Schoolplan 2012-2017 - Montessori Lyceum Flevoland

Schoolplan Montessori Lyceum Flevoland
Ambities 2012-2017
0

Schoolplan Montessori Lyceum Flevoland
Ambities 2012-2017
Missie en visie: Ook de komende
vijf jaar zullen ziel en zakelijkheid in een
juiste verhouding samenwerken. Een
schoolpan vraagt om zakelijke, redelijk
concrete doelen voor de komende vijf
jaar. Het kloppend hart van het MLF
vraagt ruimte om die zakelijkheid soms
te overstijgen en in vrijheid te kunnen
bouwen aan een onderwijsorganisatie
die in al haar lagen werkt vanuit
vertrouwen.
Onderwijs en didactiek: Verdere
concrete inkleuring van alle bestaande
Montessorikaders, verdieping vanuit de
zes karakteristieken en in balans met
dat doel een stevige verankering van
een kwalitatief meer dan voldoende
bovenbouw.
Zorg en pedagogie: Formatie van
een zorgteam waarin verbreding van de
zorg met decanaat en een aanbod voor
hoogbegaafden plus een
uitkristallisering van het
groepsmentoraat in de onderbouw en
het individueel mentoraat in de
bovenbouw plus een versteviging van
de externe relaties .
Personeel en organisatie:
Verdere opbouw van een qua leeftijd,
ervaring en geslacht, evenwichtig
docententeam met voldoende 1 e -
graders in de bovenbouw en veel
ruimte voor scholing en opleiding, die
de verschillende (nieuwe) functies
binnen de organisatie op meer dan
voldoende wijze kunnen invullen.
1
Kwaliteit: Een meer dan voldoende
kwaliteit van de bovenbouw havo/vwo
duurzaam verankeren in de organisatie
plus de meting en verantwoording van
de kwaliteit van ons onderwijs
structureel implementeren. Dit alles in
balans met de verdere verankering van
onze Montessoridoelen.
Scholing: De scholing van alle
medewerkers op het MLF ondersteunt
zoveel mogelijk de ambities zoals die
op schoolniveau zijn geformuleerd wat
betreft het onderwijskundig beleid,
zorgbeleid, personeelsbeleid en
kwaliteitsbeleid. Het biedt binnen die
kaders maximale ruimte aan individuele
ontwikkelingsbehoeften.
Profilering: Een stevigere en meer
expliciete bijdrage leveren aan het
koersplan van de ASG door met name
een betere inkleuring van onze rol als
maatschappelijk partner binnen Almere
plus het ontwikkelen van een duurzame
samenwerking met het PO-Montessori
binnen de ASG. Daarnaast een
duidelijker profilering als school met
maatwerk voor het individuele kind
door onder andere het opstarten van
een vijf- jarig VWO voor hoog- een
meerbegaafden.

Inhoud
Inleiding 3
I. Missie en visie 4
II. Onderwijs en didactiek 6
Schets 6
Doelen 7
III. Zorg en pedagogiek 8
Schets 8
Doelen 8
IV. Personeel en organisatie 11
Schets 11
Doelen 13
V. Kwaliteit 14
Schets 14
Doelen 14
VI. Scholing 16
VII. Profilering binnen de ASG en Almere 17
Inleiding
Het MLF is in de eerste vijf jaren van haar bestaan een school geworden met een duidelijke eigen
Montessoricultuur die breed gedragen wordt maar ook permanent bediscussieerd wordt. Er is een
besef dat een gezamenlijke cultuur alleen kan (blijven) bestaan als er een doorlopend gesprek is over
onze uitgangspunten en de uitwerking daarvan in de praktijk. Zoals je hoopt, is dit voelbaar zodra je
de school binnen komt. Gedurende de afgelopen jaren is er natuurlijk ook getwijfeld aan de
houdbaarheid van sommige zaken (geen cijfer, geen bel, geen klassikale toetsen). Na veel
gesprekken, gezamenlijke studiedagen en het incorporeren van alle input van de telkens nieuwe
medewerkers (OP en OOP) die er ieder jaar bij kwamen, drong het besef door dat we niet aan één
zuiltje van de school kunnen gaan trekken omdat dan alles mee omvalt. Een Montessoriconcept, ook
zoals dat op het MLF vorm heeft gekregen, is een congruent geheel. Onze adem is lang genoeg
geweest om te ervaren dat vertrouwen in onze visie, ons eigen kunnen en dat van leerlingen
uiteindelijk tot goede resultaten kan leiden.
Het schooljaar 2010/2011 was het vijfde schooljaar in het bestaan van het Montessori Lyceum
Flevoland. Dit was een belangrijk lustrumjaar voor de school. Er is gestart met de bouw van een eigen
nieuw schoolgebouw waar we per 1 november 2011 in gehuisvest zijn. De inspectie van het onderwijs
is voor de eerste keer op bezoek geweest en het is verheugend dat op basis van dit bezoek, aan alle
opleidingen van het MLF een basisarrangement is toegekend. Daarnaast werd de school, na een
uitgebreide visitatie en beoordeling, volwaardig lid van de Nederlandse Montessori Vereniging,
afdeling VMO.
De populatie van de school is deze vijf jaar gegroeid van 25 leerlingen en zes medewerkers in haar
eerste jaar naar ruim 350 leerlingen en 34 medewerkers nu. De inschrijvingen kennen ieder jaar een
langzame maar gestage stijging. De verhouding tussen enerzijds leerlingen uit de mavo/havo-stroom
en anderzijds de havo/vwo-stroom is nagenoeg ieder jaar heltzelfde: 45%-55%.
Naar verwachting zal het groeipercentage de komende jaren veranderen door de aantrekkingskracht
van de nieuwbouw, door de groei van de school als totaal en door de toenemende uitstroom uit de
examenklassen. In het nieuwe gebouw kunnen we uiteindelijk onderwijs bieden aan een kleine 600
leerlingen. Dat is weinig voor een volwaardige mavo/havo/vwo-school. En zal daarom veel van de
inzet en flexibiliteit van alle betrokkenen vragen om deze blijvende ambitie waar te maken.
Voorliggend schoolplan biedt hiervoor de nodige handvatten en richtlijnen.
Dit schoolplan is mede tot stand gekomen aan de hand van een aantal documenten die vanuit
voortschrijdend inzicht werden geschreven en herschreven. Zoals daar zijn, de schoolgids, het
leermiddelenbeleidsplan, de verschillende formatieplannen, het zorgplan, het scholingsplan, het
beleidsplan kwaliteitszorg, het Koersplan van de ASG plus een aantal zelfevaluaties en plannen die
we schreven voor het lidmaatschap van de Nederlandse Montessori Vereniging, het bezoek van de
inspectie van onderwijs en de aanvraag voor de toetreding tot de Almleerse Opleiding School (AAOS).
2

I Missie en visie
Hoofddoel: Ook de komende vijf jaar zullen ziel en zakelijkheid in een juiste
verhouding samenwerken. Een schoolpan vraagt om zakelijke, redelijk concrete
doelen voor de komende vijf jaar. Het kloppend hart van het MLF vraagt ruimte om die
zakelijkheid soms te overstijgen en in vrijheid te kunnen bouwen aan een
onderwijsorganisatie die in al haar lagen werkt vanuit vertrouwen.
Missie
Ons Montessorionderwijs werkt vanuit een krachtig vertrouwen in de mogelijkheden van ieder mens
om, via een eigen weg, zich te ontwikkelen tot een verantwoordelijke ‘bouwer van de toekomst’. De
school wil alle medewerkers de ruimte geven en alle leerlingen opleiden tot mensen die zelfstandig
kunnen functioneren, reageren én creëren (of ‘bouwen’ zoals Montessori dit noemt). Dit alles gebeurt
vanuit een sterk gevoel van verbinding met anderen en de leefomgeving. De mate van vrijheid van
keuzes binnen het leerproces die wij aan zowel docenten als leerlingen geven, is nodig voor het
ontwikkelen van deze scheppende kracht en voor de verbinding met anderen. De kennis die op school
wordt aangeboden is noodzakelijk om vrijheid te kunnen ervaren. Zonder te weten wat er te koop is en
wat jij kunt, bestaat er immers geen echte vrijheid van keuze. Kortom: vrijheid en kennis versterken
elkaar. Dat mensen heel verschillend zijn (ook in hun leren) is positief en dat wordt op school
verwelkomd. Montessorionderwijs ervaart het als haar opdracht daar niet alleen respect voor te
hebben, maar vooral ook gebruik van te maken.
Visie
De Italiaanse Maria Montessori (1870-1952) is vooral bekend geworden door haar aandacht voor het
individuele kind: het ‘kind centraal’. Niet de leerstof of de docent zijn uitgangspunt van het leerproces,
maar de leerling met al zijn eigen (on)mogelijkheden en talenten. Individueel betekent niet ‘gericht op
zichzelf’ of alleen. Docent of medeleerling oefenen een krachtige invloed uit op de ontwikkeling.
Kennisontwikkeling vindt vooral plaats als er veel ruimte en aandacht is voor de contacten tussen
docent en leerling en tussen leerlingen onderling. Daarom besteden wij daar veel aandacht aan.
Ons streven is om in het onderwijs - binnen de mogelijkheden van elk individueel kind - maximale
vrijheid te bieden. Vrijheid om te worden wie je bent, vrijheid om te kunnen oefenen met het nemen
van verantwoordelijkheid. Leerlingen kunnen - waar mogelijk - zelf kiezen voor een eigen tempo,
leerweg en leerstijl. Naast deze aandacht voor de individuele behoefte van leerlingen in hun
ontwikkeling, zijn zij verbonden met elkaar en met de samenleving om hen heen. Deze verbondenheid
stelt grenzen aan individuele vrijheden. Daarom zullen de leerlingen niet altijd maar kunnen doen wat
ze willen. Op het MLF worden er eisen aan hen gesteld: de zogenaamde ‘vrijheid in verbondenheid’.
Grenzen en eisen die het normtempo, het normniveau en het sociaal leren aan ons stellen.
Onze visie valt samen te vatten in de vier zuilen waarop het bouwwerk van ons onderwijs rust:
1. Een didactiek die uitgaat van vrijheid in verbondenheid (keuzes binnen vaste structuur).
2. Een pedagogiek die werkt vanuit het adagium ‘help mij het zelf te doen’.
3. Een organisatie die gebaseerd is op vertrouwen.
4. Een voorbereide leeromgeving die recht doet aan individuele verschillen.
Een uitwerking hiervan is te vinden in het volgende schema.
.
3

De kracht van het MLF in een notendop
1
Zelfverantwoordelijk
“Vrijheid in
verbondenheid”
2
Kleinschalig
“Help mij het zelf te
doen”
3
Betrouwbaar
“Doen wat je zegt”
4
Voorbereid
“Helder en uitdagend”
Hoe?
Dat is méér dan zelfstandig aan het werk.
Zelfverantwoordelijk leren kan alleen als er een
zeer heldere en strakke werkstructuur wordt
geboden en daarbinnen juist keuzes zijn.
Door structuur én keuzes te bieden leer jij steeds
meer jouw beste manier van werken te kennen
en te gebruiken.
Je hebt gewoon een rooster met vakken MAAR
je plant je werk wel zelf in. Als je goed op school
werkt hoef je minder thuis te doen.
Kleinschalig betekent niet ‘klein’ maar vooral dat
we veel individuele gesprekken hebben met jou.
Daardoor leren we je goed kennen en kunnen
helpen op de manier die bij jou past. Dat is
belangrijk als je wilt leren om zo zelfstandig
mogelijk te leren. Want bij iedereen werkt dat
anders.
Jij mag zijn zoals je bent
We kunnen alleen maar zo onderwijs geven en
zo met elkaar omgaan als we in grote lijnen ook
echt doen wat we zeggen.
Wat er van je verwacht wordt, staat allemaal in
het Quintplan en dat kan een docent niet zomaar
tussentijds veranderen. Je weet dus waar je aan
toe bent.
Ook ouders kunnen in een deel van het
Quintplan meekijken en volgen hoe je wordt
begeleid. Ze voelen zich daardoor erg betrokken
Ons nieuwe gebouw is zo ingericht dat alle
soorten lessen goed gevolgd kunnen worden.
Elke leerruimte is een mediatheek:
boeken, computers, docenten, medeleerlingen
materialen en een goede werksfeer waar op
zachte toon gesproken wordt.
4
Voorbeeld?
Ons Quintplan biedt heel veel structuur én laat
daarnaast veel keuzes.
Klaar met je werk? Dan mag je de proef al komen
doen. Nog niet alles af? Dan mag hij ook wat
later.
Eén uur per dag heb je KWT (keuzewerktijd). Dan
kies je zelf naar welke les je gaat.
De docenten praten tijdens de lessen meestal
mét jou en niet tégen jou (of een hele klas).
Eens in de twee weken heb je een
werkbespreking met je mentor: een kwartier op
school speciaal voor jou.
Regelluw: wat vanzelf goed gaat hoeft niet
geregeld. Wel volgt er altijd een gesprek als jij
over een grens heen gaat.
Op het MLF is er weinig lesuitval. Bijna alle
lessen worden overgenomen door collega’s. Jij
kunt gewoon aan het werk want je had al
gepland wat je die les wilde doen…
Het Quintplan is deels toegankelijk voor ouders.
Zo kunnen zij goed volgen hoe het op school
gaat.
Drie keer per jaar en verslag met beoordelingen
plus in woorden hoe het bij ieder vak gaat.
Elke groep van vakken (natuur/maatschappij/
communicatie/kunst/lo) heeft zijn eigen grote
leerruimte.
Kleine lokalen voor uitleg door vakkundige
docenten, werknissen voor individueel werk,
stilteruimtes voor rust, groepstafels voor
samenwerken, studio’s voor oefening, grote
leerrruimtes als uitdagende leeromgeving.

II Onderwijs en didactiek
Hoofddoel: Verdere concrete inkleuring van alle bestaande Montessorikaders,
verdieping vanuit de zes karakteristieken en in balans met dat doel een stevige
verankering van een kwalitatief meer dan voldoende bovenbouw.
Schets
Een goede samenvatting van de concrete uitwerking van het onderwijsproces uitgaande van de in het
vorige hoofdstuk beschreven visie vormt het volgende schema:
Een dag op het MLF in vogelvlucht
Gevarieerd
Basisuur
Instructie uur
Leergebieduur
Zelfwerk uur
Keuzewerktijd
Zelfrooster uur
Mentoruur
Werkbespreking
Wat?
Uitleg door docent van
moeilijke leerstof.
Wat wordt er van je
verwacht?
Geen eigen keuzes.
Zelf aan de slag met het
vak op je rooster.
Zelf plannen welk
onderdeel.
Alleen of samen.
Veel eigen keuzes
Maar: niets doen kan niet
Zelf het vak kiezen.
Zelf inroosteren.
Doen wat je het meest
nodig hebt of leuk vindt.
Achterstanden inlopen.
Voor alle lessen over jouw
zelfstandig werk en het
samenwerken in de groep.
Werkbespreking (WB): Eén
keer in de twee weken een
gesprek van een kwartier
met jou.
Waar?
In lokalen of het
vakgedeelte van de
grote leerruimtes.
Soms naast andere
groepen.
“Niet‐ storen” regel
In de grote leerruimtes.
Meerdere docenten en
klassen.
Boeken, PC, docent
aanwezig
Samen zorgen voor een
goede werksfeer.
Door de hele school
heen.
Alle docenten draaien
keuzewerk‐tijden,
alle leerlingen ook.
Met de groep in een
leerruimte.
Op een rustige plek met
aandacht speciaal voor
jou.
Alle onderwijsprocessen en leermiddelen die er op school gehanteerd worden binnen het primaire
proces, worden mede geselecteerd op hun bruikbaarheid bij het werken vanuit de zes karakteristieken
van het VO-Montessori. Vanuit onze visie en tevens uitgaande van de huidige situatie in de opbouw
van de school heeft het Montessori Lyceum Flevoland de komende jaren in het onderwijsbeleid extra
aandacht nodig ter ondersteuning van het aanleren van onderzoeksvaardigheden, het differentiëren
naar leerstijl en het vakoverstijgend en samenwerkend leren.
5
Hoe?
Iedereen het zelfde
niveau.
Iedereen het zelfde
leerjaar.
De docent bepaalt de
structuur.
Mavo, havo en vwo
samen.
Je volgt je eigen weg.
De docent loopt rond en
helpt.
Start met 20 min.
Stilwerken.
Je werkt aan het gekozen
vak.
Aangeven of je de docent
nodig hebt of doorwerkt.
Docent loopt rond en
helpt.
Hulp van ouderejaars.
Leren leren / leren leven/
leren kiezen.
Mentor begeleidt bij
zelfstandig leren door één
op één gesprek.
Leren plannen met ons
Quintplan.
Doel?
Sommige dingen moet de
docent uitleggen aan iedereen.
In deze lessen wordt het
normtempo bepaald, dan weet
je waar je aan toe bent.
Zelf kiezen is leuk en werkt
goed. Het helpt je steeds
zelfstandiger te worden.
Van samenwerken,
juist met leerlingen van een
ander niveau, leer je veel.
Dit is handig omgaan met de
lestijd.
Je volgt hierdoor de meeste
lessen bij de voor jou
moeilijkste vakken.
Moeilijk kiezen? Je mentor
helpt.
Verantwoordelijk zijn voor je
eigen leren vinden wij
belangrijk maar het is niet zo
makkelijk.
De mentor is de spil van onze
Montessori begeleiding. Dat
verdient genoeg tijd.

Doelen
Doel 1: Leermiddelen en leerproces ondersteunen het aanleren van onderzoeksvaardigheden. Over
vijf jaar is er een doorlopende onderzoeksleerlijn richting profiel- en sectorwerkstuk, vanaf
leerjaar 1.
Doel 2: Over vijf jaar zal elk vak in elk leerjaar twee keer lesstof aanbieden vanuit twee verschillende
leerstijlen.
Doel 3: Montessori karakteristiek Binnen-Buiten krijgt structurele plek in alle vakkenclusters.
In ieder leerjaar verzorgt elk vakkencluster één keer een Binnen-Buiten opdracht.
Doel 4: Verdere ontwikkeling van het leerproces en de leermiddelen ondersteunt altijd één of meer
van de zes Montessori karakteristieken. Zie ook het schema hieronder.
Checklist: Montessori-quintindeling
1. Een aantal opdrachten biedt duidelijke keuzemogelijkheden.
- Kunnen de leerlingen uit twee of meer verschillende onderwerpen kiezen?
- Kunnen de leerlingen uit twee of meer werkingsmogelijkheden kiezen?
- Kunnen de leerlingen uit twee of meer manieren van afsluiten kiezen?
2. Er is (bij de stergroepopdrachten) sprake van sociaal leren.
- Hebben de stergroepleden elkaar écht nodig voor het eindresultaat of blijft
het vier verschillende stukjes die bij elkaar worden geveegd?
- Is interactie over de lesstof noodzakelijk en wordt die ´afgedwongen´door de
opdracht om tot een eindresultaat te komen?
- Leren de stergroepleden iets van elkaar (verschillende leerstijl, interesses,
aanpak)?
3. Aandacht voor samenhang in leerstof.
- Leren de stergroepleden iets van elkaar (verschillende leerstijl, interesses,
aanpak)? Is één van de opdrachten geïntegreerd met een basisvak (SLOproject)?
- Is dat als zodanig herkenbaar in het Quintplan?
- Is er dan werkelijk sprake van een win-win situatie of claimt het basisvak
alleen maar ‘jouw’ leergebiedtijd?
4. Ruimte voor onze onderwijsdoelstelling van Binnen-buiten.
- Komt er een expert/gast/ouder van buiten de school in?
- Gaan de leerlingen ‘naar buiten’ (excursie/veldwerk/schoolreis) om daar
expertise te halen?
- Wordt de maatschappelijke rol van een stuk leerstof expliciet benadrukt?
5. Expliciete ruimte en aandacht voor reflecteren op het leren.
- Wordt er ‘afgedwongen’ dat er interactie is met jou over de leerstof?
- Reflecteren de leerlingen met elkaar?
- Wordt de kwaliteit van die zelfreflectie wel eens beoordeeld?
6. Herkenbaarheid van de begeleidende rol van jou.
- Is jouw Montessori-docentrol van begeleider goed ingebouwd?
- Waar in het leerproces ben jij nodig en is daar tijd voor?
- Is interactie met jou over leren en leerstof veelvuldig mogelijk?
7. Hoofd, hart en handen.
- Wordt er bij dit quint ook een beroep gedaan op andere zaken dan alleen de
cognitieve ontwikkeling?
- Kunnen naast proefwerken ook creatieve manieren van afsluiten van de
leerstof ingebouwd worden?
- Is er ruimte voor verschillende leerstijlen en verschillende intelligenties?
6

III Zorg en pedagogiek
Hoofddoel: Formatie van een zorgteam waarin verbreding van de zorg met decanaat
en een aanbod voor hoogbegaafden, een uitkristallisering van het groepsmentoraat in
de onderbouw en het individueel mentoraat in de bovenbouw plus een versteviging
van de externe relaties .
Schets
De leerlingenzorg op het MLF gaat uit van het principe van een geïntegreerde leerlingbegeleiding.
Geïntegreerde leerlingbegeleiding houdt op het MLF in, dat de volgende gebieden uit het leerproces
van de leerling integraal terugkomen in de begeleiding binnen de vaklessen. De docent besteedt
evenredig veel aandacht aan het proces ‘leren leren’, het proces ‘leren leven’ en het proces ‘leren
kiezen’. Het MLF heeft voor deze wijze van begeleiden gekozen, omdat het leerproces van de leerling
verder gaat dan de persoon die kennis tot zich moet nemen. De leerling is een mens in ontwikkeling
en zal zich dus ook op school binnen de vaklessen als mens mogen ontwikkelen. Het MLF wil de
leerling en de docent stimuleren aandacht te hebben voor en te reflecteren op het cognitieve proces
van het kind en het sociaal-emotionele proces en het keuzeproces.
De bovenstaande visie sluit goed aan bij vier van de zes Montessori karakteristieken:
1. Totale ontwikkeling: een bredere vorming dan alleen gericht op cognitieve doelen.
2. Leren keuzes maken: het is een voorwaarde voor de ontwikkeling van de zelfstandigheid dat
leerlingen leren om keuzes te maken.
3. Leren door reflectie: reflectie vormt voor de leerkracht en leerlingen de basis voor het
handelen om vast te stellen waar een leerlingen staat in zijn of haar ontwikkeling.
4. Leren als sociaal proces: leerlingen zijn in de leeftijdsfase van het voortgezet onderwijs erg
gericht op het sociaal functioneren met leeftijdsgenoten. Het van en met elkaar leren is een
belangrijke karakteristiek van vmo-scholen.
Op het MLF is er voor gekozen om de mentor de spil in de dagelijkse begeleiding te maken. De
mentor is daarom voor leerling, docent en ouder het eerste aanspreekpunt binnen de school.
Voor het goed functioneren van onze geïntegreerde leerlingbegeleiding, is het van belang dat een
aantal onderdelen specifiek worden beschreven. Docenten, leerlingen en ouders krijgen daardoor een
goed beeld van wat onze leerlingbegeleiding inhoudt en kunnen naar aanleiding daarvan adequaat
actie ondernemen. Daarom is het goed om een aantal onderdelen fysiek in de school te plaatsen
middels lessen, voorlichtingen en themamiddagen/avonden. Ieder schooljaar staan onderdelen als
‘leren plannen’, ‘omgaan met pesten’, ‘afname SVL’, ‘scholing ASS’, ‘voorlichting dyslexie’ en
‘voorlichting SGA’ op het programma. Om verder vorm te geven aan onze visie zijn er verschillende
protocollen geschreven die onze manier van begeleiden voor docenten en ouders inzichtelijk maakt.
Doelen
De doelen zijn bedoeld als bouwstenen. Deze bouwstenen bevatten kort omschreven de doelen voor
de periode 2012-2017. Gekozen is voor ‘bouwstenen’ omdat de gehaalde doelen van een vorig
schooljaar dienen als basis voor de volgende ‘bouwsteen’. Dat houdt dus in dat er verder gebouwd
wordt op de eerder gerealiseerde doelen. De weergave geeft ook het beoogde tijdspad aan. Op de
bladzijde hierna volgt per doel uit bouwsteen zes een korte toelichting.
BOUWSTEEN 6 (schooljaar 2012-2017)
• Formatie van een zorgteam
• Zorgcoördinator geeft sturing aan zorgteam
• Starten ZAT
• Creëeren draagvlak voor ZAT binnen het MLF
• Dyslexie integreren in KWT
• Hoogbegaafdheidbeleid integreren in dagelijkse lessen MLF
• Scholing Hoogbegaafdheidbegeleidster en V-coaches
• Deelname aan de pilot Cluster III
• Verder inhoud geven aan MT lessen in OB
• Verder inhoud geven/ontwikkelen aan individueel mentoraat bovenbouw
• Aanstellen van een eigen orthopedagoog als na onderzoek de mogelijkheid hiertoe is vast
komen te staan
• Specialiseren van docenten in dyslexie als na onderzoek de mogelijkheis daartoe is vast
komen te staan.
7
• Aanstellen, scholing vertrouwenspersonen

BOUWSTEEN 5 (schooljaar 2010-2011)
• Scheiding maken tussen zorgcoördinator en vertrouwenspersoon
• Opzetten van intervisie voor docenten m.b.v. SGA
• Opzetten en starten ZAT
BOUWSTEEN 4 (schooljaar 2009-2010)
• Protocol rouwverwerking
• Thema avond ‘omgaan met pesten’ voor ouders
• Studiemiddagen ASS aan docententeam
• Themamiddag ‘omgangsvormen’
• Externe counselor
• Consolideren inzet handelingsplannen en scholing mentoren hier omtrent
BOUWSTEEN 3 (schooljaar 2008-2009)
• Naar aanleiding SVL leerlingen Oké training aanbieden
• Pestprotocol met lessenserie mentoren
• Vormgeven dyslectiebegeleiding middels protocol
• Draaiboekje ‘Plannen op het MLF’
• Officiële start met SGA (contract), voorlichtingen door casemanager
• Invoeren van ‘non-contract’
BOUWSTEEN 2 (schooljaar 2007-2008)
• Vormgeven leerlingbespreking
• Opzetten dyslexie begeleiding i.s.m. Evelyn
• Contract tussen SGA en MLF
• Start samenwerking casemanager SGA
BOUWSTEEN 1 (schooljaar 2006-2007)
• Opzetten geïntegreerde leerlingbegeleiding
• Afname SVL
• Start counseling
Doel 1: Formatie van een zorgteam
Het MLF heeft in de afgelopen vijf jaar een duidelijke ontwikkeling doorgemaakt waar het gaat
om de meer gespecialiseerde leerlingbegeleiding. In de beginsituatie van schooljaar 2006-
2007 was de zorgcoördinator nog alleen verantwoordelijk voor de invulling en uitvoering van
de taken van dyslexiebegeleider, counselor, vertrouwenspersoon, leerlingbegeleider en
decaan. Inmiddels zijn deze taken uitgekristaliseerd en terecht gekomen bij collega’s die zich
voor een deel reeds door scholing hebben gespecialiseerd en waar anderen op het punt staan
zich (verder) te gaan scholen. Besloten is dat de zorgcoördinator leiding gaat geven aan dit
team van meer gespecialiseerde collega’s. Het team bestaat op dit moment uit een
dyslexiebegeleider, een hoogbegaafdheidbegeleider, een decaan en een counselor. Voor de
komende schooljaren wordt onderzocht of het wenselijk en mogelijk is om een orthopedagoog
aan te stellen. Daarnaast zal worden gekeken of het haalbaar is om vakdocenten zich te laten
specialiseren in het begeleiden van leerlingen met dyslexie.
Van een ieder van hen wordt verwacht dat zij binnen hun eigen gebied zorg dragen voor de
ontwikkeling en uitvoering van de leerlingbegeleiding op het gebied van dyslexie, decanaat,
hoogbegaafdheid en counseling. De zorgcoördinator draagt zorg voor het overzicht van deze
ontwikkeling middels meerdere jaarlijks terugkerende overlegmomenten. Waar nodig zorgt hij
ervoor dat de verschillende begeleiders met elkaar overleggen mocht er sprake zijn van leren
van elkaar. De zorgcoördinator luistert, vraagt, stuurt en intervenieert. Dit alles vanuit het
adagium ‘Help mij het zelf te doen’. Een adagium dat binnen het MLF niet alleen geldt voor de
docent-leerling interactie maar zeker ook voor het werken met collega’s. Vertrouwen geven en
krijgen, kunnen loslaten waar het kan en ondersteunen waar gevraagd zijn karakteristieken
die verbonden zijn aan Montessori en als zodanig passen binnen de organisatie van het MLF.
8

Doel 2: Starten ZAT
Het MLF start in het schooljaar 2011-2012 voor het eerst met een eigen ZorgAdviesTeam
(ZAT). Het team bestaat uit vertegenwoordigers van Leerplicht. BJZ, PCL en de GGD. Het
team maakt het komende jaar kennis met de school, onze visie en manier van werken.
Het ZAT zal in het schooljaar 2011-2012 vooralsnog vijf keer bijeenkomen om leerlingen te
bespreken.
Om te komen tot het vergroten van draagvlak en intensivering van relaties met begeleidende
instanties in de derde lijn worden ook de mentoren verwacht wanneer een leerling besproken
wordt in het ZAT. De lijn met de dagelijkse begeleiding rondom de leerling en het contact met
de ouders blijft zo kort en helder. Het is daarbij ook mogelijk dat een mentor direct contact kan
opnemen met één van de leden van het ZAT buiten de vergaderingen van het team om.
Voorlichting over het doel en de werking van het ZAT zal aan het docententeam worden
gegeven.
Doel 3: Dyslexie integreren in KWT
De begeleiding van de leerling met dyslexie gebeurt op dit moment nog vooral op individuele
basis en buiten de lessen om. Op het MLF zouden we graag zien dat deze vorm van
begeleiding van en voorlichting over de mogelijkheden van begeleiding meer zichtbaar gaat
worden voor leerlingen binnen de dagelijkse lessen. Het doel dat we daarmee beoogen, is het
voorkomen van een bijzondere positie van leerlingen met dyslexie. Je mag op het MLF zijn
wie je bent dus ook deze begeleiding hoort bij onze lessen.
Voor het schooljaar 2011-2012 is het doel dat in ieder geval twee KWT lessen gevuld gaan
worden door de dyslexiebegeleidster.
Doel 4: Hoogbegaafdheidbegeleiding
Versnellen, vertragen, verdiepen zijn drie kernwoorden die horen bij deze nieuw te
ontwikkelen vorm van gespecialiseerde begeleiding binnen het MLF. Onder directe aansturing
van de hoogbegaafdheidbegeleider zal een team van drie V-coaches gaan werken om ervoor
te zorgen dat de hoogbegaafde leerlingen voldoende uitdaging en motivatie blijven houden
voor het volgen van onderwijs. Deze begeleiding staat nog in de kinderschoenen. De
begeleider en de coaches gaan deelnemen aan trainingen ter ondersteuning van hun taken.
Doel 5: Pilot cluster III
Vanaf schooljaar 2011-2012 draait het MLF mee in een pilot om te onderzoeken of het
mogelijk is onderwijs te bieden aan leerlingen die gediagnosticeerd zijn met een cluster III
indicatie. Dit gebeurd in samenwerking met de methyl basisschool in Almere en het BHC.
Doel 6: Inhoud geven aan het mentoraat in OB en BB
Het mentoraat maakt onderdeel uit van de spil van onze leerlingbegeleiding. De mentor houdt
overzicht op de individuele voortgang van de leerling. Dit vindt plaats in de werkbespreking die
voor ieder leerling in de onderbouw (klas 1 en 2) staat ingeroosterd.
Daarnaast geven de mentoren in de onderbouw mentorlessen. Om deze lessen meer
structuur en inhoud te geven, is vorig jaar gestart met het ontwikkelen van een lesprogramma.
Vanuit onze visie van onderwijs heeft een werkgroep een programma geschreven waarbij ook
goed geluisterd is naar de mentoren om zo te komen tot een gedragen programma dat door
iedereen uitgevoerd gaat worden.
Doel voor het schooljaar 2011-2012 is op eenzelfde wijze te komen tot een soortgelijk
programma voor de tweede klassen.
Voor wat betreft het mentoraat in de bovenbouw, zal komende jaren worden geïnventariseerd
welke scholing nodig is om mentoren aldaar voldoende te ondersteunen in hun taak.
Onderzocht gaat worden of de werkbespreking ook in de bovenbouw ingeroosterd kan worden
zodat voor mentoren en leerlingen het belang van deze besprekingen zichtbaar wordt.
Doel 7: Aanstellen en scholen vertrouwenspersoon
Op dit moment beschikt het MLF nog niet over een interne vertrouwenspersoon. Het MLF
streeft ernaar om de komende vijf jaar te komen tot het aanstellen en scholen van in ieder
geval één vertrouwenspersoon. Uiteindelijk is het de bedoeling dat er twee
vertrouwenspersonen (een man en een vrouw) werkzaam gaan zijn binnen het MLF.
9

IV Personeel en Organisatie
Hoofddoel: Verdere opbouw van een qua leeftijd, ervaring en geslacht, evenwichtig
team van medewerkers (OP en OOP) met voldoende 1 e -graders in de bovenbouw en
veel ruimte voor scholing en opleiding, die de verschillende (binnen ons organogram
nieuwe) functies binnen de organisatie op meer dan voldoende wijze kunnen invullen.
Schets
Docenten, onderwijs-ondersteunend personeel en directie van het MLF dienen over kwaliteiten te
beschikken die nodig zijn om ons onderwijs mede vanuit de Montessori karakteristieken te kunnen
realiseren. Deels betreft het aan te leren vaardigheden , maar voor een belangrijk deel gaat het ook
om persoonlijke kwaliteiten, zoals het vertrouwen stellen in de ontwikkelingsmogelijkheden van
kinderen. Deze kwaliteiten kunnen ontwikkeld worden en zijn wezenlijk voor het realiseren van onze
doelstellingen als Montessorischool. Van medewerkers van het MLF wordt verwacht dat zij open staan
voor leerlingen en hen vertrouwen geven. Daarnaast is persoonlijk contact en bereidheid tot
samenwerken met collega’s van groot belang. Samen scheppen zij een klimaat waarin leerlingen zich
optimaal kunnen ontwikkelen. Hieronder de belangrijkste onderdelen van ons personeelsbeleid voor
de komende jaren.
Opbouw OP-formatie
Op grond van de te verwachten groei van de school de komende jaren - van 355 leerlingen nu tot 660
in 2016 - zal het aantal fte’s dat nodig is, toenemen van 19,5 naar 32. Bij de prognose van hett aantal
leerlingen in 2016 wordt uitgegaan van een stabilisatie van het aantal instromers in de brugklas vanaf
2013 op 140 leerlingen. De verdere uitbouw van de bovenbouw (2 e fase havo/vwo) vereist een
toename van het aantal 1 e graads bevoegde docenten. Op dit moment zijn er zeven 1 e graders op de
school (samen goed voor 5,3 fte) en vier collega’s zijn bezig met hun 1 e graads opleiding. In 2016
heeft de school voor 10 fte 1 e graders nodig. Vertaald in banen van gemiddeld 0,7 fte betekent dit 14
1 e graads docenten.
Wat betreft de 2 e graads bevoegdheid: er zijn 14 bevoegde docenten, één docent zal dit jaar de
opleiding afronden en twee andere zijn begonnen met hun opleiding. In 2016 moet de school 22 fte
aan 2 e graads bevoegde docenten hebben. Bij een gemiddelde baan van 0,7 fte betekent dit 30 2 e
graads docenten.
Het MLF wil ruimte bieden voor de opleiding van onder andere zij-instromers via Flevokans en
Lerarenbeurs en volgt wat betreft de functiemix de afspraken zoals die gelden binnen de ASG.
De school is bezig met het ontwikkelen van een functiebouwwerk dat ten gevolge van groei zal
moeten ontstaan.
Diversiteit
Het beleid van het MLF is sterk gericht op het streven naar diversiteit bij de opbouw van het
personeel: zowel qua persoonlijkheden als een evenwichtige verhouding tussen mannen en vrouwen
en een verdeling over de verschillende leeftijdsgroepen. Daarnaast wordt een flexibele inzet van
docenten bevorderd: 1 e graders zowel in boven- als onderbouw laten werken. Op dit moment is de
man-vrouw verhouding 46-54% en de gemiddelde leeftijd 39 jaar. In onderstaande tabel wordt dit
streven goed weergegeven.
Leeftijdsopbouw OP in 2010-2011 in percentages:
Leeftijd totaal man vrouw
20-30 23 6,6 16,4
30-40 26 6,5 19,5
40-50 26 16,25 9,75
50-60 16 6,4 9,6
60+ 9 4 4
Totaal % 100
10

Formalisering van het organogram
Met de groei van de school zijn de afgelopen jaren de contouren van een organogram zichtbaar
geworden die we de komende jaren willen implementeren en formaliseren in de organisatie. Het MLF
blijft als voorheen een platte organisatie met zoveel mogelijk verantwoordelijkheden en bevoegdheden
zo laag mogelijk in de organisatie. De komende jaren gaan we werken met de volgende organisatie:
Directeur
Secretariaat PR
P&O ICT
Concierge
Adjunct Directeur
Kernteam Onderwijscommissie
Onderbouwcoördinator
Mavotopcoördinator
Tweede-fasecoördinator
Zorgcoördinator
Opleidingschool
Het MLF participeert vanaf augustus 2011 in de opleidingsschool van de Almeerse Scholen Groep
(AAOS) en biedt jaarlijks stageplekken voor minimaal vier studenten. Een opleidingscoördinator zal
voor de begeleiding van de studenten zorgen en de contacten met de AAOS onderhouden. Voor wat
betreft de Montessorischoling van deze studenten wordt momenteel een samenwerking tot stand
gebracht met de academische opleidingsschool van de Montessori Scholengemeenschap Amsterdam
(AOS).
Begeleiding nieuwe docenten
In hun eerste jaar worden alle nieuwe docenten begeleid volgens een inmiddels bestaand model
(lesbezoek, nabespreking en evaluatie, coaching, enquetes onder leerlingen en collega’s en
functioneringsgesprekken). De begeleiding valt onder de verantwoordelijkheid van de
opleidingscoördinator.
Scholing docenten
Aansluitend op de aandachtspunten in het scholingsplan (leerstijlen, onderwijsvaardigheden en
samenwerking) wordt jaarlijks afgesproken welke scholing het team als geheel zal gaan volgen. In het
jaarrooster worden deze scholings(mid)dagen opgenomen.
Daarnaast volgen alle docenten tijdens de eerste drie jaren van hun aanstelling aan het MLF een
Montessorischoling, meestal verzorgd door het CVMO.
11
Financiën
Decaan
Dyslexiecoördinator
Hoogebegaafdencoördinator
Counselor
Coördinator Natuur
Coördinator Maatschappij
Coördinator Communicatie
Coördinator Kunst

Doelen.
Het personeelbeleid op het MLF kent voor de komende jaren een aantal een aantal doelen:
Doel 1: Versterking van de kwaliteit van alle medewerkers en het niveau van het onderwijs in het
algemeen door het inzetten van jaarlijkse gezamenlijke studiedagen en middagen.
Doel 2: Bevordering van de kwaliteit van de medewerkers , met als uitgangspunt de Montessori
karakteristieken, door middel van regelmatige verplichte ( Montessori)scholing en evaluatie
van het functioneren van de medewerkers.
Doel 3: Bevorderen van een ontwikkelingsgerichte, kritische houding van alle medewerkers door
middel van structureel aangeboden intervisie.
Doel 4: Voorwaarden scheppen voor het ontwikkelen van loopbaanperspectieven voor medewerkers
door het bieden van ruimte aan en stimuleren van het volgen van een opleiding.
Doel 5: Het opbouwen van een docentenbestand dat in staat is de ambitie van het MLF waar te
maken om een kwalitatief goede Montessorischool te zijn voor vwo+, vwo, havo en mavo.
Doel 6: Ontwikkeling van een functiebouwwerk dat toegesneden is op de behoefte van het MLF.
12

V Kwaliteit
Hoofddoel: Een meer dan voldoende kwaliteit van de bovenbouw havo/vwo duurzaam
verankeren in de organisatie en meting en verantwoording van de kwaliteit van ons
onderwijs structureel implementeren. Dit alles in balans met de verdere verankering
van onze Montessoridoelen.
Schets
Kwaliteitszorg is: systematisch bepalen of je de doelen hebt gehaald in jouw ogen EN in die van
anderen. Daarbij gaat het erom regelmatig de vijf kwaliteitsvragen te stellen
Doen we de goede dingen? Doen we die dingen goed? Hoe weten we dat? Vinden anderen dat ook?
Wat doen we met die kennis?
Kwaliteit is, voor een groot gedeelte, subjectief, afhankelijk van de visie van onze school.
‘De goede dingen’ volgen vooral uit de visie zoals geformuleerd in de schoolgids onder ‘onze visie en
werkwijze’. Het uitwerken van ‘de goede dingen’ wordt bepaald in samenspraak tussen het team en de
directie, de subjectieve kwaliteit’.
Daarnaast is ook sprake van een objectieve kwaliteit, deze heeft betrekking op de schoolse opleiding.
Deze objectieve kwaliteit wordt, kort door de bocht, bepaald door de wet en getoetst door het
eindexamen. Het beleid is hierbij vooral gericht op het beantwoorden van de overige vier vragen.
De kwaliteitszorg heeft op het MLF een dubbele rol: het bewaken van de objectieve kwaliteit plus het
ondersteunen van de subjectieve kwaliteit
Op het MLF is kwaliteitszorg een ‘en/en’ situatie waarbij het zwaartepunt kan verschuiven. De
subjectieve kwaliteitsdoelen zullen meer ontwikkelingsgericht zijn, het objectieve kwaliteitsaspect zal
vooral ook gericht zijn op het afleggen van verantwoording.
Bij dit laatste wordt sterk gelet op de eisen die de schoolinspectie stelt. De inspectie verwacht in ieder
geval dat de school:
over procedures, planning en instrumenten voor zelfevaluatie beschikt;
aantoonbaar aan zelfevaluatie werkt;
conclusies trekt uit de zelfevaluatie en die vastlegt;
verschillende geledingen (ouders, leerlingen, personeel, externen) bij de zelfevaluatie
betrekt.
vervolgtrajecten verbeteringen opstelt die voortvloeien uit de zelfevaluatie.
Doelen
Doel 1: De kwaliteit van ons onderwijs (niet van onze leerlingen) moet gemeten kunnen worden en
voldoen aan de verwachte niveaus (mavo/havo/vwo).
Actie 1: Begin leerjaar 1, medio leerjaar 2 en eind leerjaar 3 toetsen we van alle leerlingen het
niveau van taal en rekenen in het kader van de geldende referentieniveaus. Er is een plan van
aanpak voor het (extra) onderwijs aan leerlingen die de referentieniveaus niet halen.
Actie 2: Eind leerjaar 3hv nemen we de Cito-eindtoets af voor Nederlands, wiskunde, Engels
en studievaardigheden. Deze spelen als een ‘gewone’ eindproef een rol bij de determinatie.
Actie 3: niveau van Grieks en Latijn wordt eind leerjaar 3v getoetst met een methode
onafhankelijke toets.
Doel 2: De kwaliteit van onze examens (niet van onze leerlingen) moet gemeten kunnen worden en
voldoen aan de verwachte niveaus (mavo/havo/vwo).
Actie 1: De niveaus van de CE’s zijn vergelijkbaar met het landelijk gemiddelde.
Actie 2: De niveaus van onze SE’s zijn vergelijkbaar met de niveaus van onze CE’s.
Actie 3: Onze schoolexamens voldoen aan de Kwaliteitsmonitor schoolexamens van het Cito.
Doel 3: De kwaliteit zal verhogen wanneer we met onze leerlijnen (en kwaliteitsmeting) beter
aansluiten bij het (Montessori-)basisonderwijs.
Actie 1: Ons onderwijs aan de referentieniveaus voor taal en rekenen sluit aan bij dat van de
Montessori basisscholen. Hiertoe wordt in 2011-2012 een samenwerkingsverband opgezet
tussen het MLF en de vier Montessori basisscholen.
Doel 4: Een gemiddelde groep leerlingen op het MLF haalt gemiddeld het diploma op tenminste het
instroomniveau.
Actie 1: er is een helder en sluitend determinatiebeleid in de onderbouw. Er is een helder en
13

sluitend overgangsbeleid in zowel de onderbouw als de bovenbouw.
Actie 2: er is een uitstekend functionerende leerlingbegeleiding in zowel de onderbouw als de
bovenbouw.
Doel 5: De werkprocessen en afspraken op het MLF zijn voor alle betrokkenen helder en na te lezen
Actie 1: Alle (ongeschreven) procedures en afspraken worden vastgelegd en gebundeld in
een brochure; MLF: Dat gaat zo!
Doel 6: Leerlingen, ouders en docenten zijn tevreden over kwaliteit van het onderwijs op het MLF
Actie 1: Het MLF meet jaarlijks die tevredenheid in een samenwerkingsverband met
‘Kwaliteitsscholen’ hetgeen aansluit op ‘Vensters voor verantwoording’.
Doel 7: De zes karakteristieken van het voortgezet Montessori onderwijs zijn herkenbaar aanwezig in
het onderwijs en de rest van de organisatie.
Actie 1: Doorlopende discussie in het team over de karakteristieken middels scholingsdagen
elk jaar.
Actie 2: Iedere docent volgt de eerste drie jaren van zijn/haar diensverband op het MLF
Montessorischoling via het CVMO.
Actie 3: In de begeleiding van de nieuwe docenten is uitgebreid en expliciete aandacht voor
het Montessorikarakter van onze school.
14

VI Scholing
Hoofddoel: De scholing van alle medewerkers op het MLF ondersteunt zoveel
mogelijk de ambities zoals die op schoolniveau zijn geformuleerd wat betreft het
onderwijskundig beleid, zorgbeleid, personeelsbeleid, kwaliteitsbeleid. Het biedt
binnen die kaders maximale ruimte aan individuele ontwikkelingsbehoeften.
De komende vijf jaar staat de volgende scholing in de planning (zie ook Scholingsplan):
1. Scholing van docenten voor het ontwikkelen van leermiddelen met betrekking tot leerstijlen.
2. Scholing van docenten met betrekking tot de kennis over en het begeleiden en beoordelen
van onderzoeksvaardigheden over de leerjaren. Specifieke scholing per vakkencluster
3. Scholing van docenten met betrekking tot de Montessori karateristiek Binnen-Buiten in
verband met de onderzoeksvaardigheden.
4. Gefaseerde scholing van docenten met betrekking tot het in gebruik nemen van de ELO.
5. Alle docenten volgen elk scholljaar één van de scholingen van het Centrum Voortgezet
Montessori Onderwijs (het CVMO) van de HU). Zo niet dan zijn daarvoor steekhoudende
argumenten aan te voeren en wordt er op maat een andere scholing aangeboden en gevolgd.
6. Leden van het nieuwe kernteam en de nieuwe onderwijscommissie volgen een scholing op
maat.
7. Het gezamenlijke aanbod van de ASG Academie wordt zoveel mogelijk ingezet om individuele
scholingsvragen te beantwoorden.
8. Scholing van een eigen schoolopleider plus twee docentcoach/leermeesters in verband met
participatie binnen de AAOS.
9. Scholing van vier 4 V-coaches in verband met het onderwijsaanbod aan hoog- en
meerbegaafden.
15

VII Profilering binnen de ASG en Almere
Hoofddoel: Een stevigere en meer expliciete bijdrage leveren aan het koersplan van
de ASG door met name een betere inkleuring van onze rol als maatschappelijk
partner binnen Almere plus het ontwikkelen van een duurzame samenwerking met het
PO-Montessori binnen de ASG. Daarnaast een duidelijker profilering als school met
maatwerk voor het individuele kind door onder andere het opstarten van een vijf- jarig
VWO voor hoog- een meerbegaafden.
Binnen Almere is het MLF de enige VO-school die Montessori onderwijs aanbiedt. Ook de komende
vijf jaar zullen wij ons ten opzichte van alle andere VO-scholen in Almere op deze manier sterk willen
blijven profileren. Belangrijk daarbij is het streven een aanbod voor hoog- en meerbegaafden te
ontwikkelen, dat een VWO-opleiding in vijf jaar aanbiedt.
Het MLF onderschrijft de acht centrale waarden uit het koersplan van de ASG zoals die omschreven
zijn in ‘Het Gouden Boekje’. Zij levert vanuit haar profiel van Montessorischool een bijdrage aan de
concretisering van een belangrijk deel van die waarden en wil op een aantal punten haar bijdragen
vergroten en profiel aanscherpen. Hieronder daarvan een overzicht waarin telkens een schets van de
bestaande situatie en de doelen voor de komende vijf jaar.
Kindgericht
Schets
Voor elk Montessori-onderwijs is dit een belangrijk uitgangspunt. Kindgericht of ‘de leerling centraal’
heeft niets met individualisme of egocentrisme van leerlingen te maken maar met de keuze om niet
vanuit de leerstof of vanuit de docent het onderwijs te organiseren maar vanuit de ontwikkelbehoefte
van het kind, de leerling. Het gaat op het MLF niet zozeer om ruimte te bieden aan de ontwikkeling
van individuele talenten (sport / science / kunst of iets dergelijks.) maar om het aansluiten bij
individuele leerwegen die voor ieder kind anders zijn, om de kans op het halen van het beoogde
eindresultaat zo groot mogelijk te maken. Dat eindresultaat is ‘gewoon’ het diploma voor mavo, havo
of vwo.
Hoewel de school ervan doortrokken is, blijkt één en ander heel concreet uit onze individuele
leerlijnen, het individuele mentoraat en de flexibele individuele weg naar uiteindelijke determinatie in
de onderbouw.
Doelen
Vooralsnog is deze waarde van het ASG goed verankerd in het MLF en zal hier geen extra aandacht
naar uit gaan.
Ondernemend en vooruitstrevend
Schets
Het MLF is een jonge school en nog niet in staat gebleken om naast het neerzetten van een stevige
Montessoribasis in de pioniersfase en de start van de consolidatie van het kader nu, nog nieuwe
dingen te ondernemen. Daarvoor is de situatie nog te kwetsbaar en is het neerzetten van zo een
andere vorm van onderwijs met vrijwel allemaal mensen uit het reguliere onderwijs ondernemend
genoeg geweest. Het heeft ons als team daarbij niet aan veerkracht ontbroken toen bleek dat de groei
de eerste jaren tegenviel en later in ons bestaan de financiële tegenwind vanwege de dure nieuwbouw
aanwakkerde. Vooruitstrevend is het MLF altijd geweest. Hoewel we wortelen in het zo genoemde
‘traditionele vernieuwingsonderwijs’ is de basis van onze school (een diep vertrouwen dat docenten en
leerlingen het goed willen en kunnen doen), in onze tijd zeker vooruitstrevend te noemen. In een
wereld waarin de roep om ‘transparantie’ vaak een verkapte vorm van wantrouwen, is blijft het
vooruitstrevend om een regelluwe onderwijsorganisatie neer te zetten waarin het beheersingsleren de
basis vormt en er letterlijk nergens deuren op slot gaan. Op deze manier bouwen wij samen aan een
betere wereld waarin vertrouwen een grotere plek kan gaan innemen. Leerlingen ervaren bij ons elke
dag dat het echt ook zó kan. Het kan niet anders dan dat dit een effect zal hebben op de organisaties
(werk, club, gezin) waarin zij nu en ook later deel van uit zullen maken. Op deze manier zijn zij
(Montessori gaf één van haar boeken die titel) ‘bouwers van de toekomst’). Vooruitstrevend genoeg!
16

Doelen
Het MLF wil in de toekomst graag meer handen en voeten geven aan de waarde ‘ondernemend’.
Graag zou zij ook op docentniveau meer in onderwijsnetwerken participeren en de blik verder naar
buiten richten. Meer dingen proberen, zonder de zorg om haar bestaansbasis te verliezen.
De eerste stappen zijn al gezet:
- We zijn sinds kort kandidaat-partner van de AAOS met op termijn een eigen schoolopleider.
Er zijn al verregaande afspraken gemaakt met een schoolopleider van de Meergronden voor
het begeleiden en coachen van onze coach/leermeester en beoogd schoolopleider.
- We zijn gaan deelnemen aan de decanenkring van de mavo en zullen dit komend jaar uit te
breiden met de kring voor havo/vwo.
- We gaan participeren in het Platvorm-TL.
- We participeren met onze coördinator in de werkgroep hoogbegaafden en breiden dat uit met
drie V-coaches.
- Er is een netwerk met het PO-Montessori-onderwijs opgestart. Komend jaar organiseren we
een gezamenlijke startconferentie. Het is de bedoeling dat naar aanleiding daarvan drie
werkgroepen PO/VO-Montessori zullen ontstaan om doorlopende leerlijnen op drie punten te
gaan garanderen (1. referentieniveaus taal en rekenen; 2. kosmisch / vakoverstijgend
onderwijs; 3. klassenmanagement / taakgerichtheid).
- De contacten met het BHC worden aangehaald. Het MLF kan veel leren van de organisatie
van deze school en haar team. Er zijn inmiddels verkennende gesprekken geweest over de
mogelijkheid om leerlingen van Transport & Logistiek toepassingsgerichte opdrachten op het
MLF te laten maken. Er staat overleg gepland voor een vergelijkbare samenwerking bij
consumptief en onze kantine.
- Docenten van het MLF die lesgeven in de 2 e -fase havo/vwo gaan allen (verplicht) een
samenwerkingsverband aan met één of meerdere 1 e -graders uit hun eigen vakgebied, liefst
binnen de ASG. Doel hiervan is de kwaliteit van de PTA-toetsen op niveau te krijgen
(houden).
Een divers en op elkaar aansluitend aanbod
Schets
Het bestaan van een Montessori lyceum binnen de ASG draagt in hoge mate bij aan de diversiteit van
het onderwijsaanbod van ons concern. Ons voornemen stevig in te zetten op een Montessorivariant
voor hoogbegaafde leerlingen draagt hier nog verder toe bij.
Onze school blijkt aantrekkingskracht te hebben op leerlingen ‘aan de randen van de zorg’. Dan gaat
het om leerlingen die goed werken in een systeem waar meer onderwijstijd besteed wordt aan
individuele begeleiding in plaats van groepsbegeleiding. Een goed voorbeeld daarvan is het groot
aantal dyslecten (ruim 20% waar dat landelijk 5 tot 8 % is). Maar ook leerlingen met een (lichte)
stoornis binnen het autistisch spectrum, weten ons goed te vinden.
Doelen
- Het is ons streven om minstens een vergelijkbaar aantal hoog- en meerbegaafde kinderen
binnen te halen als mag worden verwacht op grond van het aanbod vanuit het PO en ons
marktaandeel binnen de groep vwo’ers.
- Voor wat betreft de leerlingen aan ‘de randen van de zorg’ zullen we goed moeten opletten
dat de verhouding binnen de klassen zodanig blijft dat individuele begeleiding van alle bij ons
geplaatste leerlingen mogelijk blijft, ook van hen die geen extra maar ‘gewone’ onderwijs
begeleiding nodig hebben.
- Het MLF is bereid mee te werken aan het plaatsen van cluster 3 leerlingen in samenwerking
met partners in het onderwijsveld.
-
Algemeen toegankelijk onderwijs dicht bij huis
Schets
Niet alle leerlingen in Almere kennen het MLF en daardoor is onze school niet algemeen toegankelijk.
Wel zijn in principe alle leerlingen met een juist advies van de basisschool plaatsbaar, mits zij zich
willen conformeren aan de verwachtingen die wij naar hen uitspreken. Leerlingen zijn op school om te
leren dus ze hoeven niet vanaf de eerste dag de verwachtingen waar te maken maar ze moeten
hierop wel aanspreekbaar zijn.
Doelen
Verder niet van toepassing.
17

Een betrokken maatschappelijk partner
Schets
Dit is voor het MLF een wat onontgonnen terrein. Hoewel we wel degelijk contact hebben met
bijvoorbeeld het bedrijfsleven en de kunstwereld tijdens onze MLF-weken (projectweken) en ook volop
meedraaien in de MAS samenwerking, valt hier nog veel te winnen. Er is bijvoorbeeld op
docentniveau en op leerling-niveau niet heel veel structurele en duurzaam contact met ‘de wijk’, de
politie, de politiek, de kunstwereld het verenigingsleven en het primair onderwijs en dergelijke.
Met De Nieuwe Bibliotheek als partner zijn er wel verregaande afspraken gemaakt over een intensieve
samenwerking in het volgende schooljaar en daarna.
Doelen
Het MLF wil in de toekomst graag concreet haar bijdrage leveren aan deze centrale waarden van de
ASG (zie ook bij Ondernemend en vooruitstrevend). Ook op dit punt kan de groeiende
samenwerking met het BHC, die immers onze nieuwe buurman is, van betekenis zijn.
In de planning voor komende jaren staat in ieder geval:
- Contact leggen met het jongerencentrum ‘the rock’ om de mogelijkheden van een
samenwerking met het MLF te onderzoeken met als doel de aula/kantine van het MLF als
‘namiddagse opvangplek’ in te richten en gebruiken voor onze leerlingen en eventueel andere
jongeren uit Almere Buiten.
- Minstens per jaar één kunstmanifestatie ‘van buiten’ gastvrijheid bieden in het nieuwe gebouw
van het MLF.
- Een structurele bijdrage leveren aan het Evenaar Festival vanaf schooljaar 2011-2012.
- Meedraaien in (de pilot van) de nieuw opgezette audits binnen de ASG, waarin ook de externe
maatschappelijke partners een rol hebben gekregen.
- De aansluiting bij de AAOS hoort ook in dit rijtje.
- We willen komende jaren graag ruimte bieden aan onderzoekers van de APS en het SLO over
de voorwaarden die nodig zijn voor docenten op de professionele ruimte die ze krijgen ook
echt op te pakken. De ontwikkeling van ons organogram zonder S–functies (naast directeur
en adjunct) maar met een flink aantal onderwijs innovators die als didactische en
pedagogische coördinatoren binnen het docententeam werkzaam zijn, is niet alleen
onderwerp van onderzoek maar krijgt hierbij ook ondersteuning en begeleiding van
deskundigen.
Een professionele werkomgeving
Schets
Te veel om te beschrijven en daarbij genoeg nog om te verbeteren.
Doelen
Een aantal zaken die van toepassing zijn op de concretisering van deze waarden staan hierboven
onder verschillende andere kopjes al beschreven. Hieronder een herhaling:
- Meedraaien in (de pilot van) de nieuwe opgezette audits binnen de ASG, waarin ook de
externe maatschappelijke partners een rol hebben gekregen.
- De aansluiting bij de AAOS hoort ook in dit rijtje.
- Docenten van het MLF die lesgeven in de 2 e -fase havo/vwo gaan allen (verplicht) een
samenwerkingsverband aan met één of meerdere 1 e -graders uit hun eigen vakgebied, liefst
binnen de ASG. Doel hiervan is de kwaliteit van de PTA-toetsen op niveau te krijgen
(houden).
- Er is een netwerk met het PO-Montessori-onderwijs opgestart met als doel een verbeterde
overgang tussen PO en VO en een duurzame samenwerking om van elkaar te leren.
Een aantal initiatieven die nog niet onder andere kopjes beschreven staan maar bij de concretisering
van de ASG-waarde, wel het vermelden waard zijn:.
- We gaan gebruik maken van @VO3 (SOM) voor de absentie de CLA en examencijfers.
- Op het niveau van onze examentoetsen (SE’s) extern te valideren gaan we komend jaar
gebruik maken van de toetsmatrix van het SLO.
- We gaan naast de citotoets eind leerjaar 3, ieder jaar de referentieniveau’s voor taal en
rekenen toetsen met een externe toets.
- Er is een contract getekend met ‘kwaliteitsscholen’ en het MLF zal volgend jaar ‘Vensters voor
verantwoording’ volledig gaan invullen
18

Goede werkgever
Schets
Het MLF is tot nu toe een goede werkgever gebleken voor haar personeel. Het verloop is klein en het
personeel geeft tijdens de functioneringsgesprekken aan zeer tevreden te zijn met het MLF als
werkgever. In deze jonge organisatie is het bijvoorbeeld mogelijk gebleken, jonge talentvolle docenten
al in een LC-functie te benoemen, daar waar dit wellicht elders door een volle ‘wachtkamer’ niet
mogelijk was geweest. Het MLF wil graag een flexibele werkgever zijn. Vaak blijkt dat wanneer je met
ieders wensen rekening probeert te houden er met enige moeite vaak een win-win situatie ontstaat.
Wat voor de ene werknemer lastig is, is voor de andere weknemer vaak prettig. Roosterwensen zijn
daarvan een goed voorbeeld. Het MLF wil royaal met verlofaanvragen omgaan (studieverlof, reizen
voor de eigen ontwikkeling en dergelijke) maar formuleert dan graag wat daar tegenover staat. Ook
hier probeert de school steeds op maat te reageren en niet te regelen wat zich vanzelf goed regelt.
Bijvoorbeeld: een jonge ouder heeft nu veel roosterwensen en zal over een paar jaar, wanneer
hem/haar nu ruimte geboden wordt, ongetwijfeld weer ruimte kunnen geven aan jonge ouders die na
hem/haar komen en veel roosterwensen hebben. Vertrouwen geven betekent vrijwel altijd ook
vertrouwen krijgen!
Het MLF biedt veel mogelijkheden tot scholing, ook op maat en stimuleert dit van harte. Ze wil
ruimhartig meewerken aan en faciliteren van het opleiden van het zittende personeel. Komend
schooljaar zullen bijvoorbeeld op het MLF acht docenten bezig zijn met het halen van een
bevoegdheid: drie als 2 e grader (allen afkomstig uit het PO) en vijf als 1 e grader. Zij zullen gebruik
maken van Flevokans en/of Lerarenbeurs. Dergelijke facilitering zal ook in de jaren daarna, waar
mogelijk doorgang vinden.
Doelen
Doorgaan op de weg die we zijn ingeslagen.
Sterke organisatie: optimaal gebruik maken van de schaalvoordelen
Schets
Dit geldt voor de hele ASG en ook voor het MLF als onderdeel daarvan. Een voorbeeld van hoe het
MLF hierin haar steentje bijdraagt is de ontvlechting van de ABVO. Daar waar samenwerking
voordelen biedt, blijft die bestaan en daar waar het contraproductief werkt dan wel financieel
onvoordelig is, wordt die afgebouwd. Graag maakt het MLF nu al gebruik van gezamenlijke contracten
en afspraken met derden. Zij is daarin ook loyaal wanneer het voor haar vestiging niet per se een
voordeel oplevert maar voor het concern als geheel wel.
Het verantwoording afleggen over de resultaten is tot nu toe nog maar weinig gebeurd. Wel is de
inspectie van onderwijs voor het eerst op bezoek geweest en hebben alle afdelingen van het MLF een
basisarrangement gekregen.
Vensters voor verantwoording is nog geen gemeengoed op het MLF maar zal dit de komende jaren
zeker worden.
Doelen
- Het MLF gaat er vanuit dat er in de toekomst nóg meer schaalvoordelen te halen zijn uit haar
samenwerking binnen de ASG als eigen school. Op het gebied van financiën, personeel,
ICTondersteuning en inkoop is er nog veel te winnen door meer naar het bedrijfsbureau te
verplaatsen dan nu het geval is. Daar waar mogelijk zal het MLF dit stimuleren en aan
meewerken. Dit zal echter in de nabije toekomst nog niet het geval kunnen zijn.
- Er is een contract getekend met ‘kwaliteitsscholen’ en het MLF zal volgend jaar ‘Vensters voor
verantwoording’ volledig gaan invullen.
Actief burgerschap en sociale integratie
Schets
De school heeft een aanbod gericht op het bevorderen van actief burgerschap en sociale integratie,
met inbegrip van het overdragen van kennis over en kennismaking met de diversiteit in de
samenleving.
Een opsomming van de activiteiten die wij hiertoe ondernemen:
Elk jaar kent twee MLF-weken en één werkweek. De organisatie van de werkweek wordt
door leerlingen zelf ter hand genomen in de eerste MLF-week. Onder begeleiding van
docenten regelen leerlingen de boeking van de reis, het organiseren en plannen van de
uitstapjes, waar en hoe er gegeten (zelf koken) en overnacht wordt.
Tijdens de tweede MLF-week zijn de thema’s vakoverstijgend en gericht op
maatschappelijke betrokkenheid. Leerlingen behandelen gedurende de jaren in de
onderbouw de volgende thema’s:
19

Duurzaamheid: hoe kun jij invloed hebben op de omvang van je eigen ecologische
voetafdruk?
Multiculti culinair: ‘de andere keuken’ als uitgangspunt voor kennismaking met ‘de ander’.
Bezinningsweek: een volle week levensbeschouwing in de breedste zin des woords.
Ieder jaar organiseert de activiteitencommissie een fancyfair waarvan de opbrengsten
worden overgemaakt aan een goed doel.
Het vak Vrije Keuze: een uniek vak voor het MLF waarin leerlingen zelf onderzoek mogen
doen naar de voor hen interessante onderwerpen. Veelvuldig gaan ze daarvoor ‘naar
buiten’ om mensen te interviewen, te enquêteren, te observeren, te helpen. Ook daar
wordt het maatschappelijke engagement gestimuleerd.
MAS: de leerlingen uit de vierde klas gaan een week op maatschappelijke stage.
De school kent een bloeiend bestaan van activiteiten die door leerlingen worden gedraaid
en op afstand door docenten worden begeleid.
Het MLF kent een actieve leerling-vertegenwoordiging in de MR.
Bij de vakken maatschappij in de onderbouw en maatschappijleer in de bovenbouw
komen alle genoemde thema’s regelmatig aan bod.
20