cao slijterijen 2002-2003 - Slijtersunie

4. Voor de beoordeling van de toereikendheid van de middelen van
de Stichting, worden door de
administrateur clusters bijgehouden, waarbij:
a. de werkgevers als bedoeld in artikel 1 sub 1 van de Collectieve
Arbeidsovereenkomst voor het Levensmiddelenbedrijf inzake
Kinderopvang gezamenlijk één cluster vormen.
b. iedere werkgever die lid is van de VGL een cluster vormt;
Het bestuur is bevoegd te bepalen dat werkgevers of groepen
werkgevers die krachtens artikel 3 sub c en d van de statuten
vrijwillig zijn aangesloten bij de Stichting, één of meer clusters
vormen danwel bij een reeds bestaand cluster worden
ondergebracht.
Vanuit de Stichting als geheel kunnen maximaal zoveel kinderen
worden opgevangen dat de jaarlijkse kosten van deze opvang ten
laste van de Stichting gelijk zijn aan de som van de totaal
beschikbare jaarpremie plus het saldo van de financiële baten en
lasten minus de totale uitvoeringskosten en de gelden welke
resteren uit voorgaande jaren.
Vanuit één cluster kunnen zoveel kinderen worden opgevangen
dat de jaarlijkse kosten van deze opvang ten laste van de
Stichting gelijk zijn aan de voor dit cluster beschikbare
jaarpremie. Daarnaast kunnen kinderen worden opgevangen
vanuit de resterende middelen van het cluster van voorgaande
jaren. Bij het gebruik van deze, niet structurele, middelen bepaalt
het bestuur de wijze van verdeling van de geldmiddelen over
verschillende jaren.
5. Indien de middelen van een cluster niet meer toereikend zijn om
een aanvraag (volledig) te kunnen honoreren, zal een wachtlijst
voor het desbetreffende cluster worden aangelegd.
6. Het afbouwen van een wachtlijst per cluster geschiedt op
volgorde van binnenkomst.
Artikel 10
Bevoegdheden van het bestuur
1. Het bestuur is te allen tijde bevoegd om nadere inlichtingen van
de werkgever of werknemer te vragen, indien naar de mening
van het bestuur de overgelegde stukken te weinig duidelijkheid
verschaffen voor toewijzing van een bijdrage.
2. Het bestuur is bevoegd controle uit te oefenen op de naleving van
de voorwaarden.
3. Het bestuur is gerechtigd om in alle gevallen waarin een bijdrage
aan de ouder is verstrekt, doch de ouder niet (meer) voldoet aan
CAO VOOR SLIJTERIJEN 2004-2007 71