HOE HAALT U ER VOORDEEL UIT? - BNP Paribas Fortis

Scenario van een renteStijging voor de BelgiSche rentecurve
2013 2 jaar 3 jaar 4 jaar 5 jaar 6 jaar 7 jaar 8 jaar 9 jaar 10 jaar
Start 0,15 0,30 0,57 0,85 1,29 1,49 1,72 1,97 2,20
EindE 0,65 0,80 1,07 1,35 1,79 1,99 2,22 2,47 2,70
rEturn -0,20 -0,50 -0,70 -0,70 -1,00 -1,10 -1,20 -1,20 -1,30
Veronderstel dat Belgische staatsobligaties
goed blijven presteren en
de referentierentevoet verder daalt
naar bijvoorbeeld 0,50%, dan zal de
return 2,85% bedragen. Stijgt de referentierentevoet
daarentegen met
0,50% , dan zal de return dalen tot
op – 0,85%.
Samengevat stijgt of daalt de return
van deze obligatie met 0,37% per
0,10% verandering van de rente.
Als we het scenario van een rentestijging
met 50 basispunten (0,50%)
in 2013 doortrekken voor de hele
rentecurve van Belgische staatsobligaties,
dan stellen we vast dat
alle looptijden negatieve returns
laten optekenen voor het jaar 2013
(zie tabel hierboven).
Hoe langer de looptijd van de obligatie,
hoe groter de impact van een
rentestijging op de koers. Bemerk
dat deze oefening opgaat voor elk
soort vastrentende obligatie. Andere
staats- of bedrijfsobligaties
zullen hetzelfde verloop kennen in
dit scenario.
Winst nemen is de
boodschap
Onze obligaties verkopen
om de winst veilig te stellen,
is een logisch besluit na de
hierboven beschreven scenario’s.
De obligaties in euro met looptijden
tot 2016 en met een rating van A,
AA of AAA, komen zeker in aanmerking
als we slechts een zeer laag
restrendement willen afstaan. In
heel wat gevallen is de opbrengst
van een verkoop zelfs hoger dan
wanneer we de obligaties bijhouden
tot de eindvervaldag. Zeker als
we rekening houden met de roerende
voorheffing op de couponinkomsten.
Evolutie van de Belgische rentecurve tussen 01.01.2012 en 01.01.2013
4,5
4
3,5
3
2,5
2
1,5
1
0,5
0
01.01.2012
01.01.2013
1 jaar 2 jaar 3 jaar 4 jaar 5 jaar 6 jaar 7 jaar 8 jaar 9 jaar 10 jaar
Bron: Bloomberg
Hou het risicoprofiel van de
portefeuille in het oog
De obligaties met het laagste
restrendement verkopen, zal in de
meeste gevallen betekenen dat we
beste kwaliteit van de hand doen en
de mindere kwaliteit en/of langere
looptijden in de portefeuille overhouden.
Beleggers dienen daarom
het globale risicoprofiel van hun
portefeuille in het oog te houden. Dit
geldt ook voor de herbeleggingen.
Laat u niet verleiden tot obligaties
met zeer hoge coupons die uitgegeven
worden door debiteuren van
een dubieuze kwaliteit. Er komen
altijd wel interessante nieuwe obligaties
op de primaire markt (zie ons
artikel ‘Schuldenmuur’, op pagina 8)
Geduld is een mooie deugd in obligatieland.
11