30.08.2013 Views

handreiking natuurvriendelijke oevers - Wageningen UR E-depot

handreiking natuurvriendelijke oevers - Wageningen UR E-depot

handreiking natuurvriendelijke oevers - Wageningen UR E-depot

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Door de grote variatie in stroomsnelheid, bodemstructuur, lichtinval, zuurstofgehalte en voedselrijk-<br />

dom, hebben stromende wateren vaak een zeer karakteristieke, gevarieerde soortengemeenschap met<br />

ruimte voor zeldzame planten en dieren. Op de <strong>oevers</strong> is er ruimte voor planten die zijn aangepast aan<br />

de snelle veranderingen van een dynamisch systeem en in het water leven stroomminnende soorten.<br />

Voor dit oevertype is minimaal onderhoud vereist, de dynamische oever onderhoudt feitelijk zichzelf.<br />

Om een vrij meanderende situatie te creëren, kan het afdoende zijn om de watergang zijn gang te laten<br />

gaan. Alternatief moet de watergang in een meanderpatroon worden teruggebracht. Een oude loop<br />

van de watergang kan dan gebruikt worden als initiële situatie, waarna de watergang zich verder vrij<br />

ontwikkelt.<br />

Natuurvriendelijke streefbeelden<br />

De <strong>natuurvriendelijke</strong> benaderingen van het natuurlijk streefbeeld in afnemende mate van natuurvriendelijkheid<br />

zijn:<br />

• Vrij meanderend;<br />

• Beperkt meanderend;<br />

• Inham.<br />

Een gedetailleerde beschrijving van de bijbehorende geometrie, soortenontwikkeling, toepassingsmogelijkheden,<br />

voor- en nadelen en aandachtspunten bij aanleg en onderhoud staat in bijlage II. Ook staat<br />

hierbij aangegeven in welke opzichten de verschillende oevertypes meerwaarde hebben.<br />

3.2.2 Stagnant water<br />

Natuurlijk streefbeeld<br />

Een flauwe oever (hoofdstuk 2.2) is vanuit ecologisch oogpunt voor stagnante watergangen het meest<br />

ideaal. De optimale situatie heeft een zo flauw mogelijke gradiënt van 1:5 of flauwer (zie figuur 2.2). In<br />

dat geval komen alle natuurlijke overgangszones voor en wordt een zo groot mogelijke soortenrijkdom<br />

verwacht.<br />

Fig 3.1 AFBeeldINg VAN eeN FlAUWe OeVer<br />

Handreiking <strong>natuurvriendelijke</strong> <strong>oevers</strong> | 19

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!