Mengen van twee of meer mengbare vloeistoffen - Main Press(*)
Mengen van twee of meer mengbare vloeistoffen - Main Press(*)
Mengen van twee of meer mengbare vloeistoffen - Main Press(*)
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
ENGINEERINGNEt.BE<br />
PROCESS TECHNOLOGY<br />
Roerwerkologie voor dummies (deel 5)<br />
<strong>Mengen</strong> <strong>van</strong> <strong>twee</strong> <strong>of</strong> <strong>meer</strong><br />
<strong>mengbare</strong> vloeist<strong>of</strong>fen<br />
Een zeer veel voorkomende applicatie met roerwerken is het mengen <strong>van</strong> <strong>twee</strong><br />
<strong>of</strong> <strong>meer</strong>dere <strong>mengbare</strong> vloeist<strong>of</strong>fen. Het inmengen <strong>van</strong> zuur <strong>of</strong> alkali om een<br />
pH te corrigeren, het inmengen <strong>van</strong> een verdunningsmiddel om de viscositeit<br />
te verlagen <strong>of</strong> het inmengen <strong>van</strong> een vloeibare kleurst<strong>of</strong> zijn maar enkele <strong>van</strong><br />
de vele voorbeelden.<br />
door Eddy Van de Putte, Mervers Benelux<br />
Wanneer het suspenderen <strong>of</strong> oplossen<br />
<strong>van</strong> een poeder moeilijk blijkt,<br />
door klontervorming <strong>of</strong> moeilijke<br />
bevochtigbaarheid bijvoorbeeld, dan wordt<br />
dit ook soms ingemengd onder de vorm <strong>van</strong><br />
een “premix”. Ook dan wordt de applicatie<br />
het mengen <strong>van</strong> <strong>mengbare</strong> vloeist<strong>of</strong>fen. Het<br />
weze hier wel benadrukt dat we spreken over<br />
<strong>mengbare</strong> vloeist<strong>of</strong>fen. Als de vloeist<strong>of</strong>fen<br />
niet mengbaar zijn, zoals olie en water bijvoorbeeld,<br />
dan komen we in een heel andere<br />
wereld terecht. Traagdraaiende pompende<br />
roerwerken, zoals in figuur 1, zijn dan onbruikbaar.<br />
Het mengen <strong>van</strong> <strong>mengbare</strong> vloeist<strong>of</strong>fen<br />
wordt ook wel “blending” genoemd.<br />
de mengintensiteit<br />
Heel lang geleden, toen de dieren nog konden<br />
spreken, werd de roerintensiteit meestal<br />
uitgedrukt in algemene termen, zoals “zeer<br />
zacht”, “zacht”, “middelmatig”, “hard” en<br />
“heel hard” roeren. Zeer veelzeggend was<br />
deze terminologie niet te noemen, en iedereen<br />
kon er zowat zijn eigen interpretatie aan<br />
geven. Vandaar dat soms ook wel eens één en<br />
ander fout liep. Er was geen enkele kwantitatieve<br />
techniek aanwezig om de roerintensiteit<br />
te definiëren, en bijgevolg was het zo goed als<br />
onmogelijk om deze roerintensiteit te repliceren<br />
naar andere batchgroottes (“upscalen”).<br />
Veel “natte vinger” werk dus…<br />
Midden in de zeventiger jaren werd door<br />
een aantal onderzoekers <strong>van</strong> Chemineer<br />
Inc. in Dayton, USA een twaalfdelige serie<br />
artikels gepubliceerd in het wetenschappelijk<br />
tijdschrift “Chemical Engineering”.<br />
Deze artikels behandelden het thema<br />
“roeren <strong>van</strong> laagvisceuze vloeist<strong>of</strong>fen met<br />
turbineroerwerken”. Eén artikel daar<strong>van</strong>,<br />
gepubliceerd door de heren Richard Hicks,<br />
Jerry Morton en John Fenic, droeg de titel<br />
“How to Design Agitators for Desired<br />
Process Response” en was een poging om<br />
de roerintensiteit te kwantificeren. Hicks<br />
en co-workers introduceerden het begrip<br />
“Scale <strong>of</strong> Agitation” (afgekort tot SA).<br />
Deze werkwijze blijft tot <strong>van</strong>daag nog<br />
steeds overeind, en mag dus wel degelijk<br />
beschouwd worden als baanbrekend pionierswerk<br />
op het vlak <strong>van</strong> mengers. Hoewel<br />
hun onderzoek zich toespitste op de<br />
4PBT45 impellers (figuur 2), worden hun<br />
berekeningen <strong>van</strong>daag ook gebruikt voor<br />
<strong>meer</strong>dere andere types impellers, zoals de<br />
moderne axial flow impellers (figuur 3).<br />
Figuur 1: traagdraaiende pompende<br />
roerwerken.<br />
pumps & process mAGAZINe - mAArt 2012 15
ENGINEERINGNEt.BE<br />
PROCESS TECHNOLOGY<br />
Laat ons meteen nog maar eens duidelijk<br />
vooropstellen dat de “Scale <strong>of</strong> Agitation”<br />
enkel zin heeft als maat voor de roerintensiteit<br />
<strong>van</strong> traagdraaiende top entry turbineroerwerken,<br />
bij voorkeur <strong>van</strong> het axiale en<br />
mixed flow type. Alle berekeningen zijn<br />
ook enkel geldig voor “fully baffled” tanks.<br />
Figuur 2: 4PBT45 impeller.<br />
Dit scenario wordt heel typisch gebruikt<br />
voor “blending” applicaties in turbulent en<br />
transitioneel regime. Het biedt de mogelijkheid<br />
om zeer grote hoeveelheden vloeist<strong>of</strong><br />
te mengen met een klein opgenomen vermogen.<br />
Vandaar dat men dikwijls op grote<br />
tanks roerwerken ziet staan met piepkleine<br />
motoren (figuur 4). Soms is het voor de leek<br />
moeilijk om te aanvaarden dat deze roerwerken<br />
wel degelijk juist geselecteerd zijn<br />
en vooral de moderne axial flow impellers<br />
tarten soms alle verbeelding op dit vlak.<br />
Hoe zit de “Scale <strong>of</strong> Agitation” nu juist<br />
in mekaar ? Om dat te kunnen begrijpen,<br />
moeten we even terugkeren naar een vorige<br />
bijdrage in Pumps & Process Magazine.<br />
Daarin toonden wij dat het pompdebiet<br />
<strong>van</strong> een impeller door de volgende functie<br />
wordt weergegeven:<br />
Q = N Q . N . D³ (1)<br />
Waarbij:<br />
Q = pompdebiet in m³/sec<br />
N Q = pumping number, dat dimensieloos<br />
is en afhangt <strong>van</strong> het impellertype en het<br />
Reynoldsgetal<br />
N = toerental in rps (toeren per seconde)<br />
D = impellerdiameter in m<br />
Aan de hand <strong>van</strong> dit pompdebiet wordt<br />
16<br />
pumps & process mAGAZINe - mAArt 2012<br />
nu een fictieve vloeist<strong>of</strong>snelheid gedefinieerd,<br />
die beschouwd kan worden als een<br />
soort gemiddelde snelheid in de tank.<br />
Deze snelheid wordt de “bulk velocity” (v b )<br />
genoemd, en is per definitie:<br />
v b = (2)<br />
Waarbij:<br />
v b = bulk velocity in meter per seconde (m/s)<br />
A = sectie <strong>van</strong> de tank in m²<br />
Bij een cilindrische staande tank is de sectie<br />
A niets anders dan het oppervlak <strong>van</strong> een<br />
cirkel met tankdiameter T, dus:<br />
A = (3)<br />
Waarbij:<br />
T = tankdiameter in m<br />
De “Scale <strong>of</strong> Agitation” SA is nu niets<br />
anders dan:<br />
SA = 32,8 . v b (4)<br />
Waar komt nu in godsnaam die rare<br />
factor 32,8 <strong>van</strong>daan ? Wel, dat heeft te<br />
maken met het feit dat Hicks en co-workers<br />
Amerikanen zijn, en dus alles uitdrukten in<br />
Angelsaksische eenheden. Zij definieerden<br />
een S A = 1 voor een bulk velocity v b = 6<br />
ft/min. Als je een en ander omrekent naar<br />
onze SI eenheden, dan kom je tot de factor<br />
32,8. S A is een lineaire functie <strong>van</strong> de bulk<br />
velocity v b , en het bereik <strong>van</strong> 1 tot 10 dekt<br />
zeker 95 %, <strong>of</strong> <strong>meer</strong>, <strong>van</strong> alle “blending”<br />
toepassingen met traagdraaiende turbineroerwerken.<br />
Daarom is deze benadering<br />
zeer geschikt voor alle mogelijke proces<br />
operaties. S A = 1 vertegenwoordigt een<br />
zeer lage roerintensiteit, terwijl S A = 10 een<br />
Figuur 3: moderne axial flow impeller.
zeer hoge roerintensiteit vertegenwoordigt.<br />
Mooi toch. We hebben nu een schaal <strong>van</strong><br />
1 tot 10 die een roerintensiteit <strong>van</strong> zeer<br />
laag tot zeer hoog vertegenwoordigt. Deze<br />
schaal wordt ook soms de “Chemscale”<br />
genoemd. Voor vele processen is bekend<br />
hoe groot deze Chemscale moet zijn om<br />
het gewenste procesresultaat te verkrijgen.<br />
Indien dit niet bekend is, kan een piloottest<br />
op kleinere hoeveelheid soelaas brengen,<br />
en het leuke is dan dat deze gegevens<br />
ge-upscaled kunnen worden. Of anders<br />
gesteld, eens men een Chemscale heeft<br />
kunnen bepalen aan de hand <strong>van</strong> een test<br />
op kleinere hoeveelheid, kan deze aangehouden<br />
worden voor andere batchgroottes.<br />
een addertje onder het<br />
gras<br />
De aandachtige lezer zal opmerken dat<br />
in alle bovenstaande functies de vloeist<strong>of</strong><br />
kolomhoogte Z niet voorkomt. En gelijk<br />
hebt U, want eenieder voelt wel aan zijn<br />
dikke teen dat de roerintensiteit in een tank<br />
met een bepaalde diameter T ook wel beïnvloed<br />
wordt door de vloeist<strong>of</strong> kolomhoogte<br />
Z, ware het alleen maar door het feit dat<br />
de batchgrootte verandert als Z verandert.<br />
Hier komt onze “square batch” weer<br />
boven water. Wanneer de tankdimensies<br />
afwijken <strong>van</strong> een “square batch” (T = Z,<br />
remember…), hetgeen dus in de meeste<br />
praktische toepassingen het geval is, dan<br />
wordt het volume vloeist<strong>of</strong> <strong>van</strong> deze tank<br />
genormaliseerd naar een “square batch”.<br />
Om dat te doen berekent men een fictieve<br />
equivalente tankdiameter T eq , en wordt deze<br />
T eq gebruikt om de tanksectie, en nadien<br />
S A , te berekenen. Mathematisch ziet dit er<br />
dus als volgt uit:<br />
V = (5)<br />
Waaruit volgt:<br />
T eq = (6)<br />
Waarbij:<br />
V = batchgrootte in m³<br />
Z = vloeist<strong>of</strong> kolomhoogte in m<br />
T eq = equivalente tankdiameter in m<br />
Als we nu alle vergelijkingen samen gooien,<br />
en een en ander herschikken, komen we<br />
tot een zeer interessante formule voor het<br />
bepalen <strong>van</strong> de roerintensiteit<br />
SA in functie <strong>van</strong> bekende<br />
gegevens, zonder ons nog<br />
verder het ho<strong>of</strong>d te hoeven<br />
breken over de vraag waar dit<br />
allemaal <strong>van</strong>daan komt. Eentje<br />
om boven je bed te hangen,<br />
dus:<br />
S A = (7)<br />
Tijd voor een cijfervoorbeeldje<br />
uit de “real world”,<br />
kwestie <strong>van</strong> wat voeling te<br />
krijgen met de praktijk. Laat<br />
ons eens inbeelden dat we<br />
een cilindrische staande tank<br />
hebben met een doormeter <strong>van</strong><br />
2,5m en een vloeist<strong>of</strong>hoogte<br />
<strong>van</strong> 3,5 m. In die tank zit dus<br />
zo’n 17 m³ vloeist<strong>of</strong>. Op de<br />
tank staat een turbineroerwerk<br />
met een axial flow impeller<br />
met een “pumping number”<br />
<strong>van</strong> 0,45 en een diameter <strong>van</strong> 800 mm (0,8<br />
m dus). Het roerwerk heeft een toerental<br />
<strong>van</strong> 150 rpm (dus 2,5 rps). Als we al deze<br />
getallen inpluggen in vergelijking (7), dan<br />
berekenen wij een S A = 3,1. Op een schaal<br />
<strong>van</strong> 1 tot 10 is dit dus niet zo bijster veel.<br />
Het zal echter wel voldoende zijn om bijvoorbeeld<br />
vloeibare additieven in water te<br />
mengen <strong>of</strong> een vloeist<strong>of</strong>fenmengsel tegen<br />
fasescheiding te behoeden. Voor het roeren<br />
<strong>van</strong> vloeist<strong>of</strong>fen in stockagetanks mag men<br />
zelfs gerust nog wat lager gaan. Maar voor,<br />
bijvoorbeeld, emulsiepolymerisatie zal<br />
deze roerintensiteit zeker niet volstaan. Het<br />
is bekend dat voor deze applicatie S A ergens<br />
tussen 6 en 10 moet liggen. S A = 10 wordt<br />
soms wel eens reactorintensiteit genoemd.<br />
Om het allemaal nog een beetje tastbaarder<br />
te maken, geven wij hierbij een klein<br />
overzichtje, met enkele eenvoudige vuistregels,<br />
omtrent de verschillende Chemscales:<br />
S A <strong>van</strong> 1 à 2 is typisch voor toepassingen<br />
waar kleine intensiteit vereist is. Roerwerken<br />
met een S A <strong>van</strong> 2 zullen <strong>mengbare</strong><br />
vloeist<strong>of</strong>fen met een densiteitsverschil tot<br />
0,1 kg/dm³ en een viscositeitsverhouding<br />
tot 100 uniform mengen. Ze zullen een<br />
vlak, maar bewegend, oppervlak opleveren<br />
met volledige batchcontrole.<br />
S A <strong>van</strong> 3 à 6 is voor de meeste toepas-<br />
ENGINEERINGNEt.BE<br />
PROCESS TECHNOLOGY<br />
Figuur 4: roerwerk met piepkleine<br />
motor op een grote tank.<br />
singen in de chemische procesindustrie.<br />
Roerwerken met een S A <strong>van</strong> 6 kunnen vloeist<strong>of</strong>fen<br />
mengen met een densiteitsverschil<br />
tot 0,6 kg/dm³ en een viscositeitsverhouding<br />
tot 10.000. Ze zullen een rimpelend<br />
oppervlak geven bij vloeist<strong>of</strong>fen met lagere<br />
viscositeit.<br />
S A <strong>van</strong> 7 à 10 is nodig voor toepassingen<br />
waar een zeer hoge intensiteit vereist is,<br />
zoals kritische reactoren. Roerwerken met<br />
een S A <strong>van</strong> 10 kunnen vloeist<strong>of</strong>fen mengen<br />
met een densiteitsverschil tot 1 kg/dm³ en<br />
een viscositeitsverhouding tot 100.000. Ze<br />
zullen een zeer woelig oppervlak geven<br />
bij vloeist<strong>of</strong>fen met een lagere viscositeit.<br />
Nog een klein controlevraagje, om te zien<br />
<strong>of</strong> jullie er iets <strong>van</strong> onthouden hebben:<br />
er<strong>van</strong> uitgaand dat de vloeist<strong>of</strong> vergelijkbaar<br />
is met water en dat ons hierboven<br />
vermelde roerwerk een Power Number<br />
heeft <strong>van</strong> 0,4. Hoe groot zal het opgenomen<br />
vermogen aan de as dan zijn <strong>van</strong><br />
dit roerwerk ? Antwoord in de volgende<br />
Pumps & Process Magazine.