cao slijterijen 2002-2003 - Slijtersunie

ARTIKEL 29
3. Vanwege de invoering van (branche)prepensioen wordt de VUTregeling
afgebouwd. De werknemers die op 31 december 2002 de
leeftijd van 60 jaar heeft bereikt, kan nog op 61-jarige leeftijd
uittreden; zijn VUT-uitkering loopt tot de 63-jarige leeftijd. De
werknemer die op 31 december 2002 de leeftijd van 58 of 59 jaar
heeft bereikt, kan op 61,5-jarige leeftijd uittreden; zijn VUTuitkering
loopt tot de 62,5-jarige leeftijd.
4. Voor de bepaling van de periode van 10 jaar wordt mede in
aanmerking genomen een tijdvak voorafgaand aan het huidig
dienstverband in het slijtersbedrijf, dat betrokkene werkzaam is
geweest bij een werkgever vallend onder de VUT-regeling voor
het Levensmiddelenbedrijf.
5. Per 1 januari 2002 is de hoogte van de bijdrage voor de VUTregeling
vastgesteld op 3,1% van het premieplichtig loon van alle
werknemers in de onderneming. De werkgever zal vanaf 1
januari 2002 maximaal 1,4% van het premieplichtig loon verhalen
op de bij hem werkzame werknemers door middel van
inhoudingen bij elke loonbetaling.
6. Per 1 januari 2003 is de hoogte van de bijdrage voor de VUTregeling
vastgesteld op 0,4% van het premieplichtig loon van alle
werknemers in de onderneming. De werkgever zal vanaf 1
januari 2003 maximaal 0,22% van het premieplichtig loon
verhalen op de bij hem werkzame werknemers door middel van
inhoudingen bij elke loonbetaling.
7. De VUT-regeling heeft, in afwijking van hetgeen in artikel 35 is
bepaald, een looptijd tot en met 31 december 2006. De VUTregeling
wordt afgebouwd waardoor voor het laatst kan worden
uitgetreden op 1 juni 2006.
8. De afspraken met betrekking tot de VUT-regeling zijn nader
vastgelegd in de cao voor Slijterijen inzake Vervroegd Uittreden
en het daarbij behorende reglement.
P E N S I O E N
De werknemer die de leeftijd van 20 jaar heeft bereikt en in dienst is
van een werkgever die valt onder de pensioenregeling van het
Bedrijfstakpensioenfonds voor de Detailhandel, bouwt ouderdomsen
nabestaandenpensioen op. Als de werkgever is vrijgesteld van
deze pensioenregeling, geldt de pensioenregeling die tot de
vrijstelling heeft geleid. Voor de pensioenopbouw gedurende
ouderschapsverlof: zie artikel 18 lid 8.
CAO VOOR SLIJTERIJEN 2004-2007 33