DE JACOBSSTAF - Santiago
DE JACOBSSTAF - Santiago
DE JACOBSSTAF - Santiago
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>DE</strong><br />
<strong>JACOBSSTAF</strong>
SINGEL 393 s 1012 WN AMSTERDAM<br />
telefoon 020 -
COLOFON INWQUD<br />
<strong>DE</strong> <strong>JACOBSSTAF</strong> is<br />
h e t verenigingsblad<br />
van het Nederlands<br />
Genootschap van Sint-<br />
Jacob. Het verschünt<br />
viermaal per Jaar.<br />
Oplage: 825<br />
ISSN 0923-1 145<br />
Redactie:<br />
Annet van Wiechen en<br />
Frank Claessen.<br />
Nieu wredactfe-adres:<br />
Grote Noord 3,<br />
1 621 KD Hoorn<br />
telefoon: 02290-15210.<br />
Mede werker: R. Conens<br />
@Nederlands Genoot-<br />
schap van Sint-Jacob.<br />
Niets uit deze uitgave<br />
mag worden verveel-<br />
voudigd en/of open-<br />
baar gemaakt door<br />
middel van druk, fo-<br />
tokopie of op welke<br />
andere wijze dan ook,<br />
zonder voorafgaande<br />
schriftelijke toestem -<br />
ming van de uitgever.<br />
Omslag : R. Conens<br />
Druk: NV SDU 's-Gravenhage<br />
nr. 12 jaargang 3 (1991) december<br />
Van de redactie<br />
Bil de twaalfde Jacobsstaf (Dircksens)<br />
Omloop (De Vaan)<br />
Heilige pelgrims en pelgrimsheiligen (Madou)<br />
Van onze buitenlandse vrienden<br />
Losse flodders<br />
Zoekertjes<br />
Maastricht 20-22 september 1991 (FC)<br />
Jacobswegen in België (Schijns)<br />
Zoekertje<br />
Franeker 9 november 1991 (Claessen)<br />
Uit de regio's<br />
Met de fiets naar <strong>Santiago</strong> (Meijssen)<br />
Langs de weg: de draailier (Van Wiechen)<br />
Gedichten (De Vaan)<br />
Romaans (De Vaan)<br />
Elzas 4-6 oktober 1991 (Peters)<br />
Regensburg 11-13 oktober 1991 (Stokmans)<br />
Jacobue-boeken<br />
Langs de rand van het verleden (Le Rinesque) 173<br />
Merkwaardig 175<br />
Praktisch ... 175<br />
IN-DRUK 176<br />
Oude <strong>Santiago</strong>-gangers (Van Wiechen) 178<br />
Agenda 180<br />
Ons postorderbedrijf binnenzijde achteromslag<br />
LE<strong>DE</strong>NADMINISTRATIE :<br />
Nico Zijp, Marsdiepstraat 512, 1784 AZ Den Helder<br />
telefoon: 02230-32572
VAN <strong>DE</strong> REDACTIE<br />
De redactie wenst alle leden goede feestdagen!<br />
Dit is mijn laatste <strong>JACOBSSTAF</strong> en ik ben blij dat ik afscheid mag nemen met<br />
dit gevarieerd en dik december-nummer. U komt tot. rust in het Panteón van<br />
León, we hebben voor u een lekkere grote stapel boeken om te lezen bij het<br />
knapperende haardvuur, eventueel met op de achtergrond muziek van de draailier.<br />
Verder: gedichten en verhalen van fietsende en lopende <strong>Santiago</strong>-gangers<br />
langs de caminoen veel verslagen van binnen- en buitenlandse <strong>Santiago</strong>-activiteiten<br />
(Maastricht, Franeker, Elzas en Regensburg). U leest ook hoe handig<br />
2 --<br />
C<br />
2<br />
o V<br />
a<br />
g<br />
k<br />
luiers kunnen zijn en voor de prijsvraag blijven we dit keer in de familie van<br />
'onze' Jacobus!<br />
rl<br />
E<br />
iu<br />
pi<br />
Veel plezier met <strong>DE</strong> twaalfde -en mijn laatste- <strong>JACOBSSTAF</strong> en ik wens de<br />
nieuwe redactie, dle zich in het volgend nummer aan u zal voorstellen, heel veel<br />
C><br />
2<br />
t<br />
plezier bij het samenstellen van <strong>DE</strong> <strong>JACOBSSTAF</strong>I Annet van Wiechen<br />
rl<br />
2<br />
De uiterste inleverdatum van kopy voor het volgende nummer<br />
is 25 januari.<br />
Nieuw redactie-adres: Grote Noord 3, 1621 KD Hoorn.<br />
> 5<br />
L,<br />
a<br />
Q t<br />
m<br />
x<br />
C<br />
-0<br />
Q<br />
a
BIJ <strong>DE</strong> TWAALF<strong>DE</strong> JACQBSSTAF<br />
Als ik dit schrijf, ligggen de Internationale Pelgrimsreünie en de twaalfde<br />
algemene ledenvergadering al weer achter ons. Die pelgrimsreünie was zowel een<br />
succes als een flop. Er waren pelgrims uit Nederland, België, Frankrijk,<br />
Engeland en Duitsland. Het enthousiasme van de deelnemers was groot, en<br />
-dankzij het annuleren van het Geselschap Goet ende FUn en wat scherp<br />
onderhandelen met leveranciers en het hotel- zijn we er zelfs financieel<br />
uitgesprongen. Maar het aantal deelnemers bleef ver beneden onze ver-<br />
wachtingen. Er waren er 27 en we waren uitgegaan van een honderdtal. Op deze<br />
manier kon de reünie niet voldoen aan de verwachtingen. Hoewel we, nog meer<br />
dan twee jaar geleden, hadden gezorgd voor volop publiciteit, zowel in alle<br />
buitenlandse verenigingsbladen als onderweg op de route en in <strong>Santiago</strong> zelf,<br />
bleef het aantal deelnemers te laag. We hebben geen idee, waaraan dat kan<br />
liggen. Misschien dat er onder onze leden enige ideeën leven. Wij horen ze<br />
graag van u; speciaal van mensen die dit jaar onderweg zijn geweest, van de<br />
reünie gehoord hadden en toch besloten, niet te gaan. We zijn nieuwsgierig.<br />
En dan Franeker .... In tegenstelling tot Maastricht waren we verrast door de<br />
grote opkomst! Honderdvijftig man in een bomvol zaaltje. Een programma dat<br />
klonk als een klok, dankzij de voortreffelijke organisatie door de regio Fries-<br />
land, waarvan ik pastor Jan Romke v.d. Wal toch wel even apart wil noemen...<br />
Elders in <strong>DE</strong>ze <strong>JACOBSSTAF</strong> vindt u ongetwijfeld weer een goed verslag, want<br />
ik heb Frank, zoals gebruikelijk, weer ijverig zien notuleren. Maar wat ik mij<br />
nu afvraag is, hoe het toch komt, dat er op onze ledenvergaderingen altild zo'n<br />
ontspannen sfeer hangt. Het heeft altiJd meer iets van een groot familiefeest<br />
dan van een vergadering. Iedereen is ontspannen en je ziet alleen maar<br />
opgewekte gezichten. Ik zou de ruim zeshonderd leden die er niet waren toch<br />
eens adviseren om die sfeer óók eens te proeven. Natuurlijk was de verre reis<br />
die met name onze leden uit het zuiden dit jaar moesten maken de reden dat u<br />
niet naar Friesland bent gereisd. (Al waren er heel wat die de Friese economie<br />
dit jaar een extra impuls hebben gegeven, door 's avonds tevoren te arriveren<br />
en te overnachten in 'De Valk' dan wel. in 'Van der Valk'.) Maar volgend jaar<br />
gaat dat excuus niet meer op, want onze voorjaarsvergadering is weer in Den<br />
Bosch. Toch eens kijken of het waar is van die sfeer?<br />
Voor die tijd hoort u nog van mij. In elk geval wens ik U prettige feestdagen.<br />
Koen Dircksens, voorzitter
OMLOOP<br />
Tëte de route du Gutde<br />
Sanctuaire OU relais ctte par Ie Guigë- . Autre sanctuaire<br />
Iltneratre reconstitue<br />
-. --. -. . - -. . - .-.- --<br />
l<br />
Vier pelgrimswegen lopen door het land,<br />
vloeien in 't zuiden samen bij een brug,<br />
stromen naar 't westen, trekken samen terug,<br />
verspreiden zich als vingers van een hand.<br />
die nooit meer een vuist zal maken, ont8poren<br />
in afsplitsingen en in vereenzamen.<br />
Wie in <strong>Santiago</strong> ooit bijeenkwamen<br />
hebben daar gaandeweg hun hart verloren.<br />
Thuisgekomen is het doel van elke reis.<br />
Het pad naar de deur is smal als een haarvat.<br />
Kom binnen, pelgrim, lever het bewijs<br />
dat de omloop van het bloed geen einde heeft<br />
maar uitkomt op een wonder en maak waar dat<br />
het op verhaal komt, leeft en leven geeft.<br />
*Liesse<br />
Paul de Vaan
n<br />
HEILIGE PELGRIMS.<br />
SAN ISIDORO, LEON<br />
pelgrimsheiligen en heiligdommen langs de weg<br />
Het Panteón real of koninklijke begraafplaats is wellicht het meest beroemde<br />
onderdeel van het San-Isidorocomplex te León. Het werd gebouwd op initiatief<br />
van koningin Sancha (gestorven 10671, gemalin van Ferdinand I, koning van<br />
Castilië en León (1037-1065). Kort na de dood van beide vorsten werd het<br />
bouwwerk voltooid. Het Panteón is gelegen aan de westzijde van de kerk en<br />
beslaat een nagenoeg vierkantige ruimte, ingedeeld in zes traveeën, alle met<br />
steen overwelfd en ondersteund door zuilen met rijkversierde kapitelen. De<br />
oostelijke en zuidelüke zijden zijn afgesloten door een wand. De noordkant<br />
r: geeft uit op het kloosterpand en naar het westen gaat het Panteón over in een<br />
P1<br />
r:<br />
o ruimte, op haar beurt begrensd door de toren van de kerk en de Romeinse<br />
V<br />
a stadsmuur.<br />
I<br />
7<br />
p: Hoewel de kapitelen van het Panteón van zeer groot. belang zijn voor de<br />
. .<br />
o geschiedenis van de romaanse beeldhouwkunst, treden ze meestal in de schaduw<br />
u<br />
O<br />
van de onvoorstelbare pracht van de wandschilderingen, aangebracht op de zes
1 Passie NOOR<strong>DE</strong>N<br />
2 H. Geest<br />
3 Apocalyps<br />
4 Kruisiging + donateurs<br />
5 Maanden van het jaar<br />
6 Laatste avondmaal<br />
7 Hand Gods<br />
8 Pantocrator<br />
9 Lam Gods + zodiak<br />
10 Kindermoord<br />
11 Boodschap aan de herders<br />
12 Fragmenten geboorte<br />
13 Epifanie, opdracht in de<br />
in de tempel en<br />
vlucht naar Egypte<br />
14 Maria l3oodschip en Visitatie ZUI<strong>DE</strong>N<br />
gewelfvlakken, op de intrados of binnenkant van de brede scheibogen en op de<br />
wanden aan de oost- en zuidzijde. Het oog van de bezoeker wordt geboeid door<br />
een schiterend geheel van kleurige taferelen. De hele heilsgeschiedenis wordt er<br />
uitgebeeld op een manier die haars gelijke niet kent langs de camino de<br />
<strong>Santiago</strong> en zelfs niet in het gehele Iberische schiereiland.<br />
Het verhaal vangt aan op het bovenste deel van de zuidelijke muur: Daar<br />
worden de Boodschap en de Visitatie uitgebeeld. Beide taferelen zijn van elkaar<br />
gescheiden door smalle zuiltjes waarop bogen neerkomen. De kunstenaar heeft<br />
de Boodschap duidelijk als de belangrijkste gebeurtenis beschouwd: meer dan de<br />
helft van de beschikbare ruimte is eraan gewijd. Men ziet de aartsengel Gabriël<br />
met opengespreide vleugels terwijl hij Maria toespreekt. Zij houdt haar handen<br />
opgeheven en wendt het gelaat naar de engel. In de linkerhoek zit de dienst-<br />
bode van Maria op een mooi versierd bankje toe te kijken. De aanwezigheid van<br />
een dienstmaagd bij de Annunciatie is gebruikelijk in de Byzantijnse en in de<br />
romaanse kunst.<br />
De Visitatie is even sober weergegeven: Maria en Elizabeth omarmen elkaar. In<br />
de rechterhoek zit eveneens een figuur op een laag stoeltje. Het zou Zacharias,<br />
de echtgenoot van Elizabeth kunnen zijn.<br />
Op de oostelijke muur, aansluitend bij de genoemde voorstellingen, zijn'frag-<br />
menten van de Geboorte zichtbaar. De schilderingen zijn erg beschadigd omdat<br />
men in latere tijden in deze wand een deur heeft aangebracht.<br />
Chronologisch volgt op de Geboorte de Boodschap aan de herders. Dit tafereel,<br />
het mooiste en meest originele van het hele ensemble, is uitvoerig afgebeeld op<br />
het gewelfvlak in de zuid-oosthoek van het Panteón. Drie herders, twee die een<br />
muziekinstrument bespelen en een die zijn hond (p. 127) uit een houten nap laat<br />
126
tn<br />
drinken, horen de boodschap aan van een zeer sierlijke engel. De dieren zijn<br />
uitermate expressief weergegeven. Men onderscheidt schapen, waarvan één een<br />
bel om de snuit is gebonden, geiten, bokken, runderen en verder nog een drietal<br />
varkens die zich te goed doen aan eikels. De ongedwongenheid en de zin voor<br />
het anecdotische waarmee het gebeuren is weergegeven blijft de bewondering<br />
wekken.<br />
Het tweede zuidelijke muurvlak toont fel beschadigde resten van de Epifanie, de<br />
Opdracht in de tempel (7) en de vlucht naar Egypte.<br />
Het aanpalende gewelfvlak, naast dat van de herders, verhaalt de Kindermoord<br />
te Bethlehem. Dit vlak is in diverse compartimenten ingedeeld, wat de<br />
handelingen van de personages zeer overzichtelijk maakt. Op zijn troon zit<br />
Herodes, geflankeerd door een soldaat met lans en schild. Zes dienaren van de<br />
koning heffen het zwaard of doorsteken een klein kind, dat vastgehouden wordt<br />
c bij de haren, bij een armpje of een beentje (foto p. 129). Ook is een moeder<br />
P><br />
r=<br />
o met een kind afgebeeld met de inscriptie: RACHEL PLORANS FILIOS SVOS. Dit<br />
v<br />
a verwijst naar de passage bij Mattheus (Math. 2, 17-18) waar de evangelist de<br />
7<br />
7<br />
a: voorspelling van Jeremias aanhaalt.<br />
. .<br />
o Het middelste gewelf, volgend op de Kindermoord, toont het Laatste Avondmaal.<br />
C,<br />
O<br />
r-. Christus zit aan een lange tafel; met de rechterhand reikt hij het brood aan
Judas, de enige apostel die geen nimbus heeft. Johannes leunt tegen de borst<br />
van de Meester, conform het bijbelverhaal (Joh. 13, 26). De overige apostelen<br />
zitten achter de tafel, met uitzondering van Simon en Thadeus die respectieve-<br />
lijk de linkerbenedenhoek en de rechterbovenhoek vullen. De linkerbovenhoek<br />
wordt ingenomen door een figuur die met de linkerhand een wijnschaal aanreikt<br />
en met de rechterhand het oor vat van een grote kruik die op een zuiltje is<br />
geplaatst. Een opschrift verklaart: MARCIALIS PINCERNA. Hiermee wordt de<br />
heilige Martialis van Limoges bedoeld. Volgens de legende behoorde hij tot de<br />
kinderen die door Jezus aan zijn leerlingen tot voorbeeld gesteld werden (Math.<br />
18, 1-3). Martialis zou Jezus later gevolgd zijn en bij het laatste avondmaal<br />
deed hij dienst als opperschenker in het cenakel.<br />
Een personage, gezeten rechts aan de voorzijde van de tafel, schenkt zichzelf<br />
een schaal wijn in. Hij wordt aangeduid met de naam MACIA. Sommige auteurs<br />
identificeren hem als de apostel Matthias, die na de hemelvaart van Jezus de<br />
plaats van Judas innam (Hand. 1, 23-26). Hiervoor pleit dat de man, evenals de<br />
apostelen blootvoets is voorgesteld. Andere schrijvers echter menen in deze<br />
figuur een legendarische discipel van Jezus te zien, namelijk San Maio of Magio,<br />
die het evangelie in Spanje zou verkondigd hebben. Gezien echter de bijbelvaste<br />
context van de schilderijencyclus lijkt de eerstgenoemde interpretatie het meest<br />
voor de hand liggend.<br />
In de rechterbenedenhoek is nog een prachtig detail (p. 125) te zien: een fiere,<br />
kraaiende haan die met zijn dunne pootjes staat op een gestileerde rank en<br />
vergezeld is van het opschrift GALLVS.<br />
Deze haan leidt ons naar het volgende gewelfvlak aan de noord-westzijde van<br />
het Panteón. Hier is het Passieverhaal uitgebeeld. In het midden bevindt zich<br />
het tafereel met de Judaskus en de soldaten, gewapend met lansen en stokken<br />
(Math. 26, 55) alsook Petrus die bezig is het oor van Malchus af te houwen. In<br />
de rechterbovenhoek zien we Petrus in gesprek met de dienstmaagd en naast<br />
hem, in een afzonderlijk compartiment, staat weer een kraaiende haan. Deze<br />
herinnert ondubbelzinnig aan het verraad van Petrus. Rechts onder is Pilatus<br />
voorgesteld terwijl hij zijn handen wast en links van het centrale gebeuren<br />
komt Simon van Cyrene een kruis aandragen. De linkerbovenhoek tenslotte is<br />
gevuld met de figuur van Petrus, de rechterhand tegen het gelaat in een gebaar<br />
van treurnis. De begeleidende tekst zegt dat Petrus weent (Math. 26, 75).<br />
De kruisiging van Christus is te zien op een muurvlak onder het gewelf van del<br />
noord-oosthoek. Deze schildering is beschadigd maar biedt nog voldoende inzicht
in de iconografie. Christus, gekleed met een lendendoek, hangt aan het kruis, de<br />
ogen geopend en de voeten naast elkaar op een dwarsplankje. Boven de kruis-<br />
armen zijn links en rechts de zon en de maan weergegeven. Links van het kruis<br />
-ter rechterzijde van Christus- staat Longinus die met de lans de zijde van de<br />
Verlosser doorboort en achter hem is vaag de gestalte van Maria te onder-<br />
scheiden. Rechts staat Stephaton, de sponsdrager, met in de hand het emmertje<br />
met de zure wijn die men Christus te drinken wilde geven (Math. 27, 48).<br />
Uiterst hks bevindt zich de apostel Johannes. Onder het kruis is een gelaat<br />
geschilderd. Vermoedelijk is hier de schedel van Adam bedoeld, een gebruikelijk<br />
thema in de middeleeuwse kalvarievoorstellingen. Tenslotte zijn er nog de<br />
geknielde opdrachtgevers, links en rechts onder het kruis: koning Ferdinand,<br />
vergezeld van een nog nauwelijks zichtbare krijgsman en de koningin, in het<br />
gezelschap van een dienstmaagd met een kruik in de handen. Of de Verrijzenis<br />
U)<br />
a in de cyclus was opgenomen is niet bekend.<br />
a,<br />
C<br />
o Het gewelf dat aansluit op de kruisiging toont de apocalyptische Christus met<br />
U<br />
w het tweesnijdend zwaard in Zijn mond, met de zeven sterren, het verzegelde<br />
s<br />
7 boek dat Hij een engel ter hand stelt en de schrijver Johannes die als dood ter<br />
. .<br />
o aarde stort.<br />
u<br />
O<br />
~sr In de hoeken zijn de zeven kerken op originele wijze afgebeeld en verder ziet
men nog de zeven kandelaars en de engel die het boek aan Johannes over-<br />
handigt. De schilder volgde trouw het eerste hoofdstuk van het Boek der<br />
openbaringen (Ap. 1, 12-20).<br />
Het laatste gewelf, tussen de Apocalyps en de Boodschap aan de herders is<br />
beschilderd met een Christus in de Glorie of Pantocrator (p. 131). Hij troont op<br />
de regenboog met de aarde onder Zijn voeten en draagt in Zijn linkerhand een<br />
open boek met de tekst: EGO SVM LVX MVNDI. Zijn rechterhand houdt H4<br />
zegenend omhoog. Hij is omsloten door een brede mandorla of amandelvormige<br />
nimbus waarbinnen de achtergrond bezaaid is met sterren en waar men de<br />
Griekse lettertekens Alfa en Omega kan onderscheiden.<br />
Buiten de mandorla, in de vier hoeken zijn de evangelisten aanwezig. Zij zijn<br />
als menselijke gestalten uitgebeeld met echter het hoofd van het dier dat hun<br />
symbool is. In de handen dragen zij een gesloten boek, waarvan de band met<br />
geschilderde edelstenen versierd is. In de romaanse kunst komt de voorstelling<br />
van Christus in de Glorie, omringd door de vier evangelisten zeer veelvuldig<br />
voor.<br />
De oostzijde van laatstgenoemd gewelfvlak rust op een boog die het tympaan<br />
van een voormalige deur versiert. Op dit tympaan is het Lam Gods in een cirkel<br />
afgebeeld met ernaast twee aartsengelen. Rond het tympaan zijn de twaalf<br />
tekens van de zodiak geschilderd. Dit hele ensemble is zwaar beschadigd.<br />
De bogen die de gewelfvlakken van elkaar scheiden zijn alle rijk gedecoreerd<br />
met geometrische motieven, meanders en gestileerde planten. Sommige dragen<br />
ook een figuratieve decoratie. De boog tussen de Apocalyps en de Pantocrator is<br />
verdeeld in twaalf cirkels. Met uitzondering van de maand januari zijn binnen<br />
elke cirkel de bezigheden van de mens gedurende ieder van de maanden voor-<br />
gesteld. Januari toont de staande figuur van de god Janus met de twee<br />
gezichten. Hij houdt de armen gespreid en kijkt tegelijk naar een gesloten en<br />
naar een open poort: een duidelijke zinspeling op het voorbije en het komende<br />
jaar. Is het een toeval dat de uitbeelding van het jaar zich precies bevindt op<br />
de plaats tussen twee onaardse visioenen? Wellicht heeft de samensteller van<br />
het programma bewust deze keuze gemaakt om duidelijk te maken dat de Heer<br />
van de Eeuwigheid ook meester is over de Tijd.<br />
Op de boog tussen de Apocalyps en de Passie is in het midden de heilige Geest<br />
in de gedaante van een duif ingeschreven in een cirkel die door twee engelen<br />
met opgeheven armen gedragen wordt. De ruimte op de intrados is verder<br />
opgevuld met telkens twee heiligenfiguren. Tussen de gewelven met het Laatste
UI<br />
g<br />
G<br />
8<br />
2<br />
7<br />
Avondmaal en met de Pantocrator bevindt zich de boog met vier profeten die<br />
symmetrisch opgesteld zijn aan beide zijden van de Hand van God. De Hand van<br />
God -Dextera Domini- door cirkels omringd, vormt het geometrische middelpunt<br />
van het picturale programma en van het Panteón zelf.<br />
Dit indrukwekkende ensemble van wandschilderingen is op een witgekalkt opper-<br />
vlak uitgevoerd in waterverftechniek, met als bindmiddel lijm en eiwit. Het zijn<br />
dus geen fresco's in de technische betekenis van het woord. De blanke achter-<br />
a grond maakt deel uit van de compositie en contrasteert met de voorstellingen<br />
2<br />
O<br />
die in diverse aardkleuren zijn uitgevoerd. De kleurengamma beperkt zich tot<br />
r=, rode en gele okers, verschillende tinten van grijs en grijs-blauw en tenslotte
zwart, vooral gebruikt voor omtreklijnen en voor de talrijke teksten. Diepte<br />
wordt gesuggereerd door witte en zwarte penseeltrekken.<br />
De iconografie stelt nauwelijks problemen daar alle taferelen begeleid worden<br />
door Latijnse teksten. Het programma volgt trouw de bijbelverhalen. Enkele<br />
auteurs betogen nochtans dat de keuze van de taferelen ingegeven zou zijn door<br />
de negen mysteriën die in de oude Spaanse liturgie werden gevierd: de<br />
ontvangenis van Christus, Zijn geboorte en besnijdenis, de epifanie, de passie,<br />
de kruisiging, de verrijzenis, de verheerlijking van Christus in de Apocalyps en<br />
Zijn heerschappij over de wereld. Een dergelijke veronderstelling is niet geheel<br />
uit te sluiten, doch ze wekt wel enigszins de verbazing. De ritus volgens<br />
dewelke de liturgie werd gevierd in het visigotische Spanje -dus voor de Moorse<br />
invallen van 711- verschilde inderdaad van de Romeinse. De Spaanse ritus, ook<br />
wel met de minder correcte term "mozarabische ritus" aangeduid was echter<br />
reeds door de Romeinse vervangen tijdens de regering van Alfons V1 van<br />
Castilië (1072-1109) onder de druk van paus Gregorius V11 (gestorven 1085) en<br />
onder de invloed van het machtige Cluny. Men mag dan ook veronderstellen dat<br />
de geestelijkheid van de San Isidoro te León in volle 12de eeuw reeds lang met<br />
de Romeinse ritus vertrouwd was en er ook geen behoefte aan had de oude<br />
Spaanse ritus in een beeldprogramma te actualiseren.<br />
Maar, hoewel de voorstellingen op zich geen enkel probleem opleveren in<br />
verband met hun interpretatie, is het wel interessant de vraag te stellen naar<br />
de keuze en de plaatsing van bepaalde taferelen. Waarom werd er zoveel aan-<br />
dacht besteed aan de boodschap aan de herders en aan de kindermoord te<br />
Bethlehem? De kruisdood van Christus, de kern van het Verlossingsmysterie,<br />
kreeg helemaal geen prominente plaats op een van de gewelven, evenmin<br />
trouwens als de Geboorte. Welk was het keuzecriterium van de artiest of van<br />
zijn opdrachtgever? Een ander opvallend feit is dat een volledig gewelfvlak<br />
gewijd is aan de apocalyptische Heerser naast een voor de romaanse wereld<br />
vertrouwde weergave van Christus in de Glorie: twee thema's die inhoudelijk<br />
gezien heel dicht bij elkaar liggen. In beide gevallen wordt de heerschappij van<br />
Christus onder de aandacht gebracht. Hierbij kan men de bedenking maken dat<br />
de illustratie van het Boek der Openbaring in het koninkrijk León op een lange<br />
traditie kon bogen. Daar ontstonden in de 10de eeuw verschillende zogenaamde<br />
Beatushandschriften. In 1047 liet koning Ferdinand I door de scriptor Facundus<br />
een Beatus kopieëren, bestemd voor de San Isidoro. Dit kostbare boek wordt
thans bewaard in de Biblioteca Nacional in Madrid (ms Vit. 14-211,<br />
In de Beatushandschriften is een kenmerk van de verluchting dat ze steeds<br />
toegelicht wordt door teksten en opschriften binnen de taferelen. Een<br />
gelijkaardig verschijnsel zien we op de wandschilderingen van het Panteón real:<br />
ieder tafereel is voorzien van Latijnse bijschriften. Het is natuurlijk mogelijk<br />
dat de schilder van het Panteón het manuscript van Facundus heeft gezien en<br />
het is evenmin uitgesloten dat hij de andere verluchte codices uit de rijke<br />
bibliotheek van San Isidoro onder ogen heeft gehad. Of de miniaturen hem tot<br />
inspiratiebron dienden is een vraag die hoogstwaarschijnlijk negatief moet<br />
beantwoord worden. De decoratie van het Panteón is zo volstrekt uniek dat men<br />
zich moeilijk kan voorstellen dat de schilder zich van bestaande voorbeelden of<br />
modellen zou bediend hebben om zijn oeuvre te realiseren.<br />
De volstrekt onbekende schilder beheerste zijn vak volkomen. Uit de manier<br />
waarop hij de bijbelse gebeurtenissen afbeeldde blijkt dat hij goed op de hoogte<br />
was van de algemeen gangbare voorstellingswijzen (zoals bijvoorbeeld de Annun-<br />
ciatie, de kruisiging) doch tegelijkertijd uitermate origineel werk leverde met<br />
zelfs geniale vondsten (bijvoorbeeld de boodschap aan de herders, de kraaiende<br />
haan). De compositieschema's van de meester zijn zeer eigenzinnig en beant-<br />
woorden zelden aan de strikte normen van de symmetrie. De vrijheid die hij<br />
zich veroorlooft gaat echter nooit ten koste van de overzichtelijkheid van de<br />
voorstellingen, Stilistisch gezien zou men kunnen geneigd zijn de schilder thuis<br />
te brengen in de traditie van de Franse lade-eeuwse monumentale schilderkunst,<br />
vooral dan uit de streek van de Loire. De karakteritieke manier waarop hij<br />
gezichten, handen en voeten schildert vertonen (onzes inziens) wel enige<br />
affiniteit met bepaalde ensembles uit Frankrijk. Maar alle speculaties en<br />
voorlopige uitspraken daar gelaten moet de schilder die het Panteón real<br />
versierde gerekend worden tot de grote meesters van de romaanse "kunst van de<br />
kleur".<br />
De staat van bewaring van de gewelfschilderingen is uitstekend. De taferelen op<br />
de wanden zijn echter zeer geschonden, grotendeels ten gevolge van ingrepen<br />
van bouwkundige aard die in latere tijden het monument hebben "aangepast" allicht<br />
aan de behoeften van de toenmalige generaties. Door verwaarlozing van de<br />
~Beatushandsciirift:<br />
zo genoemd naar Beatus van Liébana (gestorven 798), de<br />
samensteller van een commentaar op de Apocalyps. Zijn werk werd tot iri de<br />
llde eeuw vele malen gckopierrd. \'erspreid over de bjbljothcken I ai, de zehele<br />
v,ereld zijn thans nog bijfentwintig volledige of f, agmentarisch bewaarde codices<br />
tot ons gchcimen.
eschadigde fragmenten is toch een en ander verloren gegaan.<br />
Een laatste vraag is die naar de datering van de schilderingen. De opdracht-<br />
gevers, geknield onder het kruis, zijn een koning en een koningin. Luidens het<br />
bijschrift is de koning FRE<strong>DE</strong>NANDO REX, dus Koning Ferdinand I1 van León<br />
(1157-1188). De naam van de koningin is verdwenen. We weten dat Ferdinand I1<br />
in 1165 huwde met doña Urraca van Portugal, een huwelijk dat door paus<br />
Alexander I11 ongeldig werd verklaard in 1175, niettegenstaande uit dit huwelijk<br />
reeds een zoon geboren was. In 1178 trouwde hij met Teresa Fernández die<br />
reeds in 1180 overleed. Een derde huwelijk sloot Ferdinand met doña Urraca<br />
López de Haro in 1187. Welke van de drie echtgenoten hier zijn voorgesteld kan<br />
niet achterhaald worden. Zonder bezwaar kan men echter het geschilderde<br />
ensemble dateren in het laatste kwart van de 12de eeuw.<br />
De kerk van San Isidoro te León is het belangrijkste romaanse monument op de<br />
camino de <strong>Santiago</strong>. De moderne pelgrim kan er, naar middeleeuwse gewoonte,<br />
zijn devoties volbrengen. De kunstminnende pelgrim die de tijd wil nemen, kan<br />
genieten van de architectuur en de sculptuur en van de onovertroffen -schil-<br />
deringen in het Panteón real. En dan zwijgen we nog over de indrukwekkende<br />
bibliotheek en de haast overweldigende rijkdom van de schatkamer, waarvan nog<br />
slechts een gedeelte in León te bewonderen valt.<br />
Neergezet als een simpel heiligdom langs de weg is de San Isidoro te León door<br />
de koninklijke gunsten verrijkt met "allerhande heerlijke dingen". In de 13de-<br />
14de eeuw kreeg de stad er een prachtige kathedraal bij en in het begin van de<br />
16de eeuw bouwden de ridders van de orde van <strong>Santiago</strong> het grootse pelgrims-<br />
hospitaal San Marcos. Zo heeft León de allure behouden van een koninklijke<br />
stad, een etappe op de weg naar Galicië die meer dan één dag mag duren.<br />
Mireille Madou<br />
Uit Leiden ontvingen wij het bericht dat op 25 oktober j.1. aldaar is overleden<br />
de heer Guus Collée. Het overlijdensbericht toont een foto waarop hij in de<br />
eenzaamheid van het Noordspaanse landschap zijn voettocht naar <strong>Santiago</strong><br />
maakt. Enkele maanden geleden schreef hij ons nog dat hij graag deel uit wilde<br />
maken van de redactie van <strong>DE</strong> <strong>JACOBSSTAF</strong>. Het heeft niet zo mogen zijn.<br />
De redactie wenst zijn familie veel sterkte.
VAN ONZE BUITENLANDSE VRIEN<strong>DE</strong>N ...<br />
EN VRIEN<strong>DE</strong>N IN HET BUITENLAND<br />
Wat stelt het voor? Schrikt u niet, maar<br />
dit is de officiële maskotte voor het<br />
heilige jaar 1993, Pelegrin, mascota<br />
oficial do ano santo de 1993, XACOBEO<br />
'93. Zelf heb ik nogal moeite mee! De<br />
kleuren zijn als volgt: het 'hoofd' van<br />
het figuurtje is zwart (palet met twee<br />
cirkelvormige gaten?) evenals het drie-<br />
hoekje dat waarschijnlijk zijn rechterarm<br />
en -hand voorstelt. Door deze 'hand' is<br />
een lange dunne cremekleurige stok ge-<br />
--- plaatst met bij het boveneinde een gele<br />
kalebas (twee cirkels) met rood Jacobus-<br />
kruis. Het 'lichaam' bestaat uit een rode<br />
driehoek en daaronder een wit trape-<br />
zium. De driehoek-'benen' zijn geel.<br />
De redactie van de Sternenweg nummer 8 (1991, p. 46) vraagt zich af of de<br />
Jacobspelgrims belachelijk gemaakt worden. Of is het misschien een toespeling<br />
op de innerlijke gemoedstoestand van pelgrims? Wat zou er gedacht zijn bij het<br />
kiezen van dit logo? Is er eigenlijk wel gedacht?<br />
Wat is uw reactie? AvW<br />
In <strong>DE</strong> <strong>JACOBSSTAF</strong> nummer 10 werd in Langs de weg het trajact Vézelay-<br />
Saint-Léonard-de-Noblat besproken. In De Pelgrimnummer 25 lopen Etienne Van<br />
Wonterghem en NelIy Teirlinck verder, Issoudun naar Bénévent-1'Abbaye. Dag 10:<br />
32 km Issoudun - Chateauroux. Dag 11: 22 km Chateauroux - Velles. Dag 12: 16<br />
km Velles - Argenton-sur-Creuse. Dag 13: 15 km Argenton-s-C - Gargilesse. Dag<br />
14: 25 km Gargiless - Crozant. Dag 15: 28 km Crozant - La Souterraine. Dag 16:<br />
La Souterraine - 26 km Bénévent-1'Abbaye. AvW<br />
In De Pelgrfm van het Vlaams genootschap nummer 26<br />
schrijft Dirk Aerts in zijn "Ten geleide" over het verschijnsel<br />
"De gesponsorde pelgrim". Het gaat hierbij om mensen die<br />
beweren een sportieve prestatie te leveren en die zich voor<br />
elke afgelegde kilometer door anderen laten betalen, zodat<br />
met het opgebrachte sponsorgeld een of ander goed doel<br />
gediend kan worden. Het streven is nobel, maar Dirk vraagt<br />
zich terecht af wat dit met pelgrimeren te maken heeft.
Verder bevat dit nummer een artikel in de serie 'heilige pelgrims en pelgrims-<br />
heiligen in onze streken' dat gaat over de heilige Guido. Daarnaast een leerzaam<br />
stuk van het Belgische echtpaar dat dit jaar, geïnspireerd door "onze" Wim en<br />
Anneke Bettonvil, de refugio in Rabanal del Camino heeft beheerd. Zij stellen<br />
het probleem van de "groepspelgrimages" aan de orde. Groepen, veelal jongeren<br />
met hopelijk goede bedoelingen, nemen vaak in één keer een hele refugio in<br />
beslag en de eenling die wat later komt vindt geen plaats meer in de<br />
herberg! FC<br />
Le Pecten van het Waals genootschap geeft een verslag van<br />
de officiële ingebruikname van de (door Shell gesponsorde!)<br />
pelgrimsopvangruimte in Folleville bij Amiens. Naast het<br />
gebruikelijke verenigingsnieuws een zeer interessant artikel<br />
over een veertiende-eeuwse Luikenaar die een soort 'Spiegel<br />
Historiael' schreef, en die daarin Karel de Grote en diens<br />
tochten naar Spanje opvoert. FC<br />
In de Sternenweg nummer 8 (1991) van het Deutschen St. Jakobus-Gesellschaft<br />
e.v. (adres zie p. 180) veel aandacht voor Regensburg (verslag zie deze staf p.<br />
166). In de parochiekerk van Geisling werd in 1980 bij restauratiewerkzaamheden<br />
een fresco (rond 1400) blootgelegd, dat volgens Klaus Herbers (p. 8-9) het<br />
onschuldig-gehangen-gered-wonder voorstelt. Drie scenes zijn bewaard gebleven:<br />
links liggen drie personen in een bed, in het midden een groepje pelgrims en<br />
rechts hangt een jongeman aan de galg. Achter de gehangene staat een man met<br />
baard met op zijn hoed een schelp, waarschijnlijk Jacobus die de onschuldige<br />
redt. Rechts van deze scene is nog Qén persoon enigszins zichtbaar, misschien<br />
de deelnemer in een vierde scene, het kippenwonder. Otto H. Muller (p. 14-18)<br />
schreef een interessant artikel over Jacobus als mijnwerkers-patroon en zijn<br />
afbeeldingen op de zilveren munten uit de Harz. AvW<br />
De Zwitserse Les Amis du Chemin de Saint-Jacques besteden<br />
in hun tijdschrift Ultreïa nummer 7 (mei 1991) aandacht aan<br />
hun project "Jakobswege durch die Schweiz" en aan de Jaco-<br />
busbroederschappen van Tavel (vóór 1620) en Sachseln (1560).<br />
In dit en het nummer 8 van Ultreïa schreef S.-P. Giacobbo<br />
over "Le chemin initiatique de St. Jacques". In het tweede<br />
' SUISSE ' deel gaat de auteur in op "Le chrisme").<br />
Verder in dit nummer 8 (november 1991) de vertaling van een acte uit 1440: een<br />
zekere Lancarot en zijn vrouw Marthe, afkomstig uit Hongarije, hebben hun<br />
huis en land verlaten om te gaan pelgrimeren naar <strong>Santiago</strong> de Compostela.<br />
Marthe kreeg onderweg een kindje dat Madeleine werd gedoopt. Op de terugweg<br />
vonden ze onderdak in een gasthuis en daar bleven ze enige tijd, levend van<br />
aalmoezen, want "door de moeiliikheden, berovingen en een zware ziekte van<br />
mijn vrouw" heeft Lancarot geen cent meer op zak. Helaas, Marthe stierf en<br />
vader neemt zijn baby-dochter mee "in mijn mantel zo zacht en teder als ik<br />
maar kon". Maar in zijn armoede kan hij Madelein niet de zorg geven die het<br />
kind toekomt, en in deze acte geeft Lancarot zijn dochter ter adoptie "voor<br />
eeuwig aan Catherine, weduwe van Etienne dtOrny, voormalig burger en hande-<br />
laar in Lausanne". Een roerend verhaal, maar klopt het wel, vraagt A. Guerdat,<br />
zich af? Bestudering van alle in de acte genoemde namen en plaatsen leiden tot<br />
de volgende hypothese: een kind was te vondeling gelegd bij een gasthuis of een<br />
kerk. Lancarot heeft zich erover ontfermd en een mooi verhaal verzonnen om<br />
het kind te laten adopteren. De commissie was voor hem en Madeleine had een<br />
moeder. AvW
In het augustusnummer van Peregrino staan reportages over<br />
Sarria, "de belangrijkste stadje van de camino in de provincie<br />
PEREGRINO LU~O'', en omgeving. Verder: een kort verslag van het congres<br />
in Zamora, artikelen over "Le vin et le chemin de Saint-<br />
1<br />
BOLETIN Jacques" en het project "Oikoten". Een kort, triest berichtje:<br />
<strong>DE</strong>L CAMINO uit dat prachtige kerkje van Vilar de Doñas (Palas de Rei) is<br />
<strong>DE</strong> SANTIAGO het 18de-eeuwse beeld van Antonius gestolen. Verder zal er<br />
in 1993 in het planetarium van La Coruña een project over<br />
de sterrenweg en de camino worden gehouden.<br />
In nummer 22 (noviembre 1991) gaat de reportage over Frómista. Verder een<br />
kort bericht over het heilige jaar in <strong>Santiago</strong> de Compostela, dat -volgens de<br />
redactie van Peregrino- zijn oorsprong vindt in de 12de eeuw. Het heilige jaar<br />
van <strong>Santiago</strong> zou ouder zijn dan dat van Rome. Is de redactie op de hoogte van<br />
het artikel van Bernhard Schimmelpfennig (in Journal of Medieval History 1978)?<br />
Deze auteur plaatst het eerste heilig jaar in <strong>Santiago</strong> in de 15de eeuw (zie ook<br />
M. Madou in haar nieuwste boek Het verhaal van de heilige Jabocus, p. 105).<br />
Verder lezen we in de rubriek "En torno al Año Santo" dat de stad <strong>Santiago</strong> de<br />
Compostela zich nu al voorbereidt op een stroom van toeristen-pelgrims door te<br />
denken aan verbetering van de toegangswegen en aan vergroting van vliegveld<br />
en RENFE-station. Ook slaap-accomodatie moet worden uitgebreid: nieuwe hotels<br />
en campings. Op de Monte do Gozo worden centros de acogida gebouwd.AvW<br />
Het Editorial is getiteld "Problemen en oplossingen". Doordat de camino ook<br />
ongewenste belangstellenden in de pelgrimsverblijven aantrekt, blijkt vriendelijke,<br />
maar besliste "controle" noodzakelijk. Op de opiniepagina pleit de heer<br />
Angel Luis Barreda Ferrer, coordinador de las Asociaciones Jacobeas de Esparia,<br />
voor het behoud van stilte en rust op de belangrijkste delen van de oude<br />
voetweg. De camino mag niet beheerst worden door terreinwagen- of volgwagentoerisme.<br />
"Aan de kant van de weg": deze rubriek bevat bespiegelingen van een<br />
denkbeeldige voetpelgrim. Zal hij niet te laat in de refugio aankomen en zijn<br />
plaats bezet zien door een automobilist?<br />
Nieuwe of vernieuwde refugio's: Azofra (16 personen), Hospital de Orbigo (gedeeltelijk<br />
af), El Burgo Ranero (30 personen), ook de buurtgemeente Calzadilla<br />
de los Hermanillos, Villadangos del Páramo. Goed nieuws dus voor de pelgrim,<br />
tenminste als hij niet te laat aankomt. ...... G.J. van Lent<br />
Het abonnement op Peregrino is te verkrijgen door storting van f 36,OO op<br />
postrekening 291.82.79 (Postbank Arnhem) t.n.v. G.J. van Lent, Brussel.<br />
In de Bulletin of the Confraternity of Saint James somt<br />
(nummer 37) Ian Tweedie in "The Saint in Rome" enkele<br />
Jacobussen in Rome (Giacomo) op, zoals het 19de-eeuwse<br />
fresko in de koepel van de S.Giacomo in Augusta en een<br />
Matamoros in de kerk van de Madonna del Sacro Cuore<br />
(vroeger S. Giacomo degli Spagnoli). Natuurlijk Jacobus tussen<br />
de apostelen in de Sint Pieter, de SS Apostoli etc. In nummer<br />
39 (June 1991) wordt aandacht besteed aan de pelgrimage van<br />
Willem Wey aan <strong>Santiago</strong> de Compostela in 1456. AvW<br />
De Amerikaanse Newsletter of the Friends of the Road to <strong>Santiago</strong> (5 pagina's)<br />
is een nieuwe loot aan de internationale Jacobus-"boom". Inl.: Dr. Maryjane<br />
Dunn-Wood, e.d., 517 So. Happy Hollow Blvd., Omaha, NE 68106, U.S.A.<br />
Van 6 tot 11 juli 1992 wordt in de omgeving van Madrid een congres gehouden<br />
met als thema Camineria Hispánica. Niet alleen de camino de <strong>Santiago</strong> maar ook<br />
andere historische wegen en routes in Spanje staan centraal. Uiteraard ook
aandacht (het is immers 19921) voor de N- en Z-Amerikaanse wegen. Een<br />
foldertje is te verkrijgen bij het Secretariaat van het Genootschap: Frank<br />
Claessen, Raaimoeren 31, 4824 KA Breda.<br />
Compostella, tijdschrift van het Centro Italiano di studi<br />
Compostellani (Via del Verzaro 49, 1-06100 Perugia), nummer<br />
8 (ottobre 1991) is acht pagina's dik. In het artikel "<strong>Santiago</strong><br />
in America" wordt verteld dat Diego de Losada op 25 juli<br />
1567 de hoofdstad van Venezuela stichtte: <strong>Santiago</strong> de León<br />
de Caracas. Onderzoek naar de naamgeving leert dat <strong>Santiago</strong><br />
werd gekozen ter herinnering aan de beschermer van Spanje,<br />
León naar het gebied waar de stichter vandaan kwam.<br />
De origine van Caracas is inheems. Enkele leden van de familie Losada waren<br />
ridders in de Orde van <strong>Santiago</strong>. In het stadswapen van Caracas zijn nog San-<br />
tiago-herinneringen te zien: de schelp en het Jacobuskruis. Verder meldt de<br />
redactie de noodzaak van restauratie van het kerkje van San Giacomo (= Jaco-<br />
bus) van Cerreta in de gemeente Belgioioso (Pavia).<br />
LOSSE FLOD<strong>DE</strong>RS<br />
Het beeldje, dat mevrouw A. de Jong-van Hinte op de najaarsvergadering in<br />
Franeker toonde (zie ook p. 145), kan op verzoek worden geleverd voor f 100,OO.<br />
Inlichtingen: telefoon 04192-14925.<br />
OPROEP: Aan allen die dit jaar (of eerder) hun compostellana hebben.mogen<br />
ontvangen, verzoeken wij, voor zo ver dit nog niet gebeurd is, een fotocopie te<br />
sturen naar de secretaris binnenland zodat hij in het volgend nummer een<br />
overzicht kan geven. N.J. Zijp, Marsdiepstraat 512, 1784 AZ Den Helder.<br />
In het kader van uw goede voornemens voor het nieuwe jaar kunt u natuurlijk<br />
alvast uw contributie voor 1992 betalen door overmaking van minimaal f 30,OO<br />
(huisgenoten f 20,OO) op postbankrekening (giro) 515.11.46 of bankrekening<br />
48.48.85.693 t.n.v. het Nederlands Genootschap van Sint-Jacob te Rotterdam.<br />
Als U een pelgrimspaspoort wilt hebben voor uw tocht naar <strong>Santiago</strong><br />
de Compostela, dan kunt u dat bestellen via het bestelformulier;<br />
gegevens vindt u op pagina 69 van <strong>DE</strong> <strong>JACOBSSTAF</strong> nummer 10.<br />
Vraag uw pelgrimspaspoort ZO TIJDIG MOGELIJK aan.<br />
ZOEKERTJES<br />
Wie weet het nieuwe adres van:<br />
Mw. A. Duyvestein, oude adres: Noorderstraat 97, Dieren<br />
Graag doorgeven aan LE<strong>DE</strong>NADM., Marsdiepstr. 512, 1784 AZ Den Helder<br />
Wie zou mij kunnen helpen aan een exemplaar van de bloemlezing<br />
Lof van de Pelgrimstocht door Dom. Anselm Hoste, in 1968 uitgege.ven<br />
door Desclée-De Brouwer, St.Pietersabdij, Steenbrugge?<br />
Wim Bettonvil, Antoon der Kinderenlaan 8, 5212 AA Den Bosch<br />
telefoon: 073-135215
Maastricht 20-22 september 1991<br />
Dit najaar werd voor de tweede keer een internationale pelgrimsreunie georga-<br />
niseerd door het Nederlands Genootschap van Sint-Jacob. Evenals de vorige<br />
keer, in 1989, werd vooraf royaal reclame gemaakt voor deze gebeurtenis: alle<br />
buitenlandse genootschappen werden aangeschreven, op diverse punten langs de<br />
camino werden inschrijfformulieren neergelegd en ook in <strong>DE</strong> <strong>JACOBSSTAF</strong> bleef<br />
het onderwerp niet ongemoeid. Niettemin schreven zich slechts 27 deelnemers in.<br />
Voor de organisatie was dit geen argument om de bijeenkomst niet door te laten<br />
gaan. Deze 27, afkomstig uit Nederland, België, Duitsland, Frankrijk en Enge-<br />
land, zouden dan ook krijgen waarvoor zij gekomen waren.<br />
Het programma bood ruime mogelijkheden om met elkaar van gedachten te wis-<br />
selen over wat de tochten naar <strong>Santiago</strong> aan de deelnemers hadden geschonken.<br />
Dat het daarbij uiterst gezellig kon zijn, bleek wel uit het feit dat 's avonds de<br />
laatste aanwezigen in de bar steeds pelgrims waren.<br />
Het culturele aspect van de ontmoeting werd verzorgd door de heer J. van<br />
Rensch, lid van ons genootschap en werkzaam bij het gemeentearchief van<br />
Maastricht. H4 hield op zaterdagmiddag een lezing over Maastricht als pelgrims-<br />
stad, waarin zowel aandacht was voor pelgrims naar de heilige Servatius als<br />
voor pelgrims naar de heilige Jacobus. Daarna vertelde de heer Schijns uit<br />
Herve (B) over de inspanningen van het Waals Genootschap om een pelgrims-
oute door België te bewegwijzeren. Hij vroeg, en kreeg, medewerking om<br />
onderzoek te doen naar een koppeling van Nederlandse en Belgische pelgrims-<br />
route beschrijvingen. U kunt hierover lezen op deze pagina.<br />
Op zaterdagavond was er een eucharistieviering in de Servaasbasiliek, waarbij<br />
tijdens de inleiding de aanwezige pelgrims in vier talen welkom werden geheten.<br />
Zondagmorgen vond, onder leiding van de heer van Rensch, een rondleiding<br />
plaats door de schatkamer van de Servaas, waarbij de inhoud van de lezing van<br />
zaterdag nog eens extra werd geïllustreerd. Zo weten wij nu, dankzij een<br />
schilderij met als titel "De Maagschap van Maria", dat de heiligen Servatius en<br />
Jacobus familie van elkaar zijn!<br />
Na de lunch namen de deelnemers afscheid van elkaar, tevreden over het<br />
weekend en misschien wel nieuwsgierig of een dergelijke bijeenkomst ooit nog<br />
eens zal worden georganiseerd. FC<br />
Jacobswegen in België<br />
In het verslag van het pelgrimsweekend in Maastricht hebt u kunnen lezen dat<br />
de heer Schijns van het Waals Genootschap uitleg gaf over de aanduiding van<br />
mogelijke pelgrimsroutes door Wallonië. Onderstaande tekst van zijn hand<br />
vertelt u daar het fijne van.<br />
In zijn plechtige Verklaring van 23 oktober 1987, de Verklaring van <strong>Santiago</strong> de<br />
Compostela, heeft de Raad van Europa de Jacobus-wegen uitgeroepen tot Euro-<br />
pese culturele route en stelt de Raad voor deze wegen nieuw leven in te blazen.<br />
De raad doet een beroep op bestuurders, instellingen en burgers om de ontslui-<br />
ting van de Jacobswegen in het gehele Europese grondgebied voort te zetten.<br />
Het aanleggen van autowegen en TGV-lijnen, de buitensporige mechanisatie van<br />
de landbouw en de ruilverkaveling hebben weinig heel gelaten van de oude<br />
wegen die Europa vroeger doorkruisten.<br />
Voor de hedendaagse pelgrim is het niet eenvoudig een route uit te stippelen<br />
die niet te veel afwijkt van de oude pelgrimswegen, die hem daarentegen niet<br />
door het drukke verkeer laat lopen, maar hem toch een zekere kalmte en rust<br />
garandeert.<br />
In België heeft men verschillende initiatieven ontplooid met het doel een<br />
geschikte route uit te stippelen voor aanstaande pelgrims. Ik wil nu in het<br />
bijzonder ingaan op op het werk van de Touristische Dienst van de provincie<br />
Namen.
Ten behoeve van de pelgrims te voet heeft men twee routes door deze provincie<br />
uitgetekend: de eerste leidt van Andenne (op de grens met de provincie Luik)<br />
naar Givet op de Belgisch-Franse grens, een traject van 94 kilometer; de tweede<br />
gaat van Barveaux naar Givet en beslaat ongeveer 77 kilometer.<br />
Ter plekke zijn de routes helemaal aangegeven door middel van de hierbij aan-<br />
gegeven afbeelding, die bestaat uit een gestyleerde Jacobsschelp en een pijl.<br />
Omdat ze helder rood op een witte achtergrond zijn afgebeeld, zult u ze mak-<br />
kelijk herkennen (p. 142).<br />
Net zoals bij de GR-routes bestaat er naast deze aanduiding een tweetal boekjes<br />
waarin de pelgrim behalve de routebeschrijving ook praktische en historische of<br />
culturele informatie kan vinden, geschreven volgens het principe van de "topo-<br />
guides" van de GR. Deze twee boekjes kan men voor de prijs van 100 Belgische<br />
franken + verzendkosten verkrijgen bij de<br />
Fédération du Tourisme de la Province de Namur<br />
Rue Notre-Dame, 3<br />
B-6000 NAMUR<br />
tel. 09.32.81/22.29.98<br />
Als aanvulling hierop heeft het Waals Genootschap deze beschrijving uitgebreid<br />
tot de provincie Luik. Aldus is nu een Jacobsweg ter plaatse helemaal aange-<br />
geven vanaf enerzijds Aken (voor de Duitse pelgrims) en anderzijds Visé (voor
Chemin de<br />
SI-Jacques de Compostelle<br />
de Nederlandse pelgrims) via<br />
Luik en Huy tot Andenne,<br />
waar die aansluit op de door<br />
de provincie Namen uitgezette<br />
route. Genoemde provincie<br />
heeft toestemming gegeven dat<br />
"haar" bordjes ook buiten haar<br />
grondgebied worden gebruikt.<br />
Voortaan beschikken de pel-<br />
grims te voet over een vol-<br />
ledig aangegeven weg van de<br />
Duitse en de Nederlandse<br />
grens in het oosten van België<br />
tot aan de Franse grens. Onze<br />
vereniging bereidt ook een<br />
routebeschrijving voor voor<br />
het traject in de provincie Luik. Ik wijs erop dat dit slechts een eerste route<br />
is, bestemd voor pelgrims op weg naar Parijs.<br />
Andere taken liggen nog voor ons, in het bijzonder de weg die in rechte lijn<br />
naar het zuiden gaat, naar Vézelay, door de Belgische Ardennen. Dit werk is op<br />
schitterende wijze voorbereid in een zojuist verschenen boek van de hand van<br />
Léon Marquet, getiteld Voies des pélerins et chemins de Saint Jacques de<br />
Compostelle a travers lfArdenne (meer dan 200 pagina's, uitvoerig geïllustreerd<br />
en verkrijgbaar bij de auteur, L. Marquet, boulevard de Guérets 18, B-4900 SPA,<br />
voor 500 Belgische franken + verzendkosten).<br />
Ik denk dat deze initiatieven, hoe beperkt ze ook zijn, een antwoord zijn op de<br />
uitnodiging van de Raad van Europa en ik hoop van harte dat ze herhaald zul-<br />
len worden aan beide zijden van de Belgische grenzen.<br />
ZOEKERTJE<br />
Georges Schijns [vert.: FC1<br />
l t<br />
Wie wil de tocht van Nederland naar <strong>Santiago</strong> meelopen in het voor-<br />
jaar van 19921<br />
Gerard Boerrigter (62 jaar), W. Royaardsstraat 90, 7558 RZ Hengelo<br />
telefoon: 074-774159
Franeker 9 november 1991<br />
Omdat het bestuur van het Genootschap de verschillende regio's verzocht heeft<br />
mee te werken aan de organisatie van jaarvergaderingen en omdat de regio<br />
Friesland gretig op dit verzoek is ingegaan, trekken 149 leden en belang-<br />
stellenden door guur herfstweer naar Franeker. Vanaf half 10 worden zij met<br />
koffie en OraNekoek ontvangen in het op historische grond gelegen hotel<br />
restaurant De Doelen. De zaal biedt maar net genoeg plaats en de sfeer is vanaf<br />
het eerste moment uiterst hartelijk en gezellig.<br />
Om exact 11 uur opent de voorzitter de ledenvergadering met een toespraak,<br />
deels in het Fries, waarin h4 zijn dank uitbrengt aan de organisatoren van deze<br />
dag en nogmaals uitlegt waarom het gezelschap zich zo ver in het noorden van<br />
het land bevindt.<br />
Onder de ingekomen stukken van deze vergadering bevinden zich positieve en<br />
negatieve verrassingen. Allereerst is er de schenking aan het bestuur van twee<br />
flessen wijn, met op het etiket in grote letters: Saint-Jacques. Daarna wordt de<br />
tekst van een ansichtkaart uit <strong>Santiago</strong> voorgelezen waaruit blijkt dat de dames<br />
van Vroenhoven uit Best en Denekamp uit Haaren op 4 november zijn aange-<br />
komen. Helaas moet er ook melding worden gemaakt van een telefoontje van<br />
mevrouw Bijl uit Schiedam die, op weg naar Franeker, is gevallen en haar pols<br />
heeft gebroken.<br />
Tenslotte is er nog een mededeling van mevrouw Traa uit Eindhoven die onlangs<br />
in <strong>DE</strong> <strong>JACOBSSTAF</strong> een oproep heeft gedaan om medelopers te vinden, maar<br />
alle reacties hierop is kwijtgeraakt. Zij verzoekt "reflectanten" nogmaals te<br />
reageren, hetgeen in de zaal prompt een keer gebeurt.<br />
Bij het agendapunt 'Bestuurssamenstelling' meldt de voorzitter dat het bestuur<br />
de heer Hans Gigengack heeft verzocht om de komende tijd met de penning-<br />
meester "mee te lopen" bij het verwerken van de financiële feiten. Dit met het<br />
doel de heer Gigengack in het voorjaar te kunnen voordragen als opvolger van<br />
de heer van der Werff.<br />
Deze neemt vervolgens zelf het woord om uitleg te geven bij de "najaarsnota".<br />
Hij doet een oproep tot de aanwezigen om zitting te nemen in de kascommissie<br />
en vindt daartoe de heren van Stratum en Hades bereid.<br />
Tijdens de rondvraag maakt Tine Hulsebosch melding van een prachtig fotoboek<br />
dat zij gekocht heeft bij boekhandel Gonzalez in de Rua de Villar. Gerard<br />
Bogers herhaalt zijn in <strong>DE</strong> <strong>JACOBSSTAF</strong> gedaan verzoek om medelopers voor
zijn geplande tocht. Annemarie Roebert meldt dat zij onderzocht heeft of het<br />
mogelijk is in 1993 een boottocht naar <strong>Santiago</strong> te organiseren, maar dat dit<br />
nog geen resultaat heeft opgeleverd. Van verschillende kanten wordt zij erop<br />
gewezen dat men bij andere genootschappen daarmee doende is. Adrie Dik<br />
vertelt dat zij onderweg een Schot was tegengekomen die zo'n praktisch, door<br />
het Engels genootschap uitgegeven boekje bij zich had, waarin veel informatie<br />
over de weg van de Pyreneeën tot <strong>Santiago</strong> stond. Nu blijkt dat een van onze<br />
leden, de heer van Mijl uit Tilburg, dit werkje heeft vertaald en aangevuld. Zijn<br />
zoon heeft vervolgens deze tekst ingetikt en deze Nederlandse versie wordt ter<br />
plaatse, in Franeker, ten doop gehouden (meer informatie elders in dit nummer<br />
p. 169). Mevrouw Dik heeft onderweg ook een fraai uitgevoerde stempelkaart<br />
gezien. De voorzitter antwoordt hierop dat het Nederlands genootschap afgezien<br />
heeft van het vervaardigen van aparte stempelboekjes. Het genootschap levert<br />
bij de pelgrimspassen een vel briefpapier waarop de genootschapsstempel is<br />
gezet en dat plaats biedt aan een flinke hoeveelheid stempels. De voorzitter<br />
wijst er nog eens op dat de essentie van het pelgrimeren niet het verzamelen<br />
van stempels is.<br />
Mark van Baars uit zijn ongerustheid over de steeds groter wordende drukte op<br />
de camino en pleit voor het maken van een tocht van Sevilla naar <strong>Santiago</strong>. Hij<br />
krijgt als antwoord dat, mede in verband met het komende Heilig Jaar en de<br />
daarmee gepaard gaande toeristische promoting van de camino de verschillende<br />
Europese genootschappen hun bezorgdheid hebben uitgesproken over de verre-<br />
gaande commercialisering van de camino. Dit punt zal tijdens een binnenkort te<br />
houden congres dan ook grote aandacht hebben. Tenslotte kondigt Ruud Harmsen<br />
een binnenkort te houden vergadering van de regio Nijmegen aan.<br />
Tijdens de Pelgrimsparade vertelt Tine Hulsebosch over de door haar onder-<br />
nomen tocht die nogal wat vervelende vragen van Spanjaarden opriep over het<br />
feit dat zij alleen was.<br />
De geplande inleiding op een tentoonstelling over Jacobswegen vanuit Noord-<br />
Nederland wordt, wegens ziekte van Erwin Koster, overgenomen door de heer J.<br />
van de Wal. Als een soort inleiding op zijn 's middags te houden lezing vertelt<br />
hij over de problemen bij het onderzoek naar oud-christelijke tradities. De<br />
spaarzame schriftelijk bronnen in Friesland hebben veel te lijden gehad van<br />
overstromingen en de voortvarendheid waarmee de Friezen de reformatie hebben<br />
aangepakt. En passant maakt hij nog even duidelijk dat uit de resterende bron-<br />
nen kan worden opgemaakt dat Bonifacius eerder door Groningers dan door
Friezen zal zijn vermoord. Hij gaat<br />
eveneens in op het historich karakter<br />
van de plaats waar wij ons bevinden. De<br />
Doelen was eertuds het "stamcafé" van<br />
de schutterij Sint Christoffel. Deze<br />
heilige werd vereerd op dezelfde dag als<br />
de heilige Jacobus. Ook werd er in<br />
Franeker in vroeger tijden recht gespro-<br />
ken en dat geschiedde op het plein<br />
waaraan De Doelen en de Martinikerk<br />
gelegen zijn. Franeker was tenslotte een<br />
plaats waar men op 25 juli een volle aflaat kon verdienen.<br />
Er is daarna ruim tijd voor de lunch. Vele aanwezigen maken hiervan gebruik<br />
om inkopen te doen: kruidkoek op de markt voor De Doelen, boeken van uitge-<br />
verij Conserve in de zaal of een van de artikelen die het genootschapswinkeltje<br />
te bieden heeft. Ook is er bewondering voor het beeldje van een pelgrim, dat<br />
gedurende de gehele vergadering op de bestuurstafel prijkt en dat gemaakt is<br />
door mevrouw de Jong-van Hinte (zie ook p. 138).<br />
Om kwart voor twee zit iedereen weer op zijn stoel voor een anderhalf uur<br />
durende lezing van de heer Van de Wal. De inhoud van minstens vier diasledes<br />
verschijnt voor de ogen van enthousiaste zaal die een in hoog tempo verteld<br />
verhaal aanhoort over de geschiedenis van Jacobus en Friesland, over de symbo-<br />
len van de rechtspraak en de oogst en dat eindigt met Studio Sport en de<br />
kaatswedstrijden georganiseerd door de PC. Het niet ophoudende applaus om<br />
kwart over drie drukt de waardering uit voor een gedreven spreker die zijn<br />
gehoor tot de allerlaatste seconde heeft weten te boeien.<br />
Maar dit is nog niet het einde van een uitstekend verlopende dag. Het<br />
gezelschap begeeft zich naar de aan de overkant gelegen Martinikerk, waar<br />
allereerst de op de pilaren geschilderde heiligen moeten worden bewonderd.<br />
Hieronder bevindt zich ook een Jacobus. Nadat iedereen is gaan zitten zingt de<br />
Harlinger Kantorij een aantal liederen, waaronder Stella Splendens.<br />
Een waardiger afsluiting van zo'n prachtige dag is niet denkbaar. Het licht van<br />
de middagzon dat dwars door de kerk schijnt, perfect gezongen pelgrimsliederen<br />
en daarbij het uitzicht op een zeer fraai gotisch bouwwerk. Tesamen een van de<br />
bijdragen van een memorabele dag in de geschiedenis van het Nederlands<br />
Genootschap van Sint-Jacob. A.F.M.W.L. Claessen
UIT <strong>DE</strong> REGIO'S<br />
REGIO AMSTERDAM<br />
Contactpersoon: Janna Baaijers, Geerdinkhof 35, 1103 PP Amsterdam, telefoon:<br />
020-6996173.<br />
Mevrouw Baaijers heeft belangstelling voor het medeorganiseren van regio-<br />
activiteiten in Amsterdam en omstreken. Zij zoekt belangstellenden om samen<br />
iets op touw te zetten.<br />
REGIO GRONINGEN<br />
Contactpersoon: Thom Oosterhof, Mozartstraat 31, 9722 EB Groningen,<br />
telefoon: 050-255144.<br />
De heer Oosterhof heeft belangstelling voor het medeorganiseren van regio-<br />
activiteiten in Noord-oost-Nederland. Een van de eerste activiteiten zal zijn om<br />
in samenspraak met de regio Oost-Nederland de grens tussen beide gebieden<br />
vast te stellen. Hij zoekt belangstellenden om samen iets op touw te zetten.<br />
REGIO FRIESLAND<br />
Contactpersoon: C.P.J. Meijer, Mauritsplein 31, 8931 DL Leeuwarden<br />
Zondag 1 september hield de regio Friesland haar halfjaarlijkse bijeenkomst. Dit<br />
evenement wordt beurtelings bij de leden thuis georganiseerd, deze keer bij<br />
Joke en Clemens de Jong in Ysbrechtum. Onder het genot van een kopje koffie<br />
en later een glaasje Spaanse wijn kwamen de belevenissen van het verstreken<br />
halfjaar ter sprake en al gauw bleek dat ieder van de aanwezigen de nodige<br />
bemoeienissen met de aloude apostel Jacobus had gehad. Toos en Sjaak Blok<br />
hadden gelopen en wel de GR 65 vanaf Cahors. Ze waren tot aan Pamplona ge-<br />
komen, de stad vanwaaruit ze in 1990 naar <strong>Santiago</strong> waren vertrokken. Clemens<br />
de Jong was per fiets tot aan Vezelay gekomen. De familie Lieftinck had in de<br />
"Hautes Pyrenees" o.a. monumenten bezocht die met het pelgrimeren naar St.<br />
Jacob te maken hebben. Cecile Meijer vertelde met veel enthousiasme over de<br />
door haar zelf uitgestippelde route van Maastricht tot aan Bouillon, ze'had<br />
gedurende de tocht geweldig leuke en fijne ontmoetingen gehad. Cees Visser was<br />
met echtgenote in <strong>Santiago</strong> geweest. Ze hadden per auto plaatsen bezocht waar<br />
Cees twee jaar geleden per fiets was geweest. Jan van der Wal tenslotte had<br />
getracht Sint Jacobus in de nieuwe wereld te zoeken en was naar Jamaica<br />
gereisd. Columbus die dit eiland in 1494 ontdekte gaf het destijds de naam<br />
<strong>Santiago</strong>, de Engelsen hebben die naam later weer teruggedraaid. Jan had op
Jamaica nog de thans anglicaanse kathedraal bezocht maar van een Jacobus-<br />
traditie was geen sprake. Clemens de Jong<br />
REGIO BOLLENSTREEK - RIJNLAND<br />
Contactpersoon: C.G. van Tongeren, Pijlkruidstraat 16, 2215 GE Voorhout,<br />
telefoon: 02622-31 147<br />
In <strong>DE</strong> <strong>JACOBSSTAF</strong> nr 11 is uitvoerig ingegaan op de positie van Haarlem als<br />
Jacobsstad. Op zaterdag 19 october zijn een twintigtal leden in Haarlem bij<br />
elkaar geweest voor een bezoek aan de Jacobalia in het Frans Halsmuseum en<br />
voor een wandeltocht langs een aantal hofjes. In het museum heeft de conser-<br />
vator, dr. P. Biesboer een toelichting gegeven op het zilver van het Sint<br />
Jacobsgilde zoals de zilveren bekers, het schild van de knecht etc., dat in het<br />
museum in de normale collecties is tentoongesteld. Speciaal voor deze gelegen-<br />
heid was een groot schilderij (door De Bray) uit 1663 uit de opgeborgen<br />
collecties gehaald, voorstellende een regenten gezin met enkele gasten, dat tot<br />
het bezit van het Sint Jacobs Godshuis heeft behoort en sinds 1864 in het bezit<br />
van het museum is. Als motto stond op het schilderij: laat de kleinen tot mij<br />
komen en een opwekking tot gedachtenis aan de ouders: Sinite parvulos venire<br />
ad me, Memores estote parentum vestrorum. Tot de schatten van het Gilde<br />
behoort ook een houten beeldje van Sint Jacob uit het midden van de 17e eeuw,<br />
ca 50 cm hoog. Dit was speciaal voor dit bezoek uit de kluis te voorschijn<br />
gehaald; normaliter komt het eens per jaar te voorschijn en het siert dan<br />
-evenals de genoemde zilveren voorwerpen- de tafel ter gelegenheid van de<br />
jaarmaaltijd van de Gildebroeders.<br />
Op zondag 19 januari, 13.00 uur, willen we gezamenlijk een bezoek brengen aan<br />
de tentoonstelling Naar Jeruzalem: de dure reis van een middeleeuwse graaf, zie<br />
<strong>DE</strong> <strong>JACOBSSTAF</strong> 9 (p. 37 en dit nummer p. 172 en 180). Verzamelen om 13.00<br />
uur in de hal van het Rijksmuseum van Oudheden, Rapenburg in Leiden. (Er<br />
worden geen convocaties gezonden.)<br />
Op zaterdag 7 maart, 10.30 uur, willen we een bijeenkomst houden in het<br />
Broederhuis "Nieuw Schoonoord", Leidsevaart 2, te Voorhout. (Convocatie met<br />
programma wordt toegezonden.) , Bert Roebert<br />
REGIO OOST NE<strong>DE</strong>RLAND<br />
Contactpersoon: A. van Gessel, Enschedesestraat 116, 7661 ES Hengelo<br />
Op 25 october kwamen twintig leden uit de regio Oost bij elkaar in Lochem.<br />
Marc van Baars vertoonde dia's, gemaakt tijdens zijn voettocht naar <strong>Santiago</strong> de<br />
147
Compostela in 1990. Opvallend waren daarbij het grote aantal dia's van kleine<br />
details van zowel kunstwerken als ook van alledaagse dingen langs de weg. Hier<br />
was duidelijk dat de maker met grote kunstzinnige aandacht zijn onderwerpen<br />
koos. Zijn vak, edelsmid, zal daar wel niet vreemd aan zijn. Mede door de<br />
gastvrijheid van Linda en Marc van Baars, die voor een hapje en een drankje<br />
hadden gezorgd, was het een geslaagde avond. Het was over twaalven toen ieder<br />
huiswaarts ging. AVC<br />
Wie hoort bij regio Oost Nederland?<br />
Zoals ook in de Jacobsstaf 10 al vermeld werd, denken wij in het oosten na<br />
over de grenzen van de regio. Waarom willen wij zo graag een duidelijke regio-<br />
afbakening. Het antwoord is: om organisatorische redenen. Bij een groot gebied<br />
(dus veel deelnemers) is een goede organisatie noodzakelijk. Denk daarbij aan de<br />
vergaderruimte, eventuele voorzieningen zoals koffie en een wat strakker gere-<br />
gisseerd programma en verzenden van de nodige convocaties. Als wij de IJssel<br />
als westgrens kiezen ligt het potentieel aan mogelijke deelnemers al in de buurt<br />
van 50 a 60 personen. Het noorden komt ons letterlijk en figuurlijk een beetje<br />
tegemoet omdat er waarschijnlijk ook een Regio Groningen komt, zoals op de<br />
vergadering van het Genootschap in Franeker bleek.<br />
Om echter een indruk te hebben van het werkelijke aantal geïnteresseerden<br />
voor bijeenkomsten van de regio Oost Nederland, willen wij als volgt te werk<br />
gaan. Volgend jaar, 1992, in de tweede helft van maart, houden we een<br />
bijeenkomst in Hengelo. Onderwerp is nog niet bekend en de locatie hangt van<br />
het aantal deelnemers af. Wie in principe belangstelling heeft om deze<br />
bijeenkomst te bezoeken wordt verzocht dit vóór het einde van dit jaar (1991)<br />
te melden -liefst schriftelijk- op bovengenoemd contactadres. U krijgt dan van<br />
ons een definitieve uitnodiging. Gé Westgeest/Ton van Gessel<br />
REGIO LIMBURG<br />
Contactpersoon: Chr. Janssen, Eurenderweg 107, 6417 PA Heerlen, telefoon:<br />
045-41 9406<br />
De heer Chr. Janssen deelt het bestuur het volgende mede: "Gaarne wil ik het<br />
volgende onder uw aandacht brengen. Ik heb in de afgelopen jaren met veel<br />
belangstelling en inzet mijn functie als contactpersoon voor de regio Zuid-<br />
Limburg vervuld. In verband met veranderde omstandigheden wil ik deze functie<br />
per 1 januarie 1992 neerleggen. Wilt u deze mededeling kenbaar maken met een<br />
oproep om een plaatsvervang(st)er?"<br />
148
REGIO <strong>DE</strong>N HAAG<br />
Contactpersoon: Geertruy van Traa, Elia Kazanstrook 104, 2726 VG Zoeter-<br />
meer, telefoon: 079-425344 en Janneke Kootte-v.d. Heuvel,<br />
Parkweg 137, 2271 AH Voorburg<br />
REGIO NIJMEGEN<br />
Contactpersoon: Ruud Harmsen, Vizier 5, 6641 HJ Beuningen, telefoon: 08897-<br />
71183<br />
REGIO MID<strong>DE</strong>N NE<strong>DE</strong>RLAND (Het Gooi, provincie Utrecht minus stad Utrecht)<br />
Contactpersoon: Hanny Pouderoyen, Fazantenkamp 576, 3607 DG Maarssen-<br />
broek, telefoon: 03465-69133<br />
REGIO TILBURG<br />
Contactpersoon: E.C.C.M. van Helmond-van Berkel, "Leyehorst", Gemullehoekenweg<br />
14c, 5062 CD Oisterwijk, telefoon: 04242-16582<br />
REGIO 's-HERTOGENBOSCH - OSS<br />
Contactpersoon: Annemarie Roebert, Ridderstraat<br />
45, 5342 AK Oss,<br />
telefoon: 04120-40677<br />
REGIO BREDA<br />
Contactpersoon: A. Claessen, Raaimoeren 3 1,<br />
4824 KA Breda<br />
REGIO NOORD-HOLLAND BOVEN HET Y<br />
Contactpersoon: Mieneke Jas, Grote Noord 3,<br />
1621 KD Hoorn,<br />
telefoon: 02290- 15210<br />
MET <strong>DE</strong> FIETS NAAR SANTIAGO<br />
Wanneer de eerste gedachten aan een pelgrimstocht bij mij zijn opgekomen,<br />
weet ik niet meer. Eind 1988 of begin 1989 hoorde ik een gesprek op de radio<br />
van een pelgrim die lopend naar <strong>Santiago</strong> was gegaan. Het boeide me zeer. Na<br />
een telefoontje met de omroep kwam ik er achter dat er zoiets als een<br />
Jacobsvereniging bestond, waar ik ook lid van ben geworden.<br />
Mijn plan was om met meerdere gelijkgestemden in het voorjaar 1990 per fiets<br />
te vertrekken. Ik plaatste een zoekertje in <strong>DE</strong> <strong>JACOBSSTAF</strong>, maar ik kreeg<br />
helaas geen respons. Achteraf gezien was ik in 1990 ook niet in staat geweest<br />
om de reis te ondernemen. Medio 1990 reageerde ik op een zoekertje in <strong>DE</strong><br />
<strong>JACOBSSTAF</strong>; dat is het niet geworden. Na de Jacobusvergadering in Venray<br />
ontmoette ik in de trein twee mensen, die bezig waren aan de voorbereidingen<br />
voor een fietstocht voorjaar 1991. Zij maakten deel uit van een grotere groep.<br />
149
Uiteindelijk ben ik bij deze groep van ongeveer elf geïnteresseerden terecht<br />
gekomen. Naar mate de voorbereidingen vorderden vielen er steeds meer af. We<br />
zijn uiteindelijk met z'n vieren vertrokken op 11 mei 1991. Vier min of meer<br />
vreemden voor elkaar, met een gemeenschappelijk doel "op naar <strong>Santiago</strong>". Het<br />
was een sprong in het duister. Toen ik vertrok had ik, ondanks dat ik de<br />
laatste twee maanden 1000 km had getraind, een slechte psychische en fysieke<br />
conditie. Ik heb zelfs overwogen om helemaal niet mee te gaan. In eerste<br />
instantie was mijn doel niet <strong>Santiago</strong>, maar de eerste week goed doorkomen en<br />
dat lukte. Bij het verlaten van Parijs langs de Tour St.Jacques voelde ik mij<br />
voor het eerst een <strong>Santiago</strong>-ganger en twijfelde ik er niet meer aan of ik ooit<br />
<strong>Santiago</strong> zou halen.<br />
Het is nu drie maanden geleden, het lijkt overigens veel langer, dat ik thuis-<br />
gekomen ben en als ik mijzelf afvraag wat de tocht mij gedaan heeft dan ben<br />
ik veel vergeten, maar de mooie momenten staan mij nog helder voor ogen en<br />
ik kijk er met plezier op terug; het was toch iets bijzonders.<br />
De hoogtepunten waren de aankomst op het plein voor de kathedraal in <strong>Santiago</strong><br />
en het betreden van de kathedraal. Dat was nog een levende kathedraal, hier<br />
waren nog biddende mensen. Een citaat uit mijn dagboek van 25 juni 1991:<br />
"Bij het bereiken van de stad werd ik ontroerd, dit werd nog heviger bij het<br />
zien en betreden van de kathedraal en het gelukwensen van elkaar. Ik kon mijn<br />
tranen amper bedwingen. De momenten van voorbereiding, het afzien onderweg<br />
en de crisis in mijn leven sedert anderhalf jaar gingen door mij heen. Ik voelde<br />
mij voor het eerst een echte pelgrim, het leek of <strong>Santiago</strong> en de kathedraal mij<br />
toebehoorden, het was of ik thuiskwam van een verre reis, er viel iets van mij<br />
af, het was volbracht. Ik was een beetje trots op mijzelf!"<br />
De rustdag in Estella staat mij ook nog duidelijk voor ogen. Samen met Frans<br />
heb ik de Montejurra beklommen. Het was prettig om nu eens niet te fietsen<br />
maar te lopen. Het was een zware klim, maar boven op de berg lag de beloning.<br />
Wat een uitzicht! ! ! Het was net of Spanje aan je voeten lag en de stilte die er<br />
op zo'n berg heerst. Het is net of alles een andere dimensie krijgt. Je bekijkt<br />
de wereld op een afstand, je maakt er geen deel meer van uit, het heeft iets<br />
heiligs.<br />
De beklimming naar Cruz de Ferro met zijn prachtige afdaling naar Ponferrada.<br />
Ik weet niet of het de mooiste afdaling is, maar voor mij was dat het wel. In<br />
deze afdaling liet ik mij voor het eerste naar beneden vallen. Ik was heel<br />
ontspannen tijdens de afdaling en het leek wel -door alle haarspeldbochten- een
dans. Ik geloof dat ik hier voor het eerst afdalen heb geleerd.<br />
Het samen op weg zijn met z'n vieren met een gemeenschappelijk doel voor<br />
ogen en de gezamenlijke voorbereiding geeft wel een band met elkaar, maar<br />
meer ook niet. Met Frans was het anders, het was meer. Er waren momenten<br />
van ontmoeting, werkelijke ontmoeting en dat deed mij heel goed. Wij zaten op<br />
dezelfde frequentie en spraken elkaars taal.<br />
Samen konden wij een uur naar de maan kijken. Mensen praten soms wel veel<br />
met elkaar, maar er vindt zelden een ontmoeting plaats. Frans was een uit-<br />
zondering; het was me dierbaar.<br />
Al 45 jaar woon ik in het centrum van Amsterdam, geboren en getogen, maar ik<br />
geloof dat ik nooit een echt stadsmens ben. In de vrije natuur voel ik mij het<br />
lekkerst. De momenten van gewoon in het gras zitten langs een beekje of waar<br />
dan ook en alleen maar kijken, luisteren, ruiken en voelen ziJn mij bijgebleven.<br />
Er waren hele mooie momenten bij, soms mis ik ze, vooral de stromende heldere<br />
beekjes met al het leven erin en er omheen.<br />
Misschien heb ik wel 100 kerken en kathedralen bezocht. Soms deed het me<br />
wat, maar soms ook helemaal niet. Ieder bekijkt het met zijn eigen ogen, de<br />
een let hierop en de ander daarop. Ik let op het gevoel wat ik krijg in een<br />
kerk. Soms kon ik mij storen aan anderen hoe zij een kerk bekijken.<br />
Als je met zo'n reis begint, koester je bepaalde verwachtingen. In <strong>DE</strong> JACOBS-<br />
STAF heb ik eens een citaat van een loper gelezen "hoe dichter ik bij <strong>Santiago</strong><br />
kwam, hoe zuiverder mijn lied werd". Erg mooi, maar dat heb ik niet ervaren.<br />
De stilte heb ik gemist, misschien had ik een paar dagen alleen moeten fietsen<br />
of misschien gaan lopen, ik weet het niet.<br />
Onderweg moest ik wel eens aan de pelgrims uit de middeleeuwen denken, nog<br />
nooit hun dorp uitgeweest en dan op weg naar een ver land te voet, zonder<br />
geld, misschien een jaar of langer onderweg zonder al die informatie die wij nu<br />
hebben, nog nooit een berg gezien, nog nooit een Spanjaard ontmoet, met alle<br />
gevaren onderweg, niet wetend of zij ooit terug zouden komen. Die<br />
pelgrimstocht kunnen wij niet meer maken.<br />
Waarom iemand een pelgrimstocht maakt te voet of met de fiets, terwijl de auto<br />
voor de deur staat, ik weet het niet. Soms heb ik zo mijn vermoedens. Ik vraag<br />
het wel eens, omdat het mij boeit, maar vaak krijg ik heel onduidelijke<br />
antwoorden. Misschien weten ze het zelf niet of willen ze het niet weten. Bij<br />
mij was het een vastzitten op welke manier dan ook en het weer op weg gaan,<br />
je eigen levensweg. Jan Meijssen
LANGS <strong>DE</strong> WEG: de draailier<br />
Weer leg ik mijn vijf vingers in de uitgesleten holtes van Jesse's boom. Via het<br />
gave gezicht van de stenen Jacobus wordt mijn blik vastgehouden door de<br />
tronende Christus. Opnieuw sta ik ademloos voor de Pórtico de la Gloria. Zoveel<br />
factoren beïnvloeden het kijken naar dit schitterende romaanse portaal; de<br />
lichtval, het jaargetijde, het rumoer van bezoekers, de orgelmuziek of mijn<br />
eigen humeur. Steeds wisselende omstandigheden en zo ook zie ik nu de Pórtico<br />
met andere ogen. Rond Christus, vergezeld van de vier evangelisten en engelen<br />
die de passie-attributen dragen, maken de vierentwintig oudsten het zich<br />
gemakkelijk. Ze zitten en leunen met hun rug tegen de archivolten. In hun<br />
handen houden ze muziekinstrumenten en (glazen) fiolen. Pal boven Christus'<br />
hoofd kijken de twee middelste baardige ouden elkaar in de ogen. Het is maar<br />
goed dat ze aandacht hebben voor elkaar, want samen bespelen zij één muziek-<br />
instrument.<br />
Het is juist dit instrument dat fascineert. Al enkele jaren werken Ruud Conens<br />
en ik samen met het ensemble Peregrino in verschillende diaconcerten. Bij het<br />
concert met de tocht naar <strong>Santiago</strong> de Compostela als onderwerp bespeelt Sonny<br />
Holsbergen de draailier, die door haar vader werd gebouwd (p. 162) naar een
l9de-eeuws model. Vooral door deze diaconcerten kreeg ik oog voor de draailier<br />
rl in steen langs de camino.<br />
m<br />
RJ<br />
u<br />
INSTRUMENT VOOR TWEE<br />
LI<br />
o<br />
a De vroegste, 12de-eeuwse, afbeeldingen van draailieren zijn niet alleen te vinden<br />
a<br />
r, in de kathedraal van <strong>Santiago</strong> de Compostela (p. 152), maar ook in het nabij<br />
O<br />
O<br />
n gelegen paleis van Gelmirez, en -als we ons even beperken tot de Jacobus-<br />
$ wegen- in Estella en in enkele Franse kerken en kathedralen (bijvoorbeeld in<br />
-4<br />
'n<br />
A Bourges, Chartres, Laon, Parijs).<br />
a,<br />
U<br />
x Het schitterende noord-portaal van de San Miguel in Estella heeft vijf prachtig<br />
a,<br />
c gebeeldhouwde archivolten. Op de binnenste zwaaien zes engelen hun wierook-<br />
-4<br />
a,<br />
3<br />
e,<br />
T 4<br />
z<br />
C<br />
m<br />
vat en op de tweede maken de Oudsten muziek. Ze zitten niet zoals in de<br />
kathedraal van <strong>Santiago</strong> de Compostela óp de halfronde boog, hier in Estella<br />
zitten ze paarsgewijs op bankjes die dwars op de archivolt zijn geplaatst. Het<br />
draailierspelend duo is aan de linkerkant te zien.<br />
m rl<br />
Meestal wordt het organistrum, zoals de draailier toen genoemd werd, bespeeld<br />
4<br />
a,<br />
u<br />
door twee muzikanten. Het instrument rust op hun knieën en bovenbenen. De<br />
V]<br />
w linker speler (vanuit de beschouwer gezien) draait aan de kruk, terwijl de
echter muzikant zich met de toetsen bezig houdt. Uit de houding van de<br />
handen blijkt dat de toetsen in de 12de eeuw op verschillende manieren worden<br />
bediend. De muzikant van de Pórtico de la Gloria lijkt de twaalf (of elf) toetsen<br />
uit te trekken. Of draait hij eraan? Musicologen weten niet met zekerheid of<br />
deze toetsen moeten worden gedraaid of ingedrukt. In Estella zitten de toetsen<br />
zelfs aan de andere kant van het instrument.<br />
DRAAIEN EN DRUKKEN<br />
Genoemde 'stenen' draailieren zijn de vroegste afbeeldingen van het instrument.<br />
Maar zijn dit ook de eerste draailieren? We weten het niet. Naar de 'uitvinder'<br />
van het instrument en de plaats van origine kunnen we alleen maar gissen.<br />
De draailier bestaat uit een klankkast, die verschillende vormen kan hebben;<br />
bijvoorbeeld rechthoekig al dan niet met afgeronde hoeken (p. 1601, luitvormig<br />
(p. 162) of we herkennen duidelijk de acht-vorm bij oudere draailieren (p. 152-<br />
158). Over het bovenblad lopen enkele (drie tot zes) snaren, die tot klinken<br />
worden gebracht door een houten wiel. of rad bestreken met colofonium (soort<br />
hars). Dit wiel is in de klankkast bevestigd met een as. Hieraan zit aan de<br />
buitenzijde van het instrument een kruk. Met de rechterhand draait de muzikant
aan deze zwengel, het wiel draait, de snaren worden aangestreken en tonen<br />
klinken. De draailier van Tonny Holsbergen (p. 162) heeft vier zijsnaren die<br />
zorgen voor de bourdontonen, de ononderbroken (zolang natuurlijk de muzikant<br />
aan zijn kruk draait!) begeleidingstonen. Twee snaren lopen door het lang-<br />
werpige toetsenkastje en door het indrukken van de toetsen wordt de melodie<br />
bepaald. Op de eerste foto (p. 162 boven) is de deksel van het toetsenkastje<br />
opengemaakt, de tweede (p. 162 onder) toont de fraaie decoratie van deze<br />
deksel en van de sierbeugel over het wiel.<br />
Tegenwoordig heet dit snaarinstrument Drehleier(Duits), hurdy-gurdy (Engels),<br />
vielle a roue (Frans) of zanfonia, zampoña (Spaans). In haar lange bestaan vanaf<br />
de 12de eeuw heeft de draailier verschillende namen gehad, zoals organistrum,<br />
lyra, symphonia, cifonie, symphayne, cyrnbal.<br />
I<strong>DE</strong>NTIEK ?<br />
In het 13de-eeuwse Pórtico del Paraiso van de kathedraal van Orense, zo duide-<br />
lijk geïnspireerd door de Pórtico de la Gloria in <strong>Santiago</strong> de Compostela, her-<br />
kennen we ook twee Oudsten met één draailier. Op andere plaatsen langs de<br />
camino is in dezelfde tijd één muzikant in de weer met het instrument.
a<br />
Op het eerste gezicht lijken het Portada del Sarmental van de kathedraal van m<br />
a<br />
Burgos (p. 154) en het zuidportaal van de Santa Maria la Real in ~asamón (p. 3<br />
Li<br />
155) erg veel op elkaar: in het midden van het tympaan is Christus omringd g<br />
door de vier symbolen van de evangelisten, die zelf achter hun lezenaar driftig A<br />
m<br />
zitten te schrijven. Het onderwerp is identiek, maar details zijn bij beide E<br />
a<br />
tyrnpanen verschillend. Ook de sfeer is anders; de figuren van de evangelisten, 2<br />
C><br />
bijvoorbeeld, stralen in Sasamón een zekere warmte uit, die in Burgos laten je 2<br />
koud. De apostelen, allemaal op een rijtje zittend onder de hoofdscene, zijn in O<br />
Sasarnón paarsgewijs in gesprek, in Burgos zijn ze veel minder bij elkaar z<br />
7<br />
betrokken. m
In de binnenste archivolt dragen engelen kaarsen en in de andere twee archi-<br />
volten musiceren de Oudsten. Zowel in Burgos als in Sasamón zitten de draai-<br />
lierspelers links; in Burgos als eerste, in Sasamón als vijfde van onder. Ook in<br />
de weergave van figuren en instrumenten zijn verschillen duidelijk. In Burgos<br />
(p. 156) is de man ingespannen bezig met spelen. De vingers van zijn linkerhand<br />
drukken op de toetsen, die van hem af geplaatst zijn. De Oudste in Sasamón<br />
lijkt moeite te hebben met de draailier die hij op een onhandige manier<br />
;d vastpakt; alleen de onderzijde van het instrument rust op zijn knie. Zijn<br />
w<br />
linkerhand rust op het instrument, maar niet op de toetsen die duidelijk aan de<br />
m<br />
andere kant van het instrument uitsteken. Hij speelt dus niet!<br />
m<br />
.;f Langs de camino komen we nog meer 13de-eeuwse 'stenen' draailieren tegen,<br />
m<br />
zoals bij de kathedraal van León. Rechts langs het linker tympaan van de west-<br />
m<br />
a gevel (zie foto p. 122) zit de draailierspeler met gekruiste benen (p. 168).<br />
9<br />
m<br />
In de 12de tot 14de eeuw bestaat naast de tweemansdraailier, vooral gebruikt<br />
g voor religieuze muziek, ook een kleinere uitvoering. Dit instrument voor één<br />
muzikant is makkelijk mee te nemen en wordt door troubadours of jongleurs<br />
m<br />
bespeeld.
In dyce,, tijd komen afbeeldingen van draailieren ook veelvuldig voor in<br />
manuscripten. In de prachtige Cantigas de Santa Maria, samengesteld door<br />
koning Alfons X de Wijze, zitten twee spelers naast elkaar te spelen; ieder op<br />
zijn eigen rechthoekige draailier. In een ander manuscript (Sirventes fadet<br />
joglar) lezen we wat de goede 'entertainer' van die tijd allemaal moet kunnen;<br />
kleine appels op messen opvangen, vogelgeluiden imiteren en door vier hoepels<br />
springen. Naast verschillende kaartentrucs moet hij zeker negen muziekinstru-<br />
menten kunnen bespelen, waaronder de draailier. d<br />
Q)<br />
De dertiende-eeuwer, van hoog tot laag, stelt de muziek van de draailier op g<br />
prijs; tijdens vrolijke feesten of juist in een melancholieke bui. Minder k<br />
Q)<br />
waardering is er alleen voor het draailierspel van minstreel Colin Muset; hij s<br />
klaagt in een van zijn liederen dat hij moet spelen voor een edelman, die hem i<br />
m<br />
niets geeft; geen geschenken en geen loon! L<<br />
DOOD EN DRAAILIER<br />
Vanaf de 14de eeuw wordt het instrument ook bespeeld door blinde bedelaars en x<br />
boeren, die er hun brood mee proberen te verdienen. Daarnaast blijft de muziek g<br />
Q)<br />
van de draailier eveneens klinken tijdens grote feesten van de hogere standen. .Y<br />
'Cf<br />
Q)<br />
5<br />
m
Nadat Constantinopel door de Turken is ingenomen, organiseert Philip de Goede,<br />
hertog van Bourgondië, een samenkomst voor alle ridders om een kruistocht<br />
4 voor te bereiden. Aansluitend op zondag 17 februari 1454 is er een groot hof-<br />
% feest en in een gigantisch kasteel van deeg zitten de hofrnuzikanten. onder wie<br />
w<br />
e twee blinde draailierspelers.<br />
P,<br />
ur Enkele jaren later schildert een meester in de kloosterkerk van La Chaise-Dieu<br />
a Q (ongeveer 40 km ten noorden van Le Puy) een schitterende danse macabre;<br />
.u<br />
w<br />
priester, edelvrouwe, koopman, geleerde en koning worden ingesloten door<br />
w dansende skeletten. Op deze langgerekte (26m) schildering wordt ook de<br />
&<br />
w<br />
U minstreel belaagd. Hij heeft zijn draailier aan zijn voeten gelegd en het lijkt<br />
U1<br />
o<br />
o wel of hij, bijna hooghartig, nog probeert de dood te stoppen door zijn hoofd<br />
,-l<br />
x op te richten en met zijn rechterhand af te weren. Maar tevergeefs! De dood<br />
1<br />
a, haalt uiteindelijk iedereen, arm of rijk, dik of dun, man of vrouw.<br />
-d<br />
0<br />
De hel, zoals Jeroen Bosch deze rond 1500-1510 schildert in zijn drieluik De<br />
w<br />
V><br />
-4 tuin der lusten (Madrid, Prado), heeft niets aantrekkelijks. Afgrijselijke<br />
Een in het toetsenkastje verborgen vrouw steekt juist haar hoofd boven de<br />
tiende toets naar buiten. Aan de andere kant van het toetsenkastje zijn haar<br />
handen zichtbaar. In deze ongemakkelijke houding probeert ze op een grote<br />
triangel te slaan. Een naakte liggende man draait aan de kruk van de<br />
gigantische draailier. Het instrument is gedetailleerd weergegeven en toont een<br />
vorm die vanaf Bosch' tijd vooral bespeeld wordt door bedelaars en boeren.<br />
In de nachtmerrieachtige Triomf van de Dood, geschilderd door Pieter Brueghel<br />
de Oude (Madrid, Prado) rond 1661-1662, ie de Dood zelf de draailierspeler (p. 2 &<br />
161). Een houten kar, getrokken door een scharminkelig paard, is beladen met<br />
J<br />
Y<br />
doodskoppen en beenderen. Op de rand van de houten wagen zit een skelet, dat<br />
P:<br />
een draailier bespeelt. Met zijn linkerhand (botjes) beroert hij de kruk, terwijl w<br />
q<br />
zijn rechterhand het instrument vasthoudt. Het lijkt wel of hij op die manier .z h<br />
het naar beneden glijden van de draailier, zo veel volumineuzer dan het fragiele<br />
C<br />
U<br />
skelet, wil verhinderen.<br />
P<br />
HQOG EN LAAG<br />
Vanaf de 16de eeuw is onze kennis van de draailier niet alleen gebaseerd op E<br />
afbeeldingen, maar zijn er ook instrumenten bewaard gebleven; eenvoudige uit- $<br />
O<br />
m<br />
E
voeringen, maar ook prachtig bewerkte exemplaren, zoals een rijk beschilderde<br />
draailier (Londen, Victoria & Albert Museum), ooit eigendom van de Franse<br />
koning Hendrik 111 (1551 - 1589).<br />
In de 17de eeuw wordt de draailier gerangschikt onder de 'minst waardige'<br />
instrumenten en op schilderijen en etsen uit deze tijd zijn het vooral zwervende<br />
muzikanten, blinden en bedelaars die het instrument bespelen. Maar tegelijker-<br />
tijd blijft in koninklijke kring belangstelling bestaan voor de draailier. Tijdens<br />
de regering van Lodewijk XIV (1643-1715) zijn er twee draailierspelers zo<br />
populair dat de aristocratie maar wat graag lessen van hen neemt.<br />
De 18de eeuw is de gouden eeuw voor de draailier, iedereen, van hoog tot laag,<br />
speelt erop; zwervers -mannen, vrouwen en kinderen- proberen er iets mee te<br />
verdienen en de aristocratie vult er haar vrije tijd mee. De romantiek van het<br />
landelijke leven is mode bij de welgestelden en daar past het instrument van de<br />
'landlieden' bij: de draailier. Maria Leszczynska, de vrouw van koning Lodewijk<br />
XV, luistert graag naar draailiermuziek en op intieme partijtjes bespeelt zij het<br />
instrument zelf. Uiteraard zijn deze draailieren schitterend versierd met inleg-<br />
werk van ivoor, parelmoer en edelstenen; een heel verschil met de eenvoudige
instrumenten van de zwervers.<br />
Hoe populair de draailier ook is, niet iedereen kan het geluid waarderen. Een<br />
Fransman vergelijkt de 'muziek' met de herrie van kwakende kikkers vermengd<br />
met het gillend krassen van de slijpsteen van de scharesliep!<br />
In de 19de eeuw is de draailier vooral weer een populair volksinstrument, dat<br />
langzamerhand vervangen wordt door o.a. de accordeon. Alleen in enkele streken<br />
van Hongarije, Noord-Spanje en Frankrijk blijft de draailier voortbestaan. Vanaf<br />
de twintiger jaren van onze eeuw ontstaat overal in Europa en Amerika nieuwe<br />
belangstelling voor volksmuziek en de daarbij horende instrumenten; een<br />
renaissance ook voor de draailier.<br />
De Pórtico de la Gloria heb ik weer gezien, nu met andere ogen én oren. Met<br />
het bijzondere geluid van de draailier, waarin warmte en vrolijkheid doorklinkt,<br />
in mijn hoofd hoor ik de middeleeuwse draailierspelers langs de camino spelen.<br />
Steeds weer iets nieuws langs de Weg; ik zal nooit uitgekeken en 'uitgeluisterd'<br />
raken . . . . . . . Annet van Wiechen<br />
GEDICHTEN<br />
foto's Ruud Conens<br />
In elk nummer van de afgelopen drie jaargangen van <strong>DE</strong> <strong>JACOBSSTAF</strong> stond een<br />
gedicht van Paul de Vaan uit zijn gedichtenbundel ROMAANS (ongepubliceerd,<br />
Doorwerth 1987). Bij de gedichten zijn eigen foto's afgebeeld. Nu alle gedichten<br />
uit zijn bundel zijn gepubliceerd in <strong>DE</strong> <strong>JACOBSSTAF</strong> staan hieronder de locaties<br />
vermeld van het Romaans dat Paul de Vaan inspireerde:<br />
nummer<br />
nummer<br />
nummer<br />
nummer<br />
nummer<br />
nummer<br />
nummer<br />
nummer<br />
nummer<br />
nummer<br />
nummer<br />
nummer<br />
nummer<br />
Echebrune, Eglise Saint-Pierre<br />
Avy, Eglise Notre Dame<br />
Anzy-le-Duc, Eglise de la Trinité, Sainte-Croix et Sairite-Marie,<br />
Alphabet des Moines<br />
Fénioux, Eglise<br />
Avy, Eglise Notre Dame<br />
Vézelay, Basilique Sainte-Marie-Madeleine, Petrus bevrijd uit de<br />
gevangenis<br />
Aubeterre, Eglise Saint-Jacques<br />
Aubeterre, Eglise Saint-Jacques<br />
Arles, Ancienne Primatiale Saint-Trophime<br />
Autun, Cathédrale Saint-Lazare<br />
Vézelay, Basilique Sainte-Marie-Madeleine<br />
124 Carte des chemins de Saint-Jacques a travers la France<br />
164 Anzy-le-Duc, Eglise de la Trinité, Ste-Croix et Ste-Marie
ROMAANS<br />
In de namiddag vraagt bezonken licht<br />
goedmoedig aandacht voor het kerkportaal<br />
en toont met milde vinger het verhaal<br />
over het tweegevecht van lust en plicht.,<br />
Dat laat zich lezen als een nieuw gedicht,<br />
gehakt uit onvergankelijke taal,<br />
met als het laatste rijmwoord een moraal<br />
die niet vergeeft of troost, maar straft en sticht.<br />
In het besloten huis drukt het gewelf<br />
zwaar op de kapitelen die het voorbeeld-<br />
van-buiten uitspelen tegen mijzelf:<br />
aards fabeldier, tot tegenspel veroordeeld,<br />
dat zijn tekortschieten soms overbrugt,<br />
maar zonder vleugels, zonder hemelvlucht.<br />
Paul de Vaan
Elzas 4-6 oktober 1991<br />
Bij de viering van het eerste lustrum van het Nederlands Genootschap van Sint-<br />
Jacob had mevrouw Warcollier van het Franse genootschap al verteld dat er in<br />
oktober een internationale bijeenkomst in de Elzas zou worden georganiseerd. Er<br />
waren ruim 50 deelnemers uit verschillende Europese landen, waarvan wij als de<br />
twee enige Nederlanders.<br />
De eerste avond was er, na een gezamenlijke maaltijd een bijeenkomst, waarbij<br />
ieder land zich presenteerde. Van Franse zijde werden projekten toegelicht in<br />
verband met het in 1993 te vieren Heilig Jaar. Er zal een tentoonstelling komen<br />
van Franse kunst in verband met Les chemins de Saint Jacques. De Franse kapel<br />
in <strong>Santiago</strong> zal worden opgeknapt en er is een plan om, in samenwerking met<br />
het Engels genootschap, met een grote zeilboot over zee naar <strong>Santiago</strong> te gaan.<br />
Andere landen maakten melding van hun werkzaamheden aan pelgrimshuizen of<br />
refugio's.<br />
Wij spraken over ons grote aantal leden (780), onze goed georganiseerde<br />
landelijke vergaderingen, het werk van de regio's en de hulp die het<br />
genootschap biedt aan pelgrims. Het feit dat Nederlandse pelgrims, zeker in<br />
Frankrijk, in de meerderheid zijn, werd nog eens bevestigd door de heer Urrutibénety,<br />
een Bask, die in Saint Palais (64) een pelgrimsmuseum heeft.<br />
Uit Spanje waren aanwezig Dr. José Carro Otera die door het parlement van<br />
Galicië is aangewezen om de vele manifestaties ter gelegenheid van het Heilig<br />
Jaar te coördineren. Voor deze manifestaties is "heel veel geld" beschikbaar<br />
gesteld: nieuwe refugio's worden gebouwd, pelgrimswegen en monumenten worden<br />
opgeknapt en er zal een pelgrimsmuseum komen in <strong>Santiago</strong>. In Brussel komt<br />
zelfs een natuurgetrouwe copie van de kathedraal in <strong>Santiago</strong> te staan. Ook uit<br />
Spanje was Don Jaime Garcia, de man die verantwoordelijk is voor het<br />
verstrekken van de compostellana's. Hij zei dat er ook veel "spiritueel<br />
materiaal" beschikbaar zal komen, waardoor "de kwaliteit van de pelgrimages<br />
verbeterd zal worden". Hij suggereerde dat de katholieke kerk goed uit de bus<br />
zou komen. (Wij waren niet de enigen die vonden dat een tocht naar <strong>Santiago</strong><br />
niet exclusief een katholieke aangelegenheid is).<br />
De zaterdag werd besteed aan een tocht in de omgeving. Zo kwamen we in<br />
Kaysersberg, met een pelgrimskruis waarop een richting aanwijzende Jacobus en<br />
in de kerk een uniek beeld van een zittende Jacobus. In Osthoffen, met in zijn<br />
gemeentewapen Jacobsschelpen, was een ontvangst op het gemeentehuis, een<br />
ontmoeting met Baron Grouvel op diens kasteel en een lezing door professor
Rapp van de universiteit van Straatsburg over de ontwikkeling van de middel-<br />
eeuwse spiritualiteit en van de pelgrimages. Tenslotte werd de uit 1951<br />
stammende stomme film Chemin de Compostelle vertoond.<br />
Op zondag bezocht het gezelschap Straatsburg, het museum van de "oeuvres"<br />
van de kathedraal. Hierin staan veel originele beelden, waarvan buiten dan de<br />
copieën staan. Er was ook nog een bezoek aan het Palais Rohan, zetel van vier<br />
bisschoppen van die naam. Tenslotte ging men naar de overkant van de Rijn<br />
voor een ontmoeting in de Duitse stad Kehl. De vele ontmoetingen en soms<br />
ontroerende gesprekken zullen ons van deze "réunion" bijblijven tot een<br />
onvergetelijke herinnering. Titia en Harry Peters<br />
Regensburg 11-13 oktober 1991<br />
De Deutsche St.Jakobus-Gesellschaft vierde met deze Tagung haar eerste<br />
lustrum. In 1986 is dit genootschap in Keulen opgericht. Er zijn ongeveer 630<br />
leden bij aangesloten, waaronder 50 buitenlanders. Der Sternenweg is de naam<br />
van het haar tijdschrift. Ook verschijnen regelmatig Jakobus-Studien in een<br />
"wissenschaftliche Buchreihe zu Sonderthemen der <strong>Santiago</strong>-Pilgerfahrt", uitge-<br />
geven door het Guriter Narr Verlag in Tubingen.<br />
De opening vond plaats op 11 oktober om 16.30 uur in het Diozesan-Zentrum<br />
Obermunster door Dr. Robert Plötz, president van het genootschap. De eerste<br />
lezing werd gehouden door Dr. Barbara Goy-Möckershoff over "Der Hl. Jakobus<br />
in den Patrozinien des Bistums Regensburg" en was gelardeerd met dia's over<br />
kerken in de omgeving met Jacobsbeelden en aanverwante fresco's. Na het eten<br />
begon om acht uur een lezing door Dr. Bernard Graf uit Munchen over "Die<br />
Entwicklung der Jakobuskultur in Bayern, Ostereich un Südtirol - Werke der<br />
bildenden Kunste als Spiegelbild der Jakobusverehrung". 200 dia's passeerden<br />
tijdens zijn voordracht de revue.<br />
De volgende dag was gevuld met een zeer druk, maar afwisselend programma.<br />
Het begon met een enthousiast verhaal, gehouden door Dr. Johanna von Herzo-<br />
genberg uit Munchen over de 2000-jarige stad Regensburg, stad van de Romei-<br />
nen, christelijke heiligen en Europese handelslieden. Zij gaf een geweldige<br />
hoeveelheid boeiende informatie over de geschiedenis van de stad en wel op een<br />
zeer amusante toon, zodat er af toe smakelijk werd gelachen! In de Romeinse<br />
tijd heette de stad Radaspona. De Fransen noemen haar vandaag de dag nog<br />
Ratisbonne. Regensburg ligt op een kruispunt van handelswegen aan de rivier de<br />
Donau. Vanuit deze stad is de Jacobustraditie uitgewaaierd, naar het oosten
(Kiev) en het noorden (Riga). Na deze gezellige causerie werden wij door haar<br />
rondgeleid door de oude stad. Wat altijd zo bijzonder is bij de jaarvergade-<br />
ringen van dit genootschap is de ontvangst door de burgemeester van de be-<br />
treffende stad. Ook nu gingen er weer deuren open waar normaal gesproken<br />
geen gewone sterveling bij kan komen. Dit keer hadden wij het voorrecht om in<br />
de Kurfürstenzimmer van het oude raadhuis door Frau Bürgemeister ontvangen<br />
te worden.<br />
Ons volgende doel was de Jakobikirche, die ook Schottenkirche wordt genoemd.<br />
Zowel buiten- als binnenkant van deze kerk zijn zeer de moeite waard. Het<br />
klooster StJakob werd door Ierse Benediktijner monniken opgericht. De bouw<br />
van de kerk volgde in 1190. Het zogenaamde Schottenportaal is enig in zijn<br />
soort. De oorspronkelijke gepolychromeerde beeldengroepen en figuren stellen<br />
een theologisch beeldprogramma van het Laatste Oordeel voor. Het interieur van<br />
de driebeukige zuilenbasiliek is van een heldere eenvoud en maakt grote indruk.<br />
Jacobus heeft een belangrijke plaats bij het altaar gekregen.<br />
Om 17.00 uur volgde de ledenvergadering van het genootschap. Enige verrnel-<br />
denswaardige punten hieruit waren: het bestuur heeft nogal moeite om kontakten<br />
te leggen met de nieuwe landen van de Bondsrepubliek; als bijdrage aan de<br />
restauratie van de refugio in Rabanal werd ter plekke, binnen een half uur,<br />
DM 1153,- bij elkaar gehaald; er zijn zeer ver gevorderde plannen om tot een<br />
nieuwe opzet van een pelgrimsgids te komen. Het traject Le Puy - Pamplona ligt<br />
persklaar, de kosten zijn nog niet bekend, inlichtingen bij Heins Jansen, Am<br />
Burgfeld 3, D-5180 Eschweiler; er is een initiatief genomen om eind januari 1993<br />
Spaanse priesters naar Aken te laten komen t.g.v. de Karlstag, het feest ter ere<br />
van Karel de Grote in de Dom van Aken, waar zij dan de dank voor hun hulp<br />
langs de camino in ontvangst kunnen riemen. Het affiche waarop de Spaanse<br />
mascotte voor 1993 staat afgebeeld werd unaniem veroordeeld als toeristen-<br />
reclame.<br />
Op zondag woonden wij om 9.00 uur de hoogmis bij in de Dom. Helaas werd<br />
hierbij niet door de Regensburger Domspatzen gezongen, maar door voormalige<br />
Domspatzen. Na de hoogmis werd om 11 uur nog de laatste lezing over de<br />
betekenis van de Schotten van St. Jakob in Regensburg gehouden door Dr.<br />
Helrnut Flachenecker uit Eichstatt.<br />
Na de lunch werd deze bijeenkomst door Dr. Heinrich Bahnen, de secretaris<br />
gesloten. Wij wensten elkaar een Ultreia en Auf Wiedersehen in Weingarten (bij<br />
de Bodensee, 14-18 oktober 1992). Herman Stokmans
Spanien : Kunst des fruhen Mittelalters vom Westgotenreich bis zum Ende der<br />
Romanik / Pedro de Palol ; Aufnahmen von Max, Albert und Irmgard Hirmer.-<br />
Repr.- München : Hirmer, 1991.- 193 p., 256 p. pl. : ill. ; 32cm.- ISBN 3-7774-<br />
5730-2.- Oorspr. uitg.: 1965 DM 98,OO<br />
Het Spaanse feest-jaar 1992 heeft uitgeverij Hirmer -gelukkig- ertoe gebracht<br />
dit standaard werk uit 1965 compleet te herdrukken (in beperkte oplage) met de<br />
54 kleuren- en 256 zwart-wit Hirmer foto's. Echt een reden om nu eens met<br />
kerstmis een cadeau te geven aan een <strong>Santiago</strong>-ganger (in spé).<br />
Na een korte inleiding over het begin van de geschiedenis van het Iberisch<br />
Schiereiland (Romeinen) komen cultuur en kunst van de Visigoten aan bod (p.<br />
13-20: Sta Comba de Bande, S.Pedro de la Nave, Sta Maria de Quintanilla de las<br />
Viñas etc.). Daarna (p. 21-46) alle aandacht voor het koninkrijk van Asturië<br />
(kerkjes rond en in Oviedo, Cruz de los Angeles etc.). Pedro de Palol bespreekt<br />
het mozarabische element in p. 37-50 (S. Miguel de Escalada, <strong>Santiago</strong> de<br />
Pieñalba etc.), daarna de romaanse kunst (p. 51-135). Deze tekst is gelardeerd<br />
met plattegronden, doorsneden en isometrische projecties van de genoemde<br />
gebouwen. Noten, stambomen van koningen en kaartjes van Spanje, waarop de<br />
christelijke en islamitische invloedsferen door de eeuwen heen zijn getekend (p.<br />
136-150), beëindigen het eerste deel van het boek. Daarna volgen de -vaak<br />
pagina grote- foto's van de genoemde "kunst" in chronologische volgorde:<br />
prachtige overzichten en details van kerken en kathedralen in Leyre, Jaca,<br />
Sanguesa, León, Frómista, Torres del Rio, <strong>Santiago</strong> de Compostela ..... . . . om maar<br />
een paar hoogtepunten te noemen. Uiteraard ook (kleurrijke) illustraties van<br />
Beatus-handschriften, beeldhouwwerk van steen, ivoor of hout, wandschil-<br />
deringen, smeedkunst. Hoewel het boek heel Spanje als onderwerp heeft, is juist<br />
in de beschreven periode het gebied rond de camino zeer belangrijk; vandaar<br />
dus veel aandacht voor de ons zo vertrouwde "beelden" in dit Spanien.<br />
Na deze foto-documentatie heeft Palol op p. 151-181 duidelijke en bondige<br />
beschrijvingen en literatuuropgaven gegeven bij de gepubliceerde foto's. Handige<br />
registers zijn opgenomen (p. 182- 191).<br />
Hirmer staat garant voor fenomenaal fotografisch vakmanschap en Pedro de<br />
Palol voor kunsthistorische deskundigheid, vandaar dat ik bij het beschrijven<br />
van dit boek eigenlijk maar twee woorden nodig heb: PUUR GENIETEN!<br />
(En als Nederlandse moet ik daar natuurlijk ook aan toevoegen: en dat voor<br />
maar DM 98,00! Het is bij elke goede boekwinkel te bestellen.) AvW
In het tijdschrift Wandelen, driemaandelijkse periodiek van de Grote Routepaden<br />
V.Z.W. (Van Stralenstraat 40, B-2060 Antwerpen), is een groot artikel in het<br />
october 1991 nummer gewijd aan de Jacobusweg (p. 5-21). Onder de titel Ende<br />
nemene palster ende scerpe : een pelgrimstocht van Saint-Jean -Pied-de-Port<br />
naar Compostela beschrijft Herman Van Hilst de camino. Na een algemene<br />
inleiding geeft auteur enkele praktische tips, waaronder een mogelijke etappe-<br />
indeling (29 dagen voor 752 km volgens Van Hilst), informatie over literatuur,<br />
klimaat, budget en uitrusting. Het laatste gedeelte van het artikel bestaat uit<br />
een lijst van Spaanse refugio's. Dit nummer van Wandelen is te koop door<br />
overschrijving van 80 Belgische franken of HFL 5,50 op rekening 000-0395282-07<br />
van Grote Routepaden V.Z.W., 13-2060 Antwerpen O.V.V. Dossier Compostela<br />
oktobernummer Wandelen GR 1991. Red.<br />
Pelgrimsgids voor Spanje 1991 - 1992 / uitgave van het Nederlands Genoot-<br />
schap van Sint-Jacob onder redactie van E. van Helmond.- 44 p.; 21cm.<br />
Verkrijgbaar via het genootschap. Prijs f 10,OO.<br />
De Engelse Confraternity of Saint James geeft al voor de negende keer haar<br />
Pilgrim Guide to Spain uit. Dit is een handzaam boekje op A5-formaat dat de<br />
camino frances van plaats tot plaats volgt en daarbij iedere keer informatie<br />
geeft over afstanden, restauranten, bars, hotels, refugio's, campings en culturele<br />
bezienswaardigheden.<br />
Ons genootschap heeft toestemming gekregen om hiervan een Nederlandse verta-<br />
ling uit te brengen. De tekst daarvan is verzorgd door de heer van de Mijl uit<br />
Tilburg en Els van Helmond heeft het op zich genomen om door gebruikers op-<br />
gegeven rectificaties en wijzigingen te verzamelen en in iedere nieuwe editie te<br />
verwerken. De eerste versie van deze Nederlandse uitgave was tijdens de<br />
jaarvergadering in Franeker te koop en kan nu ook via ons "postorderbedrijf"<br />
worden aangeschaft (zie binnenzijde achteromslag). Het is mogelijk dat u enige<br />
tijd moet wachten op toezending omdat, in verband met het drukken, de bestel-<br />
lingen verzameld worden tot begin januari. FC<br />
Der Weg nach <strong>Santiago</strong> : Jakobuswege in Suddeutschland / Wolfgang Lipp.- Ulm:<br />
Suddeutsche Verlagsgesellschaft, 1991.- 240 p.: (kleurenlill.; 20 cm.- ISBN 3-88<br />
294-164-2. Prijs: DM 30,OO<br />
De auteur heeft, nadat de Muur tussen de twee Duitslanden gevallen was, met<br />
zijn familie en vrienden, talloze oude Jacobs-pelgrimswegen gelopen. Vanuit de<br />
voormalige DDR onderzochten zij vier hoofdwegen, te weten vanuit Eger naar<br />
Lindau via Augsburg; vanuit Dresden naar Konstanz via Nurnberg; vanuit Leipzig<br />
l69
naar Schaffhausen via Tübingen en vanuit Jena riaar Villingen via Heilbron en<br />
nog twee andere hoofdwegen namelijk vanuit Frankfurt am Main via Heidelberg<br />
naar Base1 en vanuit Mainz via Straatsburg naar Basel.<br />
In het boek staan tekeningen en wegaanduidingen tussen de steden. Het zijn<br />
geen echte kaarten. Op de route worden kerken, kloosters en steden besproken.<br />
Als gids is het boek niet zo geschikt, omdat het geen routebeschrijvingen bevat,<br />
zoals wij die in de meeste Jacobsgidsen aantreffen. Maar als voorbereiding op<br />
het maken van een Jacobstocht, in een, voor de meesten van ons, onbekend<br />
gebied, is het goed te gebruiken. De tekeningen en de kleurenfoto's zijn heel<br />
goed. Bijzonder is de rubricering van het fotomateriaal in onderwerpen, zoals<br />
Jacobsbeelden en andere Jacobalia.<br />
De auteur is evangelisch theoloog. Hij was onder andere studentenpredikant van<br />
de universiteit van Ulm en sedert 1984 wijkpredikant van de Evangelisch<br />
Lutherse Kerk, eveneens in Ulm.<br />
Op, de onlangs gehouden jaarvergadering van het Duitse Jacobsgenootschap werd<br />
dit boek als present aangeboden aan de referenten en andere medewerkers.<br />
Tini Stokmans-Berteling<br />
Reisboek Europa 1492 / Lorenzo Camusso ; vertaling uit het Duits door Frans<br />
HP1le.- Den Haag : SDU, 1991.- 288 p. : ill. ; 26 cm.- ISBN 90-12-06552-6.<br />
Oorspr. uitg.: Guida ai viaggi nell'Europa del 1492.- Milano, 1990.<br />
Prijs f 79,90<br />
In. de grote stroom van boeken die verschijnen met 1492 als onderwerp<br />
(C:olumbus, Nieuwe Wereld, verdrijving Joden uit Spanje, val van Granada) is dit<br />
Reisboek een welkome afwisseling. Tien routes door Europa zijn het onderwerp.<br />
Van Florence naar Brugge loopt de "geldMroute, zoals een Florentijnse bankier<br />
van de Medici op weg naar zijn standplaats in de Nederlanden moet hebben<br />
gevolgd. Verder worden in het boek gevolgd: een koopman uit Liibeck naar<br />
Nowgorod, een wapenhandelaar uit Milaan naar de Mont-Saint-Michel, Dürer van<br />
Neurenberg naar Venetië, een pelgrim uit. Trondheim (Noorwegen) naar Rome,<br />
een Schotse boogschutter uit Edinburgh naar Parijs, een reiziger van Genua<br />
naar Istanboel, Andalusische reder van Sevilla naar Antwerpen, een gezant van<br />
Wenen naar Moskou. Ons interesseert natuurlijk vooral de tocht van een pelgrim<br />
uit Vézelay naar <strong>Santiago</strong> de Compostela, de derde beschreven route. In het<br />
kart wordt duidelijk uitgelegd over het wat, wie en waarom van de pelgrimage.<br />
Het jaartal 1492 is beslist niet strikt genomen, zo gaat de Rome-pelgrim in het<br />
heilig jaar van 1500 en Durer in 1494. Bij de <strong>Santiago</strong>-bedevaart worden Luigi
dlAragona (mei 1517), baron Lev von Rozmital (1466) en Cervantes (rond 1600)<br />
aangehaald. De fictieve reizen vallen tussen 1446 en 1516.<br />
Bijna elke pagina is geïllustreerd met prachtige kleuren-afbeeldingen van (details<br />
van) schilderijen, beelden, manuscripten, houtsneden, wandtapijten ed. Zó mooi,<br />
dat je zou willen dat het boek breder was (nu 15 cm), want de kleine illustra-<br />
ties zouden bij vergroting meer tot hun recht kunnen komen. Af en toe zijn ter<br />
verduidelijking kleine plattegrondjes of reconstructies van gebouwen geplaatst.<br />
Er zijn geen foto's van gebouwen, hoewel die wel beschreven worden (bijv. "de<br />
kerk van de heilige Magdalena in Vézelay een van de grote monumenten van de<br />
Romaanse bouwkunst in Frankrijk"). Ik kan me voorstellen dat het een bewuste<br />
keuze is geweest van de auteur, immers dit soort foto's wordt vaak genoeg<br />
afgebeeld. Daarom is het zo jammer dat hij wél zwart-wit schetsjes van het<br />
exterieur van gebouwen heeft opgenomen (bijv. de westgevel van de gotische<br />
kathedraal in Burgos). Ze detoneren in dit kleurrijke en mooi uitgevoerde boek.<br />
Behalve dit min-puntje is Reisboek Europa 1492 een heel prettig boek, ook<br />
vooral een fascinerend kijk-boek.<br />
Ik blijf wel met een raadseltje zitten: oorspronkelijk in het Italiaans geschreven<br />
is deze Nederlandse editie uit het Duits vertaald, maar in de colofoon ontbreken<br />
gegevens van een Duitse (?) uitgave. AvW<br />
El camino de <strong>Santiago</strong> : peregrinos en la Europa medieval / Fernando Aznar.-<br />
Madrid : Anaya, 1990.- 48 p. : ill. ; 29 cm.- (La vida en el pasado).- ISBN 84-<br />
207-3700-3 1.600 pesetas<br />
Dit kleurige Spaanse prentenboek -alle tekeningen zijn in kleur- heb ik gekocht<br />
op de kinderboekenafdeling van een grote boekwinkel in Burgos. Maar het boek<br />
is zeker niet alleen bedoeld voor kinderen1 In 12 hoofdstukken behandelt Aznar<br />
de geschiedenis van het graf van Jacobus, <strong>Santiago</strong> de Compostela, de pelgrims,<br />
en de camino tot de 13de eeuw. Hij geeft in getekende beelden de (hypothe-<br />
tische) reconstructie van het Romeinse mausoleum van Jacobus en de later op<br />
deze plaats gebouwde pre-romaanse en romaanse (p. 36-43) kerk. Verder zijn er<br />
sfeervolle 'artist impressions' van de bewoners van Asturias in de 9de eeuw en<br />
van episodes uit het pelgrimsleven: een aanval van ruige struikrovers, de opvang<br />
in gasthuizen of de begrafenis van een dode pelgrim. Op twee pagina's zijn<br />
Almanzor en zijn krijgers het onderwerp. De helder geschreven (uiteraard<br />
Spaanse) tekst is tot het minimum beperkt, want het is in de eerste plaats een<br />
plaatjes-boek. En wát voor een kijk-boek, een frisse en leuke kijk op alles wat<br />
met de (vroeg)middeleeuwse <strong>Santiago</strong>pelgrim te maken heeft. AvW
Tekens langs het pad : te voet naar <strong>Santiago</strong> de Compostella / Pieter<br />
Schroevers.- Utrecht: van Arkel, 1991.- 92 p. : tekeningen van de auteur ; 24<br />
cm.- ISBN 90-6224-254-5<br />
Prijs f 22,90<br />
Dje auteur heeft tijdens een aantal vakanties gelopen van Le Puy naar <strong>Santiago</strong><br />
en dit boek is een keuze uit zijn dagboekaantekeningen. "Er staat in wat ik<br />
onderweg opmerkte, waarover ik nadacht, wat ik meemaakte en welke gesprek-<br />
ken ik voerde. Het is dus géén reisgids, al levert het natuurlijk wel nuttige tips<br />
en interessante waarnemingen op voor de aspirant-pelgrim".<br />
Na lezing van dit boek constatew ik dat de schrijver landschapskunde heeft<br />
gestudeerd. Hij heeft aandacht voor reliëf, bebouwing, flora en fauna. Dermate<br />
veel dat het opvalt. Omdat dit onderwerp in andere reisverslagen vrijwel niet<br />
uit de verf komt, kan men spreken van een welkome aanvulling op de vele<br />
bleschrij-vingen van de pelgrimsroute. FC<br />
De reiskas van graaf Willem IV / door H. Enno van Gelder.- Leiden : Rijks-<br />
museum Het Koninklijk Penningkabinet, 1990.- 32 p. : ill. ; 25 cm<br />
prijs ca. f 10,OO<br />
Im <strong>DE</strong> <strong>JACOBSSTAF</strong> nummer 9 (p. 37) vermelden wij de kleine tentoonstelling<br />
Naar Jeruzalem : de dure reis van een middeleeuwse graaf in Leiden. Ter<br />
gelegenheid hiervan verscheen een herdruk (met wijzigingen) van een artikel<br />
van H. Enno van Gelder. Financiële ondersteuning van De Grenswisselkantoren<br />
maakte het mogelijk om een mooi boekje te maken met 16 goede kleurenfoto's.<br />
Im 1343-1344 maakte Willem IV, graaf van Holland en Henegouwen, met een<br />
groot gevolg een bedevaart naar Jerusalem. In Venetië scheepten zij zich in.<br />
Geland op de Syrische kust gingen de edelen aan land, maar de knechten bleven<br />
op Cyprus achter, want de graaf wilde niet in hun gezelschap het heilig graf<br />
bezoeken! Daarna ging de graaf -opnieuw via Venetië- naar Pruisen.<br />
In een bewaard gebleven kasboek lezen we over de onkosten van de graaf<br />
onderweg. Al gauw bleek dat hij te weinig bij zich had; hij moest overal lenen<br />
en ook medereizigers schoten de graaf geld voor. Verder komen we veel te<br />
weten over de 'gewone' geldzorgen van die tijd. Chronisch geldgebrek kunnen<br />
we ons nog indenken, maar het gewicht van het meegenomen kapitaal (er is een<br />
apart paard nodig om het geld te dragen) en al die verschillende muntsoorten<br />
het de wissel-problemen) ...<br />
Van Gelder vertelt heel duidelijk hoe moeizaam -in onze ogen- de financiële<br />
kant van zo'n middeleeuwse pelgrimage verliep. AvW
Langs de rand van het verleden<br />
Als je een lange wandeltocht door Frankrijk maakt, spreekt het vanzelf dat je<br />
de grote wegen vermijdt. Vlak voor en vlak na de grote steden is dat meestal<br />
onmogelijk en ontkom je niet aan geestdodende stukken langs industrieterreinen.<br />
Toch is het wel goed dat je daar iets van ziet, want toeristen hebben vaak de<br />
indruk dat zo'n land alleen maar uit schilderachtige oude stadjes en dorpen<br />
bestaat, gevuld met gastvrije horeca-gelegenheden en bezienswaardigheden uit de<br />
Guide Michelin. Ook in Frankrijk moet het dagelijks brood met gewone arbeid<br />
worden verdiend en dat is natuurlijk in heel veel gevallen fabrieksarbeid. En dat<br />
die fabrieksarbeid in Frankrijk misschien nog wel minder aangenaam is dan in<br />
Nederland, valt aan de achterkant van heel wat van die fabrieken te raden - ze<br />
zien er zelden modern en verzorgd uit.<br />
Maar wat aan de rand of zelfkant van die grotere steden dan nog "niet modern"<br />
genoeg mag worden, is in de kleine steden, de dorpen en het platteland zonder<br />
meer ouderwets. Of gewoon oud. Hoe verder je van de grote steden wegwandelt,<br />
des te sterker heb je het gevoel het verleden binnen te lopen.<br />
Fransen zijn behoudend. Ze gooien de oude schoenen niet weg voordat ze<br />
nieuwe hebben, en dan nog niet graag. En je hebt de indruk dat het aanschaf-<br />
fen van die nieuwe schoenen een kwestie is geweest van uitvoerig wikken en<br />
wegen en uitstellen en zeker niet plotseling of bij ingeving is gebeurd.<br />
Het meest opvallende voorbeeld zijn auto's. Wie de kleine weggetjes neemt,<br />
loopt vaak langs de achterkant en ziet veel tuinen. En anders dan bij Ameri-<br />
kanen, waar het huis vaak zo gebouwd is dat de driveway met het trotse fami-<br />
liebezit -twee, drie of nog meer auto's- het eerst in het oog springt, is het<br />
Franse autobezit in de achtertuin te zien. Dicht bij het huis staat de huidige<br />
auto, zelden spiksplinternieuw of glanzend opgepoetst. Iets verder de tuin in<br />
staat zijn voorganger, vaak een model van hetzelfde merk, maar zeker tien jaar<br />
ouder. Of hij nog rijvaardig is, is niet altijd op het eerste gezicht te zien.<br />
Maar vaak is het duidelijk: allang niet meer. De banden zijn eraf, de stoelen<br />
eruit en het gras groeit er royaal overheen. Toch heeft de familie er nog geen<br />
afstand van gedaan. Misschien omdat hij toch niets meer opbracht, denkelijk<br />
ook omdat het altijd nog mogelijk is dat een onderdeel uit de nieuwe vervangen<br />
moet worden, of dat een krukas of remvoering of deurknop van de oude nog<br />
goede diensten kan bewijzen voor iets anders.<br />
Achter in de tuin staat het oudste model. Niet meer als mogelijk reservoir van
eserveonderdelen, maar als bergruimte of als konijnenhok. Waarom zou je een<br />
nieuwe schuur bouwen als je nog een tamelijk roestvrije en verplaatsbare ruimte<br />
hebt? En waarom zoe je afstand doen van een dierbaar oud voorwerp dat je<br />
jaren lang gebruikt hebt?<br />
Wat voor auto's geldt, geldt ook voor landbouwwerktuigen. Wie zijn hart wil<br />
ophalen aan oude maaimachines, dorsmachines, hakselmachiries, trekkers, ploegen<br />
en origemotoriseerde boerenwagens van allerhande slag, hoeft maar even de<br />
hoofdstraat te verlaten en achter langs de huizen te lopen.<br />
Op de hoofdstraat is hij overigens ook niet kansloos. Want een deel van het<br />
oude spul is nog wel degelijk in gebruik. Auto's die je in Nederland allang niet<br />
meer ziet, rijden op het Franse platteland nog volop rond. Om mij tot een enkel<br />
merk te beperken: ik heb dit jaar heel wat Renaults 6 en 16 zien rijden en<br />
zlelfs een oude 4 van het vorige model.<br />
Fransen zijn behoudend. Het is boeiend om te zien hoe een land dat de naam<br />
heeft de nieuwste modesnufjes te dicteren, in zijn binnenste een volstrekte<br />
afkeer belijdt van alles wat nieuw is. Geen moderne tuinmeubelen, bloempotten,<br />
brievenbussen of tuinlampen. Het oude spul wordt pas vervangen als het niet<br />
meer werkt en dat laatste ruim genomen.<br />
Wie er eenmaal oog voor krijgt, ziet zichzelf voortdurend op de rand van het<br />
verleden lopen. Geschiedenis beleven is zoiets als reizen naar een vreemd land,<br />
zeggen historici. In Frankrijk wordt het met een verrukkelijke overvloed van<br />
voorbeelden bewezen. Deurknoppen, luchtroosters, knoppen en sluitingen van<br />
hlekken en deuren, trapleuningen, plantenstandaards, goten, kapstokken,<br />
lichtschakelaars, kranen, beddelampjes, zoutvaatjes en radio's, het is een<br />
onafzienbare parade van vertederende jeugdherinneringen.<br />
Ook van verwarrende. Ik moet nu even heel intiem worden en bekennen dat ik<br />
blidets zonder stromend water, die niervormige bekkens op een ijzeren standaard,<br />
a,ltfjd verontrustende maar ook lichtelijk meelijwekkende apparaten heb<br />
gevonden. Ik weet dat dat tegenwoordig comfortabele wonderen van sanitair<br />
vernuft zijn en ik beschouw dat als een duidelijk bewijs van het voortschrijden<br />
van de beschaving.<br />
Iin Frankrijk heb ik geleerd dat al lang geleden, ook voor heel kleinbehuisden,<br />
dleze luxe niet onbereikbaar was. Tweemaal had ik een hotelkamertje met,<br />
ingenieus onder de wastafel weggewerkt, een uitrijdbaar bidet-met-warm-en-<br />
koud-stromend-water. Eenmaal op zwenkwielen, eenmaal glijdend over een<br />
metalen strip. Hoogtepunten van loodgieterskunst met mobiele aan- en afvoer-
pijpen, kennelijk tegen de tand des tijds royaal bestand. Ik heb in feite weinig<br />
boodschap aan die dingen. Maar ik kon het niet laten ze even op de proef te<br />
stellen. Warm water, koud water, afvoerleiding, draaimechanisme, het werkte<br />
allemaal perfect en kon nog jaren mee.<br />
Dit stukje had natuurlijk over oude kerkjes moeten gaan, bedevaartkruisen en<br />
romaanse bruggen. Maar ook in de achtertuin en onder de gordel leeft het<br />
verleden voort. Houden zo. P. Le Rinesque<br />
MERKWAARDIG<br />
In de tekst over Rochus in <strong>DE</strong> <strong>JACOBSSTAF</strong> nr. 11, p. 94 staat: "staf met<br />
kalebas". Beziet men echter beide foto's, dan is er geen staf te bekennen. Wel<br />
doet de houding van de linkerhand van beide beelden de vroegere aanwezigheid<br />
van een staf vermoeden.<br />
Tijdens de vakantie in Zuid-Frankrijk in 1986 bezochten wij de Saint Sernin in<br />
Toulouse en kochten een kaart van het Rochus-beeld. Op deze kaart is het<br />
beeld nog compleet mét staf en kalebas. Ik kan me niet herinneren of het beeld<br />
in 1986 nog een staf had. De kaart is niet van een jaartal voorzien, het is heel<br />
goed mogelijk dat Rochus al eerder dan 1986 zijn staf is kwijtgeraakt. Van het<br />
beeld in Conques heb ik geen afbeelding mét staf kunnen vinden. Om de trits<br />
vol te maken: het Jacobusbeeld in het portaal van Sint Jacob in Den Bosch mist<br />
ook de staf. Wel heeft het beeld een gat in de hand, waarin een staf kan<br />
worden geplaatst. Wellicht een idee voor het tienjarig bestaan van het<br />
Genootschap: de schenking van een nieuwe staf voor het Jacobusbeeld in 's-<br />
Hertogenbosch? Wim Bettonvil<br />
PRAKTISCH . . .<br />
Handdoeken worden zowat niet droog en als je ze achter aan je bagage hangt,<br />
worden ze nog vuil ook. Gewone hydrofiel luiers zijn zó droog! Ik had er twee<br />
meegenomen, maar als je kort haar hebt, is één al voldoende. Wegwerp<br />
washandjes gaan óók een week mee!<br />
Voor fietsers is heel belangrijk een oude blouse met wijde lange mouwen. Als de<br />
zon ineens na een natte en koude periode gaat schijnen, verbrand je levend! Wij<br />
hadden die eventjes vergeten ....... José Wienk<br />
Ik vind het heerlijk om na dagenlang alles op de hand gewassen te hebben, mijn<br />
wasgoed weer eens een heel was-programma te laten doorlopen. Vorig jaar<br />
liepen wij vanaf Digoin naar Le Puy, vandaar de GR 65 tot aan Lectoure. Op<br />
die hele weg van zo'n 600km vonden we slechts één wasserette, in de binnen-<br />
stad van Cahors.<br />
Dit jaar liepen wij het traject Lectoure-Burgos. In Pamplona overnachtten wij in<br />
het pelgrimshuis aan de Calle Blas de la Serna. Twee wasmachines, die er<br />
stonden, waren stuk. Een lange zoektocht met behulpzame Spanjaarden,<br />
telefoonboeken en 'vragen en nog eens vragen' bracht ons bij de Lavateria aan<br />
de C./ Descalzos, vlakbij het museum van Navarra. Keurig opgevouwen konden<br />
wij 's middags onze bonte en wol-was weer meenemen. Adrie Dik
IN-DRUK<br />
De vorige keer was het 'raadsel' koning David bij de Puerta de las Platerias<br />
(<strong>Santiago</strong> de Compostela, kathedraal).<br />
"hls we de dia's laten zien en vertellen van onze <strong>Santiago</strong>-reis in 1984, komt<br />
David er altijd als een mooi plaatje uit en is de herinnering aan de ietwat<br />
rommelige gevel weer heel levendig. Daarbij moet ik dan toch ook dadelijk E a,<br />
denken aan de bedelaar in z'n hoekje voor de kerkdeur. Ook het plein met de 2<br />
v<br />
leuke zilverwinkeltjes, waar de gevel z'n naam aan dankt. Er moest toen na- , s<br />
tuurlijk een kleine, zilveren schelp aan een kettinkje gekocht worden als 2<br />
herinnering en afsluiting van deze reis, waarvan we zo hebben genoten", aldus ö<br />
C><br />
H.'H.M. Margry-van Schijndel uit Rotterdam. E O
DIT IS NIET ZOMAAR EEN PRIJSVRAAG!<br />
We willen niet alleen van u weten waar deze foto gemaakt is en wat het<br />
voorstelt, maar ook welke indrukken, herinneringen, en emoties dit beeld bij u<br />
2 oproept. Het is in de familie van Jacobus gebleven én in Spanje .......<br />
Cu<br />
g Uw reacties worden dan in het volgende nummer van <strong>DE</strong> <strong>JACOBSSTAF</strong> vermeld.<br />
v<br />
a Onder de inzenders verloten we weer een Genootschapstegeltje (gezien de<br />
7<br />
2 breekbaarheid van het tegeltje kan het niet verstuurd worden!).<br />
ö Graag ontvangen wij uw reacties vóór 15 januari op het nieuwe redactie-adres:<br />
C><br />
O<br />
cr Peter Jas, Grote Noord 3, 1621 KD Hoorn
OU<strong>DE</strong> SANTIAGO-GANGERS:<br />
William Wey (1407-1476) in <strong>Santiago</strong> de Compostela: mei 1456<br />
De Engelse koning Hendrik V1 stichtte in 1440-1441 het beroemde Eton College<br />
en enkele jaren later was William Wey aan deze onderwijsinstelling verbonden.<br />
Van de koning kreeg Wey in 1456 toestemming om te pelgrimeren naar <strong>Santiago</strong><br />
de Compostela. Theoloog en monnik Wey maakte van deze bedevaart en van zijn<br />
latere reizen naar het Heilig Land (1458 en 1462) verslagen resp. in het Latijn<br />
en in het Engels. Uit zijn beschrijving weten we dat hij op 27 maart 1456 uit<br />
Eton vertrok. Op 30 april arriveerde Wey in de haven Plymouth, maar hij kon<br />
pas op 17 mei met de Mary White scheep gaan naar het Spaanse Grwne (= La<br />
Coruña), waar op 21 mei werd aangemeerd. Op het feest van de heilige Drie-<br />
eenheid (22 mei) zag Wey in <strong>Santiago</strong> de Compostela voor de mis een processie<br />
met negen bisschoppen en kardinalen in pontificalibus. Verder zag hij op het<br />
hoofd van de zittende Jacobus op het hoofdaltaar een prachtige kroon. Volgens<br />
Wey was deze kroon afkomstig van de koning van Granada, een Sarazenus, die<br />
in dat jaar van Wey's bezoek aan <strong>Santiago</strong> (1456) door Hendrik IV, koning van<br />
Castilla en León, gevangen genomen was. De gouden (of vergulde) kroon van de<br />
Moorse vorst werd naar <strong>Santiago</strong> de Compostela gezonden en op Jacobus' hoofd<br />
gezet. Het grootste gedeelte van Wey's beschrijving van <strong>Santiago</strong> de Compostela<br />
gaat over de geestelijkheid verbonden aan de kathedraal: een aartsbisschop met<br />
o.a. zeven kardinalen onder zich. Verder vertelt hij universi catholici fideles,<br />
aan alle trouwe katholieken, hoe Jacobus in Spanje reisde om het evangelie te<br />
verkondigen en daarna naar Jeruzalem trok om hetzelfde te doen. Na Jacobus'<br />
dood namen enkele leerlingen zijn lichaam en brachten dit naar de havenplaats<br />
Jappe, Hier lag een boot die het lichaam van Jacobus in zeven dagen bracht<br />
naar de Spaanse haven, waar de apostel het evangelie zou hebben verkondigd.<br />
De leerlingen namen het lichaam uit het schip en legden het op een steen,<br />
genaamd Barcha (Boot), en op een andere steen die Patronon werd genoemd. De<br />
eerste steen was concaaf -in de vorm van een sarkofaag- en de andere leek op<br />
een sedes, een zetel. Pelgrims namen steeds kleine stukjes van de Barcha-steen<br />
mee en het restant belandde uiteindelijk in de rivier. De Patron-steen werd<br />
gelplaatst onder het altaar van de Jacobuskerk in de stad die nu Padrón wordt<br />
gelnoemd. Wey vertelt daarna over de verschillende aflaten die verkregen worden<br />
b&j het bezoek aan de Mariakerk van Iria, de Jacobuskerk van Padrón en de<br />
Jancobus-fontein op de berg bij Padrón, waar Jacobus' staf voor het eerst de<br />
Spiaanse bodem raakte en waar ook nog de steen te zien is waarop de apostel bij
zijn eerste preek heeft gestaan.<br />
Ook de in <strong>Santiago</strong> de Compostela verleende aflaten noemt Wey. Paus Calixtus,<br />
"die Jacobus zeer vereerde", gaf toestemming voor een extra aflaat tijdens het<br />
heilig jaar (zie ook p. 137 van <strong>DE</strong>ze <strong>JACOBSSTAF</strong>): pelgrims die echt berouw<br />
hebben en gaan biechten in zo'n jaar wordt alle schuld vergeven, aldus Wey.<br />
Na zijn bezoek aan Jacobus' graf bleef Wey enkele dagen in de haven van La<br />
Coruña, waar 80 schepen -waaronder 32 Engelse- voor anker lagen. Hij sprak<br />
met een Jood, woonde een mis bij, hoorde een preek en zag een processie. Wey<br />
ontmoette daar in La Coruña ook een Engelsman uit Somerset met wie hij in<br />
Plymouth had kennisgemaakt. De Engelsman was toen zwaar ziek, maar was van<br />
plan toch naar Spanje te gaan omdat hij Jacobus had beloofd naar zijn graf te<br />
pelgrimeren. Maar de zieke was plotseling bang geworden; hij zou vast onderweg<br />
sterven en hij wilde liever in zijn eigen bed doodgaan. Wey adviseerde hem in<br />
Plymouth toch naar <strong>Santiago</strong> te gaan, want het was veel beter -met het oog op<br />
de aflaten!- op weg naar Jacobus te sterven dan thuis. Maar de zieke sloeg<br />
Wey's raad in de wind en reisde terug naar huis. Met veel pijn en moeite<br />
bereikte hij aan het eind van zijn eerste reisdag een herberg. Daar bracht hij<br />
de nacht door en de volgende ochtend kon hij het bijna niet geloven: hu was<br />
genezen! Snel ging hij terug naar Plymouth, nam de boot naar Jacobus en kwam<br />
-gezond en wel- aan in La Coruña, waar hij Wey opnieuw ontmoette en zijn<br />
relaas vertelde. Jacobus doet wonderen, constateert Wey.<br />
Op 28 mei begon voor Wey de terugvaart naar Engeland, maar het weer zat<br />
tegen en het schip werd gedwongen terug te varen naar La Coruña. Uiteindelijk<br />
verlieten de Engelsen de Spaanse haven op 6 juni en vier dagen later liep het<br />
schip de haven van Plymouth binnen. Tijdens de zeereis terug naar Engeland<br />
gebeurde het volgende: een pelgrim werd bestolen, een dief had de beurs van de<br />
broekriem losgesneden. De pelgrim was al zijn geld kwijt en hij beloofde<br />
Jacobus naakt naar diens graf te pelgrimeren als hij zijn bezittingen terug<br />
kreeg. Daarna werd unus Britonum (een Engelsman of iemand uit Bretagne?) in<br />
de kraag gegrepen terwijl deze bezig was een andere reiziger van diens beurs te<br />
beroven. De dader was gepakt en de bestolen pelgrim kreeg zijn geld terug.<br />
Deze deed zijn belofte gestand: hij ging nudus ad sanctum Jacobum pelgrimeren!<br />
De wind (Jacobus?) hielp mee om naar Spanje terug te gaan, want de zee was<br />
zo ruw dat de boot genoodzaakt was terug naar La Coruila te varen en daar<br />
drie dagen te wachten tot uitvaren weer mogelijk was. In deze drie dagen kon<br />
de pelgrim zijn naakte pelgrimstocht volbrengen! Annet van Wiechen
AGENDA<br />
Vermeld in deze AGENDA worden de volgende activiteiten: (dia)lezingen, film-,<br />
muziek-uitvoeringen, tentoonstellingen e.d. die door anderen georganiseerd<br />
wiorden en die 'iets' met de pelgrimage naar <strong>Santiago</strong> de Compostela te maken<br />
hebben, regio-bijeenkomsten van het Genootschap etc. Vergissingen en wijzigingen<br />
zijn u d mogelijk, controleer daarom de gegevens voor u op pad gaat<br />
via het genoemde adres/telefoonnummer.<br />
tot 19 jan 1992 Leiden, Rijksmuseum Het Koninklijk Penningkabinet: tentoon-<br />
stelling Naar Jeruzalem : de dure reis van een middeleeuwse graaf,<br />
zie ook <strong>DE</strong> <strong>JACOBSSTAF</strong> nummer 9, p. 37.<br />
19 jan Bijeenkomst Regio Bollenstreek, zie p. 147.<br />
vanaf 26 janHet Folkloristisch Danstheater zet in haar nieuwe programma Van<br />
zo, 23 feb<br />
7 mrt<br />
16-22 mrt<br />
za 28 mrt<br />
zo1 29 mrt<br />
zo 12 april<br />
7-10 mei<br />
12,-28 juli<br />
16 juli<br />
31 dec<br />
Madonna tot Madonna twee werelden tegenover elkaar. In het<br />
klassieke deel Van Madonna ... wordt de pelgrimsroute naar<br />
<strong>Santiago</strong> de Compostela gevolgd. Het moderne deel ... tot Madonna<br />
geeft een overzicht van de Amerikaanse folklore vanaf 1850 tot<br />
nu. Voorstellingen Alkmaar 26 januari, Haarlem 20 februari,<br />
Zaandam 21 februari en Purmerend 18 april 1992.<br />
Den Haag, St Jacobskerk, 10-17 U.: beurs mineralen, schelpen e.d.<br />
Bijeenkomst Regio Bollenstreek, zie p. 147.<br />
Jaarvergadering van de Zwitserse Vrienden van Jacobus.<br />
VOORJAARSVERGA<strong>DE</strong>RING Nederlands Genootschap van Sint-Jacob<br />
in Den Bosch.<br />
Halle (Westfalen, bij Osnabruck): <strong>Santiago</strong> de Compostela: muziek<br />
en beeld bU een pelgrimstocht, diaconcert Ensemble Peregrino en<br />
Conens & van Wiecheri. Liederen uit o.a. Codex Calixtinus (12e E),<br />
Cantigas de Sta Maria (13e E). Inl.: 01714 - 15386.<br />
Wandelmarkt in Gebouw Marcanti, Jan van Galenstraat 10, Amster-<br />
dam georganiseerd door Op Lemen Voeten en Pied a Terre. Thema<br />
o.a. de weg naar <strong>Santiago</strong> de Compostela. Inl.: Secr. Wandelmarkt,<br />
Singel 393, 1012 WN Amsterdam, tel.: 020-6226990.<br />
Kalamazoo Medieval Congress onder de titel: "Pilgrimage and Art:<br />
How do we construe the Pilgrimage Routes now that we've thrown<br />
out Conant and Porter?".<br />
Frans Waltmans, Oliemolenstraat 23, 6411 GJ Heerlen, tel. 045-<br />
711529 wil een culturele busreis verzorgen naar <strong>Santiago</strong> de<br />
Compostela, 12-28 juli 1992. Informatie op bovengenoemd adres.<br />
Vanaf 16 juli organiseert de Jacobusvereniging van Navarra een<br />
internationale looptocht van Roncesvalles naar Astorga (487 km).<br />
De laatste etape Astorga - <strong>Santiago</strong> de Compostela zal in 1993<br />
worden gelopen. Inlichtingen: Amigos del Camino de <strong>Santiago</strong> en<br />
Navarra, Sierra de Alaiz, no. 3-10° izda, E-31006 Pamplona.<br />
Begin Año Santo in <strong>Santiago</strong> de Compostela; opening Puerta Santa.<br />
Vlaams Genootschap van <strong>Santiago</strong> de Compostela<br />
Sint-Andriesabdij, Zevenkerken B-8200 Brugge<br />
Soiciété des Amis de Saint Jacques de Compostelle<br />
4, Square du Pont de Sèvres, F-92100 Boulogne sur Seine<br />
Deutsche St. Jakobus-Gesellschaft e.v.<br />
Wilhelmstrafie 50-52, D-5100 Aachen<br />
Les Amis du Chemin de Saint-Jacques, Association Helvétique<br />
Secrétaire: Noëlle Marty, Av. du Gros-Chêne 37, CH-1213 Onex
ER<br />
Hieronder vindt u een lijst van de verkrijgbare artikelen, elk voorzie<br />
nummer en de prijs inclusief verzendkosten.<br />
U voldoet het totaalbedrag door middel van betaling op Postbank-numm<br />
515.11.46 t.n.v. de Penningmeester Nederlands Genootschap van Sint-Jacob<br />
Rotterdam onder vermeldlng van het (de) nummer($) van de door u gewe<br />
artikelen.<br />
Na ontvangst van het bedrag door de penningmeester en na controle<br />
vrager wel lid is en zijn contributie heeft betaald, wordt<br />
toegezonden aan het adres dat op het giro-formulier staat verm<br />
Alleen bij bestelling van een pelnrimspas dient u gebruik te m<br />
kopie van) het bestelformulier op p. 69 (<strong>DE</strong> <strong>JACOBSSTAF</strong> 10).<br />
Indien u niet per giro betaalt, maar per bank, dient u een lijst van<br />
artikelen separaat toe te zenden aan:<br />
J.M.A. v.d. Werff, Burgemeester Koningssingel 27, 3042 NK<br />
- NR ARTIKEL<br />
O 1 Alfabetische ledenlijst<br />
O 2 Ledenlijst volgens postcode<br />
O Gebed van pelgrim<br />
O Stickers (20 stuks)<br />
O Literatuurlijst<br />
0 6 Pelgrimspas<br />
O 7 iekaart Rustende Pelgrims<br />
08<br />
O 9 s voor Spade 1991 - 1992 (zie ook p. 169)<br />
1 O TUdschriPt <strong>DE</strong> PELGRIM nummer 10<br />
11 Tijdschrift <strong>DE</strong> PELGRIM nummer 11<br />
12 Tijdschrift <strong>DE</strong> PELGRIM nummer 12<br />
13 Tijdschrift <strong>DE</strong> PELGRIM nummer 13<br />
14 Tijdschrift <strong>DE</strong> PELGRIM nummer 14<br />
15 Tijdschrift <strong>DE</strong> PELGRIM nummer 15<br />
2 1 Tijdschrift <strong>DE</strong> <strong>JACOBSSTAF</strong> 1989 nummer 1 uitverkocht<br />
2 2 Tijdschrift <strong>DE</strong> <strong>JACOBSSTAF</strong> 1989 nummer 2 uitverkocht<br />
2 3 Tijdschrift <strong>DE</strong> <strong>JACOBSSTAF</strong> 1989 nummer 3<br />
2 4 Tijdschrift <strong>DE</strong> <strong>JACOBSSTAF</strong> 1989 nummer 4<br />
25 Tijdschrift <strong>DE</strong> JACOESSTAF 1990 nummer 5 uitverkocht<br />
26 TIJdschrilPt <strong>DE</strong> <strong>JACOBSSTAF</strong> 1990 nummer 6<br />
27 Tijdschrift <strong>DE</strong> <strong>JACOBSSTAF</strong> 1990 nummer 7<br />
28 Tijdschrift <strong>DE</strong> <strong>JACOBSSTAF</strong> 1990 nummer 8<br />
29 Tijdschrift <strong>DE</strong> <strong>JACOBSSTAF</strong> 1991 nummer 9<br />
30 Tijdschrift <strong>DE</strong> <strong>JACOBSSTAF</strong> 1991 nummer 10<br />
3 1 Tijdschrift <strong>DE</strong> <strong>JACOBSSTAF</strong> 1991 nummer I l<br />
32 Tijdschrift <strong>DE</strong> <strong>JACOBSSTAF</strong> 1991 nummer 12