30.08.2013 Views

Handboek debietmeten in open waterlopen - Wageningen UR E-depot

Handboek debietmeten in open waterlopen - Wageningen UR E-depot

Handboek debietmeten in open waterlopen - Wageningen UR E-depot

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

STOWA 2009-41 <strong>Handboek</strong> <strong>debietmeten</strong> <strong>in</strong> <strong>open</strong> waterl<strong>open</strong><br />

Een van de grootste wetenschappers op het gebied van de praktijk van het <strong>debietmeten</strong> was<br />

Henry Darcy. Hij deed veel schaalmodel- en praktijkonderzoek naar de strom<strong>in</strong>g van water.<br />

Voor de met<strong>in</strong>g van de snelheid van het water maakte hij rond 1850 een verbeterde versie van<br />

de buis die Pitot <strong>in</strong> 1732 had uitgevonden: de “tube jaugeur Darcy-Pitot” (Figuur 3-2). De “tube<br />

jaugeur” meet met behulp van twee buizen de snelheidshoogte. Darcy construeerde hiervoor<br />

een <strong>in</strong>genieuze <strong>in</strong>laat<strong>open</strong><strong>in</strong>g. Tot op de dag van vandaag wordt deze methode gebruikt voor<br />

het meten van de stroomsnelheid van lucht. Darcy en zijn assistent en opvolger Baz<strong>in</strong> publiceerden<br />

de resultaten van hun hydraulische onderzoek<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> twee standaardwerken van<br />

het waterloopkundig onderzoek: de Recherches hydrauliques entreprises par M. Henry Darcy<br />

cont<strong>in</strong>uées par M. Henri Baz<strong>in</strong> uit 1865.<br />

Figuur 3-2 meTen meT De jAugeur DArcy-piTOT en DWArSDOOrSneDe vAn een OpSTell<strong>in</strong>g <strong>in</strong> een geSlOTen leiD<strong>in</strong>g (brOn: liT. 31)<br />

Het meten van stroomsnelheden <strong>in</strong> rivieren gebeurde met drijvers of met hydrometrische<br />

<strong>in</strong>strumenten. Een bekende drijver is de boldrijver. De boldrijver is een houten bol voorzien<br />

van een hals, met daar<strong>in</strong> een vlaggetje. De bol is hol en van zoveel ballast voorzien, dat alleen<br />

de hals boven water uitsteekt, waardoor de w<strong>in</strong>dvang ger<strong>in</strong>g is. Met deze oppervlaktedrijver<br />

mat men de snelheid aan de oppervlakte, waarna de gemiddelde snelheid werd bepaald met<br />

de formule van Baz<strong>in</strong>.<br />

Betere resultaten waren te verkrijgen met stokdrijvers, ook wel Cabeose staven of Krayenhoffse<br />

drijvers genoemd. Deze hadden een toepass<strong>in</strong>g tot een waterdiepte van circa 3,50 m. Zo’n drijver<br />

is een ronde houten staaf van 5-10 cm diameter en van onderen verzwaard om de staaf<br />

zo goed mogelijk <strong>in</strong> de verticale stand te houden. Het ondere<strong>in</strong>de van de staaf bev<strong>in</strong>dt zich<br />

circa 50 cm boven de rivierboden; het bovene<strong>in</strong>de steekt circa 15 cm boven water uit. Door het<br />

verschil <strong>in</strong> stroomsnelheid over de verticaal neemt de staaf een scheve stand <strong>in</strong>, hetgeen een<br />

maat is voor de stroomsnelheid. Bij met<strong>in</strong>gen van de stroomsnelheid, uitgevoerd <strong>in</strong> 1939 op<br />

de Brielse Maas, werden stokdrijvers gebruikt, die konden worden verlengd. Dit heeft geleid<br />

tot de veel toegepast kett<strong>in</strong>gdrijvers en koppelstokdrijvers, die een aanpasbare lengte hadden.<br />

15

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!