handreiking natuurvriendelijke oevers - Wageningen UR E-depot
handreiking natuurvriendelijke oevers - Wageningen UR E-depot
handreiking natuurvriendelijke oevers - Wageningen UR E-depot
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
4.3 mONITOrINg eN eVAlUATIe<br />
Doel van monitoring<br />
Monitoring en evaluatie van de <strong>natuurvriendelijke</strong> oever kan veel nuttige informatie opleveren. Zo<br />
geeft het inzicht in het functioneren van de oever en of de gestelde doelen wel of niet gehaald worden.<br />
Monitoring kan leiden tot een bijsturing van het beheer en onderhoud en eventueel (delen van)<br />
de aanleg.<br />
Anderzijds levert monitoring ook inzicht op dat bruikbaar is voor andere plannen om <strong>natuurvriendelijke</strong><br />
<strong>oevers</strong> aan te leggen. Ecologische ontwikkelingen staan vaak onder invloed van vele factoren, waardoor<br />
de ecologie lastig te voorspellen is. Op sommige locaties is dan ook bekend dat er -om onbekende<br />
reden- geen water- of oeverplanten willen groeien.<br />
Monitoring<br />
Het is niet alleen belangrijk dat op een juiste wijze wordt gemonitord, tevens is het belangrijk dat alle<br />
relevante gegevens worden gemonitord.<br />
Gedacht kan worden aan:<br />
• Ecologische scores. Dit kunnen KRW-scores zijn op de verschillende deelmaatlatten, zoals vegetatie,<br />
macrofauna, fytobenthos en vissen, maar ook EBEO-maatlatten of andere scores, afhankelijk van de<br />
doelstellingen van de oever;<br />
• Prioritaire stoffen;<br />
• Chemie, met name fosfaat, stikstof en ammonium;<br />
• Relevante fysiche parameters, zoals temperatuur, doorzicht en waterstanden;<br />
• Tijdstip en wijze van aanleg, eventuele afwijkingen van het oorspronkelijk ontwerp (uitgebreide<br />
monitoring van ecologische parameters zonder gegevens over tijdstip van aanleg, oevertalud of<br />
peilbeheer levert weinig informatie op);<br />
• Het verloop van beheer en onderhoud;<br />
• Kosten van aanleg, beheer en onderhoud;<br />
• Het verloop van communicatie, zowel intern als extern met bijvoorbeeld omwonenden, bedrijven en<br />
recreanten.<br />
Bovengenoemde parameters zijn sterk gefocust op het natte deel van de oever. Naast het natte deel van<br />
de oever is ook het droge gedeelte van belang en daarom de moeite waard om te monitoren. Voorbeelden<br />
hiervan zijn amfibie-, watervogel- of vlindertellingen.<br />
Bijlage IV geeft een complete checklist van mogelijke te meten parameters. De keuze voor de definitieve<br />
parameters is afhankelijk van de doelen (hoofdstuk 3.1). Belangrijk is daarnaast om ook een nulmeting<br />
(voordat de oever is aangelegd) uit te voeren, zodat ook de uitgangssituatie in beeld is. De monitoring<br />
dient daarom in een vroeg stadium te starten.<br />
Aangeraden wordt om zoveel mogelijk aan te sluiten bij de huidige meetnetten voor ecologie (KRW<br />
monitoring, EBEO etc.). Daarnaast is het verstandig aan te sluiten bij het hydrologisch en chemisch<br />
meetnet. Verschillen in monitoringresultaten kunnen namelijk ook ontstaan als gevolg van o.a.<br />
veranderende afvoerrichting, veranderend debiet en een veranderende waterkwaliteit. Door aan<br />
te sluiten op het hydrologisch en chemisch meetnet kunnen de resultaten beter geïnterpreteerd<br />
worden.<br />
Ten slotte is het belangrijk dat de meetperiode lang genoeg is. Pas na een aantal jaren na aanleg van een<br />
<strong>natuurvriendelijke</strong> oever zal het effect op de ecologie echt meetbaar zijn.<br />
Handreiking <strong>natuurvriendelijke</strong> <strong>oevers</strong> | 41