftijd met dingen,<br />

die in beweging gebracht kunnen wor<strong>de</strong>n, en <strong>het</strong><br />

meest algemeene en misschien ook oudste stuk speelgoed<br />

is daarbij <strong>de</strong> rammelaar. Niet alleen is <strong>de</strong>ze<br />

thans zeer algemeen verbreid in allerlei vormen en


i6o HOOFDSTUK IX<br />

van allerlei materiaal, maar hij kwam ook reeds<br />

<strong>voor</strong> in praehistorische tij<strong>de</strong>n. Zoo bevin<strong>de</strong>n zich<br />

in <strong>het</strong> oudheidkundig museum te Zurich rammelaars<br />

uit klei met cirkelvormige lijnen versierd, afkomstig<br />

uit <strong>de</strong> paalwoningen in <strong>het</strong> Bielermeer,<br />

terwijl Schliemann in <strong>de</strong> zoogenaam<strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> verbran<strong>de</strong><br />

stad van Troje rammelaars met stukjes<br />

metaal vond en uit <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>rgraven <strong>de</strong>r Inka's in<br />

Peru zijn ze in allerlei vormen en mooi versierd bekend.<br />

Ou<strong>de</strong>re kin<strong>de</strong>ren scheppen er veel vermaak in<br />

met zand te spelen, plassen leeg te scheppen en<br />

vliegen<strong>de</strong> dieren aan een draad vast te bin<strong>de</strong>n, b.v.<br />

meikevers, een spelletje dat reeds in <strong>het</strong> ou<strong>de</strong> Griekenland<br />

bekend was. Daarme<strong>de</strong> verwant is <strong>het</strong> oplaten<br />

van vliegers. Hoewel thans als vermaak <strong>de</strong>r<br />

jeugd in geheel Europa bekend, is dit spel volgens<br />

Tylor eerst vier eeuwen gele<strong>de</strong>n hierheen gekomen<br />

van Azie uit, waar <strong>het</strong> reeds se<strong>de</strong>rt veel langer tijd<br />

door kin<strong>de</strong>ren, maar ook door volwassenen, beoefend<br />

wordt. In China ziet men tegen <strong>de</strong>n avond<br />

vele volwassen personen naar buiten trekken met<br />

hun vlieger aan <strong>de</strong> hand en in sommige <strong>de</strong>elen van<br />

dit rijk heeft se<strong>de</strong>rt overou<strong>de</strong> tij<strong>de</strong>n eens in <strong>het</strong> jaar<br />

een groot vliegersfeest plaats, waarbij <strong>de</strong> lucht vol<br />

is van papieren vogels en draken. In Britsch-Indie,<br />

Siam en Ne<strong>de</strong>rlandsch Oost-Indie is <strong>het</strong> spelen met<br />

vliegers even algemeen en hier ziet men vliegers, die<br />

gebruikt wor<strong>de</strong>n om visch te vangen, vliegers, die<br />

muziek maken, een lantaarntje dragen en <strong>voor</strong>al <strong>de</strong><br />

vechtvliegers, waarbij men tracht <strong>het</strong> vliegerkoord<br />

van <strong>de</strong>n tegenstan<strong>de</strong>r door te snij<strong>de</strong>n. Ook in Polynesia<br />

is <strong>het</strong> oplaten van vliegers zeer algemeen in<br />

zwang, en hier zou<strong>de</strong>n volgens een ou<strong>de</strong> mythe<br />

reeds <strong>de</strong> go<strong>de</strong>n Tane en Rongo een wedstrijd gehou<strong>de</strong>n<br />

hebben, wiens vlieger <strong>het</strong> hoogste zou


DE BEWEGINGSAANDRIFTEN 161<br />

stijgen, waarbij <strong>de</strong> laatstc <strong>het</strong> won, doordat hij zich<br />

in <strong>het</strong> geheim van veel meer koord had <strong>voor</strong>zien<br />

dan afgesproken was.<br />

Een <strong>voor</strong>tzetting van <strong>het</strong> hanteeren vormen <strong>de</strong><br />

<strong>de</strong>structieve of analytische spelen, waarbij zich echter<br />

dikwijls tevens <strong>het</strong> kampinstinct doet gel<strong>de</strong>n,<br />

waarbij <strong>het</strong> eenvoudige schei<strong>de</strong>n, losmaken, uit<br />

elkan<strong>de</strong>r nemen van stukken speelgoed, horloges<br />

enz. gemakkelijk in vernielzucht overgaat. Hoe<br />

ou<strong>de</strong>r <strong>het</strong> kind wordt, <strong>de</strong>s te dui<strong>de</strong>lijker openbaart<br />

zich <strong>de</strong>ze neiging tot analyseeren, echter veel meer<br />

bij jongens dan bij meisjes. Daar <strong>het</strong> kind, evenmin<br />

als <strong>de</strong> natuurmensch, <strong>het</strong> voile besef heeft van<br />

<strong>het</strong> verschil tusschen levend en levenloos, plukt <strong>het</strong><br />

met <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> gemoedsrust als met een bloem geschiedt,<br />

ook een kever, een vlieg of een jonge vogel<br />

uit elkan<strong>de</strong>r, zon<strong>de</strong>r dat daarbij nog aan wreedheid<br />

behoeft gedachte te wor<strong>de</strong>n.<br />

De constructieve of synt<strong>het</strong>ische spelen beginnen<br />

op lateren leeftijd dan <strong>de</strong> vorige en ontwikkelen<br />

zich doorgaans tot nabootsingspelen. Op zich<br />

zelf komen zij betrekkelijk weinig <strong>voor</strong> en steeds<br />

in primitieven vorm; zij zijn nochtans van belang,<br />

omdat zij <strong>het</strong> bestaan van een ,,neiging tot scheppen"<br />

bewijzen. Het ophoopen van zand of sneeuw,<br />

<strong>het</strong> opstapelen van stukken hout of steenen heeft<br />

<strong>voor</strong> <strong>het</strong> kind geen an<strong>de</strong>re beteekenis dan uit een<br />

aanwezige grondstof iets nieuws te maken. Eerst<br />

als <strong>de</strong> nabootsing er bij te pas komt ontwikkelt<br />

zich dit spel in zijn voile beteekenis en ontstaan<br />

bergen, tunnels, kanalen, grachten, wallen, kasteelen,<br />

sneeuwpoppen enz. Ook <strong>het</strong> aaneenrijgen van<br />

gelijksoortige <strong>voor</strong>werpen, als kralen en schelpjes, is<br />

hiertoe te rekenen.<br />

Met <strong>de</strong> constructieve neiging hangt een an<strong>de</strong>r<br />

Het Spel 11


HOOFDSTUK IX<br />

verschijnsel samen, n.l. <strong>de</strong> neiging tot vetzamelen,<br />

waarvan reeds in <strong>de</strong> dierenwereld <strong>voor</strong>beel<strong>de</strong>n bestaan<br />

(eksters, raven, Californische boschrat),<br />

waarbij dus <strong>het</strong> doel is alles te bemachtigen en te<br />

bewaren, wat <strong>de</strong> aandacht trekt. In zijn voile ontwikkeling<br />

openbaart zich <strong>de</strong>ze neiging eerst, als zij<br />

zich tot een enkele, bepaal<strong>de</strong> soort van <strong>voor</strong>werpen<br />

beperkt. Dat zij ook bij volwassenen aanwezig is,<br />

bewijst reeds <strong>de</strong> verzamelwoe<strong>de</strong> van postzegels in<br />

onze dagen. Hierbij spelen nabootsing en wedijver<br />

een groote rol, <strong>het</strong> gevoel door an<strong>de</strong>re verzamelaars<br />

bewon<strong>de</strong>rd en benijd te wor<strong>de</strong>n. Van 100 stu<strong>de</strong>nten,<br />

die James er naar vroeg, had<strong>de</strong>n slechts 4 of 5<br />

nooit iets in hun jeugd verzameld.<br />

Het spelend hanteeren van allerlei <strong>voor</strong>werpen<br />

krijgt een bijzon<strong>de</strong>re bekoring als <strong>het</strong> met <strong>het</strong> overwinnen<br />

van moeilijkhe<strong>de</strong>n gepaard gaan. Daardoor<br />

ontstaan <strong>de</strong> geduldspelen. Reeds bij dieren zijn zij<br />

niet geheel onbekend, want papegaaien scheppen er<br />

vermaak in schroeven los te draaien en Elisabeth,<br />

gravin van Montgelas, <strong>de</strong>elt verschillen<strong>de</strong> staaltjes<br />

me<strong>de</strong> van <strong>de</strong> behendigheid en <strong>het</strong> geduld, waarmee<br />

dit geschied<strong>de</strong>, terwijl mis Romanes van een aap<br />

vertelt, die met ongeloofelijk geduld <strong>het</strong> door hem<br />

afgeschroef<strong>de</strong> handvat van een borstel er weer op<br />

trachtte te draaien, maar zoodra <strong>het</strong> hem geen<br />

moeite meer veroorzaakte naar een an<strong>de</strong>r spelletje<br />

uitkeek. Geduldspelen zijn ver verbreid en ten <strong>de</strong>ele<br />

zeer oud, b.v. <strong>het</strong> beken<strong>de</strong> knibbelspel wordt reeds<br />

in 1715 vermeld en is bij <strong>de</strong> Chineezen ook bij volwassenen<br />

zeer in trek. Ook bij ons wor<strong>de</strong>n talrijke<br />

<strong>de</strong>rgdijke spelletjes door jong en oud beoefend, zooals<br />

<strong>het</strong> losmaken van knoopen en ringen, <strong>het</strong> aansteken<br />

van een heen en weer bewegen<strong>de</strong> kaars, <strong>het</strong><br />

rijgen van een naald, terwijl men heen en weer


DE BEWEGINGSAANDRIFTEN 163<br />

schommelt en vele an<strong>de</strong>re. Von Hartmann rekent<br />

ook <strong>de</strong> vrouwelijke handwerken daartoe, <strong>voor</strong> zoover<br />

zij geen kunstwaar<strong>de</strong> bezitten en hun marktwaar<strong>de</strong><br />

niet in verhouding staat tot <strong>de</strong>n tijd en<br />

moeite, die er aan besteed zijn.<br />

Bij <strong>de</strong> werpspelen doet zich volgens sommige<br />

on<strong>de</strong>rzoekers een eigen instinct gel<strong>de</strong>n. Het werpen<br />

is in elk geval een belangrijk verschijnsel, want <strong>het</strong><br />

geworpen <strong>voor</strong>werp kan als een primitief wapen<br />

beschouwd wor<strong>de</strong>n, dat <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>len tot aanval van<br />

<strong>het</strong> eigen lichaam versterkt of vervangt. Breidt men<br />

<strong>het</strong> begrip werpen zoo ver mogelijk uit, zoodat ook<br />

<strong>het</strong> doen <strong>voor</strong>trollen of laten <strong>voor</strong>tglij<strong>de</strong>n er nog<br />

toe gerekend wor<strong>de</strong>n, dan omvat <strong>de</strong>ze groep een<br />

ontzaggelijk groot aantal spelen. Daarbij werken<br />

meestal verschillen<strong>de</strong> instinctieve neigingen samen,<br />

in <strong>de</strong> eerste plaats <strong>de</strong> zuivere bewegingsneiging,<br />

maar ver<strong>de</strong>r <strong>voor</strong>al <strong>het</strong> kamp- en <strong>het</strong> nabootsingsinstinct.<br />

In vele gevallen is <strong>het</strong> niet uit te maken of<br />

<strong>de</strong>ze spellen oorspronkelijke uitvindingen van <strong>het</strong><br />

kind, of dat zij van volwassenen afkomstig zijn.<br />

Er vallen nog vier af<strong>de</strong>elingen te on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n, n.l.<br />

<strong>het</strong> eenvoudige werpen, <strong>het</strong> werpen door slag of<br />

stoot, <strong>het</strong> veroorzaken van een rollen<strong>de</strong>, draaien<strong>de</strong><br />

glij<strong>de</strong>n<strong>de</strong> of huppelen<strong>de</strong> beweging en <strong>het</strong> werpen<br />

naar een doet.<br />

Het eenvoudige werpen komt reeds zeer jong<br />

<strong>voor</strong>, want <strong>het</strong> gewoonweg laten vallen van een<br />

<strong>voor</strong>werp kan <strong>het</strong> karakter van een spelletje aannemen.<br />

Het kind zit nog op <strong>de</strong>n schoot zijner<br />

moe<strong>de</strong>r en laat een lepel of bal vallen; men raapt<br />

<strong>het</strong> <strong>voor</strong>werp op, maar telkens en telkens laat <strong>de</strong><br />

kleine dreumes <strong>het</strong> on<strong>de</strong>r lui<strong>de</strong> kreten van vreug<strong>de</strong><br />

weer uit <strong>het</strong> handje vallen. Dit omlaag werpen<br />

schijnt <strong>de</strong> gemakkelijkste en natuurlijkste werp-


HOOFDSTUK IX<br />

beweging te zijn. Daarbij wordt behalve <strong>het</strong> gezicht,<br />

ook <strong>het</strong> gehoor aangenaam geprikkeld, zoodat<br />

<strong>het</strong> gelijktijdig kijk- en hoorspel is. Welk kind<br />

geniet er niet van speelgoed, lepels, bor<strong>de</strong>n, boeken,<br />

enz. met veel geraas op <strong>de</strong>n grond te laten<br />

vallen. Goethe vertelt ons zelf in zijn ,,Wahrheit<br />

und Dichtung" hoe hij, nog een knaap, eens alle<br />

schotels, potten en pannen, die hij in <strong>de</strong> keuken<br />

machtig kon wor<strong>de</strong>n, naar <strong>het</strong> raam droeg en op<br />

straat wierp, waarbij <strong>het</strong> hem een groot genot verschafte,<br />

,,dass das Geschirr so lustig zerbrach". Ook<br />

<strong>het</strong> spuwen is <strong>voor</strong> menig kind een spel, nog meer<br />

<strong>het</strong> ver werpen. Ook volwassenen beoefenen <strong>het</strong><br />

Fig. 29. Werpstok <strong>de</strong>r Jao-negers in Oost-Afrika.<br />

(knodswerpen, speerwerpen, discuswerpen, <strong>het</strong> werpen<br />

met steenen). Om <strong>de</strong> draagwijdte te vergrooten,<br />

wer<strong>de</strong>n allerhan<strong>de</strong> toestellen bedacht (slinger,<br />

katapult, werpstok (fig. 29).<br />

Hierbij sluit zich <strong>het</strong> werpen door slag of stoot<br />

aan, dat reeds in <strong>de</strong> Oudheid, o.a. bij <strong>de</strong> Romeinen,<br />

door volwassenen werd beoefend. Geslagen wordt<br />

met hand (handbal) of voet, b.v. bij <strong>het</strong> voetbal,<br />

dat uit Italie of Engeland afkomstig schijnt te zijn<br />

en in <strong>de</strong>n tijd <strong>de</strong>r Renaissance door arm en rijk<br />

hartstochtelijk beoefend werd. In Italie wordt <strong>het</strong><br />

volgens Bogeng echter eerst in 1490 vermeld, in<br />

Engeland reeds in <strong>de</strong> 12<strong>de</strong> eeuw. Later in vergetel-


DE BEWEGINGSAANDRIFTEN 165<br />

heid geraakt, werd <strong>het</strong> in nieuweren tijd door <strong>de</strong><br />

Engelschen weer algemeen in eere gebracht. Door<br />

<strong>het</strong> invoeren van verschillen<strong>de</strong> slaginstrumenten<br />

(racket, stok, hamer enz.) ontston<strong>de</strong>n een geheele<br />

reeks nieuwe balspelen, zooals tennis, crocket, golf<br />

en veel meer.<br />

Bij <strong>het</strong> veroorzaken van een tollen<strong>de</strong>, dtaaien<strong>de</strong>,<br />

glij<strong>de</strong>n<strong>de</strong> of huppelen<strong>de</strong> beweging, wordt <strong>de</strong> beweging<br />

zelf een bron van genot. Ook bij <strong>het</strong> kegelen<br />

en zelfs bij <strong>het</strong> biljarten is dit <strong>het</strong> geval, zooals <strong>het</strong><br />

Fig. 30.<br />

De hoepel bij <strong>de</strong> Romeinen.<br />

best daaruit blijkt, dat na afloop van een partij een<br />

<strong>de</strong>r spelers of ook <strong>de</strong>r omstan<strong>de</strong>rs <strong>de</strong> behoefte heeft,<br />

om een of een paar <strong>de</strong>r ballen, door ze met <strong>de</strong> hand<br />

te slaan, over <strong>het</strong> laken te doen rollen.<br />

Het speelgenot krijgt een bijzon<strong>de</strong>r karakter door<br />

<strong>de</strong> eenmaal opgewekte beweging te doen <strong>voor</strong>tduren,<br />

zooals b.v. bij <strong>het</strong> hoepelen <strong>het</strong> geval is. Dit<br />

spel is reeds zeer oud. Bij <strong>de</strong> Grieken was <strong>de</strong> hoepel<br />

groot en van metaal, bij <strong>de</strong> Romeinen werd zooveel<br />

en zoo algemeen gehoepeld, dat Ovidius spreekt<br />

van opzettelijk on<strong>de</strong>rwijs in <strong>de</strong> kunst van <strong>het</strong> hoe-


166 HOOFDSTUK IX<br />

pelen. — Slechts bij weinig soorten speelgoed treedt<br />

<strong>de</strong> illusie met een levend <strong>voor</strong>werp te doen te hebben,<br />

dat wij aan onzen wil kunnen on<strong>de</strong>rwerpen,<br />

zoo sterk op <strong>de</strong>n <strong>voor</strong>grond, als bij <strong>de</strong>n tol. Dit speelgoed<br />

is dan ook overoud en algemeen op aar<strong>de</strong> verbreid.<br />

In vele streken, b.v. op verschillen<strong>de</strong> eilan<strong>de</strong>n<br />

van Ne<strong>de</strong>rlandsch Oost-Indie, wordt <strong>het</strong> door<br />

volwassenen hartstochtelijk beoefend. Prof. Nieuwenhuis<br />

zag in <strong>de</strong> binnenlan<strong>de</strong>n van Borneo tollen<br />

uit ijzerhout, die verschei<strong>de</strong>ne kilogrammen wogen<br />

en een door hem meegebracht exemplaar, dat zich<br />

Fig. 31.<br />

De tol in <strong>het</strong> ou<strong>de</strong> Griekenland.<br />

thans in <strong>het</strong> Ethnografisch Museum te Lei<strong>de</strong>n bevindt,<br />

is misschien <strong>de</strong> grootste en zwaarste tol ter<br />

wereld. Houten tollen, geheel gelijken<strong>de</strong> op <strong>de</strong><br />

onze, zijn uit <strong>het</strong> ou<strong>de</strong> Pompeji bekend, tollen uit<br />

terra cotta vond Schliemann in <strong>de</strong> ru'ines van<br />

Troje, bij sommige Indianenstammen van Noord-<br />

Amerika wor<strong>de</strong>n ze uit eikels of noten vervaardigd.<br />

Groot is ook <strong>het</strong> aantal spelen, waarbij <strong>het</strong> om<br />

<strong>het</strong> werpen naar een doel gaat. Zij wor<strong>de</strong>n bijna<br />

uitsluitend door <strong>het</strong> mannelijk geslacht beoefend.<br />

Het kegelen was reeds in <strong>het</strong> ou<strong>de</strong> Egypte bekend,


DE BEWEGINGSAANDRIFTEN 167<br />

<strong>het</strong> schieten naar een doel (met pijl en boog, blaasroer,<br />

buks, geweer) is eveneens zeer oud en tevens<br />

zeer algemeen. Dit geldt ook van <strong>het</strong> knikkeren,<br />

want reeds uit <strong>het</strong> steenen tijdperk zijn knikkers tot<br />

ons gekomen, en er zijn weinig volken, waarbij <strong>de</strong><br />

jeugd niet knikkert, of met zaadpitten en soortgelijke<br />

dingen speelt. De meest ontwikkel<strong>de</strong> vorm<br />

van <strong>het</strong> werpen met kogels naar kogels is <strong>het</strong> biljarten.<br />

Zoo zijn er ook verschillen<strong>de</strong> spelen, waarbij<br />

met schijven naar schijven, met stokken naar<br />

stokken enz. geworpen wordt. Weer een wijziging<br />

hiervan vormt <strong>het</strong> werpen van een projectiel door<br />

een gat, of in een bepaal<strong>de</strong> ruimte, zooals <strong>het</strong> pot-<br />

Fig. 32. Bromtol <strong>de</strong>r Yao in Britsch Oost-Afrlka.<br />

spel op <strong>het</strong> biljart, <strong>het</strong> werpen van een bal in <strong>de</strong>n<br />

open mond van een houten beeld, thans nog op <strong>de</strong><br />

kermis te zien, maar reeds in <strong>de</strong> Mid<strong>de</strong>leeuwen in<br />

gebruik, en <strong>het</strong> Friesche ,,Eisbosseln", waarbij <strong>het</strong><br />

doel dikwijls een ton is. Het crocketspel, <strong>het</strong> korfbal<br />

en <strong>het</strong> in Limburg veel beoefen<strong>de</strong> beugelen<br />

behooren eveneens hiertoe, evenals <strong>het</strong> ringwerpen<br />

op <strong>de</strong> kermis en <strong>het</strong> werpen van een projectiel op<br />

zulke wijze, dat <strong>het</strong> aan <strong>het</strong> doel blijft hangen,<br />

zooals ringen aan spijkers op een verticaal geplaatste<br />

plank, of <strong>de</strong> pet van <strong>de</strong>n schooljongen aan <strong>de</strong>n<br />

kapstok, dan wel <strong>de</strong> hoed van <strong>de</strong>n clown in <strong>het</strong><br />

circus op zijn hoofd.


i68 HOOFDSTUK IX<br />

Een rechtstreeksche tegenhanger van <strong>het</strong> werpen<br />

vormt <strong>het</strong> opvangen van in beweging zijn<strong>de</strong> <strong>voor</strong>werpen.<br />

Het door <strong>de</strong> menschelijke hand bewogen<br />

en bezield <strong>voor</strong>werp keert gehoorzaam in onze<br />

hand terug, om steeds weer nieuw leven door haar<br />

te ontvangen, zoodat hieruit onze macht over <strong>de</strong><br />

<strong>voor</strong>werpen dui<strong>de</strong>lijk tot uiting komt. Talrijk zijn<br />

<strong>de</strong> <strong>voor</strong>werpen, waarmee dit spel beoefend kan<br />

wor<strong>de</strong>n, zooals stokjes, steentjes, munten, ballen,<br />

hoepels, messen, bor<strong>de</strong>n enz. Zoo beschrijft Schweinfurth<br />

een spel <strong>de</strong>r Bongo-Negers, waarbij een halvemaanvorming<br />

gebogen stuk hout in <strong>het</strong> mid<strong>de</strong>n aan<br />

een lang touw is bevestigd en met <strong>het</strong> eene uitein<strong>de</strong><br />

met kracht zoodanig tegen <strong>de</strong>n grond wordt<br />

geworpen, dat <strong>het</strong> in een kring door <strong>de</strong> lucht<br />

vliegt. Een groep van ongeveer op 20 voet af stand<br />

tegenover elkan<strong>de</strong>r geplaatste personen tracht nu<br />

<strong>het</strong> stuk hout aan <strong>het</strong> touw te grijpen, <strong>het</strong>geen<br />

groote behendigheid vereischt, daar men an<strong>de</strong>rs een<br />

gevoeligen klap van <strong>het</strong> hout krijgt.<br />

De grootste rol bij <strong>de</strong>ze groep van spelen vervult<br />

echter <strong>de</strong> bal, omdat daarbij . <strong>het</strong> opvangen<br />

door <strong>de</strong> onvermij<strong>de</strong>lijke draaiing van <strong>het</strong> geworpen<br />

<strong>voor</strong>werp niet bemoeilijkt wordt en <strong>de</strong> elasticiteit<br />

en lichtheid ervan ook bij groote snelheid geen gevaar<br />

<strong>voor</strong> <strong>de</strong> spelers oplevert. Het opvangen kan<br />

door een persoon of door een groep van spelers gebeuren.<br />

Allerlei variaties zijn nu mogelijk, b.v. <strong>het</strong><br />

reeds door koning Hendrik III van Frankrijk en<br />

thans nog door <strong>de</strong> Eskimo's en an<strong>de</strong>re volken gespeel<strong>de</strong><br />

,,bilboquet", waarbij <strong>de</strong> bal in een beker<br />

wordt opgevangen, waaraan hij door een snoer bevestigd<br />

is. Het ruiterbalspel, waarbij men te paard<br />

gezeten elkan<strong>de</strong>r <strong>de</strong>n bal toewerpt, dat thans o.a.<br />

in Zwitserland, maar ook in Birma gespeeld wordt,


DE BEWEGINGSAANDRIFTEN 169<br />

vindt men ook reeds afgebeeld op oud-Egyptische<br />

muurschil<strong>de</strong>ringen. — Zoodra aan <strong>het</strong> balspel verschillen<strong>de</strong><br />

personen <strong>de</strong>elnemen, ontwikkelt <strong>het</strong> zich<br />

meestal tot een kampspel, zooals <strong>het</strong> in Friesland<br />

en evenzeer in Vlaan<strong>de</strong>ren veel beoefen<strong>de</strong> kaatsen<br />

en <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> vormen van slagbal. In geen<br />

wereld<strong>de</strong>el komen <strong>de</strong> balspelen zoo algemeen <strong>voor</strong><br />

als in Amerika, van <strong>de</strong> Eskimo's in <strong>het</strong> hooge<br />

Noor<strong>de</strong>n tot <strong>de</strong> Indianen in <strong>het</strong> uiterste Zui<strong>de</strong>n.


HOOFDSTUK X<br />

DE SPELENDE OEFENING DER<br />

HOOGERE PSYCHISCHE<br />

VERMOGENS<br />

HET ligt <strong>voor</strong> <strong>de</strong> hand, dat alle soorten<br />

van spelen niet alleen <strong>voor</strong> <strong>de</strong> lichamelijke<br />

ontwikkeling, maar evenzeer <strong>voor</strong> <strong>het</strong><br />

zieleleven van belang zijn, daar zij <strong>het</strong><br />

verstand scherpen, <strong>de</strong>n wil oefenen en <strong>de</strong>n aandrang<br />

van <strong>het</strong> gevoel gelegenheid geven zich te ontla<strong>de</strong>n.<br />

Er bestaat echter ook een groep, waarbij <strong>het</strong> spel<br />

niet slechts als nevenverschijnsel een gunstigen invloed<br />

uitoefent op <strong>de</strong> oplettendheid, <strong>de</strong> fantasie, <strong>het</strong><br />

verstand enz., maar waarbij <strong>de</strong>ze psychische vermogens<br />

zelf <strong>het</strong> object van <strong>de</strong> experimenteerspelen<br />

vormen, waarbij dus met <strong>de</strong>ze vermogens rechtstreeks<br />

geexperimenteerd wordt, zij dus <strong>de</strong> eigenlijke<br />

materie van <strong>het</strong> spel vormen. Daarbij vallen<br />

nog te on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n: <strong>het</strong> experimenteeren met intellectueele<br />

vermogens, <strong>het</strong> experimenteeren met <strong>het</strong>*<br />

gevoel en <strong>het</strong> experimenteeren met <strong>de</strong>n wil.<br />

/. Het experimenteeren met intellectueele<br />

vermogens.<br />

Bij <strong>de</strong>ze af<strong>de</strong>eling kan nog een ver<strong>de</strong>eling gemaakt<br />

wor<strong>de</strong>n in reproductiespelen, spelen <strong>de</strong>r fantasie,<br />

spelen <strong>de</strong>r oplettendheid en verstandsspelen.<br />

De eerste, <strong>de</strong> reproductiespelen dus, laten nog<br />

een on<strong>de</strong>rver<strong>de</strong>eling toe in <strong>het</strong> herkennen en in<br />

geheugenspelen, waarbij <strong>de</strong> eerstgenoem<strong>de</strong>, n.l. <strong>het</strong><br />

herkennen van vroeger waargenomen personen,


DE HOOGERE PSYCHISCHE VERMOGENS 171<br />

objecten of vormen, aan <strong>de</strong> laatstgenoem<strong>de</strong> <strong>voor</strong>af<br />

gaan. Reeds na enkele maan<strong>de</strong>n herkent <strong>het</strong> kind<br />

zijn moe<strong>de</strong>r of voedster. Op zich zelf is dit geen<br />

spel, maar <strong>het</strong> wordt zulks als <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> vorm in<br />

gewijzig<strong>de</strong>n samenhang optreedt, waardoor <strong>het</strong> herkennen<br />

<strong>de</strong>n prikkel van een overwonnen moeilijkheid<br />

verkrijgt. Zoo vertelt ons Preyer hoe zijn kind,<br />

6 maan<strong>de</strong>n oud, zijn beeld in <strong>de</strong>n Spiegel herken<strong>de</strong>,<br />

Sigismund, hoe zijn 21 maan<strong>de</strong>n oud zoontje zijn<br />

schaduwbeeld herken<strong>de</strong>. In <strong>het</strong> algemeen vermaken<br />

zich jonge kin<strong>de</strong>ren gaarne met schimmenspelen en<br />

bij sommige volken, zooals Chineezen, Siameezen,<br />

Turken e.a., wordt dit vermaak als een kunst beoefend.<br />

Alix vertelt, dat zijn hond zich vermaakte<br />

met zijn eigen schaduw op een muur, waar<strong>voor</strong> hij<br />

gezeten was. Eveneens vin<strong>de</strong>n jeugdige kin<strong>de</strong>ren<br />

veel pleizier in <strong>het</strong> plaatjes- kijken. ,,Huis!"<br />

,,Boom!" roept <strong>de</strong> kleine beschouwer verheugd uit,<br />

als hij een afbeelding van een huis of boom ziet,<br />

terwijl hij op een werkelijk huis of boom nauwelijks<br />

let. Ook <strong>het</strong> herkennen van acustieke vormen<br />

verschaft genot, vandaar dat <strong>het</strong> kind een melodie<br />

onvermoeid herhaalt, en in <strong>de</strong> dichtkunst valt iets<br />

soortgelijks waar te nemen, trouwens niet alleen<br />

bij kin<strong>de</strong>ren. Bestaat ook <strong>voor</strong> vele volwassenen bij<br />

<strong>het</strong> bezoeken van beroem<strong>de</strong> plekken niet <strong>het</strong> grootste<br />

genot in <strong>het</strong> herkennen <strong>de</strong>r bergtoppen, gletschers,<br />

dorpen, kasteelen enz., welke <strong>het</strong> panorama<br />

te zien geeft. En welken bijval vin<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> muziek<br />

niet <strong>het</strong> potpourri, <strong>het</strong> telkens terugkeeren van <strong>het</strong><br />

hoofdmotief en <strong>de</strong> variaties op een bekend motief,<br />

evenals in <strong>de</strong> dichtkunst <strong>de</strong> alliteratie, <strong>het</strong> kettingrijm<br />

en <strong>voor</strong>al <strong>het</strong> refrein. Er blijkt uit, hoe ook in<br />

<strong>de</strong> kunst dit herkennen een niet onbelangrijke rol<br />

speelt.


172 HOOFDSTUK X<br />

Dat <strong>de</strong> geheugenspelen eveneens een plaats van<br />

beteekenis innemen, blijkt reeds uit <strong>het</strong> genot, dat<br />

nog niet schoolplichtige kin<strong>de</strong>ren vin<strong>de</strong>n in <strong>het</strong> van<br />

buiten leeren <strong>de</strong>r rijmpjes van prentenboeken,<br />

lange sprookjes en gedichten. Maar al te vaak trekken<br />

<strong>de</strong> trotsche ou<strong>de</strong>rs daaruit <strong>de</strong> valsche conclusie<br />

omtrent <strong>de</strong> buitengewone begaafdheid van hun<br />

jonge spruiten.<br />

Bij <strong>het</strong>geen <strong>het</strong> spraakgebruik fantasie noemt,<br />

kunnen nog twee geheel verschillen<strong>de</strong> processen on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n<br />

wor<strong>de</strong>n, n.l. <strong>de</strong> spelen<strong>de</strong> illusie en <strong>de</strong><br />

spelen<strong>de</strong> vetan<strong>de</strong>ting <strong>de</strong>r <strong>het</strong>innetingsbeel<strong>de</strong>n. Het<br />

eerste omvat al <strong>de</strong> talrijke gevallen, waarin wij <strong>het</strong>geen<br />

slechts in onze <strong>voor</strong>stelling leeft, als werkelijk<br />

bestaan<strong>de</strong> beschouwen, onverschillig of <strong>het</strong><br />

daarbij gaat om getrouwe herinneringsbeel<strong>de</strong>n dan<br />

wel om reeds verwerkt herinneringsmateriaal. Hier<br />

heeft dus bewust zelfbedrog plaats, een spel, dat zoo<br />

goed als uitsluitend slechts bij volwassenen <strong>voor</strong>komt,<br />

meestal bij reeds ou<strong>de</strong>re menschen. Dit spelend<br />

<strong>voor</strong> werkelijkheid hou<strong>de</strong>n van gewijzigd,<br />

omgewerkt herinneringsmateriaal is van belang<br />

<strong>voor</strong> <strong>de</strong> psychologie van <strong>de</strong>n produceeren<strong>de</strong>n kunstenaar<br />

en heeft groote beteekenis bij <strong>het</strong> genieten<br />

van poetische werken. In vele gevallen, zegt Groos,<br />

geniet <strong>de</strong> kunstenaar ervan, dat hij, in plaats van<br />

in <strong>de</strong> werkelijke, in een door hem zelf geschapen<br />

schijnwereld woont, hij speelt met <strong>de</strong> illusie. Zoo<br />

zegt Dickens van zijn ,,David Copperfield", ,,dat<br />

niemand ooit bij <strong>het</strong> lezen meer aan dit verhaal<br />

kan gelooven, dan ik bij <strong>het</strong> schrijven er van er<br />

aan heb gel oof d."<br />

Het kind gaat bij een of an<strong>de</strong>r spel dikwijls zoo<br />

geheel in <strong>de</strong> illusie op, dat <strong>het</strong> alle niet tot dit<br />

spel behooren<strong>de</strong> bemoeiingen van an<strong>de</strong>ren, <strong>het</strong>zij


Db HOCX3bKh PSYCH1SCHH VERMOGtsNS 173<br />

volwassen personen of kin<strong>de</strong>ren, als storend on<strong>de</strong>rvindt<br />

en verwerpt. Hiervan kan men aardige staaltjes<br />

bij verschillen<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoekers aantreffen, b.v.<br />

bij E. en G. Scupin. Deze vertellen b.v. hoe een<br />

drie jaren ou<strong>de</strong> knaap schoorsteenveger speelt. On<strong>de</strong>rtusschen<br />

komt zijn moe<strong>de</strong>r binnen en wil<br />

hem kammen. Hij verzet zich daartegen en roept<br />

waarschuwend: ,,Ach, roer mij niet aan, Moe<strong>de</strong>r,<br />

<strong>het</strong> haar van <strong>de</strong>n schoorsteenveger is zoo zwart.<br />

Daar krijg je vuile vingers van." — Een an<strong>de</strong>ren<br />

keer heeft hij, nog <strong>voor</strong> zijn ochtendtoilet voltooid<br />

was, uit stoeien een spoortrein gebouwd, en weldra<br />

kondig<strong>de</strong> zijn snuiven aan, dat <strong>de</strong> trein in voile<br />

vaart was. Daar <strong>de</strong> kleine conducteur zoo rustig<br />

op <strong>de</strong>n omgekeer<strong>de</strong>n <strong>voor</strong>sten stoel zat, wil<strong>de</strong> zijn<br />

moe<strong>de</strong>r daarvan gebruik maken om hem te kammen.<br />

Hij schrikt ervan, en heftig met <strong>de</strong> armen gesticuleerend<br />

roept hij zijn moe<strong>de</strong>r toe: ,,U moet<br />

instappen; gauw, gauw instappen, an<strong>de</strong>rs wordt U<br />

overre<strong>de</strong>n!" en meteen trok hij zijn moe<strong>de</strong>r, alsof<br />

zij in levensgevaar verkeer<strong>de</strong>, haastig op <strong>de</strong>n stoel.<br />

Ook Rasmussen geeft aardige <strong>voor</strong>beel<strong>de</strong>n, hoe<br />

<strong>het</strong> kind bij <strong>het</strong> spel geheel in <strong>de</strong> illusie ervan<br />

opgaat.<br />

Bij <strong>het</strong> hooren of lezen van poetische <strong>voor</strong>tbrengselen<br />

is <strong>de</strong> spelen<strong>de</strong> illusie van groote beteekenis<br />

<strong>voor</strong> <strong>het</strong> aest<strong>het</strong>isch genieten. Het kind, dat<br />

aanaachtig naar een sprookje luistert, <strong>de</strong> knaap,<br />

die met ingehou<strong>de</strong>n a<strong>de</strong>m een roaversgeschie^enis<br />

hoort vertellen, <strong>de</strong> volwassene, die in grootste spanning<br />

<strong>de</strong> gebeurtenissen in een boeien<strong>de</strong>n roman<br />

volgt, zij alien laten <strong>de</strong> door <strong>de</strong>n schrijver bij hen<br />

opgewekte beel<strong>de</strong>n in hun bewustzijn heerschappij<br />

voeren, zoodat <strong>de</strong>ze <strong>de</strong> werkelijkheid verdringen<br />

en in haar plaats tre<strong>de</strong>n, zon<strong>de</strong>r echter tot een fei-


174<br />

HOOFDSTUK X<br />

telijke verwisseling met <strong>de</strong> werkelijkheid aanleiding<br />

te geven. Zoo zegt ook Rasmussen; ,,Te mid<strong>de</strong>n<br />

van alle fantasie leeft echter toch nog <strong>de</strong> werkelijkheid/'<br />

Een an<strong>de</strong>r soort van bewust zelfbedrog bestaat<br />

hierin, dat <strong>het</strong> geheugenmateriaal met reeele uitwendige<br />

verschijnselen samensmelt. Het kleine<br />

meisje, dat in een of an<strong>de</strong>r <strong>voor</strong>werp, zooals een<br />

stuk hout, een pennedoos, een samengeknoopte<br />

zakdoek, zijn gelief<strong>de</strong> baby ziet, <strong>de</strong> jongen, die op<br />

een wan<strong>de</strong>lstok paard rijdt, <strong>voor</strong> wien een zandhoop<br />

een berg, eenige op elkan<strong>de</strong>r gestapel<strong>de</strong> blokken<br />

een kasteel vormen, maar evenzeer <strong>de</strong> vol wassene,<br />

die zich in <strong>de</strong> werken van een beel<strong>de</strong>nd kunstenaar<br />

en <strong>de</strong> <strong>voor</strong>stellingen op <strong>het</strong> tooneel zoozeer<br />

verdiept, dat hij ze met behulp van zijn geheugenmateriaal<br />

tot <strong>de</strong>n schijn <strong>de</strong>r voile werkelijkheid<br />

aanvult, zij alien oefenen spelend hun illusievermogen<br />

en gevoelen zich gelukkig door dit spel.<br />

De spelen<strong>de</strong> veran<strong>de</strong>ring <strong>de</strong>r herinneringsbeel<strong>de</strong>n<br />

treedt in zijn eenvoudigsten vorm op als schil<strong>de</strong>ring<br />

<strong>de</strong>r toekomst. Zij vormt een vrijwillig spel als<br />

<strong>het</strong> om vroolijke en aangename beel<strong>de</strong>n te doen is,<br />

hoewel sommige karakters ook met <strong>de</strong> uitbeelding<br />

van een ongelukkige toekomst kunnen spelen. Bij<br />

kin<strong>de</strong>ren is dit construetieve fantaseeren goed waar<br />

te nemen, als zij zich b.v. op hun na<strong>de</strong>ren<strong>de</strong>n verjaardag<br />

verheugen en zich daarbij <strong>voor</strong>stellen,<br />

welke heerlijkhe<strong>de</strong>n zij dan zullen krijgen en welke<br />

vriendjes uitgenoodigd zullen wor<strong>de</strong>n om met <strong>het</strong><br />

nieuwe speelgoed te spelen en van al <strong>het</strong> lekkers<br />

te smullen. — De onschatbare beteekenis van dit<br />

spel <strong>voor</strong> <strong>de</strong> vraag naar <strong>de</strong> lustwaar<strong>de</strong> van <strong>het</strong><br />

leven is gemakkelijk genoeg in te zien, ,,want,"<br />

zegt Groos, ,,<strong>het</strong> bevrijdt ons door een dubbele


DE HOOGERE PSYCHISCHE VERMOGENS 175<br />

illusie van <strong>de</strong> smarten <strong>de</strong>s levens/' Vooreerst doordat<br />

wij <strong>de</strong> eigen luchtkasteelen spelend <strong>voor</strong> echt<br />

hou<strong>de</strong>n en aldus <strong>de</strong>n toekomstdroom als een heerlijke<br />

werkelijkheid <strong>voor</strong>af reeds aanvaar<strong>de</strong>n, in <strong>de</strong><br />

twee<strong>de</strong> plaats doordat wij zoo gaarne aan <strong>de</strong> werkelijke<br />

vervulling van onze wenschen geloof staan.<br />

Daardoor roept <strong>het</strong> spel met <strong>de</strong> toekomst <strong>de</strong> versterken<strong>de</strong><br />

en verfrisschen<strong>de</strong> emotie van <strong>de</strong> hoop te<br />

<strong>voor</strong>schijn, die ons door <strong>het</strong> geheele leven vergezelt.<br />

On<strong>de</strong>r <strong>de</strong> spelen <strong>de</strong>r volwassenen is <strong>het</strong> <strong>voor</strong>al <strong>de</strong><br />

loterij, die, doordat <strong>de</strong> beslissing zoo lang op zich<br />

laat wachten, tot <strong>het</strong> uitbeel<strong>de</strong>n <strong>de</strong>r toekomst aanleiding<br />

geeft, ja daarin haar hoofdprikkel vindt.<br />

Door aan <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>ring <strong>de</strong>r toekomst allerlei<br />

<strong>voor</strong>stellingen van hin<strong>de</strong>rnissen, moeilijkhe<strong>de</strong>n en<br />

gevaren toe te voegen, wordt <strong>de</strong>ze gewijzigd en<br />

ontstaat <strong>het</strong> sme<strong>de</strong>n van plannen. Dit vormt slechts<br />

dan een spel, als dit combineeren en ontwikkelen<br />

op zichzelf genot verschaft. Menig kunstenaar, geleer<strong>de</strong>,<br />

staatsman, ingenieur enz. ontwerpt plannen,<br />

waarvan hij <strong>voor</strong>af weet, dat zij nooit uitgevoerd<br />

zullen wor<strong>de</strong>n. Niet weinig menschen scheppen<br />

er vermaak in, aan <strong>de</strong> hand van een reisgids of<br />

atlas, omvangrijke reisplannen samen te stellen,<br />

hoewel zij weten, dat zij niet tot uitvoering zullen<br />

komen.<br />

In verband met <strong>het</strong> <strong>voor</strong>afgaan<strong>de</strong> dient ook op<br />

<strong>het</strong> spelend llegen gewezen te wor<strong>de</strong>n. Zooals bekend,<br />

komt liegen bij kin<strong>de</strong>ren veel <strong>voor</strong> en dit<br />

kan <strong>het</strong> karakter van een spel aannemen, als <strong>de</strong><br />

bedoeling slechts is om an<strong>de</strong>ren te plagen of hun<br />

lichtgeloovigheid te bespotten, dan wel <strong>de</strong> eigen<br />

waar<strong>de</strong> tot in <strong>het</strong> onmogelijke te verheffen. Hier<br />

komen echter slechts die gevallen in aanmerking,<br />

waar <strong>de</strong> vreug<strong>de</strong> aan <strong>het</strong> verzinnen <strong>het</strong> hoofd-


HOOFDSTUK X<br />

motief <strong>de</strong>r leugen vormt. E>it geldt bij volwassenen<br />

eveneens van <strong>het</strong> zoogenaam<strong>de</strong> jagerlatein, <strong>de</strong><br />

Miinchhausia<strong>de</strong>n en meer <strong>de</strong>rgelijke.<br />

Dat ook <strong>de</strong> oplettendheid tot een spel kan wor<strong>de</strong>n,<br />

hangt daarmee samen, dat <strong>de</strong> verwachting van<br />

<strong>het</strong>geen gebeuren zal, <strong>de</strong> spanning dus, onafschei<strong>de</strong>lijk<br />

met <strong>de</strong> oplettendheid verbon<strong>de</strong>n is. Dit openbaart<br />

zich b.v. als een kind steenen in <strong>het</strong> water<br />

gooit, naar een doel werpt, een toegeworpen bal afwacht<br />

enz., zoo me<strong>de</strong> bij <strong>het</strong> verstoppertje spelen,<br />

<strong>het</strong> schelletje trekken en <strong>het</strong> bedrijven van allerlei<br />

an<strong>de</strong>r kattenkwaad. Bij volwassenen treedt <strong>het</strong> o.a.<br />

dui<strong>de</strong>lijk op bij <strong>het</strong> hazardspel, hoewel, zooals<br />

later zal blijken, daarbij verschillen<strong>de</strong> drijfveeren<br />

samenwerken.<br />

Een an<strong>de</strong>re vorm <strong>de</strong>r spelen<strong>de</strong> werkzaamheid<br />

van <strong>de</strong> oplettendheid is <strong>de</strong> nieuwsgierigheid. Zooals<br />

vroeger gebleken is (zie biz. 97) komt <strong>de</strong>ze<br />

reeds bij dieren <strong>voor</strong>, maar in nog sterkere mate<br />

bij onbeschaaf<strong>de</strong> volken en, zooals algemeen bekend,<br />

bij kin<strong>de</strong>ren. Sully noemt <strong>het</strong> een gelukkige<br />

omstandigheid, dat <strong>de</strong> meest <strong>voor</strong>komen<strong>de</strong> oorzaak<br />

van vrees bij kin<strong>de</strong>ren, n.l. <strong>voor</strong> hen nieuwe en<br />

daardoor onheimelijke verschijnselen, gelijktijdig<br />

<strong>de</strong> verwekker is van een an<strong>de</strong>r gevoel, <strong>de</strong> nieuwsgierigheid<br />

met haar aandrang om te bekijken en te<br />

on<strong>de</strong>rzoeken. Reeds Plato noem<strong>de</strong> <strong>de</strong> nieuwsgierigheid<br />

<strong>de</strong> moe<strong>de</strong>r van al ons weten en Kirkpatrick<br />

zegt: ,,De nieuwsgierigheid verslindt alles, zelfs<br />

nog meer dan <strong>de</strong> zucht tot nabootsing". 1 ) Terwijl<br />

<strong>het</strong> bij <strong>de</strong> weetgierigheid <strong>voor</strong>al te doen is om <strong>het</strong><br />

objekt in <strong>het</strong> stelsel van ons weten in te lijven,<br />

vindt <strong>de</strong> nieuwsgierigheid een zelfstandig genot in<br />

l ) Een uitvoerige uiteenzetting van haar groote beteekenis geeft Kirkpatrick,<br />

1. c. Hoofdst. X, biz. 129 vv.


DE HOOGERE PSYCHISCHE VERMOGENS 177<br />

<strong>de</strong>n prikkel van <strong>het</strong> nieuwe, in <strong>de</strong> bevrediging <strong>de</strong>r<br />

behoefte aan nieuwe indrukken. Wel sehrijft <strong>het</strong><br />

mannelijk geslacht met beminnelijke onbaatzuchtigheid<br />

<strong>de</strong>ze eigenschap <strong>voor</strong>namelijk aan <strong>de</strong> vrouwelijke<br />

sekse toe, maar <strong>de</strong> vrouwen zullen niet<br />

veel ongelijk hebben, als zij beweren, dat <strong>het</strong> mannelijk<br />

geslacht in dit opzicht even weinig mis<strong>de</strong>eld<br />

is als zij zelf zijn.<br />

De verstandspelen omvatten in <strong>de</strong> eerste plaats<br />

<strong>het</strong> vertellen van grappen en geestighe<strong>de</strong>n, maar<br />

zijn nog veel meer verbreid in <strong>de</strong>n vorm van wadsets.<br />

Een <strong>voor</strong>looper van <strong>het</strong> raadsel, die bij kin<strong>de</strong>ren<br />

op vier- tot vijfjarigen leeftijd reeds <strong>voor</strong>komt,<br />

is <strong>het</strong> spelletje: ,,ik zie, wat gij niet ziet,"<br />

waarbij alleen <strong>de</strong> kleur of <strong>de</strong>n vorm van <strong>het</strong> te<br />

ra<strong>de</strong>n <strong>voor</strong>werp wordt aangeduid. Hierbij is <strong>het</strong><br />

spel nog aan <strong>de</strong> zinnelijke aanschouwing gebon-<br />


i78<br />

HOOFDSTUK X<br />

Hoe meer springt <strong>het</strong> paardje,<br />

Des te korter wordt zijn staartje.<br />

(Naald met draad).<br />

Zooals uit <strong>de</strong> werken van Friedrich, Sutermeisters,<br />

Lindley e.a. blijkt, zijn er maar weinig volken,<br />

beschaaf<strong>de</strong> zoowel als onbeschaaf<strong>de</strong>, die <strong>het</strong> raadselspel<br />

niet kennen. Alleen van Java <strong>de</strong>elt <strong>de</strong> Heer<br />

Meyer Ranneft ons ongeveer 500 raadsels me<strong>de</strong>.<br />

En van <strong>de</strong>n hoogen ou<strong>de</strong>rdom getuigt reeds <strong>het</strong><br />

beken<strong>de</strong> raadsel van <strong>de</strong> sfinx. Een oud Duitsch<br />

raadsel luidt:<br />

Ik heb een rug en kan niet liggen,<br />

Ik heb twee vleugels en kan niet vliegen,<br />

Ik heb een been en kan niet staan,<br />

Ik kan wel loopen, maar niet gaan.<br />

(De neus).<br />

Een paar raadsels van <strong>de</strong> Wolof-Negers in Afrika<br />

lui<strong>de</strong>n:<br />

Wie leeraart zon<strong>de</strong>r te spreken?<br />

(Het boek).<br />

Twee dingen zijn altijd samen en komen<br />

toch nooit samen.<br />

(Twee parallelwegen).<br />

Terwijl in <strong>de</strong>ze eeuw <strong>de</strong> belangstelling <strong>voor</strong><br />

raadsels in <strong>het</strong> algemeen in beschaaf<strong>de</strong> lan<strong>de</strong>n sterk<br />

vermin<strong>de</strong>rd is, is zij in an<strong>de</strong>ren vorm in <strong>de</strong>n jongsten<br />

tijd herleefd, n.l. <strong>voor</strong> <strong>de</strong> kruiswootdraadsels,<br />

die in 1925, in Amerika zoowel als in Europa, als<br />

een ware manie optrad.<br />

2. Het experimenteeren met <strong>het</strong> gevoet<br />

Dat men met zijn gevoelens kan spelen, is een


DE HOOGERE PSYCHISCHE VERMOGENS 179<br />

bekend feit en dit kan reeds op zeer jeugdigen leeftijd<br />

<strong>voor</strong>komen. Als men bij een kind van ongeveer<br />

een half jaar, dat <strong>de</strong> vlam van een bran<strong>de</strong>n<strong>de</strong><br />

kaars opmerkzaam bekijkt, plotseling <strong>de</strong> kaars uitblaast,<br />

zal <strong>het</strong> schrikken en misschien beginnen te<br />

schreien. Dit is natuurlijk geen spel, maar herhaalt<br />

men <strong>de</strong> han<strong>de</strong>ling eenige keeren, dan begint <strong>het</strong><br />

van <strong>de</strong>n choc te genieten en verlangt herhaling<br />

van <strong>het</strong> spelletje. Hier tre<strong>de</strong>n spanning en verrassing<br />

gezamenlijk op en <strong>het</strong>zelf<strong>de</strong> is bij vele kin<strong>de</strong>rspelen,<br />

zooals verstoppertje, blin<strong>de</strong>mannetje<br />

enz., <strong>het</strong> geval. Men kan zulke spelen met <strong>het</strong> gevoel<br />

nog on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n in: lichamelijke onlustgevoel<br />

ens, geestelijke onlustgevoelens, verrassing en<br />

wees.<br />

De lichamelijke onlustgevoelens wor<strong>de</strong>n somtijds<br />

door <strong>de</strong>n mensch opzettelijk opgewekt, omdat zij<br />

onze behoefte aan intensieve prikkels bevredigen.<br />

Wie een gevoelige kies heeft, zal telkens met <strong>de</strong> tong<br />

er aan voelen, wie een stijve nek heeft, probeert<br />

telkens <strong>de</strong> pijn veroorzaken<strong>de</strong> beweging te herhalen,<br />

op een kleine won<strong>de</strong> moet men telkens drukken enz.<br />

Dezelf<strong>de</strong> drang naar intensieve prikkels doet ons<br />

ook met geestelijke onlustgevoelens experimenteeren.<br />

Het is <strong>het</strong> ,,genot van <strong>de</strong> smart/' waarvan<br />

Spencer spreekt. Vooral bij menschen met een gesloten<br />

karakter komt dit veel <strong>voor</strong>. Zoo schreef <strong>de</strong><br />

beken<strong>de</strong> Russische schil<strong>de</strong>res en schrijfster Maria<br />

Baschkirtzew als 13 jarig meisje in haar dagboek:<br />

,,Zal men <strong>het</strong> willen gelooven? Ik vind alles goed<br />

en mooi, ook <strong>de</strong> tranen, ook <strong>de</strong> smart. Ik bemin<br />

<strong>het</strong> te weenen, ik bemin <strong>het</strong> te vertwijfelen, ik bemin<br />

-<strong>het</strong> treurig te zijn. Ondanks alles bemin ik<br />

<strong>het</strong> leven. Ik wil leven. Ik verlang naar <strong>het</strong> geluk<br />

en ben gelukkig, dat ik ellendig ben." Ook <strong>de</strong>


180 HOOFDSTUK X<br />

melancholie, als gewoon, niet als ziekteverschijnsel,<br />

behoort hiertoe en Ribot omschrijft <strong>de</strong> melancholie<br />

van verlief<strong>de</strong>n, dichters en kunstenaars als een<br />

,,aangenaam genot van <strong>de</strong> droefenis." Eveneens is<br />

<strong>het</strong> genot van <strong>het</strong> tragische er toe te rekenen en<br />

reeds <strong>de</strong> Kerkva<strong>de</strong>r Augustinus zegt in <strong>het</strong>*<strong>de</strong>r<strong>de</strong><br />

boek van zijn ,,Belij<strong>de</strong>nissen": ,,Waarom wenscht<br />

<strong>de</strong> mensch bedroefd te wor<strong>de</strong>n bij <strong>het</strong> gezicht van<br />

<strong>het</strong> bejammerenswaardige en treurige, dat hij toch<br />

zelf niet zou willen on<strong>de</strong>rvin<strong>de</strong>n? En toch wil <strong>de</strong><br />

toeschouwer droefheid bespeuren en <strong>de</strong>ze droefheid<br />

is zijn wellustHierbij treedt een me<strong>de</strong>lij<strong>de</strong>n op,<br />

dat wel te on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n is van <strong>het</strong> ware, d.w.z.<br />

<strong>het</strong> moreele me<strong>de</strong>lij<strong>de</strong>n, en dat feitelijk niets an<strong>de</strong>rs<br />

is dan <strong>het</strong> spel <strong>de</strong>r innerlijke nabootsing, <strong>het</strong><br />

aest<strong>het</strong>isch meeleven. Het genot van <strong>het</strong> tragische<br />

is dan ook niets an<strong>de</strong>rs dan <strong>de</strong> lust aan sterke<br />

prikkels.<br />

Nog sterker uit zich <strong>de</strong> behoefte aan sterke<br />

prikkels bij <strong>de</strong> verrassing, die op zichzelf een onaangenaam<br />

gevoel vormt, maar waarbij genoten<br />

wordt door <strong>de</strong>n choc, die er mee gepaard gaat,<br />

zooals in <strong>het</strong> hiervoren genoem<strong>de</strong> geval van <strong>het</strong><br />

kind en <strong>de</strong> kaars! Een spelend experimenteeren met<br />

<strong>de</strong>n choc heeft alleen plaats, als wij hem verwachten,<br />

maar niet met zekerheid weten, wanneer en in<br />

welken vorm hij zal optre<strong>de</strong>n. Als men een lucifer<br />

boven een vlam houdt, zal men bij <strong>de</strong> kleine explosie<br />

<strong>de</strong>s te meer schrikken, naarmate men met meer<br />

spanning er op wachtte. Bij vele kin<strong>de</strong>rspelen, b.v.<br />

verstoppertje, vormt <strong>de</strong> combinatie van choc en verwachting<br />

een hoofd<strong>bestand</strong><strong>de</strong>el van <strong>het</strong> genot, somtijds<br />

ook is <strong>de</strong> choc <strong>het</strong> eenige doel van <strong>het</strong> spel,<br />

zooals bij blin<strong>de</strong>mannetje. Evenzoo berusten <strong>de</strong><br />

hazardspelen er <strong>voor</strong> een groot <strong>de</strong>el op. Men speelt


DE HOOGERE PSYCHISCHE VERMOGENS I 8 I<br />

b.v. met dobbelsteenen, zooals <strong>het</strong> in stu<strong>de</strong>ntenkringen<br />

vaak beoefen<strong>de</strong> knobelen, niet om te winnen,<br />

maar om te genieten van <strong>de</strong> spanning <strong>de</strong>r verwachting<br />

en <strong>het</strong> plotseling intre<strong>de</strong>n <strong>de</strong>r beslissing<br />

als <strong>de</strong> steenen stil liggen. Ein<strong>de</strong>lijk is <strong>de</strong> verrassing<br />

een belangrijke factor bij <strong>het</strong> genot van <strong>het</strong> komische,<br />

waarbij op een choc, wegens <strong>het</strong> onverwachte,<br />

een tegenchoc volgt, wegens <strong>het</strong> betrekkelijk onbedui<strong>de</strong>n<strong>de</strong><br />

of zelfs verkeer<strong>de</strong> van <strong>het</strong>geen ons <strong>de</strong>n<br />

choc bezorg<strong>de</strong>.<br />

Ten slotte moet <strong>de</strong> vtees genoemd wor<strong>de</strong>n. die<br />

hoewel <strong>de</strong> meest <strong>de</strong>primeeren<strong>de</strong> van alle aandoeningen,<br />

een objekt van spelend experimenteeren<br />

kan wor<strong>de</strong>n. Dit behoort ongetwijfeld tot <strong>de</strong> zeldzaamste<br />

verschijnselen van <strong>het</strong> aan raadselen zoo<br />

rijke zieleleven en een afdoen<strong>de</strong> verklaring ervan<br />

kan in geen geval gegeven wor<strong>de</strong>n zon<strong>de</strong>r <strong>de</strong> leer<br />

van <strong>het</strong> genot aan intensieve prikkels en van een<br />

eigenaardige splitsing van ons bewustzijn. Natuurlijk<br />

kan ook hierbij slechts sprake zijn van spel, als<br />

<strong>de</strong> vrees slechts een ,,schijngevoel" is, waaraan men<br />

zich vrijwillig over geeft, zoodat <strong>de</strong> lust aan <strong>de</strong><br />

gebeurtenis sterker is dan <strong>de</strong> er me<strong>de</strong> verbon<strong>de</strong>n onlust.<br />

Dit is b.v. dui<strong>de</strong>lijk <strong>het</strong> geval bij <strong>het</strong> sprookje<br />

en <strong>de</strong> sage. In a<strong>de</strong>mlooze spanning luistert <strong>het</strong><br />

kind naar <strong>de</strong> verhalen van booze wolven, toovenaars<br />

en heksen en geniet, veilig in <strong>de</strong> woonkamer<br />

zittend, van <strong>de</strong> angstige beklemming, waarin <strong>het</strong><br />

gebracht wordt. Bij ou<strong>de</strong>re kin<strong>de</strong>ren treedt inplaats<br />

van <strong>het</strong> sprookje <strong>de</strong> beschrijving van avonturen en<br />

gevechten, zooals in <strong>de</strong> vroeger zoo veel gelezen<br />

boeken van Aimard en Cooper. ,,Er valt niet aan<br />

te twijfelen," zegt Biihler, „dat <strong>het</strong> kind ook daaruit<br />

<strong>voor</strong><strong>de</strong>el kan putten <strong>voor</strong> <strong>de</strong> ontwikkeling van<br />

zijn gevoelsleven en <strong>de</strong> oefening van zijn wil." Op


182 HOOFDSTUK X<br />

soortgelijke wijze genieten volwassenen bij primitieve<br />

volken als zij hooren vertellen van hun<br />

<strong>de</strong>monen en toovenaars, en bij beschaaf<strong>de</strong> volken<br />

doen hun dichterlijke <strong>voor</strong>tbrengselen griezelen,<br />

zooals <strong>de</strong> lectuur <strong>de</strong>r romans van Meyerink, ,,Das<br />

griine Gesicht", ,,Der weisse Dominikaner",<br />

,,Wachsfigurenkabinet" enz. De groote <strong>voor</strong>lief<strong>de</strong><br />

bij <strong>de</strong> volksklasse <strong>voor</strong> misdadigers- en <strong>de</strong>tectiefromans<br />

berust op <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> gron<strong>de</strong>n.<br />

Tenslotte moet nog op een verschijnsel gewezen<br />

wor<strong>de</strong>n, waarbij <strong>de</strong> vrees of daarmee verwante<br />

zielsaandoeningen een rol spelen, n.l. <strong>het</strong> genot van<br />

<strong>het</strong> verhevene. Zooals Kant heeft aangetoond, staat<br />

<strong>het</strong> vast, dat hierbij een omslag <strong>de</strong>r gevoelens plaats<br />

heeft: eerst komt <strong>de</strong> <strong>de</strong>pressie, dan volgt <strong>de</strong> opheffing.<br />

Eerst drukt <strong>het</strong> geweldige ons neer en wij gevoelen<br />

een oogenblik onze onmacht, onze nietigheid<br />

— daarna volgt <strong>de</strong>r reactie; wij maken ons los<br />

van <strong>de</strong> beklemming en beginnen <strong>het</strong> geweldige met<br />

voile lust te beschouwen. Naast <strong>de</strong>n drang om<br />

over onze omgeving te heersehen, gevoelen wij <strong>de</strong><br />

behoefte van on<strong>de</strong>rwerping aan hoogere machten.<br />

Zoo genieten wij bij <strong>het</strong> verhevene spelend van<br />

onze zelfverkleining, om daarna aan <strong>het</strong> grootsche,<br />

dat ons aanvankelijk neerdrukte, met vreug<strong>de</strong><br />

<strong>de</strong>el te nemen.<br />

3. Het experimenteeren met <strong>de</strong>n wil.<br />

Bijna alle soorten van spelen geven aanleiding<br />

tot oefening van <strong>de</strong> wilskracht, maar thans moet<br />

nog kort wor<strong>de</strong>n stil gestaan bij <strong>het</strong> spelend experimenteeren<br />

met <strong>de</strong>n wil. Daarbij is <strong>het</strong> <strong>voor</strong>name-<br />

- 1 ) Uitvocrigcr bij Groos, Spiele <strong>de</strong>r Menschen, 1. c. biz. 211 vv.<br />

en in zijn Einleitung in die Aest<strong>het</strong>ik.


DE HOOGERE PSYCHISCHE VERMOGENS 183<br />

lijk te doen om bewegingsbeletselen. Het spel<br />

bestaat n.l. daarin, dat men bewegingen, waartoe<br />

onze aard ons met kracht heendrijft, opzettelijk<br />

on<strong>de</strong>rdrukt. De lust, waarvan <strong>de</strong>ze spelen vergezeld<br />

gaan, berust op <strong>het</strong> gevoel van vrijheid en<br />

heerschappij over ons zelf, waarbij opgemerkt dient<br />

te wor<strong>de</strong>n, dat <strong>het</strong> bijna altijd tevens kampspelen<br />

zijn, zoodat zij gelijktijdig <strong>het</strong> kampinstinct bevredigen.<br />

Tot <strong>de</strong> beken<strong>de</strong> kin<strong>de</strong>rspelen van <strong>de</strong>ze groep<br />

behoort b.v. dat twee kin<strong>de</strong>ren elkan<strong>de</strong>r aankijken,<br />

waarbij <strong>de</strong>gene verliest, die <strong>het</strong> eerst met <strong>de</strong> oogen<br />

knipt, of <strong>het</strong> eerst lacht. Van meer beteekenis is<br />

<strong>de</strong> poging om <strong>de</strong> uiting van pijn te on<strong>de</strong>rdrukken.<br />

Zulks geldt overal als een teeken van flinkheid en<br />

wordt daarom ijverig beoefent, zoowel door natuurvolken<br />

als door onze knapen en <strong>de</strong> Duitsche<br />

stu<strong>de</strong>nten, als, <strong>de</strong> bij een ,,mensur" opgedane<br />

,,schmisse" genaaid moeten wor<strong>de</strong>n. Ook <strong>de</strong> schijnbare<br />

onverschilligheid bij <strong>de</strong> wisselvallighe<strong>de</strong>n van<br />

<strong>het</strong> hazardspel vallen hieron<strong>de</strong>r.<br />

Een an<strong>de</strong>re neiging, waarvan <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rdrukking<br />

in <strong>het</strong> spel beoefend wordt, is <strong>de</strong> nabootsing. Het<br />

meest beken<strong>de</strong> spel in dit opzicht is wel dat van<br />

,,Alle vogels vliegen". Moeilijk is ook <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rdrukking<br />

van <strong>de</strong> een of an<strong>de</strong>re vaste gewoonte.<br />

Vele spelletjes berusten hierop, <strong>voor</strong>al zulke, waarbij<br />

in een beken<strong>de</strong>n, rhytmisch geleer<strong>de</strong>n en door<br />

vele personen samen <strong>voor</strong>gedragen of gezongen zin<br />

een <strong>voor</strong>af vastgesteld woord of lettergreep moet<br />

weggelaten wor<strong>de</strong>n. Als een spel is <strong>het</strong> ook te beschouwen,<br />

wanneer zich iemand <strong>voor</strong>neemt om<br />

b.v. geduren<strong>de</strong> een maand geen enkele sigaar of cigaret<br />

te rooken. Daarbij is <strong>het</strong> toch alleen te doen om<br />

na te gaan, of men over zooveel wilskracht beschikt,<br />

dat men over zijn vaste gewoonte om te


184<br />

HOOFDSTUK X<br />

rooken kan zegevieren. Is <strong>de</strong> proef gelukt of mislukt,<br />

dan wordt met veel genoegen <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> gewoonte<br />

weer hervat.


TWEEDE AFDEELING<br />

DE SPELEN DER TWEEDE ORDE OF<br />

DE GEZELSCHAPSSPELEN


HOOFDSTUK XI<br />

KAMPSPELEN<br />

K li H OT dusver was er alleen sprake van<br />

spelen, waarbij een enkel individu optrad,<br />

dus zon<strong>de</strong>r met an<strong>de</strong>ren in verbinding te<br />

tre<strong>de</strong>n, en waar zulks, zooals b.v. bij een<br />

ge<strong>de</strong>elte <strong>de</strong>r balspelen, wel <strong>het</strong> geval was, kreeg<br />

daardoor <strong>het</strong> experimenteerspel een gemengd karakter.<br />

Thans moet op die spelen gelet wor<strong>de</strong>n, waarbij<br />

juist <strong>de</strong> op <strong>de</strong> verhouding tot an<strong>de</strong>re leven<strong>de</strong><br />

wezens gerichte neigingen beoefend wor<strong>de</strong>n en<br />

waardoor <strong>de</strong> gezelschapsspelen ontstaan. Er vallen<br />

daarbij drie hoofdgroepen te on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n: <strong>de</strong><br />

eigenlijke kampspelen, <strong>de</strong> lief<strong>de</strong>spelen en <strong>de</strong> nabootsingspelen.<br />

In <strong>de</strong> eerste plaats zal gelet wor<strong>de</strong>n op<br />

<strong>de</strong> <strong>de</strong>n mensch aangeboren kampneiging.<br />

Evenals in <strong>de</strong> dierenwereld, speelt ook in die <strong>de</strong>r<br />

menschen <strong>de</strong> strijd een zeer belangrijke rol en <strong>de</strong><br />

,,knuppel uit <strong>de</strong>n zak", zooals <strong>het</strong> in <strong>het</strong> beken<strong>de</strong><br />

sprookje heet, vormt he<strong>de</strong>n ten dage nog, evenals<br />

reeds in <strong>het</strong> grijze verle<strong>de</strong>n, <strong>het</strong> beste hulpmid<strong>de</strong>l<br />

in <strong>de</strong> algemeene worsteling om bezit en macht.<br />

Men vindt dan ook reeds bij <strong>het</strong> kind <strong>de</strong> aandrift<br />

tot <strong>de</strong>n strijd vroeg ontwikkeld en in <strong>het</strong> spel heeft<br />

<strong>het</strong> gelegenheid zich daarin te oefenen, Ja, <strong>de</strong>ze behoefte<br />

is zoo sterk, dat er nauwelijks een spel bestaat,<br />

dat niet op <strong>de</strong> een of an<strong>de</strong>re wijze <strong>het</strong> karakter<br />

van kampspel kan aannemen; <strong>voor</strong>al waar <strong>het</strong><br />

geldt een moeilijkheid te overwinnen of een gevaar<br />

te trotseeren, is dit <strong>het</strong> geval.<br />

Groos ver<strong>de</strong>elt <strong>de</strong>ze soort van spelen nog in:<br />

rechtstreeksche kampspelen, wedstrij<strong>de</strong>n, vernieU


i88 HOOFDSTUK XI<br />

zuchtf plagen, vevmaak aan <strong>het</strong> komische, jachtspelen<br />

en <strong>het</strong> optre<strong>de</strong>n als toeschouwer bij kampspelen.<br />

i. Rechtstreeksche kampspelen.<br />

Hierbij meten twee tegenstan<strong>de</strong>rs rechtstreeks<br />

hun krachten, waarbij nog <strong>de</strong>n lichamelijken en <strong>de</strong>n<br />

geestelijken strijd on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n moeten wor<strong>de</strong>n.<br />

Het kan niet <strong>de</strong> bedoeling zijn alle tot <strong>de</strong>ze en <strong>de</strong><br />

volgen<strong>de</strong> groepen behooren<strong>de</strong> spelen afzon<strong>de</strong>rlijk<br />

te vermel<strong>de</strong>n en uitvoerig te bespreken; daarentegen<br />

zal getracht wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> algemeenheid van <strong>de</strong>ze spelen<br />

te doen blijken.<br />

Rechtstreeksche lichamelijke kampspelen komen<br />

bij dieren, zooals hon<strong>de</strong>n en beren, reeds zeer<br />

vroeg <strong>voor</strong>, bij kin<strong>de</strong>ren daarentegen eerst als zij<br />

drie tot vier jaren oud zijn, en wel hoofdzakelijk<br />

bij jongens, <strong>het</strong>geen geheel met <strong>de</strong>n aard <strong>de</strong>r sekse<br />

overeenstemt. Daarbij bestaat <strong>de</strong> strijd gewoonlijk<br />

in een worstelpartij, waarbij men <strong>de</strong>n tegenstan<strong>de</strong>r<br />

op <strong>de</strong>n grond tracht te werpen en te beletten op te<br />

staan, precies zooals men bij spelen<strong>de</strong> hon<strong>de</strong>n kan<br />

waarnemen. Wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> knapen ou<strong>de</strong>r, dan ontwikkelen<br />

zich langzaam bepaal<strong>de</strong> regels bij <strong>het</strong><br />

worstelen, <strong>de</strong>els naar <strong>het</strong> <strong>voor</strong>beeld <strong>de</strong>r ou<strong>de</strong>ren,<br />

<strong>de</strong>els uit <strong>de</strong> ervaring geput. Het worstelen van volwassen<br />

personen is reeds zeer oud en over <strong>de</strong> geheele<br />

aar<strong>de</strong> verbreid. Reeds <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> Egyptenaren waren<br />

ijverige worstelaars, bij <strong>de</strong> Grieken was <strong>de</strong> worstelstrijd<br />

zeer ontwikkeld en kon <strong>het</strong> menigmaal<br />

erg ruw toegaan en he<strong>de</strong>n ten dage komt <strong>het</strong> worstelen<br />

<strong>voor</strong> bij <strong>de</strong> meest verschillen<strong>de</strong> volken, van<br />

<strong>de</strong> Eskimo's in <strong>de</strong> Poolstreken, tot <strong>de</strong> Indianen<br />

van Zuid-Amerika. In Japan speelt <strong>het</strong> worstelen


Fig. 33. Worstelen op <strong>de</strong> Nikobaren


HOOFDSTUK XI<br />

<strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> rol als <strong>de</strong> stierengevechten in Spanje, eit<br />

hoe groot <strong>de</strong> belangstelling bij <strong>de</strong> Westersche volken,<br />

bepaal<strong>de</strong>lijk in Engeland en <strong>de</strong> Vereenig<strong>de</strong><br />

Staten, is, blijkt afdoen<strong>de</strong> uit <strong>de</strong>n ontzaggelijken<br />

toeloop bij wedstrij<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> vorstelijke wijze waarop<br />

— ook bij ons — worstel- en bokskampioenen<br />

wor<strong>de</strong>n ingehaald.<br />

Met <strong>het</strong> worstelen zijn <strong>de</strong> krachtproeven verwant,<br />

zooals <strong>het</strong> trekken, waarbij men <strong>de</strong>n tegen -<br />

stan<strong>de</strong>r naar zich toe tracht te halen en waarbij<br />

nog touwtrekken, staaf trekken, gor<strong>de</strong>l trekken,<br />

,,Hakeln" met <strong>de</strong> vingers en ,,Kniehakeln" met <strong>de</strong><br />

kniegewrichten, in <strong>de</strong> Alpenlan<strong>de</strong>n inheemsch, en<br />

meer soorten vallen te on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n.<br />

Zeer oud en ook ver verbreid is <strong>het</strong> boksen, in<br />

<strong>de</strong> Oudheid <strong>voor</strong>al in Griekenland zeer in zwang,<br />

thans in Engeland en <strong>de</strong> Vereenig<strong>de</strong> Staten. Een<br />

primitieve vorm van <strong>het</strong> gevecht met wapens is <strong>het</strong><br />

werpen, waarbij <strong>het</strong> genot niet alleen te zoeken is<br />

in <strong>het</strong> treffen van <strong>de</strong>n tegenstan<strong>de</strong>r, maar evenzeer in<br />

<strong>het</strong> behendig uitwijken <strong>voor</strong> diens projectielen. Het<br />

meest onschuldige projectiel is <strong>de</strong> sneeuwbal, maar<br />

ook steentjes, kersenpitten, kussens en an<strong>de</strong>re <strong>voor</strong>werpen<br />

wor<strong>de</strong>n gaarne gebruikt. Vele balspelen<br />

kunnen ook als werpspelen opgevat wor<strong>de</strong>n, terwijl<br />

ook <strong>het</strong> werpen met confetti en serpentines er toe<br />

te rekenen is.<br />

De gevechten met echte wapens komen eerst op<br />

lateren leeftijd <strong>voor</strong> en zijn tot <strong>het</strong> mannelijk geslacht<br />

beperkt, waaruit dui<strong>de</strong>lijk blijkt, dat <strong>de</strong> oorspronkelijke<br />

bedoeling ervan een <strong>voor</strong>oefening <strong>voor</strong><br />

<strong>de</strong>n oorlog was. Zoo is over geheel Oceanie <strong>het</strong><br />

tweegevecht met werpsperen verbreid, waarbij nog<br />

een verbazingwekken<strong>de</strong> verschei<strong>de</strong>nheid bestaat. In<br />

Europa behooren tot <strong>de</strong>ze soort van gevechten <strong>de</strong>


KAMPSPELEN 191<br />

bij <strong>de</strong> Duitsche stu<strong>de</strong>nten zoozeer bemin<strong>de</strong> ,,mensur",<br />

die meestal plaats vindt, niet omdat men<br />

twist heeft, maar omdat men twist zoekt, terwijl<br />

<strong>het</strong> duel geen spel, maar ernst is. Ook <strong>de</strong> gevechtsoefeningen<br />

<strong>de</strong>r Romeinsche jongelingen, <strong>de</strong> ruitergevechten<br />

<strong>de</strong>r ou<strong>de</strong> Germanen en <strong>de</strong> steekspelen <strong>de</strong>r<br />

Mid<strong>de</strong>leeuwen vallen hieron<strong>de</strong>r, evenals vele an<strong>de</strong>re,<br />

b.v. <strong>de</strong> oud-Engelsche tweegevechten (fig. 34)<br />

en <strong>het</strong> vroeger, en thans nog wel, in ons<br />

land, bepaal<strong>de</strong>lijk in Drente, in zwang zijn<strong>de</strong> bek-<br />

Fig. 34.<br />

Oud-Engelsch tweegevecht<br />

(Naar een miniatuur uit <strong>de</strong><br />

14<strong>de</strong> eeuw).<br />

kensnij<strong>de</strong>n. Bij <strong>de</strong>ze spelen treedt echter naast <strong>de</strong><br />

vechtlust ook <strong>de</strong> zucht op om zich te on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n<br />

en in <strong>het</strong> openbaar van zijn moed en flinkheid<br />

te doen blijken.<br />

Bij <strong>de</strong> lichamelijke kampspelen speelt ook nog<br />

een an<strong>de</strong>re factor in vele gevallen een rol, n.l. <strong>de</strong><br />

erotische, zooals dui<strong>de</strong>lijk blijkt uit <strong>het</strong> leven <strong>de</strong>r<br />

ou<strong>de</strong> Noorsche Germanen en uit <strong>de</strong> rid<strong>de</strong>rspelen <strong>de</strong>r<br />

Mid<strong>de</strong>leeuwen. In ,,Titurel" belooft <strong>de</strong> Engelsche<br />

koning <strong>de</strong>n overwinnaar in <strong>het</strong> steekspel ,,<strong>de</strong> kussen<br />

van tachtig meisjes" en in <strong>de</strong> oud-Indische


192<br />

HOOFDSTUK XI<br />

steekspelen was <strong>de</strong> inzet menigmaal <strong>de</strong> hand van<br />

een prinses.<br />

De recht streeksche geestelijke kampspelen beginnen,<br />

in tegenstelling met <strong>de</strong> lichamelijke, reeds in<br />

<strong>de</strong> prilste jeugd. Als <strong>de</strong> driejarige bengel doet <strong>het</strong>geen<br />

hem pas beslist verbo<strong>de</strong>n is en hem daarna <strong>de</strong><br />

triomf van <strong>de</strong>n overwinnaar uit <strong>de</strong> oogen straalt,<br />

of als hij zijn omgeving slechts plaagt door te doen<br />

alsof hij <strong>het</strong> verbod wil overtre<strong>de</strong>n, of als kin<strong>de</strong>ren<br />

in hun verhalen elkan<strong>de</strong>r we<strong>de</strong>rkeerig trachten te<br />

overtroeven met <strong>het</strong>geen zij beweren te bezitten, te<br />

kunnen, dan wel gezien te hebben, in al <strong>de</strong>ze gevallen<br />

heeft men met een kampspel op geestelijk gebied<br />

te doen. Hier openbaart zich dus <strong>het</strong> kampinstinct<br />

in <strong>de</strong>n vorm van oppositiezucht. J. Sully<br />

zegt dan ook, dat van een biologisch standpunt <strong>de</strong><br />

beste kin<strong>de</strong>ren zich steeds ,,<strong>het</strong> meest weerspannig"<br />

vertoonen en Groos wijst er op, dat ,,<strong>de</strong> prikkel<br />

van <strong>de</strong> verbo<strong>de</strong>n vrucht" ten <strong>de</strong>ele een gevolg is<br />

van dit instinct. Voor <strong>de</strong> geestelijke ontwikkeling<br />

<strong>de</strong>r menschheid is <strong>de</strong>ze oppositiezucht onmisbaar.<br />

De groote hervormers op allerlei gebied zijn bijna<br />

altijd hevige bestrij<strong>de</strong>rs van <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> autoriteit<br />

geweest en een regeering, die geen oppositie tegenover<br />

zich heeft, valt op <strong>de</strong>n duur in slaap. Ook<br />

<strong>voor</strong> <strong>het</strong> individu is zij van veel belang, want zon<strong>de</strong>r<br />

haar zou dit in veel hoogere mate toegankelijk<br />

zijn <strong>voor</strong> suggestie. Deze oppositiegeest vormt<br />

alleen dan een spel, als <strong>het</strong> verzet geschiedt ter wille<br />

van <strong>het</strong> verzet zelf, als een bron van triumfeeren<strong>de</strong><br />

bevrediging, zooals <strong>het</strong> zich bij schoolkin<strong>de</strong>ren<br />

menigmaal openbaart tegenover <strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rwijzer.<br />

Een verwante vorm is <strong>het</strong> twistgesprek. Het aantrekkelijke<br />

van een gezellig gesprek berust doorgaans<br />

hoofdzakelijk op <strong>het</strong> genot van <strong>het</strong> spelend


KAMPSPELEN 193<br />

disputeeren. Zoo kunnen hier genoemd wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong><br />

dispuutgenootsehappen van stu<strong>de</strong>nten, <strong>het</strong> ,,Schnadahiipfeln"<br />

in Tirol en an<strong>de</strong>re <strong>de</strong>elen <strong>de</strong>r Alpen<br />

en <strong>het</strong> daarmee overeenstemmen<strong>de</strong> spotduel <strong>de</strong>r<br />

Eskimo's, waarbij persoonlijke twisten ten aanschouwe<br />

van een talrijk publiek, dus in <strong>het</strong> openbaar,<br />

beslecht wor<strong>de</strong>n.<br />

Tot <strong>de</strong> intellecteele kampspelen behoort ver<strong>de</strong>r<br />

<strong>het</strong> raadsel, waarbij een rechtstreeksche meting <strong>de</strong>r<br />

krachten plaats heeft, als afwisselend raadsels wor<strong>de</strong>n<br />

opgegeven, een geliefkoosd vermaak <strong>de</strong>r ou<strong>de</strong><br />

Germanen. In <strong>de</strong> Edda vin<strong>de</strong>n wij daarvan <strong>voor</strong>beel<strong>de</strong>n,<br />

al zijn <strong>het</strong> hier geen raadsels, maar moeilijke<br />

vragen, in <strong>de</strong>n strijd tusschen Odin en een reus<br />

en tusschen Thor en <strong>de</strong>n dwerg Alvis.<br />

Ook <strong>het</strong> pandverbeuren is tot <strong>de</strong> intellectueele<br />

kampspelen te rekenen; maar van veel meer beteekenis<br />

zijn <strong>de</strong> zoogenaam<strong>de</strong> verstand spel en, waarvan <strong>de</strong><br />

aantrekkelijkheid ten <strong>de</strong>ele bestaat in een intellectueel<br />

experimenteeren, maar veel meer nog in <strong>het</strong><br />

bevredigen van <strong>de</strong>n strijdlust. Zij omvatten hoofdzakelijk<br />

<strong>de</strong> bord- en <strong>de</strong> kaartspelen, waarvan <strong>de</strong><br />

eerste meer oorspronkelijk en veel ver<strong>de</strong>r verbreid<br />

zijn dan <strong>de</strong> laatste.<br />

De naam bordspelen is niet geheel juist, daar zij<br />

niet altijd op een bord gespeeld wor<strong>de</strong>n. Sommige<br />

ervan kwamen reeds in <strong>het</strong> ou<strong>de</strong> Egypte <strong>voor</strong> en<br />

eveneens bij <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> Indiers en in Amerika bij <strong>de</strong><br />

Azteken in Mexico en <strong>de</strong> Inka's van Peru <strong>voor</strong> <strong>de</strong><br />

komst <strong>de</strong>r Europeanen, terwijl zij he<strong>de</strong>n ten dage<br />

nog in een groot ge<strong>de</strong>elte van Afrika en Azie met<br />

harstocht beoefend wor<strong>de</strong>n. Er vallen nog drie<br />

hoofdgroepen te on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n: bij <strong>de</strong> eerste staat<br />

een figuur (soms ook twee of meer) tegenover<br />

een talrijke vijan<strong>de</strong>lijke partij, waartegenover ech-<br />

Het Spel 1 3


194<br />

HOOFDSTUK XI<br />

ter staat, dat <strong>de</strong>ze laat&te slechts door haar groot<br />

aantal kan werken, terwijl <strong>de</strong> eerstgenoem<strong>de</strong> door<br />

allerlei <strong>voor</strong>rechten meer kracht kan ontwikkelen.<br />

Dit is b.v. <strong>het</strong> geval bij <strong>het</strong> Belegeringsspel en <strong>het</strong><br />

Wolf- en Schaapspel, <strong>het</strong> laatste bij <strong>de</strong> Maleiers bekend<br />

als Tijgerspel of Riman-riman, waarbij <strong>de</strong><br />

eene speler over 24 steenen of menschen (orang),<br />

<strong>de</strong> an<strong>de</strong>re slechts over een enkele, die grooter is, <strong>de</strong><br />

tijger (riman) beschikt. De tijger mag volgens bepaal<strong>de</strong><br />

regels slaan, <strong>de</strong> menschen mogen hem alleen<br />

insluiten om hem gevangen te nemen. In <strong>de</strong> twee<strong>de</strong><br />

groep staan twee gelijke partijen tegenover elkan<strong>de</strong>r,<br />

zooals bij <strong>het</strong> Molenspel, dat met 9 steenen<br />

wordt gespeeld en reeds aan <strong>de</strong> Romeinen bekend<br />

was, en <strong>het</strong> dammen, dat reeds <strong>de</strong> Egyptenaren,<br />

Grieken en Romeinen speel<strong>de</strong>n en in afwijken<strong>de</strong>n<br />

vorm en on<strong>de</strong>r verschillen<strong>de</strong> namen thans in Azie,<br />

Afrika en Europa, van <strong>de</strong> kusten van <strong>de</strong>n Grooten<br />

tot die van <strong>de</strong>n Atlantischen Oceaan <strong>voor</strong>komt.<br />

Het meest verbreid is <strong>het</strong> on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>n uit Damascus<br />

afkomstigen naam Mancala of Mangale (fig. 35).<br />

Fig. 35.<br />

Bord <strong>voor</strong> <strong>het</strong> mancala-spel<br />

op <strong>de</strong> Philippijnen.<br />

Zijn oorsprong is niet bekend, maar zooals Stuart<br />

Culin zegt, ,,<strong>de</strong>ed <strong>het</strong> eeuwen lang dienst om <strong>de</strong><br />

bewoners van bijna <strong>de</strong> helft <strong>de</strong>r bewoon<strong>de</strong> wereld<br />

te vermaken." Volgens Biittikofer spelen <strong>de</strong> hoof<strong>de</strong>n<br />

van <strong>de</strong> Vei's in Liberia met ivoren balletjes op<br />

van kuiltjes <strong>voor</strong>ziene bor<strong>de</strong>n van i<strong>voor</strong> met goud<br />

versierd, uit Benin zijn exemplaren bekend van<br />

gegoten metaal, in <strong>de</strong> Zambesistreek graaft men <strong>de</strong>


KAMPSPELEN 195<br />

onmisbare kuiltjes in <strong>de</strong>n grond (fig. 36). Ook in<br />

Arabie, Syrie, Britsch-Indie, Ne<strong>de</strong>rlandsch Oost-<br />

Indie, West-Indie, Noord-Amerika enz., komt dit<br />

spel <strong>voor</strong>. Ein<strong>de</strong>lijk moet hier nog <strong>het</strong> Schaakspel<br />

Fig. 36.<br />

Bordspel aan <strong>het</strong><br />

Nyassameer.<br />

(Oost-Afrika).<br />

genoemd wor<strong>de</strong>n, dat vermoe<strong>de</strong>lijk afkomstig uit<br />

Voor-Indie, eveneens reeds oud en ver verbreid is (fig.<br />

37). De <strong>de</strong>r<strong>de</strong> hoofdgroep <strong>de</strong>r bordspelen omvatten<br />

die, waarbij naast <strong>de</strong>n geestelijken strijd <strong>de</strong> prikkel van<br />

Fig. 37.<br />

Schaakspel uit <strong>de</strong><br />

16<strong>de</strong> eeuw.<br />

(Museum Cluny).<br />

<strong>het</strong> toeval optreedt. Een <strong>de</strong>r onschuldigste van <strong>de</strong>ze<br />

spelen is <strong>het</strong> ganzebord (fig.38) , een <strong>de</strong>r meest beken<strong>de</strong><br />

is ons tric-trac, misschien reeds aan <strong>de</strong> Egyptenaren<br />

en Phoeniciers, stellig aan <strong>de</strong> Grieken en Romeinen<br />

en <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> bewoners van Mexico bekend en in gewijzig<strong>de</strong>n<br />

vorm thans ver verbreid. Van onze zeer


196 HOOFDSTUK XI<br />

mo<strong>de</strong>rne spelen moet nog <strong>het</strong> Mah-Jong genoemd<br />

wor<strong>de</strong>n, waarschijnlijk <strong>het</strong> oudste Chineesche spel,<br />

dat er nog gespeeld wordt. Het zou er reeds ten<br />

tij<strong>de</strong> van Confucius (=±= 550 na Chr.) uitgevon<strong>de</strong>n<br />

zijn. Na eeuwenlang gesluimerd te hebben, is <strong>het</strong><br />

Fig. 38. Ganzebord uit <strong>het</strong> begin <strong>de</strong>r 19<strong>de</strong> eeuw (naar Schotel<br />

„Het Maatschappelijk leven onzer va<strong>de</strong>ren").<br />

herleefd, over <strong>de</strong>n Oceaan naar Amerika gekomen<br />

en vandaar in Europa ingevoerd.<br />

Van <strong>het</strong> kaartspel is <strong>de</strong> oorsprong onbekend,<br />

maar algemeen wordt aangenomen, dat <strong>het</strong> uit<br />

Voor-Indie of Perzie afkomstig is. Sommigen meenen,<br />

dat <strong>het</strong> een allegorie van <strong>de</strong>n oorlog <strong>voor</strong>stelt,


KAMPSPELEN 197<br />

an<strong>de</strong>ren zien er een soort schaakspel in, waarbij <strong>de</strong><br />

stukken waren vervangen door prentjes en daardoor<br />

gemakkelijk te transporteeren en dus op reis<br />

te gebruiken. Reeds in <strong>het</strong> begin <strong>de</strong>r io<strong>de</strong> eeuw,<br />

wellicht zelfs nog veel vroeger, werd <strong>het</strong> in China<br />

en Japan gespeeld en is vermoe<strong>de</strong>lijk van <strong>het</strong> Westen<br />

(Perzie of Voor-Indie) uit daarheen gebracht, terwijl<br />

<strong>het</strong> spel in <strong>de</strong> i4<strong>de</strong> eeuw, zeer waarschijnlijk<br />

door tusschenkomst van Italianen, naar West-<br />

Europa kwam, waar <strong>het</strong> in Frankrijk reeds in <strong>de</strong><br />

i4<strong>de</strong> eeuw zeer populair werd. Maar Italie heeft<br />

van alle Europeesche lan<strong>de</strong>n in <strong>de</strong>ze <strong>de</strong> primeur<br />

gehad, <strong>het</strong>geen niet behoeft te verwon<strong>de</strong>ren, als men<br />

be<strong>de</strong>nkt, dat Italie in die eeuwen <strong>het</strong> groote tusschenstation<br />

tusschen <strong>het</strong> Oosten en Europa vorm<strong>de</strong>.<br />

Het. ou<strong>de</strong> Italiaansche mo<strong>de</strong>l, <strong>de</strong> zoogenaam<strong>de</strong><br />

trappolier-kaart, had niet veel overeenkomst met<br />

<strong>de</strong> kaarten, die wij tegenwoordig kennen. Wel echter<br />

waren <strong>de</strong> vier kleuren en <strong>de</strong> drie figuren ook bij<br />

die aller-eerste kaarten te on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n, zooals ze<br />

tot op <strong>de</strong>n huidigen dag bij alle speelkaarten bewaard<br />

zijn gebleven. Bij die eerste kaarten had men:<br />

cupi(beker), spadi (<strong>de</strong>gen), <strong>de</strong>nari (geld) en bastoni<br />

(staf) . De figuren heetten: re (koning), conte (graaf)<br />

en cavallo (rid<strong>de</strong>r). Uit dit ou<strong>de</strong> Italiaansche spel,<br />

uit twee en zeventig stuks bestaan<strong>de</strong>, zijn <strong>de</strong> speelkaarten<br />

van tegenwoordig ontstaan. Hoe dat precies<br />

in zijn werk is gegaan, valt moeilijk te zeggen.<br />

Met zekerheid kan alleen geconstateerd wor<strong>de</strong>n, dat<br />

<strong>de</strong> Fransche kaarten reeds in 1422, tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> regeering<br />

van Karel VII, in hun huidigen vorm bekend<br />

waren. Wat kleur en teekening betreft, kwamen ze<br />

vrijwel overeen met <strong>de</strong> Italiaansche. Men on<strong>de</strong>rscheid<strong>de</strong>:<br />

coeur (harten), pique (schoppen), carreau<br />

(ruiten) en trefle (klaveren). De figuren echter


198 HOOFDSTUK XI<br />

had<strong>de</strong>n eenige wijziging on<strong>de</strong>rgaan en waren bij <strong>de</strong><br />

meer mo<strong>de</strong>rne exemplaren veran<strong>de</strong>rd in heer, vrouw<br />

en boer.<br />

Toen <strong>het</strong> kaartspel in <strong>de</strong> Italiaansche stad Viterbo<br />

<strong>voor</strong> <strong>het</strong> eerst bekend werd, kreeg <strong>het</strong> daar <strong>de</strong>n<br />

naam ,,naitis-spel". Dat klinkt een beetje Perzisch,<br />

maar <strong>het</strong> is tot dusverre geen enkele taalvorscher<br />

gelukt, <strong>de</strong> Perzische afstamming van <strong>het</strong> woord te<br />

Fig. 39. Drie speelkaarten uit <strong>de</strong> 15<strong>de</strong> eeuw, <strong>de</strong> eerste en <strong>de</strong>r<strong>de</strong><br />

af komstig uit <strong>het</strong> spel van Koning Karel VII van Frankrijk, <strong>de</strong><br />

mid<strong>de</strong>lste van <strong>het</strong> Duitsche spel van Maitre (1466). (Nationale<br />

<strong>bibliotheek</strong> te Parijs).<br />

kunnen vaststellen. Van Italic uit von<strong>de</strong>n <strong>de</strong><br />

kaarten hun weg naar Duitschland, waar Niirnberg<br />

weldra zijn eerste speelkaarten fabriceer<strong>de</strong>,<br />

en niet veel jaren later was <strong>het</strong> spel ook in<br />

Frankrijk en Engeland bekend (fig. 39). Van<br />

uit Frankrijk heeft <strong>het</strong> zijn intre<strong>de</strong> in ons land<br />

gedaan. In Italie dien<strong>de</strong> <strong>het</strong> aanvankelijk ook bij<br />

<strong>het</strong> on<strong>de</strong>rwijs <strong>de</strong>r jeugd; daar bevatten <strong>de</strong> kaarten


KAMPSPELEN 199<br />

niets als stippen en waren zij bestemd om <strong>het</strong> optellen<br />

gemakkelijker te leeren. Het oudste in Europa<br />

beken<strong>de</strong> kaartspel is tevens <strong>het</strong> meest ingewikkel<strong>de</strong>,<br />

n.l. <strong>het</strong> tarok, dat met 78 kaarten wordt gespeeld.<br />

Het belangrijkste verschil tusschen <strong>de</strong> talrijke kaartspelen<br />

ligt in <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> verhouding tusschen<br />

toeval en berekening. Bij sommige speelt <strong>het</strong> toeval<br />

<strong>de</strong> hoofdrol, zooals bij <strong>het</strong> pochspel, poker, vingt<br />

et un enz.; bij <strong>de</strong> fijnere spelen, zooals whist, skat,<br />

Thombre, bridge enz. daartegen is <strong>de</strong> berekening<br />

hoofdzaak.<br />

Zeer dicht bij <strong>het</strong> kaartspel staat <strong>het</strong> domino, dat<br />

zelfs bij cultuurarme volken bekend is, zooals bij<br />

<strong>de</strong> Eskimo's, die <strong>de</strong> steenen met veel moeite uit<br />

walrustan<strong>de</strong>n snij<strong>de</strong>n.<br />

2. Wedstrij<strong>de</strong>n.<br />

Het doel van <strong>de</strong> wedstrij<strong>de</strong>n is een indirecte<br />

overwinning te behalen op een tegenstan<strong>de</strong>r door<br />

te doen zien, dat men een of an<strong>de</strong>re, meestal moeilijke<br />

taak beter kan verrichten. Hierbij treedt das<br />

<strong>de</strong> aandrang tot <strong>de</strong>n strijd op in <strong>de</strong>n vorm van<br />

wedijver. Zooals Lazarus terecht opmerkt: ,,Noch<br />

verzoeken, noch dreigen, zelfs geen fooi zal <strong>de</strong><br />

<strong>voor</strong>tvarendheid en behendigheid van een koetsier<br />

zoo beslist in actie doen tre<strong>de</strong>n als een twee<strong>de</strong> koetsier,<br />

die hem wil inhalen en <strong>voor</strong>bij rij<strong>de</strong>n." Een<br />

hoofdfactor bij <strong>de</strong>n wedijver is, afgezien van <strong>het</strong><br />

kampinstinct zelf, in <strong>de</strong> ijverzucht, in <strong>het</strong> ,,ook<br />

willen hebben" of <strong>het</strong> ,,alleen willen hebben" te<br />

zoeken. Een twee<strong>de</strong> factor vormt <strong>de</strong> zucht tot nabootsing,<br />

die later nog uitvoerig ter sprake zal<br />

komen, maar waarvan thans reeds gezegd kan wor<strong>de</strong>n,<br />

dat zij van bijzon<strong>de</strong>r belang is <strong>voor</strong> <strong>de</strong> ge-


200<br />

HOOFDSTUK XI<br />

heele lichamelijke en intellectueele ontwikkeling<br />

van <strong>het</strong> individu en dan ook een groote rol vervult<br />

bij <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>rspelen. Tar<strong>de</strong> heeft zelfs trachte<br />

aan te toonen, dat <strong>de</strong> nabootsing <strong>de</strong> <strong>voor</strong>naamste<br />

drijfveer is bij <strong>de</strong> maatschappelijke ontwikkeling<br />

en ook volgens Groos geeft <strong>de</strong> wedstrijd om bezit,<br />

macht en aanzien ,,tot hoogere cultuurvormen aanleiding;<br />

een volk zon<strong>de</strong>r eerzucht is verloren; <strong>het</strong><br />

blijft niet slechts staan, maar <strong>het</strong> gaat achteruit."<br />

De wedstrij<strong>de</strong>n vallen in lichamelijke en geestelijke<br />

te on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n. Van <strong>de</strong> eerste soort zijn reeds<br />

vele bij <strong>de</strong> bewegingsspelen vermeld. Hun aantal<br />

en verschei<strong>de</strong>nheid is aanzienlijk. Bij kin<strong>de</strong>ren<br />

neemt <strong>het</strong> leeren van lichamelijke oefeningen meestal<br />

<strong>de</strong>n vorm van een wedstrijd aan en dui<strong>de</strong>lijk blijkt<br />

daarbij, welke rol ijverzucht en zucht tot nabootsing<br />

spelen. Als een jeugdig kind van twee tre<strong>de</strong>n<br />

omlaag springt, zal een makkertje weldra beproeven<br />

<strong>het</strong> van drie tre<strong>de</strong>n te doen. Een zwaar<strong>de</strong>re<br />

last te tillen, hooger te werpen, ver<strong>de</strong>r te springen,<br />

har<strong>de</strong>r te loopen, <strong>de</strong>n tol langer te doen draaien,<br />

<strong>de</strong>n vlieger hooger te doen stijgen, in <strong>het</strong> water<br />

langer te duiken dan <strong>de</strong> makkers doen, is <strong>het</strong><br />

bran<strong>de</strong>nd verlangen van elke kin<strong>de</strong>rziel. Wil men<br />

<strong>het</strong> belang leeren inzien, dat zulke spelen<strong>de</strong> lichamelijke<br />

wedstrij<strong>de</strong>n <strong>voor</strong> volwassenen hebben, dan<br />

moet men op <strong>de</strong> onbeschaaf<strong>de</strong> en half beschaaf<strong>de</strong><br />

volken letten, bij wie <strong>de</strong> physieke kracht in <strong>de</strong>n<br />

strijd om <strong>het</strong> bestaan nog een overwegen<strong>de</strong> tol<br />

speelt. Evenals bij <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> Germanen wor<strong>de</strong>n he<strong>de</strong>n<br />

ten dage nog bij vele van <strong>de</strong>ze volken zulke wedstrij<strong>de</strong>n,<br />

ondanks hun karakter van spel, met groote<br />

ernst gespeeld, ja veran<strong>de</strong>ren menigmaal in een<br />

strijd op leven en dood. En welke beteekenis zij in<br />

<strong>de</strong> beschaaf<strong>de</strong> en hoog beschaaf<strong>de</strong> maatschappij


KAMPSPELEN 20I<br />

hebben, blijkt voldoen<strong>de</strong> uit <strong>de</strong> belangstelling van<br />

<strong>het</strong> publiek, <strong>de</strong> ellenlange courantenverslagen en <strong>de</strong><br />

huldiging van kampioenen en recordhou<strong>de</strong>rs, maar<br />

evenzeer uit <strong>de</strong> he<strong>de</strong>ndaagsche Olympische spelen.<br />

Dat alle behendigheidsspelen tot wedstrij<strong>de</strong>n uitlokken,<br />

ligt <strong>voor</strong> <strong>de</strong> hand. Zoo trachten <strong>de</strong> Eskimo's<br />

in <strong>de</strong> vlugheid, waarmee zij hun draadfiguren<br />

bij <strong>het</strong> ,,afnemen" maken, elkan<strong>de</strong>r te overtreffen,<br />

zoo hebben in China en Polynesia vliegerwedstrij<strong>de</strong>n<br />

plaats, waarbij <strong>het</strong> geldt zijn vlieger <strong>het</strong> hoogst<br />

te doen stijgen. Hetzelf<strong>de</strong> geldt in vele gevallen van<br />

<strong>het</strong> drinken. Reeds ten tij<strong>de</strong> van Sokrates gold hij<br />

als een flinke kerel, die een an<strong>de</strong>r on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> tafel<br />

kon drinken, en in dit opzicht zijn b.v. <strong>de</strong> Duitsche<br />

stu<strong>de</strong>nten aan die ou<strong>de</strong> traditie getrouw gebleven.<br />

Eveneens treedt <strong>het</strong> uithou<strong>de</strong>n van pijn dikwijls als<br />

een wedstrijd op en kwam als zoodanig reeds bij <strong>de</strong><br />

ou<strong>de</strong> Germanen <strong>voor</strong>.<br />

Geestelijke wedstrij<strong>de</strong>n kunnen eveneens in verschillen<strong>de</strong>n<br />

vorm optre<strong>de</strong>n, doch hier zal alleen op<br />

weddingschappen en gelukspelen gelet wor<strong>de</strong>n. Zij<br />

behooren tot <strong>de</strong> wedstrij<strong>de</strong>n, want wel wordt <strong>de</strong><br />

tegenstan<strong>de</strong>r niet rechtstreeks aangevallen, maar getracht<br />

wordt hem indirect te overwinnen door een<br />

betere oplossing van <strong>het</strong> vraagstuk te geven. Het<br />

verschil met <strong>de</strong> echte wedstrij<strong>de</strong>n bestaat hierin, dat<br />

<strong>de</strong> overwinning niet van eigen vermogens, maar<br />

van <strong>het</strong> toeval afhangt, althans bij <strong>de</strong> zuivere gelukspelen.<br />

De weddingschappen zijn als een <strong>voor</strong>looper van<br />

<strong>de</strong>ze laatste te beschouwen. De eenvoudigste vorm<br />

bestaat in <strong>de</strong> bewering, lichamelijk of geestelijk tot<br />

meer in staat te zijn dan een an<strong>de</strong>r. Volgens <strong>de</strong><br />

Germaansche sage was <strong>de</strong> inzet daarbij somtijds <strong>het</strong><br />

leven. Een <strong>voor</strong>beeld uit zeer ou<strong>de</strong>n tijd levert <strong>het</strong>


202<br />

HOOFDSTUK XI<br />

kampspel tusschen Brunhil<strong>de</strong> en Gunther in <strong>het</strong><br />

Nibelungenlied. Dat ook bij geestelijke kampspelen<br />

volgens <strong>de</strong> sage <strong>de</strong> inzet wel eens <strong>het</strong> leven was.<br />

leert ons <strong>de</strong> beroem<strong>de</strong> zangwedstrijd op <strong>de</strong> Wartburg.<br />

Nog meer algemeen is <strong>het</strong> wed<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> prestaties<br />

van an<strong>de</strong>re personen of dingen, zooals bij<br />

paar<strong>de</strong>nrennen, roeien, zeilen, voetballen, worstelen,<br />

boksen enz. Hoe sterk en algemeen <strong>de</strong>ze hartstocht<br />

in Engeland verbreid is, weet ie<strong>de</strong>r. Nog geweldiger<br />

is hij echter ontwikkeld bij <strong>het</strong> geheele<br />

Maleische ras ten opzichte van dieren-, speciaal<br />

hanengevechten. Vroeger was dit vermaak echter<br />

eveneens in alle lan<strong>de</strong>n van Europa in zwang.<br />

Zulke weddingschappen na<strong>de</strong>ren tot <strong>het</strong> hazardspel,<br />

als men, zooals twee Engelschen <strong>de</strong><strong>de</strong>n, op<br />

een tafel twee slakken plaatst en om een hoog bedrag<br />

wedt, welke van bei<strong>de</strong> <strong>het</strong> eerst <strong>het</strong> ein<strong>de</strong> er<br />

van bereiken zal, of zooals <strong>de</strong> weddingschap tusschen<br />

<strong>de</strong>n Britschen staatsman Canning en een Engelschen<br />

hertog om 100 pond, wie van bei<strong>de</strong> op<br />

een bepaal<strong>de</strong>n weg <strong>de</strong> meeste katten zou ontmoeten.<br />

De hazardspelen zijn reeds over oud, zooals <strong>de</strong><br />

vondsten van dobbelsteenen in praehistorische graven<br />

(zie biz. 9) kunnen bewijzen; ook in oud-<br />

Egyptische graven treft men ze aan. Daarbij zijn ze<br />

over <strong>de</strong> geheele aar<strong>de</strong> verbreid, want <strong>de</strong> Eskimo's<br />

hou<strong>de</strong>n er een soort roulette op na en omtrent <strong>de</strong><br />

dobbelzucht van vele Indianenstammen (fig. 40) vertelt<br />

ons een missionaris uit <strong>de</strong> i8<strong>de</strong> eeuw <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong><br />

staaltjes als Tacitus van <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> Germanen doet. ,,De<br />

speelwoe<strong>de</strong>," heet <strong>het</strong> bij hem, ,,is bij <strong>de</strong> Indianen<br />

zoo buitensporig groot, dat zij somtijds hun wapens,<br />

huisraad, kleeding en alles wat zij ver<strong>de</strong>r bezitten<br />

verspelen.... Menigmaal spelen geheele dorpen,<br />

ja ook wel geheele stammen tegen elkan<strong>de</strong>r."


KAMPSPELEN 203<br />

De oorsprong van vele hazardspelen is nauw verwant<br />

met <strong>de</strong>n godsdienst. 1 ) Zoo werd Matthias<br />

als twaalf<strong>de</strong> apostel aangewezen door <strong>het</strong> lot en<br />

trachtten <strong>de</strong> Moravische broe<strong>de</strong>rs <strong>de</strong> geschikte<br />

vrouw <strong>voor</strong> hun zoons te vin<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> combinatie<br />

van gebed en lot. Hindoes beslissen hun ge~<br />

schillen door <strong>voor</strong> een tempel, on<strong>de</strong>r <strong>het</strong> aanroepen<br />

<strong>de</strong>r godheid, te loten en <strong>de</strong> Maoris op Nieuw-<br />

Zeeland trachtten een dief op te sporen door <strong>het</strong><br />

Fig. 40. Hazardspel <strong>de</strong>r Zoeni-Indianen (Noord-Amerika).<br />

lot, terwijl op <strong>de</strong> Tonga-eilan<strong>de</strong>n een rond draaien<strong>de</strong><br />

kokosnoot, na <strong>het</strong> verrichten van gebed, geraadpleegd<br />

werd, om te weten te komen of een ernstige<br />

zieke zou genezen. Deze en vele an<strong>de</strong>re <strong>de</strong>rgelijke<br />

gevallen berusten op <strong>de</strong> meening van <strong>de</strong>n onbeschaaf<strong>de</strong>n<br />

mensch, dat <strong>het</strong> lot of <strong>de</strong> dobbelsteenen<br />

on<strong>de</strong>r <strong>het</strong> vallen door een hoogere macht bestierd<br />

1 ) Prof. Nieuwenhuis (Quer durch Borneo, dl. II biz. 130 v.v.)<br />

wijst op <strong>de</strong>n godsdienstigen grondslag van vele gewone spelen, zooals<br />

tollen enz., bij <strong>de</strong> Dajaks aan <strong>de</strong> Boven-Mahakkam. Hetzelf<strong>de</strong> doet<br />

<strong>de</strong> controleur B. B. J. Mallinckrodt in <strong>de</strong> Bijdragen v. h. Kon. Inst,<br />

v. d. Taal-, Land- en Volkenkun<strong>de</strong> v. Ned.-Indie. 1925, dl. 8i, 1.


204<br />

HOOFDSTUK XI<br />

wor<strong>de</strong>n. Dat zulks ook <strong>de</strong> algemeene opvatting in<br />

West-Europa was geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong> Mid<strong>de</strong>leeuwen,<br />

kunnen ons <strong>de</strong> Godsoor<strong>de</strong>elen afdoen<strong>de</strong> leeren, en<br />

<strong>de</strong> strenge Puriteinen in Engeland huldig<strong>de</strong>n <strong>de</strong>ze<br />

opvatting nog in <strong>de</strong> iy<strong>de</strong> eeuw. Uit <strong>het</strong> gebruik<br />

om in vollen ernst <strong>de</strong> toekomst te raadplegen, is dus<br />

<strong>het</strong> geluksspel ontstaan. Dit blijkt ook dui<strong>de</strong>lijk uit<br />

<strong>het</strong> sehertsen<strong>de</strong>r wijze in <strong>de</strong> toekomst te willen<br />

lezen, zooals reeds bij <strong>de</strong> Grieken <strong>voor</strong>kwam bij <strong>het</strong><br />

kottabosspel, waarbij wijn in een vat werd gegoten<br />

en uit <strong>de</strong>n klank van <strong>het</strong> metaal iemands geluk in<br />

<strong>de</strong> lief<strong>de</strong> werd afgeleid. Zoo wordt reeds door<br />

Walther von <strong>de</strong>r Vogelwei<strong>de</strong> <strong>het</strong> halmtrekken bezongen,<br />

is in Duitschland op Ou<strong>de</strong>jaarsavond <strong>het</strong><br />

,,loodgieten" nog in gebruik, kent men in vele lan<strong>de</strong>n<br />

<strong>het</strong> bloemenorakel en <strong>voor</strong>spelt men op talrijke<br />

eilan<strong>de</strong>n van Oceanie <strong>de</strong> toekomst met behulp van<br />

een kokosnoot, die men laat ronddraaien.<br />

On<strong>de</strong>r <strong>de</strong> vele hazardspelen is <strong>het</strong> trekken of<br />

werpen van <strong>het</strong> lot stellig een <strong>de</strong>r oudste, waarbij<br />

dui<strong>de</strong>lijk blijkt, dat <strong>het</strong> ontstaan is uit <strong>de</strong> kunst<br />

om <strong>de</strong> toekomst te <strong>voor</strong>spellen. In <strong>de</strong> Ilias bidt <strong>de</strong><br />

menigte met opgeheven han<strong>de</strong>n tot <strong>de</strong> go<strong>de</strong>n, terwijl<br />

inmid<strong>de</strong>ls <strong>de</strong> in <strong>de</strong>n helm van Agamemnon<br />

geworpen loten zullen beslissen, wie met Hektor<br />

zal strij<strong>de</strong>n. Op Nieuw-Zeeland en bij <strong>de</strong> Zoeloes<br />

in Zuid-Afrika gebruikten <strong>de</strong> toovenaars hun staven<br />

om <strong>de</strong>n uitslag van een veldslag te <strong>voor</strong>spellen,<br />

bij vele Indianenstammen vorm<strong>de</strong> <strong>de</strong> loterij een<br />

zuiver hazardspel. De ingewikkel<strong>de</strong> lottospelen <strong>de</strong>r<br />

Chineezen zijn bekend, in Europa is <strong>het</strong> spelen in<br />

<strong>de</strong> loterij algemeen verbreid, maar nergens geschiedt<br />

<strong>het</strong> zoo hartstochtelijk als in Italie, waar <strong>het</strong> met<br />

veel bijgeloof gepaard gaat. — Zeer oud is <strong>het</strong><br />

eveneens in Italie met een waren hartstocht gespeel-


KAMPSPELEN 205<br />

<strong>de</strong> movva, dat reeds op een oud-Egyptische grafschil<strong>de</strong>ring<br />

is afgebeeld (fig. 41) , in Rome zeer vroeg<br />

in zwang was en thans zoowel in China, als op<br />

Nieuw-Zeeland en in Oceanic, veel gespeeld wordl.<br />

Daarbij steken twee tegenover elkan<strong>de</strong>r geplaatste<br />

personen gelijktijdig een willekeurig aantal vingers<br />

in <strong>de</strong> hoogte en moet ie<strong>de</strong>r van bei<strong>de</strong> <strong>het</strong> aantal<br />

vingers van <strong>de</strong>n tegenstan<strong>de</strong>r ra<strong>de</strong>n, <strong>voor</strong> hij tijd<br />

Fig. 41. Het morra-spel bij <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> Egyptenaren (naar een<br />

grafschil<strong>de</strong>ring te Beni-Hassan).<br />

heeft om ze te tellen. — Ook <strong>het</strong> ktuis of mun:,<br />

bij <strong>de</strong> Romeinen hoofd of schip geheeten, naar <strong>de</strong><br />

bei<strong>de</strong> kanten van <strong>het</strong> geldstuk, waarmee <strong>het</strong> gespeeld<br />

werd, heeft een behoorlijken ou<strong>de</strong>rdom en is<br />

ver verbreid, wordt b.v. bij vele Negerstammen in<br />

Afrika on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>n naam jiggi met 4 kaurischelpen<br />

gespeeld, waarvan <strong>de</strong> bolle zij<strong>de</strong> afgeslepen is. Maar<br />

geen <strong>de</strong>zer spelen heeft zich se<strong>de</strong>rt overou<strong>de</strong> tij<strong>de</strong>n<br />

zoo algemeen gehandhaafd als dat met dobbel-


2o6 HOOFDSTUK XI<br />

steenen. De meening, dat <strong>de</strong>ze zich zou<strong>de</strong>n ont~<br />

wikkeld hebben uit <strong>de</strong> astragalen, dat zijn eigenaardig<br />

gevorm<strong>de</strong> beentjes uit <strong>het</strong> gewricht van <strong>de</strong>n<br />

achterpoot bij schapen, geiten of kalveren, wordt<br />

door velen niet ge<strong>de</strong>eld. Wel bezitten <strong>de</strong>ze vier<br />

kanten, waarvan bij Grieken en Romeinen elke zij<strong>de</strong><br />

haar eigen waar<strong>de</strong> bezat, en wer<strong>de</strong>n ook astragalen<br />

uit hout en metaal vervaardigd, maar daarnaast zijn<br />

dobbelsteenen met zes zij<strong>de</strong>n en oogen, precies als<br />

<strong>de</strong> onze, reeds uit <strong>het</strong> ou<strong>de</strong> Egypte bekend en wer<strong>de</strong>n<br />

hon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n dobbelsteenen gevon<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> Hradischt<br />

bij Stradonitz in Bohemen, welke reeds uit<br />

<strong>de</strong> la Tene-perio<strong>de</strong> dagteekenen. El<strong>de</strong>rs doen steentjes,<br />

plantenza<strong>de</strong>n of dierentan<strong>de</strong>n bij <strong>het</strong> dobbelen<br />

dienst, in Birma speelt men met boonen of met<br />

een stokje, dat in <strong>de</strong> windingen van een ingewikkel<strong>de</strong><br />

lus moet gelegd wor<strong>de</strong>n en wel zoodanig,<br />

dat bij <strong>het</strong> aantrekken <strong>de</strong> knoop niet vast zit, sommige<br />

Indianen zetten vrouw en kin<strong>de</strong>ren op <strong>het</strong><br />

spel bij <strong>het</strong> ,,stokje ra<strong>de</strong>n", waarbij <strong>het</strong> geldt te<br />

ra<strong>de</strong>n, wie van <strong>de</strong> talrijke <strong>de</strong>elnemers een stokje of<br />

beentje bezit, dat snel wordt door gegeven, en zoo<br />

vallen er nog een menigte hazardspelen te noemen,<br />

waarbij die met kaarten tegenwoordig een belangrijke<br />

rol vervullen. Ook <strong>het</strong> dobbelen aan <strong>de</strong> beurs<br />

behoort er evenzeer toe als <strong>het</strong> wed<strong>de</strong>n bij <strong>de</strong> wedrennen.<br />

Hoe is <strong>de</strong> daemonische aantrekkingskracht van<br />

<strong>het</strong> hazardspel te verklaren? Dat <strong>de</strong>ze se<strong>de</strong>rt overou<strong>de</strong><br />

tij<strong>de</strong>n bestaat, valt niet te betwijfelen en<br />

Schuster toont door een reeks <strong>voor</strong>beel<strong>de</strong>n aan,<br />

dat b.v. <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> Germanen, als zij al wat zij bezaten<br />

bij <strong>het</strong> spel had<strong>de</strong>n verloren, hun vrouw, hun<br />

kin<strong>de</strong>ren, hun vrijheid, hun le<strong>de</strong>maten, hun leven, zij<br />

zelfs <strong>de</strong> zaligheid hunner ziel verdobbel<strong>de</strong>n. Deze


KAMPSPELEN 20 7<br />

hartstocht is een karaktertrek van <strong>het</strong> geheele Arische<br />

ras, maar ook <strong>de</strong> Chineezen, Siameezen, Birmanen,<br />

Maleiers en Indianen zijn aartsdobbelaars.<br />

Ribot spreekt van ,,<strong>het</strong> hazardspel, waarvan <strong>de</strong><br />

tragische rol even oud is als <strong>het</strong> menschelijk ge~<br />

slacht" en Lazarus zegt; ,,Het spel heeft velen gerui'neerd,<br />

slechts weinigen rijker gemaakt, toch<br />

hoopt ie<strong>de</strong>r, dat hij tot die min<strong>de</strong>rheid zal behooren."<br />

Er werken bij <strong>het</strong> opwekken van <strong>de</strong>zen hartstocht<br />

een reeks oorzaken samen, waarvan Groos<br />

als <strong>de</strong> <strong>voor</strong>naamste beschouwt: <strong>de</strong> zucht naar winst,<br />

<strong>de</strong> prikkel van sterke aandoeningen en <strong>de</strong> aandrift<br />

tot <strong>de</strong>n strijd.<br />

De zucht naar winst speelt daarbij zulk een<br />

groote rol, dat zon<strong>de</strong>r haar <strong>het</strong> gelukspel zijn geheele<br />

daemohische macht verliest en een onbedui<strong>de</strong>nd,<br />

tamelijk vervelend mid<strong>de</strong>l tot vermaak wordt.<br />

Hier openbaart zich <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> gouddorst, die <strong>de</strong>n<br />

mensch naar <strong>de</strong> onherbergzaamste oor<strong>de</strong>n lokt, hem<br />

er toe brengt <strong>de</strong> grootste moeilijkhe<strong>de</strong>n en gevaren<br />

te trotseeren, in <strong>de</strong> hoop er in korten tijd schatten<br />

te kunnen vergaren. Maar naast <strong>de</strong>ze hebzucht<br />

treedt volgens Groos tevens een fijnere begeerte op,<br />

n.l. <strong>de</strong> gedachte aan <strong>de</strong> onbeschrijfelijke zaligheid<br />

van <strong>het</strong> plotselinge geluk, ,,<strong>het</strong> sterke verlangen eens<br />

een oogenblik van overweldigen<strong>de</strong> vreug<strong>de</strong> te mogen<br />

beleven, die met een slag, als een geschenk van<br />

<strong>het</strong> toeval, ons geheele hart in vuur en vlam zet."<br />

De zucht naar gewin is echter niet <strong>de</strong> eenige drijfveer,<br />

an<strong>de</strong>rs zou <strong>het</strong> spel een reeel doel beoogen en<br />

daardoor geen spel meer zijn. Een twee<strong>de</strong> factor<br />

is <strong>de</strong> behoefte aan sterke prikkels, want <strong>voor</strong>eerst<br />

wordt <strong>het</strong> hazardspel ook, ja <strong>het</strong> meest beoefend,<br />

door financieel zeer welgestel<strong>de</strong>n, bij <strong>de</strong> meeste<br />

waarvan een eventueele winst niet <strong>de</strong>n geringsten


208 HOOFDSTUK XI<br />

invloed op hun financieele positie heeft, en daarenboven<br />

neemt <strong>de</strong> prikkel, zooals Lazarusi opmerkt,<br />

ook <strong>voor</strong> <strong>de</strong> belangenlooze toeschouwers in kracht<br />

toe naarmate <strong>de</strong> inzet hooger wordt. In <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong><br />

plaats is <strong>het</strong> hazardspel een kampspel; zelfs bestaat<br />

er geen an<strong>de</strong>r spel, waarbij <strong>de</strong> <strong>de</strong>n mensch aangeboren<br />

kamplust op zulk een veelzijdige manier en<br />

met zulk een gering tijdverlies en geringe inspanning<br />

van krachten tot uiting kan komen. Daar is<br />

<strong>voor</strong>eerst <strong>het</strong> genot van <strong>het</strong> koene wagen, dat door<br />

<strong>het</strong> afwisselend verloop van <strong>het</strong> spel steeds opnieuw<br />

geprikkeld wordt. Dan is <strong>het</strong> ver<strong>de</strong>r een indirecte<br />

strijd met <strong>de</strong>n tegenstan<strong>de</strong>r: wie doet <strong>de</strong>n besten<br />

worp, zet op <strong>het</strong> beste nummer, trekt <strong>de</strong> gelukkigste<br />

kaart? — alsme<strong>de</strong> een rechtstreeksche strijd<br />

tegen hem, n.l. <strong>de</strong> wensch zijn inzet' een of vele<br />

malen te winnen, waarbij door <strong>voor</strong>tduren<strong>de</strong> verdubbeling<br />

van <strong>de</strong>n inzet, in tegenstelling met alle<br />

an<strong>de</strong>re kampspelen, nog op <strong>het</strong> laatste oogenblik,<br />

als bijna alles verloren schijnt, een plotselinge, overweldigen<strong>de</strong><br />

overwinning even waarschijnlijk blijft<br />

als een <strong>de</strong>finitieve ne<strong>de</strong>rlaag. Ein<strong>de</strong>lijk komt daar<br />

nog bij <strong>de</strong> strijd tegen <strong>het</strong> onbeken<strong>de</strong>, tegen <strong>de</strong><br />

macht van <strong>het</strong> toeval, of veeleer — want <strong>de</strong> oorsprong<br />

uit godsdiensige <strong>voor</strong>stellingen verloochent<br />

zich hier niet — <strong>de</strong> strijd tegen <strong>de</strong> duistere kracht<br />

<strong>de</strong>r daemonische machten, <strong>het</strong> worstelen met <strong>het</strong><br />

noodlot.<br />

De vraag dringt zich op, of hier wel van strijd<br />

gesproken kan wor<strong>de</strong>n, waar <strong>de</strong> speler geen invloed<br />

op <strong>de</strong> beslissing heeft, maar alles van <strong>het</strong> toeval<br />

afhangt? Van een subjectief psychologisch standpunt<br />

zeer zeker, want bij elk hazardspel bestaat<br />

<strong>de</strong> illusie , dat <strong>het</strong> goe<strong>de</strong> of slechte resultaat toch op<br />

<strong>de</strong> een of an<strong>de</strong>re wijze met <strong>de</strong> eigenschappen van


KAMPSPELEN 209<br />

<strong>de</strong>n speler samenhangt, zoodat <strong>het</strong> succes als een<br />

persoonlijke verdienste wordt genoten. Dit is een<br />

algemeen menschelijk verschijnsel. Is men niet<br />

trotsch op allerlei dingen, waaraan men zelf geen<br />

schuld heeft, zooals een rijzige gestalte, een mooie<br />

stem, erfelijke titels, niet zelf verworven rijkdom<br />

enz. Geluk geldt als talent en wien <strong>het</strong> toelacht, is<br />

een flinke kerel! Daarbij komt nog dat onwillekeurig<br />

<strong>de</strong> i<strong>de</strong>e van <strong>het</strong> toeval door die van <strong>het</strong> noodlot<br />

vervangen wordt. Vandaar <strong>de</strong> hardnekkige kansberekeningen,<br />

<strong>het</strong> vorschen en <strong>de</strong>nken om achter <strong>de</strong><br />

wetten van <strong>het</strong> spel te komen, alsme<strong>de</strong> <strong>de</strong> bijzon<strong>de</strong>re<br />

mid<strong>de</strong>len, waarmee men <strong>het</strong> noodlot bed win -<br />

gen wil. Hierbij openbaart zich een soort geloof<br />

aan fetisjen, aan daemonische wezens, die zich nu<br />

eens naar <strong>de</strong>n wil van <strong>de</strong>n speler voegen, dan weer<br />

zich tegen hem verzet ten. Daarom gel<strong>de</strong>n allerlei<br />

<strong>voor</strong>schriften, hoe men <strong>de</strong> dobbelsteenen moet aanvatten,<br />

met welke hand <strong>het</strong> moet gebeuren, hoe<br />

men ze in <strong>de</strong>n beker moet doen, hoe men ze moet<br />

gooien enz. Ook <strong>het</strong> dragen van talismans is bij<br />

spelers geen zeldzaamheid.<br />

Ten slotte geeft dit spel gelegenheid om met<br />

verschillen<strong>de</strong> geestelijke vermogens te experimenteeren.<br />

De vreug<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> sterke opwinding van vrees<br />

en hoop, <strong>het</strong> genot van <strong>de</strong> intense spanning en <strong>de</strong><br />

choc <strong>de</strong>r verrassing, dit alles vormt niets an<strong>de</strong>rs dan<br />

een experimenteerspel. Eveneens komt daar nog bij<br />

<strong>de</strong> levendige werkzaamheid van <strong>de</strong> aandacht, <strong>het</strong><br />

spel <strong>de</strong>r fantasie, <strong>de</strong> arbeid van <strong>het</strong> verstand en <strong>de</strong><br />

oefening van <strong>de</strong>n wil om van zijn gevoelens bij<br />

geluk of tegenspoed niets te doen blijken.<br />

Welke van alle <strong>de</strong>ze talrijke prikkels bij <strong>het</strong><br />

hazardspel zich in <strong>de</strong> eerste en <strong>voor</strong>naamste plaats<br />

doen gel<strong>de</strong>n, valt moeilijk te zeggen, te min<strong>de</strong>r,<br />

Het Spel 14


2IO HOOFDSTUK XI<br />

wijl daarbij tusschen verschillen<strong>de</strong> personen nog<br />

groot on<strong>de</strong>rscheid bestaat.<br />

3. De vernielzucht, <strong>het</strong> plagen, <strong>de</strong> vreug<strong>de</strong> aan <strong>het</strong><br />

komisehe.<br />

Reeds bij <strong>de</strong> analytische bewegingsspelen (biz.<br />

161), waarbij <strong>het</strong> doel is een <strong>voor</strong>werp in zijn afzon<strong>de</strong>rlijke<br />

<strong>de</strong>elen te splitsen, werd er op gewezen,<br />

dat bij dit experimenteeren gelijktijdig in vele gevallen<br />

<strong>het</strong> kampinstinct zich openbaart en tot vernielzucht<br />

aanleiding geeft. Moeilijk is <strong>het</strong> in vele<br />

gevallen daarbij een grens te trekken tusschen ernst<br />

en spel. Als <strong>voor</strong>beel<strong>de</strong>n <strong>de</strong>r spelen<strong>de</strong> vernieling<br />

werd reeds gewezen op <strong>het</strong> stuk werpen van keukengerei<br />

door <strong>de</strong>n jongen Goethe, op <strong>het</strong> versnipperen<br />

van papier door kleine kin<strong>de</strong>ren, op <strong>het</strong> omvergooien<br />

van met veel moeite en geduld met behulp<br />

<strong>de</strong>r bouwdoos gebouw<strong>de</strong> huizen en kasteelen. Op<br />

lateren leeftijd openbaart zich <strong>de</strong>ze vernielzucht<br />

somtijds op grovere wijze door <strong>het</strong> stuk slaan van<br />

banken en beel<strong>de</strong>n in plantsoenen en openbare pleinen,<br />

<strong>het</strong> vertrappen en uitrukken van planten in<br />

openbare parken, <strong>het</strong> beschadigen van uithangbor<strong>de</strong>n,<br />

<strong>het</strong> stuk slaan van glazen, bor<strong>de</strong>n, flesschen<br />

en lampen bij stu<strong>de</strong>ntenfeesten, zoogenaam<strong>de</strong><br />

kroegjolen, enz. Zoolang in al <strong>de</strong>ze gevallen <strong>de</strong> bedoeling<br />

niet is scha<strong>de</strong> aan te richten, maar alleen<br />

te genieten van <strong>het</strong> vernielen, moet <strong>het</strong> als een spel<br />

beschouwd wor<strong>de</strong>n, hoe wel een zeer afkeuringswaardig<br />

spel. De vernielzucht van kin<strong>de</strong>ren wordt<br />

ook op leven<strong>de</strong> wezens, zooals kikkers, kevers,<br />

vogels, zieke katten enz. toegepast, waarbij evenwel<br />

dikwijls ook <strong>de</strong> wreedheid een rol speelt. Vreeselijk<br />

wordt dit spel, als <strong>het</strong> tegen menschen ge-


KAMPSPELEN 211<br />

richt is, waarvan Groos verschillen<strong>de</strong> <strong>voor</strong>beel<strong>de</strong>n<br />

geeft, b.v. van een achtjarig meisje, dat bij een driejarig<br />

broertje naal<strong>de</strong>n in <strong>het</strong> eten <strong>de</strong>ed en met een<br />

dood onschuldig gezicht <strong>het</strong> resultaat ervan zat af<br />

te wachten.<br />

Het kampinstinct, zoowel van kin<strong>de</strong>ren als volwassenen,<br />

openbaart zich ook in gevallen, waar<br />

geen aanleiding of gelegenheid bestaat <strong>de</strong> krachten<br />

te meten, en wel door spelend aanvallen, prikkelen,<br />

uitdagen, foppen, kortom door al <strong>de</strong> midcjelen, die<br />

men on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>n naam plagen kan samenvatten.<br />

Daarbij wordt in vele gevallen geen strijd gewenscht,<br />

maar is <strong>het</strong> er om te doen <strong>de</strong>n tegenstan<strong>de</strong>r<br />

te prikkelen, van <strong>het</strong> bewustzijn <strong>de</strong> sterkste<br />

partij te vormen te genieten. De grofste vorm van<br />

dit spel is <strong>het</strong> plagen door lichamelijke aanvallen.<br />

Ook bij dieren komt dit dikwijls <strong>voor</strong> en hiervan<br />

wer<strong>de</strong>n vroeger (biz. 85) gevallen meege<strong>de</strong>eld;<br />

bij kin<strong>de</strong>ren is <strong>het</strong> algemeen. Welk genot verschaft<br />

<strong>het</strong> <strong>de</strong>n boosdoener een me<strong>de</strong>scholier onverwachts<br />

een stomp te geven, hem aan <strong>de</strong> ooren te trekken,<br />

<strong>de</strong> pet af te slaan, of een kind iets af te nemen en<br />

zoo hoog te hou<strong>de</strong>n, dat <strong>het</strong> te vergeefs er naar<br />

reikt of springt! Hij gevoelt daarbij zijn meer<strong>de</strong>rheid<br />

en geniet van <strong>de</strong> ergenis, woe<strong>de</strong> of schrik van<br />

zijn slachtoffer als van een overwinning. Meestal<br />

zoekt <strong>de</strong> plaaggeest een slachtoffer uit, dat tegen<br />

hem niet opgewassen is, al komt ook <strong>het</strong> plagen<br />

van sterkere tegenstan<strong>de</strong>rs <strong>voor</strong>, waarbij slechts herinnerd<br />

behoeft te wor<strong>de</strong>n aan <strong>het</strong> plagen van weinig<br />

gevrees<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijzers door hun scholieren, al<br />

is daarbij van lichamelijke aanvallen geen sprake.<br />

Jongelingen en volwassenen blijven bij kin<strong>de</strong>ren<br />

niet achter. Het spelletje, bekend als jonassen, was<br />

reeds bij <strong>de</strong> Romeinen in gebruik, en <strong>de</strong> scheeps-


212<br />

HOOFDSTUK XI<br />

doop bij <strong>het</strong> passeeren <strong>de</strong>r linie is eveneens reeds<br />

eeuwen oud. In Berlijn bestaat <strong>het</strong> misbruik om in<br />

<strong>de</strong>n ou<strong>de</strong>jaarsnacht op straat alle <strong>voor</strong>bijgangers <strong>de</strong><br />

hoe<strong>de</strong>n in te slaan, vroeger <strong>voor</strong>al <strong>de</strong> hooge hoe<strong>de</strong>n.<br />

Het werpen met serpentines en kittelen met pauweveeren<br />

bij publieke volksfeesten is algemeen bekend.<br />

Vooral <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten waren van ouds berucht door<br />

<strong>het</strong> plagen van rustige burgers.<br />

Bij <strong>de</strong> geestelijke plagerijen is <strong>het</strong> doen schrikken<br />

reeds aan jonge kin<strong>de</strong>ren bekend, maar valt bij<br />

volwassenen evenzeer in <strong>de</strong>n smaak. Een beken<strong>de</strong><br />

stu<strong>de</strong>ntengrap is toch een skelet zoo te plaatsen, dat<br />

<strong>het</strong> iemand, die <strong>de</strong> <strong>de</strong>ur opent, aanraakt of zelfs<br />

op hem valt. Reeds uit <strong>de</strong> Grieksche Oudheid is <strong>het</strong><br />

plagen bekend, zooals ons Becq <strong>de</strong> Fouquieres leert,<br />

en bij vele onbeschaaf<strong>de</strong> volken wordt <strong>het</strong> aangetroffen.<br />

Een an<strong>de</strong>re vorm van geestelijk plagen is<br />

<strong>het</strong> foppen, dat reeds bij kin<strong>de</strong>ren in <strong>de</strong>n smaak<br />

valt en tot allerlei spelletjes aanleiding geeft. Het<br />

aantal stu<strong>de</strong>ntenstreken is legio en dat <strong>het</strong> op alle<br />

leeftij<strong>de</strong>n <strong>voor</strong>komt, bewijst <strong>de</strong> iste April. Een<br />

<strong>de</strong>r<strong>de</strong> vorm levert <strong>de</strong> nabootsing, die <strong>voor</strong>al bij<br />

schoolkin<strong>de</strong>ren gaarne wordt toegepast, niet alleen<br />

van makkers, die een of an<strong>de</strong>r gebrek of opvallen<strong>de</strong><br />

eigenschap bezitten, maar ook van volwassenen, in<br />

<strong>de</strong> eerste plaats van <strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rwijzer. In <strong>de</strong> kunst<br />

openbaart zich <strong>de</strong>ze vorm in <strong>de</strong> caricatuur, zooals<br />

<strong>de</strong>ze in vele spotbla<strong>de</strong>n te vin<strong>de</strong>n is. Reeds <strong>de</strong> ou<strong>de</strong><br />

Egyptenaren teeken<strong>de</strong>n politieke caricaturen. In <strong>de</strong><br />

dichtkunst treedt <strong>de</strong> plagerij als satire op, waarvan<br />

<strong>het</strong> doel is <strong>de</strong> betreffen<strong>de</strong> persoon bespottelijk te<br />

maken en waarbij spel en ernst menigmaal vereenigd<br />

zijn. Ver<strong>de</strong>r behoort tot <strong>de</strong> plagerij <strong>het</strong> gebruik van<br />

uitdagen<strong>de</strong> wo or <strong>de</strong>n. Dikwijls wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong>ze in<br />

rhytmischen vorm herhaald of ook gezongen. De


KAMPSPELEN 213<br />

spotlie<strong>de</strong>ten <strong>de</strong>r natuurvolken vertoonen groote<br />

overeenkomst met <strong>de</strong> spotkreten van onze jeugd.<br />

Ver verbreid zijn <strong>de</strong> spatgedichten. Naast <strong>de</strong> uitdagen<strong>de</strong><br />

woor<strong>de</strong>n moeten ten slotte nog <strong>de</strong> uitdagen<strong>de</strong><br />

gebaren vermeld wor<strong>de</strong>n, zooals <strong>het</strong> uitlachen,<br />

aanwijzen met <strong>de</strong>n vinger en uitsteken van<br />

<strong>de</strong> tong.<br />

De gewoonte van <strong>het</strong> plagen bezit een belangrijke<br />

sociale beteekenis. Vooral op school en on<strong>de</strong>r<br />

<strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten, b.v. in <strong>de</strong>n tijd van <strong>het</strong> ontgroenen,<br />

wordt daardoor, zooals Groos opmerkt, ,,die<br />

allzuempflindliche Haut vieler Menschen ein wenig<br />

abgehartet," wat hun in <strong>de</strong>n lateren strijd om <strong>het</strong><br />

bestaan zeer ten goe<strong>de</strong> kan komen. Omgekeerd<br />

vormt <strong>het</strong> een uitsteken<strong>de</strong>n prikkel <strong>voor</strong> al te stompe<br />

of te flegmatische karakters.<br />

De vreug<strong>de</strong> aan <strong>het</strong> komische kan hier slechts<br />

even vermeld wor<strong>de</strong>n, want <strong>voor</strong>eerst bestaan daaromtrent<br />

verschillen<strong>de</strong> theorieen en daarenboven zou<br />

een eenigszins uitvoerige bespreking <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>ling<br />

van niet gemakkelijke psychologische kwesties<br />

noodzakelijk maken. In zoover behoort dit genot<br />

tot <strong>de</strong> kampspelen, als <strong>het</strong> met <strong>de</strong> voldoening over<br />

eigen meer<strong>de</strong>rheid i<strong>de</strong>ntiek of verwant is, of, zooals<br />

Groos <strong>het</strong> uitdrukt, met <strong>het</strong> ,,aangename phariseeergevoel<br />

<strong>de</strong>r eigen meer<strong>de</strong>rheid/'<br />

4. De Jachtspelen.<br />

Bij <strong>de</strong> jachtspelen vertoont zich <strong>het</strong> kampinstinct<br />

in een specialen vorm, en <strong>het</strong> spelend vervolgen,<br />

vluchten en zich verbergen is dier en<br />

mensch aangeboren. Tot <strong>de</strong>ze spelen behoort in <strong>de</strong><br />

eerste plaats <strong>de</strong> eigenlijke jacht, <strong>voor</strong> zoover zij<br />

niet als beroep wordt uitgeoefend. Reeds <strong>het</strong> kind


214<br />

HOOFDSTUK XI<br />

vertoont een sterke neiging om sterk bewegelijke<br />

dieren, zooals vlin<strong>de</strong>rs, kikkers, vogels enz. te vervolgen<br />

en bij <strong>de</strong>n volwassen mensch is <strong>de</strong>ze hartstocht<br />

in sommige lan<strong>de</strong>n, zooals Engeland, en nog<br />

meer bij bergvolken, zoo sterk ontwikkeld, dat aan<br />

<strong>de</strong> aanwezigheid van een aangeboren neiging moeilijk<br />

te twijfelen valt.<br />

Naast <strong>de</strong> jacht komen een menigte an<strong>de</strong>re spelen<br />

<strong>voor</strong>, waarbij <strong>het</strong> vervolgen, vluchten of zich verbergen<br />

<strong>de</strong> hoofdprikkel van <strong>het</strong> genot vormt. Een<br />

<strong>de</strong>r eenvoudigste is <strong>het</strong> gewone naloopertje of tikje.<br />

Een vervolgingsspel ,,ien masse",, dat he<strong>de</strong>n ten<br />

dage nog in verschillen<strong>de</strong> lan<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>r allerlei<br />

namen bestaat, was reeds bij <strong>de</strong> Grieken bekend als<br />

schervenspel. Daarbij gebruikten <strong>de</strong> jongens een potscherf<br />

of schelp, waarvan <strong>de</strong> eene zij<strong>de</strong> met pik<br />

was besmeerd en als ,,nacht" werd aangeduid, terwijl<br />

<strong>de</strong> an<strong>de</strong>re, hel<strong>de</strong>re kant ,,dag" heette. Nadat<br />

men zich in een dag- en nachtpartij ver<strong>de</strong>eld had,<br />

werd <strong>de</strong> scherf omhoog geworpen en <strong>de</strong> partij van<br />

<strong>de</strong> zij<strong>de</strong>, die naar boven kwam te liggen, moest <strong>de</strong><br />

an<strong>de</strong>re, die ijlings op <strong>de</strong> vlucht sloeg, vervolgen.<br />

Wie gegrepen werd, heette ,,ezel", moest op <strong>de</strong>n<br />

grond gaan zitten en viel bij <strong>het</strong> spel uit. Een <strong>de</strong>rgelijke<br />

vervolging heeft ook plaats bij <strong>het</strong> ,,roovertje"<br />

spelen. Bij <strong>de</strong> meeste jachtspelletjes bestaan<br />

<strong>voor</strong>waar<strong>de</strong>n, die <strong>de</strong> vervolg<strong>de</strong>n kunnen red<strong>de</strong>n,<br />

b.v. een bepaal<strong>de</strong> plaats, waar men veilig is, <strong>het</strong>geen<br />

herinnert aan <strong>de</strong> asylplaatsen, die vroeger aan<br />

vluchtelingen veiligheid bo<strong>de</strong>n, zooals <strong>de</strong> tempels<br />

bij <strong>de</strong> Grieken; bij <strong>het</strong> Duitsche spel, bekend als<br />

,,Eisenmannchen", is hij gered, die er in slaagt een<br />

metalen <strong>voor</strong>werp, b.v. een <strong>de</strong>urslot, aan te raken.<br />

Bij weer een an<strong>de</strong>re groep wordt <strong>de</strong> vervolging<br />

door een wapen on<strong>de</strong>rsteund, zooals bij <strong>het</strong> be-


KAMPSPELEN 215<br />

ken<strong>de</strong> ,,vosje", in <strong>het</strong> Duitsch geheeten ,,Schau<br />

nicht um, <strong>de</strong>r Fuchs geht' rum", dat aan <strong>het</strong> oud-<br />

Grieksche ,,plompzakspel" herinnert. Een spel<br />

<strong>voor</strong> volwassenen is <strong>de</strong> ,,snipperjacht", die in<br />

Europa steeds te paard, in <strong>de</strong> Vereenig<strong>de</strong> Staten<br />

ook te voet geschiedt.<br />

Ook <strong>het</strong> opsporen van verborgen personen en<br />

zaken behoort tot <strong>de</strong> jachtspelen, zooals <strong>het</strong> feeds<br />

in <strong>de</strong> Oudheid beken<strong>de</strong> ,,verstoppertje" en vele gezelschapsspelen,<br />

b.v. ,,slofje on<strong>de</strong>r", dat reeds in<br />

<strong>het</strong> begin <strong>de</strong>r i8<strong>de</strong> eeuw in Duitschland gespeeld<br />

werd. Somtijds wordt <strong>de</strong> vervolger in zijn bewegingen<br />

belemmerd, b.v. bij <strong>het</strong> in Duitschland veel<br />

gespeel<strong>de</strong> ,,Fuchs, ins Loch!", waarbij hij hinken<br />

moet en daarbij trachten met <strong>de</strong>n ,,Plumpsack",<br />

d.i. een opgerol<strong>de</strong> zakdoek, <strong>de</strong> overige kin<strong>de</strong>ren,<br />

die zich slechts in een bepaal<strong>de</strong> ruimte mogen bewegen,<br />

te slaan. Staat hij echter een oogenblik op<br />

bei<strong>de</strong> beenen, dan slaan <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren hem en jagen<br />

<strong>de</strong>n vos in zijn hoi.<br />

5. Het aanschouwen van gevechten en kampspelen,<br />

<strong>het</strong> genot van <strong>het</strong> tragische.<br />

Zooals Groos opmerkt, is <strong>het</strong> genot van <strong>het</strong> aest<strong>het</strong>isch<br />

aanschouwen in vele gevallen nauw verbon<strong>de</strong>n<br />

met <strong>het</strong> kampinstinkt, ja kan rechtstreeks<br />

als een kampspel opgevat wor<strong>de</strong>n. Wij zijn n.l.,<br />

dank zij <strong>het</strong> vermogen <strong>de</strong>r innerlijke nabootsing,<br />

in staat, gevechten, die zich zon<strong>de</strong>r onze objectieve<br />

<strong>de</strong>elneming <strong>voor</strong> onze oogen afspelen, innerlijk<br />

mee te leven, zoodat wij aanval en ver<strong>de</strong>diging,<br />

<strong>het</strong> wagen en <strong>het</strong> gevaar, <strong>de</strong> overwinning en <strong>de</strong><br />

ne<strong>de</strong>rlaag spelend als eigen gebeurtenissen genie ten.<br />

Het gaat daarme<strong>de</strong> als met <strong>de</strong> overwinning van een


HOOFDSTUK XI<br />

moeilijke taak. Overal b.v., waar een groep arbei<strong>de</strong>rs<br />

bezig is zulk een werk uit te voeren, zooals<br />

<strong>het</strong> opla<strong>de</strong>n van een groote machine of een zwaren<br />

steen, <strong>het</strong> ophijschen van een zwaren balk, <strong>het</strong> in<br />

<strong>de</strong>n grond heien van een stevigen paal, tre<strong>de</strong>n toeschouwers<br />

op, die innerlijk <strong>de</strong>elnemen aan <strong>de</strong>n<br />

strijd tegen <strong>het</strong> weerbarstige <strong>voor</strong>werp en van <strong>de</strong><br />

overwinning <strong>de</strong>r moeilijkheid als van een eigen<br />

overwinning genieten. Nog grooter is <strong>de</strong> belangstelling<br />

bij een werkelijk gevecht, waarin b.v. een<br />

man met een stok een kwaadaardigen hond tracht<br />

af te weren, een ruiter zijn weerbarstig paard tracht<br />

te bedwingen, of twee jongens met elkan<strong>de</strong>r vechten,<br />

dan wel twee volwassenen in een woor<strong>de</strong>nstrijd<br />

zijn gewikkeld.<br />

Nog sterker openbaart zich <strong>het</strong> innerlijke meestrij<strong>de</strong>n<br />

bij kampspelen, zoowel als <strong>het</strong> daarbij om<br />

een werkelijk spel te doen is, waarbij <strong>de</strong> tegenstan<strong>de</strong>rs<br />

tot eigen genoegen vechten, als wanneer<br />

men met schouwspelen te doen heeft, waarbij <strong>de</strong><br />

han<strong>de</strong>len<strong>de</strong> personen zelf volstrekt niet altijd in<br />

een speelstemming behoeven te verkeeren. Ook in<br />

dit geval kan <strong>het</strong> gaan om <strong>de</strong> overwinning van<br />

moeilijkhe<strong>de</strong>n of om eigenlijke gevechten. Wat <strong>het</strong><br />

eerste betreft, behoeft slechts herinnerd te wor<strong>de</strong>n<br />

aan <strong>de</strong> tallooze kunststukjes van jongleurs en<br />

acrobaten, ten opzichte van <strong>het</strong> laatste kan aan<br />

<strong>de</strong> opwinding van <strong>het</strong> publiek bij wedrennen, stierengevechten,<br />

worstel- en bokspartijen herinnerd<br />

wor<strong>de</strong>n. Zelfs bij kampspelen, die in <strong>het</strong> geheel<br />

niet op toeschouwers berekend zijn, zooals voetbal<br />

en tennis, is <strong>het</strong> veld steeds door een talrijke schaar<br />

meeleven<strong>de</strong> toeschouwers omringd. Somtijds is <strong>het</strong><br />

innerlijk meeleven zoo sterk, dat <strong>het</strong> naar buiten<br />

treedt: wie een moeilijk kunststukje ziet uitvoeren,


KAMPSPELEN 217<br />

krijgt menigmaal <strong>de</strong> aanvechting <strong>het</strong> ook eens te beproeven,<br />

bij een worstelwedstrijd nemen sommige<br />

toeschouwers onbewust allerlei worstelstan<strong>de</strong>n aan<br />

en primitieve volken, die getuige zijn van een<br />

krijgsdans, geraken daarbij somtijds zoodanig in<br />

opwinding, dat er ernstige vechtpartijen uit dreigen<br />

<strong>voor</strong>t te komen. Een eigenaardig spiegelgevecht is<br />

Fig. 42. Vuurgevecht <strong>de</strong>r Warramoenga in Australie. Nadat<br />

<strong>de</strong> reusachtige fakkels aangestoken zijn, wordt daarme<strong>de</strong> <strong>de</strong>s<br />

nachts een soort spiegelgevecht geleverd.<br />

van <strong>de</strong>n stam <strong>de</strong>r Warramoenga in Australie bekend<br />

(fig. 42). Het vindt plaats bij <strong>het</strong> beeindigen<br />

van een veete tusschen le<strong>de</strong>n van een stam en geschiedt<br />

<strong>de</strong>s nachts met bran<strong>de</strong>n<strong>de</strong> fakkels, waarbij <strong>de</strong> vonken<br />

naar alle zij<strong>de</strong>n rondspatten en menigeen op min<strong>de</strong>r<br />

aangename wijze met zulk een bran<strong>de</strong>n<strong>de</strong> fakkel<br />

kennis maakt.


2 I 8 HOOFDSTUK XI<br />

De schouwtooneelen, worstel wedstrij<strong>de</strong>n, krijgsdansen<br />

enz. lei<strong>de</strong>n bijna onmerkbaar naar <strong>het</strong> gebied<br />

<strong>de</strong>r kunst. Hoewel <strong>de</strong> kampstemming ook in<br />

an<strong>de</strong>re vormen van kunst, <strong>voor</strong>al in <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rkunst,<br />

niet geheel ontbreekt, treedt <strong>de</strong> innerlijke<br />

kampstemming toch <strong>voor</strong>namelijk op in <strong>de</strong> dichtkunst.<br />

Groos wijst er op, dat <strong>de</strong> meeste poetische<br />

ontboezemingen of kampspelen, of lief<strong>de</strong>spelen behan<strong>de</strong>len<br />

en dat <strong>de</strong> laatste <strong>het</strong> hoogst gesehat wor<strong>de</strong>n,<br />

als <strong>het</strong> gelijktijdig kampspelen zijn. Op <strong>het</strong><br />

geheele gebied <strong>de</strong>r literatuur, van <strong>de</strong> meest primitieve<br />

verhalen <strong>de</strong>r natuurvolken en <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>rsprookjes<br />

af tot <strong>het</strong> grootste volksepos en <strong>de</strong>n<br />

mo<strong>de</strong>rnen roman toe, ziet men, dat nergens een<br />

machtige indruk te weeg wordt gebracht zon<strong>de</strong>r<br />

strijd. In nog hoogere mate geldt dit van <strong>het</strong> drama.<br />

Terwijl velen <strong>het</strong> begrip <strong>de</strong>r han<strong>de</strong>ling in <strong>het</strong> drama<br />

als hoofdzaak beschouwen, leggen an<strong>de</strong>ren <strong>het</strong><br />

hoofdgewicht op <strong>de</strong> uitbeelding <strong>de</strong>r karakters. Bei<strong>de</strong><br />

theorieen kunnen tot eenzijdigheid aanleiding<br />

geven. Niet <strong>het</strong> karakter als zoodanig, maar <strong>het</strong><br />

karakter in <strong>het</strong> conflict is <strong>het</strong>, dat onze belangstelling<br />

in <strong>het</strong> drama in beslag neemt, en alleen<br />

dan is een han<strong>de</strong>ling dramatisch, als <strong>het</strong> daarbij om<br />

een conflict gaat. Dat in <strong>het</strong> drama, waar zich<br />

<strong>de</strong> strijd tot een innerlijk conflict kan verfijnen,<br />

<strong>de</strong> uitwerking op <strong>de</strong>n toeschouwer veel intensiever<br />

is dan in een uitwendigen strijd, spreekt van<br />

zelf.<br />

De hoogste poetische uiting vindt <strong>de</strong> kampstemming<br />

in <strong>de</strong> tragedie, want daarin wordt <strong>de</strong> strijd<br />

tot zijn laatste consequenties, tot <strong>de</strong>n schokken<strong>de</strong>n<br />

on<strong>de</strong>rgang <strong>voor</strong>tgezet. Ook bij <strong>het</strong> tragische<br />

gebeuren speelt lust aan intensieve prikkels (zie<br />

biz. 135) <strong>de</strong> hoofdrol. Daarin is niets barbaarsch


KAMPSPELEN 219<br />

te zien, want terwijl wij genieten van <strong>de</strong> sterke<br />

emotie, leven wij ook innerlijk <strong>de</strong>n strijd mee, die<br />

met <strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rgang eindigt. Wel ontstaat daarbij<br />

<strong>de</strong> tegenstrijdigheid, dat wij bijna altijd met <strong>de</strong> tragische<br />

figuur sympathiseeren en gelijktijdig in sommige<br />

gevallen genieten van <strong>de</strong> door ons (innerlijk)<br />

mee beleef<strong>de</strong> ne<strong>de</strong>rlaag. Groos wil <strong>de</strong>ze tegenstrijdigheid<br />

aldus oplossen, dat <strong>de</strong> uiterlijke ne<strong>de</strong>rlaag,<br />

<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rgang, slechts <strong>de</strong>n grondslag vormt, waarop<br />

een innerlijke overwinning wordt opgebouwd,<br />

zoodat wij aan dien on<strong>de</strong>rgang zelf een triomf te<br />

danken hebben. In <strong>de</strong>n held, die valt, bewon<strong>de</strong>ren<br />

wij dus zijn onbuigzame dapperheid, zijn zeldzamen<br />

moed, zijn hardnekkigen weerstand, zoodat<br />

zijn ne<strong>de</strong>rlaag slechts uiterlijk is en hij innerlijk<br />

overwinnaar blijft. In <strong>het</strong> <strong>voor</strong>afgaan<strong>de</strong> werd<br />

alleen gewezen op <strong>de</strong> beteekenis <strong>de</strong>r tragedie als een<br />

kampspel; want in waarheid verheft zich <strong>het</strong> tragische,<br />

evenals alle hoogere aest<strong>het</strong>ische genietingen,<br />

verre boven <strong>de</strong> beteekenis van <strong>het</strong> bloote spel.


HOOFDSTUK XII<br />

LIEFDESPELEN<br />

OMTRENT <strong>de</strong> vraagt of er een spelen<strong>de</strong><br />

werkzaamheid <strong>de</strong>r sexueele aandriften bestaat,<br />

loopen <strong>de</strong> meeningen zeer uiteen.<br />

Velen, zooals b. v. Wundt, ontkennen<br />

<strong>het</strong>, zelfs bij <strong>de</strong> dieren, an<strong>de</strong>ren, zooals Groos,<br />

twijfelen er geen oogenblik aan, wijzen daarbij er<br />

op, dat ,,<strong>het</strong> zoete spel <strong>de</strong>r minne" bij <strong>de</strong>n mensch<br />

veel dui<strong>de</strong>lijker valt aan te toonen dan bij <strong>de</strong> dieren.<br />

Niemand spreekt bij eten of drinken van een<br />

spel en daarme<strong>de</strong> wordt ook een reeel doel beoogd,<br />

<strong>het</strong> behoud van <strong>het</strong> leven; <strong>voor</strong> minnen<strong>de</strong>n<br />

komt daarentegen <strong>het</strong> reeele doel in <strong>de</strong>n regel geheel<br />

niet in aanmerking, n.l. <strong>de</strong> <strong>voor</strong>tplanting <strong>de</strong>r<br />

soort. Als on<strong>de</strong>raf<strong>de</strong>elingen <strong>de</strong>r lief<strong>de</strong>spelen vallen<br />

nog te on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n: <strong>de</strong> natuurlijke paringsspelen,<br />

<strong>de</strong> lief<strong>de</strong>spelen in <strong>de</strong> kunst en <strong>het</strong> sexueel-komische.<br />

i. De natuurlijke paringspelen.<br />

Terwijl bij dieren en <strong>voor</strong>al bij vogels een omvangrijk<br />

waarnemingsmateriaal <strong>de</strong> studie gemakkelijk<br />

maakt, ontbreekt, wat <strong>de</strong> natuurlijke parings-<br />

(,,Bewerbungs") verschijnselen betreft, een vergelijkend<br />

on<strong>de</strong>rzoek <strong>de</strong>r verschillen<strong>de</strong> rassen en volken<br />

geheel, bezitten wij zelfs geen stelselmatige<br />

waarnemingen van een enkel volk. Het is dan ook<br />

thans nog niet mogelijk na te gaan, of en in hoe<br />

verre er bij <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> volken <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> mid<strong>de</strong>len<br />

tot <strong>het</strong> opwekken van sexueele gevoelens bestaan.<br />

In elk geval is <strong>het</strong> aantal van <strong>de</strong>rgelijke


LIEFDESPELEN 221<br />

mid<strong>de</strong>len, die bij alle menschen <strong>voor</strong>komen, zeker<br />

zeer beperkt. Zelfs <strong>de</strong> kus heeft, zooals ons Nyrop<br />

leeren kan, een zeer beperkt verbreidingsgebied, is<br />

b.v. bij <strong>het</strong> geheele Maleische ras, <strong>de</strong> Chineezent<br />

Japanners, Eskimo's en <strong>de</strong> meeste, zoo niet alle<br />

bewoners van Oceanie, niet in zwang. Als vermoe<strong>de</strong>lijk<br />

instinctieve neigingen van <strong>de</strong>n mensch op<br />

dit gebied kunnen dus alleen gel<strong>de</strong>n: <strong>de</strong> liefkoozen<strong>de</strong><br />

aanraking, <strong>de</strong> zelfverheffing of hofmakerij<br />

van <strong>de</strong>n man en <strong>het</strong> coquetteeren van <strong>de</strong> vrouw.<br />

De liefkoozen<strong>de</strong> aanrakingen kunnen als een spel<br />

gel<strong>de</strong>n, indien zij om haar zelfswil geschie<strong>de</strong>n.<br />

Algemeen bekend is, dat sommige kin<strong>de</strong>ren reeds<br />

vroeg toegankelijk zijn <strong>voor</strong> sexueele prikkels en<br />

een drang tot aanraking van <strong>het</strong> an<strong>de</strong>re geslacht<br />

gevoelen, waarvan zij genieten zon<strong>de</strong>r eenig vermoe<strong>de</strong>n<br />

te hebben van <strong>het</strong> eigenlijke doel, waarop<br />

zij gericht zijn. Ook tegenover volwassenen openbaart<br />

zich <strong>de</strong>ze behoefte bij kin<strong>de</strong>ren wel, waarvan<br />

Groos, aan <strong>de</strong> hand van Mantagazza en Perez,<br />

verschillen<strong>de</strong> <strong>voor</strong>beel<strong>de</strong>n geeft. Hiertoe moet ook<br />

<strong>de</strong> teere vriendschap tusschen kin<strong>de</strong>ren van <strong>het</strong>zelf<strong>de</strong><br />

geslacht gerekend wor<strong>de</strong>n. Zelfs bij stu<strong>de</strong>nten<br />

komt <strong>de</strong>rgelijke vriendschap <strong>voor</strong>, ,,in <strong>de</strong>nen<br />

<strong>de</strong>r noch unbefriedigte Natuurtrieb unbewusst<br />

sein Spiel treibt."<br />

Dui<strong>de</strong>lijker treedt <strong>het</strong> karakter van spel op <strong>de</strong>n<br />

<strong>voor</strong>grond bij volwassenen, bij wie <strong>het</strong> eigenlijke<br />

doel van <strong>de</strong>n instinctieven drang tot aanraking<br />

door <strong>de</strong>n wil <strong>de</strong>r betreffen<strong>de</strong> personen wordt uitgesloten,<br />

zooals bij <strong>het</strong> dagelijksche minnekoozen<br />

van verloof<strong>de</strong> paartjes. Hoe naiever een tijdperk of<br />

een maatschappelijke klasse is, <strong>de</strong>s te ver<strong>de</strong>r gaat<br />

<strong>het</strong> spel op dit gebied. Hetgeen ons uit <strong>de</strong>n rid<strong>de</strong>rtijd<br />

in Frankrijk, Italie en Duitschland me<strong>de</strong>ge-


222<br />

HOOFDSTUK XII<br />

<strong>de</strong>eld wordt omtrent <strong>de</strong> ,,enthaltsame Liebesnachte",<br />

vertelt ons Gustav Fritsch van <strong>de</strong> Zoeloekaffers<br />

in Zuid-Afrika en verschilt ook niet zooveel<br />

van <strong>het</strong>geen op <strong>het</strong> platteland in Drente en<br />

ook wel el<strong>de</strong>rs gebruikelijk is of althans tot <strong>voor</strong><br />

korten tijd was.<br />

De zelfverheffing of hofmakerij van <strong>de</strong>n man is een<br />

gevolg van <strong>de</strong> behoefte van <strong>de</strong>n minnaar om zich<br />

tegenover <strong>de</strong> bemin<strong>de</strong> op zijn gunstigst <strong>voor</strong> te doen.<br />

Hij speelt tot zekere hoogte een rol, ,,doet als of" hij<br />

moediger, behendiger, gevoelvoller, geestiger enz. is,<br />

dan in werkelijkheid, in zijn dagelijksch leven <strong>het</strong><br />

geval is. Voor zoover hij zelf van zijn <strong>voor</strong>teffelijke<br />

eigenschappen geniet en dit poseeren zijn ij<strong>de</strong>lheld<br />

streelt, wordt <strong>het</strong> een spel. Een goe<strong>de</strong> gelegenheid<br />

om tegenover <strong>de</strong> aangebe<strong>de</strong>ne van zijn <strong>voor</strong>treffelijke<br />

eigenschappen te doen blijken, leveren <strong>de</strong><br />

kampspelen, waarbij, zooals reeds vroeger werd opgemerkt,<br />

<strong>het</strong> sexueele dikwijls een rol speelt. Ook<br />

<strong>het</strong> verrichten van gevaarlijke on<strong>de</strong>rnemingen of<br />

<strong>het</strong> uitvoeren van moeilijke toeren, waarbij moed,<br />

kracht of behendigheid vereischt wor<strong>de</strong>n, geschiedt<br />

dikwijls ter wille van <strong>de</strong> bewon<strong>de</strong>ring door <strong>het</strong><br />

vrouwelijke geslacht, zooals b.v. in Schiller s beken<strong>de</strong><br />

balla<strong>de</strong> ,,Der Taucher" dui<strong>de</strong>lijk tot uiting<br />

komt, en menig ruikertje E<strong>de</strong>lwijs zou niet met<br />

levensgevaar op steile Alpenrotsen geplukt wor<strong>de</strong>n,<br />

als <strong>de</strong> trotseering van <strong>het</strong> gevaar niet bij terugkeer<br />

in <strong>het</strong> dorp door <strong>de</strong> schoonen aldaar bewon<strong>de</strong>rd<br />

werd.<br />

Deze zelfverheffing openbaart zich eveneens in<br />

<strong>het</strong> ten toon sprei<strong>de</strong>n van lichamelijke <strong>voor</strong><strong>de</strong>elen.<br />

Zoodra bij <strong>de</strong>n jongeling <strong>de</strong> belangstelling <strong>voor</strong><br />

<strong>het</strong> an<strong>de</strong>re geslacht ontwaakt, zien wij dat hij meer<br />

zorg aan zijn uiterlijk <strong>voor</strong>komen besteedt. Hij


LIEFDESPELEN 223<br />

wascht zich vaker, zorgt <strong>voor</strong> een mooie scheiding<br />

in <strong>het</strong> haar, draagt, als <strong>de</strong> mo<strong>de</strong> <strong>het</strong> <strong>voor</strong>schrijft, te<br />

nauwe schoenen en speurt met ongeduld naar <strong>de</strong><br />

eerste <strong>voor</strong>teekenen van zijn ontkiemen<strong>de</strong>n snor.<br />

Ook min<strong>de</strong>r onschuldige dingen komen, <strong>voor</strong>al bij<br />

onbeschaaf<strong>de</strong> volken, somtijds daarbij te pas, die<br />

veel dui<strong>de</strong>lijker aanwijzen waarom <strong>het</strong> te doen is.<br />

Bij beschaaf<strong>de</strong> volken zal <strong>de</strong> man er op uit zijn<br />

om ook op geestelijk gebied van zijn <strong>voor</strong>treffelijkheid<br />

te doen blijken tegenover <strong>de</strong> vrouw, b.v. door<br />

groote belezenheid, geestige gezeg<strong>de</strong>n, gevoel <strong>voor</strong><br />

kunst en muzikalen aanleg.<br />

Het coquetteeren van <strong>het</strong> vrouwelijke geslacht<br />

stemt, wat <strong>het</strong> doel betreft, met <strong>de</strong> zelfverheffing<br />

van <strong>de</strong>n man overeen, is echter meer gecompliceerd.<br />

Hierbij wordt met coquetteeren iets an<strong>de</strong>rs bedoeld<br />

dan <strong>het</strong>geen er gewoonlijk on<strong>de</strong>r verstaan wordt,<br />

n.l. een spel, waardoor <strong>de</strong> vrouw slechts haar overmacht<br />

op <strong>de</strong>n man wil toonen en er van genieten;<br />

hier daarentegen wordt daaron<strong>de</strong>r <strong>de</strong> eigenaardige<br />

toestand verstaan, die berust op <strong>het</strong> antagonisme<br />

van twee instincten: <strong>de</strong> sexueele aandrift en <strong>de</strong><br />

aangeboren preutschheid. Hieruit ontstaat <strong>het</strong> afwisselend<br />

aantrekken en afstooten, dat als coquetterie<br />

wordt aangeduid en ook in <strong>de</strong> dierenwereld<br />

volstrekt niet onbekend is. Het beste <strong>voor</strong>beeld<br />

levert <strong>het</strong> ree, dat in <strong>de</strong>n paringstijd door <strong>het</strong> verlief<strong>de</strong><br />

hert vervolgd wordt: <strong>het</strong> ree vlucht, maar<br />

<strong>het</strong> vlucht in een kring om <strong>het</strong> hert heen. Deze<br />

vorm van coquetterie heeft een groote biologische<br />

en eveneens psychologische beteekenis, waarop hier<br />

echter niet na<strong>de</strong>r kan wor<strong>de</strong>n ingegaan.<br />

Let men op <strong>de</strong> bijzon<strong>de</strong>re vormen, die <strong>het</strong> spelend<br />

coquetteeren aanneemt, dan vindt men daarin<br />

een tegenhanger van <strong>de</strong> zelfverheffing van <strong>de</strong>n


224<br />

HOOFDSTUK XII<br />

man, met dit groote verschil, dat bij <strong>de</strong> vrouw <strong>de</strong><br />

zelfverheffing steeds door <strong>de</strong> aangeboren preutschheid<br />

in toom gehou<strong>de</strong>n of be<strong>de</strong>kt wordt. Terwijl<br />

<strong>de</strong> man van zijn kracht en moed blijk geeft, heeft<br />

<strong>de</strong> vrouw, die bemint, dikwijls <strong>de</strong> behoefte om<br />

haar zwakheid en hulpeloosheid ten toon te sprei<strong>de</strong>n.<br />

In an<strong>de</strong>re gevallen laat zij omgekeerd blijken,<br />

waarin zij uitmunt, meestal in huishou<strong>de</strong>lijke kundighe<strong>de</strong>n.<br />

Het belangrijkste hulpmid<strong>de</strong>l, waarvan<br />

zich <strong>de</strong> vrouw bij <strong>het</strong> coquetteeren bedient, zijn echter<br />

haar lichamelijke bekoorlijkhe<strong>de</strong>n, haar oogen,<br />

haar gang, <strong>het</strong> haar en <strong>het</strong> <strong>voor</strong>al bij feestelijke<br />

gelegenhe<strong>de</strong>n van ouds toegepaste <strong>de</strong>collete, waarbij<br />

tegenwoordig gerust <strong>de</strong> geheele mo<strong>de</strong>rne kleeding<br />

gevoegd kan wor<strong>de</strong>n. Zooals Groos opmerkt,<br />

zou<strong>de</strong>n <strong>de</strong> vrouwen direct protesteeren als men hun<br />

naar <strong>het</strong> doel vroeg <strong>de</strong>r zoo weinig be<strong>de</strong>kken<strong>de</strong><br />

kleeren — ,,und doch haben sie in <strong>de</strong>r Regel kein<br />

Bedurfnis zur Schaustellung ihrer Reize, wenn sie<br />

nur unter sich verkehren".<br />

2. De lief<strong>de</strong>spelen in <strong>de</strong> kunst.<br />

Daar <strong>de</strong> kunst steeds op <strong>het</strong> gevoel wil werken,<br />

ligt <strong>het</strong> <strong>voor</strong> <strong>de</strong> hand, dat zij ook <strong>de</strong> sexueele gevoelens<br />

binnen haar sfeer brengt, zoodat <strong>het</strong> kunstgenot<br />

dikwijls — natuurlijk volstrekt niet altijd —<br />

in een lief<strong>de</strong>sspel veran<strong>de</strong>rt. Bij zeer laag staan<strong>de</strong><br />

volken openbaren zich <strong>de</strong> kunstprestaties in verband<br />

met sexueele gevoelens bijna uitsluitend in<br />

<strong>de</strong> versiering van <strong>het</strong> lichaam en in hun dansen.<br />

De versiering werkt daarbij, evenals <strong>de</strong> opvallen<strong>de</strong><br />

klee<strong>de</strong>rdracht van coquette vrouwen, min<strong>de</strong>r door<br />

<strong>de</strong>n rechtstreekschen zinnelijken prikkel dan door<br />

<strong>de</strong> symbolische beteekenis; zij verra<strong>de</strong>n <strong>de</strong> behoefte


LIEFDESPELEN 225<br />

om zich te tooien en <strong>de</strong>ze behoefte verraadt weer<br />

on<strong>de</strong>r omstandighe<strong>de</strong>n <strong>de</strong>n wensch tot <strong>het</strong> aanknoopen<br />

van sexueeie betrekkingen. Hieruit valt<br />

ook te verklaren, dat zoowel in <strong>de</strong>n tooi <strong>de</strong>r wil<strong>de</strong>n<br />

als bij onze damesmo<strong>de</strong>, naast <strong>het</strong> werkelijk<br />

mooie <strong>het</strong> sterk opvallen<strong>de</strong> zulk een groote plaats<br />

inneemt. Evenzoo dienen vele dansen <strong>de</strong>r natuurvolken<br />

tot sexueeie doelein<strong>de</strong>n, en talrijk zijn <strong>de</strong><br />

beschrijvingen van ontuchtige dansen bij primitieve<br />

volken in alle wereld<strong>de</strong>elen. En dat inhoud en<br />

bedoeling <strong>de</strong>r mo<strong>de</strong>rne dansen van <strong>de</strong> beschaaf<strong>de</strong><br />

volken geheel vrij zijn van erotische neigingen zal<br />

wel niemand in ernst durven beweren.<br />

Bij <strong>de</strong> lief<strong>de</strong>spelen in <strong>de</strong> kunst vervult ook <strong>de</strong><br />

lyrische poezie een rol, dikwijls vereenigd met <strong>de</strong><br />

muziek. Naast <strong>de</strong> troubadours <strong>de</strong>r Mid<strong>de</strong>leeuwen<br />

kan op <strong>de</strong> kunst van <strong>de</strong>n Islam gewezen wor<strong>de</strong>n,<br />

waarvan men <strong>de</strong>n poetischen vorm in vele verhalen<br />

uit ,,Duizend en een nacht" kan bewon<strong>de</strong>ren.<br />

In een daarvan heet <strong>het</strong>: ,,zeer dikwijls beminnen<br />

<strong>de</strong> ooren <strong>voor</strong> <strong>de</strong> oogen".<br />

Het spel, dat <strong>de</strong> kunst in vele gevallen met sexueeie<br />

gevoelens speelt, openbaart zich zelfs in <strong>de</strong><br />

ornamentiek, en wel reeds bij <strong>de</strong> wil<strong>de</strong> volken b.v.<br />

op hun gereedschappen, evenals bij ons in <strong>de</strong> naakte<br />

vrouwenfiguren uit <strong>de</strong>n Renaissancetijd. Niet an<strong>de</strong>rs<br />

is <strong>het</strong> in <strong>de</strong> plastiek, zoowel bij <strong>de</strong> beschaaf<strong>de</strong><br />

als bij <strong>de</strong> onbeschaaf<strong>de</strong> volken. Daarbij is <strong>het</strong> niet<br />

steeds te doen om <strong>de</strong> opwekking van grof-zinnelijke<br />

gevoelens, maar in vele gevallen om <strong>de</strong> fijnere<br />

en psychologisch belangrijker werking van <strong>de</strong> erotische<br />

aandrift. Natuurlijk bestaat er ook een kuische<br />

naaktheid, maar toch meent Groos, dat b.v. bij <strong>de</strong><br />

buitengewone aantrekkingskracht, die <strong>de</strong> Aphrodite<br />

van Praxiteles en <strong>de</strong> Amor en Psyche van<br />

Het Spel 15


226 HOOFDSTUK XII<br />

Canova op <strong>het</strong> groote publiek uitoefenen, ,,duistere<br />

gevoelens op <strong>het</strong> gebied van <strong>het</strong> sexueele leven<br />

me<strong>de</strong> een rol spelen".Welke rol <strong>het</strong> sexueele element<br />

in <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rkunst speelt, is overbekend, van <strong>de</strong><br />

ruwe, zeer vaak obsceene teekeningen <strong>de</strong>r natuurvolken,<br />

ja van praehistorische stammen tot <strong>het</strong><br />

werk <strong>de</strong>r mo<strong>de</strong>rne kunstenaars toe. Even bekend is<br />

<strong>de</strong> zeer groote rol, welke <strong>de</strong> lief<strong>de</strong> in <strong>de</strong> dichtkunst<br />

vervult, zoowel in <strong>de</strong> lyrische poezie als in <strong>de</strong> verhalen<strong>de</strong><br />

beschrijving van lief<strong>de</strong>savonturen. Daarbij<br />

moet niet alleen gedacht wor<strong>de</strong>n aan die letterkundige<br />

produkten, welke erotisch in engeren zin<br />

zijn, maar ook aan <strong>de</strong> ein<strong>de</strong>looze reeks romans en<br />

novellen, waarbij hoofdzaak is, ,,of zij elkan<strong>de</strong>r al<br />

dan niet krijgen".<br />

5. Het genot van <strong>het</strong> sexueel-komische.<br />

Hoewel men hier met een oud en algemeen <strong>voor</strong>komend<br />

verschijnsel te doen heeft, is <strong>het</strong> tot dusver<br />

niet gelukt een afdoen<strong>de</strong> verklaring ervan te<br />

geven. Vast staat alleen dat zoowat <strong>de</strong> geheele<br />

menschheid, van <strong>het</strong> kind tot <strong>de</strong>n volwassene, van<br />

<strong>de</strong>n primitieven natuurmensch tot <strong>de</strong>n geraffineer<strong>de</strong>n<br />

cultuurmensch, van <strong>de</strong> oudste tij<strong>de</strong>n af tot<br />

he<strong>de</strong>n toe, lust gevoelt zich spelend met on<strong>de</strong>rwerpen<br />

op dit gebied bezig te hou<strong>de</strong>n. Het is voldoen<strong>de</strong><br />

te herinneren aan <strong>de</strong> ein<strong>de</strong>looze reeks zoogenaam<strong>de</strong><br />

,,schuine moppen" en <strong>de</strong>n bijval, die<br />

<strong>de</strong>ze vin<strong>de</strong>n. Waarschijnlijk werken daarbij verschillen<strong>de</strong><br />

oorzaken samen, zooals <strong>het</strong> genot van<br />

<strong>de</strong> verbo<strong>de</strong>n vrucht, <strong>het</strong> gelijkstellen van <strong>het</strong> sexueel-komische<br />

met <strong>het</strong> onfatsoenlijke in <strong>het</strong> algemeen<br />

en daarbij <strong>de</strong> prikkel van <strong>het</strong> overschrij<strong>de</strong>n<br />

<strong>de</strong>r door <strong>de</strong> maatschappelijke ze<strong>de</strong>nwetten getrok-


LIEFDESPELEN 22 7<br />

ken grenzen, ver<strong>de</strong>r ook een zeker kampspel, daar<br />

wij ons lachend onttrekken aan <strong>de</strong>n invloed, die<br />

<strong>het</strong> gehoor<strong>de</strong> op ons heeft uitgeoefend en daardoor<br />

min of meer een gevoel van onze meer<strong>de</strong>rheid verkrijgen,<br />

terwijl sommigen er ook een opleven van<br />

atavistische neigingen uit een ze<strong>de</strong>lijk lager staand<br />

verle<strong>de</strong>n in willen zien.


HOOFDSTUK XIII<br />

NABOOTSINGSPELEN<br />

DE zucht tot nabootsing is <strong>de</strong>n mensch<br />

en zelfs vele hoogere dieren aangeboren<br />

en kan beschouwd wor<strong>de</strong>n als <strong>de</strong> bemid<strong>de</strong>laarster<br />

tusschen <strong>de</strong> han<strong>de</strong>lingen<br />

van <strong>het</strong> instinct en die van <strong>het</strong> intellect. Terwijl<br />

Bain niets wil weten van een nabootsing-instinct,<br />

meent Groos, dat als men haar niet als een zuiver<br />

instinct wil beschouwen, zij toch nauw met <strong>de</strong><br />

instincten samenhangt. In elk geval heeft <strong>de</strong> nabootsing,<br />

zoowel psychologisch als biologisch, een<br />

bijz&n<strong>de</strong>r groote beteekenis, want zij schept <strong>de</strong><br />

,,sociale erfelijkheid", d. w. z. <strong>de</strong> van alle physieke<br />

erfelijkheid onafhankelijke overlevering of traditie<br />

van verworven gewoonten van geslacht op geslacht.<br />

Hierbij is van opzettelijke me<strong>de</strong>werking van <strong>de</strong>n<br />

drager <strong>de</strong>r traditie doorgaans geen sprake, daar <strong>het</strong><br />

overnemen in <strong>de</strong> meeste gevallen uitsluitend door<br />

nabootsing geschiedt. Het begrip nabootsing wordt<br />

door ons in <strong>de</strong> gewone beteekenis van <strong>het</strong> woord<br />

opgevat, n.l. als „een herhaling <strong>de</strong>r houding of gedragingen<br />

van een individu door een an<strong>de</strong>r\<br />

Deze herhaling, zon<strong>de</strong>r welke geen leeren en geen<br />

overlevering zou bestaan, is <strong>de</strong> onmisbare drager<br />

van <strong>de</strong> onafgebroken en daardoor noodzakelijke<br />

<strong>voor</strong>waar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> zich steeds ver<strong>de</strong>r ontwikkelen<strong>de</strong>,<br />

niet telkens weer van meet af aan opnieuw<br />

beginnen<strong>de</strong> beschaving <strong>de</strong>r menschheid. Het dui<strong>de</strong>-<br />

1 ) Lloyd Morgan, Habit and Instinct (Lon<strong>de</strong>n, 1896). Daarentegen<br />

vatten G. Tar<strong>de</strong> (Les Lois <strong>de</strong> limitation, 2<strong>de</strong> druk, Parijs<br />

1896) en J. Mark Baldwin (Mental Development in the child and<br />

the race, Lon<strong>de</strong>n en New York 1895) <strong>het</strong> begrip nabootsing in veel<br />

ruimer beteekenis op.


NABOOTSINGSPELEN 229<br />

lijkste bewijs hiervan leveren ons <strong>de</strong> nabootsingspelen<br />

zelf, want in <strong>het</strong> spel en <strong>het</strong> speelgoed <strong>de</strong>r<br />

kin<strong>de</strong>ren blijven <strong>de</strong> ze<strong>de</strong>n, gebruiken, wapens, gereedschappen<br />

enz. bewaard, die bij <strong>de</strong> volwassenen<br />

somtijds reeds se<strong>de</strong>rt eeuwen verdwenen zijn (zie<br />

ook biz. 125).<br />

Op <strong>de</strong> vraag, wanneer is <strong>de</strong> nabootsing als spel<br />

te beschouwen, moet men <strong>het</strong> psychologisch criterium<br />

toepassen: <strong>de</strong> nabootsing is dan een spel, als<br />

zij om haar zelfswil genoten wordt. Als dus<br />

iemand geeuwt en an<strong>de</strong>ren beginnen ook te geeuwen,<br />

of als eenige menschen <strong>het</strong> op een loopen zetten,<br />

omdat zij an<strong>de</strong>ren zien loopen, is dit geen spel,<br />

evenmin als <strong>de</strong> nabootsing met opzet gebeurt,<br />

maar alleen als zij <strong>voor</strong>tvloeit uit een behoefte om<br />

<strong>de</strong> aandrift er toe te bevredigen.<br />

Hoe sterk die aandrift, <strong>voor</strong>al bij onbeschaaf<strong>de</strong><br />

volken, kan zijn, leeren ons <strong>de</strong> verhalen van vele<br />

reizigers. Zoo beschrijft Lady Richmond Brown<br />

een feest <strong>de</strong>r San Bias Indianen in <strong>de</strong>n West-Indischen<br />

Archipel aldus: ,,Acht mannen begonnen op<br />

hun rieten fluiten te spelen en <strong>de</strong> klagen<strong>de</strong> tonen<br />

klonken angstwekkend en won<strong>de</strong>rvol in <strong>de</strong> overvoile<br />

hut. In <strong>het</strong> mid<strong>de</strong>n werd plaats gemaakt en<br />

<strong>de</strong> contoolies (medicijnmannen) begonnen een<br />

woesten dans. De hoofdmannen volg<strong>de</strong>n hun<br />

<strong>voor</strong>beeld, <strong>het</strong> opperhoofd zelf wieg<strong>de</strong> zich op <strong>het</strong><br />

rhytme. Alle toeschouwers wer<strong>de</strong>n er door aangestoken<br />

en <strong>de</strong> opwinding verspreid<strong>de</strong> zich snel,<br />

want wij hoor<strong>de</strong>n <strong>het</strong> gejoel <strong>de</strong>r menigte buiten.<br />

Binnen korten tijd had zich een vreug<strong>de</strong>roes van<br />

alien meester gemaakt." Dat <strong>de</strong> nabootsingzucht<br />

ook bij beschaaf<strong>de</strong> volken zeer groot is, 1 ) leeren tal<br />

G. Tar<strong>de</strong>, Lcs lois <strong>de</strong> l'imitation, zegt, niet zon<strong>de</strong>r overdrijving:<br />

„,La societe, cest l'imitation".


230<br />

HOOFDSTUK XIII<br />

van <strong>voor</strong>beel<strong>de</strong>n, b.v. om maar een enkel te noemen,<br />

<strong>de</strong> tegenwoordige mo<strong>de</strong> van <strong>het</strong> dragen van<br />

uilenbrillen, hoewel <strong>de</strong>ze maar weinigen flatteeren<br />

en zij zelfs door menigeen gedragen wor<strong>de</strong>n, die<br />

in <strong>het</strong> geheel geen bril noodig heeft.<br />

Er vallen bij <strong>de</strong> nabootsingspelen <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong><br />

groepen te on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n: <strong>de</strong> spelen<strong>de</strong> nabootsing<br />

van afzon<strong>de</strong>rlijke han<strong>de</strong>lingen, <strong>de</strong> dramatische nabootsingspelen,<br />

<strong>de</strong> plastische nabootsingspelen en<br />

<strong>de</strong> innerlijke nabootsing.<br />

/. De spelen<strong>de</strong> nabootsing van afzon<strong>de</strong>rlijke<br />

han<strong>de</strong>lingen.<br />

Men kan hierbij nog een on<strong>de</strong>rver<strong>de</strong>eling maken<br />

in <strong>de</strong> nabootsing van optische en van aeustische<br />

han<strong>de</strong>lingen.<br />

De nabootsing van optische verschijnselen begint<br />

bij <strong>het</strong> kind reeds als <strong>het</strong> slechts eenige maan<strong>de</strong>n<br />

oud is. Aanvankelijk wor<strong>de</strong>n hem <strong>de</strong>ze door<br />

<strong>de</strong> omgeving geleerd, zooals in <strong>de</strong> handjes klappen,<br />

een handje geven, een buiging maken en meer<br />

<strong>de</strong>rgelijke. Weldra echter doet <strong>het</strong> geheel zelfstandig<br />

waarnemingen en bootst <strong>het</strong> datgene, wat zijn<br />

aandacht getrokken heeft, uit eigen beweging na.<br />

Het wan<strong>de</strong>lt met <strong>de</strong>n wan<strong>de</strong>lstok van zijn va<strong>de</strong>r<br />

door <strong>de</strong> kamer, schrijft met een stukje hout, neemt<br />

een boek om er in te lezen enz. Bij natuurvolken<br />

blijft <strong>de</strong>ze neiging ook in <strong>het</strong> latere leven bestaan.<br />

Zoo leest men bij Lumholtz: ,,Veel vermaak schepten<br />

<strong>de</strong> wil<strong>de</strong>n er in om <strong>de</strong>n witten man alles na<br />

te doen, zooals mondspoelen, han<strong>de</strong>n wasschen<br />

enz." Bij beschaaf<strong>de</strong> volken zijn <strong>de</strong> nabootsingen<br />

van volwassenen meestal of slechts onwillekeurige<br />

aanpassingen, of zij hebben een bepaald doel, vor~


NABOOTSINGSPELEN<br />

men dus in bei<strong>de</strong> gevallen geen spel. Van spelen<strong>de</strong><br />

nabootsing is hier alleen sprake als er navolging<br />

plaats heert van een uitwendig of ook slechts in <strong>de</strong><br />

verbeelding bestaand <strong>voor</strong>beeld, b.v. <strong>de</strong> jonge ij<strong>de</strong>ltuit,<br />

die er zich op toelegt een koning <strong>de</strong>r mo<strong>de</strong><br />

na te volgen in zijn kleeding en gebaren, of een<br />

jong stu<strong>de</strong>nt, die in gang, groet, uitdrukking van<br />

<strong>het</strong> gelaat, haarscheiding enz. een bekend tooneelspeler<br />

imiteert.<br />

De nabootsing van acustische waarnemingen<br />

tre<strong>de</strong>n ook reeds vroeg op, b.v. een kind, dat met<br />

een sleutelbos ergens op slaat, om een geluid, dat<br />

<strong>het</strong> gehoord heeft, te weeg te brengen, of <strong>de</strong> volwassene,<br />

die met een zweep knalt dan wel op een<br />

trompet blaast, omdat hij <strong>het</strong> van an<strong>de</strong>ren gehoord<br />

heeft. Een belangrijke rol speelt <strong>de</strong>ze nabootsing<br />

bij <strong>het</strong> leeren spreken. Vroeger werd er op gewezen,<br />

hoe aan <strong>het</strong> leeren spreken <strong>de</strong> experimenteeren<strong>de</strong><br />

oefening van <strong>de</strong> stem moet <strong>voor</strong>af gaan.<br />

Komt nu daarbij nog <strong>de</strong> drang tot nabootsing,<br />

dan is <strong>de</strong> grondslag <strong>voor</strong> <strong>het</strong> leeren <strong>de</strong>r moe<strong>de</strong>rtaal<br />

gegeven. Het kind hoort allerlei gelui<strong>de</strong>n, die <strong>het</strong><br />

nabootst, zooals dierengelui<strong>de</strong>n, hoesten, <strong>het</strong> huilen<br />

van <strong>de</strong>n wind enz. Een <strong>de</strong>r eerste woor<strong>de</strong>n, die<br />

mijn zoon dui<strong>de</strong>lijk kon uitspreken, was ,,han<strong>de</strong>l",<br />

omdat hij van zijn slaapvertrek uit <strong>voor</strong>tdurend<br />

dien uitroep op straat hoor<strong>de</strong>. Een bijzon<strong>de</strong>re prikkel<br />

<strong>voor</strong> <strong>het</strong> kind bij zijn spraakoefeningen is dat<br />

<strong>het</strong> weldra bespeurt, hoe zijn eerste succes zijn omgeving<br />

in verrukking brengt en hij praktisch <strong>voor</strong><strong>de</strong>el<br />

heeft van <strong>het</strong> nabootsen <strong>de</strong>r woor<strong>de</strong>n eten,<br />

drinken, lekker. Niet alle klanknabootsingen bij<br />

<strong>het</strong> leeren spreken kunnen als spel opgevat wor<strong>de</strong>n,<br />

vele echter wel. Bij <strong>de</strong>ze nabootsingen wor<strong>de</strong>n,<br />

doordat <strong>de</strong> nabootsing niet altijd goed gelukt, ook


232 HOOFDSTUK XIII<br />

nieuwe uitdrukkingen gevormd. Vooral gemakkelijk<br />

uit te spreken lettergrepen als mama, baba,<br />

fafa, papa, wor<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> scherp luisteren<strong>de</strong><br />

ou<strong>de</strong>rs als benamingen <strong>voor</strong> hen bestemd, opgevat,<br />

door <strong>de</strong> volwassenen over.genomen en daarna<br />

weer tot on<strong>de</strong>rwijzing van <strong>het</strong> kind herhaald. In<br />

verband hierme<strong>de</strong> wil ik even er aan herinneren,<br />

dat bij sommige volken <strong>de</strong> va<strong>de</strong>r met ,,mama" en<br />

<strong>de</strong> moe<strong>de</strong>r met ,,papa" wordt aangeduid, ja, dat<br />

bij <strong>de</strong> ,,Menangkabausche Maleiers op Sumatra<br />

,,mama" <strong>de</strong> aanduiding is <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n oudsten oom<br />

van moe<strong>de</strong>rszij<strong>de</strong>. Dat in <strong>de</strong> poezie <strong>de</strong> klanknabootsing<br />

een rol speelt en eveneens in <strong>de</strong> muziek*<br />

is bekend genoeg.<br />

2. Dramatische nabootsingspelen.<br />

Bij <strong>de</strong>ze groep is <strong>de</strong> nabootsing bijna altijd met<br />

<strong>de</strong> illusie verbon<strong>de</strong>n, waardoor <strong>de</strong> copie in <strong>het</strong><br />

origineel of <strong>de</strong> nabootser in zijn mo<strong>de</strong>l schijnt te<br />

veran<strong>de</strong>ren. Hierdoor krijgt <strong>het</strong> spel een geheel<br />

an<strong>de</strong>r karakter, want <strong>de</strong> bron van <strong>het</strong> lustgevoel<br />

ligt nu niet meer uitsluitend in <strong>het</strong> ,,ook kunnen",<br />

maar in <strong>het</strong> genot <strong>de</strong>r verplaatsing in een an<strong>de</strong>r<br />

wezen, in <strong>het</strong> spel <strong>de</strong>r fantasie, in <strong>het</strong> genieten van<br />

<strong>de</strong>n aest<strong>het</strong>ischen schijn. Bij <strong>de</strong> dramatische nabootsingspelen<br />

<strong>de</strong>r kin<strong>de</strong>ren zijn drie gevallen<br />

mogelijk: <strong>voor</strong>eerst dat <strong>het</strong> kind zelf <strong>de</strong> nabootsing<br />

verricht, b.v. een jongen, die soldaat of een<br />

meisje dat dienstbo<strong>de</strong> speelt; in <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> plaats,<br />

dat <strong>het</strong> speelgoed bepaal<strong>de</strong> objecten nabootst, zooals<br />

<strong>de</strong> pop, waarme<strong>de</strong> <strong>het</strong> meisje of <strong>de</strong> vliegmachine,<br />

waarmee <strong>de</strong> jongen speelt; in <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong><br />

plaats, dat bei<strong>de</strong> gecombineerd optre<strong>de</strong>n, b.v. <strong>het</strong><br />

meisje treedt als moe<strong>de</strong>r op en <strong>de</strong> pop is haar kind


NABOOTSINGSPELEN 233<br />

of <strong>de</strong> jongen is <strong>de</strong> aanvoer<strong>de</strong>r van een groepje loo<strong>de</strong>n<br />

soldaatjes. Neemt men aan, dat <strong>de</strong> dramatische<br />

kunst langs <strong>de</strong>n omweg <strong>de</strong>r mimische dansen zich<br />

uit <strong>de</strong> nabootsingspelen van <strong>het</strong> kind ontwikkeld<br />

heeft, dan had <strong>de</strong> kunst <strong>de</strong>r volwassenen dus drie<br />

verschillen<strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n van ontwikkeling.<br />

Daarvan heeft bij <strong>de</strong> Westersche volken slechts <strong>de</strong><br />

Fig. 43. Koeskoes-spel in Melanasie, waarbij <strong>de</strong> bewegingen<br />

van <strong>de</strong>n koeskoes, een op een eekhoorn gelijkend bui<strong>de</strong>ldier,<br />

wor<strong>de</strong>n nagebootst.<br />

eerste beteekenis gekregen. Wel komt <strong>de</strong> twee<strong>de</strong><br />

ook <strong>voor</strong>, n.l. als marionettentheater, maar <strong>de</strong>ze<br />

richting in <strong>de</strong> kunst heeft tegenwoordig niet veel<br />

meer te beteekenen, al vertoont zij nu en dan<br />

eenige opleving, waartoe ik slechts aan <strong>het</strong> marionettenspel<br />

van Braun uit Miinchen en <strong>het</strong> succes.<br />

dat <strong>de</strong>ze <strong>voor</strong> enkele jaren ook in ons land had,


234<br />

HOOFDSTUK XIII<br />

behoef te herinneren. An<strong>de</strong>rs is <strong>het</strong> daarme<strong>de</strong> in<br />

Oostersche lan<strong>de</strong>n gesteld, zooals <strong>het</strong> Wajangspel<br />

<strong>de</strong>r Javanen en <strong>het</strong> Chineesch schimmenspel.<br />

Tot <strong>de</strong> dingen, die <strong>het</strong> kind nabootst, behooren<br />

ook levenlooze <strong>voor</strong>werpen. Al naar gelang <strong>het</strong><br />

verloop van een ingewikkeld spel zulks meebrengt,<br />

is <strong>het</strong> kind nu eens een boom, dan een bank, later<br />

een auto of locomotief en <strong>het</strong> tracht door houding<br />

en beweging aan <strong>de</strong>ze stoute illusies steun te verleenen.<br />

Veel meer beteekenis heeft <strong>de</strong> nabootsing<br />

<strong>de</strong>r dieren. Het gedrag <strong>de</strong>r dieren vormt <strong>voor</strong> kin<strong>de</strong>ren<br />

een bron van levendig genot. Zij kruipen als<br />

slangen, knorren als varkens, vliegen als vogels, vangen<br />

en verslin<strong>de</strong>n buit, dragen dierenmaskers, lachen<br />

dieren uit en bootsen <strong>de</strong> meeste bewegingen <strong>de</strong>r dieren<br />

na (fig.43) . De groote belangstelling <strong>de</strong>r kin<strong>de</strong>ren<br />

in <strong>de</strong> dierenwereld is daarom van zooveel beteekenis,<br />

omdat <strong>de</strong> nabootsing van dieren in <strong>de</strong> primitieve<br />

kunst en <strong>de</strong> vereering van dieren in <strong>de</strong> primitieve<br />

godsdiensten (zooals <strong>het</strong> Totemisme <strong>de</strong>r Indianen)<br />

zulk een groote rol speelt. In <strong>de</strong> kunst komt daarbij<br />

<strong>de</strong> dierendans in aanmerking die, al dan niet in<br />

vereeniging met <strong>het</strong> dragen van dierenmaskers,<br />

over <strong>de</strong> geheele aar<strong>de</strong> verbreid is (fig.44). In nog hoogere<br />

mate dan <strong>het</strong> gedrag <strong>de</strong>r dieren bootsen <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren<br />

<strong>de</strong> han<strong>de</strong>lingen <strong>de</strong>r menschen na, en er valt<br />

nauwelijks een han<strong>de</strong>ling <strong>de</strong>r volwassenen te noemen,<br />

waarmee dit niet gebeurt. Het beken<strong>de</strong> gezeg<strong>de</strong>,<br />

zooals <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> zongen, piepen <strong>de</strong> jongen, geldt<br />

zoowel bij onbeschaaf<strong>de</strong> volken, als bij <strong>de</strong> cultuurvolken.<br />

Bij <strong>de</strong> laatste zijn in <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>rspelen vele<br />

oud-hei<strong>de</strong>nsche feesten bewaard gebleven, die door<br />

<strong>de</strong> volwassenen reeds se<strong>de</strong>rt eeuwen niet meer gevierd<br />

wor<strong>de</strong>n. 1 )<br />

l ) Zic biz. 125 en <strong>de</strong> aanm. aldaar.


Fig. 44. Jagoeardans <strong>de</strong>r Kaua-Indianen in Z.-Amerika, waarbij<br />

<strong>de</strong> sprongen en <strong>het</strong> geluid van een jaguar wor<strong>de</strong>n nagebootst.


236 HOOFDSTUK XIII<br />

Het dramatische nabootsingspel is van onberekenbaren<br />

invloed op <strong>de</strong> ontwikkeling van <strong>het</strong> kind,<br />

dat daardoor niet slechts uiterlijke vaardigheid verkrijgt,<br />

maar ook diep wortelen<strong>de</strong> sympathieen en<br />

antipathieen, gewoonten en opvattingen. Het kind<br />

vormt zijn persoonlijkheid, afgezien van <strong>de</strong> erfelijke<br />

eigenschappen, grooten<strong>de</strong>els door nabootsing<br />

en wel naar <strong>het</strong> <strong>voor</strong>beeld zijner omgeving.<br />

De fantasie van <strong>het</strong> kind is in <strong>het</strong> be<strong>de</strong>nken van<br />

allerlei nabootsingspelletjes onuitputtelijk. Nu eens<br />

is <strong>het</strong> hond, dan paard, wolf of schaap, een oogenblik<br />

later tramconducteur of schoolmeester, vervolgens<br />

weer auto of locomotief. Somtijds schijnt <strong>het</strong><br />

geheel in <strong>het</strong> zelfbedrog op te gaan, als <strong>het</strong> uit een<br />

koekje een maaltijd van velerlei gerechten bereidt;<br />

een an<strong>de</strong>ren keer schijnt <strong>het</strong> waakbewustzijn sterk<br />

achter <strong>de</strong> illusie op te tre<strong>de</strong>n, b.v. als men <strong>het</strong> zegt,<br />

dat <strong>het</strong> <strong>de</strong> voetenbank, die als paard dienst doet,<br />

pijn doet door ze te slaan en <strong>het</strong> antwoord daarop<br />

luidt: ,,<strong>het</strong> is maar een voetenbank", waardoor <strong>de</strong><br />

ijver van <strong>het</strong> spel echter geenszins verzwakt wordt.<br />

Ook <strong>de</strong> snelle veran<strong>de</strong>ring <strong>de</strong>r fantasie<strong>voor</strong>stellingen<br />

is somtijds merkwaardig: Twee op elkan<strong>de</strong>r geleg<strong>de</strong><br />

plankjes vormen een boterham, die heerlijk<br />

smaakt, en in <strong>het</strong> volgend oogenblik wor<strong>de</strong>n zij<br />

met zorg te slapen gelegd.<br />

De zucht tot nabootsing ontvangt dikwijls een<br />

intensieven prikkel doordat gelijktijdig an<strong>de</strong>re aandriften<br />

bevredigd wor<strong>de</strong>n. Een <strong>de</strong>r belangrijkste<br />

daarvan is <strong>het</strong> <strong>het</strong> kampinstinct, en alles wat met<br />

oorlog en vechten verband houdt, wordt dan ook<br />

ijverig door jongens nagebootst. Bij ons geeft <strong>het</strong><br />

leger en <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis daartoe <strong>het</strong> <strong>voor</strong>beeld,<br />

waarnaast ook veel door <strong>de</strong> traditie in <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>rwereld<br />

zelf bewaard blijft, zooals <strong>het</strong> roovertje- en


NABOOTSINGSPELEN 237<br />

Indiaan-spelen kan leeren; bij <strong>de</strong> natuurvolken<br />

vormen <strong>de</strong> jacht en oorlog <strong>de</strong>r mannen <strong>de</strong>n prikkel.<br />

Zoo vertelt Joest, dat op Ceram, waar <strong>het</strong> koppensnellen<br />

tot <strong>voor</strong> weinige jaren algemeen <strong>voor</strong>kwam,<br />

,,een bij jong en oud bemind spel <strong>het</strong> koppensnellen<br />

was, waaraan <strong>de</strong> jonge knapen met uit<br />

licht hout of gaba-gaba nagebootste zwaar<strong>de</strong>n<br />

<strong>de</strong>el namen." Het hoofd wordt daarbij <strong>voor</strong>gesteld<br />

door een kokosnoot, die met <strong>het</strong> zwaard van <strong>de</strong><br />

steel gehouwen en in triumf meegevoerd wordt.<br />

Bij <strong>de</strong> meisjes treedt <strong>het</strong> verplegingsinstinct sterk<br />

op <strong>de</strong>n <strong>voor</strong>grond. Het moe<strong>de</strong>rlijke instinct, dat bij<br />

hen aanwezig is, wordt door <strong>het</strong> <strong>voor</strong>beeld <strong>de</strong>r<br />

moe<strong>de</strong>r tot nabootsingspelen ontwikkeld. Het<br />

moe<strong>de</strong>rtje spelen is bij hen algemeen en wordt niet<br />

slechts toegepast op <strong>de</strong> poppen, maar ook op jongere<br />

broertjes en zusjes en zelfs op volwassenen.<br />

Ook allerlei levenlooze <strong>voor</strong>werpen, een plankje,<br />

een voetenkussen, een lap, kortom alles wat draagbaar<br />

is, wordt, dank zij <strong>het</strong> illusievermogen van<br />

<strong>het</strong> kind, een teer bemin<strong>de</strong> en angstvallig verzorg<strong>de</strong><br />

baby.<br />

Bij <strong>de</strong> beschaaf<strong>de</strong> volken treft men bij volwassenen<br />

slechts weinig dramatische nabootsingspelen meer<br />

aan; an<strong>de</strong>rs is dit bij <strong>de</strong> natuurvolken, bij wie <strong>de</strong><br />

nabootsingsdansen b.v. zeer algemeen verbreid zijn,<br />

zooals dierendansen, geestendansen en <strong>voor</strong>al krijgsdansen.<br />

3. Plastische nabootsingspelen.<br />

Hieron<strong>de</strong>r verstaat men <strong>het</strong> weergeven van zichtbare<br />

<strong>voor</strong>werpen door een in rust verkeeren<strong>de</strong> copie,<br />

en wel evenzeer <strong>de</strong> tweedimensionale of teekenen<strong>de</strong><br />

reproductie als <strong>de</strong> driedimensionale of plastische in


238 HOOFDSTUK XIII<br />

engeren zin. Spel en kunst vallen daarbij moeilijker<br />

van elkan<strong>de</strong>r te schei<strong>de</strong>n dan bij dramatische nabootsingspelen,<br />

omdat bij <strong>het</strong> spelend nateekenen<br />

van een <strong>voor</strong>beeld reeds <strong>de</strong> kleine kunstenaar zich<br />

doet gel<strong>de</strong>n, die ook aan an<strong>de</strong>ren wil toonen, wat<br />

hij kan. Alleen in zooverre kan bij <strong>het</strong> plastisch<br />

nabootsen dan ook sprake zijn van spel, als <strong>de</strong> zuivere<br />

vreug<strong>de</strong> aan <strong>het</strong> werk <strong>de</strong> ziel van hem, die<br />

copieeert, vervult. Dit speelkarakter zal zelfs bij <strong>de</strong><br />

hoogste prestaties van een geniaal kunstenaar <strong>voor</strong><br />

een <strong>de</strong>el <strong>de</strong> productieve stemming moeten vormen.<br />

Zoowel bij kin<strong>de</strong>ren als bij natuurvolken neemt<br />

<strong>het</strong> teekenen een veel belangrijker plaats in dan <strong>de</strong><br />

beeldhouwkunst. Dat ook <strong>de</strong>ze nochtans bij <strong>de</strong> laatsten<br />

van <strong>de</strong> oudste tij<strong>de</strong>n af beoefend werd, leeren ons<br />

praehistorische vondsten, zooals ,,<strong>de</strong> Venus van<br />

Willendorf", ,,<strong>de</strong> Venus van Brassenpouy" en ,,<strong>de</strong><br />

negerin van Mentone" o.a. kunnen leeren. De eerste<br />

(fig.45) werd bij Willendorf in Ne<strong>de</strong>r-Oostenrijk gevon<strong>de</strong>n,<br />

is uit kalksteen gesne<strong>de</strong>n en stelt een<br />

diluviale corpulente vrouw <strong>voor</strong>, die, zooals men<br />

in Transvaal zou zeggen ,,mooi vet" is. Nochtans<br />

zijn ook uit <strong>de</strong>ze overou<strong>de</strong> tij<strong>de</strong>n <strong>de</strong> tweedimensionale<br />

afbeeldingen veel talrijker. Misschien dat bij<br />

<strong>de</strong> natuurvolken <strong>de</strong> teekenkunst ge<strong>de</strong>eltelijk religieuse<br />

motieven had, misschien ook dat zij ten <strong>de</strong>ele<br />

praktische beteekenis bezat als beel<strong>de</strong>nschrift; maar<br />

in <strong>de</strong> meeste gevallen sproot zij <strong>voor</strong>t uit <strong>de</strong> zuivere<br />

lust om iets weer te geven, was zij <strong>de</strong>rhalve spel.<br />

Bij kin<strong>de</strong>ren valt dit nog dui<strong>de</strong>lijker waar te nemen,<br />

waarbij dikwijls- fantasie en zucht tot nabootsing<br />

hand aan hand gaan. Kin<strong>de</strong>ren, en waarschijnlijk<br />

ook natuurvolken, produceeren <strong>het</strong> liefst naar <strong>het</strong><br />

geheugen en hebben een afkeer van <strong>het</strong> copieeeren<br />

naar <strong>de</strong> natuur; vandaar <strong>de</strong> vaak zon<strong>de</strong>rlinge <strong>voor</strong>-


NABOOTSINGSPELEN 2 39<br />

. . .... . . . . . . . .. . . . . . . . .. . . . . . . .. . . . . . . . . ... . . . . . . .. . . . . . . . .. . . . . . . . .. . . . . . . . .. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . . . .. .<br />

stellingen van bei<strong>de</strong> . Zoo vertelt ons van <strong>de</strong>n Steinen<br />

van een teekening van Europeanen door Indianen<br />

uit bet Amazonegebied, waarbij <strong>de</strong> snor over<br />

<strong>de</strong> oogen loopt of zelfs op bet hoo , fd zit. Dat er<br />

echter ook on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> be .schaaf<strong>de</strong> volken kunstenaars<br />

<strong>voor</strong>komen, die meer naar bet geheugen dan naar<br />

Fig . 45.<br />

De Venus van Willendorf<br />

(Naar een gipsafgietsel) .<br />

<strong>de</strong> natuur schil<strong>de</strong>ren, kan ons Bocklin leeren, al<br />

vormen zij een uitzon<strong>de</strong>ring .<br />

4 . De innerl eke nabootsi'ng,<br />

Als innerlijke nabootsing beschouwt Groos bet<br />

innerlijk meeleven, bet doordringen en zich verplaatsen<br />

in - <strong>de</strong>n zielkundigen toestand van an<strong>de</strong>re


240 HOOFDSTUK XIH<br />

individuen, <strong>de</strong> objectieve erkenning van <strong>het</strong>geen<br />

door hen gevoeld, waarnaar door hen gestreefd<br />

wordt. Dit openbaart zich reeds bij <strong>het</strong> kind als<br />

<strong>het</strong> met zijn pop speelt en waaruit <strong>het</strong>, dank zij <strong>de</strong><br />

werking <strong>de</strong>r nabootsing, een symbool van <strong>het</strong> leven<br />

vormt. Het legt in <strong>de</strong> pop zijn eigen ziel, doordat<br />

<strong>het</strong> <strong>de</strong>ze op een vraag <strong>het</strong> antwoord doet geven,<br />

<strong>het</strong> draagt zijn eigen gevoelens, <strong>voor</strong>stellingen en<br />

wenschen op <strong>de</strong> pop over. Voor een uitvoerige<br />

populaire bespreking leent zich <strong>het</strong> on<strong>de</strong>rwerp echter<br />

niet, omdat <strong>het</strong> te 1 veel kennis van aest<strong>het</strong>ica<br />

en psychologie verlangt.


HOOFDSTUK XIV<br />

SOCIALE SPELEN<br />

DEZE spelen hangen in <strong>de</strong> meeste gevallen<br />

nauw samen met <strong>de</strong> zucht tot nabootsing,<br />

welke laatste van <strong>de</strong> grootste beteekenis<br />

is <strong>voor</strong> <strong>het</strong> ontstaan en <strong>het</strong> behoud<br />

<strong>de</strong>r maatschappelijke toestan<strong>de</strong>n. Het gemeenschappelijk<br />

han<strong>de</strong>len en voelen, zon<strong>de</strong>r welke sociale<br />

samenwerking niet mogelijk zou zijn, wordt toch<br />

in hooge mate bevor<strong>de</strong>rd door <strong>de</strong>n drang tot nabootsing<br />

en wel in <strong>de</strong>n onwillekeurigen, dus niet<br />

opzettelijken vorm, dien wij alien uit <strong>de</strong>n aanstekelijken<br />

invloed van geeuwen of hoesten kennen.<br />

Daarnaast vallen wel is waar in <strong>het</strong> spel ook eenige<br />

verschijnselen op sociaal gebied aan te wijzen, die<br />

niet i<strong>de</strong>ntiek zijn met <strong>de</strong> nabootsing. Opmerking<br />

verdient ver<strong>de</strong>r, dat <strong>de</strong> bevrediging <strong>de</strong>r sociale behoeften<br />

doorgaans slechts <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rstrooming<br />

vormt, waarop veel meer gespecialiseer<strong>de</strong> en dui<strong>de</strong>lijker<br />

op <strong>de</strong>n <strong>voor</strong>grond tre<strong>de</strong>n<strong>de</strong> doelein<strong>de</strong>n van<br />

<strong>het</strong> spel berusten. Zoo b.v. is <strong>de</strong> gezellige kout een<br />

sociaal spel bij uitnemendheid, maar <strong>de</strong> bevrediging<br />

van <strong>de</strong>ze aandrift zal <strong>de</strong>n <strong>de</strong>elnemers er aan slechts<br />

in een onbepaald gevoel van behagen bewust wor<strong>de</strong>n,<br />

terwijl zij inmid<strong>de</strong>ls b.v. een kampspel of een<br />

lief<strong>de</strong>spel als <strong>het</strong> eigenlijke doel van hun han<strong>de</strong>len<br />

on<strong>de</strong>rvin<strong>de</strong>n.<br />

Volgens Groos berust <strong>de</strong> lichamelijke en geestelijke<br />

gemeenschap, die bij hooger staan<strong>de</strong> dieren en<br />

<strong>voor</strong>al bij <strong>de</strong>n mensch als maatschappij wordt aangeduid,<br />

in <strong>de</strong> eerste plaats op twee betrekkelijk zeer<br />

Het Spel 16


242 HOOFDSTUK XIV<br />

eenvoudige instincten, die nauw met <strong>de</strong> nabootsing<br />

verwant zijn, n.l. <strong>het</strong> instinct om toena<strong>de</strong>ring te<br />

zoeken tot zijn soortgenooten en dat om waarschuwings-<br />

of lokroepen uit te stooten en <strong>de</strong>ze te<br />

beantwoor<strong>de</strong>n. Bei<strong>de</strong> zijn reeds in <strong>de</strong> dieren- en <strong>de</strong><br />

menschenfamilie van <strong>de</strong> grootste beteekenis en<br />

daardoor ook in <strong>de</strong> maatschappij, waarvan naar<br />

Groos meent, <strong>de</strong> familie feitelijk <strong>de</strong>n grondslag<br />

vormt, daar <strong>het</strong> kud<strong>de</strong>n- en hor<strong>de</strong>nleven zich grooten<strong>de</strong>els<br />

uit <strong>de</strong> meer oorspronkelijke verhouding<br />

tusschen moe<strong>de</strong>r en kind, dus uit <strong>het</strong> familieleven,<br />

ontwikkeld hebben.<br />

Er valt niet aan te twijfelen, dat <strong>de</strong> sociale spelen<br />

<strong>de</strong> school vormen <strong>voor</strong> <strong>het</strong> opgroeien<strong>de</strong> geslacht.<br />

De behoefte om zich tot een sociale groep te vereenigen,<br />

vindt hierbij in duizen<strong>de</strong>rlei vormen bevrediging,<br />

en <strong>de</strong>ze bevrediging vormt <strong>de</strong>n bree<strong>de</strong>n<br />

grondslag, waarop an<strong>de</strong>re instincten zich doen gel<strong>de</strong>n.<br />

,,Hier op <strong>de</strong> speelplaats," zegt Rein, ,,wordt<br />

<strong>het</strong> gemeenschapsgevoel opgewekt, <strong>de</strong> grondslag<br />

waarop later <strong>het</strong> leven in <strong>de</strong> familie, <strong>de</strong> gemeente,<br />

<strong>de</strong>n staat berust; <strong>het</strong> gevoel <strong>de</strong>r samenhoorigheid,<br />

samen met an<strong>de</strong>ren <strong>voor</strong> een doel te strij<strong>de</strong>n en te<br />

worstelen, samen zich te verheugen over <strong>het</strong> behaal<strong>de</strong><br />

succes." De rechtstreeksche werking van <strong>de</strong>n<br />

socialen drang naar gemeenschap uit zich reeds in<br />

<strong>het</strong> behagelijke gevoel ,,tot <strong>de</strong> kud<strong>de</strong> te behooren/'<br />

Wellicht is dit reeds bij <strong>de</strong> dieren, waaraan <strong>de</strong> uitdrukking<br />

ontleend is, <strong>het</strong> geval, maar in elk geval<br />

openbaart zich bij <strong>het</strong> kind, zoodra <strong>het</strong> <strong>de</strong>n leeftijd<br />

bereikt heeft, dat <strong>het</strong> gezelschap van an<strong>de</strong>re kin<strong>de</strong>ren<br />

zoekt, een bran<strong>de</strong>nd verlangen, om steeds ,,er<br />

bij te zijn", zoodra zich <strong>de</strong> makkers tot een of<br />

an<strong>de</strong>r doel vereenigen. Hem besluipt een gevoel<br />

van verdriet, van wanhoop soms, als <strong>het</strong> ziet, hoe


SOCIALE SPELEN 243<br />

<strong>de</strong> an<strong>de</strong>ren zich vereenigen, terwijl <strong>het</strong> zelf om <strong>de</strong><br />

een of an<strong>de</strong>re re<strong>de</strong>n niet mee kan doen.<br />

Bij <strong>de</strong> volwassenen treft men <strong>de</strong>ze meest oorspronkelijke<br />

werkzaamheid <strong>de</strong>r sociale instincten<br />

evenzeer aan. Dit komt <strong>voor</strong>namelijk tot uiting in<br />

<strong>de</strong> ,,feesten", die <strong>voor</strong> <strong>de</strong> sociale samenleving <strong>de</strong>r<br />

menschen van onberekenhare beteekenis zijn. Hoe<br />

machtig <strong>de</strong>ze invloed is, blijkt b.v. reeds daaruit,<br />

dat <strong>het</strong> uiterst moeilijk is een opgewekt godsdienstig<br />

gemeenschapsleven in stand te hou<strong>de</strong>n, zoodra<br />

<strong>de</strong> feesten al te zeer uit <strong>de</strong>n eeredienst verdwijnen.<br />

Geheel verdwijnen kunnen zij niet, daar reeds <strong>de</strong><br />

bijeenkomst <strong>de</strong>r kerkelijke gemeentele<strong>de</strong>n op zich<br />

zelf een bevrediging van <strong>de</strong> aandrift tot toena<strong>de</strong>ring<br />

vormt, die met een feestelijke stemming gepaard<br />

gaat. Hoe nuchterer een godsdienst is, <strong>de</strong>s te<br />

grooter is ook <strong>het</strong> aantal ,,lauwen". Dit wordt<br />

door <strong>de</strong> godsdienstige secten meestal dui<strong>de</strong>lijk beseft<br />

en zoo gebeurt <strong>het</strong> wel, dat om <strong>het</strong> tegen te<br />

gaan mid<strong>de</strong>len wor<strong>de</strong>n toegepast, die niet al te<br />

ver af staan van <strong>de</strong> gebruiken <strong>de</strong>r natuurvolken.<br />

Vooral <strong>het</strong> Leger <strong>de</strong>s Heils heeft dit begrepen, en in<br />

<strong>de</strong> Vereenig<strong>de</strong> Staten is <strong>het</strong> geen zeldzaamheid, dat<br />

in <strong>de</strong> kerk bioscoop<strong>voor</strong>stellingen wor<strong>de</strong>n gegeven,<br />

wereldlijke zangkooren optre<strong>de</strong>n of .... gedanst<br />

wordt. — Bij primitieve volken is <strong>het</strong> feest, naast<br />

<strong>de</strong>n oorlog, bijna <strong>het</strong> eenige mid<strong>de</strong>l om van <strong>de</strong><br />

sociale samenhoorigheid <strong>de</strong>r le<strong>de</strong>n van een stam of<br />

van verschillen<strong>de</strong> stammen te getuigen, terwijl <strong>het</strong><br />

feest ook <strong>de</strong> beste <strong>voor</strong>bereiding tot <strong>de</strong>n oorlog<br />

vormt. Zijn sociale beteekenis blijkt ook daaruit,<br />

dat er hoofdzakelijk mannen aan <strong>de</strong>elnemen. Onze<br />

prachtige kerkgebouwen, concertzalen, schouwburgen<br />

en allerhan<strong>de</strong> instellingen tot vermaak, voeren in<br />

convergeeren<strong>de</strong> lijnen terug naar <strong>de</strong> feesthutten (fig.


Fig. 46. Rijk versierd feestgebouw op Nieuw-Guinea.


SOCIALE SPELEN 245<br />

47) <strong>de</strong>r primitieve volken. Bij <strong>de</strong>ze laatsten wor<strong>de</strong>n<br />

echter <strong>de</strong> vrouwen doorgaans streng uit <strong>de</strong>ze feesthutten<br />

geweerd. Wat <strong>de</strong> beschaaf<strong>de</strong> maatschapp'ij<br />

betreft, verdient <strong>het</strong> opmerking, dat elke vereeniging,<br />

elke partij talrijke le<strong>de</strong>n telt, die <strong>voor</strong> <strong>de</strong> zaak zelf<br />

niet <strong>de</strong> geringste belangstelling bezitten, maar toch<br />

er bij blijven behooren en wel <strong>voor</strong>namelijk ter<br />

wille van <strong>de</strong> bevrediging van <strong>het</strong> abstracte ,,kud<strong>de</strong>instinct",<br />

door <strong>de</strong> elementaire behoefte aan groepvorming.<br />

Een an<strong>de</strong>r verschijnsel <strong>de</strong>r sociale aandrift, dat<br />

min of meer met <strong>de</strong> behoefte aan aaneensluiting<br />

samenhangt, is <strong>de</strong> op sociaal gebied zoo belangrijke<br />

vrijwillige subordinatie aan <strong>het</strong> geheel. Deze verhouding<br />

openbaart zich reeds in <strong>de</strong> dierenwereld<br />

tusschen <strong>de</strong> kud<strong>de</strong> en <strong>het</strong> dier, dat leidt, alsme<strong>de</strong><br />

in <strong>het</strong> kin<strong>de</strong>rspel, waarbij <strong>het</strong> kind blin<strong>de</strong>lings <strong>de</strong><br />

bevelen van <strong>de</strong>n aanvoer<strong>de</strong>r van <strong>de</strong>n troep opvolgt.<br />

Bij volwassenen is <strong>het</strong> niet an<strong>de</strong>rs, en zon<strong>de</strong>r <strong>de</strong>ze<br />

behoefte om zich vrijwillig te on<strong>de</strong>rwerpen aan bepaal<strong>de</strong><br />

lei<strong>de</strong>rs, zou een geregel<strong>de</strong> samenleving eenvoudig<br />

niet mogelijk zijn. Deze subordinatie, die<br />

b.v. bij alle staatkundige partijen <strong>voor</strong>komt, geldt<br />

niet alleen op stoffelijk gebied, maar evenzeer van<br />

abstracte dingen. In verband hierme<strong>de</strong> zou nog op<br />

<strong>het</strong> ontstaan <strong>de</strong>r straf gewezen kunnen wor<strong>de</strong>n.<br />

Wel zal daarbij vermoe<strong>de</strong>lijk <strong>het</strong> begrip wraak ook<br />

een rol gespeeld hebben, in veel hoogere mate echter<br />

<strong>het</strong> ook bij primitieve volken aanwezige gevoel,<br />

dat <strong>de</strong> scha<strong>de</strong> aan een lid <strong>de</strong>r gemeenschap toegebracht,<br />

gelijktijdig aan <strong>de</strong> gemeenschap zelf na<strong>de</strong>el<br />

berokkent.<br />

Een <strong>de</strong>r<strong>de</strong> verschijnsel op <strong>het</strong> gebied <strong>de</strong>r sociale<br />

samenhoorigheid is dat <strong>de</strong>r sociale sympathie, die<br />

hier op te vat ten is als ,,goe<strong>de</strong> kameraadschap"


246 HOOFDSTUK XIV<br />

Zij mag niet verward wor<strong>de</strong>n met vriendschap,<br />

want <strong>de</strong>ze gaat veel ver<strong>de</strong>r. Afgezien van <strong>de</strong>ze laatste,<br />

bestaat er tusschen <strong>de</strong> afzon<strong>de</strong>rlijke individuen<br />

niet veel welwillendheid. Deze treedt eerst op, als<br />

<strong>de</strong> menschen lid van een sociale groep zijn gewor<strong>de</strong>n,<br />

daar zon<strong>de</strong>r haar geen samenwerking mogelijk<br />

zou zijn. Zoodra echter <strong>het</strong> partijverband verbroken<br />

wordt, verdwijnt <strong>de</strong> welwillendheid, zooals<br />

reeds menigeen on<strong>de</strong>rvon<strong>de</strong>n heeft, die als persoonlijke<br />

vriendschap beschouw<strong>de</strong>, wat slechts sociale<br />

sympathie bleek te zijn. Hoe men nu ook subjectief<br />

over <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van <strong>de</strong>ze goe<strong>de</strong> kameraadschap<br />

moge <strong>de</strong>nken, <strong>voor</strong> <strong>het</strong> bestaan en <strong>de</strong> ontwikkeling<br />

<strong>de</strong>r maatschappij is zij onmisbaar. De school echter,<br />

waarin zij beoefend wordt, is <strong>het</strong> spel. Bij kin<strong>de</strong>ren<br />

komt zij uitsluitend daarbij tot uiting en bij volwassenen<br />

is <strong>het</strong> niet veel an<strong>de</strong>rs. Tot welk ernstig<br />

doel ook <strong>de</strong> menschen zich vereenigen, steeds gaat<br />

<strong>het</strong> met een feest als onmisbare bekrachtiging van<br />

<strong>het</strong> bondgenootschap gepaard. Men behoeft slechts<br />

te <strong>de</strong>nken aan <strong>de</strong> ,,politieke banketten" in Frankrijk<br />

in <strong>het</strong> begin <strong>de</strong>r vorige eeuw on<strong>de</strong>r Lo<strong>de</strong>wijk<br />

Philips of aan <strong>de</strong> feesten bij staatkundige congressen,<br />

<strong>de</strong> feestmaaltij<strong>de</strong>n bij verga<strong>de</strong>ringen van politieke<br />

partijen, van geleer<strong>de</strong>n of vakgenooten. Ongetwijfeld<br />

speelt daarbij <strong>de</strong> behoefte aan vermaak en<br />

ontspanning ook een rol, maar <strong>de</strong> praktische waar<strong>de</strong><br />

ervan bestaat hierin, dat zij <strong>de</strong> sociale sympathie<br />

en daardoor <strong>het</strong> weerstandsvermogen <strong>de</strong>r groep verhoogt.<br />

Een innerlijke, geestelijke vereeniging <strong>de</strong>r sociale<br />

groep wordt tot stand gebracht door <strong>de</strong> behoefte<br />

aan me<strong>de</strong><strong>de</strong>eling. Het hoofdmid<strong>de</strong>l daartoe vormt<br />

<strong>de</strong> taal, en sommige on<strong>de</strong>rzoekers schrijven <strong>het</strong> ontstaan<br />

<strong>de</strong>r taal <strong>voor</strong>namelijk toe aan <strong>de</strong>n drang om


SOCIALE SPELEN 247<br />

me<strong>de</strong>dcclingen te doen. Hoewel in <strong>de</strong> eerste en <strong>voor</strong>naamste<br />

plaats op praktische doelein<strong>de</strong>n gericht.<br />

bezit <strong>de</strong>ze aandrang toch ook in menig opzicht<br />

een spelkarakter. Bij kin<strong>de</strong>ren valt dit dui<strong>de</strong>lijk<br />

waar te nemen, daar zij menigmaal zoowel tegen<br />

poppen of an<strong>de</strong>r speelgoed, als tegen dieren en menschen<br />

zooveel babbelen, dat <strong>het</strong> schijnt alsof zij in<br />

<strong>het</strong> geheel niet meer kunnen ophou<strong>de</strong>n, zoodat zij<br />

alleen praten uit pleizier om te babbelen, zon<strong>de</strong>r<br />

dat er van een praktisch doel sprake is. Bij volwassenen<br />

is <strong>het</strong> moeilijker <strong>de</strong> grens te trekken tusschen<br />

spel en ernst, maar <strong>de</strong> conversatie <strong>de</strong>r heeren aan<br />

<strong>de</strong> bittertafel en <strong>de</strong>r dames op hun ,,jour", of in<br />

Duitschland bij <strong>de</strong> ,,Kaffeeklatsch", zooals <strong>het</strong><br />

veelzeggend hier heet, is ook niets an<strong>de</strong>rs dan een<br />

sociaal spel.<br />

Een an<strong>de</strong>re vorm van <strong>de</strong> behoefte aan me<strong>de</strong><strong>de</strong>eling<br />

is <strong>het</strong> zich op <strong>de</strong>n <strong>voor</strong>grond plaatsen, ten<br />

ein<strong>de</strong> daardoor in een bepaal<strong>de</strong> groep invloed uit te<br />

oefenen. Ook dit heeft sociale beteekenis, n.l. indien<br />

daardoor niet uitsluitend <strong>het</strong> kampinstinct bevredigd<br />

wordt, maar tevens <strong>het</strong> gevoel tot uiting<br />

komt, dat men b.v. in een wedstrijd door zijn eigen<br />

prestaties <strong>het</strong> aanzien <strong>de</strong>r geheele groep verhoogt.<br />

Zoo moet ook <strong>de</strong> ware sociale lei<strong>de</strong>r niet strij<strong>de</strong>n<br />

ter wille van <strong>het</strong> genot aan eigen macht, maar<br />

zijn eigen ik moet zoozeer opgaan in <strong>de</strong> gemeenschap,<br />

dat <strong>voor</strong> hem eigen grootheid en grootheid<br />

<strong>de</strong>r door hem gelei<strong>de</strong> groep i<strong>de</strong>ntiek zijn; of <strong>het</strong><br />

daarbij gaat om groote of kleine dingen, om <strong>het</strong><br />

bestuur van een rijk of van een club, maakt geen<br />

verschil uit. Zoo bestaat ook bij <strong>de</strong>n kunstenaar een<br />

sociale aandrang tot me<strong>de</strong><strong>de</strong>eling. Hij wil, <strong>het</strong>geen<br />

zijn ziel vervult, uiten, op <strong>de</strong> een of an<strong>de</strong>re wijze<br />

weergeven, waardoor hij an<strong>de</strong>ren in staat stelt er van


248 HOOFDSTUK XIV<br />

te genieten, maar waardoor hij tevens macht verkrijgt<br />

over <strong>de</strong> ziel van die an<strong>de</strong>ren. Terwijl hij zich<br />

geeft, wordt <strong>de</strong> kunstenaar op <strong>de</strong>ze wijze heerscher.<br />

Ein<strong>de</strong>lijk moet nog gewezen wor<strong>de</strong>n op <strong>de</strong><br />

sociale beteekenis <strong>de</strong>r nabootsing, <strong>voor</strong>al van <strong>de</strong><br />

onwillekeurige nabootsing, <strong>de</strong> massasuggestie.<br />

Reeds vroeger werd er op gewezen (biz. 93), hoe<br />

sterk <strong>de</strong>ze bij dieren kan zijn, en van haar invloed<br />

op <strong>de</strong>n mensch leveren b.v. <strong>het</strong> optre<strong>de</strong>n <strong>de</strong>r Flagellanten<br />

tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> Kruistochten en <strong>de</strong> Mid<strong>de</strong>leeuwsche<br />

massadansen, waaraan somtijds geheele dorpen<br />

<strong>de</strong>elnamen, <strong>voor</strong>beel<strong>de</strong>n. Indien <strong>het</strong> <strong>de</strong>n mensch niet<br />

aangeboren was zich door <strong>het</strong> <strong>voor</strong>beeld van een<br />

gevoel of gedachte, die <strong>de</strong> groote menigte vervult<br />

en bij haar tot uiting komt, te laten meeslepen, zou<br />

<strong>het</strong> in buitengewone tij<strong>de</strong>n nooit tot groote beslissingen<br />

komen.<br />

Bij <strong>de</strong> vraag, hoe <strong>de</strong>ze gebeurtenissen in <strong>het</strong> spel<br />

beoefend wor<strong>de</strong>n, on<strong>de</strong>rscheidt Groos nog een ge~<br />

meenschappelijk han<strong>de</strong>len en een gemeenschappelijke<br />

innerlijke nabootsing.<br />

De neiging om met <strong>de</strong> sociale groep gemeenschappelijk<br />

te han<strong>de</strong>len komt bij <strong>de</strong> gezelschapsspelen <strong>de</strong>r<br />

kin<strong>de</strong>ren op velerlei wijzen tot uiting. Grooten<strong>de</strong>els<br />

zijn <strong>de</strong>rgelijke spelen nabootsingen <strong>de</strong>r han<strong>de</strong>lingen<br />

van <strong>de</strong> volwassenen. Baldwin acht ze, als<br />

oefening <strong>voor</strong> ernstige sociale doelein<strong>de</strong>n in <strong>het</strong><br />

latere leven, van groote waar<strong>de</strong>. Een eenvoudig spel,<br />

waarbij <strong>het</strong> nabootsend karakter dui<strong>de</strong>lijk op <strong>de</strong>n<br />

<strong>voor</strong>grond treedt, is dat, bekend on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>n naam<br />

,,Adam had zeven zonen." De kin<strong>de</strong>ren dansen<br />

daarbij eerst, hand aan hand, in <strong>het</strong> rond en zingen:<br />

Adam had zeven zonen, zeven zonen had Adam.


SOCIALE SPELEN 249<br />

Zij aten niet, zij dronken niet, zij keken elkaar in<br />

[<strong>het</strong> gezicht<br />

En <strong>de</strong><strong>de</strong>n alle zoo :<br />

Bij <strong>het</strong> laatste-woord blijven alle staan, <strong>de</strong> lei<strong>de</strong>r<br />

van <strong>het</strong> spel treedt mid<strong>de</strong>n in <strong>de</strong>n kring en voert<br />

allerlei bewegingen uit (in <strong>de</strong> han<strong>de</strong>n klappen, <strong>het</strong><br />

hoofd draaien, rompbewegingen, op <strong>de</strong>n grond<br />

stampen, zagen, hout kappen enz.), die alle overige<br />

kin<strong>de</strong>ren moeten nadoen. Het lied zou door volwassenen<br />

<strong>het</strong> eerst in <strong>de</strong> beken<strong>de</strong> springprocessie te<br />

Echternach gezongen zijn, welke op <strong>de</strong> Mid<strong>de</strong>leeuwsche<br />

pestdansen is terug te voeren; maar in<br />

werkelijkheid is <strong>de</strong> oorsprong veel ou<strong>de</strong>r, want <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong><br />

sprongen vermeldt Svoboda van <strong>de</strong> bewoners<br />

<strong>de</strong>r Nicobaren, <strong>de</strong> eilan<strong>de</strong>ngroep ten N. van Sumatra<br />

gelegen. Vele an<strong>de</strong>re ron<strong>de</strong>dansen <strong>de</strong>r kin<strong>de</strong>ren<br />

met liedjes, waarvan <strong>de</strong> inhoud moeilijk te begrijpen<br />

is, wer<strong>de</strong>n reeds in <strong>de</strong> Mid<strong>de</strong>leeuwen gezongen<br />

en sommige daarvan zou<strong>de</strong>n van oud-Germaanschen<br />

oorsprong zijn en een godsdienstigen grondslag<br />

hebben. De tekst on<strong>de</strong>rging daarbij dikwijls<br />

veran<strong>de</strong>ringen. Zoo b.v. stond in <strong>het</strong> Duitsche kin<strong>de</strong>rliedje<br />

,,Adam ging und wollte sich erquicken"<br />

oorspronkelijk in plaats van Adam, Amor; <strong>het</strong> was<br />

dan ook oorspronkelijk een ou<strong>de</strong> lief<strong>de</strong>dans <strong>de</strong>r<br />

volwassenen. Dat zulke ron<strong>de</strong>dansen bij ons alleen<br />

door meisjes en heel jeugdige knapen wor<strong>de</strong>n uitgevoerd,<br />

hangt vermoe<strong>de</strong>lijk daarmee samen, dat<br />

ou<strong>de</strong>re jongens er iets onmannelijks in zien, dat<br />

hunner onwaardig is.<br />

Het dui<strong>de</strong>lijkst komt <strong>de</strong> sociale beteekenis van<br />

<strong>het</strong> spel tot uiting in <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>rfeestjes, b.v. schoolwan<strong>de</strong>lingen<br />

of buitenpartijtjes. ,,Als <strong>de</strong>ze met twee<br />

of drie kin<strong>de</strong>ren zou<strong>de</strong>n plaats vin<strong>de</strong>n, zou<strong>de</strong>n <strong>de</strong>


250<br />

HOOFDSTUK XIV<br />

kin<strong>de</strong>ren er weinig aardigs in zien, maar als er<br />

20 of meer samen zijn, heerscht er een geheel an<strong>de</strong>re<br />

geest en geldt <strong>het</strong> beken<strong>de</strong> spreekwoord: hoe meer<br />

zielen, hoe meer vreugd. Ook vele van <strong>de</strong>ze kin<strong>de</strong>rfeesten<br />

zijn van <strong>de</strong> volwassenen afgekeken en hebben<br />

bij <strong>de</strong> laatsten, zooals reeds gezegd werd, hun<br />

oorsprong in ou<strong>de</strong> hei<strong>de</strong>nsche feesten, zooals <strong>de</strong><br />

Paasch-, Mei-, Pinkster-, Lente-, Zomerfeesten enz.<br />

(fig- 47).<br />

Bij <strong>de</strong> feesten <strong>de</strong>r volwassenen speelt <strong>de</strong> zucht<br />

tot nabootsing een niet min<strong>de</strong>r groote rol. Zooals<br />

James zegt, ,,hebben <strong>de</strong> meest primitieve wil<strong>de</strong>n<br />

hunne min of meer door bepaal<strong>de</strong> vormen geregel<strong>de</strong><br />

dansen. De verschillen<strong>de</strong> godsdiensten hebben hun<br />

plechtige gebruiken en oefeningen en <strong>de</strong> burgerlijke<br />

en militaire macht geeft blijken van haar grootheid<br />

door optochten en feesten van allerlei soort. Wij<br />

hebben onze opera's, schouwburgen en maskera<strong>de</strong>s.<br />

Een aan alle <strong>de</strong>ze ceremonieele spelen (zooals men<br />

ze zou kunnen noemen) gemeenschappelijk element<br />

is <strong>de</strong> vreug<strong>de</strong>volle opwinding bij <strong>de</strong> gemeenschappelijke<br />

actie, die van een georganiseer<strong>de</strong> tnenigte uitgaat.<br />

Dezelf<strong>de</strong> han<strong>de</strong>lingen, gemeenschappelijk door<br />

een groote menigte uitgevoerd, schijnen veel meer<br />

te beteekenen, dan wanneer wij ze alleen zou<strong>de</strong>n<br />

uitvoeren.... Het geeft niet alleen voldoening zoo<br />

vele vreem<strong>de</strong> menschen te zien, maar <strong>het</strong> vormt een<br />

bijzon<strong>de</strong>re bekoring, <strong>de</strong>el te nemen aan <strong>het</strong> collectieve<br />

leven <strong>de</strong>r massa."<br />

Zoowel bij onbeschaaf<strong>de</strong> als bij beschaaf<strong>de</strong> volken<br />

zijn <strong>de</strong> feesten, als uiting <strong>de</strong>r sociale samenhoorigheid,<br />

talrijk. Bij <strong>de</strong> eersten is <strong>het</strong> in vele gevallen<br />

<strong>de</strong> eenige mogelijkheid tot <strong>het</strong> hou<strong>de</strong>n van<br />

bijeenkomsten, daar <strong>de</strong> stammen dikwijls op voet<br />

van oorlog met elkan<strong>de</strong>r leven, althans elke aan-


Fig. 47.<br />

Het dansen om <strong>de</strong>n<br />

Meiboom, in verschillen<strong>de</strong><br />

lan<strong>de</strong>n,<br />

zooals Oostenrijk,<br />

Beieren, Zwe<strong>de</strong>nenz.<br />

nog in zwang om <strong>de</strong><br />

overwinning van <strong>de</strong>n<br />

zomer op <strong>de</strong>n winter<br />

te vieren.


252<br />

HOOFDSTUK XIV<br />

raking vermij<strong>de</strong>n. De hoofdfeesten daarentegen wor<strong>de</strong>n<br />

menigmaal door een aantal stammen samen<br />

gevierd. Vele stammen bezitten afzon<strong>de</strong>rlijke, somtijds<br />

rijkelijk versier<strong>de</strong> gebouwen (fig. 46), welke<br />

alleen <strong>voor</strong> feestelijke bijeenkomsten bestemd zijn.<br />

Hoewel <strong>de</strong> vele feesten een godsdienstigen grondslag<br />

hebben, gaan diegenen te ver, die in alle <strong>de</strong>rgelijke<br />

feesten overblijfselen van ou<strong>de</strong> religieuse<br />

han<strong>de</strong>lingen willen zien. Zoo vieren <strong>de</strong> Bakai'ri,<br />

een Indianenstam in Brazilie, jaarlijks in April een<br />

groot oogstfeest. Von <strong>de</strong>n Steinen, die zulk een<br />

feest bijwoon<strong>de</strong>, meen<strong>de</strong> dat <strong>het</strong> met <strong>de</strong> vereering<br />

hunner go<strong>de</strong>n zou samenhangen, maar op een <strong>de</strong>sbetreffen<strong>de</strong><br />

vraag luid<strong>de</strong> <strong>het</strong> antwoord: ,,wij vieren<br />

<strong>het</strong> feest in <strong>de</strong>n oogsttijd, omdat wij dan iets hebben<br />

om feest te vieren; in <strong>de</strong>n drogen tijd moeten<br />

wij spaarzaam zijn, in <strong>de</strong>n regentijd zou alles beschimmelen".<br />

Wel proza'isch, maar goed te begrijpen.<br />

Zoo ook vieren <strong>de</strong> Australiers alle belangrijke<br />

gebeurtenissen door dansen: <strong>het</strong> rijpen <strong>de</strong>r gewassen,<br />

<strong>het</strong> begin <strong>de</strong>r oestervangst, <strong>de</strong> wijding <strong>de</strong>r<br />

jongelingen, <strong>de</strong> ontmoeting met een bevrien<strong>de</strong>n<br />

stam, een gelukkige jacht, <strong>het</strong> begin van een oorlog,<br />

<strong>het</strong> sluiten van vre<strong>de</strong>, dit alles geeft aanleiding tot<br />

dansfeesten. Niet an<strong>de</strong>rs is <strong>het</strong> bij vele an<strong>de</strong>re onbeschaaf<strong>de</strong><br />

volken. Van <strong>de</strong> Negers zegt Carl Hagemann:<br />

zij dansen en dansen gaarne, zoo lang <strong>de</strong><br />

krachten <strong>het</strong> uithou<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> nacht duurt. De<br />

zooveel mogelijk onon<strong>de</strong>nbroken beweging van <strong>het</strong><br />

lichaam in al zijn on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>elen wekt bij hen <strong>de</strong> gewenschte<br />

lustgevoelens op. Dit is alles/' Het hoofddoel<br />

van <strong>de</strong>n dans is bij hen <strong>het</strong> opwekken van<br />

<strong>de</strong>n dansroes, <strong>het</strong> te <strong>voor</strong>schijn roepen van een min<br />

of meer duurzamen romantisch-erotischen, half bewusten<br />

toestand, als <strong>het</strong> krachtigste en best werken-


SOCIALE SPELEN 253<br />

<strong>de</strong> mid<strong>de</strong>l om <strong>de</strong> ellen<strong>de</strong> van <strong>het</strong> leven te vergeten.<br />

Indien hij kon, zooals hij wil<strong>de</strong>, zegt Hagemann<br />

ver<strong>de</strong>r, zou <strong>de</strong> Neger <strong>de</strong>n geheelen nacht doordansen<br />

en ook <strong>de</strong>n dag daarbij. Hier en daar gebeurt<br />

zulks in<strong>de</strong>rdaad, o.a. bij <strong>de</strong> Bopoto-Negers (fig.<br />

48). Het schijnt daarom, dat <strong>het</strong> ontstaan van<br />

feesten eenvoudig is terug te voeren op <strong>de</strong> algemeetie<br />

sociale behoefte om bij gewichtige gebeurtenissen<br />

aan <strong>de</strong> opgewon<strong>de</strong>n gevoelens gemeenschappelijk<br />

uiting te geven, en doordat <strong>het</strong> gemeenschappelijk<br />

gebeurt, wordt <strong>de</strong>ze uiting tot <strong>de</strong>n hoogsten<br />

graad opgevoerd.<br />

De hoofd<strong>bestand</strong><strong>de</strong>elen van <strong>het</strong> primitieve feest<br />

zijn <strong>de</strong> maaltijd en <strong>de</strong> dans. Bei<strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>n meestal<br />

op buitensporige wijze, <strong>het</strong>geen juist een kenmerk<br />

<strong>de</strong>r massa-suggestie is. Zooals kin<strong>de</strong>ren bij partijtjes<br />

een groote hoeveelheid koekjes en taartjes kunnen<br />

verorberen, zoo gaat <strong>het</strong> ook met volwassenen,<br />

die niet aan <strong>de</strong> gevolgen hunner onmatigheid <strong>de</strong>nken,<br />

en zulks doen natuurvolken gewoonlijk niet.<br />

Daarbij komt nog <strong>de</strong> opwin<strong>de</strong>n<strong>de</strong> invloed van<br />

alkoholische dranken, waarvan <strong>het</strong> gebruik over<br />

<strong>de</strong> geheele bewoon<strong>de</strong> aar<strong>de</strong> verbreid is. Van <strong>de</strong><br />

zwelg- en braspartijen, waarin <strong>de</strong> feestmaaltij<strong>de</strong>n<br />

<strong>de</strong>r onbeschaaf<strong>de</strong> volken in vele gevallen ontaar<strong>de</strong>n,<br />

kan men verhalen bij talrijke reizigers lezen. Eveneens<br />

verhalen zij ons van <strong>de</strong> ongeloofelijke volharding,<br />

waarmee bij zulke volken gedanst wordt,<br />

dagen en nachten lang. Er wordt gedanst tot men<br />

volslagen uitgeput is en daarna begint men weer opnieuw.<br />

De bewegingsroes, die volgens vele on<strong>de</strong>rzoekers<br />

<strong>de</strong> hoofdprikkel bij <strong>het</strong> dansvermaak<br />

vormt, wordt bij zulke feesten gemeenschappelijk<br />

genoten en daardoor aan <strong>de</strong> sociale instincten dienstbaar<br />

gemaakt. Grosse schil<strong>de</strong>rt <strong>de</strong> groote beteekenis


Fig. 48, Een doo<strong>de</strong>ndans bij <strong>de</strong> Bopoto-negers in Afrika, die somtijds geduren<strong>de</strong> eenige dagen en<br />

nachten achter elkan<strong>de</strong>r wordt <strong>voor</strong>tgezet.


SOCIALE SPELEN 255<br />

van <strong>de</strong>n dans <strong>voor</strong> <strong>de</strong> nog primitieve maatschappij<br />

vootreffelijk, als hij zegt: Bij <strong>de</strong> Polynesiers staat<br />

<strong>het</strong> dansen van alle vermakelijkhe<strong>de</strong>n bovenaan en<br />

mag bij geen ceremonieele gelegenheid ontbreken.<br />

Eigenaardig zijn hier op sommige eilan<strong>de</strong>n, zooals<br />

op Samoa, <strong>de</strong> zitdansen, die ook op Nieuw Zeeland<br />

<strong>voor</strong>komen en waartoe dikwijls <strong>de</strong> bewoners van<br />

<strong>het</strong> eene dorp, die van <strong>het</strong> naburige dorp uitnoodigen<br />

(fig. 49) . Op <strong>de</strong> Nikobaren wordt bij <strong>het</strong> sluiten<br />

van een vre<strong>de</strong> steeds gedanst door bei<strong>de</strong> partijen. Na<br />

<strong>de</strong>n dans weenen bei<strong>de</strong> partijen en ruilen zij hun<br />

Fig. 49. Zitdans op <strong>de</strong> Samoa-eilan<strong>de</strong>n (Polynesie).<br />

wapens. Sommige Eskimostammen bouwen danshuizen<br />

van sneeuwblokken, waarin overdag gedanst<br />

wordt, bij an<strong>de</strong>re stammen van dit Poolvolk<br />

geschiedt <strong>het</strong> dansen 's avonds en geeft somtijds,<br />

zooals <strong>de</strong> beken<strong>de</strong> ,,lampendans", o.a. door Nansen<br />

beschreven, aanleiding tot uitspattingen. Bij<br />

sommige Indianenstammen in <strong>het</strong> zui<strong>de</strong>n van<br />

Suriname wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> zweepdans en <strong>de</strong> bijendans<br />

hartstochtelijk beoefend, waartoe <strong>de</strong> bewoners van<br />

naburige dorpen elkan<strong>de</strong>r te gast noodigen en niet<br />

slechts dagen, maar ook weken lang samen blijven,


256 HOOFDSTUK XIV<br />

waarbij <strong>voor</strong>tdurend geheele nachten gedanst<br />

wordt. Om <strong>de</strong> twee etmalen wordt een nacht gerust.<br />

Ook vele an<strong>de</strong>re dansen wor<strong>de</strong>n door hen uitgevoerd.<br />

De verschei<strong>de</strong>nheid in dansen bij <strong>de</strong> onbeschaaf<strong>de</strong><br />

volken is verbazend groot en ongetwijfeld hebben<br />

zij bij hen ten <strong>de</strong>ele een an<strong>de</strong>re beteekenis dan<br />

alleen een bewegingsroes te doen ontstaan. Bij vele<br />

is <strong>het</strong> een instinctieve uiting van levensvreug<strong>de</strong>,<br />

zooals Hagemann beweert, bij an<strong>de</strong>re een mid<strong>de</strong>l<br />

om erotische gevoelens op te wekken, bij nog an<strong>de</strong>re<br />

liggen godsdienstige motieven er aan ten grondslag.<br />

Theodor Preuss heeft, op grond van een zeer<br />

uitgebreid on<strong>de</strong>rzoekingsmateriaal, <strong>het</strong> eerst aangetoond,<br />

dat bij vele volken toovenarij <strong>de</strong>n oorsprong<br />

en <strong>het</strong> doel vormt van <strong>de</strong>n dans. Dat daarbij <strong>de</strong><br />

dansers in een roes kunnen geraken en ook an<strong>de</strong>re<br />

verschijnselen kunnen optre<strong>de</strong>n, is waar, maar<br />

vormt slechts een oorspronkelijk niet bedoeld nevenverschijnsel.<br />

Ook Ludwig Reinhardt huldigt <strong>de</strong> opvatting,<br />

dat evenals <strong>het</strong> spreken, zingen, <strong>de</strong> muziek<br />

en <strong>de</strong> geheele dichtkunst, ook <strong>het</strong> dansen ten<br />

slotte is terug te brengen tot <strong>de</strong> zucht om met behulp<br />

daarvan toovenarij en bezwering uit te oefenen.<br />

Zoo dansten vroeger <strong>de</strong> Mandan-Indianen<br />

van N.-Amerika, als buffels verkleed, <strong>de</strong>n buffeldans,<br />

om bij een <strong>voor</strong>genomen jacht <strong>de</strong> buffels tot<br />

zich te lokken en macht over hen te verkrijgen, of<br />

wel om <strong>voor</strong> magische vermeer<strong>de</strong>ring <strong>de</strong>r buffels te<br />

zorgen. Op soortgelijke wijze dansen <strong>de</strong> Australiers<br />

<strong>de</strong>n kangeroedans, om <strong>de</strong> kangeroes, waarop<br />

ze jacht willen maken, te betooveren en daardoor<br />

gemakkelijker te kunnen vangen. Als <strong>de</strong> Negers<br />

<strong>de</strong>r Goudkust ten strij<strong>de</strong> waren getrokken, dansten<br />

<strong>de</strong> achter gebleven vrouwen een tooverdans, om <strong>de</strong>


SOCIALE SPELEN 257<br />

macht hunner mannen over <strong>de</strong>n vijand te vergrooten.<br />

Zoo wor<strong>de</strong>n ook bij vele volken tooverdansen<br />

uitgevoerd om zieken te genezen, alsme<strong>de</strong> bij an<strong>de</strong>re<br />

gewichtige levensomstandighe<strong>de</strong>n. Bekend zijn <strong>de</strong><br />

duivelsdansen <strong>de</strong>r Singhaleezen op Ceylon, hoewel<br />

<strong>de</strong>rgelijke dansen volstrekt niet tot dit volk beperkt<br />

zijn. Zij berusten op <strong>het</strong>, ook in ons land<br />

nog niet overal verdwenen geloof, dat een zieke<br />

door <strong>de</strong>n duivel is bezeten en dat <strong>de</strong>ze uitgebannen<br />

moet wor<strong>de</strong>n. Vroeger geschied<strong>de</strong> dit bij <strong>de</strong> Singhaleezen<br />

door <strong>de</strong>n dokter aan <strong>het</strong> ziekbed on<strong>de</strong>r<br />

een helsch lawaai. Tegenwoordig passen <strong>de</strong> geneesheeren<br />

er een meer symbolisch bedoel<strong>de</strong> duivelstherapie<br />

toe, die niet aan <strong>het</strong> ziekbed, maar op een<br />

open plaats of in <strong>de</strong>n tuin van <strong>het</strong> huis, dan wel in<br />

een naburig bosch of op een hoogte in <strong>de</strong> buurt<br />

wordt uitgevoerd. Bij een zieke wordt dus <strong>de</strong> dokter<br />

gehaald, die <strong>de</strong> diagnose stelt, d.w.z. bepaalt,<br />

van welken duivel <strong>de</strong> zieke is bezeten. Dan trekt<br />

hij met eenige helpers naar <strong>de</strong> meest geschikte plek<br />

om daar, on<strong>de</strong>r zijn leiding, <strong>de</strong>n duivelsdans te doen<br />

uitvoeren en wel volgens <strong>de</strong>n ou<strong>de</strong>n ritus, on<strong>de</strong>r<br />

gebruikmaking van streng <strong>voor</strong>geschreven attributes<br />

Zoo dragen <strong>de</strong> dansers bepaal<strong>de</strong> maskers, die<br />

op onheimelijk fantastische wijze in kleur en lijnen<br />

<strong>het</strong> karakteristieke van <strong>de</strong> betreffen<strong>de</strong> ziekte weergeven.<br />

Terwijl een <strong>de</strong>r <strong>de</strong>elnemers als een waanzinnige<br />

op een trom slaat, voeren <strong>de</strong> an<strong>de</strong>ren on<strong>de</strong>r<br />

hartstochtelijk geschreeuw allerlei stuipachtige bewegingen<br />

uit, slaan met armen en beenen in <strong>de</strong><br />

lucht, doen woeste sprongen en verdraaien op <strong>de</strong><br />

onmogelijkste manier alle lichaams<strong>de</strong>elen. De oor-<br />

Zie <strong>de</strong> afbeeldingen bij Albert Grunwe<strong>de</strong>l, Singhalesische Masken<br />

(Internationales Archiv fiir Ethnographie, dl. VI, Lei<strong>de</strong>n 1893,<br />

biz. 71 vv.).<br />

Het Spel 1 7


Fig . 50 . De duiveldansen <strong>de</strong>r Singhaleezen op Ceylon


SOCIALE SPELEN 259<br />

spronkelijke bedoeling van <strong>de</strong>zen dans is, dat <strong>de</strong><br />

dansers zelf van een bepaal<strong>de</strong>n daemon en <strong>de</strong>rhalve<br />

van <strong>de</strong> daarmee samenhangen<strong>de</strong> ziekte bezeten zijn<br />

en door <strong>de</strong>n dans een strijd tusschen mensch en<br />

duivel willen <strong>de</strong>monstreeren, waarin <strong>de</strong> mensch<br />

overwinnaar blijft. Daardoor bevrijdt hij zich dus<br />

van <strong>de</strong> duivelslast, met <strong>het</strong> gevolg, dat <strong>de</strong> duivel<br />

ook uit <strong>de</strong>n patient wordt gebannen, zoodat <strong>de</strong>ze<br />

na eenigen tijd herstelt. Hoe ernstiger <strong>de</strong> ziekte, <strong>de</strong>s<br />

te langer en intensieveris <strong>de</strong> bezwering, <strong>de</strong>s te heviger<br />

en woester is <strong>de</strong> dans, <strong>de</strong>s te grooter <strong>het</strong> lawaai,<br />

<strong>voor</strong>al aan <strong>het</strong> slot. Daarbij steekt men in zeer ernstige<br />

gevallen geweldige vuren aan, om <strong>de</strong>n duivel<br />

met zijn eigen element te bestrij<strong>de</strong>n en te verdrijven.<br />

Volgens Grunwe<strong>de</strong>l moet <strong>de</strong> strijd achtereenvolgens<br />

gevoerd wor<strong>de</strong>n tegen niet min<strong>de</strong>r dan 18<br />

duivels, daar men niet weet, wie van <strong>de</strong>ze <strong>de</strong> ziekte<br />

veroorzaakt heeft, zoodat <strong>de</strong> duivelsbanner achtereenvolgens<br />

ook 18 verschillen<strong>de</strong> maskers draagt en<br />

<strong>het</strong> dansen alsook <strong>het</strong> lawaai, van 6 uur 's avonds<br />

tot 6 uur 's ochtends duurt, als wanneer alle duivels<br />

<strong>de</strong>n schrik te pakken hebben en op <strong>de</strong> vlucht<br />

slaan. Sterft <strong>de</strong> zieke ondanks alle inspanning, dan<br />

is er nu eenmaal niets aan te doen. ,,Bij ons", zegt<br />

Hagemann, ,,helpt <strong>de</strong> medicijn toch ook niet altijd,<br />

volgens sommigen zelfs maar bij uitzon<strong>de</strong>ring. Het<br />

geloof maakt niet alleen zalig, maar kan somtijds<br />

ook een physieken invloed uitoefenen. In elk geval<br />

moet aan een ziekbed iets gebeuren; of <strong>de</strong> duivelsdanser<br />

dan wel <strong>de</strong> apotheker er van profiteers<br />

komt vrij wel op <strong>het</strong>zelf<strong>de</strong> neer."<br />

In <strong>de</strong> beschaaf<strong>de</strong> maatschappij komt bij feesten<br />

wel veel <strong>voor</strong>, dat geheel nieuw is, maar in menig<br />

opzicht herinneren zij ook nog aan <strong>de</strong> toestan<strong>de</strong>n<br />

bij natuurvolken. De feestmaaltij<strong>de</strong>n hebben hun


260 HOOFDSTUK XIV<br />

beteekenis behou<strong>de</strong>n, <strong>het</strong> dansen daarentegen heeft<br />

zijn sociale waar<strong>de</strong> grooten<strong>de</strong>els verloren. Trouwens<br />

in niets openbaart zich wellicht zoo dui<strong>de</strong>lijk<br />

<strong>de</strong> <strong>de</strong>ca<strong>de</strong>ntie van onzen tijd, als in <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>rne<br />

dansen, die bijna zon<strong>de</strong>r uitzon<strong>de</strong>ring ontleend zijn<br />

aan <strong>de</strong> sterk erotische dansen van Negers, Amerikaansche<br />

cowboys of veedrijvers en <strong>de</strong>rgelijke personen.<br />

Wel is daarnaast in onzen tijd ook <strong>de</strong> rhytmische<br />

dans in zwang gekomen, maar dit is, in<br />

vergelijking met Oostersche volken, toch ook slechts<br />

klatergoud; <strong>het</strong> is kunst volgens bestelling en tegen<br />

vergoeding in klinken<strong>de</strong> munt. Men laat zich iets<br />

<strong>voor</strong>danseri door <strong>de</strong>genen, die er een beroep van<br />

maken om er geld mee te verdienen. Hoe geheel<br />

an<strong>de</strong>rs is <strong>het</strong> b.v. op Java of in Britsch-Indie, waar<br />

<strong>de</strong> danskunst ook wel achteruit is gegaan, maar<br />

toch nog oneindig hooger staat dan in <strong>het</strong> Westen,<br />

reeds doordat kunst en godsdienst er nog innig<br />

verbon<strong>de</strong>n zijn. In <strong>de</strong> Indische tempeldansen wordt<br />

dan ook <strong>het</strong> leven en werken, <strong>de</strong> roem en macht<br />

<strong>de</strong>r go<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> danseressen uitgebeeld. En ook<br />

in <strong>de</strong> profane dansen wordt een rijkdom van uitdrukking<br />

en gevoeligheid ten toon gespreid, waarvan<br />

men <strong>de</strong> weerga bij ons te vergeefs zoekt. Wat<br />

daarbij ook wel vermelding verdient is, dat <strong>de</strong> Indische<br />

danseressen — geheel an<strong>de</strong>rs dan in West-<br />

Europa — nooit optre<strong>de</strong>n in een kleedij, die haar<br />

liichaam laat zien of haar vormen bijzon<strong>de</strong>r doet<br />

uitkomen. Wel is waar beoefent <strong>de</strong> Indische danseres<br />

haar kunst <strong>voor</strong>namelijk met <strong>de</strong> vingers, die<br />

door bepaal<strong>de</strong> bewegingen <strong>de</strong>r voeten en een rhytmische<br />

beweging van <strong>het</strong> geheele lichaam vergezeld<br />

wor<strong>de</strong>n. Zoo heet <strong>het</strong> dan ook bij Aage Krarup Nielsen<br />

van een danseres (fig. 51), die hij in Birma bij<br />

een familiefeest zag optre<strong>de</strong>nHaar han<strong>de</strong>n zijn als


Fin. 51. Danseres in Britsch-Indic.


262 HOOFDSTUK XIV<br />

bloemenkelken, die open gaan en zich weer sluiten.<br />

Alle wisselen<strong>de</strong> stemmingen van <strong>de</strong>n dans weten<br />

<strong>de</strong>ze smalle, zielvolle han<strong>de</strong>n weer te geven: toewijding<br />

en minachting, geluk en teleurstelling,<br />

angst en overmoed — al <strong>de</strong> gevoelens, waar<strong>voor</strong><br />

<strong>de</strong> Europeesehe danseres zich van gelaatsuitdrukking<br />

bedient, geeft zij weer in haar dans, zon<strong>de</strong>r<br />

dat <strong>de</strong> stille <strong>voor</strong>name rust van <strong>het</strong> gelaat een<br />

oogenblik veran<strong>de</strong>rt. Van <strong>het</strong> moment, dat <strong>de</strong> eerste<br />

tonen van <strong>de</strong> fluit, <strong>de</strong> doffe klank <strong>de</strong>r trommels<br />

weerklinken, is <strong>het</strong> alsof <strong>het</strong> rhytme golft door dit<br />

kleine, tengere lichaam, dat net van spieren en trillen<strong>de</strong><br />

zenuwen. De muziek wordt lui<strong>de</strong>r en lui<strong>de</strong>r,<br />

dan een plotselinge overgang van een krachtig fortissimo<br />

tot een doodstille pauze; <strong>de</strong> danseres danst in<br />

een zeldzame extase, alsof haar lichaam een gevoelig<br />

instrument was, waarin <strong>de</strong> echo van <strong>de</strong> muziek<br />

nog lang naklinkt. Weer valt <strong>de</strong> muziek in met<br />

een wirwar van tonen, die steeds hartstochtelijker<br />

wor<strong>de</strong>n, maar <strong>het</strong> tempo van <strong>de</strong>n dans en <strong>de</strong> bewegingen<br />

wor<strong>de</strong>n steeds langzamer en langzamer,<br />

totdat er ten slotte een bijna onbewegelijk klein, in<br />

zij<strong>de</strong>n gehuld, ivoren beeldje staat, met op <strong>het</strong> gelaat<br />

<strong>de</strong> stille rust van een go<strong>de</strong>nbeeld, terwijl twee<br />

prachtige han<strong>de</strong>n en een lichaam, dat trilt on<strong>de</strong>r <strong>de</strong><br />

zij<strong>de</strong>n plooien, een schat van tee<strong>de</strong>rheid en een<br />

wereld van hartstocht verraadt. Ploseling is <strong>de</strong><br />

dans uit. Geen sloteffect, stil en beschei<strong>de</strong>n, zooals<br />

<strong>de</strong> dans begonnen is, is <strong>de</strong> danseres teruggekeerd uit<br />

<strong>de</strong> verre geheimzinnige wereld, waarin zij <strong>de</strong> toeschouwers<br />

had meegesleept."<br />

Van <strong>de</strong> gemeenschappelijke innetlijke nabootsing<br />

kan hier niet veel gezegd wor<strong>de</strong>n reeds omdat,<br />

zooals vroeger reeds werd opgemerkt (biz. 240),<br />

<strong>de</strong> innerlijke nabootsing bij een uitvoerige behan-


SOCIALE SPELEN 263<br />

<strong>de</strong>ling ons te ver op <strong>het</strong> terrein van aest<strong>het</strong>ica en<br />

psychologie zou voeren. Alleen mag niet onvermeld<br />

blijven, dat zij ook als sociaal spel haar beteekenis<br />

bezit, dat zich <strong>de</strong> aandrift tot gezelligheid<br />

ook in dit opzicht met kracht doet gel<strong>de</strong>n. Het<br />

kind zoowel als <strong>de</strong> volwassene verlangt bij elk<br />

schouwspel, dat <strong>de</strong> ziel vervult, meestal naar een<br />

an<strong>de</strong>re ziel, die me<strong>de</strong> geniet, en waar zich een geheele<br />

sociale groep tot gemeenschappelijke innerlijke<br />

nabootsing vereenigt, kunnen <strong>de</strong> bij elken <strong>de</strong>elnemer<br />

afzon<strong>de</strong>rlijk opgewekte gevoelens tot een geweldige,<br />

meeslepen<strong>de</strong> kracht aanzwellen. De sociale<br />

beteekenis van zulk een collectief genieten ligt in<br />

<strong>het</strong> algemeen in <strong>de</strong> versterking van <strong>de</strong>n gemeenschapszin.<br />

In tallooze reisbeschrijvingen kan men<br />

lezen hoe sterk zich <strong>de</strong> meeslepen<strong>de</strong> invloed op <strong>de</strong><br />

toeschouwers openbaart, zoowel van <strong>de</strong>n dans als<br />

van <strong>de</strong> daarbij behooren<strong>de</strong> muziek. Dat ook in<br />

<strong>de</strong> beschaaf<strong>de</strong> maatschappij <strong>de</strong> muziek een machtigen<br />

invloed kan uitoefenen, b.v. <strong>de</strong> Marseillaise<br />

tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> Groote Fransche Revolutie, is bekend<br />

genoeg, terwijl <strong>het</strong> drama bij ons een soortgelijke<br />

rol kan vervullen als <strong>de</strong> dans bij primitieve<br />

volken. Daarom ook wordt <strong>de</strong> opvoering van sommige<br />

tooneelstukken in onrustige tij<strong>de</strong>n verbo<strong>de</strong>n,<br />

evenals in onze dagen in vele plaatsen <strong>de</strong> vertooning<br />

van <strong>de</strong>n Potemkin-film.


HOOFDSTUK XV<br />

DE PAEDAGOGISCHE BETEEKENIS<br />

VAN HET SPEL<br />

EN besehouwing <strong>de</strong>r spelen zou niet volledig<br />

zijn, indien niet tevens, al is <strong>het</strong> maar<br />

kort, werd stil gestaan bij <strong>de</strong> paedagogische<br />

waar<strong>de</strong> ervan <strong>voor</strong> <strong>de</strong> opgroeien<strong>de</strong><br />

jeugd. Uit <strong>het</strong> <strong>voor</strong>afgaan<strong>de</strong> is dui<strong>de</strong>lijk gebleken,<br />

dat <strong>het</strong> spel meer is dan ontspanning of ij<strong>de</strong>l vermaak,<br />

dat <strong>het</strong> zelfs een groote waar<strong>de</strong> bezit, zoowel<br />

<strong>voor</strong> <strong>de</strong> lichamelijke als <strong>voor</strong> <strong>de</strong> geestelijke ontwikkeling<br />

<strong>de</strong>r mensehheid. Hieruit volgt vanzelf*<br />

dat aan <strong>de</strong> spelen als opvoedinsmid<strong>de</strong>l <strong>de</strong>r jeugd<br />

bijzon<strong>de</strong>re beteekenis moet toegekend wor<strong>de</strong>n. Arbeid<br />

en spel zijn <strong>de</strong> hoofdmid<strong>de</strong>len om <strong>de</strong> <strong>de</strong>n<br />

mensch en in <strong>het</strong> bijzon<strong>de</strong>r <strong>het</strong> kind aangeboren<br />

zucht tot werkzaamheid te bevredigen, te lei<strong>de</strong>n en<br />

te ontwikkelen. Het ligt in <strong>de</strong>n aard <strong>de</strong>r dingen,<br />

dat <strong>de</strong> <strong>voor</strong> <strong>de</strong> krachtsontwikkeling vereischte<br />

werkzaamheid <strong>de</strong>s te beter haar doel bereikt, naarmate<br />

zij meer van <strong>de</strong> vrije kracht, van <strong>de</strong> aandrift<br />

tot werkzaamheid afkomstig is, daarentegen <strong>de</strong>s te<br />

min<strong>de</strong>r zal slagen, naarmate die werkzaamheid<br />

plaats vindt on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>n invloed van een uitwendigen<br />

druk. Ook Ernst M. Roloff wijst in <strong>het</strong><br />

,,Lexikon <strong>de</strong>r Padagogik" bij <strong>het</strong> artikel Spel er<br />

op, hoe van een psychologisch standpunt uit <strong>het</strong><br />

spel hooger staat dan <strong>de</strong> arbeid. Dat <strong>het</strong> spel als<br />

opvoedingsmid<strong>de</strong>l onmisbaar is, werd dan ook<br />

van ouds door <strong>de</strong> meeste paedagogen erkend, van<br />

Plato af tot in onze dagen toe. Het geeft gelegenheid<br />

tot vrije, uit eigen wil gekozen werkzaamheid,<br />

<strong>het</strong> voldoet aan <strong>de</strong> natuurlijke behoefte aan


DE PAEDAGOGISCHE BETEEKENIS VAN HET SPEL 26 5<br />

vreug<strong>de</strong>, <strong>het</strong> oefent zoowel <strong>de</strong> lichamelijke als <strong>de</strong><br />

geestelijke vermogens en vormt een ontspanning<br />

na <strong>de</strong> inspanning en nog meer na <strong>de</strong>n dwang van<br />

<strong>de</strong>n arbeid. Het spel is <strong>het</strong> kind, evenals <strong>het</strong> dier,<br />

aangeboren, werken daarentegen moet <strong>het</strong> leeren.<br />

En nu vormt <strong>het</strong> spel een <strong>de</strong>r beste mid<strong>de</strong>len om<br />

dit te leeren. Het kind stoot bij <strong>de</strong> meeste spelen op<br />

hin<strong>de</strong>rnissen en moet allerlei op zich zelf onaangename<br />

dingen doen, ten ein<strong>de</strong> <strong>het</strong> gewenschte resultaat<br />

te kunnen bereiken. De han<strong>de</strong>ling in haar geheel<br />

is spel, maar haar on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>elen zijn arbeid.<br />

Zoo wil <strong>het</strong> kind een vesting of kasteel bouwen,<br />

maar <strong>het</strong> moet daartoe <strong>de</strong> steenen of houtblokken<br />

samen slepen; <strong>het</strong> maakt een sneeuwpop, moet<br />

daartoe echter eerst <strong>de</strong> sneeuw bijeen scheppen; <strong>het</strong><br />

wil vischjes vangen, maar moet <strong>voor</strong>af aas zoeken<br />

en somtijds een heel eind loopen. Het sjouwt met<br />

planken, duwt een wagen <strong>voor</strong>t en verricht allerlei<br />

han<strong>de</strong>lingen, die <strong>het</strong> op zich zelf erg vermoeiend<br />

of vervelend zou vin<strong>de</strong>n, als <strong>het</strong> geen spel was en<br />

daardoor tot een genoegen wor<strong>de</strong>n. Zoo kan ook<br />

<strong>voor</strong> volwassenen een inspannend werk tot een genot<br />

vol spel wor<strong>de</strong>n. Een mid<strong>de</strong>n vorm tusschen spel<br />

en arbeid vormen <strong>de</strong> gezelschapsspelen, daar zij een<br />

min of meer geregeld verloop van werkzaamhe<strong>de</strong>n<br />

en van herhalingen <strong>de</strong>r zelf<strong>de</strong> han<strong>de</strong>ling insluiten.<br />

Kirkpatrick acht in onzen tijd met zijn<br />

grootstadsleven en sterk doorgevoer<strong>de</strong> ver<strong>de</strong>eling<br />

van <strong>de</strong>n arbeid, waardoor slechts een klein <strong>de</strong>el <strong>de</strong>r<br />

krachten van <strong>de</strong>n gezon<strong>de</strong>n mensch bij zijn werk<br />

verbruikt wordt, ook <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n volwassene <strong>de</strong> spelen<br />

onmisbaar. ,,De mensch" zegt hij, ,,die niet op <strong>de</strong><br />

een of an<strong>de</strong>re wijze speelt, ontaardt weldra."<br />

In <strong>de</strong> prilste jeugd verricht <strong>het</strong> kind geen an<strong>de</strong>re<br />

han<strong>de</strong>lingen dan spelen, en daar dit een aange-


266 HOOFDSTUK XV<br />

boren neiging is, komt men in <strong>de</strong> meeste gevallen<br />

<strong>het</strong> doel, dat <strong>de</strong> natuur daarbij heeft, <strong>het</strong> meest te<br />

gemoet door <strong>het</strong> kind aan zich zelf over te laten.<br />

Juist is dan ook <strong>de</strong> opvatting, dat men <strong>het</strong> kind<br />

niet te vroeg speelmakkers moet geven. Hieruit<br />

mag echter niet afgeleid wor<strong>de</strong>n, dat <strong>de</strong> opvoe<strong>de</strong>r<br />

of verzorger zich in <strong>het</strong> geheel niet om <strong>het</strong> spel<br />

zou mogen of moeten bekommeren. Vele kin<strong>de</strong>ren<br />

hebben ook bij hun spelen wel <strong>de</strong>gelijk aansporing<br />

noodig; want an<strong>de</strong>rs zou, waar alleen <strong>de</strong> aanleg<br />

bij <strong>het</strong> kind aanwezig is, <strong>de</strong>ze niet ontwikkeld<br />

.wor<strong>de</strong>n en in een beginstadium blijven steken.<br />

,*Voor een ding echter", heet <strong>het</strong> bij Biihler, ,,moet<br />

<strong>de</strong> opvoeding zich in acht nemen, n.l. <strong>voor</strong> <strong>de</strong><br />

dwaze poging om bij <strong>de</strong> spelen <strong>de</strong>r kin<strong>de</strong>ren reeds<br />

vroegtijdig leerdoelein<strong>de</strong>n te willen binnensmokkelen."<br />

Zoodra <strong>het</strong> kind <strong>de</strong>n leerplichtigen leeftijd<br />

bereikt heeft, treedt naast, niet in plaats van <strong>het</strong><br />

spel, <strong>de</strong> arbeid, n.l. <strong>het</strong> leeren. Waar, <strong>het</strong> heet:<br />

,,mijn spelen is leeren, mijn leeren is spelen," heeft<br />

<strong>het</strong> eerste meer re<strong>de</strong>n van bestaan dan <strong>het</strong> laatste,<br />

mits dit leeren bij <strong>het</strong> spel steeds onopzettelijk geschiedt.<br />

Uit <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis <strong>de</strong>r paedagogiek blijkt,<br />

dat men in <strong>de</strong>n loop <strong>de</strong>r tij<strong>de</strong>n op tweeerlei wijze<br />

getracht heeft, on<strong>de</strong>rwijs en spel met elkan<strong>de</strong>r in<br />

verbinding te brengen , n.l. door <strong>het</strong> on<strong>de</strong>rwijs<br />

spelen<strong>de</strong>r wijze te geven en omgekeerd door van<br />

<strong>het</strong> spel een methodisch geleid vak van on<strong>de</strong>rwijs<br />

te maken. Bei<strong>de</strong> richtingen hebben zich vroeger aan<br />

schromelijke overdrijving schuldig gemaakt, <strong>het</strong> ergst<br />

wel <strong>de</strong> eerste, die aan <strong>het</strong> on<strong>de</strong>rwijs dus <strong>het</strong> karakter<br />

van een spel trachtte te geven (fig. 52 en 53). Hiertoe<br />

Zie o.a. <strong>het</strong> art. ,.Spiel" bij Schmid und Schra<strong>de</strong>r, Enzyklopaedie<br />

<strong>de</strong>s gesamten Erziehungs- und Unterrichtswesens (2<strong>de</strong> druk, Gotha<br />

en Leipzig 1876—1887).


Fig. 52. On<strong>de</strong>rwijs door mid<strong>de</strong>l van <strong>het</strong> spel in <strong>het</strong> begin <strong>de</strong>r<br />

19<strong>de</strong> eeuw. Het bepalen van <strong>de</strong>n afstand uit <strong>de</strong> snelheid van<br />

<strong>het</strong> geluid<br />

Fig. 53. On<strong>de</strong>rwijs door mid<strong>de</strong>l van <strong>het</strong> spel in <strong>het</strong> begin <strong>de</strong>r<br />

19<strong>de</strong> eeuw. De leer <strong>de</strong>r botsing verklaard door <strong>het</strong> werpen<br />

van ballen


268 HOOFDSTUK XV<br />

behooren b.v. <strong>de</strong> raadselspelletjes volgens <strong>de</strong> richting<br />

van Basedow, waarbij <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijzer o.a. <strong>de</strong><br />

vraag stel<strong>de</strong>: ,,Ik ken een dier, dat gras eet, twee<br />

horens op <strong>de</strong>n kop, een staart en gespleten hoeven<br />

heeft. Welk dier kan dit zijn? Als <strong>het</strong> iets verlangt,<br />

loeit <strong>het</strong>, <strong>het</strong> brengt een kalf ter wereld,<br />

zoogt <strong>het</strong> en kan gemolken wor<strong>de</strong>n/' De verbazend<br />

scherpzinnige leerling moest daarop onmid<strong>de</strong>llijk<br />

antwoor<strong>de</strong>n: ,,Het komt er niet op aan, welken<br />

naam gij er aan geeft; gij hebt toch aan een koe gedacht,<br />

welk dier een planteneter, gehoornd, viervoetig<br />

en tweehoevig is; zij kan loeien, kalveren<br />

<strong>voor</strong>tbrengen, kan gezoogd en gemolken wor<strong>de</strong>n/'<br />

Natuurlijk ontstond er tegen <strong>de</strong>rgelijke dwaashe<strong>de</strong>n<br />

reactie en reeds in 1776 verklaar<strong>de</strong> J. G. Schlosser:<br />

,,in <strong>de</strong> school moet men leeren werken en hij zal<br />

eeuwig een spelend kind blijven, die alles spelend<br />

heeft verricht/' Meer en meer won dan ook <strong>de</strong><br />

overtuiging veld, dat reeds vroeg een scheidingslijn<br />

moet getrokken wor<strong>de</strong>n tusschen leeren en spelen.<br />

Voor <strong>de</strong> beschaaf<strong>de</strong> volken is <strong>het</strong> gewennen aan<br />

een ernstige, volhar<strong>de</strong>n<strong>de</strong>, niet op zich zelf aangenarne<br />

werkzaamheid een onmisbare <strong>voor</strong>waar<strong>de</strong><br />

<strong>voor</strong> <strong>de</strong>n strijd om <strong>het</strong> bestaan en volgens Groos<br />

moet <strong>de</strong> school haar hoofdtaak er in zien, <strong>de</strong> leerlingen<br />

te doordringen van he't begrip plicht. Hieruit<br />

volgt niet, dat in <strong>de</strong> school in <strong>het</strong> geheel niets<br />

meer van <strong>de</strong>n prikkel <strong>de</strong>r speelstemming mag overblijven,<br />

<strong>voor</strong>al niet, waar <strong>het</strong> jonge kin<strong>de</strong>ren geldt;<br />

alleen moet <strong>de</strong> scheidingslijn tusschen vroolijk spelen<br />

en ernstig leeren nooit uit <strong>het</strong> oog verloren<br />

wor<strong>de</strong>n. Maar evenals er gevallen bestaan, waarin<br />

<strong>het</strong> spel zich min of meer als ernstigen arbeid<br />

<strong>voor</strong>doet (b.v. gymnastische spelen van volwassenen),<br />

kan ook <strong>de</strong> arbeid menigmaal <strong>het</strong> karakter van


DE PAEDAGOGISCHE BETEEKENIS VAN HET SPEL 269<br />

cen spel aannemen. De vraag, hoever <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijzer<br />

met dit laatste gaan mag, kan in <strong>het</strong> algemeen niet<br />

beantwoord wor<strong>de</strong>n, omdat <strong>het</strong> daarbij <strong>voor</strong>namelijk<br />

op <strong>de</strong> persoonlijkheid van <strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rwijzer aankomt.<br />

Hierbij speelt, evenals in zoo menig an<strong>de</strong>r<br />

geval, <strong>de</strong> kunst van opvoe<strong>de</strong>n een veel grootere roi<br />

dan <strong>de</strong> metho<strong>de</strong> van opvoe<strong>de</strong>n.<br />

Ook in <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> richting, die dus van <strong>het</strong> spel<br />

een nuttig gebruik <strong>voor</strong> on<strong>de</strong>rwijsdoelein<strong>de</strong>n wil<br />

maken, vallen heel wat paedagogische zon<strong>de</strong>n aan<br />

te wijzen. Als verbindingslid tusschen spel en arbeid<br />

kan <strong>het</strong> bezig h oud en gel<strong>de</strong>n. Hieron<strong>de</strong>r zijn die<br />

speelachtige oefeningen te verstaan, waartoe <strong>het</strong><br />

.kind door zijn opvoe<strong>de</strong>rs wordt gebracht en die als<br />

overgang moeten dienen van <strong>de</strong> absolute vrijheid<br />

<strong>de</strong> ! r eerste levensjaren tot <strong>het</strong> geregeld on<strong>de</strong>rwijs in<br />

<strong>de</strong>n leerplichtigen leeftijd. Op dit gebied hebben<br />

<strong>voor</strong>al Froebel en Montessori zich zeer verdienste-<br />

Jijk gemaakt. Dit bezig hou<strong>de</strong>n is geen zuiver spel<br />

meer, omdat <strong>het</strong> doel te oefenen en leiding te geven<br />

dui<strong>de</strong>lijk op <strong>de</strong>n <strong>voor</strong>grond treedt; maar in <strong>het</strong> algemeen<br />

staat <strong>het</strong> toch dicht bij <strong>het</strong> vrije spel. Wat<br />

nu <strong>de</strong> vraag betreft, in hoeverre <strong>het</strong> spel door <strong>de</strong>n<br />

opvoe<strong>de</strong>r aan paedagogische doelein<strong>de</strong>n kan dienstbaar<br />

gemaakt wor<strong>de</strong>n, zon<strong>de</strong>r <strong>het</strong> zuivere en vrije<br />

speelkarakter verloren te doen gaan, hangt ook weer<br />

veel af van <strong>het</strong> karakter en <strong>de</strong> eigenschappen van<br />

<strong>de</strong>n opvoe<strong>de</strong>r. Ree'ds werd er op gewezen, dat vele<br />

kin<strong>de</strong>ren bij <strong>het</strong> spel zekere leiding niet kunnen<br />

missen. Deze leiding kan in meer dan een opzicht<br />

nuttig werken. Behalve dat zij n.l., waar noodig,<br />

tot spelen aanspoort, kan zij er <strong>voor</strong> zorgen <strong>het</strong><br />

goe<strong>de</strong> en nuttige te bevor<strong>de</strong>ren en van <strong>de</strong>n an<strong>de</strong>ren<br />

kant <strong>het</strong> scha<strong>de</strong>lijke en onze<strong>de</strong>lijke tegen te gaan.<br />

De aansporing om te spelen komt reeds bij die-


270<br />

HOOFDSTUK XV<br />

ren <strong>voor</strong>, want hoewel volwassen dieren ook on<strong>de</strong>rling<br />

spelen, treedt <strong>de</strong> speelneiging toch <strong>voor</strong>al sterk<br />

op in <strong>de</strong> verhouding <strong>de</strong>r moe<strong>de</strong>r tot haar jongen.<br />

De moe<strong>de</strong>rlief<strong>de</strong> openbaart zich o.a. dui<strong>de</strong>lijk in<br />

<strong>de</strong> behoefte van <strong>het</strong> dier om zich spelend met <strong>de</strong><br />

jongen bezig te hou<strong>de</strong>n. Niet slechts laat zij <strong>de</strong><br />

jongen over zich heen loopen, met staart en ooren<br />

spelen en verdraagt zij ver<strong>de</strong>r alles geduldig, wat<br />

uit <strong>het</strong> rennen en stoeien van haar kroost <strong>voor</strong>tvloeit,<br />

maar in vele gevallen spoort zij dit zelf tot<br />

<strong>het</strong> spel aan. Bij <strong>de</strong>n mensch is <strong>de</strong>ze aandrift nog<br />

sterker ontwikkeld. Niet alleen <strong>de</strong> moe<strong>de</strong>r, maar elk<br />

normaal vrouwelijk wezen voelt een onweerstaanbare<br />

neiging om met kin<strong>de</strong>ren te spelen (fig. 54)<br />

Fig. 54.<br />

Grieksche moe<strong>de</strong>r, spelend met<br />

haar kind.<br />

en ook <strong>de</strong> va<strong>de</strong>r heeft menigmaal <strong>de</strong> behoefte om<br />

,,einen kleinen Ausflug in das verlorene Paradies<br />

<strong>de</strong>r Kin<strong>de</strong>rlust zu wagen." De ou<strong>de</strong>rs zijn, behooren<br />

althans te zijn, geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong> eerste levensjaren<br />

<strong>de</strong> natuurlijke speelkamera<strong>de</strong>n van <strong>het</strong> kind<br />

en <strong>het</strong> is <strong>voor</strong> dit laatste van <strong>het</strong> grootste belang,<br />

dat bij hen <strong>de</strong> natuurlijke aandrang daartoe bestaat.<br />

Waar <strong>de</strong>ze ontbreekt, kan <strong>het</strong> kind somtijds geduren<strong>de</strong><br />

zijn geheel ver<strong>de</strong>r leven <strong>de</strong> na<strong>de</strong>elige gevolgen<br />

daarvan on<strong>de</strong>rvin<strong>de</strong>n.


DE PAEDAGOGISCHE BETEEKENIS VAN HET SPEL 2 7 I<br />

De aansporing om te spelen voert van zelf tot<br />

<strong>de</strong> twee<strong>de</strong> taak, n.l. om bij <strong>het</strong> spel <strong>het</strong> goe<strong>de</strong> en<br />

nuttige te bevor<strong>de</strong>ren. Met <strong>het</strong> oog op die taak is<br />

<strong>het</strong> <strong>voor</strong>eerst zaak om aan <strong>het</strong> kind geschikt speelgoed<br />

te verschaffen. Dit gebeurt zelfs in <strong>de</strong> dierenwereld,<br />

waar men bij roofdieren he'rhaal<strong>de</strong>lijk heeft<br />

waargenomen, dat <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>n aan hun jong een<br />

levend gevangen prooi brengen om er mee te<br />

spelen. Bij <strong>de</strong> keuze van <strong>het</strong> speelgoed moet men<br />

rekening hou<strong>de</strong>n, zoowel met <strong>de</strong> behoefte aan illusie<br />

van <strong>het</strong> kind, als met zijn productieve neiging,<br />

d.w.z. zijn drang om te doen, te han<strong>de</strong>len, te zoeken<br />

en te ont<strong>de</strong>kken. Het kind heeft een rijke fantasie,<br />

die <strong>voor</strong> hem een waar<strong>de</strong>vol bezit is en <strong>het</strong><br />

natuurlijke gebrek aan ervaringskennis compenseert.<br />

Het is niet datgene, wat <strong>het</strong> kind ziet, dat zijn<br />

wereld uitmaakt, maar datgene wat <strong>het</strong> wil zien<br />

in <strong>de</strong> hem omringen<strong>de</strong> dingen. Zoo vertelt Amy<br />

Vorstman ten Have in een beschouwing over<br />

?,Kin<strong>de</strong>rspeelgoed": 2 )<br />

Toen ik een klein meisje was, had ik een heele<br />

verzameling poppen, die mij alien zeer dierbaar<br />

waren en die met roeren<strong>de</strong> zorg wer<strong>de</strong>n.... vernield.<br />

Wat zou ik verontwaardigd geweest zijn, zoo<br />

iemand mij dit had durven zeggen. . . ! Zoo iemand<br />

met vernielen had durven bestempelen mijn tee<strong>de</strong>re<br />

zorgen, waarme<strong>de</strong> ik met een ou<strong>de</strong> stofkam zoolang<br />

aan <strong>het</strong> vlashaar van <strong>het</strong> poppenhoofd rukte<br />

tot <strong>het</strong> poppenhoofd meer op een kokosnoot dan<br />

op een hoofd met ,,echt haar" geleek!<br />

Het zou mij bitter gegriefd hebben, zoo men<br />

van be<strong>de</strong>rven gesproken had, telkens wanneer ik<br />

a ) Provinciale Groninger Courant van 24 October 1925.


HOOFDSTUK XV<br />

<strong>het</strong> arme papier-mache poppengelaat heftig met<br />

water boen<strong>de</strong>, tot er ein<strong>de</strong>lijk met <strong>de</strong> kleur <strong>de</strong> verf<br />

verdween en <strong>het</strong> grijze karton te <strong>voor</strong>sehijn trad. ..<br />

Was <strong>het</strong> toen niet nog veel heerlijker. . . Was toen<br />

<strong>de</strong> pop niet ziek. . . ? Had zij niet mazelen, waterpokken<br />

en kinkhoest tegelijk? Was er toen geen<br />

re<strong>de</strong>n om met extra zorg en dubbele waakzaamheid<br />

met dit poppenkind te spelen? Gaf <strong>de</strong> gehaven<strong>de</strong><br />

pop geen stof tot oneindige en ongebrei<strong>de</strong>l<strong>de</strong><br />

fantasieen?<br />

Het was geen spelen meer, <strong>het</strong> was bittere vrees!<br />

Sint Nicolaas na<strong>de</strong>r<strong>de</strong>. ..<br />

Tijd van hooggespannen verwachting en angstig<br />

kloppen<strong>de</strong> hartjes. . . . Een nieuwe pop was beloofd...<br />

Een heele groote.. . echte. . .<br />

Kleine potjes hebben groote ooren. . . en op een<br />

kwa<strong>de</strong>n dag had ik iets opgevangen. . . iets dat mij<br />

zoo hevig ontstellen <strong>de</strong>ed, dat ik er 's avonds niet<br />

van slapen kon.<br />

Er was e'erst iets gefluisterd. . . dat ,,<strong>het</strong>" gekomen<br />

was. . .<br />

Nog sloeg ik er geen acht op. . . tot plotseling<br />

op <strong>de</strong>nzelf<strong>de</strong>n fluistertoon dat an<strong>de</strong>re gezegd werd:<br />

,,dan kan dat vod meteen in <strong>de</strong> vuilnisbak.<br />

Het was een a<strong>de</strong>mbeklemmen<strong>de</strong> schrik. . .<br />

De doodzieke pop. . . in <strong>de</strong> vuilnisbak bij <strong>de</strong>n<br />

inhoud van <strong>de</strong> papierman<strong>de</strong>n uit <strong>het</strong> huis. . . en <strong>het</strong><br />

stof van <strong>de</strong> klee<strong>de</strong>n en trappen. .. in <strong>de</strong> vuilnisbak.<br />

. . buiten op <strong>de</strong> plaats. . . in <strong>de</strong> kou. . .<br />

Ik haatte bij <strong>voor</strong>baat <strong>de</strong> nieuwe pop....<br />

In <strong>de</strong> drukte van <strong>de</strong> feestviering en <strong>de</strong> opwinding<br />

<strong>voor</strong> <strong>de</strong> geschenken vergat ik. . .<br />

Een volgen<strong>de</strong>n dag zat <strong>de</strong> reusachtige nieuwe pop<br />

<strong>voor</strong> mijn bed op een grooten stoel. . . Ze had kleer-


DE PAEDAGOGISCHE BETEEKENIS VA N HET SPEL 273<br />

tjes aan uit <strong>de</strong> luiermand.... kleertjes, die ik<br />

zelf eenmaal gedragen had. . . <strong>het</strong> leek een heusch<br />

kind. . . en 't zat zoo naar stil. . . Ze had lang<br />

krullend haar. . . en een porceleinen gezicht, dat je<br />

echt wasschen kon. . . en heusche oogharen. . .<br />

We mochten nimmer <strong>voor</strong> <strong>het</strong> ontbijt in <strong>de</strong><br />

speelkamer. Met een huilerig gevoel in mn keel at<br />

ik mijn boterhammen. Na <strong>het</strong> ontbijt ren<strong>de</strong> ik naar<br />

<strong>de</strong> ; speelkamer. . .<br />

De zieke pop was weg. . .<br />

Nooit heb ik ze meer terug gezien. . . en nooit<br />

heb ik met <strong>de</strong> groote kind-pop gespeeld.<br />

Wat <strong>voor</strong> ons onze illusies zijn, dat is <strong>voor</strong> onze<br />

kin<strong>de</strong>ren hun fantasie, die hen <strong>de</strong> dingen doet zien,<br />

niet zooals ze zijn, doch zooals zij ze graag zou<strong>de</strong>n<br />

willen hebben. Een te echt nagebootst dier<br />

he*eft maar een fout. . . dat <strong>het</strong> niet ook nog leven<br />

en bewegen kan — terwijl een beestje-uit-<strong>de</strong>-arke-<br />

Noach's, van ruw hout gesne<strong>de</strong>n. allerlei verrukkelijke<br />

mogelijkhe<strong>de</strong>n opent. <strong>voor</strong> <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>rfantasie:<br />

vandaag is <strong>het</strong> een hond, morgen een hert, overmorgen<br />

weer wat an<strong>de</strong>rs enz.<br />

Een prachtige vliegmachine uit <strong>de</strong>n winkel .. .<br />

daar kan je serieus echt mee vliegen.<br />

Maar een leeg borstplaatkistje met twee vleugels<br />

van <strong>het</strong> gespleten <strong>de</strong>kseltje, met een leeg garenklosje<br />

met een spijker van voren. en een zelfgeknipte<br />

kartonnen vin — daar kan je mee door <strong>de</strong><br />

straat hollen en dan is <strong>het</strong> ,,reuzen" als <strong>de</strong> vin wil<br />

draaien!<br />

Och, laten we <strong>het</strong> geloof in onze kin<strong>de</strong>ren behou<strong>de</strong>n.<br />

Laten we niet meenen, dat ze heusch al<br />

dat kunstige en prachtige speelgoed noodig hebben<br />

om gelukkig te zijn.<br />

Zoo heet <strong>het</strong> ook in <strong>het</strong> ,,Lexikon <strong>de</strong>r Padago-<br />

Het Spel 18


274<br />

HOOFDSTUK XV<br />

gik" (dl. IV, biz. 1140): ,,Het meest vormlooze<br />

materiaal is gebleken <strong>het</strong> beste speelgoed te zijn/'<br />

Deze laatste waarheid is zoo vaak reeds verkondigd<br />

en zoo dui<strong>de</strong>lijk in <strong>het</strong> oogvallend <strong>voor</strong> ie<strong>de</strong>reen,<br />

die zich <strong>de</strong> moeite getroosten wil kin<strong>de</strong>ren met<br />

hun speelgoed ga<strong>de</strong> te slaan, dat <strong>het</strong> haast onbegrijpelijk<br />

moet genoemd wor<strong>de</strong>n, dat er nog zoo<br />

veel tegen gezondigd wordt.<br />

Ook bij die spelen, welke <strong>de</strong> ontwikkeling <strong>de</strong>r<br />

lichamelijke en geestelijke vermogens van <strong>het</strong> kind<br />

bevor<strong>de</strong>ren en waarbij me'estal geen bepaald speelgoed<br />

noodig is, kunnen <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs en opvoe<strong>de</strong>rs<br />

door <strong>het</strong> geven van raad en door zelf mee te spelen,<br />

<strong>het</strong> doen en laten <strong>de</strong>r kin<strong>de</strong>ren in <strong>de</strong> meest gewenschte<br />

richting lei<strong>de</strong>n. Hierbij zijn, althans in<br />

groote ste<strong>de</strong>n, openbare speelplaatsen noodig, en in<br />

<strong>het</strong> buitenland is men hier en daar zelfs reeds er<br />

toe over gegaan speelstraten in te richten, door<br />

sommige straten op bepaal<strong>de</strong> uren van <strong>de</strong>n dag<br />

<strong>voor</strong> <strong>het</strong> verkeer met voertuigen te sluiten.<br />

Bij <strong>de</strong> vraag, hoe door <strong>het</strong> spel <strong>de</strong> ze<strong>de</strong>lijke ontwikkeling<br />

van <strong>het</strong> kind op positieve wijze bevor<strong>de</strong>rd<br />

kan wor<strong>de</strong>n? verdient <strong>het</strong> <strong>de</strong> aandacht, dat<br />

<strong>het</strong> spel op zich zelf reeds veel kan bijdragen tot<br />

<strong>de</strong> vorming <strong>de</strong>r ze<strong>de</strong>lijke persoonlijkheid. Het individu<br />

toch zal zich alleen tot zulk een persoonlijkheid<br />

ontwikkelen door omgang met zijn soortgenooten,<br />

en dit verkeer bestaat <strong>voor</strong> <strong>de</strong> jeugd hoofdzakelijk<br />

in spelen. Eerst te mid<strong>de</strong>n van zijn makkers<br />

voelt <strong>de</strong> knaap zich behagelijk en gelukkig, en <strong>de</strong><br />

wedstrijd met an<strong>de</strong>ren doet bij hem alle kiemen van<br />

zijn innerlijk wezen ontwaken en brengt ze tot<br />

ontwikkeling: slagvaardigheid, moed, vindingrijkheid,<br />

geestkracht, volharding, overleg en vele an<strong>de</strong>re,<br />

terwijl door <strong>de</strong> noodzakelijkheid om zich aan


DE PAEDAGOGISCHE BETEEKENIS VAN HET SPEL 275<br />

<strong>de</strong>n wil van an<strong>de</strong>ren te on<strong>de</strong>rwerpen, zelfzucht en<br />

eigenzinnigheid on<strong>de</strong>rdrukt wor<strong>de</strong>n. Wat bij <strong>het</strong><br />

geven van leiding verme<strong>de</strong>n moet wor<strong>de</strong>n, is <strong>het</strong><br />

streven om ze<strong>de</strong>lijke doelein<strong>de</strong>n, in welken vorm<br />

ook, b.v. door mid<strong>de</strong>l van liedjes, in <strong>het</strong> spel <strong>de</strong>r<br />

kin<strong>de</strong>ren te willen binnensmokkelen. Eveneens is<br />

<strong>het</strong> verkeerd hen, die zich bij <strong>het</strong> spel op <strong>de</strong> een<br />

of an<strong>de</strong>re wijze on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n, te veel te prijzen of<br />

hen te beloonen; want door zulke han<strong>de</strong>lingen<br />

wordt <strong>het</strong> i<strong>de</strong>alisme en <strong>de</strong> vrijheid van <strong>het</strong> spel ernstig<br />

in gevaar gebracht. Daarentegen is er niets tegen<br />

om, als men <strong>de</strong> keuze heeft, aan zulke spelen <strong>de</strong><br />

<strong>voor</strong>keur te geven, die op zichzelf geschikt zijn om<br />

ze<strong>de</strong>lijke karakters te vormen.<br />

Nog een <strong>de</strong>r<strong>de</strong> taak kan <strong>de</strong> spellei<strong>de</strong>r vervullen,<br />

en in dit opzicht kan zijn invloed werkelijk groot<br />

zijn, n.l. alles tegen te gaan en te remmen wat<br />

scha<strong>de</strong>lijk is. Zoo dient er <strong>voor</strong> gewaakt te wor<strong>de</strong>n,<br />

dat <strong>het</strong> kind niet al te veel speelt, want laat<br />

men <strong>het</strong> aan zichzelven over, dan zet <strong>het</strong> somtijds<br />

<strong>het</strong> spel <strong>voor</strong>t, totdat <strong>het</strong> volslagen uitgeput is.<br />

Hier werkt beperking reeds ze<strong>de</strong>lijk door <strong>het</strong> ethische<br />

gebod: ,,leer maat hou<strong>de</strong>n". Evenzoo moet<br />

<strong>het</strong> al te hartstochtelijk spel tegengegaan wor<strong>de</strong>n,<br />

waardoor zelfbeheersching aangekweekt wordt.<br />

Natuurlijk dient alles verme<strong>de</strong>n te wor<strong>de</strong>n, wat<br />

leven en gezondheid in gevaar brengt, daar <strong>het</strong><br />

kind er dikwijls toe neigt dingen te on<strong>de</strong>rnemen,<br />

die boven zijn krachten gaan of op an<strong>de</strong>re wijze<br />

<strong>voor</strong> hem scha<strong>de</strong>lijk of gevaarlijk kunnen wor<strong>de</strong>n.<br />

In <strong>de</strong> vier<strong>de</strong> plaats is <strong>het</strong> gebo<strong>de</strong>n in te grijpen als<br />

<strong>de</strong> aangeboren kampneiging zich op ruwe of boosaardige<br />

wijze uit. Ein<strong>de</strong>lijk dient er ook <strong>voor</strong> gewaakt<br />

te wor<strong>de</strong>n, dat <strong>het</strong> kind zich niet eenzijdig<br />

tot een enkel, bepaald soort van spel of speelter-


276 HOOFDSTUK XV<br />

rein beperkt; want daardoor mist <strong>het</strong> spel zijn<br />

mooie roeping, <strong>de</strong>n toekomstigen mensch in elk opzicht,<br />

zoowel geestelijk als lichamelijk, harmonieus<br />

te ontwikkelen. In hoever en wanneer in al <strong>de</strong>ze<br />

gevallen <strong>de</strong> lei<strong>de</strong>r moeten ingrijpen, valt niet nauwkeurig<br />

te omschrijven. Veel hangt daarbij af van<br />

<strong>de</strong> omstandighe<strong>de</strong>n, veel ook van zijn persoonlijkheid.<br />

Al te angstvallig mag daarbij in elk geval niet<br />

te werk wor<strong>de</strong>n gegaan en elk rechtstreeksche ingrijpen<br />

in <strong>het</strong> spel moet zoo lang mogelijk wor<strong>de</strong>n<br />

verme<strong>de</strong>n, opdat <strong>voor</strong> <strong>het</strong> kind <strong>het</strong> spel in<strong>de</strong>rdaad<br />

ook spel blijfi.


LITTERATUUR<br />

Alix, E, L'esprit <strong>de</strong> nos betes (Parijs 1890).<br />

Alkema, B. en Bezemer, T. J., Beknopt handboek <strong>de</strong>r vol<br />

kenkun<strong>de</strong> van Ne<strong>de</strong>rlandsch-Indie (Haarlem 1927).<br />

Hoofdstuk: Spelen en Vermaken.<br />

Andree, R., Ethnographische Parallelen und Vergleiche. Neue<br />

Folge (Leipzig 1889).<br />

Andree, R., Das Kreiselspiel und seine Verbrcitung (Globus,<br />

dl. LXIX biz. 371 v.v.).<br />

Appleton, A comparative study of the play activities of adult<br />

savages and civilized children (Chicago 1910).<br />

Arnous, H. G., Spiele und Feste <strong>de</strong>r Koreaner (Globus, dl.<br />

LX, biz. 239 v.v.).<br />

Bain, A., The senses and the intellect (4


278 LITTERATUUR<br />

Buytendijk, F. J. J., Proevcn over gewoontevorming bij dieren.<br />

Dissertatie (Utrecht 1918).<br />

Buytendijk, F. J. J., Instinct en leven (Aca<strong>de</strong>mische re<strong>de</strong>voeringen<br />

Nr. 1. Kampen 1918).<br />

Buytendijk, F. J. J., Psychologie <strong>de</strong>r dieren (Haarlem<br />

1920).<br />

Buytendijk, F. J. J., De wijsheid <strong>de</strong>r mieren (Amsterdam<br />

1922).<br />

Carr, Harvey A., The survival values of play (Colorado<br />

1902).<br />

Chanoine-Davranches, L., Notes sur Torigine et l'histoire <strong>de</strong>s<br />

jeux (Rouaan 1917).<br />

Compayre, G., L'evolution intellectuelle et morale <strong>de</strong> l'enfant<br />

(Parijs 1893).<br />

Coudreau, H., Chez nos Indiens (Parijs 1893).<br />

Crooke, W., Natives of Northern India (Lon<strong>de</strong>n 1907)<br />

Hoofdst. IX. Child life.<br />

Culin, Stewart, Exhibit of games in the Columbian exposition<br />

(Journal of American Folklore, dl. IV, biz. 205 v.v.<br />

Zie ook dl. XI biz. 245 v.v.).<br />

Culin, Stewart, Games of the North American Indians (24.<br />

Annual Report of the Bureau of American Ethnology,<br />

Washington 1907).<br />

Cunnington, William A., String figures and tricks from<br />

Central Africa (Journal of the Anthrop. Instit. of Great<br />

Britain and Ireland, dl. XXXVI, biz. 121 v.v.).<br />

Dam, H., Die gymnastischen Spiele <strong>de</strong>r Indonesier und Siidseevolker<br />

(Leipzig 1922).<br />

Darwin, C., De afstamming van <strong>de</strong>n mensch (Ned. vertaling<br />

door Dr. H. Hartogh Heys van Zouteveen, z.j.).<br />

Doflein, Franz, Das Tier als Glied <strong>de</strong>s Naturganzen (Leipzig<br />

1914), dl. II. von Tierbau und Tierleben von Dr. R.<br />

Hesse und Dr. Fr. Doflein.<br />

Dougall, W. Mac, An outline of Psychology (Lon<strong>de</strong>n 1923).<br />

Ebert, Max, Reallexikon <strong>de</strong>r Vorgeschichte, dl. XI (Berlijn<br />

1928), artikel Spiele.<br />

Eichler, Lilian, The customs of mankind (Lon<strong>de</strong>n 1924).<br />

Encyclopaedic van Ne<strong>de</strong>rlandsch-Indie (2<strong>de</strong> druk, dl. Ill,<br />

Lei<strong>de</strong>n 1919), artikel Spiele.<br />

Encyclopaedic van Nedcrlandsch West-Indie (Lei<strong>de</strong>n 1917),<br />

artikel Spelen.<br />

Falkenstein, Giissfeld und Pechuel-Loesche, Die Loango-<br />

Expcdition (Leipzig 1897).<br />

Forrcr, Robert, Reallexikon <strong>de</strong>r prahistorischen, klassischen


LITTERATUUR 279<br />

und friihchristlichen Altertiimcr (Berlijn 1907). De artikelen:<br />

Kin<strong>de</strong>rspielzeug, Kin<strong>de</strong>rrasseln, Puppen en Wiirfel.<br />

Friedrich, Geschichte <strong>de</strong>s Ratsels (Dres<strong>de</strong>n i860).<br />

Fritsch, Gustav Theodor, Die Eingeborenen Siid-Afrikas<br />

(Breslau 1892).<br />

Grasberger, Lorenz, Erziehung und Unterricht im klassischen<br />

Altertum (Wurzburg 1881).<br />

Groos, Karl, Die Spiele <strong>de</strong>r Tiere (2<strong>de</strong> druk, Jena 1907).<br />

id. , Die Spiele <strong>de</strong>r Menschen (Jena 1899).<br />

id. , Der Lebenswert <strong>de</strong>s Spiels (Jena 1910).<br />

id. , Das Seelenleben <strong>de</strong>s Kin<strong>de</strong>s (6<strong>de</strong> druk, Berlijn<br />

1923).<br />

Grosse, E., Die Anfange <strong>de</strong>r Kunst (Freiburg 1894).<br />

Hagemann, C., Spiele <strong>de</strong>r Volker. Afrika und Ostasien (Berlijn<br />

1919).<br />

Hagenbeck, Carl, Van dieren en menschen (Ne<strong>de</strong>rl. vertaling<br />

door Gos <strong>de</strong> Voogt, 3<strong>de</strong> druk, Amsterdam z.j.).<br />

Hagenbeck, John, Tusschen olifanten en krokodillen (Ne<strong>de</strong>rl.<br />

vertaling door A. van <strong>de</strong>r Hoeven, Amsterdam z.j.).<br />

Hall, Stanley, Adolescence (Lon<strong>de</strong>n 1904).<br />

Hall, K. S., Children at play in many lands (1912).<br />

Hartmann, E. von, Das Spiel (Tagesfragen. Leipzig 1896).<br />

Id. , Philosophie <strong>de</strong>s Unbewussten (ii<strong>de</strong><br />

druk, Berlijn 1904).<br />

Hudson, W. H., The naturalist in La Plata (3<strong>de</strong> druk,<br />

Lon<strong>de</strong>n 1895).<br />

Jnternationales Archiv fur Ethnographie (Lei<strong>de</strong>n, vele jaargangen).<br />

Jacob, Karl Hermann, Der diluviale Mensch (Leipzig z.j.).<br />

Jahn, Fritz, Alte <strong>de</strong>utsche Spiele (2<strong>de</strong> druk, Berlijn 1917).<br />

James, W., The Principles of Psychologie (Lon<strong>de</strong>n 1872).<br />

Joest, W., Weltfahrten (Berlijn 1875).<br />

Id. , Aus Japan nach Deutschland durch Sibirien (2<strong>de</strong><br />

druk, Keulen 1887).<br />

Kafka, Gustav, Einfiihrung in die Tierpsychologie (dl. I.<br />

Leipzig 1914).<br />

Kirkpatrick, Edwin A., Fundamentals of child study (2<strong>de</strong><br />

druk New York 1913).<br />

Klinkert, H. C., Eenige Maleische spreekwoor<strong>de</strong>n en spreekwijzen,<br />

benevens raadsels en kin<strong>de</strong>rspelen (Bijdragen v. h.<br />

Kon. Inst. v. d. Taal~, Land- en Volkenkun<strong>de</strong> v. Ned.-<br />

Indie, dl. I, biz. 37 v.v. en dl. IV, biz. 24 v.v.).<br />

Klose, H., Musik, Tanz und Spiel in Togo (Globus, dl. 89,<br />

biz. 9 v.v. en 69 v.v.).


28o LITTE RATUUR<br />

Klutschak, H., Als Eskimo unter Eskimos (Weenen 1881).<br />

Kohler, W., Intelligenzpriifungen an Menschaffen (2<strong>de</strong> druk,<br />

Berlijn 1921).<br />

Kralik, R. von, Zur Philosophic <strong>de</strong>s Spiels (Die Kultur, Jrg.<br />

15, biz. 146 v.v., Weenen 1914).<br />

Kiick, Eduard, und Sohnrey, H., Feste und Spiele <strong>de</strong>s Landvolks<br />

(2<strong>de</strong> druk, Berlijn 1911).<br />

Lands<strong>de</strong>ll, Through Sibiria (Lon<strong>de</strong>n 1882).<br />

Lange, Konrad, Das Wesen <strong>de</strong>r Kunst (2<strong>de</strong> druk, Berlijn<br />

1907).<br />

Lange, Konrad, Gedanken einer Aest<strong>het</strong>ik auf entwicklungsgeschichtlicher<br />

Grundlage (Zeitschr. f. Psych, und Phys.<br />

<strong>de</strong>r Sinnesorgane, dl. XIV biz. 270 v.v.).<br />

Lazarus, M., Ueber die Reize <strong>de</strong>s Spiels (Berlijn 1883).<br />

Le<strong>de</strong>n, Christian, Ueber Kiwatins Eisfel<strong>de</strong>r (Leipzig 1927).<br />

Lindley, E. H., A study of Puzzles (American Journal of<br />

Psychology dl. VIII biz. 455 v. v.).<br />

Long, William J., Dierenleven in <strong>de</strong> wil<strong>de</strong>rnis (Ne<strong>de</strong>rl. vertal.<br />

door C. Stoffel, Haarlem 1914).<br />

Loskiel, Geschichte <strong>de</strong>r Mission <strong>de</strong>r evangelischen Brii<strong>de</strong>r<br />

unter <strong>de</strong>n Indianern Nordamerikas (Barby 1789).<br />

Lucanus, Friedrich von, Das Leben <strong>de</strong>r Vogel (Berlijn 1925).<br />

Lucanus, Friedrich von, Die Ratsel <strong>de</strong>s Vogelzuges (2<strong>de</strong> druk<br />

Langensalza 1923).<br />

Lumholz, K., Unter Menschenfressern (Hamburg 1892).<br />

Mallinckrodt, B. B. J., De Dajaks in <strong>de</strong> af<strong>de</strong>eling Koeala<br />

Kapoeas (Bijdragen van <strong>het</strong> Kon. Instituut v. d. Taal~,<br />

Land- en Volkenkun<strong>de</strong> v. Ned. Indie, dl. 81, 1).<br />

Mark Baldwin, J., Social and ethical interpretations (New<br />

York 1897).<br />

Marshall, W., Die Papageien (Leipzig 1889).<br />

Meyer, Adolf, Psychologie <strong>de</strong>s Spiels (Nord und Slid,<br />

Breslau 1916 biz. 202 v.v.).<br />

Mills, Wesley, The Nature and <strong>de</strong>velopment of animal intelligence<br />

(Lon<strong>de</strong>n 1898).<br />

Montgelas, Elisabeth Grafin von, Tiergeschichten (Leipzig<br />

1921).<br />

Montgelas, Elisabeth Grafin von, Exotische Wildtiere in<br />

Gefangenschaft (Leipzig 1925).<br />

Morgan, Lloyd, Animal Behaviour (Lon<strong>de</strong>n 1912).<br />

Miiller, A. u. K., Charaktere aus <strong>de</strong>r Thierwelt (Die Gartenlaube<br />

1867).<br />

Miiller, A. u. K., Thiere <strong>de</strong>r Heimath (Kassel 1881).<br />

Miiller, F., Sozialpadagogische Be<strong>de</strong>utung <strong>de</strong>r Jugendspiele


LITTE RATUUR 281<br />

Korper und Geist. Zeitschr. f. Turnen und Jugendspiel,<br />

Jrg. 21, 1913, biz. 393 v.v.).<br />

Musil, Arabia Petraea. Rcisebericht (4 din., Weenen 1908).<br />

Newland, Bingham, What is instinct? (Lon<strong>de</strong>n 1916).<br />

Nielsen, Aage Krarup, De halve wereld rond (uit <strong>het</strong> Deensch<br />

vertaald door Claudine Bienfait, Amsterdam 1926).<br />

Nyrop, De kus en zijn geschie<strong>de</strong>nis (Deensch, Kopenhagen<br />

1897, Engelsche vertaling Lon<strong>de</strong>n 1902).<br />

Parmentier, A., Les Jeux et les Jouets. Leur histoire (Parijs<br />

1922).<br />

Perez, Bern., La psychologie <strong>de</strong> l'enfant (Parijs 1886).<br />

Perez, Bern., Les trois premieres annees <strong>de</strong> l'enfant (5<strong>de</strong><br />

druk, Parijs 1892).<br />

Petermann, H., Reizen im Orient (Leipzig 1861).<br />

Pieron, H., L'evolution <strong>de</strong> la memoire (Parijs 1918).<br />

Plosz, H. u. Renz, B., Das Kind in Brauch und Sitten <strong>de</strong>r<br />

Volker (3<strong>de</strong> druk, 2 din. Leipzig 1911 —1912).<br />

Preyer, W r ., Die Seele <strong>de</strong>s Kin<strong>de</strong>s (7<strong>de</strong> druk, Leipzig 1908).<br />

Ranneft, Meyer, Verklaring van <strong>de</strong> meest beken<strong>de</strong> Javaansche<br />

raadsels in poezie (Verhan<strong>de</strong>l. Batav. Gen. v. Kunsten<br />

en Wetensch., dl. XLVII, 2<strong>de</strong> st. en dl. XLIX,<br />

2<strong>de</strong> st.).<br />

Rasmussen, Wilhelm, Psychologie <strong>de</strong>s Kin<strong>de</strong>s zwischen vier<br />

und sieben Jahren (uit <strong>het</strong> Deensch door Albert Rohrberg,<br />

Leipzig 1925).<br />

Rein, W., Enzyklopadisches Handbuch <strong>de</strong>r Padagogik (dl.<br />

IV, art. Spiel).<br />

Reinhardt, Ludwig, Die Er<strong>de</strong> und die Kultur (Miinchen<br />

1913).<br />

Ribot, Th., L' Heredite psychologique (5<strong>de</strong> druk, Parijs<br />

1894).<br />

Ribot, Th., Psychologie <strong>de</strong>s sentiments (Parijs 1896).<br />

Ruloff, Ernst M., Lexikon <strong>de</strong>r Padagogik (dl. IV, art. Spiel,<br />

Freiburg i. Br. 1915).<br />

Romanes, Geo J., Animal intelligence (5<strong>de</strong> druk, Lon<strong>de</strong>n<br />

1892).<br />

Rougier, Emile, Danses et jeux aux Fijis (Oceanie) (Anthropos,<br />

dl. VI, biz. 466 v.v.).<br />

San<strong>de</strong>rson, M. G., Native games of Central-Africa (Journal<br />

of the Royal Anthrop. Institute of Gr. Britain and Ireland,<br />

Lon<strong>de</strong>n 1914, biz. 726 v.v.).<br />

Schaller, J., Das Spiel und die Spiele (Weimar 1861).<br />

Schierbeek, A., Instinkt of Verstand? (Encyclopaedie van<br />

<strong>de</strong> Wereld<strong>bibliotheek</strong>, Amsterdam 1927).


282 LITTERATUUR<br />

Schillings, C. G., Met flitslicht en buks (2<strong>de</strong> druk, Arnhem<br />

1925, vertaald door A. F. J. Portielje).<br />

Schlager, G., Einige Grundfragen <strong>de</strong>r Kin<strong>de</strong>rspielforschung<br />

(Zeitschr. d. Vereins fur Volkskun<strong>de</strong> Jaarg. 27, biz.<br />

106 v.v. en Jaarg. 28 biz. 15 v.v.).<br />

Schmid, Bastian, Das Seelenleben <strong>de</strong>r Tiere (Weenen-Leipzig<br />

1926).<br />

Schmid und Schra<strong>de</strong>r, Enzyklopaedie <strong>de</strong>s gesamten Erziehungs-<br />

und Unterrichtswesens (2<strong>de</strong> druk, Leipzig 1876-<br />

1887).<br />

Schmidt, W., und Koppers, W., Gesellschaft und Wirtschaft<br />

<strong>de</strong>r Volker. Erster Teil <strong>de</strong>r Volker und Kulturen (Der<br />

Mensch aller Zeiten, dl. Ill, Regensburg 1925).<br />

Schomburgk, R., Reisen in Britisch Guiana 1840—1844<br />

(Leipzig 1848).<br />

Schnei<strong>de</strong>r, Geo Hein, Der thierische Wille (Leipzig 1880).<br />

Schnei<strong>de</strong>r, Karl Camillo, Vorlesungen iiber Tierpsychologie<br />

(Jena 1919).<br />

Schuster, Das Spiel, seine Entwicklung enz. (Weenen 1878).<br />

Schweinfurth, G., Im Herzen von Afrika (Leipzig 1874).<br />

Scupin, E. und G., Bubis erste Kindheit. Ein Tagebuch iiber<br />

die geistige Entwicklung eines Knaben wahrend <strong>de</strong>r ersten<br />

drei Lebensjahre (Berlijn 1907).<br />

Selenka, E. und L., Sonnige Welten (Wiesba<strong>de</strong>n 1896).<br />

Sikorsky, J. A., Die seelische Entwicklung <strong>de</strong>s Kin<strong>de</strong>s (2<strong>de</strong><br />

druk, Leipzig 1908).<br />

Spencer, Herbert, The principles of psychology (3<strong>de</strong> druk,<br />

Lon<strong>de</strong>n 1890).<br />

Stahel, G., De expeditie naar <strong>het</strong> Wilhelminagebergte (Suriname)<br />

in 1926 (Tijdschr. v. h. Kon. Ned. Aardr. Gen.<br />

Januari 1927).<br />

Stefanson, V., My life with the Eskimos (Lon<strong>de</strong>n 1924).<br />

Steinen, Karl von <strong>de</strong>n, Unter <strong>de</strong>n Naturvolkern Central Braziliens<br />

(2<strong>de</strong> druk, Leipzig 1897).<br />

Stern, W., Psychologie <strong>de</strong>r friihen Kindheit (Berlijn 1914).<br />

Sterzinger, Zur Psychologie und Naturphilosophie <strong>de</strong>r Geschicklichkeitsspiele<br />

(Fortschritte <strong>de</strong>r Psychologie dl. V,<br />

biz. 1—73)^<br />

Stow, E., Boys' Games among the North American Indians<br />

(Dutton 1914).<br />

Strickland, Margaret, Fun and Humour in Animals (The<br />

Strand Magazine, Augustus 1926, biz. 129 v.v.).<br />

Sully, J., Untersuchungen iiber die Kindheit (Duitsche vertaling<br />

van Stimpfl., Leipzig 1909).


LITTERATUUR 283<br />

Sutermeisters, O., Das grosse Ratselbuch (Bern en Dres<strong>de</strong>n<br />

1903).<br />

Tar<strong>de</strong>, G., Les lois <strong>de</strong> limitation (2<strong>de</strong> druk, Parijs 1895).<br />

Thorndike, E. L., Annimal intelligence (New York 1909).<br />

Tyler, Edward B., Remarks on the geographical distribution<br />

of games (Journal of the Anthrop. Instit. of Great Britain<br />

and Ireland, dl. IX, biz. 23 v.v.).<br />

Tylor, Edward B., Primitive Culture (3<strong>de</strong> druk, Lon<strong>de</strong>n<br />

1911).<br />

Tylor, Edward B., On american lot-games, as evi<strong>de</strong>nce of<br />

asiatic intercourse before the time of Columbus (Ethnographische<br />

Beitrage 1896, biz. 55 v.v.).<br />

Vogt, Carl, Bil<strong>de</strong>r aus <strong>de</strong>m Thierleben (Frankfurt a. M.<br />

1 852).<br />

Volkelt, H., Ueber die Vorstellungen <strong>de</strong>r Tiere (Leipzig en<br />

Berlijn 1914 ).<br />

Wahsburn, The animal mind (New York 1909).<br />

Wasmann, E., Instinkt und Intelligenz im Tierreich (3<strong>de</strong><br />

druk, Freiburg i. Br. 1905).<br />

Wasmann G., Die psychischen Fahigkeiten <strong>de</strong>r Ameisen<br />

(Zoologica 1909, afl. 26).<br />

Watson, J. B., Behavior (New York 1914).<br />

Weller, H., Die kindlichen Spiele in ihrer paedagogischen<br />

Be<strong>de</strong>uting bei Locke, Jean Paul und Herbart (Padagogisches<br />

Magazin, Leipzig 1908).<br />

Wundt, Wi, Vorlesungen iiber die Menschen- und Tierseele<br />

(4<strong>de</strong> druk, Hamburg 1906).<br />

Wijnaendts Francken, C. J., De psychologie van <strong>het</strong> spel en<br />

zijn opvoedkundige beteekenis (Uit Zenuw- en Zieleleven,<br />

Ser. VI, nr. 5, Baarn 1920).<br />

Yerkes, R. M., Mental life of monkeys and apes, a study<br />

of i<strong>de</strong>ational behavior (Behavior monogr. dl. Ill, nr. 12,<br />

New York 1916).<br />

Zeitschrift fiir Ethnologie (Berlijn, vele jaargangen).<br />

Ziegler, Th., Das Gefiihl, (4<strong>de</strong> druk, Stuttgart 1908).<br />

Ziegler, H. E., Die Seele <strong>de</strong>s Tieres (Berlijn 1916).<br />

Ziegler, H. E., Der Begriff <strong>de</strong>s Instinktes Einst und Jetzt<br />

(3<strong>de</strong> druk, Jena 1920).


INHOUD<br />

BLZ.<br />

VOORBERICHT . . . . 5<br />

INLEIDING 7<br />

A. DE SPELEN DER DIEREN 15<br />

HOOFDSTUKI: INSTINCT, DRESSUUR EN INTELLECT .. X 7<br />

HOOFDSTUK II: OORZAAK EN DOEL VAN HFT SPEL .... 39<br />

HOOFDSTUK III: DE VOORNAAMSTE SPELEN DER DIEREN 60<br />

1. In<strong>de</strong>eling <strong>de</strong>r spelen 60<br />

2. De experimenteerspelen 64<br />

3. De bewegingsspelen 68<br />

4. De jachtspelen 75<br />

5. De kampspelen 84<br />

6. De bouwkunst <strong>de</strong>r dieren 88<br />

7. De verplegingsspelen 90<br />

8. De nabootsingspelen 92<br />

9. De nieuwsgierigheid 97<br />

10. Lief<strong>de</strong>spelen 100<br />

HOOFDSTUK IV: DE PSYCHOLOGISCHE FACTOR EN BIJ HET<br />

SPEL DER DIEREN 114<br />

B. DE SPELEN DER MENSCHEN 121<br />

HOOFDSTUK V: BETEEKENIS DER MENSCHEl.l .JKE SPELEN 123<br />

HOOFDSTUK VI: DE OORZAAK VAN DE SPELEN DER MEN-<br />

SCHEN 130<br />

HOOFDSTUK VII: INDEELING DER SPELEN VAN DEN<br />

MENSCH 136


286 INHOUD<br />

BLZ.<br />

EERSTE AFDEELING: DE SPELEN DER EERSTE<br />

ORDE OF EXPERIMENTEERSPELEN 143<br />

HOOFDSTUK VIII: SPELENDE WERKZAAMHEID DER AAN-<br />

DRIFTEN VAN HET GEVOEL 145<br />

1. Het spel van <strong>het</strong> tastgevoel 145<br />

2. Het spel <strong>de</strong>r overige gevoelens 147<br />

HOOFDSTUK IX: DE SPELENDE WERKZAAMHEID DER BE-<br />

WEGINGSAANDRIFTEN 154<br />

1. De spelen<strong>de</strong> beweging <strong>de</strong>r eigen lichaams<strong>de</strong>elen. . 154<br />

2. De bewegingsspelen met vreem<strong>de</strong> <strong>voor</strong>werpen . . 159<br />

HOOFDSTUK X: DE SPELENDE OEFENING DER HOOGERE<br />

PSYCHISCHE VERMOGENS 170<br />

1. Het experimenteeren met intellectueele vermogens 170<br />

2. Het experimenteeren met <strong>het</strong> gevoel 178<br />

3. Het experimenteeren met <strong>de</strong>n wil 182<br />

TWEEDE AFDEELING: DE SPELEN DER TWEEDE<br />

ORDE OF DE GEZELSCHAPSSPELEN 185<br />

HOOFDSTUK XI: KAMPSPELEN 187<br />

1. Rechtstreeksche kampspelen 188<br />

2. Wedstrij<strong>de</strong>n 199<br />

3. De vernielzucht, <strong>het</strong> plagen, <strong>de</strong> vreug<strong>de</strong> aan <strong>het</strong><br />

komische 210<br />

4. De jachtspelen 213<br />

5. Het aanschouwen van gevechten en kampspelen.<br />

Het genot van <strong>het</strong> tragische 215<br />

HOOFDSTUK XII: LIEFDESPELEN 220<br />

1. De natuurlijke paringspelen 220<br />

2. De lief<strong>de</strong>spelen in <strong>de</strong> kunst 224<br />

3. Het genot van <strong>het</strong> sexueel-komische 226


INHOUD 287<br />

BLZ.<br />

HOOFDSTUK XIII: NABOOTSINGSPELEN 228<br />

1. De spelen<strong>de</strong> nabootsing van afzon<strong>de</strong>rlijke han<strong>de</strong>lingen<br />

. v 230<br />

2. Dramatische nabootsingspelen 232<br />

3. Plastische nabootsingspelen 237<br />

4. De innerlijke nabootsing 239<br />

HOOFDSTUK XIV: SOCIALE SPELEN 241<br />

HOOFDSTUK XV: DE PAEDAGOGISCHE BETEEKENIS VAN<br />

HET SPEL 264

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!