DNA-afname bij gedetineerden geïntroduceerd “Op korte termijn wordt bij u celmateriaal afgenomen, als u schuldig bent bevonden aan <strong>een</strong> ernstig gewelds- en/of zedendelict. Hieronder wordt moord, doodslag, zware mishandeling, verkrachting, mensenroof, gijzeling en kaping verstaan. Bij degenen die voor minder zware delicten zijn veroordeeld, vindt in <strong>een</strong> latere fase DNAonderzoek plaats”. Deze mededeling landde in februari 2005 op de celmat van verschillende gedetineerden in Nederland. Vanaf 1 februari werd de wet ‘DNA-onderzoek bij veroordeelden’ van kracht, <strong>een</strong> wet die ‘nodig’ was om in zaken waarin g<strong>een</strong> DNA van de verdachte is afgenomen alsnog <strong>een</strong> profiel op te kunnen stellen. Deze profielen zijn <strong>een</strong> opsporingsmiddel en ze zullen gaan fungeren als <strong>een</strong> stok achter de deur voor veroordeelden om niet in herhaling te vallen. De wet geldt voor mensen die na 1 februari 2005 worden veroordeeld, maar ook voor mensen die al vóór die tijd werden veroordeeld en op dit moment hun straf of maatregel ondergaan. Omdat het om grote aantallen gaat, treedt de wet gefaseerd in werking. Eerst zijn ernstige delinquenten aan de beurt; veroordeelden die binnenkort vrijkomen krijgen ‘voorrang’. Dit jaar moeten zo’n 9000 gedetineerden zich onderwerpen aan het onderzoek, dat eruit bestaat dat met <strong>een</strong> wattenstaafje wangslijm wordt afgenomen. Justitie heeft voor dit jaar 6 miljoen euro vrijgemaakt voor de implementatie van de wet. Gewelds- of zedendelicten Bij veel misdrijven vindt tegenwoordig DNA-onderzoek plaats. Als de sporen wangslijm, bloed, haren, huidcellen of sperma bevatten, lukt het om er DNA uit te halen en er <strong>een</strong> DNA-profiel van te maken. Dit profiel verwijst naar de persoon die bij het misdrijf betrokken is. Afname van het celmateriaal gebeurt bij personen die voor <strong>een</strong> gewelds- of zedendelict veroordeeld zijn waarop <strong>een</strong> gevangenisstraf staat van 4 jaar of meer én die <strong>een</strong> pagina 6 - Zandschrift Magazine - Voorjaar 2005 bepaalde maatregel of straf opgelegd hebben gekregen. Het is mogelijk dat iemand is veroordeeld, maar tegen het vonnis in hoger beroep is. Dan moet hij/zij toch celmateriaal voor DNA-onderzoek afstaan. Als degene in hoger beroep wordt vrijgesproken, worden materiaal en profiel vernietigd. Het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) is verantwoordelijk voor het justitiële DNAonderzoek. Het NFI stelt DNAprofielen vast uit nieuw en oud celmateriaal en slaat deze op in de DNA-databank. Ook draagt het NFI zorg voor het bewaren en vernietigen van celmateriaal. DNA-profielen worden bewaard totdat de bewaartermijn is verstreken of totdat het OM opdracht geeft tot vernietiging. Als de wet voor <strong>een</strong> strafbaar feit <strong>een</strong> straf stelt van 6 jaar of meer, blijven de gegevens 30 jaar bewaard. Voor minder zware delicten blijven de gegevens 20 jaar opgeslagen. Gedetineerden kunnen g<strong>een</strong> bezwaar maken tegen afname van celmateriaal, wel tegen de opmaak van <strong>een</strong> DNA-profiel voor de DNA-databank. Dit bezwaar moet 2 weken na de DNA-afname worden gemaakt. De rechter doet uitspraak over dit bezwaar; er is g<strong>een</strong> hoger beroep mogelijk tegen de beslissing van de rechter. Veel werk voor het Openbaar Ministerie De officier van justitie kan het druk krijgen met de DNA. De officier van justitie vraagt het onderzoek aan. Pas na de 2 weken, waarin de gedetineerde bezwaar kan aantekenen, mag van het materiaal <strong>een</strong> profiel worden opgemaakt. De officier van justitie moet het NFI hierover berichten. Als de gedetineerde in hoger beroep gaat, dient ook de officier van justitie de uitslag hiervan in de gaten te houden en bij vrijspraak het bevel geven om het DNA-profiel te vernietigen. Het NFI is er klaar voor. De bewaarcapaciteit is flink vergroot. Sinds 2001 is het aantal profielen dat is opgenomen elk jaar verdubbeld. In 2004 kwam dit aantal op ruim 2700. Dit jaar zal dit verviervoudigd worden. Onderzoek naar andere, betere en ruimere toepassingen van DNA-gebruik in strafzaken loopt intussen door. Medio 2005 komt de minister met <strong>een</strong> nota waarin hij de Tweede Kamer informeert over eventueel ruimere mogelijkheden om DNA toe te passen. Meer informatie: www.dnasporen.<strong>nl</strong> ■ Misstanden Den Engh in rapport Inspectie Jeugzorg De inspectie jeugdzorg onderzocht verm<strong>een</strong>de misstanden bij de jeugdinrichtingen in Den Dolder en Ossendrecht. De Tweede Kamer had hierom gevraagd naar aa<strong>nl</strong>eiding van berichten in de media. Er zou sprake zijn van interne verdeeldheid, onderling wantrouwen en intimidatie van personeel. De aanpak in Den Engh is (door groepsgericht werken) anders dan die van andere inrichtingen. Daardoor kan de inrichting niet met alle wetten en regels goed uit de voeten. Jongeren krijgen bijvoorbeeld minder vrijheid dan waar ze recht op hebben. De instelling gaat ook anders om met de opleiding van personeel, opsluiting en afhandeling van incidenten. Christelijk radiostation van start Vanaf februari 2005 is het voor liefhebbers mogelijk om zeven dagen per week, 24 uur per dag naar <strong>een</strong> christelijk radiostation te luisteren. Bright FM brengt christelijke rock en pop en is via de kabel all<strong>een</strong> nog in Gouda en Naaldwijk te beluisteren, maakte het station gisteren bekend. Bright FM is ook via internet te volgen en de initiatiefnemers, A. Mons, C. Wolsing en W. van Loenen, willen dit jaar meerdere kabelmaatschappijen benaderen om <strong>een</strong> beter bereik te krijgen. De drie radiomakers denken dat er in Nederland veel behoefte aan christelijke radio is. Deze gedachte baseren de initiatiefnemers op onderzoek bij kerkgenootschappen en andere christelijke instellingen. De verm<strong>een</strong>de misstanden in de arbeidsomstandigheden vallen volgens de inspectie mee. Er zijn wel vervelende misstanden geweest van seksuele intimidatie van vrouwelijke medewerkers. Medewerkers lopen wel door langdurige blootstelling aan verbaal geweld <strong>een</strong> flink risico op overbelasting. De <strong>vak</strong>bond AbvaKabo is blij met het onderzoek: “Het staat nu vast dat er misstanden zijn. Dat zeggen wij al heel lang, maar dat werd door Den Engh ‘laster’ genoemd. Veel van onze leden werken er met plezier, maar ze hebben er last van dat er intern niet wordt gecommuniceerd. Wanneer jongens elkaar de hersens inslaan of elkaar verkrachten, mag daar niet over gepraat worden. De directie zegt ook vaak niet hoe zo’n incident is aangepakt. Onze leden denken dan dat er van die incidenten niets wordt geleerd, en dat is frustrerend”. Het rapport is te vinden op www.inspectiejeugdzorg.<strong>nl</strong> (Bron: 0/25, 2005 nr. 1). ■ Nazorg vermindert recidive Er moet meer aandacht komen voor jongeren die in <strong>een</strong> justitiële jeugdinrichting zijn behandeld. Dat helpt hen op het rechte pad te blijven, concludeert Coleta van Dam in haar promotieonderzoek Juvenile criminal recidivism. Relations with personality an post release environmental risk and protective factors (Radboud Universiteit). Zij gebruikte niet all<strong>een</strong> politiecijfers, maar analyseerde ook gesprekken met zestig jongeren die zijn behandeld in De Hunnerberg, <strong>een</strong> jaar na hun vertrek. Driekwart van de jongens zegt in het jaar na vertrek weer <strong>een</strong> of meerdere delicten te hebben gepleegd. Zestig procent is daadwerkelijk weer met de politie in contact gekomen. Volgens Van Dam heeft de hoge recidive te maken met <strong>een</strong> op<strong>een</strong>stape- ling van risicofactoren en het ontbreken van voldoende beschermende factoren. Zij pleit dan ook voor meer hulp in de vorm van nazorg. Deze hulp dient maatwerk te zijn, waarbij de overdracht van de justitiële inrichting naar de instantie die de nazorg levert, optimaal moet zijn. Dat is nu niet altijd het geval. Het proefschrift is (voor 7,86 euro) verkrijgbaar via c-vandam@ zonnet.<strong>nl</strong> ■ Zandschrift Magazine - Voorjaar 2005 - pagina 75