'De thuismatch voor managers is voorbij' - Jobat

.
Retail
Tekst: Peter Van Dyck
De K
van klein
Enkel winkelcentra met een duidelijke visie en strategie
maken kans om te scoren. Het concept van het gloednieuwe
‘K in Kortrijk’ - mooi in de stad ingebed, op mensenmaat en
met oog voor de plaatselijke handelaars - belooft dus een
De Belg zakt gemiddeld 11 keer per
jaar af naar een winkelcentrum. Een
peulenschil in vergelijking met de
cijfers in onze buurlanden. De Fransman gaat
er 27 keer per jaar winkelen, de Brit 30 keer en
de Nederlander zelfs 47 keer. Eigenlijk kunnen
we ook niet vaak naar winkelcentra gaan om de
doodeenvoudige reden dat we er relatief weinig
hebben. België is eerder een land van baanwinkels.
Heel wat handelaars hebben hun reserves
tegenover de winkelmastodonten. Terwijl
de huurprijzen voor baanwinkels best
meevallen, is het kostenplaatje voor een stek in
een shoppingcentrum vaak weinig transparant.
Je zou denken dat de schaarse winkelcentra die
ons land rijk is per definitie goed boeren, maar
de realiteit is anders. Een deel scoort zelfs vrij
pover. “Omdat hun concept te wensen overlaat”,
meent Dominique Michel, gedelegeerd
bestuurder van Fedis, de federatie van de distributiesector.
“Van shoppingcentra die niet
meer zijn dan een immobiliënproject kan je
niet verwachten dat ze het uitstekend doen.
Het is nochtans een noodzaak dat ons winkellandschap
blijft evolueren. Ook de baanwinkels
zullen tot een scherpere profilering verplicht
worden als ze in de toekomst nog voor toegevoegde
waarde willen zorgen.”
Radicaal ontwerp
Het kersverse K in Kortrijk is volgens Dominique
Michel een toonbeeld van een winkelcentrum
met een heldere visie en strategie. Het heeft
zijn start dan ook niet gemist. “We mochten in
de eerste maand al dubbel zoveel bezoekersaantallen
ontvangen dan we in onze stoutste
dromen hadden verwacht”, zegt Dominique
Desmeytere, manager van K.
Die stormloop kan gedreven zijn door grote
nieuwsgierigheid. Het is nog afwachten of de
trend zich de komende maanden doorzet. Het
project heeft hoe dan ook troeven. Zijn winkelcentra
nogal snel geneigd de kaart van de
periferie te trekken, koos Kortrijk heel bewust
voor een inplanting in hartje stadscentrum.
recept voor succes te worden.
Kortrijk was zes jaar geleden zijn positie als belangrijke
winkelstad in de ruime regio kwijt aan
het geraken aan Roeselare en Rijsel. Worden
winkelcentra wel eens als tempels van wansmaak
bestempeld, de stijlvolle K-architectuur,
van het duo Robbrecht & Daem, neemt resoluut
afstand van die reputatie.
Hun radicale ontwerp, inclusief een negen verdiepingen
tellende woontoren met 40 appartementen,
charmeerde van meet af aan het
stadsbestuur. Zowel commercieel als stedenbouwkundig
zag het muziek in de plannen. Terecht,
vindt Dominique Desmeytere. “In feite
creëerden we met K een bijkomende shoppingstraat,
die mooi aansluit op de directe omgeving.
Het shoppingcenter en de nabijgelegen
winkelstraten lopen naadloos in elkaar over.
Mochten we een eiland binnen de stad vormen,
dan zou het niet werken. Door de glazen
koepel - het is alsof je onder de blote hemel
shopt -, hebben de klanten ook een gevoel van
geborgenheid.”
Omdat K kaderde in een ambitieus stadsvernieuwingsproject,
er op toekijkend dat het in
het bestaande commerciële en sociale weefsel
van de binnenstad paste, slikte de buurt het
ongemak van de ingrijpende veranderingen,
zoals sloopwerken die voor hinder zorgden en
de heraanleg van alle toegangswegen. Ook de
flankerende maatregelen via een charter over
het aanmoedigen van het ondernemerschap
en het promoten van de stad waren zalf op de
wonde. Heel cruciaal was de oprichting van
een Business Improvement District (BID), zeg
maar een handelsdistrict, waar naast K en het
stadsbestuur een 500-tal handelaars uit de omgeving
instapten en die ter verbetering van de
hele commerciële stadskern op ideeën over
topics als promotie en openingsuren broedt.
Het initiatief stemt Dominique Michel van Fedis
tevreden. “De betrokkenheid van de handelaars
bij het K-project is ongetwijfeld een
sleutel tot succes.”
Naast de gebruikelijke flagshipstores van de grote
ketens biedt K overigens ook plaats aan klei-
nere, lokale handelaars. “Dat hebben we als
stadsbestuur van bij het begin expliciet bedongen:
de deur moest openstaan voor lokale handelaars
die een tweede zaak wilden beginnen”,
stelt schepen van economie Jean de Bethune.
“Dat is heel goed gebleken voor de diversiteit.”
In het geval van juwelier Nys inspireerde K zelfs
tot de opening van een vierde filiaal. Door dit
soort afwijkende beslissingen wil Kortrijk weer
aanknopen bij zijn oude reputatie als handelspionier.
Het was ook hier dat, in 1962, met de
Korte Steenstraat de eerste autovrije winkelstraat
werd ingewijd.
Concurrentiestrijd
Even atypisch is de grootte van K. Met zijn
34.000 m 2 oppervlakte is het een relatief klein
winkelcentrum. “Bij ons blijven de shoppingcentra
op mensenmaat”, weet Dominique Michel.
“Zelfs Wijnegem Shopping Center, met
zijn 125.000 m 2 het grootste shoppingcenter
van ons land, is nog vier keer kleiner dan de
reuzen in Noord-Amerika. Ik zou willen suggereren
dat we het vooral op onze manier moeten
blijven doen. Als de winkelcentra té groot
worden, vinden mensen er hun draai niet meer.
We hebben een heel andere cultuur dan de
Amerikanen, die er een gewoonte van maken
om van negen uur ’s morgens tot vier uur ’s namiddags
in de shopping malls te blijven rondhangen.”
Dominique Michel vindt het positief dat de
concurrentiestrijd tussen de verschillende