VLAAMS VERBOND VAN HET KATHOLIEK SECUNDAIR ...
VLAAMS VERBOND VAN HET KATHOLIEK SECUNDAIR ...
VLAAMS VERBOND VAN HET KATHOLIEK SECUNDAIR ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>VLAAMS</strong> <strong>VERBOND</strong> <strong>VAN</strong> <strong>HET</strong> <strong>KATHOLIEK</strong><br />
<strong>SECUNDAIR</strong> ONDERWIJS<br />
LEERPLAN <strong>SECUNDAIR</strong> ONDERWIJS<br />
GEINTEGREERD LEERPLAN<br />
AV FRANS<br />
Eerste leerjaar: 3 uur/week<br />
Tweede leerjaar: 3 uur/week<br />
AV FRANS<br />
TV HANDELSCORRESPONDENTIE FRANS<br />
ZAKELIJKE COMMUNICATIE FRANS<br />
Eerste leerjaar: 1 uur/week<br />
Tweede leerjaar: 1 uur/week<br />
SECRETARIAAT-TALEN<br />
Derde graad TSO<br />
Licap - Brussel D/1998/0279/035C september 1998
INHOUD<br />
1 ENKELE UITGANGSPUNTEN ....................................... 5<br />
2 BEGINSITUATIE .................................................. 6<br />
3 SITUERING <strong>VAN</strong> <strong>HET</strong> LEERPLAN IN DE STUDIERICHTING<br />
SECRETARIAAT-TALEN........................................... 7<br />
4 ALGEMENE DOELSTELLINGEN ................................... 8<br />
5 LEERPLANDOELSTELLINGEN, LEERINHOUDEN EN PEDAGOGISCH-<br />
DIDACTISCHE WENKEN EN DIDACTISCHE MIDDELEN ............. 9<br />
6 EVALUATIE ..................................................... 46<br />
7 MINIMALE MATERIELE VEREISTEN ............................. 51<br />
8 BIBLIOGRAFIE .................................................. 51<br />
BIJLAGE 1................................................................... 61<br />
BIJLAGE 2................................................................... 64<br />
BIJLAGE 3................................................................... 66
1 ENKELE UITGANGSPUNTEN<br />
1.1 Integratie van het AV Frans en het TV Zakelijke communicatie Frans<br />
In de studierichting ‘Secretariaat-talen’ worden de communicatieve vaardigheden overwegend<br />
gesitueerd in het perspectief van de zakelijke communicatie 1 . Daarbij komen zowel luisteren, lezen,<br />
spreken als schrijven te pas.<br />
Bijgevolg worden in het leerplan het AV Frans en het TV Zakelijke communicatie Frans<br />
geïntegreerd, wat betekent dat de scheiding tussen de twee vakken als artificieel aanzien wordt en<br />
dat ze geen weerslag kan hebben op de lessen.<br />
Alle betreffende lesuren worden dan ook, in de mate van het mogelijke, gegeven door één persoon.<br />
Zoniet zullen beide betrokken leraren aanhoudend moeten overleggen en tot sluitende afspraken<br />
komen.<br />
1.2 Pedagogisch-didactische wenken: een taakgerichte benadering van het taalleerproces<br />
In het leerplan staat de ontwikkeling van de communicatieve vaardigheden voorop. Dit kan enkel<br />
gebeuren door middel van gepaste lesactiviteiten en oefenvormen.<br />
De pedagogisch-didactische wenken zijn daarom in hoofdzaak taakgericht. Taal leert men het best<br />
al doende, namelijk door communicatieve taken of opdrachten uit te voeren. De leraar is dan<br />
overwegend een "manager" van leeractiviteiten.<br />
Een taak wordt gedefinieerd als een communicatieve opdracht die afgeleid is van authentieke<br />
communicatie, en waarin echte informatieoverdracht centraal staat (bv. iemand onthalen aan de<br />
balie, een bepaalde informatie opzoeken in een gebruiksaanwijzing, een telefoongesprek notuleren).<br />
Deeltaken zijn dan die activiteiten (oefeningen, toepassingen van strategieën en technieken) die<br />
moeten plaatsvinden om tot de uitvoering van de communicatieve taken te komen (bijvoorbeeld een<br />
tekst zoekend doorlopen om de gezochte informatie op te sporen, spellingcontrole aanwenden om<br />
een tekst te corrigeren, de schrijfwijze van werkwoordsvormen oefenen of verifiëren).<br />
1<br />
Uitgangspunt is het beroepsopleidingsprofiel van afdelingssecretaris(esse). (Vlaamse<br />
Onderwijsraad, studie 29 D/1997/6356/18.) Zie ook punt 2, Algemeen deel van deze<br />
leerplanbrochure.<br />
AV Frans 5 Secretariaat-talen<br />
TV Handelscorrespondentie Frans 3de graad TSO
2 BEGINSITUATIE<br />
2.1 De vooropleidingen<br />
De leerlingen van de derde graad Secretariaat-talen volgden in de tweede graad voornamelijk<br />
Handel-talen (5 uur/week Frans) of Handel (4 uur/week Frans). Wie in het ASO behoorlijke<br />
resultaten behaalde voor talen, heeft voldoende slaagkansen.<br />
2.2 Motivatie en voorkennis<br />
Aan alle leerlingen worden ernstige eisen gesteld wat betreft de motivatie en de praktische<br />
beheersing van het Frans.<br />
De leerlingen moeten het belang inzien van het Frans voor hun verdere studies en hun later beroep.<br />
Ze zijn bereid een regelmatige en volgehouden studie-inspanning op te brengen. Ze geven blijk van<br />
zin voor orde en nauwkeurigheid. Deze instelling zal onder andere blijken uit het feit dat ze<br />
verzorgde notities maken, taken stipt uitvoeren en verbeteren en dat ze bij twijfel nagaan hoe iets<br />
geschreven of gezegd wordt.<br />
Men verwacht van de leerlingen dat ze tijdens de voorbije jaren geleerd hebben Frans te begrijpen<br />
en aan te wenden in voor hen relevante situaties. (Zie o.a. de studierichtingen Handel en<br />
Handel-talen in het leerplan Frans voor de tweede graad TSO-KSO.)<br />
- Ze moeten informatie kunnen uitwisselen en deelnemen aan een informeel gesprek dat aansluit<br />
bij hun leefwereld. Daarvoor kunnen ze de gebruikelijke taalhandelingen realiseren.<br />
- Ze hebben verhalende, maar ook informatieve teksten leren lezen. In dat kader zijn ze nu<br />
vertrouwd met een aantal eenvoudige leestechnieken met betrekking tot globaal en<br />
selectief/gericht tekstbegrip (dit laatste wil zeggen enkel de pertinente gegevens opsporen en<br />
begrijpen).<br />
- De leerlingen hebben geleerd via een brief informatie in te winnen en te verstrekken. Eigen<br />
ervaringen en belevenissen kunnen ze verwoorden op een eenvoudige manier. Het uitgangspunt<br />
voor deze steloefeningen waren modellen, waarin ze formuleringen en structuren konden<br />
terugvinden.<br />
- Ze horen daarbij een praktische kennis te hebben van de Franse grammatica. Dit wil zeggen dat<br />
ze veel voorkomende vormen en structuren in de praktijk kunnen toepassen.<br />
Het leerplan van de tweede graad schrijft ook voor dat men, stilaan en progressief, naast "algemene<br />
taal", ook situaties, documenten en terminologie aan bod laat komen die aansluiten bij het eigen<br />
karakter van de studierichting.<br />
AV Frans 6 Secretariaat-talen<br />
TV Handelscorrespondentie Frans 3de graad TSO
3 SITUERING <strong>VAN</strong> <strong>HET</strong> LEERPLAN IN DE STUDIERICHTING<br />
SECRETARIAAT-TALEN<br />
3.1 Het verdere curriculum<br />
Nadat zij de derde graad SO beëindigd hebben, kunnen de leerlingen kiezen tussen:<br />
- een verderzetting van hun studies, bijvoorbeeld in een derde leerjaar van de derde graad SO, in<br />
het Economisch Hoger Onderwijs (Hogeschoolonderwijs van één cyclus), in het Pedagogisch<br />
Hoger Onderwijs enz.;<br />
- een onmiddellijke betrekking.<br />
Na hun studies komen zij overwegend terecht in onthaal- en secretariaatsdiensten van bedrijven, in<br />
openbare diensten en administraties. Ze zullen via rechtstreekse gesprekken (met inbegrip van<br />
onthaal van bezoekers), via de telefoon of via briefwisseling in contact komen met het publiek.<br />
3.2 Aansluiting met de algemene doelstellingen van de studierichting<br />
Secretariaat-talen<br />
- In deze studierichting maakt de vreemdetalenkennis deel uit van de beoogde kwalificatie. Door<br />
een verzorgde taal in de briefwisseling, in mondelinge contacten (rechtstreeks en telefonisch),<br />
zullen de leerlingen in belangrijke mate mee instaan voor het imago en de huisstijl van hun<br />
bedrijf of administratieve dienst. In de aansluitende studierichtingen van het hoger onderwijs zal<br />
men verder bouwen op een stevige praktische, ook theoretisch onderbouwde taalbeheersing.<br />
- Samen met de andere vakken speelt het vreemdetalenonderricht een rol bij het ontwikkelen van<br />
een aantal attitudes en sociale vaardigheden die vooraan staan in het specifieke project van deze<br />
studierichting:<br />
• oordelen en handelen in de lijn van waarden als sociale gerichtheid, dienstbaarheid, respect<br />
voor zichzelf en anderen, verantwoord handelen ...;<br />
• belangstelling voor het verbale element in het latere beroep;<br />
• zin voor stiptheid: opdrachten correct en accuraat uitvoeren, met aandacht voor normen en<br />
conventies;<br />
• zelfstandig werken met zin voor initiatief;<br />
• efficiënt gegevens en informatie beheren.<br />
• een flexibele houding ten opzichte van een wisselend takenpakket; bereidheid tot<br />
permanente<br />
vorming 2 ;<br />
2 Ook van de scholen en de leerkrachten wordt de flexibiliteit verwacht om op het gepaste<br />
ogenblik in te gaan op nieuwe tendensen.<br />
Momenteel tekenen zich belangrijke ontwikkelingen af, ondermeer in de spraak- en de<br />
vertaaltechnologie. Het kan niet anders dan dat ze een impact zullen hebben op de omschrijving en<br />
de uitvoering van takenpakketten in bedrijfssecretariaten. Aansluitend beginnen zich ook<br />
interessante onderwijskundige mogelijkheden af te tekenen. Op het ogenblik dat dit leerplan van<br />
kracht wordt, is het echter nog te vroeg om hier met duidelijke richtlijnen en aanbevelingen op aan<br />
AV Frans 7 Secretariaat-talen<br />
TV Handelscorrespondentie Frans 3de graad TSO
• vlotheid in stijl en voorkomen, met zin voor diplomatie en etiquette; contactvaardigheid en<br />
vermogen tot samenwerken.<br />
Van de leraren wordt verwacht dat ze zich bewust zijn van de belangrijkheid van deze attitudes en<br />
vaardigheden en dat ze dit inzicht doorgeven aan de leerlingen. Vorming verwijst echter ook naar<br />
het aanbieden van een levensbeschouwelijke context. Daarom zal men de genoemde attitudes en<br />
vaardigheden trachten te kaderen in een christelijke levensvisie.<br />
4 ALGEMENE DOELSTELLINGEN<br />
4.1 De leerlingen kunnen Frans gebruiken voor beroepsdoeleinden, met name als<br />
afdelingssecretaris(esse):<br />
- gebruikers van het Frans (moedertaalsprekers en andere) zelfstandig begrijpen en te woord staan<br />
tijdens rechtstreekse en telefonische contacten;<br />
- informatie verzamelen uit commerciële en administratieve formulieren en documenten, brieven,<br />
publiciteit, gebruiksaanwijzingen en dergelijke en er de voor zijn doeleinden relevante gegevens<br />
uit begrijpen;<br />
- routinematige bedrijfscorrespondentie voeren; met betrekking tot de interne dienst, eenvoudige<br />
richtlijnen en mededelingen formuleren, bondig notuleren enz.<br />
4.2 Ze kunnen Frans gebruiken voor studiedoeleinden (bv. informatie verzamelen en<br />
verwerken). Dit impliceert dat ze een voldoende taal- en leerautonomie ontwikkelen die gebaseerd<br />
is op:<br />
- de nodige inzichten, attitudes en vaardigheden om zelfstandig lees-, luister-, gespreks- en<br />
schrijfopdrachten uit te voeren;<br />
- een praktische beheersing van lexicon en grammatica;<br />
- inzicht in de wijze waarop ze een vreemde taal leren.<br />
4.3 Ze zijn in staat in te spelen op persoonlijke behoeften tijdens verblijven in Franstalige<br />
gebieden (bv. inkopen doen, vragen naar accommodaties).<br />
4.4 Zowel beroepsmatig als privé, kunnen ze formele en informele sociale contacten leggen<br />
en onderhouden met anderstaligen (bv. zich voorstellen, een eenvoudig gesprek voeren over<br />
alledaagse dingen).<br />
Opmerkingen<br />
1 Een aantal van deze doelstellingen impliceren het kunnen omgaan met personen met andere<br />
sociale en culturele achtergronden.<br />
2 De taalvaardigheid die de leerlingen reeds hebben verworven in de eerste en tweede graad, en<br />
die vooral betrekking had op situaties uit het privé-leven, wordt onderhouden en in de mate van<br />
het mogelijke uitgebreid. De taalvaardigheid in functie van studie- en beroepsdoeleinden<br />
krijgt nu echter de prioriteit. Beide toepassingsvelden zijn niet strijdig met elkaar. De<br />
te sluiten.<br />
AV Frans 8 Secretariaat-talen<br />
TV Handelscorrespondentie Frans 3de graad TSO
voorgehouden taaltraining maakt immers transfer mogelijk van taalgedrag in beroepssituaties<br />
naar taalgedrag in het sociale leven, en omgekeerd.<br />
5 LEERPLANDOELSTELLINGEN, LEERINHOUDEN EN PEDAGOGISCH-<br />
DIDACTISCHE WENKEN EN DIDACTISCHE MIDDELEN<br />
Naast doelstellingen die door alle leerlingen gerealiseerd moeten worden, formuleert het leerplan<br />
een aantal uitbreidingsdoelstellingen (U), waarvoor slechts een inspanningsverplichting geldt. Dit<br />
betekent dat de leraar ze tracht te realiseren overeenkomstig de mogelijkheden in de<br />
leerlingengroep.<br />
5.1 De communicatieve vaardigheden<br />
Het leerplan onderscheidt vier vaardigheidsvelden: lezen, luisteren, spreken en schrijven. Bij<br />
spreken wordt een onderscheid gemaakt tussen interactieve gespreksvaardigheid, waarbij twee of<br />
meerdere sprekers in dialoog treden (5.1.1) en spreekvaardigheid, waarbij één spreker duidelijk op<br />
de<br />
voorgrond treedt (5.1.2). De gespreksvaardigheid vraagt om een specifieke aanpak. Daarom ook<br />
wordt ze afzonderlijk behandeld.<br />
Met de volgorde waarin de vaardigheden besproken worden, is geen idee van hiërarchie verbonden.<br />
De enige opzet van de gekozen volgorde is het vermijden van herhalingen.<br />
In het vervolg van dit hoofdstuk zal echter wel de idee van prioriteit van de receptieve<br />
vaardigheden benadrukt worden. Dit is een consequentie van het feit dat leerlingen slechts<br />
doelmatig kunnen leren spreken en schrijven indien ze vooraf overvloedig en nadrukkelijk met<br />
gesproken en geschreven taal geconfronteerd worden.<br />
5.1.1 Gespreksvaardigheid<br />
5.1.1.1 Doelstellingen<br />
5.1.1.1.1 Zelfstandig, als initiatiefnemer of als benaderde persoon, gebruikers van het<br />
Frans (moedertaalsprekers en andere) te woord staan tijdens rechtstreekse en telefonische<br />
contacten die betrekking hebben op:<br />
- administratieve en commerciële aangelegenheden en dienstbetoon,<br />
- eigen behoeften,<br />
- het sociale leven (U).<br />
Daarbij wordt een onderscheid gemaakt tussen transactionele en interactionele situaties of<br />
gesprekken.<br />
- De leerlingen voeren transactionele gesprekken<br />
Dit zijn gesprekken die zich veelal situeren in de nuttigheidssfeer. Ze zijn vrij goed voorspelbaar.<br />
De gesprekspartners kunnen zich vooraf een beeld vormen van WAT aan de orde dient te komen<br />
zowel als van de VOLGORDE waarin dit vermoedelijk zal gebeuren. Deze voorkennis speelt een<br />
AV Frans 9 Secretariaat-talen<br />
TV Handelscorrespondentie Frans 3de graad TSO
elangrijke rol bij het verstaan van wat de andere zegt. De situaties die omschreven worden<br />
onder 5.1.1.2 (Leerinhouden) geven aanleiding tot transactionele gesprekken.<br />
Dergelijke gesprekken moeten doeltreffend verlopen:<br />
• de leerlingen begrijpen hun gesprekspartners;<br />
• wanneer ze zelf spreken is hun taalgebruik (aanwenden van woordenschat en structuren,<br />
uitspraak en intonatie) van die aard dat de spreekintenties probleemloos overkomen bij<br />
toehoorders met Frans als moedertaal of met een vlotte beheersing van het Frans.<br />
Het spreektempo mag het geduld van de toehoorders niet storend op de proef stellen.<br />
- De leerlingen voeren interactionele gesprekken (U)<br />
Dit zijn open gesprekken, die inhoudelijk zowel als qua verloop minder voorspelbaar zijn<br />
(bijvoorbeeld onderhandelingsgesprekken, gesprekken in de sociale sfeer, tafelgesprekken...).<br />
Vaak kunnen eenvoudige gesprekken in interactionele situaties nochtans herleid worden tot<br />
voorspelbare patronen.<br />
5.1.1.1.2 Zelfstandig, op gepaste wijze taaluitingen aanwenden die tijdens gesprekken<br />
veelvuldig voorkomen, rekening houdend met de elementaire omgangsregels.<br />
Dit betekent dat de leerlingen:<br />
- op de hoogte zijn van mogelijke verschillen inzake sociale en culturele conventies (bv. telefoonen<br />
tafelconventies, beleefdheidsmarkeringen, manieren om zijn instemming te betuigen, enz.),<br />
zodat ze de ander correct begrijpen en zelf geen aanleiding geven tot ongewenste interpretaties;<br />
- tactvol optreden overeenkomstig de sociale en culturele achtergrond van de zakenrelatie of van<br />
de persoon die om een dienst verzoekt;<br />
- het taalregister aanpassen aan de gesprekspartner; formele en informele taaluitingen onderscheiden;<br />
- de vereiste taalfuncties beheersen;<br />
- vertrouwd zijn met de Franse uitspraak, spreekritme en intonatie;<br />
- vertrouwd zijn met de vormelijke kenmerken van de Franse spreektaal; (zie Bijlage 1,<br />
Kenmerken van de Franse spreektaal)<br />
- ingrijpen op de inhoud en het verloop van het gesprek:<br />
• de aandacht trekken, een gesprek beginnen en beëindigen;<br />
• binnen een gesprek, een onderwerp afsluiten en een nieuw onderwerp inleiden, beleefd<br />
onderbreken;<br />
• hoofd- en bijzaken onderscheiden; iets onderstrepen door middel van intonatie, herhaling,<br />
bepaalde uitdrukkingen, enz;<br />
• feiten en meningen onderscheiden;<br />
• argumenteren: iets weerleggen, een feit of een mening naar voren brengen.<br />
AV Frans 10 Secretariaat-talen<br />
TV Handelscorrespondentie Frans 3de graad TSO
5.1.1.1.3 Zelfstandig strategieën aanwenden die het bereiken van hun doel vergemakkelijken.<br />
Dit houdt in:<br />
- een gesprek op doelmatige wijze voorbereiden:<br />
• gebruikmaken van zijn voorkennis met betrekking tot de situatie (personen, het onderwerp<br />
van het gesprek, omstandigheden...);<br />
• zich vragen stellen in verband met wat men zal zeggen en in welke volgorde men dit zal<br />
doen;<br />
• gebruikmaken van informatieve teksten over het onderwerp;<br />
• een beroep doen op hulpmiddelen als woordenlijsten, woordenboeken, eventueel encyclopedieën,<br />
functionele documenten als plattegronden, uurtabellen, agenda's en dergelijke;<br />
- compensatiestrategieën toepassen: met andere woorden, de eigen gebrekkige taalbeheersing of<br />
een slechte verstaanbaarheid in hoofde van de gesprekspartner compenseren:<br />
• zeggen dat men iets niet begrijpt;<br />
• verzoeken om langzamer te spreken;<br />
• vragen wat iets betekent;<br />
• het juiste woord vragen;<br />
• verzoeken om iets te herhalen, eventueel met andere woorden;<br />
• zelf iets herhalen, met andere woorden zeggen of omschrijven, bijvoorbeeld om<br />
misverstanden uit te sluiten;<br />
• vragen om iets te spellen; zelf iets spellen;<br />
• vragen om iets op te schrijven;<br />
• gebruikmaken van lichaamstaal;<br />
• ...<br />
5.1.1.1.4 De nodige bereidheid en durf opbrengen om in relevante communicatieve<br />
situaties te functioneren.<br />
Dit betekent onder andere:<br />
- blijk geven van een klantgerichte instelling;<br />
- openstaan voor andere opvattingen;<br />
- bereid zijn om aan gesprekken deel te nemen, ondanks een gebrekkige beheersing van het Frans.<br />
5.1.1.2 Leerinhouden<br />
Situaties<br />
De doelstellingen onder 5.1.1.1 beogen het functioneren in situaties waarmee de leerlingen in<br />
de realiteit kunnen geconfronteerd worden.<br />
De volgende opsomming is vooral georiënteerd op commerciële en dienstverlenende gesprekken.<br />
Ze is niet exhaustief, maar oriënterend. Men zal keuzes moeten maken en prioriteiten vastleggen,<br />
onder andere rekening houdend met de contacten met het bedrijfsleven. Men kan de meeste situaties<br />
trouwens ook ombuigen naar toepassingen op het privé-leven en het sociale leven.<br />
AV Frans 11 Secretariaat-talen<br />
TV Handelscorrespondentie Frans 3de graad TSO
BETROKKEN PERSONEN THEMA<br />
Als afdelingssecretaris(esse)<br />
met klanten, relaties, bezoekers<br />
...<br />
routinematig 3 :<br />
- onthalen:<br />
. verwelkomen (resp. aannemen),<br />
. doorverwijzen (resp. doorverbinden),<br />
de weg wijzen,<br />
ev. begeleiden...<br />
. vestiairedienst<br />
. doen wachten (een kort<br />
gesprek voeren over het<br />
weer, de reis...)<br />
. iets aanbieden (een drank,<br />
een badge...)<br />
- een vraagbaakfunctie vervullen<br />
met betrekking tot<br />
. de organisatie van het<br />
bedrijf, verantwoordelijke<br />
personen<br />
. ligging en bereikbaarheid<br />
. algemene informatie over<br />
goederen en diensten:<br />
E de goederen en diensten<br />
zelf<br />
E financiële aspecten (bv.<br />
een offerte of een factuur<br />
verduidelijken)<br />
E termijnen (bv. voor leveringen)<br />
E naverkoop (onderhoud,<br />
garantie...)<br />
- ingaan op klachten<br />
- ingaan op vragen voor sponsoring<br />
- algemeen dienstbetoon (een<br />
bezoeker wil telefoneren, faxen,<br />
kopiëren...)<br />
- ...<br />
RELE<strong>VAN</strong>TE<br />
OMSTANDIGHEDEN<br />
rechtstreeks en telefonisch<br />
- met Franstaligen of personen<br />
die het Frans als tussentaal<br />
hanteren<br />
- bekende of onbekende bezoeker<br />
- de gevraagde persoon is al<br />
dan niet bereikbaar<br />
- er werd al dan niet een afspraak<br />
gemaakt<br />
- soort bedrijf<br />
- specifieke goederen of dienten<br />
- men beschikt al dan niet over<br />
een routebeschrijving om toe<br />
te sturen<br />
- men beschikt al dan niet over<br />
de gevraagde informatie<br />
- berekening correct of foutief<br />
- op een antwoordapparaat<br />
- de klacht is al dan niet ontvankelijk<br />
- men kan al dan niet ingaan<br />
op de vraag<br />
3 de aard van de opdrachten maakt het niet noodzakelijk te refereren naar een opdrachtgevende<br />
persoon.<br />
AV Frans 12 Secretariaat-talen<br />
TV Handelscorrespondentie Frans 3de graad TSO<br />
- ...
Idem<br />
met klanten, relaties, dienstverleners<br />
(reisbureau, toerististische<br />
dienst, hotel, catering,<br />
ordediensten...), transportfirma's,toeleveringsbedrijven...<br />
Idem<br />
met leveranciers, installateurs,<br />
reparateurs<br />
in opdracht 4 :<br />
- afpraken regelen met betrekking<br />
tot:<br />
. vergaderingen<br />
. de uitvoering van diensten<br />
(leveringen, vervoer,<br />
werkzaamheden, herstellingen...)<br />
- een zakenlunch of diner<br />
organiseren (inclusief financiële<br />
aspecten)<br />
- een bezoek organiseren voor<br />
(buitenlandse) gasten (inclusief<br />
financiële aspecten)<br />
- zakenreizen reserveren en<br />
boeken<br />
- onderhandelen over de aankoop<br />
van representatiegeschenken<br />
- ...<br />
- beheer van kantoorvoorraden<br />
en uitrusting<br />
. courante bestellingen<br />
. onderhoud en herstellingen<br />
- ...<br />
telefonisch en rechtstreeks<br />
- de contactpersoon is al dan<br />
niet aanwezig (ev. een<br />
boodschap inspreken op<br />
een automatisch antwoordapparaat)<br />
- een afspraak kan al dan<br />
niet doorgaan, moet gewijzigd<br />
worden...<br />
- het budget dreigt te worden<br />
overschreden<br />
- het bezoek gaat gepaard<br />
met een uitstap in een<br />
Franstalige omgeving<br />
- (bijkomende) documentatie<br />
al dan niet gewenst<br />
4 Dit betekent dat men optreedt in uitvoering van een opdracht en voor beslissingen dient te<br />
refereren naar de opdrachtgevende persoon.<br />
AV Frans 13 Secretariaat-talen<br />
TV Handelscorrespondentie Frans 3de graad TSO<br />
- ...<br />
telefonisch en rechtstreeks<br />
- diverse tekorten of problemen<br />
- er moet rekening gehouden<br />
worden met mogelijke<br />
wachttijden<br />
- ...
Als sollicitant<br />
met een persoon die ondervraagt<br />
- persoonsgegevens (studies,<br />
talenkennis, nuttige ervaringen,<br />
hobby's...)<br />
- motivering (belangstelling,<br />
ervaring, persoonlijke<br />
contacten...)<br />
- ...<br />
telefonisch en rechtstreeks<br />
- persoonlijkheidsaspecten<br />
- aard van het bedrijf, de<br />
industriële sector,...<br />
- mogelijke indiscrete vragen<br />
waarop men niet wenst<br />
te antwoorden<br />
Voor interactionele gesprekken kunnen ook niet-zakelijke onderwerpen aan bod komen,<br />
bijvoorbeeld:<br />
• feiten en gebeurtenissen uit de actualiteit of in verband met het privé-leven;<br />
• bijbehorende standpunten, meningen, gevoelens, argumenten en dergelijke.<br />
Taalfuncties (actes de langage)<br />
In het kader van de voornoemde gesprekssituaties is er plaats voor het oefenen van belangrijke<br />
taalfuncties. De opsomming is niet exhaustief, maar oriënterend.<br />
WIE?<br />
• Zich voorstellen. Vragen/zeggen wie iemand is.<br />
• Vragen naar een persoon; zeggen dat men de persoon gaat halen, dat zij er niet is...<br />
• Vragen/zeggen wie iets doet.<br />
• Zeggen hoe iemand er uitziet.<br />
• ...<br />
WAT?<br />
• Een voorwerp vragen; het gevraagde geven; zeggen dat men het gaat halen, dat men het niet<br />
heeft, dat men niet weet waar het zich bevindt....<br />
• Een voorwerp beschrijven: zeggen waarvan het gemaakt is, waarvoor het dient...<br />
• Een dienst vragen; zeggen dat men het zal doen, dat men het niet kan, niet mag...<br />
• Een mening vragen en geven; zeggen dat men er geen heeft.<br />
• Instructies vragen en geven, onder andere in verband met bewegingen en manipulaties (bv.<br />
komen, gaan, geven, neerleggen, duwen, trekken, vasthouden, loslaten, drukken op een toets,<br />
uitschakelen...); zeggen wat men doet.<br />
• Vragen/vertellen wat er gebeurt; zeggen dat men het niet weet.<br />
• ...<br />
WAAR? WAARHEEN? WAAR <strong>VAN</strong>DAAN?<br />
• Vragen/zeggen waar iemand of iets zich bevindt (evt. ten opzichte van...).<br />
• Vragen/zeggen waar iets gebeurt.<br />
• Vragen/zeggen waar men naartoe gaat, waar men vandaan komt.<br />
• Vragen/zeggen hoe men zich verplaatst, of het ver is enz.<br />
• ...<br />
AV Frans 14 Secretariaat-talen<br />
TV Handelscorrespondentie Frans 3de graad TSO<br />
- ...
WANNEER?<br />
• Vragen naar het moment waarop (uur en datum), de duur, de frequentie, de volgorde; deze<br />
inlichtingen verstrekken.<br />
• Vragen/vertellen wat gebeurd is.<br />
• Vragen/vertellen wat zal gebeuren, iets afspreken.<br />
• ...<br />
HOEVEEL? HOE GROOT?...<br />
• Vragen naar hoeveelheid, prijs, afmetingen, afstand, maat, gewicht,...; op deze vragen<br />
antwoorden.<br />
HOE? WAAROM?<br />
• Vragen naar hoe en waarom; deze vragen beantwoorden.<br />
- Iets bevestigen of ontkennen, aanvaarden of weigeren, al dan niet met iets instemmen, zeggen dat<br />
men iets niet kan doen, enz.<br />
- Zekerheid, waarschijnlijkheid, onwaarschijnlijkheid, twijfel uitdrukken.<br />
- Vergelijken, een voorkeur uiten, zeggen dat men van iets (niet) houdt, dat men iets (niet) graag<br />
heeft of doet.<br />
- Iets beloven.<br />
- Begroeten, afscheid nemen, danken, zich verontschuldigen, gelukwensen...<br />
- Telefoonconventies toepassen: zich melden, doorverbinden, vragen of men even wil wachten,<br />
zeggen dat de persoon er niet is, een gesprek aankondigen, zeggen dat men zal terugtelefoneren,<br />
het gesprek beëindigen enz.<br />
- ...<br />
5.1.1.3 Pedagogisch-didactische wenken<br />
In deze studierichting hebben de leerlingen bijzondere aandacht voor een correcte uitspraak,<br />
zinsritme en intonatie. Op die wijze zullen ze immers mee instaan voor het imago van hun bedrijf.<br />
Anderzijds zullen leerlingen die de fonetische kenmerken van het Frans onder de knie hebben, niet<br />
alleen beter verstaan worden bij het spreken, maar ook de spreekintenties van de anderen beter<br />
begrijpen.<br />
5.1.1.3.1 Transactionele situaties<br />
- Bij het oefenen van de gespreksvaardigheid, gaan de leerlingen liefst uit van voorbeelden of<br />
modellen met een sterk authentiek karakter.<br />
Niemand zal betwijfelen dat grammaticale inzichten het taalleerproces krachtig kunnen<br />
ondersteunen. Toch zijn ze niet bij machte het functionele taalgebruik, zoals dat in de realiteit<br />
voorkomt, op een doeltreffende wijze te laten genereren. (Zie het on-Franse en<br />
a-communicatieve karakter van talrijke leerteksten en voorbeeldzinnen in schoolboeken.)<br />
Modellen zullen hun "kapstokfunctie" slechts ten volle vervullen indien de leerlingen in staat<br />
zijn ze vrijwel uit het hoofd te reproduceren.<br />
AV Frans 15 Secretariaat-talen<br />
TV Handelscorrespondentie Frans 3de graad TSO
- Het gaat bij het verwerken van zulke modellen niet enkel om de studie van woorden en<br />
morfo-syntactische structuren. Men zal ook gelegenheden te baat nemen om de discursieve<br />
(met betrekking tot het verloop van de dialoog), culturele en andere aspecten van de<br />
gesprekken te bestuderen:<br />
• de opbouw (wat komt er aan de orde, en in welke volgorde);<br />
• hoe leggen Franstaligen het aan boord om de aandacht te trekken, te onderbreken, een nieuw<br />
onderwerp in te leiden...?<br />
• Hoe kunnen verschillende intonatiepatronen in een zin als "Elle a dit qu'elle était d'accord" naar<br />
evenveel verschillende spreekintenties verwijzen?<br />
• Zijn de Vlaamse of Nederlandse beleefdheidscodes zonder meer toepasbaar op de<br />
communicatie met Franstaligen?<br />
• Wat is specifiek voor gesproken taaluitingen?<br />
• ...<br />
- Het volstaat echter niet dat de leerlingen modellen kunnen reproduceren. Het zijn slechts<br />
uitgangspunten van waaruit ze oefenen om zelfstandig te functioneren in aanverwante<br />
situaties (doelsituaties).<br />
Indien men enige taalcorrectheid wil nastreven, blijft het steeds belangrijk, niet het minst in de<br />
beginfase, dat er een controleerbaar verband bestaat tussen de "setting" van het voorbeeld en die<br />
van de doelsituatie. De leerkracht zal dus oordeelkundig variaties aanbrengen in één of meerdere<br />
parameters van de oorspronkelijke "setting": (1) de betrokken personen, (2) het thema van het<br />
gesprek en (3) de relevante omstandigheden. (Zie 5.1.1.2, 1 Situaties.)<br />
- De leerlingen moeten de gelegenheid krijgen om de doelgesprekken voor te bereiden, met<br />
andere woorden om zelf even na te denken en afspraken te maken over wat ze zullen zeggen, in<br />
welke volgorde dit zal gebeuren en hoe ze het aan boord zullen leggen. Met het oog op een<br />
doeltreffende voorbereiding, heeft het weinig zin hen te dwingen om deze voorafgaande (korte)<br />
bespreking in het Frans te voeren. Ook is het af te raden dat ze de doelgesprekjes stelselmatig<br />
voluit schrijven en dan uit het hoofd leren. Het noteren van enkele kapstokwoorden moet kunnen<br />
volstaan.<br />
- De leerlingen oefenen het best samen, in groepjes. De kunst om gespreksvaardigheid aan te leren<br />
is er mede een van groepsmanagement. Een voorbeeld, waarbij het doelgesprek bestaat uit de<br />
interactie van twee personen (A en B), kan dit verduidelijken.<br />
• De leerlingen bereiden het gesprek voor in groepjes van drie of vier. Een aantal groepjes<br />
bereiden de A-rol voor, andere de B-rol.<br />
• De leerlingen voeren het gesprek in tweetallen (A - B).<br />
• Na enkele minuten - en eventueel enkele corrigerende aanbevelingen van de leerkracht -<br />
zoeken de leerlingen een andere partner en voeren het gesprek opnieuw. Deze fase kan<br />
herhaald worden, telkens met nieuwe partners.<br />
5.1.1.3.2 Interactionele situaties<br />
Bij het oefenen met dit soort situaties zullen de accenten eerder liggen op spreekdurf, vlotheid en<br />
gepast taalgebruik. De leerlingen durven risico's nemen. Groeien in vormcorrectheid blijft nochtans<br />
een uitdaging. Hier volgen enige voorbeelden.<br />
AV Frans 16 Secretariaat-talen<br />
TV Handelscorrespondentie Frans 3de graad TSO
- Een gezamenlijke keuze bepalen, aan taakverdeling doen.<br />
• Bij het opzetten van een mini-onderneming, de keuze bepalen van het te verkopen product,<br />
afspreken wie wat doet enz., een vergadering van het dagelijks bestuur in het Frans laten<br />
gebeuren.<br />
• Een aantal noodzakelijke/nuttige aankopen overwegen in functie van een vastgesteld uit te<br />
geven bedrag (toepassing van de budgetlijn in de cursus Economie). Bijvoorbeeld: besteding<br />
van gezamenlijke gelden voor een goed doel, een klasactiviteit en dergelijke.<br />
• Een lijst benodigdheden opstellen voor ...<br />
De leerlingen moeten elkaar kunnen overtuigen en het samen eens worden. Na een kwartier<br />
brengt elk groepje verslag uit over de getroffen beslissingen en motiveert ze.<br />
De leraren van de bedrijfsgerichte vakken kunnen ongetwijfeld heel wat interessante suggesties<br />
aan de hand doen.<br />
- In groepjes laten reageren op een aantal pregnante uitspraken. Na 10 minuten brengt elk groepje<br />
verslag uit over de naar voor gebrachte meningen.<br />
- Standpunten en/of ervaringen uitwisselen naar aanleiding van een lees- of luistertekst, gebeurtenissen,<br />
persoonlijke ervaringen en dergelijke.<br />
Om een optimaal effect te bereiken met dergelijke communicatieve oefeningen moeten wel een<br />
aantal voorwaarden vervuld worden.<br />
- De opdracht moet zoveel mogelijk levensecht zijn, maar niet te hoog gegrepen. Ook in de<br />
moedertaal zouden de leerlingen, bij "hoogstaande" gesprekken, vaak niet weten wat ze moeten<br />
vertellen.<br />
- Er moeten "kapstokken" beschikbaar zijn om te praten (bijvoorbeeld aandachtspunten die aan de<br />
orde moeten komen) en de instructie moet kort en helder zijn.<br />
- Er moet een echte reden zijn om de vreemde taal te spreken. Daartoe bevat de opdracht liefst een<br />
zogenaamde informatiekloof (information gap), dit wil zeggen dat de gesprekspartners iets<br />
nieuws van de andere(n) te weten moeten komen, zodat de motivatie om een gesprek te voeren<br />
intrinsiek aanwezig is.<br />
- Iedereen moet tegelijk bezig zijn; dat betekent dus vooral veel in kleine groepen of in paren<br />
oefenen.<br />
- De leerlingen mogen zich niet geremd voelen door voortdurende (goedbedoelde) correcties: ze<br />
redden zichzelf wel of vragen om hulp als het echt nodig is.<br />
5.1.2 Spreekvaardigheid<br />
5.1.2.1 Doelstellingen<br />
5.1.2.1.1 Zelfstandig:<br />
- instructies en boodschappen formuleren en/of overbrengen,<br />
- bondig verslag uitbrengen.<br />
Daarbij geven de leerlingen blijk van een zekere mate van correctheid in woordgebruik en uitspraak<br />
(minder wat de morfo-syntaxis betreft). De spreekintenties komen alleszins probleemloos over bij<br />
toehoorders met Frans als moedertaal of met een vlotte beheersing van het Frans.<br />
Het spreektempo mag het geduld van de toehoorders niet storend op de proef stellen.<br />
AV Frans 17 Secretariaat-talen<br />
TV Handelscorrespondentie Frans 3de graad TSO
5.1.2.1.2 Zelfstandig strategieën aanwenden die het bereiken van hun doel vergemakkelijken:<br />
- het betoog op doelmatige wijze voorbereiden (zie 5.1.1.1.3);<br />
- gebruikmaken van structuurmarkeerders (d'abord, ensuite, c'est parce que... - zie verder<br />
5.1.4.3.1);<br />
- compensatiestrategieën toepassen (zie 5.1.1.1.3)<br />
5.1.2.2 Leerinhouden<br />
De doelstellingen kunnen gerealiseerd worden naar aanleiding van:<br />
- telefonische en andere gesprekken die men moet voeren;<br />
- eenvoudige mondelinge uiteenzettingen alsook gesprekken waaraan men niet actief deelneemt;<br />
- informatie die men verzamelt in geschreven of beluisterd tekstmateriaal als brieven,<br />
handleidingen, artikels, eenvoudige nieuwsberichten, korte uiteenzettingen en dergelijke;<br />
- eigen ervaringen: wat men gezien, gehoord of meegemaakt heeft: thuis, op TV, op reis, tijdens<br />
het weekend...;<br />
- visuele middelen: een tekening, een foto, een strip, dia's,...<br />
- ...<br />
5.1.2.3 Pedagogisch-didactische wenken<br />
Een aantal opmerkingen die geformuleerd worden met betrekking tot de gespreksvaardigheid<br />
(voorbereiden en organiseren van het betoog) en de leesvaardigheid (gebruikmaken van<br />
structuurmarkeerders), gelden mutatis mutandis ook voor het oefenen van de spreekvaardigheid.<br />
5.1.3 Luistervaardigheid<br />
5.1.3.1 Doelstellingen<br />
5.1.3.1.1 Zelfstandig in rechtstreekse en telefonische gesprekken hun gesprekspartner<br />
voldoende begrijpen om deze te woord te kunnen staan.<br />
(Zie 5.1.1 Gespreksvaardigheid.)<br />
5.1.3.1.2 Zelfstandig de betekenis begrijpen van aanwijzingen, mededelingen, instructies,<br />
opdrachten en dergelijke.<br />
5.1.3.1.3 Zelfstandig informatie begrijpen uit gesproken teksten (eenvoudige<br />
uiteenzettingen en gesprekken waaraan men zelf niet actief deelneemt).<br />
Daarbij wordt het volgende onderscheid gemaakt.<br />
- De leerlingen kunnen gericht of selectief luisteren naar functionele boodschappen. Met andere<br />
woorden, ze richten zich op wat ze willen of moeten vernemen om een adequaat gevolg te<br />
kunnen geven aan de boodschappen. Dit betekent onder andere dat ze bekende elementen<br />
identificeren als getallen, bedragen, tijdstippen, locaties, richtingen en dergelijke.<br />
AV Frans 18 Secretariaat-talen<br />
TV Handelscorrespondentie Frans 3de graad TSO
- De leerlingen kunnen globaal luisteren of met andere woorden:<br />
• het onderwerp van een tekst bepalen,<br />
• de strekking/algemene inhoud van de tekst bepalen.<br />
5.1.3.1.4 Zelfstandig strategieën aanwenden die het bereiken van hun doel vergemakkelijken.<br />
- De voorkennis mobiliseren:<br />
• de talige en niet-talige context (bv. de omstandigheden, de betrokken personen, wat juist<br />
gezegd werd);<br />
• eigen voorkennis met betrekking tot het doel van een bezoek, het onderwerp van een gesprek,<br />
te verwachten aandachtspunten, de volgorde ervan en dergelijke.<br />
- Zich bewust zijn dat ze in de klankstroom niet alles kunnen verstaan of begrijpen.<br />
- Zich richten op wat ze willen vernemen.<br />
- Zich richten op wat ze begrijpen; zich niet laten afleiden door wat ze niet verstaan of begrepen<br />
hebben.<br />
- In een gesprek, gebruikmaken van compenserende strategieën. (Zie 5.1.1.1.3)<br />
5.1.3.1.5 Ondersteunende vaardigheden aanwenden als:<br />
- hoofd- en bijzaken onderscheiden, onder meer naar aanleiding van structurerende uitspraken,<br />
structuurmarkeerders, intonatie en debiet, herhalingen, het aanwenden van voorbeelden;<br />
- feiten en meningen onderscheiden;<br />
- formeel en informeel taalgebruik onderscheiden;<br />
- intonatiepatronen interpreteren (bv. vraagtoon, gebiedende toon, ongeduld, verwondering, ongeloof).<br />
5.1.3.2 Leerinhouden<br />
Tekstsoorten<br />
De doelstellingen kunnen worden gerealiseerd naar aanleiding van uiteenlopende tekstsoorten die al<br />
dan niet aanleunen bij de bedrijfssfeer. De lijst is niet exhaustief, maar oriënterend.<br />
- gesprekken in bedrijfssituaties en het maatschappelijk leven,<br />
- boodschappen op een automatisch antwoordapparaat,<br />
- mededelingen, onder andere informatie via luidsprekers of intercom in warenhuizen, stations,<br />
luchthavens, handelsbeurzen en dergelijke,<br />
- instructies bij opdrachten (telefoneren, brieven schrijven, opdrachten in verband met secretariaatswerk<br />
en dergelijke),<br />
- instructies bij het gebruik van apparatuur, van hard- en software,<br />
- reclameclips, productinformatie,<br />
- korte reportages,<br />
- interviews,<br />
- ...<br />
Criteria voor de tekstkeuze<br />
- De teksten zijn gesteld in een courante spreektaal, rekening houdend met de specificiteit van de<br />
onderwerpen.<br />
AV Frans 19 Secretariaat-talen<br />
TV Handelscorrespondentie Frans 3de graad TSO
- De belangrijke/relevante informatie wordt duidelijk en expliciet verwoord.<br />
- De tekstinhoud sluit aan bij het ontwikkelingsniveau van de leerlingen.<br />
- Het spreektempo is niet onnatuurlijk hoog.<br />
• In gesprekken houden de sprekers rekening met anderstaligen met een minder vlotte beheersing<br />
van het Frans (eenvoudige woordkeuze, vrij veel herhalingen, rustig spreektempo, aandacht<br />
voor cultuurverschillen).<br />
• In gesprekken houden de sprekers nagenoeg geen rekening met anderstaligen met een minder<br />
vlotte beheersing van het Frans. (U)<br />
- De sprekers hebben geen sterk regionaal accent dat de verstaanbaarheid in het gedrang zou<br />
brengen.<br />
- De teksten zijn duidelijk verstaanbaar, zonder storende bijgeluiden. (Hier wordt een uitzondering<br />
gemaakt voor courante boodschappen via luidsprekers, intercom en dergelijke. Ook voor telefonische<br />
boodschappen moeten de leerlingen gewoon worden aan een "normale" geluidsweergave.)<br />
- De teksten zijn authentiek of zouden het kunnen zijn.<br />
- Naast variatie naar de tekstsoort en de behandelde onderwerpen, is er een voldoende variatie in:<br />
• sociologische kenmerken, afhankelijk van de spreker: verschil in accent, debiet, woordkeuze,<br />
zinsbouw en dergelijke,<br />
• informeel en formeel taalgebruik,<br />
• mannen- en vrouwenstemmen.<br />
5.1.3.3 Pedagogisch-didactische wenken<br />
Het belang van de luistervaardigheid mag niet onderschat worden: een groot deel van de<br />
communicatie in het bedrijf of de organisatie impliceert immers luistergedrag. Ze wordt dan ook<br />
apart geoefend. Dit is onder meer nodig om de leerlingen vertrouwd te maken met de woordenschat,<br />
de uitspraak, de intonatie, de spreeksnelheid en de verschillende taalregisters van<br />
moedertaalsprekers.<br />
Zich beperken tot het beluisteren van gesproken teksten en er nadien vragen over beantwoorden,<br />
zou een weinig efficiënte manier zijn om luistervaardigheid te oefenen.<br />
5.1.3.3.1 Misverstanden<br />
Onder de leerlingen heersen nogal wat misverstanden met betrekking tot luisteroefeningen en<br />
-toetsen. Omwille van het daaruit volgend paniekgevoelen, zijn ze niet in staat om doeltreffend te<br />
luisteren. Van de leraar mag dus verwacht worden dat hij die misverstanden niet verder gaat<br />
voeden. Integendeel, het is zijn specifieke taak ze uit de weg te ruimen.<br />
"Om een boodschap te begrijpen moet je alles verstaan."<br />
Niets is minder waar. Trouwens, in de moedertaal is dit ook niet altijd zo. Een gesproken<br />
boodschap wordt waargenomen als een continuüm van geluid, waarbinnen (beperkte) delen van<br />
de boodschap (signalen) geïdentificeerd worden. Die signalen worden van elkaar gescheiden<br />
door intervallen van "doofheid", dit zijn tekstdelen die de luisteraar niet behoorlijk waarneemt of<br />
niet begrijpt. Een leerling is luistervaardig indien zij/hij in staat is om voldoende signalen te<br />
identificeren en ze op een adequate wijze te combineren.<br />
AV Frans 20 Secretariaat-talen<br />
TV Handelscorrespondentie Frans 3de graad TSO
"Je mag vooral niets vergeten van wat je gehoord hebt. Immers, de leerkracht zou precies dat<br />
kunnen vragen wat je vergeten hebt."<br />
Als men luistert, blijft de aandacht niet voortdurend in een gelijke mate gespannen; daarbij wordt<br />
de meeste informatie opgeslagen in het kort geheugen. Ook de leerkracht zou wellicht niet in<br />
staat zijn om, bv. na het beluisteren van een tv-journaal, welke detailvraag ook te beantwoorden.<br />
"Bij een luistertoets moet je alle vragen kunnen beantwoorden."<br />
Perfectie is niet van deze wereld; dat is immers ook niet het geval voor toetsing met betrekking<br />
tot de andere vaardigheidsvelden.<br />
5.1.3.3.2 Aan deze vaststellingen kan men een aantal voorstellen voor de klaspraktijk<br />
binden.<br />
- De confrontatie met een klankstroom waarin niet alles verstaanbaar is, schrikt de leerlingen af;<br />
soms is de ervaring ronduit traumatiserend.<br />
• Aanvankelijk zal de leerkracht (of de ontwerper van leermateriaal) zorgen voor luisterteksten<br />
die gesproken worden met een vrij traag debiet, en met slechts beperkte intervallen van<br />
"doofheid".<br />
• De leerlingen worden vertrouwd met deze intervallen. Aan de hand van transcripties (de<br />
uitgeschreven tekst), die na de luisteroefening aan de leerlingen bezorgd worden, kunnen ze<br />
bijvoorbeeld ervaren dat de uitgevallen stukjes tekst niet altijd relevant zijn. Dan weer leren ze<br />
de duiding van een interval (voorgesteld door een blanco stukje tekst) af te leiden uit de globale<br />
context.<br />
- Indien ze een boeiend verhaal beluisteren, kunnen de leerlingen zonder al te veel moeite hun<br />
aandacht gaande houden en zal hun geheugen ook talrijke gegevens opslaan. Dit geldt ook voor<br />
zakelijke boodschappen in de realiteit, tenminste indien (1) de boodschap hen op een of andere<br />
wijze aanspreekt of aanbelangt, (2) het aantal gegevens niet tè groot is en (3) de spreker hen de<br />
tijd laat ze te assimileren.<br />
• Ook in de moedertaal zouden oefeningen in het honderd lopen indien ze plaatsvonden zonder<br />
dat een minimale voorkennis aangereikt wordt met betrekking tot het besproken onderwerp,<br />
relevante omstandigheden en dergelijke meer (voorstructureren en activeren van de<br />
voorkennis).<br />
• De leerkracht moet de leerlingen helpen om zich te oriënteren op de belangrijke elementen van<br />
de boodschap, bijvoorbeeld door hen op voorhand vragen aan te reiken. Liefst nog zal hij met<br />
hen luisterverwachtingen bespreken. Hij zal ook wijzen op de systematiek of de topics in een<br />
aantal type-boodschappen (telefoneren, een afspraak maken, iets kopen enz.).<br />
• De tekst moet meermaals kunnen worden beluisterd, ten dele zowel als in zijn geheel.<br />
• Het is vanzelfsprekend dat de leerkracht gebruik maakt van de pauzetoets, zo vaak als de<br />
leerlingen tijdens het luisteren notities moeten nemen.<br />
AV Frans 21 Secretariaat-talen<br />
TV Handelscorrespondentie Frans 3de graad TSO
- Er werd reeds gewezen op de noodzaak van voorstructurering. Ook in de realiteit moet men<br />
zelden een boodschap totaal onvoorbereid verwerken. De betekenis dringt tot de luisteraar door<br />
in een context van omstandigheden, aansluitende verwachtingen en opgeroepen voorkennis.<br />
Bijvoorbeeld<br />
Ik sta in een station, mijn trein heeft blijkbaar vertraging (omstandigheden). Via het<br />
omroepsysteem zal wellicht worden meegedeeld hoeveel die vertraging bedraagt; de<br />
boodschap zal in de omringende drukte slecht verstaanbaar zijn (verwachtingen). Men zal<br />
eerst de herkomst, dan de bestemming van de trein vermelden; de melding van de<br />
vertraging zal ingeleid worden door het woord retard (voorkennis). Aldus kan ik mij<br />
concentreren op het omroepen van twee namen (bv. Bruxelles-Mons), daarna op de klanken<br />
(r)e(t)a(rd) die de verwachte duurmelding inleiden.<br />
- De opdrachten moeten op ieder ogenblik haalbaar zijn. Vaak zal men gebruik maken van een<br />
reeks steeds-dieper-gravende-opdrachten, waarbij de tekst telkens opnieuw beluisterd wordt.<br />
In het volgende voorbeeld kunnen de leerlingen in groepjes samenwerken; na iedere fase delen<br />
de groepjes elkaar hun oplossingen mee, zodat "achterblijvers" kunnen bijbenen.<br />
1 Notez les noms des intervenants.<br />
2 Choisissez un titre pour ce texte.<br />
3 Écrivez un résumé en deux/trois phrases.<br />
4 De transcriptie wordt uitgedeeld. Dan vullen de leerlingen een aantal ontbrekende passages<br />
of details in.<br />
- Het trainen van de luistervaardigheid gebeurt in principe met gesloten boek, dit wil zeggen dat de<br />
leerlingen (nog) niet in het bezit zijn van de transcriptie van de luistertekst.<br />
5.1.3.3.3 Integratie van de luistervaardigheid in het taalleerproces<br />
- Luisterteksten dienen niet alleen maar om de luistervaardigheid te oefenen. Ze hebben ook een<br />
belangrijke modelfunctie bij het oefenen van de spreek- en de gespreksvaardigheid. Ook<br />
om die reden is het belangrijk:<br />
• dat de leerlingen ze herhaaldelijk beluisteren, met aandacht voor de fonetische en andere<br />
aspecten;<br />
• dat ze achteraf hun transcriptie bestuderen, zodat ze ook rustig hun aandacht kunnen laten<br />
uitgaan naar het verwoorden van taalfuncties of naar de kenmerken van de spreektaal;<br />
• dat er de nodige tijd aan besteed wordt; immers, de tijd die geïnvesteerd moet worden in de<br />
overige communicatieve vaardigheden komt daarmee niet in het gedrang, wel integendeel.<br />
- Het is belangrijk dat luisteroefeningen uitmonden in lees-, spreek- en/of schrijfopdrachten. Deze<br />
helpen de waargenomen spreektaal te fixeren en ze nadien in nieuwe luisteropdrachten beter te<br />
identificeren. In 't algemeen kan men stellen dat communicatieve oefeningen in het kader<br />
van één vaardigheidsveld, het best plaatsvinden in een wisselwerking met oefeningen die<br />
betrekking hebben op de overige velden.<br />
5.1.3.3.4 Notuleren: zie 5.1.5 (Schrijfvaardigheid).<br />
AV Frans 22 Secretariaat-talen<br />
TV Handelscorrespondentie Frans 3de graad TSO
5.1.4 Leesvaardigheid<br />
5.1.4.1 Doelstellingen<br />
5.1.4.1.1 Zelfstandig de betekenis begrijpen van aanwijzingen, opschriften, mededelingen,<br />
instructies, opdrachten en dergelijke.<br />
5.1.4.1.2 Binnen een redelijke vooraf bepaalde tijd, met behulp van een woordenboek,<br />
zelfstandig informatie begrijpen van geschreven teksten.<br />
Daarbij kunnen de leerlingen hun leesgedrag afstemmen op verschillende doeleinden of<br />
leesintenties:<br />
- ze lezen overeenkomstig een vooraf bepaalde informatiebehoefte (gericht lezen);<br />
- bij het lezen gaat hun aandacht naar de tekst als geheel; ze begrijpen de globale strekking, de<br />
relevante tekstdelen zowel als de samenhang (studerend lezen).<br />
Indien de leerlingen weinig vertrouwd zijn met de behandelde materie, worden de teksten<br />
voorgestructureerd. De leraar deelt vooraf gegevens mee die onontbeerlijk zijn voor het uitvoeren<br />
van de opdracht: de context, de algemene problematiek waarbinnen het onderwerp zich situeert enz.<br />
5.1.4.1.3 Zelfstandig strategieën aanwenden die het bereiken van hun doel vergemakkelijken:<br />
- De aard en de communicatieve functie van teksten bepalen: zich realiseren om welk soort teksten<br />
het gaat, welk soort informatie ze bevatten, wie ze schreef en met welke bedoeling, wat men<br />
ermee kan of moet doen.<br />
- De voorkennis mobiliseren: zich vooraf afvragen wat men reeds over het onderwerp weet of vermoedt,<br />
welke aandachtspunten vermoedelijk aan de orde zullen komen, vanuit welke optiek ze<br />
zullen benaderd worden enz.<br />
- Zichzelf vooraf vragen stellen over wat men wil vernemen en zich bij de lectuur hierop<br />
concentreren.<br />
- Een tekst concentrisch lezen, in verschillende fasen, van globaal naar detail. Op die wijze hoofden<br />
bijzaken onderscheiden. Bijvoorbeeld: in een informatieve tekst, eerst rekening houden met<br />
de titel, de onder- en tussentitels, de afbeeldingen, enz.<br />
- Scannen (balayer): snel een tekst met de ogen overlopen, met als doel een bepaalde informatie te<br />
lokaliseren.<br />
- Skimmen (écrémer): bij het lezen van teksten, zich richten op de delen die de meest relevante<br />
informatie bevatten, met als doel vlug zicht te krijgen op de globale strekking/inhoud.<br />
- Teksten in betekenisvolle segmenten onderverdelen; de segmenten met elkaar in verband<br />
brengen (met andere woorden, de tekst of de informatie structureren). Daarbij gebruik maken van<br />
de aanwezige structuurmarkeerders (articulateurs logiques). Dit zijn woorden of uitdrukkingen<br />
die verbanden uitdrukken tussen tekstsegmenten. Bijvoorbeeld: d'abord, ensuite, pour conclure...<br />
(Zie verder 5.1.4.3.1.)<br />
AV Frans 23 Secretariaat-talen<br />
TV Handelscorrespondentie Frans 3de graad TSO
- Tijdens het lezen zich vragen stellen over wat men reeds gelezen heeft en wat nog zou kunnen<br />
volgen, verbanden leggen met wat men reeds vernomen heeft.<br />
- Zich richten op wat men begrijpt: zich niet laten afleiden door wat men niet verstaat of begrijpt.<br />
- Feiten en meningen onderscheiden.<br />
- Persuasieve formuleringen onderscheiden (op welke wijze trachten de stellers de lezer te<br />
overtuigen en/of te beïnvloeden?<br />
- Conclusies trekken.<br />
- De in diverse bronnen bekomen informatie vergelijken en bundelen.<br />
- Een woordenboek en woordenlijsten doeltreffend gebruiken (dus als het nodig is, en anders niet).<br />
- De betekenis van onbekende woorden afleiden uit de (globale) context, uit de gelijkenis met<br />
woorden in de doeltaal of in andere talen. Zich daarbij realiseren dat woorden die op elkaar lijken<br />
een andere betekenis kunnen hebben in verschillende talen.<br />
- In een ingewikkelde zin, de zinskern onderscheiden (de zinskern draagt meestal ook de kern van<br />
de boodschap).<br />
5.1.4.1.4 Vertrouwd zijn met elektronische datavergaring (via E-mail, hypertekst en<br />
dergelijke) 5<br />
5.1.4.2 Leerinhouden<br />
Tekstsoorten<br />
Om de bovenstaande doelen te realiseren, zal men een oordeelkundige keus maken uit verschillende<br />
tekstsoorten en onderwerpen, zodat een voldoende variatie gewaarborgd is. De voorbeeldenlijst is<br />
niet exhaustief, maar oriënterend.<br />
- Borden: aanwijzingen, opschriften, waarschuwingen, aankondigingen.<br />
- Affiches, etiketten en verpakkingen.<br />
- Commerciële en administratieve teksten en documenten:<br />
• brieven, faxen, memo's, E-mailberichten,<br />
• prijslijsten,<br />
• offertes,<br />
• administratieve formulieren, reserverings- of bestelformulieren, exportdocumenten, vervoerdocumenten,<br />
facturen, creditnota's, wissels...<br />
• bank- en verzekeringsberichten,<br />
• verkoopvoorwaarden, polissen,<br />
• ...<br />
5 De leerlingen maken minstens enkele keren van deze mogelijkheden gebruik. Dit kan echter ook<br />
buiten de Franse les gebeuren, bijvoorbeeld in afspraak met de leerkracht Secretariaat.<br />
AV Frans 24 Secretariaat-talen<br />
TV Handelscorrespondentie Frans 3de graad TSO
- Informatieve zakelijke teksten en documenten:<br />
• verslagen,<br />
• advertenties en reclame,<br />
• folders, documentatie, productinformatie,<br />
• handleidingen, plaatsings-, onderhoudsvoorschriften (ev. ook bij software),<br />
• gegevens uit databanken,<br />
• ...<br />
- Algemene informatieve teksten:<br />
• foto's met onderschrift,<br />
• nieuwsberichten in de krant,<br />
• artikels in kranten en (vak-)tijdschriften.<br />
• artikels over land en volk,<br />
• ...<br />
- Verhalende teksten.<br />
Criteria voor de tekstkeuze<br />
- De teksten handelen over concrete onderwerpen.<br />
- De tekstinhoud sluit aan bij het ontwikkelingsniveau van de leerlingen.<br />
- De belangrijke/relevante informatie wordt duidelijk en expliciet verwoord.<br />
- De teksten zijn vrij duidelijk gestructureerd.<br />
- De teksten zijn authentiek of zouden het kunnen zijn.<br />
• Ze worden, telkens als dit enigszins mogelijk is, in hun originele vorm/lay-out aangeboden.<br />
• Met de teksten wordt een communicatief doel beoogd. Indien ze opgesteld werden als<br />
leerteksten, met andere woorden met de expliciete bedoeling het leren van het Frans te<br />
bevorderen, mag dit geen storende uitwerking hebben.<br />
5.1.4.3 Pedagogische en didactische wenken<br />
Veel van wat gezegd is over de luistervaardigheid geldt mutatis mutandis ook voor de<br />
leesvaardigheid. Vragen stellen over de tekst na het lezen laat toe het tekstbegrip te controleren,<br />
maar het helpt nauwelijks om autonoom leesgedrag te ontwikkelen. De rubriek 5.1.4.1.3<br />
(Doelstellingen) biedt een overzicht van deelvaardigheden, inzichten en attitudes, waaruit men<br />
aangepaste strategieën en oefenvormen kan afleiden.<br />
5.1.4.3.1 Begripsverduidelijking<br />
- Scannen<br />
Men overloopt de tekst "al kijkend", op zoek naar trefwoorden, namen, letterwoorden,<br />
cijfergegevens, uitwendige kenmerken en dergelijke.<br />
- Skimmen<br />
Letterlijk betekent skimmen "de tekst afromen". Deze activiteit heeft alles te maken met de leerplandoelstelling<br />
5.1.4.1.2 Sommige tekstdelen kunnen namelijk meer dan andere betekenisdragend<br />
zijn. Daarom worden ze als eerste verkend:<br />
- de titel, de ondertitel,<br />
AV Frans 25 Secretariaat-talen<br />
TV Handelscorrespondentie Frans 3de graad TSO
- tussentitels,<br />
- de inhoudstafel,<br />
- inleiding en besluit,<br />
- de illustraties en hun onderschriften,<br />
- in heel wat teksten, de eerste regels van iedere alinea,<br />
- de laatste regels van sommige alinea's, de laatste regels van het besluit,<br />
- de tekst die volgt op namen van personen en instanties (vooral de eerste vermelding): wie is wie,<br />
belangrijke stellingnamen, indicaties die aantonen welk gezag men aan die stellingnamen kan<br />
toekennen,<br />
- cijfergegevens,<br />
- ...<br />
De leerlingen moeten feeling ontwikkelen bij het skimmen en iedere tekst op een geëigende manier<br />
leren benaderen. Niet alle bovenstaande onderdelen zijn immers altijd even pertinent. Ook zijn niet<br />
alle teksten even goed of op dezelfde wijze gestructureerd.<br />
In de beginfase kan de leraar door hemzelf geskimde teksten als model ter hand stellen. De<br />
leerlingen kunnen dan op basis van dit "skelet" leesverwachtingen formuleren, ook met betrekking<br />
tot de algemene structuur van de tekst. Ze kunnen ook al een leesraster invullen. Nadien verifiëren<br />
ze door de volledige tekst te lezen.<br />
- Structuurmarkeerders (articulateurs logiques)<br />
In de enge betekenis zijn dit woorden die verbanden uitdrukken tussen tekstsegmenten.<br />
Bijvoorbeeld:<br />
- een volgorde: premièrement, d'abord, en second lieu, ensuite, par ailleurs, enfin ...<br />
- een tegenstelling: mais, par contre, d'autre part, cependant ...<br />
- een explicitering: en effet, il faut savoir que ...<br />
- een besluit: ainsi, pour conclure ...<br />
- ...<br />
De structuur van een tekst komt echter ook op andere manieren tot uiting:<br />
- de onderverdeling in alinea's en de samenvoeging van alinea's in grotere tekstgehelen; een alinea<br />
is bijna steeds gebouwd rond één kernidee (meestal geëxpliciteerd vooraan in de alinea);<br />
- het gebruik van andere lettertypes of -formaten, de lay-out;<br />
- tegenstellingen rond kernwoorden, die het best tot uiting komen in een geskimde tekst.<br />
Bijvoorbeeld:<br />
" Les instituteurs prétendent que... (lijn 14)<br />
" (...)<br />
"Et qu'en est-il dans le secondaire? (lijn 46)"<br />
Efficiënte oefeningen zijn onder andere:<br />
- structuurmarkeerders onderstrepen;<br />
- (al dan niet vooraf aangeboden) structuurmarkeerders in de tekst aanbrengen;<br />
- in grijze (doorlopende) teksten zoeken naar de overgangen, naar andere kernideeën en de teksten<br />
op basis daarvan in alinea's verdelen;<br />
- de lay-out verzorgen van grijze teksten:<br />
• waarin men de structuurmarkeerders, de kernwoorden of eventueel de belangrijke ideeën vooraf<br />
(zelf) heeft onderstreept;<br />
AV Frans 26 Secretariaat-talen<br />
TV Handelscorrespondentie Frans 3de graad TSO
• waarvan men het structuurschema aanbiedt;<br />
• een passende titel en tussentitels vinden;<br />
- na verwerking van een aantal voorbeelden, zelf structuurschema's opstellen.<br />
Men moet in dit verband niet enkel denken aan artikels, maar ook aan brieven, publicitaire teksten<br />
en dergelijke. Het ideale medium voor dit soort oefeningen is uiteraard de tekstverwerker.<br />
Men bevindt zich hier in een grensgebied tussen lees- en schrijfoefeningen.<br />
5.1.4.3.2 Het leesgedrag afstemmen op eigen doeleinden<br />
- Studerend lezen<br />
Als de aandacht van de lezer uitgaat naar de tekst in zijn totaliteit, kan men spreken van studerend<br />
lezen.<br />
Van nature hebben de leerlingen de neiging om lineair te lezen, in één continue beweging, van de<br />
eerste hoofdletter naar het laatste punt toe. De leraar zal de "lineaire reflex" steeds trachten te<br />
doorbreken en er een concentrische benadering voor in de plaats stellen. Dit betekent dat de<br />
leerlingen teksten zelfstandig leren benaderen en in achtereenvolgende stappen, van globaal naar<br />
detail (strates de lecture).<br />
De volgende verduidelijking is schematisch en summier, en geldt vooral voor informatieve<br />
tekstsoorten. Voor bijkomende suggesties en praktijkvoorbeelden wordt verwezen naar de<br />
bibliografie. Door ervaring op te doen zullen leerkrachten zowel als leerlingen steeds vlotter en<br />
creatiever omgaan met dergelijke technieken.<br />
- Stap 1. De leerlingen lezen en bespreken de titel, onder- en tussentitels, afbeeldingen, opvallende<br />
tekstkenmerken (bv. vet of cursief gedrukte passages, woorden in kapitaal...) en dergelijke meer.<br />
Ze trachten zich een algemeen beeld te vormen van de tekstinhoud (formuleren van<br />
leesverwachtingen).<br />
- Stap 2. Ze lezen de aanhef van iedere alinea. Op basis van de nieuwe inzichten vormen ze zich<br />
een nauwkeuriger beeld van de tekstinhoud en verifiëren daarbij hun voorgaande verwachtingen.<br />
Ze formuleren nieuwe verwachtingen met betrekking tot nog bestaande onduidelijkheden.<br />
- Stap 3. Ze lezen de volledige tekst.<br />
- Gericht lezen<br />
De leerlingen kunnen ook lezen overeenkomstig een vooraf bepaalde informatiebehoefte. Dergelijke<br />
oefeningen kunnen er als volgt uitzien:<br />
- Stap 1. De leerlingen bepalen de communicatieve functie van de tekst (zie 5.1.4.1.3).<br />
- Stap 2. De leerkracht reikt vragen aan. (Het liefst laat hij die door de leerlingen zelf formuleren).<br />
Indien mogelijk, formuleren de leerlingen ook reeds verwachtingen met betrekking tot de<br />
antwoorden.<br />
AV Frans 27 Secretariaat-talen<br />
TV Handelscorrespondentie Frans 3de graad TSO
- Stap 3. De leerlingen identificeren de plaats waar de gezochte informatie staat. Ze behelpen zich<br />
met sleutelwoorden, tekstkenmerken en dergelijke. Eventueel onderstrepen ze de informatie.<br />
- Stap 4. Ze ontcijferen de bewuste tekstdelen, waarbij ze technieken toepassen als identificeren<br />
van de zinskern, negeren van zinsdelen die tussen komma's staan en dergelijke.<br />
- Stap 5. Ze formuleren hun conclusies (het antwoord op de gestelde vragen) en toetsen ze aan hun<br />
verwachtingen.<br />
5.1.4.3.3 Realistische leestaken<br />
- Evenals realistische luistertaken het fenomeen "doofheid" in rekening brengen (Cf. 5.1.3.3.1),<br />
zullen doelgerichte leesoefeningen de leerlingen in de gelegenheid stellen om te leren omgaan<br />
met "blinde" passages in een tekst. Oefenen om te lezen impliceert dat niet alle<br />
woordenschat vooraf aangereikt wordt. De leerlingen moeten onder andere kunnen ervaren<br />
wanneer het al dan niet belangrijk is een woordenboek of woordenlijst te raadplegen, hoe ze<br />
betekenis kunnen afleiden uit de (globale) context of uit gelijkenis met gekende woorden<br />
(eventueel in een andere taal), welke risico's hiermee gepaard gaan, enz.<br />
- Oefeningen kunnen slechts effect sorteren indien ze zich spiegelen aan de realiteit. Telkens als<br />
dit enigszins mogelijk is, worden leesoefeningen aangeboden in een context die verwijst naar<br />
concrete beroepssituaties. De geïntegreerde proef biedt wat dat betreft uitstekende<br />
mogelijkheden. Deze opmerking geldt trouwens ook voor het oefenen van de overige<br />
vaardigheidsvelden.<br />
5.1.4.3.4 Integratie van de leesvaardigheid in het taalleerproces<br />
Parallel met wat reeds in verband met met luisterteksten vermeld werd (zie 5.1.3.3.3), dienen<br />
leesteksten niet alleen maar om de leesvaardigheid te oefenen. Ze hebben bijkomend een<br />
belangrijke modelfunctie voor het oefenen van de productieve vaardigheden. Door de teksten<br />
herhaaldelijk en systematisch naar hun inhoud te bestuderen, doen de leerlingen impliciet ook<br />
ervaringen op met vormelijke elementen (woordbetekenissen, morfo-syntactische structuren,<br />
tekstorganisatie ...).<br />
Dit belet niet dat sommige teksten enkel als leesoefening kunnen worden benaderd. Gerichte<br />
leestaken (bv. naar aanleiding van een prijslijst, een gebruiksaanwijzing, publiciteit) impliceren dat<br />
men niet alles leest.<br />
5.1.4.3.5 Informatie verwerken<br />
Leerlingen hebben vaak de neiging om steeds verder te lezen en onvoldoende aandacht te besteden<br />
aan het bewust verwerken van de gelezen informatie. Het beeld van herkauwers die eerst grazen,<br />
dan "verwerken" en daarna weer grazen kan hen misschien wel aanspreken.<br />
5.1.4.3.6 Kilometers maken<br />
De leerlingen moeten "kilometers maken" (G. Westhoff). Het is beter 10 afwisselende, eenvoudige<br />
leestaken uit te voeren naar aanleiding van verschillende, niet te ingewikkelde teksten dan 3 leesteksten<br />
"op niveau" volledig uit te benen. In die zin kan men ze gemakkelijke en aantrekkelijke<br />
boekjes, novellen en artikels opgeven als huislectuur.<br />
AV Frans 28 Secretariaat-talen<br />
TV Handelscorrespondentie Frans 3de graad TSO
5.1.5 Schrijfvaardigheid<br />
5.1.5.1 Doelstellingen<br />
5.1.5.1.1 Zelfstandig 6 bedrijfscorrespondentie in het Frans voeren.<br />
Onder bedrijfscorrespondentie verstaat men brieven, fax- en E-mailberichten, die de firma of de<br />
dienst vertegenwoordigen bij de buitenwereld. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen<br />
informatieve en persuasieve correspondentie.<br />
- De leerlingen schrijven informatieve correspondentie.<br />
Dit zijn brieven, faxen, E-mailberichten die men kan rekenen tot de routinecorrespondentie en<br />
die gebouwd zijn op een vrij eenvoudig en stereotiep stramien. (Zie voorbeelden onder 5.1.5.2<br />
Leerinhouden.)<br />
Daarbij is een grote taalcorrectheid vereist. Het gebruik van hulpmiddelen (woordenboek,<br />
grammaticale overzichten, spellingcontrole en dergelijke) is evident en mag geen<br />
noemenswaardige vertraging tot gevolg hebben.<br />
- De leerlingen schrijven persuasieve correspondentie. (U)<br />
De inhoud van persuasieve correspondentie wordt bepaald op hogere echelons binnen het bedrijf.<br />
Ze vergt normaal een veel grotere taalbeheersing en hoort alleszins niet tot de routine. (Zie<br />
voorbeelden onder 5.1.5.2 Leerinhouden.)<br />
5.1.5.1.2 Zelfstandig interne documenten in het Frans opstellen.<br />
Onder interne documenten verstaat men notulen, memo's, dienstmededelingen en dergelijke<br />
In zulke documenten moet de boodschap gemakkelijk overkomen; een moedertaalspreker zou de<br />
tekst kunnen corrigeren zonder al te veel veranderingen aan te brengen. Ook hier is het gebruik van<br />
hulpmiddelen evident.<br />
5.1.5.1.3 Zelfstandig administratieve en commerciële formulieren invullen.<br />
5.1.5.1.4 Zelfstandig, op gepaste wijze taaluitingen aanwenden die in zakelijke<br />
correspondentie en interne documenten veelvuldig voorkomen, rekening houdend met de<br />
gebruikelijke conventies.<br />
Dit betekent dat de leerlingen:<br />
- de vereiste taalhandelingen verrichten;<br />
- de Franse spelling en de relevante grammatica toepassen;<br />
- een betoog structureren en bondig formuleren;<br />
6 "Zelfstandig" betekent hier "zonder hulp van derden". In de realiteit worden een aantal taken<br />
waarnaar verwezen wordt, verricht in opdracht en onder toezicht van hogergeplaatsten.<br />
AV Frans 29 Secretariaat-talen<br />
TV Handelscorrespondentie Frans 3de graad TSO
- conventies toepassen:<br />
• de gebruikelijke schrijfconventies: opmaak, vorm van het adres, aanduiding van referten en<br />
voorwerp, aanspreekvormen, openings- en slotformules, aanduiding van eenheden en symbolen<br />
en dergelijke (daarbij dient de Belgische norm NBN Z 01-002 over het indelen en typen van<br />
documenten te worden toegepast);<br />
• de specifieke structuren van standaard- en uitvoerige brieven, fax- en telexberichten,<br />
formulieren, instructies en dergelijke;<br />
• de juiste zakelijke toon, waarbij een onderscheid dient gemaakt tussen:<br />
E formele en informele taaluitingen,<br />
E informatieve en persuasieve taaluitingen.<br />
5.1.5.1.5 Hulpmiddelen gebruiken die het bereiken van hun doel vergemakkemijken:<br />
- brieven en documenten waarop men een antwoord moet schrijven;<br />
- modellen (brieven/documenten die men aan zijn eigen behoeften aanpast);<br />
- bouwsteencorrespondentie 7 ; daarbij gegevens specificeren, paragrafen correct aaneenschakelen,<br />
gepaste overgangen formuleren;<br />
- naslagwerken, onder andere:<br />
• vertalende woordenboeken en als controle ook verklarende of synoniemenwoordenboeken,<br />
spellingwoordenboeken,<br />
• (trefwoord)grammatica's;<br />
- informatietechnologische hulpmiddelen als spellingcontrole, synoniemenlijsten en dergelijke.<br />
5.1.5.2 Leerinhouden<br />
De doelstellingen onder 5.1.5.1 hebben betrekking op documenten waarmee de leerlingen in de<br />
realiteit kunnen geconfronteerd worden.<br />
De volgende opsomming is georiënteerd op commerciële en administratieve documenten. Ze is niet<br />
exhaustief, maar oriënterend.<br />
- Bedrijfscorrespondentie<br />
• Informatieve correspondentie:<br />
. informatie vragen (onder andere offerte, prijslijst, catalogus, vertegenwoordiger),<br />
. bestelbrief (ook ontvangstmelding, bevestiging, wijziging, annulering),<br />
. bevestiging van afspraak, overeenkomst, reservatie en dergelijke,<br />
. eenvoudige informatie geven over een product of een dienst (bv. vervoer en opslag, betaling<br />
en betalingswijzen),<br />
. maning,<br />
. begeleidende brief,<br />
. sollicitatiebrief met curriculum vitae ...<br />
7 Bouwsteencorrespondentie wordt opgesteld aan de hand van vooraf geredigeerde losse<br />
zinnen, alinea's en/of paragrafen, ook bouwstenen genoemd. Elke bouwsteen heeft een nummer en<br />
is ondergebracht in een thematisch groter geheel (bijvoorbeeld aanspreking, bedanking, reden van<br />
prijsaanvraag enz.). Van de bouwstenen bestaat een geschreven tekst in de "bible des<br />
paragraphes". De briefschrijver kiest de benodigde bouwstenen aan de hand van die bundel, roept<br />
ze eventueel via zijn tekstverwerker op en vult de variabele gegevens in.<br />
AV Frans 30 Secretariaat-talen<br />
TV Handelscorrespondentie Frans 3de graad TSO
• Persuasieve correspondentie:<br />
. verzoekschrift,<br />
. spontane offerte, publiciteit,<br />
. vraag om medewerking of sponsoring,<br />
. klachten, bezwaarschriften,<br />
. uitnodigingen (bv. voor een opendeurdag), een personeelsfeest,<br />
. antwoorden op de voorgaande.<br />
. ...<br />
- Interne documenten<br />
• notulen met betrekking tot:<br />
. telefonische en rechtstreekse gesprekken die men moet voeren in het kader van commerciële<br />
en secretariële aangelegenheden;<br />
. informatie die men verzamelt in brieven, documenten, handleidingen, artikels en dergelijke;<br />
. gesprekken waaraan men zelf niet deelneemt en eenvoudige mondelinge uiteenzettingen;<br />
• mededelingen en richtlijnen:<br />
. memo's<br />
. dienstmededelingen<br />
. korte handleidingen<br />
. ...<br />
• uitnodigingen<br />
• eenvoudige formulieren en enquêtes<br />
- Administratieve formulieren<br />
• reserverings- en bestelformulieren<br />
• exportdocumenten<br />
• vrachtbrieven<br />
• wissels<br />
• sollicitatieformulieren<br />
• ...<br />
5.1.5.3 Pedagogisch-didactische wenken<br />
In de studierichting Secretariaat-talen is de schrijfvaardigheid een uiterst belangrijk gegeven. De<br />
gerechtvaardigde eisen in verband met vormaccuraatheid in de handelscorrespondentie zijn echter<br />
slechts haalbaar binnen duidelijk afgebakende grenzen, zoals beschreven onder 5.1.5.1<br />
(Doelstellingen).<br />
5.1.5.3.1 Werken met modelteksten<br />
De leerlingen worden aanvankelijk geconfronteerd met de courante zakelijke briefwisseling<br />
(informatieve brieven).<br />
AV Frans 31 Secretariaat-talen<br />
TV Handelscorrespondentie Frans 3de graad TSO
- Ze worden eerst vertrouwd met de uitdrukkingen en zinswendingen van een aantal<br />
modelbrieven. Daarvoor zijn "cloze-oefeningen" en hun varianten een voor de hand liggende<br />
oefenvorm:<br />
• "automatische cloze": een volledig woord wordt geschrapt om de (6), 7, 8 of 9 woorden (7<br />
geldt als standaard, dit is een relatief moeilijke oefening); de tweede helft van een woord<br />
wordt geschrapt om de 2, 3 of 4 woorden (2 is hier standaard, d.i. de zogeheten c-test);<br />
• "gerichte cloze": doelgericht worden lidwoorden, voornaamwoorden, werkwoorduitgangen ...<br />
geschrapt;<br />
• woorden of volledige uitdrukkingen worden vervangen door hun vertaling.<br />
Het gebruik van een tekstverwerker is aangewezen.<br />
- De leerlingen worden gevoelig gemaakt voor de correcte spelling. Daarbij is het dictee een<br />
onmisbare tussenstap. Het dictee kan verschillende vormen aannemen, onder meer:<br />
• het voorbereid dictee: de leraar overloopt de modeltekst samen met de leerlingen en wijst op<br />
schrijfproblemen (orthographe d'usage, orthographe grammaticale); dit is een belangrijke<br />
oefenvorm, omdat een leerling die veel schrijffouten maakt, vaak niet goed heeft leren kijken<br />
en ongeconcentreerd over de moeilijkheden heenleest;<br />
• het invuldictee: het gaat hier om een gerichte schrijfoefening; men kan de aandacht toespitsen<br />
op moeilijke woorden (bv. dubbele medeklinkers, accenten ...) of op morfologische aspecten<br />
(bv. de overeenkomst van het adjectief, van het voltooid deelwoord ...).<br />
Voor creatieve variaties op het dictee wordt verwezen naar DAVIS en RINVOLUCRI. (Zie<br />
Bibliografie.)<br />
- Niet het minst worden de leerlingen ook vertrouwd met de tekstorganisatie in zakelijke<br />
correspondentie.<br />
- Het thema is een aangewezen oefenvorm om het eigen register (woordkeuze, zinsbouw, de<br />
juiste toon) te integreren.<br />
- De leerlingen leren tenslotte de modellen aanpassen aan een wisselende "setting" (vroegere/<br />
nieuwe relaties, andere producten en diensten enz.). Het gebruik van een tekstverwerker is<br />
evident.<br />
5.1.5.3.2 Werken met bouwsteencorrespondentie<br />
- Werken met bouwsteenteksten is wellicht de meest efficiënte manier om te leren structureren.<br />
Onder 5.1.4.3.1 (Structuurmarkeerders) werden reeds oefenvormen gesignaleerd die de<br />
leerlingen gevoelig maken voor dit probleem. Nu moeten ze de geobserveerde werkwijze zelf<br />
toepassen.<br />
- De leerlingen moeten vooreerst een zeer goed inzicht hebben in het aanbod van het gebruikte<br />
pakket. Opzoekopdrachten moeten hen toelaten het grondig te verkennen.<br />
- Ze moeten de aangeboden formuleringen zeer precies leren interpreteren en aanpassen in<br />
functie van wisselende gebruikssituaties. In de beginfase is het best daarvoor specifieke<br />
oefeningen te voorzien.<br />
- Ze moeten het pakket tenslotte vlot leren aanwenden voor uiteenlopende opdrachten. Het<br />
gebruik van softwarepakketten biedt de meest efficiënte en vlugge leerweg, ook indien zij het<br />
in hun beroep zonder software zullen moeten stellen.<br />
AV Frans 32 Secretariaat-talen<br />
TV Handelscorrespondentie Frans 3de graad TSO
- Bij het opteren voor een specifiek pakket kan de school rekening houden met mogelijke<br />
suggesties en wensen in haar "afzetgebied", namelijk de omliggende bedrijven.<br />
5.1.5.3.3 Persuasieve correspondentie<br />
Het is ondenkbaar op efficiënte wijze te oefenen met dit soort taken, indien de leerlingen vooraf<br />
geen vlotheid en accuraatheid verworven hebben met informatieve correspondentie. Ruggespraak<br />
met de moedertaalleraar moet ook toelaten verder te bouwen op verworven beheersing in de<br />
moedertaal.<br />
Ondanks het feit dat de persuasieve correspondentie doorgaans minder voorspelbaar is dan de<br />
informatieve, zijn ook hier uitgewerkte modellen onontbeerlijk.<br />
- De leerlingen leren vooral teksten afwerken waarvan de kern door anderen werd geschreven.<br />
Men bereikt een hogere moeilijkheidsgraad door ze te laten uitgaan van een slordige<br />
handgeschreven tekst of van een opname met dictafoon.<br />
- Indien ze zelfstandig een document moeten opstellen verstrekt men ze alle nodige gegevens.<br />
5.1.5.3.4 Notuleren<br />
Voor het leren notuleren gaat men onder andere uit van gesproken boodschappen. Na eventuele<br />
inleidende activiteiten (zie 5.1.3), beluisteren de leerlingen de boodschap, indien nodig<br />
herhaaldelijk. Daarbij noteren ze staakwoorden. Dan formuleren ze de notulen.<br />
Indien de leerlingen moeten uitgaan van geschreven bronnen, wordt verwezen naar het leren<br />
skimmen en structureren (Zie 5.1.4).<br />
5.2 De culturele component: kennis van land en volk<br />
5.2.1 Doelstellingen<br />
In wat voorafgaat wordt de aandacht herhaaldelijk gevestigd op de interculturele aspecten van de<br />
communicatie, en wel in het volgende perspectief:<br />
- het bevorderen van een effectievere communicatie in de context van de steeds meer<br />
internationaal wordende handelsbetrekkingen;<br />
- het verbreden van de geestelijke horizon en het relativeren van de eigen gebruiken en<br />
opvattingen.<br />
Dit kan men als volgt vertalen in leerplandoelstellingen.<br />
5.2.1.1 Gevoelig zijn voor de plaats en het belang van het Frans in het beroepsleven en in hun<br />
persoonlijke omgeving.<br />
5.2.1.2 Beschikken over enige feitenkennis met betrekking tot de Franstalige wereld,<br />
voornamelijk Wallonië en Frankrijk.<br />
AV Frans 33 Secretariaat-talen<br />
TV Handelscorrespondentie Frans 3de graad TSO
Daarmee wordt feitenkennis bedoeld die toelaat toegang te krijgen tot de belevingswereld en de<br />
perspectieven van mogelijke gesprekspartners of correspondenten.<br />
5.2.1.3 Op de hoogte zijn van verschillen in sociale conventies (bijvoorbeeld omgangsvormen,<br />
manieren om zijn instemming te betuigen, iets te aanvaarden of te weigeren,<br />
lichaamstaal...). Talige en niet-talige communicatievormen correct interpreteren en zelf<br />
geen aanleiding geven tot ongewenste interpretaties.<br />
5.2.1.4 Weet hebben van gevoeligheden die kunnen samenhangen met ideologische, religieuze,<br />
sociaal-maatschappelijke en politieke factoren, en ermee rekening houden.<br />
(Interculturele vaardigheid komt trouwens niet alleen te pas in de omgang met buitenlanders, maar<br />
ook wanneer men zich moet aanpassen aan verschillende bedrijfsculturen.)<br />
5.2.1.5 In 't algemeen, ongeacht de taal, openstaan voor cultuurverschillen en bereid zijn de<br />
eigen leefsituatie en de daarmee gepaard gaande vooroordelen kritisch te beschouwen.<br />
Het is dus belangrijk dat de leerlingen de attitude ontwikkelen om steeds aandacht te schenken aan<br />
cultuurverschillen zowel als de vaardigheid om er ook "onvoorbereid" mee om te gaan.<br />
5.2.1.6 Zich bewust zijn dat de eigen taalbeheersing wel eens (veel) beter kan zijn dan die van<br />
gesprekspartners met wie men het Frans als tussentaal gebruikt; ook in dit geval alert<br />
zijn om niet misbegrepen te worden.<br />
5.2.2 Leerinhouden<br />
5.2.2.1 De leerlingen ervaren dat Frans voor hen belangrijk, nuttig en gewoon interessant kan<br />
zijn.<br />
Daarom worden ze gewezen op:<br />
- de vereiste talenkennis in het beroepsleven; bedrijven uit Wallonië, Frankrijk en andere<br />
Franssprekende regio's als commerciële relaties; vestigingen van dergelijke bedrijven in<br />
Vlaanderen;<br />
- Wallonië, Frankrijk en andere Franssprekende landen of regio's als toeristische bestemming;<br />
- de aanwezigheid van inwijkelingen (o.a. werknemers) en toeristen uit die landen en gebieden in<br />
Vlaanderen;<br />
- familie, vrienden en kennissen over de taalgrens en in het buitenland;<br />
- programma's op tv, lectuur...<br />
5.2.2.2 Cultuurverschillen in de dagelijkse omgang<br />
- In het algemeen hechten Franstaligen veel belang aan beleefdheidsrituelen. Ze nemen minder<br />
aanstoot aan een taalfout dan aan het niet naleven van hun beleefdheidsconventies.<br />
• Men dient steeds uitdrukkelijk te groeten, afscheid te nemen, te danken, zich te<br />
verontschuldigen enz.<br />
• Daarbij spreekt men steeds "met twee woorden": "Merci Madame", "Bien, d'accord<br />
Monsieur".<br />
• "Tutoyeren" kan enkel in de privé-sfeer.<br />
• ...<br />
AV Frans 34 Secretariaat-talen<br />
TV Handelscorrespondentie Frans 3de graad TSO
- Het hoort tot de beleefdheidscode van Nederlandstaligen dat ze hun gesprekspartners zwijgend<br />
aanhoren tot deze volledig gedaan hebben met spreken. Franstaligen daarentegen interpreteren<br />
dit als een gebrek aan belangstelling en dus als een blijk van onbeleefdheid. Men zal door<br />
lichaamstaal te kennen geven dat men volgt en soms zelfs van een adempauze gebruikmaken<br />
om te onderbreken en te beamen ("Oui, d'accord" - "Tout à fait" - "C'est ça"). Men kan ook<br />
gewoon het gezegde herhalen, of de andere helpen bij het vinden van een formulering.<br />
Oogcontact speelt een belangrijke rol.<br />
- In het vuur van een gesprek gaan Franstaligen vaak dicht bij hun gesprekspartners staan.<br />
Ostentatief een stap achteruit zetten wordt als een blijk van afkeer ervaren en is dus hoogst<br />
onbeleefd.<br />
- Franstaligen geven de voorkeur aan vragen waarop men kan antwoorden met "oui" of "non",<br />
daar waar Nederlandstaligen veel directer te werk gaan ("te" direct en zelfs indiscreet, in de<br />
ogen van de Franstaligen).<br />
Bijvoorbeeld<br />
NIET: "Qui est-ce que vous voulez voir exactement?"<br />
WEL : "Vous voudriez voir le directeur? - ou sa secrétaire?<br />
- Als de telefoon rinkelt en zij afnemen, dienen Nederlandstaligen zich eerst te melden en te<br />
zeggen wie ze zijn. Als privé-persoon doen Franstaligen dit doorgaans niet. Ze zeggen<br />
gewoon "Allô?" en wachten tot de andere hun naam uitspreekt of die van de persoon met wie<br />
hij/zij wenst te spreken. Zo schermen ze hun "privacy" af.<br />
In het volgende voorbeeld is A degene die oproept, B degene die opgeroepen wordt.<br />
B: Allô?<br />
A: Monsieur Dubois?<br />
B: Oui, c'est lui-même (à l'appareil). (Of: Non Monsieur, c'est ici son fils.)<br />
C: Bonjour Monsieur Dubois. Ici Michel Leblanc.<br />
- Uit een reactie als alleen maar "oui" mag men weliswaar afleiden dat de gesprekspartner het<br />
betoog volgt, maar niet noodzakelijk dat hij met het gezegde instemt. Dit laatste is integendeel<br />
WEL het geval indien hij deze "oui" herhaalt en bijvoorbeeld zegt "Bien, d'accord!". Uiteraard<br />
speelt ook de intonatie een belangrijke rol.<br />
- Zie verder bijlage 1 (Kenmerken van de Franse spreektaal).<br />
5.2.2.3 Feitenkennis<br />
Met betrekking tot de Franstalige wereld, voornamelijk Wallonië en Frankrijk, hebben de leerlingen<br />
algemene noties van:<br />
- de staatsvormen, de economische, politieke en toeristische situatie;<br />
- opvallende maatschappelijke kenmerken, gewoonten in de dagelijkse omgang, nationale<br />
gevoeligheden;<br />
- geografische gegevens, gebeurtenissen die de laatste jaren wereldnieuws vormden, enkele<br />
hoogtepunten uit de (culturele) geschiedenis;<br />
- ...<br />
AV Frans 35 Secretariaat-talen<br />
TV Handelscorrespondentie Frans 3de graad TSO
5.2.3 Pedagogisch-didactische wenken<br />
De aanpak van de interculturele vaardigheid wordt zoveel mogelijk geïntegreerd in de<br />
taalvaardigheidstraining.<br />
Het gebruik van voorbeelddialogen, als aanzet om de gespreksvaardigheid te oefenen, laat toe zich<br />
in te leven in cultuurverschillen en gepaste automatismen. (Zie 5.1.1.3 Transactionele situaties.)<br />
Terwijl ze de dialogen bestuderen, ontdekken de leerlingen bijvoorbeeld hoe Franstaligen elkaar<br />
begroeten en afscheid nemen, hoe ze een telefoongesprek beginnen, welke rituelen daarmee gepaard<br />
gaan. Ze ontdekken ook hoe zijzelf het optreden en sommige uitspraken van hun gesprekpartners<br />
dienen te interpreteren, rekening houdend met een geaardheid, leefgewoonten en conventies die<br />
mogelijk verschillen van de hunne.<br />
De leraar helpt de leerlingen om deze verschillen te identificeren en indien mogelijk te verklaren.<br />
Daarna wordt verwacht dat ze, waar nodig, de waargenomen rituelen en conventies zelf toepassen in<br />
aanverwante situaties. Een geïntegreerde aanpak in de productieve vaardigheden biedt het voordeel<br />
dat de leerlingen zich leren inleven in de situatie van gesprekspartners en correspondenten.<br />
Bij het trainen van de lees- en luistervaardigheid, kan men uiteraard ook een beroep doen op<br />
documenten die nuttige kennis bijbrengen.<br />
5.3 De taalkundige component<br />
5.3.1 Woordenschat<br />
5.3.1.1 Doelstellingen<br />
- De leerlingen kunnen de lexicale vormen aanwenden die hen toelaten de onder 5.1.1.1, 5.1.2.1 en<br />
5.1.5.1 (Gespreks- spreek- en schrijfvaardigheid,) genoemde en voor hen relevante productieve<br />
taken te verrichten.<br />
- De leerlingen worden vertrouwd met de lexicale vormen die vereist zijn om de onder 5.1.3.1 en<br />
5.1.4.1 (Luister- en leesvaardigheid,) genoemde receptieve taken te verrichten.<br />
5.3.1.2 Leerinhouden<br />
Het verwerven van woordenschat gebeurt dus op een functionele basis.<br />
5.3.1.2.1 Dit betekent dat het de keuze van spreek- en schrijfopdrachten is die de actief te<br />
beheersen woordenschat bepaalt. Een oordeelkundige keuze van gebruikssituaties èn het<br />
authentieke karakter van hun uitwerking primeren vóór het gebruik van frequentielijsten.<br />
Uit de niet-exhaustieve, oriënterende lijst met gesprekssituaties en taalfuncties (5.1.1.2), kan men<br />
een lijst met relevante woordvelden afleiden. A fortiori is ook deze lijst niet-exhaustief en louter<br />
oriënterend.<br />
AV Frans 36 Secretariaat-talen<br />
TV Handelscorrespondentie Frans 3de graad TSO
- Het bedrijf:<br />
• de gebouwen en hun onmiddellijke omgeving<br />
• de organisatie: afdelingen, personen en hun functies<br />
• producten en diensten 8<br />
- Secretariaat en vergaderlokalen:<br />
• meubilair<br />
• uitrusting en apparatuur, gebruiksvoorwerpen, ...<br />
• kantoorvoorraden<br />
- Leven in het bedrijf: diverse secretariële taken, de dagindeling, ...<br />
- Uitvoering van overeenkomsten: levering, vervoer, opslag, financiële afhandeling, ...<br />
- Reizen en verplaatsingen:<br />
• vervoermiddelen, verkeerssituaties, ...<br />
• toeristische bestemmingen, accommodaties, ...<br />
- Hotel, restaurant:<br />
• accommodaties<br />
• gangen van een maaltijd, gangbare spijzen en dranken<br />
- Winkels, ontspanning en cultuur:<br />
• winkelgelegenheden, diverse artikelen (kleding, voeding, geschenken, ...)<br />
• ontspanningsgelegenheden, bezienswaardigheden, evenementen, ...<br />
- (Openbare) diensten: post, telefoon, bank, politie, ziekenhuis, ...<br />
- Tijd en ruimte:<br />
• het jaar, seizoenen, maanden, dagen, uuraanduidingen, feesten...<br />
• plaatsen in stad en dorp, op industrie- en bedrijfsterreinen, topografische gegevens (bv. een<br />
overweg, een watertoren, een boom, ...)<br />
- Gezondheid en welbevinden: lichaamsdelen, ziekte, ongemak, comfort, ...<br />
- Persoonlijke gegevens: burgerlijke stand, studies, talenkennis, ervaringen, hobby's, ...<br />
5.3.1.2.2 Via de lees- en luisteroefeningen zal eveneens een nieuwe woordenschat geassimileerd<br />
worden, zij het vaak onbewust, op receptief niveau zoals dit ook in de moedertaal gebeurt. Veel<br />
lezen en luisteren ("kilometers maken") is daarom belangrijk. De diversiteit van de bruikbare<br />
teksten is echter zo groot, dat het voor een leerplan niet haalbaar is alle mogelijke woordvelden aan<br />
te duiden.<br />
Trouwens, bij lezen en luisteren spelen meer factoren een rol dan alleen maar het begrijpen<br />
van woorden. Gepaste attitudes, de beheersing van strategieën en technieken zijn minstens<br />
even belangrijk. (Zie 5.1.3.1 en 5.1.4.1.)<br />
5.3.1.3 Pedagogische en didactische wenken<br />
5.3.1.3.1 Met het traditionele memoriseren van contextloze tweetalige woordenlijsten gaan<br />
een aantal nadelen gepaard.<br />
- Veel van wat vandaag "gekend" is, wordt na enige dagen - en zeker na enkele weken - weer<br />
vergeten bij gebrek aan verankering in het langetermijngeheugen.<br />
8 De leraar houdt er rekening mee dat heel wat woordenschat afhankelijk is van de concrete<br />
bedrijven en diensten en dat ze soms zeer specifiek kan zijn. Hij zal zich afvragen in hoever het<br />
nuttig is tijd te investeren in het doen assimileren van zeer specialistische termen.<br />
AV Frans 37 Secretariaat-talen<br />
TV Handelscorrespondentie Frans 3de graad TSO
- Daarbij kan dit soort woordenschatstudie als nevenwerking hebben dat de leerlingen zich fixeren<br />
op één betekenis en onvoldoende oog hebben voor mogelijke betekenisverschillen<br />
overeenkomstig de context.<br />
- Bovendien is de aldus opgedane kennis meestal niet "inzetbaar" op het vereiste ogenblik,<br />
bijvoorbeeld in de loop van een gesprek.<br />
5.3.1.3.2 Woorden onthouden<br />
De inhoud van het semantisch of langetermijngeheugen kan men zich voorstellen als een<br />
complex "netwerk" van elementaire betekeniseenheden en concepten die onderling allerlei relaties<br />
onderhouden. Zolang betekeniseenheden (onder andere woordbetekenissen) niet opgenomen<br />
worden in het netwerk, is er slechts sprake van opname in het kortetermijngeheugen en is deze<br />
kennis nauwelijks toepasbaar in de praktijk.<br />
Bij het verwerken van informatie in het langetermijngeheugen, spelen enkele factoren een<br />
belangrijke rol.<br />
- Aandacht en affectiviteit<br />
Alleen stukken informatie waaraan aandacht besteed wordt, komen in het semantisch geheugen<br />
terecht. En wie niet geïnteresseerd is in wat aan de orde is, steekt daar ook weinig van op.<br />
Daarom moeten de leerlingen kunnen omgaan met tekstmateriaal dat hen weet te boeien, en wel<br />
via stimulerende opdrachten.<br />
Men dient er echter rekening mee te houden dat, in de realiteit van iedere communicatie, de<br />
aandacht spontaan uitgaat naar de communicatieve inhoud (en bijvoorbeeld veel minder naar<br />
vormelijke aspecten). Het toevoegen van nieuwe woorden of betekenissen gebeurt dus niet<br />
"ongeweten" of onbewust: daar is expliciete aandacht (en ook lerende manipulatie) voor nodig.<br />
Weliswaar wordt het omgaan met de nieuwe informatie nadien verstevigd en gefaciliteerd door<br />
communicatief en ook onbewust gebruik.<br />
- Inzicht en praktijk<br />
"Begrijpen" en "doen" spelen een niet minder belangrijke rol. Men leert dingen gemakkelijker als<br />
er inzicht mee gepaard gaat, bijvoorbeeld als men verbanden ziet tussen een woord en zijn<br />
context of tussen op elkaar gelijkende woorden. (Men denke daarbij aan de vergelijking van het<br />
geheugen met een netwerk). Men leert ze ook beter door er gewoon mee om te gaan. Hier spelen<br />
trouwens individuele verschillen tussen leerlingen een rol. Sommige leerlingen zijn nu eenmaal<br />
meer doe-gericht, anderen moeten het meer hebben van inzicht.<br />
Men kan dus enkel spreken van een efficiënte woordenschatverwerving, indien de fixatie,<br />
m.a.w. de koppeling van nieuwe betekeniseenheden in het "netwerk", een maximale kans<br />
krijgt. Dit gebeurt onder andere (a) indien de woorden en uitdrukkingen met zo ruim<br />
mogelijke communicatieve inhouden verbonden zijn en (b) indien de leerlingen er "al<br />
doende" mee (blijven) omgaan.<br />
AV Frans 38 Secretariaat-talen<br />
TV Handelscorrespondentie Frans 3de graad TSO
- Het memoriseren van voorbeelddialogen en het ontleden van hun discursieve structuur (zie<br />
5.1.1.3.) bieden dergelijke kansen.<br />
Dan onderhouden de woordbetekenissen en -vormen immers niet enkel een relatie met de<br />
zinscontext, maar ook met de totale (cognitieve èn affectieve) context van de dialoog. De verankering<br />
in het "netwerk" wordt nog verstevigd en uitgebreid wanneer de aangeboden<br />
taalfuncties geoefend worden in aanverwante situaties (zie 5.1.1.3.1).<br />
Bij schrijfactiviteiten biedt het werken met voorbeeldteksten, gelijkwaardige kansen.<br />
- Mede om dezelfde reden wordt in de pedagogische en didactische wenken (zie 5.1.3.3.3<br />
Luistervaardigheid en 5.1.4.3.6 Leesvaardigheid) aangedrongen op herhaald contact met de<br />
teksten door middel van wisselende taken.<br />
5.3.1.3.3 Van "receptief" naar "productief" en van "kennis" naar "vaardigheid"<br />
Wanneer men een vreemde taal leest of beluistert, komen er "nieuwe" woorden en uitdrukkingen<br />
voor die men weliswaar begrijpt, maar daarom nog niet zelf gebruikt. Dit geldt trouwens ook in de<br />
moedertaal.<br />
De receptieve woordenschat is aanzienlijk uitgebreider dan de productieve. De overgang van<br />
receptief naar productief verloopt bijna ongemerkt. Doordat woorden en uitdrukkingen blijven terugkomen<br />
in wisselende contexten en structuren, breidt hun verankering in het "netwerk" zich uit en<br />
worden ze tegelijk steeds meer "geactiveerd". Op een gegeven moment zijn ze tenslotte<br />
voldoende geactiveerd om ook beschikbaar te worden voor productie. De gebruiker moet zijn<br />
aandacht niet meer richten op de te gebruiken woorden: hij gebruikt ze "automatisch".<br />
Taalvaardigheid impliceert immers de totstandkoming van automatische processen.<br />
Veelvuldige herhaling en training moeten er trouwens ook voor zorgen dat diverse deeltaken (in het<br />
geval van de productieve vaardigheden: een zin ordenen, iemand aanspreken, afscheid nemen, iets<br />
ontkennen, compensatiestrategieën toepassen...), zoveel mogelijk "op automatische piloot" kunnen<br />
verricht worden, zodat de taalgebruiker maximaal betrokken kan blijven bij de boodschap zelf.<br />
Overhaasting schaadt. Een goede talenleraar/lerares zal niet-meteen-alle woordenschat willen<br />
fixeren en doen toepassen in (creatief) taalgebruik. Hij/zij zal vooral alles in het werk stellen om de<br />
geheugeninhouden te activeren, automatismen te stimuleren... en kunnen afwachten.<br />
5.3.1.3.4 Doeltreffende oefenvormen<br />
Uit het voorgaande blijkt dat oefeningen op de woordenschat doeltreffend zijn in de mate dat ze de<br />
opname en de verankering in het langetermijngeheugen ondersteunen.<br />
- In die zin zijn de belangrijkste oefenvormen wellicht het uitvoeren van lees- en luistertaken, het<br />
verwerken van voorbeeldteksten en het sprekend en schrijvend aanpassen van deze teksten in het<br />
kader van aanverwante situaties.<br />
- Oefeningen in het kader van diverse vaardigheidsvelden zullen liefst op elkaar inspelen en elkaar<br />
aanvullen, zo bijvoorbeeld een luisteroefening waarop korte lees-, spreek- en/of<br />
schrijfopdrachten aansluiten. (Zie 5.1.3.3.4)<br />
AV Frans 39 Secretariaat-talen<br />
TV Handelscorrespondentie Frans 3de graad TSO
- Veel lezen en luisteren ("kilometers maken"), ook al geeft dit niet steeds aanleiding tot expliciet<br />
oefenen van de woordenschat, stimuleert de taalverwerving.<br />
- Oefeningen die tot doel hebben woorden en uitdrukkingen te fixeren of woordvelden uit te<br />
breiden (bijvoorbeeld invuloefeningen, korte thema's, substitutie-oefeningen...), zijn doeltreffend<br />
en ook nodig. Dit leerplan waarschuwt echter voor het overaccentueren van dergelijke<br />
oefeningen, bv. door middel van lange oefeningenreeksen, waarbij de verwijzing naar de<br />
tekstinhouden of de op dat ogenblik relevante communicatieve opdrachten in de mist zou gaan.<br />
- Woordenlijsten of andere middelen om woordbestanden te studeren en te herhalen, kunnen een<br />
belangrijke ondersteuning betekenen voor de taalverwerving. Een voorwaarde voor<br />
doeltreffendheid is echter de expliciete of impliciete aanwezigheid van een ruime context.<br />
Bijvoorbeeld<br />
• De woorden worden gepresenteerd in een volgorde en groepering die toelaten de tekstinhoud te<br />
reconstrueren.<br />
• De woordenlijst wordt begeleid door contextzinnen die naar tekstinhouden verwijzen of er<br />
nauw bij aansluiten.<br />
• De woordenlijst wordt aangevuld door een invultekst die aansluit bij het oorspronkelijke<br />
document. De leerlingen kunnen oefenen aan de hand van de invultekst.<br />
• Associogrammen ("spinnen", woordrozen, netwerken, "mind maps") presenteren de woorden<br />
en uitdrukkingen in uiteenlopende logische verbanden. Ze kunnen onder andere toelaten om<br />
verhalen of semantische velden te reconstrueren en ze zijn vlot memoriseerbaar.<br />
Woordenlijsten of hun alternatieven worden zoveel mogelijk achteraf gememoriseerd, na het<br />
uitvoeren van de communicatieve opdrachten. Tevoren zijn ze immers nog contextloos.<br />
5.3.2 Morfo-syntaxis<br />
5.3.2.1 Doelstellingen<br />
In de leerplandoelsellingen worden een aantal correctheidsvereisten omschreven (zie 5.1.4, 5.2.4<br />
en 5.5.4), die men als volgt kan vertalen in termen van te verwachten vaardigheid met betrekking tot<br />
de morfo-syntaxis.<br />
- De leerlingen zien het belang van grammaticale correctheid in voor hun toekomstig beroep.<br />
- Ze kunnen de voor hen relevante morfologische vormen aanwenden en de vereiste gebruiksregels<br />
toepassen als een middel om:<br />
• communicatieve correctheid 9 te bereiken in gesprekssituaties en bij het opstellen van interne<br />
documenten;<br />
9 Diverse factoren dragen bij tot communicatieve correctheid:<br />
- gepast woordgebruik,<br />
- uitspraak, intonatie en klanksegmentering,<br />
- de tekstopbouw,<br />
- het in acht nemen van socio-culturele conventies,<br />
- de morfo-syntactische correctheid.<br />
In de vakliteratuur wordt de term "grammatica" vaak in deze ruime zin gehanteerd.<br />
AV Frans 40 Secretariaat-talen<br />
TV Handelscorrespondentie Frans 3de graad TSO
• communicatieve èn morfo-syntactische correctheid te bereiken bij het uitvoeren van<br />
bedrijfscorrespondentie.<br />
- Ze zijn vertrouwd met de Franse grammaticale terminologie die voor hun doeleinden in<br />
aanmerking komt. (U)<br />
- Ze zijn in staat de voor hun doeleinden relevante informatie te betrekken uit een eenvoudige<br />
grammatica of uit grammaticale overzichten, en wel zo vlot dat dit het uitvoeren van<br />
schrijfopdrachten niet noemenswaardig vertraagt.<br />
5.3.2.2 Leerinhouden<br />
5.3.2.2.1 Voor het omschrijven van leerinhouden, wordt een onderscheid gemaakt tussen een<br />
occasionele en een systematische behandeling of herhaling van morfo-syntactische items.<br />
- Een occasionele behandeling wil de leerlingen helpen om vooral punctuele hindernissen te<br />
nemen naarmate ze zich voordoen in concrete gespreks-, lees- of schrijftaken, alsook om fouten<br />
te remediëren. Ze vergt meestal weinig tijd. Enkele korte, gerichte toepassingen kunnen<br />
doorgaans volstaan.<br />
Een exhaustieve opsomming van dergelijke items is moeilijk haalbaar en heeft trouwens weinig<br />
zin. Hier volgen enkele voorbeelden:<br />
• wanneer des vervangen door de?<br />
• het gebruik van laisser of faire + inf.,<br />
• plaats van de ontkenning,<br />
• plaats van bijwoorden,<br />
• ...<br />
- Een systematische behandeling heeft als doel een referentiekader te onderhouden (of eventueel<br />
bij te brengen), waardoor de leerlingen zich kunnen oriënteren binnen de veelheid van<br />
morfologische vormen en gebruiksregels die voor hen relevant zijn. Zo leren ze trouwens een<br />
grammatica doelmatig te gebruiken. Het zal wellicht noodzakelijk zijn daar regelmatig aandacht<br />
aan te besteden.<br />
Enkele voorbeelden:<br />
• de congruenties,<br />
• de pronomina en bijbehorende adjectieven,<br />
• het referentiekader van tijden en wijzen,<br />
• ...<br />
5.3.2.2.2 Een aantal taalstructuren verdienen bijzondere aandacht met het oog op een<br />
correcte spreektaal:<br />
- het gepaste gebruik van de intonatievraag en de "est-ce que"-vraag (de inversievraag komt bijna<br />
niet voor);<br />
- het gebruik van de "conditionnel" om beleefd iets te vragen, een suggestie te doen, een<br />
mogelijkheid te opperen;<br />
- "thème-propos"-constructies;<br />
- het gebruik van tussenvoegsels als "bon", "donc", "alors", "voilà"...<br />
Anderzijds boeten de "pronoms compléments" aan belang in in vergelijking met de schrijftaal.<br />
AV Frans 41 Secretariaat-talen<br />
TV Handelscorrespondentie Frans 3de graad TSO
Er werd reeds gewezen op het belang van beleefdheidsrituelen in de omgang met Franstaligen (cf.<br />
5.2.2.2). In dit opzicht spelen ook de correcte vraagvorm en het gebruik van de conditionnel een rol.<br />
Zie verder Bijlage 1 voor een oriënterende opsomming van kenmerken van de spreektaal.<br />
5.3.2.2.4 Er wordt speciaal aandacht besteed aan wetmatigheden die verschillen in het<br />
Frans en het Nederlands (contrastieve benadering). De leerlingen moeten dan immers gericht<br />
oefenen om vastgewortelde gewoonten te onderdrukken en nieuwe automatismen te kweken.<br />
5.3.2.3 Pedagogische en didactische wenken<br />
5.3.2.3.1 Morfo-syntactische correctheid kadert binnen de communicatieve correctheid.<br />
Taalregels en de bijbehorende uitzonderingen zijn zinloos als ze enkel kunnen geïllustreerd worden<br />
door morfo-syntactisch-correcte, maar on-Franse en a-communicatieve voorbeeldzinnen.<br />
5.3.2.3.2 Wat reeds geformuleerd werd met betrekking tot de woordenschatverwerving, met<br />
name inzake de rol van het langetermijngeheugen en de totstandkoming van automatische processen<br />
(zie 5.3.1.3), geldt onverminderd voor de ontwikkeling van grammaticale vaardigheid.<br />
- Het verduidelijken en het oefenen van morfo-syntactische structuren gebeurt het best<br />
contextgebonden.<br />
• Men zal zich meestal beperken tot de taalstructuren en gebruiksregels die op het ogenblik zelf<br />
relevant zijn.<br />
In een reclameboodschap of een brief kunnen de leerlingen bijvoorbeeld geconfronteerd<br />
worden met een uitdrukking als "... aux conditions les plus avantageuses" of "Il n'en reste plus<br />
aucun(e)". Een verduidelijking van de structuur en enkele korte oefeningen kunnen volstaan<br />
om deze vormen van de superlatif en van de ontkenning in de behandelde situatie operationeel<br />
te maken. Een meer exhaustieve uiteenzetting over vergelijking of ontkenning zou in de<br />
gegeven omstandigheden, en ook op langere termijn, weinig zoden aan de dijk brengen.<br />
• Bij lange oefeningenreeksen gaat het verband met de tekstinhouden of de op dat ogenblik<br />
relevante communicatieve opdrachten verloren.<br />
• De inmiddels verouderde structuuroefeningen of pattern drills beklemtonen het effect van<br />
herhaling en hebben weinig oog voor context, betekenis en affectieve inzet. De leerlingen<br />
komen tot een redelijke beheersing van de regel in sterk gestuurde oefeningen; in<br />
communicatiesituaties duiken de fouten terug op.<br />
- Het is aangewezen sommige morfo-syntactische categorieën te presenteren in het licht van<br />
ruimere semantische categorieën. (Zie Bibliografie: Job, Mis, Pissavy.)<br />
Bijvoorbeeld:<br />
• Communicatieve correctheid vergt dat men, om hoegrootheden uit te drukken, ook andere<br />
middelen kan aanwenden dan alleen maar de telwoorden. Het gaat met name om woorden en<br />
uitdrukkingen als (un) peu de, beaucoup de, quelques, plusieurs, à peu près, environ, un<br />
morceau, une tranche, une boîte, une palette ...<br />
• Om tijdsverbanden uit te drukken, kan men zich niet beperken tot alleen maar het gebruik van<br />
de gepaste tijden. Men denke dan ook aan woorden en uitdrukkingen als hier, aujourd'hui, dans<br />
une semaine, ce matin, cet après-midi, il y a (au moins) ...<br />
AV Frans 42 Secretariaat-talen<br />
TV Handelscorrespondentie Frans 3de graad TSO
5.3.2.3.3 Leerlingen hebben nood aan inzicht. Dit inzicht heeft geen uitstaans met het kunnen<br />
formuleren van regels, maar veeleer met het progressief vertrouwd worden met een systeem.<br />
Overzichtstabellen met morfologische vormen (bv. adjectieven en pronomina, de referentietabel van<br />
tijden en wijzen) en gebruiksregels (bv. accord du participe passé) zijn daarom nuttig en noodzakelijk,<br />
niet meteen om uit het hoofd te leren, maar vooral om onderscheiden, verbanden en wetmatigheden<br />
van uiteenlopende aard te visualiseren en te verduidelijken.<br />
Het is zinvol om, bij toepassingen, de leerlingen toe te laten dergelijke tabellen of overzichten te<br />
raadplegen. Ze moeten immers leren dit bij twijfel steeds te doen (ook later in het beroep). In de<br />
mate dat ze de tabellen frequent gebruiken, wordt ook het memorisatieproces ondersteund.<br />
5.3.2.3.4 Men zal zich meer dan eens moeten afvragen of het zinvol is kostbare onderwijstijd te<br />
besteden aan ingewikkelde taalregels waarvan het nut niet evident is.<br />
Bijvoorbeeld:<br />
- Het probleem van de tijdsovereenkomsten (concordances des temps) kan het best contrastief<br />
benaderd worden, omdat er slechts beperkte verschillen bestaan tussen het Franse en<br />
Nederlandse taalgebruik.<br />
- Een participe passé na avoir en gevolgd door een infinitief mag steeds onveranderd blijven.<br />
- Het volstaat de weinige pronominale werkwoorden te memoriseren die in de zakelijke<br />
correspondentie voorkomen en waarvan het participe passé, in plaats van (feitelijk) overeen te<br />
komen met het onderwerp, onveranderd blijft.<br />
(Zie Bibliografie, S.VERLINDE.)<br />
5.4 Leren leren<br />
Het verwerven van communicatieve vaardigheid houdt een rechtstreeks verband met<br />
leervaardigheid voor taal, als basis voor de ontwikkeling van de leerautonomie.<br />
- Leren met inzicht sorteert meer effect. Deze grotere effectiviteit is ten dele te danken aan de<br />
motiverende uitwerking van weten wat men doet en waarom men het (zo) doet.<br />
- Leren leren bereidt de leerlingen voor om, naast en na de tijd op school, zonder leraar verder<br />
talen te kunnen blijven leren.<br />
5.4.1 Doelstellingen<br />
5.4.1.1 De leerlingen verwerven inzicht in het taalleerproces<br />
5.4.1.2 Overeenkomstig hun mogelijkheden, zijn ze in staat verantwoordelijkheid op te nemen<br />
bij het bepalen van taken en deeltaken en bij de manier waarop ze deze uitvoeren.<br />
5.4.1.3 Ze kunnen over de eigen aanpak praten, ervaringen uitwisselen, adviezen ontvangen en<br />
raad geven aan medeleerlingen.<br />
AV Frans 43 Secretariaat-talen<br />
TV Handelscorrespondentie Frans 3de graad TSO
5.4.2 Pedagogisch-didactische wenken<br />
5.4.2.1 Inzicht in het leerproces<br />
- De leerlingen moeten steeds het verband kunnen waarnemen tussen het uiteindelijk te bereiken<br />
doel (zie 4 Algemene doelstellingen) en concrete les- en leeractiviteiten. Ze moeten zich met<br />
name bewust zijn van:<br />
• hun communicatieve noden,<br />
• de opgelegde/gekozen leerdoelen en leerweg (of mogelijke leerwegen),<br />
• de relevantie van de leerdoelen en van de leerweg ten opzichte van hun communicatieve<br />
behoefte.<br />
Met andere woorden: wees "transparant" in uw didactiek. Praat over het waarom van uw<br />
werkwijze (doel, inhouden, werkwijze, evaluatie).<br />
Om duidelijke redenen van doeltreffendheid, kan bij deze reflectie de moedertaal niet uitgesloten<br />
worden.<br />
- Ze moeten weet hebben van liefst verschillende strategieën om met succes te leren, want er zijn<br />
verschillende behoeften, leerstijlen en leersituaties: hoe kan ik woordenschat, grammatica,<br />
spelling leren? - hoe verwerf ik gestructureerd inzicht in een geschreven of gedrukte tekst? - hoe<br />
neem ik notities? - hoe organiseer ik mijn werk na de school?<br />
5.4.2.2 Verantwoordelijkheid opnemen<br />
Stilaan en progressief verwerven de leerlingen een zekere mate van verantwoordelijkheid voor het<br />
leerproces (Zie Bibliografie, DELLER, S.). De leraar is het best geplaatst om voor een<br />
leerlingengroep uit te maken hoever deze verantwoordelijkheid op een gegeven ogenblik kan reiken.<br />
De volgende voorbeelden zijn inspirerend voor de manier waarop men hen beslissingsrecht kan<br />
toekennen en waarop zijzelf de weg kunnen uitstippelen voor het uitvoeren van een opdracht.<br />
- Reflectie en inspraak/beslissingsrecht met betrekking tot de gegeven taak:<br />
• wat wil ik weten? - hoe zou het eindproduct er moeten uitzien (samenvatting, structuurschema,<br />
brief, mondelinge uiteenzetting ...): vormvereisten, wat beklemtonen, hoe voorstellen enz.?<br />
• wat wil ik leren, oefenen, kunnen? (metacognitie).<br />
- Reflectie en inspraak/beslissingsrecht over het werkverband: met wie wil ik samenwerken<br />
(alleen, per twee, groepsgewijs)? - welke taakverdeling? - wie coördineert (m.a.w.: wie is<br />
verantwoordelijk voor de goede gang van zaken)?<br />
- Reflectie en inspraak/beslissingsrecht over de informatiebron(nen) en de hulpmiddelen: welke<br />
informatiebron(nen)? - hoe dient de informatie zich aan in de tekst(en)? - welke hulpmiddelen<br />
heb ik nodig/kan of zal ik gebruiken?<br />
- Reflectie en inspraak/beslissingsrecht over de procedure: werkwijze, opsplitsing in deeltaken en<br />
opeenvolging van de deeltaken, timing ...<br />
AV Frans 44 Secretariaat-talen<br />
TV Handelscorrespondentie Frans 3de graad TSO
De verantwoordelijkheid die men aan de leerlingen toekent, kan ook verder reiken.<br />
- Rekening houdend met de leerplandoelstellingen, gaat men in op zinvolle suggesties in verband<br />
met lesonderwerpen en leeractiviteiten die zij belangrijk vinden (bijvoorbeeld in het kader van<br />
een arbeidsoriënterende projectweek of van de geïntegreerde proef).<br />
- Men kan in en buiten de lessen ruimte voorzien voor een individueel lees- en luisterprogramma,<br />
waarbij de leerlingen gevarieerd leermateriaal ter beschikking krijgen:<br />
• ze kiezen in functie van hun eigen mogelijkheden en belangstelling;<br />
• ze rapporteren onder de vorm van spreekoefeningen of in een eigen "dagboek" over de inhoud<br />
van teksten (eventueel ook over hun leerervaringen: verwerkingsduur, moeilijkheden,<br />
toegepaste oplossingen, weetjes, reacties op de inhoud enz.);<br />
• ze wisselen ervaringen uit met anderen in verband met de tekstkeuze en de verwerking.<br />
Het toekennen van een (afgesproken en welomschreven) inspraak- en beslissingsrecht aan de<br />
leerlingen is een idee die wel eens leraren kan afschrikken indien ze daarmee nog weinig ervaring<br />
hebben opgedaan. Wie deze aanpak echter aandurft, verliest gaandeweg zijn twijfels over het<br />
"rendement". Ook de mentaliteit binnen de leerlingengroep evolueert. Leraren worden vindingrijk<br />
en ontdekken ook andere mogelijkheden.<br />
5.4.2.3 Reflecteren over de eigen werkwijze en de behaalde resultaten<br />
- "Hardopdenkoefeningen", die vertellen wat men aan het doen is, of hoe men een probleem denkt<br />
aan te pakken, zijn belangrijk. Daarom mag er de nodige tijd aan besteed worden. De<br />
leerpsychologie beklemtoont het belang van het verbale stadium in de cognitieve ontwikkeling.<br />
De leerlingen raken immers meer bewust van wat ze doen en van de manier waarop zij het doen.<br />
- Ze moeten aangemoedigd worden om "over de muur te kijken". Zo leren ze uit de ervaring van<br />
anderen: hoe leggen anderen (medeleerlingen, ervaren taalgebruikers) het aan boord, wat vinden<br />
ze efficiënt? - welke strategieën worden toegepast bij het leren van andere vreemde talen?<br />
- Vooraleer ze een werk indienen, kan men overwegen hen het ontwerp samen te laten verbeteren<br />
of voorstellen tot verbetering te laten bespreken.<br />
- Zelfevaluatie is een krachtig hulpmiddel om de inzet, maar ook het leerproces en het<br />
uiteindelijke resultaat te verbeteren. De leerling evalueert zelf (enkele) aspecten van zijn prestatie<br />
aan de hand van vooraf bepaalde criteria of van een beoordelingsschema.<br />
Bijvoorbeeld:<br />
• voor een huistaak (algemeen): zorg en algemeen uitzicht - zin voor nauwkeurigheid (werd er in<br />
geval van twijfel een woordenboek geraadpleegd of een grammatica?) - nauwkeurigheid van de<br />
verbetering van de vorige taak enz.<br />
• voor een brief, een synthese en dergelijke:<br />
E inhoud: duidelijke formulering van de boodschap; orde van het betoog; volledigheid van de<br />
informatie;<br />
E stijlkenmerken: bondigheid; variatie in het woordgebruik (geen storende herhalingen);<br />
E ...<br />
Een afwijkende evaluatie door de leraar kan leiden tot een verhelderende discussie.<br />
AV Frans 45 Secretariaat-talen<br />
TV Handelscorrespondentie Frans 3de graad TSO
Evaluatieschema's kunnen echter ook beperkt blijven tot strikt persoonlijk gebruik indien de<br />
leerlingen dit wensen, bijvoorbeeld wanneer het gaat over attitudes, organisatie van de studietijd en<br />
dergelijke.<br />
5.4.2.4 Onderhandelen en onderhandelingsvaardigheid is wellicht het centrale concept:<br />
van gedachten wisselen, ervaring uitwisselen, van elkaar leren, afspraken maken voor<br />
gemeenschappelijk uitproberen, rekening houden met beperkingen en (niet direct veranderbare)<br />
hindernissen, hulp aanbieden en hulp vragen.<br />
5.4.2.5 Het grootste leereffect met betrekking tot de leerautonomie wordt verkregen door<br />
trainingsactiviteiten in groepen (wellicht vooral per twee).<br />
6 EVALUATIE<br />
6.1 Formuleren van toetsopdrachten<br />
Bij het formuleren van toetsopdrachten voor de communicatieve vaardigheden, zal men zich richten<br />
naar de omschrijving van de respectieve basis- en uitbreidingsdoelen. (Zie 5.1.1.1, Gespreksvaardigheid,<br />
5.1.2.1 Spreekvaardigheid, 5.1.3.1 Luistervaardigheid, 5.1.4.1 Leesvaardigheid en<br />
5.1.5.1 Schrijfvaardigheid.)<br />
De rubriek Leerinhouden verschaft aanduidingen met betrekking tot mogelijke gesprekssituaties,<br />
tekstsoorten en criteria voor het kiezen van haalbare lees- en luisterteksten. (Zie 5.1.1.2, 5.1.2.2,<br />
5.1.3.2, 5.1.4.2 en 5.1.5.2.)<br />
Het weze evenwel duidelijk dat het geenszins de bedoeling kan zijn om vanuit het leerplan<br />
afzonderlijke basis- en uitbreidingstoetsen op te leggen. De formuleringen willen enkel een indicatie<br />
geven met betrekking tot (1) minimaal te verwachten en (2) na te streven hogere prestaties.<br />
Het komt uiteindelijk de delibererende klassenraad toe - daarbij uitgaande van het leerplan - vast te<br />
stellen aan welke normen de leerlingen moeten voldoen om als geslaagd beschouwd te worden.<br />
6.2 Verhouding “kennis”-”vaardigheden”<br />
In overeenkomst met de Mededeling van het VVKSO (Kl.63, vroeger Kl.22) van 14 februari 1994,<br />
bepaalt dit leerplan dat het voorgaan van de communicatieve vaardigheden op de "kennis" ook<br />
herkenbaar moet zijn in de evaluatiecijfers.<br />
TENMINSTE 60 % voor communicatieve vaardigheden (lees- en luistervaardigheid, spreek- en<br />
schrijfvaardigheid).<br />
De evaluatie van vaardigheden binnen de culturele component wordt volledig geïntegreerd in de<br />
toetsing van de communicatieve vaardigheden (cfr 5.2.2).<br />
MAXIMAAL 40 % voor "kennis".<br />
AV Frans 46 Secretariaat-talen<br />
TV Handelscorrespondentie Frans 3de graad TSO
Met de vereenvoudigende benaming "kennis" wordt in het bewuste document bedoeld:<br />
- kenniselementen, inzichten en vaardigheden binnen de taalkundige component (lexicon,<br />
morfo-syntaxis, fonetiek);<br />
- kenniselementen en inzichten binnen de culturele component.<br />
6.3 Voorspelbaarheid en duidelijkheid<br />
De leerlingen moeten vooraf precies weten wat van ze zal worden gevraagd en op welke wijze<br />
de toets zal verlopen. Ze moeten ook op de hoogte zijn van de cijferverdeling over de<br />
verschillende toetsonderdelen.<br />
Een toets moet glashelder zijn. De vorm moet zo eenvoudig mogelijk zijn en mag alleszins geen<br />
bijkomende moeilijkheid uitmaken.<br />
De leerlingen hebben tijdens de lessen en bij persoonlijk werk de gelegenheid gehad om de<br />
communicatieve vaardigheden te trainen. In principe wijken de toetsvormen dus niet af van<br />
oefenvormen waarmee zij tijdens de lessen vertrouwd werden.<br />
6.4 Validiteit<br />
Men moet aan de hand van een toets kunnen vaststellen of de doelstellingen al dan niet bereikt zijn.<br />
Dit heeft onder andere gevolgen voor de evaluatie van de communicatieve component.<br />
6.4.1 Gespreks- en spreekvaardigheid<br />
De gespreks- en de spreekvaardigheid kan men enkel evalueren door de leerlingen te laten spreken.<br />
In principe houden de opdrachten voor de gespreksvaardigheid een aantal variaties in op reeds<br />
geoefende "settings". (Zie 5.1.1.3.) De leerlingen voeren het gesprek onderling, hetzij met de<br />
leerkracht. Men kan eventueel gebruikmaken van uitgeschreven dialogen, waarin de replieken van<br />
één personage vervangen worden door aanwijzingen.<br />
De leerlingen moeten beschikken over een redelijke voorbereidingstijd.<br />
Positieve evaluatie is belangrijk. De score wordt niet bepaald door een optelsom van de gemaakte<br />
fouten. Zonder daarom slordig taalgebruik te belonen, zal men rekening houden met het feit dat de<br />
leerlingen zich niet beperken tot het reproduceren van van buiten geleerde formules (la prime au<br />
risque).<br />
6.4.2 Luister- en leesvaardigheid<br />
Voor de luister- en de leesvaardigheid gaat men uit van andere teksten dan deze die in de klas<br />
bestudeerd werden.<br />
Indien de tekstinhoud dit vereist, hebben de leerlingen recht op een voorstructurering en activering<br />
van de voorkennis (de betekenis van enkele kernwoorden, gegevens met betrekking tot het<br />
AV Frans 47 Secretariaat-talen<br />
TV Handelscorrespondentie Frans 3de graad TSO
onderwerp enz.). Dit mag echter geen afbreuk doen aan de mogelijke aanwezigheid van intervallen<br />
van "doofheid" of "blindheid", zoals dit in de realiteit het geval is. Voor het toetsen van de<br />
leesvaardigheid kan men de leerlingen laten gebruikmaken van een woordenboek. De opdrachten<br />
moeten echter wel vervuld worden binnen een redelijke vooraf bepaalde tijd. Voor de<br />
luistervaardigheid kan men een beroep doen op progressief dieper gravende opdrachten. (Zie ook<br />
5.1.3.3, en 5.1.4.3, Pedagogische en didactische wenken.)<br />
Men mag zich niet systematisch beperken tot detailvragen. Ook het globale tekstbegrip moet aan de<br />
orde komen. Toetsvormen als "vrai-faux-vragen", meerkeuzevragen of clozetoetsen (een<br />
"gatentekst" vervolledigen) liggen dan niet altijd voor de hand.<br />
Naast de klassieke open vragen over de tekstinhoud denkt men aan:<br />
- uitspraken met betrekking tot de tekstinhoud commentariëren,<br />
- verbanden in de tekst verduidelijken,<br />
- verklaring van het antwoord op "vrai-ou-faux-vragen" en meerkeuzevragen,<br />
- een "grille d'écoute" of "grille de lecture" invullen,<br />
- ...<br />
Als men de luister- en de leesvaardigheid meet via het beantwoorden van open vragen, een<br />
structuurschema en dergelijke, zal men deze opdrachten liefst laten uitvoeren in de moedertaal. Het<br />
feit dat een leerling de gepaste onderdelen kopieert, geeft immers geen garantie dat zij/hij ze ook<br />
correct begrijpt.<br />
Voor een valide evaluatie van de receptieve vaardigheden zouden de leerlingen idealiter geen enkele<br />
hinder of beperking mogen ondervinden om hun inzicht te bewijzen.<br />
6.4.3 Schrijfvaardigheid<br />
Voor het evalueren van de schrijfvaardigheid voeren de leerlingen realistische opdrachten uit in het<br />
kader van de bedrijfscorrespondentie en het schrijven van interne documenten. (Zie 5.1.5.1 en<br />
5.1.5.2: doelstellingen en leerinhouden.) Gebruikmaken van de onder 5.1.5.1.5 omschreven<br />
hulpmiddelen, eventueel ook van een tekstverwerker, is evident.<br />
Ook hier is het duidelijk dat de evaluatie zich niet kan beperken tot een optelsom van "rode<br />
streepjes". Men houdt eveneens rekening met aspecten als doeltreffendheid overeenkomstig de<br />
opdracht, logische tekstopbouw, respecteren van conventies, enz.<br />
6.5 Objectiviteit<br />
Al wie een tijdlang bewust getracht heeft, in het kader van summatieve evaluatie, zijn/haar<br />
evaluatie te objectiveren met het oog op rapportering naar de leerlingen, hun ouders of de<br />
delibererende klassenraad, stootte daarbij op een aantal ernstige vragen.<br />
Kan men communicatieve vaardigheden nauwkeurig meten?<br />
Hoe valide zijn de optelsommen van onderscheiden gemeten items?<br />
- Kan de gespreksvaardigheid gemeten worden uit de optelsom van scores voor deelaspecten als<br />
doeltreffendheid, lexicale, morfo-syntactische, fonetische correctheid, vlotheid enz.?<br />
Is dit wel haalbaar voor de leerkracht te velde?<br />
AV Frans 48 Secretariaat-talen<br />
TV Handelscorrespondentie Frans 3de graad TSO
- Geeft een optelsom van scores op vraagjes-over-de-tekst uitsluitsel over de luister- of<br />
leesvaardigheid van de leerlingen? Staat "5/10 punten" dan gelijk met "voldoende"?<br />
- Zal men bij het evalueren van een schrijfoefening gewoon de rode streepjes tellen of de scores<br />
voor deelaspecten samentellen (uitvoering van de opdracht, doeltreffendheid, orde van het<br />
betoog, taalcorrectheid enz.)?<br />
- Is de eindscore die berekend wordt voor de toets Frans, met andere woorden, de optelsom van<br />
deelscores met betrekking tot de onderscheiden vaardigheidsvelden, niet vergelijkbaar met de<br />
spreekwoordelijke optelsom van appelen en citroenen?<br />
Moeten alle aspecten van het taalleerproces geëvalueerd worden? Zijn ze zelfs wel alle<br />
evalueerbaar?<br />
Op deze en andere vragen, die meteen ook de absolute objectiveerbaarheid van de<br />
summatieve evaluatie in vraag stellen, kan dit leerplan geen volledig sluitend antwoord geven.<br />
Om het probleem dat hierdoor ontstaat op te lossen, lijkt de volgende gedachtegang essentieel.<br />
- Als leerkracht beoogt men alleszins een zo groot mogelijke objectiviteit in de evaluatie met<br />
betrekking tot de onderscheiden vaardigheidsvelden.<br />
- Communicatieve vaardigheden kunnen niet honderd procent nauwkeurig gemeten worden. Men<br />
kan enkel observeren in welke mate en met welke graad van adequaatheid zij verwezenlijkt<br />
worden. Evaluatieschalen die de graad van adequaatheid van het taalgedrag omschrijven, zijn een<br />
belangrijk hulpmiddel inzake objectivering van de evaluatie (zie een voorbeeld onder Bijlage 2).<br />
- Evaluatie die gebaseerd is op een globale observatie van het taalgedrag, kan tenminste zo valabel<br />
zijn als evaluatie die gebaseerd is op een optelsom van geïsoleerde deelaspecten als<br />
doeltreffendheid, uitspraak, vormcorrectheid enz.<br />
Opmerking<br />
Deze gedachtegang neemt niet weg dat het afzonderlijk observeren van deelaspecten (bv.<br />
uitspraak, intonatie, taalcorrectheid...), waardevol en noodzakelijk kan zijn in het kader van<br />
formatieve evaluatie in de dagelijkse lespraktijk, m.a.w. met het oog op remediëring. Het<br />
hanteren van uitgesponnen evaluatieschalen heeft dan echter weinig zin. Men zal wel beseffen<br />
dat deelaspecten impliciet hun rol spelen bij globale evaluatie.<br />
- De graad van objectiviteit stijgt naarmate ook het aantal onafhankelijke "metingen" toeneemt.<br />
Dit is meteen ook een pleidooi voor een gespreide evaluatie van de communicatieve<br />
vaardigheden.<br />
- Om een totaalbeeld/totaalscore te bepalen, houdt men rekening met de onderlinge belangrijkheid<br />
van de vaardigheden en de tijd die eraan besteed werd. Aanvaardbare verhoudingen tussen de<br />
vaardigheden onderling, zijn bijvoorbeeld:<br />
Gespreks- en spreekvaardigheid tussen 25 en 35 %<br />
Luistervaardigheid tussen 15 en 25 %<br />
Leesvaardigheid tussen 25 en 35 %<br />
Schrijfvaardigheid tussen 25 en 35 %<br />
AV Frans 49 Secretariaat-talen<br />
TV Handelscorrespondentie Frans 3de graad TSO
Deze aanwijzing slaat niet noodzakelijk op afzonderlijke toetsbeurten, maar kan gelden als na te<br />
streven verhouding doorheen het schooljaar.<br />
6.6 Haalbaarheid<br />
6.6.1 Voor de leerlingen<br />
Toetsen moeten haalbaar zijn en daarom - binnen de beperkingen die door het leerplan opgelegd<br />
worden - rekening houden met de mogelijkheden en de vooruitgang van de leerlingen.<br />
De formulering van de basis- en uitbreidingsdoelstellingen, evenals de rubrieken Pedagogische en<br />
didactische wenken, geven aanduidingen met betrekking tot haalbare toetsvormen en te verwachten<br />
realisatieniveaus. (Zie 6.1, Formulering van toetsopdrachten.)<br />
6.6.2 Voor de leraren<br />
Ook voor de leraren moet summatieve evaluatie haalbaar blijven. Dit geldt niet in het minst voor de<br />
tijd die in de voorbereiding, het afnemen èn de correctie geïnvesteerd wordt.<br />
- Vooral indien de school een groot aantal evaluatiebeurten voorschrijft, dienen niet steeds alle<br />
vaardigheidsvelden aan bod te komen. Men zal er wel op toezien dat dit in de loop van het<br />
schooljaar een representatief aantal keren gebeurt.<br />
- De opdrachten en de gekozen toetsvormen moeten zoveel mogelijk een representatief beeld<br />
geven van de geobserveerde vaardigheden, maar hoeven niet alle mogelijke deelaspecten te<br />
bestrijken.<br />
In dezelfde geest is het ook niet vereist dat men telkens over evaluatiegegevens beschikt met<br />
betrekking tot de gespreksvaardigheid èn de spreekvaardigheid.<br />
- Men zal er rekening mee houden dat sommige attitudes en deelvaardigheden, die een rol spelen<br />
in de taalbeheersing, nauwelijks of niet vatbaar zijn voor evaluatie. Met andere woorden, men<br />
moet er zich van bewust zijn dat men niet alles moet en kan meten.<br />
- De noodzakelijke verslaggeving bij mondelinge toetsen kan vrij beperkt blijven, op voorwaarde<br />
dat ze een duidelijk beeld geeft van de toetsvorm, de taak, de gebruikte evaluatierooster of<br />
-schaal en het door de leerlingen behaalde resultaat. Bijlage 3 geeft een voorbeeld van een<br />
dergelijk verslag.<br />
6.7 Afspraken<br />
Het is belangrijk dat collega's binnen de school, rekening houdend met deze bedenkingen,<br />
suggesties en aanbevelingen, hun evaluatiepraktijk aan elkaar blijven toetsen en een<br />
maximaal coherente evaluatiepraktijk uitbouwen.<br />
AV Frans 50 Secretariaat-talen<br />
TV Handelscorrespondentie Frans 3de graad TSO
7 MINIMALE MATERIELE VEREISTEN<br />
Het trainen van de communicatieve vaardigheden vereist dat men het frontale lesgeven<br />
doorbreekt. Opdat de leraar de doelstellingen van dit leerplan naar behoren zou kunnen<br />
realiseren, moet de school over de noodzakelijke uitrusting en didactisch materiaal<br />
beschikken.<br />
De minimaal noodzakelijke uitrusting bestaat uit:<br />
- Een voldoende ruim lokaal met gemakkelijk verplaatsbaar klasmeubilair om interactieve<br />
werkvormen mogelijk te maken.<br />
- Een degelijke geluidsinstallatie: ten minste een goede cassetterecorder (bij voorkeur met teller)<br />
een aantal geluidscassettes.<br />
- Een videorecorder en een monitor (bij voorkeur verplaatsbaar), een aantal videocassettes.<br />
- Een aantal geschikte woordenboeken en encyclopedieën.<br />
- Pc's met aangepaste software (tekstverwerking, bouwsteencorrespondentie).<br />
Wenselijk en aan te raden zijn o.m.<br />
- Een overheadprojector.<br />
- Een diaprojector.<br />
- Een wandbord om foto's, knipsels, posters en dergelijke aan te bevestigen.<br />
- Wandkaarten van Frankrijk en België met de belangrijkste regio's, steden en rivieren.<br />
8 BIBLIOGRAFIE<br />
8.1 Taalbehoeften<br />
CLIJSTERS, W., De behoefte aan moderne vreemde talen in het bedrijfsleven, In: Romaneske,<br />
1986, jg. 11, nr. 1, p. 43-60.<br />
NVKSO, Handelsonderwijs - Het vernieuwd handelsonderwijs (informatiebrochure), Brussel, 1992.<br />
TIMMERMANS, J., Het werknemersprofiel vanuit de bedrijven. Wat moeten de afgestudeerden<br />
ut het middelbaar en hoger onderwijs kennen en kunnen? Een statistisch onderzoek vanuit zes<br />
maanden werkaanbiedingen in "Gazet van Antwerpen", Antwerpen, Centrum voor Didactiek,<br />
IDEA, UFSIA, 1992.<br />
VERDOODT, A., DELBEKE, L. Intérêt manifesté pour les langues modernes étrangères et les<br />
besoins langagiers réels. Rapport 2, Enquête relative aux besoins généraux en langues dans les<br />
entreprises et les services publics, Louvain-la-Neuve, UCL, Centre de recherches sociologiques,<br />
1983.<br />
Vreemdetalenbehoeften in Vlaamse KMO's. Reeks licentiaatsverhandelingen aan de Economische<br />
Hogeschool Limburg (promotor prof. dr. W. Clijsters), Diepenbeek, EHL.<br />
ALAERTS, K., Vlaams Brabant, 1992 - <strong>VAN</strong> BAELEN, E., arrondissement Turnhout, 1991 -<br />
<strong>VAN</strong>DERVELDEN, H., Limburg, 1988.<br />
AV Frans 51 Secretariaat-talen<br />
TV Handelscorrespondentie Frans 3de graad TSO
8.2 Didactiek van het Vreemdetalenonderwijs - Algemeen<br />
COSTE e.a, Vingt ans dans l' évolution de la didactique des langues (1968-1988), Paris, Didier-<br />
Hatier, coll. LAL, 1994.<br />
Stand van zaken van de evoluties in de (vreemde)talendidactiek tussen 1968 en 1988. Een aantal<br />
bijdragen verdienen meer dan andere de aandacht omwille van hun bruikbaarheid voor de<br />
lespraktijk of omwille van hun vernieuwende kijk op het vreemdetaalonderricht. Het gaat om de<br />
artikels van BESSE, L'enseignement de la «grammaire» du français langue seconde ou<br />
étrangère de 1968 à 1988 en van MOUCHON, Connaissance ou reconnaissance de l'oral.<br />
GAONAC'H, D., Théorie d'apprentissage et acquisition d'une langue étrangère, Paris, Didier-<br />
Hatier, coll. LAL, 1987.<br />
DE JONG, W.N, WILLEMS, G.M.M., Basisvorming Engels, Leiden, Stenfert Kroese / Martinus<br />
Nijhoff, 1989.<br />
De drie delen over de basisvorming in Nederland die werden uitgegeven bij Stenfert<br />
Kroese/Martinus Nijhoff zijn in grote mate complementair, en vormen een uitstekende inleiding<br />
op communicatief talenonderricht. (zie ook 6.2 BOGAARDS en 6.1 WESTHOFF)<br />
Council of Europe, Evaluation and testing in the learning and teaching of languages for<br />
communication, Straatsburg, Raad van Europa, 1988<br />
LITTLEWOOD, W., Foreign and Second Language Learning - Language acquisition research and<br />
its implication for the classroom, Cambridge, Cambridge University Press, 1991, ISBN 0-521-<br />
27486-9.<br />
Dit werk belicht heel duidelijk het belang van de leerpsychologie in de verwervingsprocessen<br />
van een vreemde taal. In een eerste deel overloopt het de belangrijkste theorieën die aan de basis<br />
liggen van de leerpsychologie en hun impact op taaldidactiek. Het tweede deel gaat dieper in op<br />
de stand van de kennis in belangrijke domeinen van de psycholinguïstiek: de taalverwervingsprocessen,<br />
de leerstrategieën, het verwerven van de communicatieve vaardigheden, de<br />
leesstrategieën in een vreemde taal. Een belangrijk werk.<br />
NEUNER, G. e.a., Ubungstypologie zum kommunikativen Deutschunterricht, München,<br />
Langenscheidt, 1981<br />
NUNAN, D., Designing Tasks for the Communicative Classroom, Cambridge, C.U.P., 1995,<br />
ISBN 0-521-37915-6.<br />
Goede inleiding tot de theoretische en praktische aspecten van de “communicative approach” in<br />
het VTO. Biedt een goed raamwerk om taalklasactiviteiten te concipiëren en evalueren.<br />
SHEILS, J., La communication dans la classe de langue, Strasbourg, Conseil de la coopération<br />
culturelle, 1991, ISBN 92-871-1551-6.<br />
Overzicht van talloze variaties van leeractiviteiten onder de rubrieken: l'interaction en classe, les<br />
aptitudes de compréhension, la compréhension orale, la compréhension écrite, l'expression<br />
orale, l'expression écrite, la compétence linguistique (grammaire).<br />
Uitgewerkte lesvoorbeelden in verschillende talen. Aan te raden.<br />
AV Frans 52 Secretariaat-talen<br />
TV Handelscorrespondentie Frans 3de graad TSO
<strong>VAN</strong> DER VOORT, P.J., MOL, H., Basisdidactiek voor het onderwijs in de moderne vreemde<br />
talen, Groningen, Wolters-Noordhoff, 1989, ISBN 90-0159599-5.<br />
Bedoeld voor studenten aan de universiteit en lerarenopleidingen maar heel bruikbaar<br />
naslagwerk voor leraren die op de hoogte willen zijn van de vernieuwende inzichten in het<br />
vreemdetalenonderwijs. Behandelt aan de hand van tal van voorbeelden de verschillende<br />
vaardigheden (luisteren, lezen, spreken en schrijven) en deelvaardigheden (grammatica, lexicon,<br />
kennis van land en volk).<br />
Inspirerend ook voor de toetsing van de (deel)vaardigheden.<br />
WESTHOFF, G., Basisvorming Duits, Leiden, Martinus Nijhoff, 1989.<br />
8.3 Bibliografieën<br />
DESMET, P., VERLINDE, S., ROORYCK, S., Le français des affaires: éléments de bibliographie,<br />
Leuven, KU Leuven, Afdeling Romaanse Linguïstiek, 1988.<br />
Deze brochure kan besteld worden op het volgende adres: de heer Piet Desmet, Faculteit van<br />
Letteren en Wijsbegeerte, Dep. Linguïstiek, Blijde Inkomststraat 21, 3000 Leuven, tel. (016)28<br />
47 93.<br />
Een geautomatiseerde bibliografische databank over zakelijke communicatie die permanent wordt<br />
uitgebouwd door Prof. dr. Dominique Markey (K.U. Brussel) en de heer Paul Callewaert<br />
(Provinciale Hogeschool voor Vertalers en Tolken, Gent). K.U. Brussel, Vrijheidslaan 17, 1080<br />
Brussel. Tel. (02)412 43 35.<br />
8.4 Woordenboeken en woordenlijsten normalisatie<br />
8.4.1 Gespecialiseerde woordenboeken<br />
DUTTWEILER, G., Les 20 000 phrases et expressions de la correspondance commerciale et<br />
privée, Genève, Editions générales, 1987.<br />
In feite geen woordenboek, maar een viertalige lijst met bruikbare zinnen en uitdrukkingen.<br />
LOCHARD, J. et al., 200-2000 Mots pour l'entreprise, Paris, Editions d'Organisation, 1984.<br />
MUNSTERS, W., GEURTS, A., FIJMA, P., Vocabulaire commercial et économique, Groningen,<br />
Wolters-Noordhoff, 1988.<br />
SERVOTTE, J.V., Dictionnaire commercial : Français - Nederlands - English - Deutch, Bruxelles,<br />
Erasme, 1987/7.<br />
TEULON, F., Vocabulaire économique, Paris, PUF (Coll. Que sais-je? nr. 2624), 1991.<br />
Handig (en niet duur) lexicon met basisterminologie.<br />
AV Frans 53 Secretariaat-talen<br />
TV Handelscorrespondentie Frans 3de graad TSO
8.4.2 Afkortingen en letterwoorden<br />
CALVET, L.-J., Les sigles, Paris, PUF (coll. Que sais-je), 1980.<br />
CARTON, J. et al., Dictionnaire des sigles nationaux et internationaux, Paris, La Maison du<br />
Dictionnaire, 1987/3.<br />
CLIJSTERS, W., Toujours plus court, toujours plus cryptique: le fléau de l'abrègement, In: Romaneske,<br />
13e jg. nr. 1, 1988, blz. 26-42.<br />
8.4.3 Normalisatie<br />
B.I.N. Belgisch Instituut voor Normalisatie - Institut belge de normalisation (I.B.N.), Brabançonnelaan<br />
29, 1040 BRUSSEL. Tel.: (02)734 92 05).<br />
Belangrijke normbladen<br />
- NBN Z 01-002 (1991), Indelen en typen van documenten.<br />
- NBN X 04-001 (1986), Nederlandse woordenlijst voor bedrijf en techniek, met taalkundige<br />
aanwijzingen.<br />
- NBN X 04-002 (1989), Terminologie française: mises en garde et listes lexicales pour la<br />
technique et le commerce.<br />
- NBN Z 02-003 (1989), Echange d'information - Représentation de l'heure = Gegevenselementen<br />
en uitwisselingsopmaken - Informatie-uitwisseling - Weergave van datum en uur.<br />
- NBN X 336-337-338-346, Formules administratives et commerciales + addenda (tweetalig).<br />
8.5 Didactiek van het Frans als vreemde taal<br />
BERARD, E., L'approche communicative - Théorie et pratiques, Paris, CLE International, coll.<br />
DLE, 1991.<br />
Goede inleiding tot de communicatieve benadering die de begrippen duidelijk definieert en klare<br />
tips en praktische voorbeelden geeft.<br />
BOGAARDS, P., Basisvorming Frans, Leiden, Stenfert Kroese / Martinus Nijhoff, 1989.<br />
BOYER e.a., Nouvelle introduction à la didactique du français langue étrangère, Paris, CLE<br />
International, 1990.<br />
Dit werk maakt een balans op van de laatste evoluties en van de huidige tendenzen met<br />
betrekking tot het onderwijs Frans als vreemde taal. Behandelt drie thema's: welke leerinhouden<br />
en welke vaardigheden aanleren en inoefenen?, welke procedures volgen bij het aanleren en<br />
inoefenen van de lees- en luistervaardigheid? en hoe progressief opgebouwde klasactiviteiten<br />
ontwikkelen overeenkomstig de nagestreefde communicatieve doelen?<br />
AV Frans 54 Secretariaat-talen<br />
TV Handelscorrespondentie Frans 3de graad TSO
TAGLIANTE, C., La classe de langue, Paris, CLE International, 1994.<br />
Zeer bruikbaar werk. Biedt een klaar antwoord op tal van theoretische en praktische vragen die<br />
een leraar Frans VT zich kan stellen over de evolutie van het vreemdetalenonderwijs. Duidelijke<br />
voorstelling van begrippen als ‘kennis’ en ‘vaardigheden’, van de rol van grammatica in een<br />
communicatieve benadering, van de methodologische stappen die men dient te respecteren bij<br />
het aanleren en inoefenen van de vaardigheden. Typologie van communicatieve activiteiten. Tal<br />
van voorbeelden.<br />
8.6 Luistervaardigheid<br />
ANCEAUX, H.T., Luisteren en lezen, Leiden, Spruyt, Van Mantgem en de Does, 1989<br />
ANCEAUX, H., FONTYNE, et al., Tout oreilles, Apeldoorn, Van Walraven, ISBN 906049-3796<br />
(leerlingenboek, 906049-380X (docentenboek), 906049-7376 (cassette)<br />
CHARLIAC, L., MOTRON, A.C., Entendre / Comprendre - Niveau Intermédiaire, Paris, CLE<br />
International, Coll. 'Entraînez-vous', 1995.<br />
Een oefenboek en twee audiocassettes om te werken op de perceptie, het begrijpen van en het<br />
gepast reageren op gesproken boodschappen.<br />
GUIMBRETIERE, E., Paroles - Entraînement à la compréhension et à l'expression orales, Paris,<br />
Didier-Hatier, 1992<br />
Een oefenboek, een docentenboek en een audiocassette om de luistervaardigheid (begrijpend<br />
luisteren) en de spreekvaardigheid te oefenen. Heel goed materiaal dat toelaat te werken op<br />
verschillende beheersingsniveaus. 18 luisterdocumenten ondergebracht onder 10 thema's<br />
(annonces dans un lieu public, conversation publiques par téléphone, répondeurs téléphoniques,<br />
conversation privée par téléphone, conversation publiques en face à face, interview, microtrottoir,<br />
récits, faits divers, commentaire politique).<br />
JACQUET, J., PENDANX, M., Oral / Ecrit - Niveau Intermédiaire, Paris, CLE International, coll.<br />
'Entraînez-vous', 1994.<br />
LEBRE-PEYTARD, M., A l'écoute des Français, Paris, CLE International, 1991.<br />
Een oefenboek (met transcripties in appendix) en een audiocassette met 18 authentieke<br />
interviews. Laat toe te werken op gericht en extensief luisteren. Schenkt aandacht aan de<br />
voorbereiding op het luisteren (mobiliseren van de voorkennis, formuleren van luisterhypotheses)<br />
en voorziet combinaties met andere vaardigheden (spreken, lezen en schrijven).<br />
LHOTE, E., Enseigner l'oral en interaction - Percevoir, écouter, comprendre, Paris, Hachette, 1995.<br />
Een werk dat zijn titel heel goed draagt. Het definieert duidelijk wat ‘luisteren’ en ‘begrijpend<br />
luisteren’ zijn en impliceren. Verdienen vooral aandacht de hoofdstukken 1 t.e.m 5: La<br />
communication orale en activité, La notion de paysage sonore, Apprendre à écouter, Les formes<br />
de l'écoute, Apprendre à percevoir dans une langue étrangère.<br />
UR, P., Teaching Listening Comprehension, Cambridge, C.U.P., 1994.<br />
Inleiding over "listening in real-life" en algemene adviezen voor het bedenken van<br />
luisteroefeningen. Talrijke voorbeelden.<br />
AV Frans 55 Secretariaat-talen<br />
TV Handelscorrespondentie Frans 3de graad TSO
<strong>VAN</strong>NESTE, A., Téléphoner, Lier, Van In, 1991, met audiocassette en handleiding.<br />
- Ecoute, écoute... Compréhension orale en français langue étrangère, Paris, Didier/Nancy,<br />
CRAPEL, 1986.<br />
8.7 Leesvaardigheid<br />
BERTOCCHINI, P., COSTANZO, E., Productions écrites - Le mot, la phrase, le texte, Paris,<br />
Hachette, 1987.<br />
BERTOCCHINI, P., COSTANZO, E., Lieux d'écriture - Niveau intermédiaire, Paris, CLE<br />
International, 1991.<br />
Tal van voorbeelden van leesactiviteiten (inoefenen van de leesstrategieën) met korte authentieke<br />
teksten (brieven, boodschappen, folders, advertenties, stripverhalen, kranten- en<br />
tijdschriftenartikels, recepten, romans, opiniepeilingen, enz.) die aanleiding kunnen geven tot<br />
schrijfactiviteiten.<br />
CHANTELAUVE, O., Ecrire - Observer, s'entraîner, écrire - Niveau Moyen, Paris, Hachette, coll.<br />
'Activités', 1995.<br />
16 dossiers die toelaten te werken van de leesvaardigheid naar de schrijfvaardigheid. Elk dossier<br />
bestaat uit 3 delen: 'J'ouvre l'oeil' (gericht lezen, skimming, scanning, studerend lezen), 'Je<br />
m'entraîne'(systematische opbouw van schrijfactiviteiten vertrekkend van de regels ontdekt bij<br />
het gelezen document) en 'J'écris comme un pro'.<br />
CICUREL, F., Lectures interactives, Paris, Hachette, coll. 'F - Autoformation', 1991.<br />
Dit is reeds een basiswerk geworden. Beantwoordt duidelijk en uitvoerig de vragen: Wat is<br />
lezen?, Welke teksten lezen met beginnelingen?, Welke keuzecriteria hanteren?, Hoe lees ik?,<br />
Hoe laat men lerenden lezen?, Wat zijn leesstrategieën en hoe gebruikt men ze?.<br />
Biedt ook een ondersteuning naar de autoformatie van de leraar.<br />
GRELLET, F., Developing Reading Skills - A practical guide to reading comprehension exercises,<br />
Cambridge, Cambridge University Press, 1994.<br />
RICHAUDEAU, F., Sur la lecture, Paris, Albin Michel - Education, 1992.<br />
WESTHOFF, G., Voorspellend lezen - Een didactische benadering van de leesvaardigheidstraining<br />
in het moderne-vreemdetalenonderwijs, Groningen, Wolters-Noordhoff, 1981.<br />
8.8 Spreek- en gespreksvaardigheid<br />
BLANCHE, P., A tour de rôle, des activités de communication orale à pratiquer en face à face,<br />
Paris, CLE International, 1991.<br />
BRUC<strong>HET</strong>, J., Voyage à Villers. Entraînement à l'expression orale, Paris, Larousse, 1987.<br />
Modeldialogen met luisteroefening, rollenspellen, fixatie- en transferoefeningen, "mots et<br />
expressions utiles", met audiocassette. Dagdagelijkse gebruikstaal.<br />
AV Frans 56 Secretariaat-talen<br />
TV Handelscorrespondentie Frans 3de graad TSO
CHAMBERLAIN, A., STEELE, R., Guide pratique de la communication - 56 dialogues, Paris,<br />
Didier, 1985. Met audiocassette.<br />
CICUREL, F. e.a., Communiquer en français - Actes de parole et pratiques de conversation, Paris,<br />
Hatier, 1991.<br />
DEBROCK, M., FLAMENT-BOISTRANCOURT, D., GEVAERT, R., Apport du corpus<br />
LANCOM à l’analyse de l’interaction verbale en français étudiée à la lumière de productions orales<br />
d’apprenants de FLE, KULeuven,1997.<br />
<strong>VAN</strong> ARKEL, T., A bientôt (3 delen/niveaus), Amsterdam, Intertaal, 1990. Tekstboeken, werkboeken,<br />
handleiding, cassettes.<br />
Spreektaal rond situaties en thema's als kennismaken, naar café gaan, hobby's en interesse,<br />
levensmiddelen kopen enz. Bedoeld voor volwassen.<br />
8.9 Schrijfvaardigheid<br />
BERTOCCHINI, P., COSTANZO, E., Lieux d'écriture - Niveau intermédiaire, Paris, CLE<br />
International, 1991.<br />
Tal van voorbeelden van leesactiviteiten (inoefenen van de leesstrategieën) met korte authentieke<br />
teksten (brieven, boodschappen, folders, advertenties, stripverhalen, kranten- en<br />
tijdschriftenartikels, recepten, romans, opiniepeilingen, enz.) die aanleiding kunnen geven tot<br />
schrijfactiviteiten.<br />
CHANTELAUVE, O., Ecrire - Observer, s'entraîner, écrire - Niveau Moyen, Paris, Hachette, coll.<br />
'Activités', 1995.<br />
16 dossiers die toelaten te werken van de leesvaardigheid naar de schrijfvaardigheid. Elk dossier<br />
bestaat uit 3 delen: 'J'ouvre l'oeil' (gericht lezen, skimming, scanning, studerend lezen), 'Je<br />
m'entraîne'(systematische opbouw van schrijfactiviteiten vertrekkend van der egels ontdekt bij<br />
het gelezen document) en 'J'écris comme un pro'.<br />
DAVIS, RINVOLUCRI, M., Dictation, New methods, new possibilities, Cambridge, Cambridge<br />
University Press, 1988.<br />
8.10 Zakelijke taal<br />
BERGER, J., et al., Par téléphone, par lettre 1 + 2, Deurne, Plantijn, 1990/5 - 1991/5.<br />
BRUC<strong>HET</strong>, J., Parler français au bureau. Spreekvaardigheid Frans voor kantoor en bedrijf, Nederlandse<br />
bewerking door Van Balen-Habets D. Amsterdam, Intertaal, 1989.<br />
Modeldialogen met luisteroefeningen, rollenspellen, fixatie- en transferoefeningen, "mots et<br />
expressions utiles"; met audiocassette.<br />
AV Frans 57 Secretariaat-talen<br />
TV Handelscorrespondentie Frans 3de graad TSO
DAENEN, Chr., LEMMENS, C., Modules MEAO Frans<br />
1 Premiers contacts / Promotion<br />
2 Documentation / Réservation<br />
3 Offres<br />
4 Commandes<br />
5 Paiements<br />
6 Réclamations<br />
7 Référence / Représentation<br />
8 Depuis les commandes jusqu'aux réclamations<br />
Amersfoort, IPRO, 1992. Tekstboeken en studiehandleiding. Men overweegt in de toekomst<br />
audiocassettes uit te geven. Deze modules zijn gebaseerd op C.P.S., Moduulbeschrijvingen<br />
Moduleren DT-MEAO (zie 8.1.1).<br />
DANILO, M., CHALLE, O., MOREL, P., Le français commercial, Paris, Presses Pocket (La<br />
langue pour tous), 1985. ISBN: 2-266-01-1353-X.<br />
Geïntegreerde methode, met audiocassettes (vrij lange dialogen tussen werknemers in het bedrijf<br />
of met klanten). Waardevol materiaal, dat men echter meestal zelf zal moeten exploiteren.<br />
DANY, M., NOE, C., Le français des employés: service - commerce - industrie, Paris, Hachette,<br />
1986.<br />
Onder andere accueillir, renseigner; courrier ... met audiocassettes.<br />
DIJKZEUL, Drs. B., DIJKZEUL, M., Brieven in het Frans, Apeldoorn, Walva-boek, 1987.<br />
Eenvoudige briefmodellen; zowel privé- als zakenbrieven. Geen verwerking.<br />
GROENHOF, J., <strong>VAN</strong> DIJK, F.G.M., Correspondentie Frans. Praktische gids voor de communicatie<br />
in het Nederlands-Frans handelsverkeer, Zutphen, Thieme, 1991/2.<br />
Authentieke documenten: formulieren, voorbeeldbrieven enz. De opdrachten bestaan uit het<br />
doen navolgen van de modellen.<br />
KPC, Vakgroep Frans MEAO<br />
Je m'appelle ... Quel est votre nom? - L'argent, toujours l'argent - Je vous invite ...<br />
Affaires à faire (3 delen), 's-Hertogenbosch, Katholiek Pedagogisch Centrum (KPC), 1991.<br />
Geïntegreerde methode, thematische leerstofeenheden (modules), met audiocessettes.<br />
MUNSTERS, W., GEURTS, A., FIJMA, P., Vocabulaire commercial et économique, (2 volumes),<br />
Groningen, Wolters-Noordhoff, 1988.<br />
ROME, C., DE WEER, Dossier téléphone + cassette, Deurne, MIM, 1985.<br />
ROME-DE WEER, C. Ecrire des lettres commerciales, (2 volumes), Deurne, MIM, 1988/5.<br />
Uitgebreid oefenboek met gevarieerde oefeningen.<br />
Teleac, Frans voor bedrijf en beroep, Utrecht, Stichting Teleac, 1992.<br />
Geïntegreerde methode. Mondelinge zowel als schriftelijke taalbeheersing, ook via de telefoon<br />
en telefax. Bestaat uit een cursusboek, geluidscassettes, een videoband, correspondentiesoftware<br />
(bouwsteencorrespondentie).<br />
VERLUYTEN, S.P., STRUYF, M.C., <strong>VAN</strong>HEERTUM, L., Expression écrite et orale, Leuven/<br />
Amersfoort, Acco, 1989.<br />
AV Frans 58 Secretariaat-talen<br />
TV Handelscorrespondentie Frans 3de graad TSO
8.11 Grammatica<br />
BERARD, E., LAVENNE, C., Grammaire utile du français, Paris, Didier-Hatier, 1991, ISBN 2-<br />
278-01594-X.<br />
BERARD, E., LAVENNE, C., Exercices pour l'apprentissage du français, Paris, Didier-Hatier,<br />
1992, ISBN 2-278-03840-0.<br />
CALLAMAND, M., Grammaire vivante du français, Paris, Larousse, Français Langue Etrangère,<br />
1987<br />
CALLAMAND, M., BOULARES, M., Grammaire vivante du français - Exercices d'apprentissage<br />
1, Paris, Larousse, Français Langue Etrangère, 1990.<br />
CALLAMAND, M., BOULARES, M., Grammaire vivante du français - Exercices d'apprentissage<br />
2, Paris, Larousse, Français Langue Etrangère, 1990.<br />
CHALARON, M., ROESCH, R., La grammaire autrement - Sensibilisation et pratique, Grenoble,<br />
Presses Universitaires de Grenoble, 1990.<br />
DE SALINS, G., DUPRE-LATOUR, S., Premiers exercices de français, Paris, Didier-Hatier,<br />
1983.<br />
DE SALINS, G., DUPRE-LATOUR, S., Nouveaux exercices de grammaire, Paris, Didier-Hatier,<br />
1985.<br />
DESCOTES-GENON, C., MORSEL, M., RICHOU, C., L'exercisier - L'expression française<br />
pour le niveau intermédiaire, Grenoble, Presses Universitaires de Grenoble, 1993, ISBN 2-7061-<br />
0451-1.<br />
FLAMENT-BOISTRANCOURT,D., GEVAERT, R., Questions de formes ou pour un<br />
apprentissage intégré de la morphologie verbale du français en Belgique néerlandophone, in LINX,<br />
publication de l’université de Paris X - Nanterre, 1997.<br />
Een artikel over contrastieve benadering van vervoegingen.<br />
GREGOIRE, M., THIEVENAZ, O., Grammaire progressive du français avec 500 exercices,<br />
Paris, CLE International, 1995, ISBN 2-09-033854-7.<br />
GREGOIRE, M., THIEVENAZ, O., Grammaire progressive du français - Exercices et activités<br />
complémentaires - Niveau A, Paris, CLE International, 1996.<br />
GREGOIRE, M., MERLO, G., Grammaire progressive du français - Exercices et activités<br />
complémentaires - Niveau B, Paris, CLE International, 1996.<br />
JOB, B., MIS, B., Exercices de grammaire auto-correctifs, Paris, CLE International, 1983,<br />
ISBN 2-19-034821-8.<br />
SIREJOLS, E., RENAUD, D., 450 nouveaux exercices - Niveau intermédiaire, Paris, CLE<br />
International, Coll. 'Le nouvel Entraînez-vous', 1996<br />
AV Frans 59 Secretariaat-talen<br />
TV Handelscorrespondentie Frans 3de graad TSO
8.12 Kennis van land en volk<br />
DESCAYRAC, C., Une année en France, Paris, CLE International, 1991<br />
INFO-FRANS VAKANTIE, Frans leren buiten de school, Themanummer Info-Frans, Informatief<br />
en didactisch tijdschrift. Een uitgave van de werkgroep Frans. Centrum voor Didactiek UFSIA<br />
i.s.m. Uitgeverij Acco, Leuven / Amersfoort, 1992.<br />
Praktische informatie met betrekking tot verschillende soorten taalverblijven.<br />
MAUCHAMP, N., La France d'aujourdhui, Paris, CLE International, 1991.<br />
Breed overzicht van de huidige Franse samenleving in Europees perspectief. Bevat een lexicon<br />
van moeilijke woorden en een lijst van veel gebruikte afkortingen.<br />
MAUCHAMP, N., SANTOMAURO, A., La France de toujours: guide pédagogique, Paris, CLE<br />
International, 1991.<br />
Overzicht van de Franse geschiedenis, aardrijkskunde, kunst en tradities.<br />
MERK, V., BROWAEYS, M.-J., Frankrijk. Omgangsvormen, tradities, zakelijke conventies,<br />
verblijf en vervoer, specifieke vocabulaire, Groningen, Wolters-Noordhoff, 1992.<br />
Een niet te missen standaarwerk.<br />
VIGNER, G., Savoir-vivre en France, Paris, Hachette.<br />
8.13 Leerautonomie<br />
BIMMEL, P., Leren leren in de basisvorming moderne vreemde talen, in Levende Talen,<br />
september 1992, p. 297-304.<br />
DELLER, S., Lessons from the learner - Student-generated activities for the language classroom,<br />
London, Longman, 1990.<br />
MULDER, H., <strong>VAN</strong> TOORENBURG, H., Meer aandacht voor studievaardigheid, SLO, Katern 7<br />
in de reeks Oriënterend onderwijs in moderne vreemde talen, Enschede, 1986.<br />
8.14 Evaluatie<br />
BERTOCCHINI, P., COSTANZO, E., Manuel d'autoinformation à l'usage des professeurs de<br />
langues, Paris, Hachette, coll. 'F - Autoformation', 1989.<br />
LUSSIER, D., Evaluer les apprentissages dans une approche communicative, Paris, Hachette,<br />
1992.<br />
TAGLIANTE, C., L'évaluation, Paris, CLE International, coll. Techniques de classe, 1991.<br />
AV Frans 60 Secretariaat-talen<br />
TV Handelscorrespondentie Frans 3de graad TSO
Bijlage 1: Kenmerken van de Franse spreektaal<br />
Wellicht zou men overdrijven door gewag te maken van een specifieke grammatica van de<br />
spreektaal naast deze van de geschreven taal. Toch hebben analyses van corpora van op band<br />
opgenomen gesprekken (uit zowel de beroepssfeer als het dagelijks leven) van Franstalige "native<br />
speakers" een aantal belangrijke kenmerken van die spreektaal aan het licht gebracht of bevestigd.<br />
(Zie Bibliografie.)<br />
Door observatie van authentieke gesprekjes - ook door middel van hun transcriptie - kan men de<br />
leerlingen vertrouwd maken met een aantal kenmerken van de Franse spreektaal en<br />
omgangsvormen. Deze inzichten laten toe op een zeer eenvoudige en doeltreffende wijze te<br />
communiceren. Ze kunnen het zelfvertrouwen en de spreekdurf van de leerlingen aanzienlijk<br />
versterken.<br />
1 Het kan ook eenvoudig<br />
1.1 Franstaligen maken liefst gebruik van korte, vaak onvolledige zinnen; samengestelde<br />
zinnen komen bijna niet voor in hun gesprekken.<br />
Bijvoorbeeld: een klant in een boetiek koopt iets voor haar dochter.<br />
Non, je n'aime pas tellement... à son âge... Plutôt quelque chose de jeune... un dessin... Vous<br />
n'auriez pas...?<br />
1.2 Gesprekken worden door de gesprekspartners samen opgebouwd en men zal dus<br />
regelmatig gebruikmaken van de woorden van de andere (als een soort "springplank") om zijn eigen<br />
zinnen te bouwen. Men kan die woorden van de andere aanvullen of ook ze letterlijk herhalen.<br />
Bijvoorbeeld: de verkoopster toont een hemdblouse die bij een vooraf gekocht jasje moet passen.<br />
Cliënte: C'est un peu terne... Ce qu'il faudrait,...<br />
Verkoopster: ... c'est quelque chose qui tranche...<br />
Cliënte: Quelque chose qui tranche, oui. Je...<br />
Verkoopster (wijst op een motief in het jasje.):<br />
...dans un de ces tons-ci...?<br />
Cliënte: Je ne sais pas... Oui, peut-être.<br />
1.3 Gevoelsmatige reacties worden doorgaans niet expliciet beschreven: het gebruik<br />
aanleren van de subjonctif na werkwoorden die een gevoel uitdrukken, is hier dus zinloos. Het is<br />
door middel van de intonatie en de gelaatsexpressie dat Franstaligen meestal uiting geven aan<br />
gevoelens als verwondering, blijdschap, droefheid, medeleven enz.<br />
Bijvoorbeeld: een dialoog tussen de personages A en B.<br />
A: La réunion est annulée. (mededelend)<br />
B: Annulée? (verwondering, ongeloof)<br />
A: Eh oui!<br />
B: Eh bien! (teleurstelling)<br />
AV Frans 61 Secretariaat-talen<br />
TV Handelscorrespondentie Frans 3de graad TSO
1.4 Veel gebruikt is de "thème-propos"-constructie.<br />
Bijvoorbeeld:<br />
- Pardon, Monsieur. Pour téléphoner, c'est où, s'il vous plaît?<br />
- Ce qui est avantageux aussi, c'est la ristourne.<br />
- Ce modèle-ci, c'est combien?<br />
Deze constructie laat ook toe elementen die door de andere gesprekspartner aangebracht werden, te<br />
hernemen en er een nieuwe zin mee te maken. (Zie 1.2)<br />
2 Aarzelen mag<br />
2.1 "Native speakers" tonen bijna steeds veel begrip voor de aarzelingen en vergissingen<br />
van anderstaligen. Zij bewonderen hun kunnen en hun spreekdurf.<br />
2.2 "Native speakers" aarzelen ook: zij zoeken naar hun woorden, zij breken een zin<br />
halverwege af, zij herhalen en verbeteren hun uitspraken.<br />
2.3 Een Franstalige maakt veel gebruik van woorden als bon, donc, alors, voilà om<br />
onderdelen van het gesprek aan elkaar te praten of gewoon om tijd te winnen en even na te denken.<br />
In elk geval zijn dergelijke woorden niet alleen maar "gatenvullers", maar spelen ze een belangrijke<br />
discursieve rol.<br />
Bijvoorbeeld:<br />
A Pardon, Monsieur. Je cherche une cabine téléphonique.<br />
B Une cabine téléphonique? Voyons...<br />
Bon, alors, vous prenez la première (rue) à droite, et puis la première à gauche et vous arrivez<br />
à une petite place. Et là, vous avez une cabine téléphonique.<br />
A Donc, la première à droite puis la première à gauche?<br />
B C'est ça, oui.<br />
3 Codes en rituelen<br />
Zie 5.2.2.2 De culturele component: kennis van land en volk.<br />
4 Niet alle spraakkunst is even belangrijk<br />
4.1 Franstaligen doen, bij het spreken, slechts een beroep op een gedeelte van het totale<br />
"pakket" van de Franse grammatica.<br />
4.2 Bij de vraagformulering wordt het meest een beroep gedaan op de intonatievraag. De<br />
vraag met "est-ce que" komt minder voor maar blijkt veel formeler en wordt meestal gebruikt in<br />
het begin van een gesprek of als een nieuw item aangekaart wordt. De vraag met inversie is zeer<br />
zeldzaam.<br />
AV Frans 62 Secretariaat-talen<br />
TV Handelscorrespondentie Frans 3de graad TSO
4.3 Er wordt ten overvloede gebruikgemaakt van de conditionnel om beleefd iets te vragen,<br />
een suggestie te doen, een mogelijkheid te opperen. Er wordt daarbij hoofdzakelijk een beroep<br />
gedaan op de volgende werkwoorden:<br />
- AVOIR 1ste pers. enk. / meerv.<br />
2de pers. enk. / meerv.<br />
3de pers. enk. (on / il)<br />
- ETRE: 1ste pers. enk. / meerv.<br />
2de pers. enk. / meerv.<br />
3de pers. enk. (ce / il)<br />
- AIMER: 1ste pers. enk. / meerv.<br />
2de pers. enk. / meerv.<br />
- POUVOIR 1ste pers. enk. / meerv. MEESTAL gevolgd<br />
2de pers. enk. / meerv. door een<br />
3de pers. enk. (on / il) INFINITIEF<br />
- VOULOIR 1ste pers. enk. / meerv.<br />
2de pers. enk. / meerv.<br />
- FALLOIR<br />
Bijvoorbeeld<br />
A Est-ce que ce serait possible?<br />
B Ben, on pourrait voir...<br />
4.4 In de formele omgang wordt een imperatief zelden gebruikt om een bevel te geven (hij<br />
klinkt "te" direct, onbeleefd). Men gebruikt hem daarentegen vaak als signaal dat men de andere in<br />
zijn redenering betrekt en/of als consensusmarkeerder.<br />
Bijvoorbeeld: een afspraak.<br />
A On pourrait combiner avec... Attendez, je vais voir. Vous permettez?<br />
Voyons... Je serai libre à partir de trois heures et demie.<br />
B Alors, disons, vers quatre heures?<br />
Ook hier wordt een beroep gedaan op slechts een beperkt aantal werkwoorden.<br />
4.5 De "pronoms compléments" boeten sterk aan belang in in vergelijking met de<br />
schrijftaal, vooral indien zij verwijzen naar zaken.<br />
Bijvoorbeeld<br />
- Attendez. Je vais (le) chercher.<br />
Combinaties van twee "pronoms compléments" komen quasi nooit voor.<br />
AV Frans 63 Secretariaat-talen<br />
TV Handelscorrespondentie Frans 3de graad TSO
Bijlage 2: Voorbeelden van evaluatieschema's voor een globale beoordeling<br />
van de productieve vaardigheden<br />
1 Spreek- (en gespreks)vaardigheid<br />
Een Fransman zou de boodschap niet<br />
begrijpen.<br />
Een Fransman zou moeite hebben om ze<br />
te begrijpen.<br />
Een Fransman zou ze zonder al te veel<br />
moeite begrijpen.<br />
De leerling spreekt vrij vlot en<br />
behoorlijk.<br />
De leerling spreekt quasi perfect. 9<br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
5<br />
6<br />
7<br />
8<br />
10<br />
Inspiratie:<br />
Reinhard WENDELEN<br />
Work in pairs, in IVO, nr. 45,<br />
januari - februari - maart 1994<br />
SLUIS: 0 - 1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 (volgens afspraak)<br />
Een “sluis” betekent een maximumcijfer dat niet kan overschreden worden ingeval<br />
van vooraf afgesproken bepaalde tekortkomingen.<br />
Bijvoorbeeld:<br />
. bij een minimalistische inzet van een leerling;<br />
. indien de leerling faalt om belangrijke delen van de boodschap te begrijpen;<br />
. bij een overdaad van storende grammaticale fouten.<br />
AV Frans 64 Secretariaat-talen<br />
TV Handelscorrespondentie Frans 3de graad TSO
2 Schrijfvaardigheid<br />
De tekst is niet bruikbaar, moet<br />
nagenoeg vollledig herschreven worden.<br />
De tekst moet grondig herwerkt worden. 3<br />
De tekst is bruikbaar, zonder al te veel<br />
correcties.<br />
De tekst vertoont slechts<br />
schoonheidsfouten.<br />
De tekst is quasi perfect. 9<br />
SLUIS: 0 - 1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 (volgens afspraak)<br />
1<br />
2<br />
4<br />
5<br />
6<br />
7<br />
8<br />
10<br />
AV Frans 65 Secretariaat-talen<br />
TV Handelscorrespondentie Frans 3de graad TSO
Bijlage 3: Voorbeeld van een verslag bij een mondelinge proef<br />
Het hiernavolgende schema kan de vorm aannemen van een formulier waarin telkens de<br />
veranderlijke gegevens ingevuld worden.<br />
Klas: .....<br />
Datum:<br />
Opdrachten (fotokopie(s) als bijlage)<br />
Evaluatieschema<br />
Een Fransman zou de boodschap niet begrijpen. 1<br />
2<br />
Een Fransman zou moeite hebben om ze te begrijpen. 3<br />
4<br />
Een Fransman zou ze zonder al te veel moeite begrijpen 5<br />
6<br />
De leerling spreekt vrij vlot en behoorlijk. 7<br />
8<br />
De leerling spreeks quasi perfect. 9<br />
10<br />
De leerlingen behaalden de volgende cijfers:<br />
Handtekening:<br />
AV Frans 66 Secretariaat-talen<br />
TV Handelscorrespondentie Frans 3de graad TSO