Richtlijn voor het opmaken van een stedelijk groenplan - Invexo
Richtlijn voor het opmaken van een stedelijk groenplan - Invexo
Richtlijn voor het opmaken van een stedelijk groenplan - Invexo
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Historische centra bestaan veelal uit <strong>een</strong> netwerk <strong>van</strong> relatief smalle,<br />
organisch gegroeide kronkelende straten met gesloten bouwblokken<br />
zonder <strong>voor</strong>tuin. Het groen concentreert zich in deze buurten in kleine<br />
parken of pleinen als oriëntatiepunten in de buurt. Meestal zijn deze<br />
parken of pleinen gekoppeld aan centrale, op zichzelf staande<br />
<strong>voor</strong>zieningen (kerk, gem<strong>een</strong>tehuis, markt, klooster,…). Mogelijkheden<br />
<strong>voor</strong> de uitbouw <strong>van</strong> de groenstructuur situeren zich dan ook <strong>voor</strong>al op<br />
deze 'betekenisvolle' plekken en op verkeersassen die voldoende<br />
breed zijn om openbaar groen in te passen. In smalle straten kunnen<br />
gevelgroen of groendaken <strong>een</strong> bijdrage leveren.<br />
Woonwijken uit de late 19de tot begin 20ste eeuw worden vaak gekenmerkt<br />
door <strong>een</strong> tekort aan groen. De bebouwing komt <strong>voor</strong> in gesloten<br />
bouwblokken en strokenverkavelingen. De rijwoningen zijn vaak klein,<br />
met g<strong>een</strong> of <strong>een</strong> kleine achtertuin en openbaar groen is meestal<br />
beperkt. Vaak komt <strong>een</strong> rationeel, orthogonaal stratenstelsel <strong>voor</strong>. Het<br />
straatprofiel laat vaak g<strong>een</strong> laanbeplanting toe. Grotere groenvlakken<br />
of parken kunnen wel <strong>voor</strong>komen in de nabijheid en zijn even<strong>een</strong>s<br />
vaak gekoppeld aan wijk<strong>voor</strong>zieningen. Ook in deze wijken situeren de<br />
mogelijkheden <strong>voor</strong> de uitbouw <strong>van</strong> <strong>een</strong> groenstructuur zich <strong>voor</strong>al<br />
rond deze <strong>voor</strong>zieningen of in <strong>het</strong> 'ontpitten' <strong>van</strong> deze buurten (<strong>het</strong><br />
slopen <strong>van</strong> onleefbare woningen en ver<strong>van</strong>gen door buurtgerichte<br />
parkjes).<br />
Latere woonwijken (interbellum) worden over <strong>het</strong> algem<strong>een</strong> gekenmerkt<br />
door ruimere huizen, met grotere tuinen en vaak ook <strong>een</strong> <strong>voor</strong>tuin. Het<br />
bebouwingsweefsel is deels open, deels gesloten. De wegen zijn<br />
ruimer geconcipieerd, vaak is er <strong>een</strong> duidelijke wegenhiërarchie en<br />
worden de hoofdlanen begeleid door beplanting. In de meeste plannen<br />
<strong>voor</strong> interbellumwijken gaat de aandacht ook uit naar centrale groene<br />
parken of pleintjes die aangelegd worden <strong>voor</strong> de bewoners.<br />
Hoogbouwwijken worden gekenmerkt door <strong>een</strong> hoge dichtheid aan<br />
woningen zonder tuin. Het groen is meestal openbaar of semiopenbaar<br />
rond de hoogbouw aangelegd. Vaak is in hoogbouwwijken<br />
ook relatief veel snippergroen. Mogelijkheden <strong>voor</strong> <strong>het</strong> versterken <strong>van</strong><br />
de groenstructuur bestaan in deze wijken <strong>voor</strong>al in <strong>het</strong> aanbrengen <strong>van</strong><br />
<strong>een</strong> hiërarchie in en <strong>een</strong> kwalitatieve verbetering <strong>van</strong> de huidige<br />
groen<strong>voor</strong>zieningen en in <strong>het</strong> verbinden <strong>van</strong> deze buurten met de<br />
omgeving (groene dooradering).<br />
Woonwijken uit de jaren 70 en 80 worden dan weer vaak gekenmerkt door<br />
<strong>een</strong> 'doolhof'-structuur. De wijken hebben <strong>een</strong> groen beeld, veelal door<br />
de private tuinen bij de vrijstaande woningen. Mogelijkheden <strong>voor</strong> de<br />
verdere uitbouw <strong>van</strong> <strong>een</strong> groenstructuur zijn meestal beperkt en ook<br />
minder urgent door <strong>het</strong> relatief groene beeld (hoewel er toch wijken<br />
zijn waar niet alle bewoners toegang hebben tot privaat groen);<br />
eventueel kunnen hoofdontsluitingswegen beklemtoond worden met<br />
laanbeplanting;<br />
In meer recente woonwijken, tuinwijken en tuindorpen wordt over <strong>het</strong><br />
algem<strong>een</strong> meer aandacht besteed aan openbaar groen en minder aan<br />
<strong>het</strong> private groen. Dit openbaar groen krijgt de vorm <strong>van</strong> centrale<br />
groene pleintjes of groene assen, gekoppeld aan de water- of<br />
langzaamverkeersstructuur. Mogelijkheden <strong>voor</strong> <strong>een</strong> verdere uitbouw<br />
bestaan in <strong>het</strong> behoud en waar nodig versterken <strong>van</strong> deze bestaande<br />
openbare groen<strong>voor</strong>zieningen;<br />
Bij grotere <strong>voor</strong>zieningen (scholen, ziekenhuizen,…) komen vaak grote semipublieke<br />
groen<strong>voor</strong>zieningen <strong>voor</strong>. Deze zijn vaak sterk beeldbepalend<br />
<strong>voor</strong> de omgeving, maar behoren meestal niet tot <strong>het</strong> openbaar<br />
domein. Mogelijkheden <strong>voor</strong> de uitbouw <strong>van</strong> de gem<strong>een</strong>telijke groenstructuur<br />
liggen in de ruimtelijke afstemming tussen de bestaande<br />
private groen<strong>voor</strong>zieningen en <strong>het</strong> openbaar groen, hier<strong>voor</strong> is ook<br />
communicatie en samenwerking met de eigenaars <strong>van</strong> belang;<br />
Op klassieke bedrijventerrein komt nagenoeg g<strong>een</strong> openbaar groen <strong>voor</strong>.<br />
Het beeld <strong>van</strong> de meeste terreinen wordt bepaald door de kwaliteit <strong>van</strong><br />
de private groenaanleg op elk bedrijfsperceel. De beperkte openbare<br />
ruimte biedt meestal g<strong>een</strong> mogelijkheden <strong>voor</strong> <strong>een</strong> openbare groenstructuur.<br />
Bij recentere bedrijventerreinen gaat de aandacht meer en<br />
meer uit naar <strong>een</strong> centrale en openbare groenaanleg, even<strong>een</strong>s vaak<br />
gekoppeld aan de water- of ontsluitingsstructuur <strong>van</strong> <strong>het</strong> bedrijventerrein.<br />
Op bedrijventerreinen dient de aandacht ook uit te gaan naar <strong>het</strong><br />
belang <strong>van</strong> zogenaamde ‘tijdelijke’ natuur (in afwachting <strong>van</strong> ingebruikname<br />
<strong>van</strong> bedrijfskavels) <strong>voor</strong> sommige ecologische doelstellingen.<br />
Buiten de bebouwde kom<br />
wordt <strong>het</strong> beeld grotendeels bepaald door<br />
agrarische activiteiten, natuurgebieden en/of versnipperde bebouwing.<br />
Het recreatief netwerk bepaalt hier mee de ontsluiting en dus de<br />
toegankelijkheid <strong>van</strong> <strong>het</strong> gebied. Belangrijke aangrijpingspunten <strong>voor</strong><br />
de uitbouw <strong>van</strong> <strong>een</strong> groenstructuur zijn naast landschapsrelicten en<br />
de openbare wegenis (incl langzaamverkeersverbindingen) - de<br />
schaal, richting en maat <strong>van</strong> de omgeving: perceelsstructuur,<br />
aanwezigheid <strong>van</strong> randbegroeiing/houtkanten,…<br />
typologie <strong>van</strong> wijken: <strong>voor</strong>beelden en belang <strong>voor</strong> groenstructuur