De ezel, net even anders - Diergeneeskundig Memorandum
De ezel, net even anders - Diergeneeskundig Memorandum
De ezel, net even anders - Diergeneeskundig Memorandum
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
9. Het hemolymphatische systeem<br />
9.1 Anatomische verschillen<br />
<strong>De</strong> Vena jugularis wordt bedekt door een dikke<br />
spier (M. cutaneus colli). Bij het paard is deze<br />
spier als een rudimentaire fascie aanwezig. Bij<br />
de <strong>ezel</strong> bedekt deze veel beter ontwikkelde<br />
spier in het middelste derde deel van de hals de<br />
jugulairgroeve, waardoor het intraveneus g<strong>even</strong><br />
van injecties of het plaatsen van een intraveneuze<br />
catheter lastig kan zijn. Om meerdere<br />
keren prikken te voorkomen kan men het beste<br />
het bovenste 1/3 deel van de vena jugularis gebruiken<br />
of het onderste 1/3 deel.<br />
Figuur 26: Zelfs in een enkele weken oud<br />
<strong>ezel</strong>veulen is de M. cutaneus colli duidelijk<br />
aanwezig (Burnham 2002, met permissie van<br />
de AAEP).<br />
9.2 Bloedonderzoek<br />
Voor de meeste bloedbepalingen voldoen de<br />
referentiewaarden van het paard ook voor de<br />
<strong>ezel</strong>. In het onderstaande overzicht staan de<br />
uitzonderingen op deze regel.<br />
Hematologische parameters:<br />
- Ezels kunnen 12-15% van hun totale lichaamswater<br />
verliezen zonder dat dit weerspiegeld<br />
wordt in een toename van de hematocriet.<br />
Het is daarom des te belangrijker om<br />
waterinname (voedsel en water) en waterverlies<br />
in de vorm van feces- en urineproductie<br />
bij te houden bij ernstig zieke <strong>ezel</strong>s.<br />
- Net als bij het paard zijn er geen reticulocyten<br />
aantoonbaar in het perifere bloed bij de <strong>ezel</strong>.<br />
D.M. 56e jaargang - No. 3 blz. 30<br />
- Ezels hadden in een studie minder rode<br />
bloedcellen, maar wel grotere RBC (MCV<br />
significant groter, 55.6 femtoliter versus 44 fl<br />
voor het paard).<br />
Biochemische parameters:<br />
- Bilirubine en CK zijn bij de <strong>ezel</strong> gemiddeld<br />
lager dan bij het paard.<br />
- <strong>De</strong> GGT is gemiddeld hoger dan bij het paard.<br />
- Het ureum is bij de <strong>ezel</strong> gemiddeld wat lager<br />
dan bij het paard.<br />
Niet alle bloedparameters zijn zowel bij het<br />
paard als de <strong>ezel</strong> bepaald. In het hierna volgende<br />
overzicht staan de endocrinologische<br />
parameters waar bij de <strong>ezel</strong> iets over gepubliceerd<br />
is.<br />
Gepubliceerde referentiewaarden voor totaal<br />
Ca (tCa), P, and totaal Mg (tMg) voor het paard<br />
gelden ook voor de <strong>ezel</strong>. <strong>De</strong> <strong>ezel</strong> lijkt een wat<br />
hoger geïoniseerd Ca (iCa) te hebben; de concentraties<br />
vallen echter wel binnen de referentiewaarden<br />
van het paard. Totaal Ca en totaal<br />
Mg zijn <strong>net</strong> als bij het paard slechte indicatoren<br />
voor geïoniseerde vormen. <strong>De</strong> fracties waaruit<br />
het tMg is opgebouwd bij de <strong>ezel</strong> zijn wel<br />
significant <strong>anders</strong> dan bij het paard (hoger ultrafiltreerbaar<br />
Mg en lager Mg-complex met<br />
zwakke zuren bij de <strong>ezel</strong> in vergelijking met<br />
paard). iMg was niet <strong>anders</strong> dan bij het paard.<br />
Het serum PTH is signifcant lager dan bij het<br />
paard. Calcitriol, de actieve vorm van vit D,<br />
is significant hoger dan bij het paard al is het<br />
maar een fractie.<br />
Samengevat: <strong>De</strong> hogere calcitriol concentraties<br />
bij <strong>ezel</strong>s passen bij wat hogere iCa and<br />
P-waarden en de wat lagere PTH concentratie<br />
(calcitriol remt bijschildklierfunctie en heeft<br />
daardoor hypercalcemische en hyperfosfatemische<br />
functie).<br />
T3 valt binnen de gepubliceerde referentiewaarden<br />
bij het paard. T4 lijkt aan de laagnormale<br />
kant te liggen indien men gevonden<br />
waarden bij de <strong>ezel</strong> vergelijkt met referentiewaarden<br />
bij het paard. Opvallend was hierbij<br />
dat de <strong>ezel</strong>hengsten met de hoogste stokmaat<br />
significant hogere T4 concentraties hadden dan<br />
de middengroep en de miniatuur<strong>ezel</strong>s.