05.09.2013 Views

De schilderijen - Antwerpen, Kerken en Toerisme

De schilderijen - Antwerpen, Kerken en Toerisme

De schilderijen - Antwerpen, Kerken en Toerisme

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Mannaerts R., <strong>De</strong> sleutel ter op<strong>en</strong>baring van de Sint-Waldetrudiskerk te Her<strong>en</strong>tals,<br />

alias de Bov<strong>en</strong>kerk, <strong>Antwerp<strong>en</strong></strong>, 2010<br />

de <strong>schilderij<strong>en</strong></strong><br />

DE SCHILDERIJEN IN DE MIDDENBEUK: JEZUS’ KINDSHEID<br />

<strong>De</strong> beide anonieme grote <strong>schilderij<strong>en</strong></strong> die nu hoog in de midd<strong>en</strong>beuk hang<strong>en</strong>, hor<strong>en</strong> bij elkaar qua<br />

afmeting<strong>en</strong>, stijl <strong>en</strong> thematiek.<br />

<strong>De</strong> opdracht in de tempel, anoniem, 17 de eeuw<br />

Maria <strong>en</strong> Jozef kom<strong>en</strong> de 40 ste dag na de geboorte van Jezus naar de tempel om hun eerstgebor<strong>en</strong>e<br />

zoon aan God op te drag<strong>en</strong>. Simeon, vere<strong>en</strong>zelvigd met de priester, draagt het Kind in zijn hand<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

met de blik hemelwaarts looft hij God dat hij toch nog “de glorie van Israël, het Licht van alle<br />

volker<strong>en</strong> mag aanschouw<strong>en</strong>” vooraleer te sterv<strong>en</strong>. <strong>De</strong> oude dame naast hem is de 80-jarige Hanna.<br />

Links, bov<strong>en</strong> de poort prijk<strong>en</strong> de 2 st<strong>en</strong><strong>en</strong> tafel<strong>en</strong>, zij het zonder aanwijzing van de 10 gebod<strong>en</strong>, als<br />

tek<strong>en</strong> van het Oude Verbond van God <strong>en</strong> zijn volk Israël.<br />

<strong>De</strong> vlucht naar Egypte, anoniem, 17 de eeuw<br />

<strong>De</strong> voorstelling is minder traditioneel in de zin dat Maria <strong>en</strong> Kind niet op de ezel zitt<strong>en</strong>, begeleid door<br />

Jozef. Maria, in rood kleed <strong>en</strong> blauwe mantel, steunt op e<strong>en</strong> wandelstok. <strong>De</strong> ezel staat achter haar,<br />

begeleid door e<strong>en</strong> <strong>en</strong>gel. Jozef draagt het Kind in de arm<strong>en</strong> <strong>en</strong> kijkt naar zijn echtg<strong>en</strong>ote, terwijl<br />

Maria de blik op haar Kind gevestigd houdt. Jezus zelf kijkt naar de toeschouwer. E<strong>en</strong> armpje heeft hij<br />

rond zijn voedstervader gelegd, in de andere hand houdt Hij e<strong>en</strong> appel. Bov<strong>en</strong> Jozef wordt e<strong>en</strong><br />

apocrief motief uitgebeeld, nl. het Egyptische afgodsbeeld dat bij het voorbijgaan van de ware<br />

Godheid neerstuikt. <strong>De</strong> grote palmboom, waarteg<strong>en</strong> dat beeld staat, beheerst het tafereel.<br />

www.topa.be ~ 1 ~


Her<strong>en</strong>tals, Sint-Waldetrudiskerk<br />

de <strong>schilderij<strong>en</strong></strong><br />

DE SCHILDERIJEN IN DE ZUIDBEUK: JEZUS’ OPENBAAR LEVEN<br />

Het retabel van de bakkers, geschilderd triptiek,<br />

toegeschrev<strong>en</strong> aan het atelier van Ambrosius I Franck<strong>en</strong>, ca. de altaaropstelling in 1600-‘06<br />

Het altaar van het bakkersambacht werd tuss<strong>en</strong> 1600 <strong>en</strong> 1606 opgericht teg<strong>en</strong> de 6 de zuil van de<br />

noordbeuk <strong>en</strong> bij de grote reorganisatie ca. 1774 afgebrok<strong>en</strong>.<br />

Midd<strong>en</strong>paneel <strong>De</strong> wonderbare broodverm<strong>en</strong>igvuldiging (A)<br />

Voor e<strong>en</strong> altaar van de bakkers is dit e<strong>en</strong> voor-de-hand-ligg<strong>en</strong>d thema. Meer bepaald betreft het de<br />

eerste wonderbare broodverm<strong>en</strong>igvuldiging: die van de 5 brod<strong>en</strong> én de 2 viss<strong>en</strong> (Mt. 14:15-21, Mc.<br />

6:35-44; Lc. 9:10-17 <strong>en</strong> Joh. 6:1-15). T<strong>en</strong>zij anders vermeld, wordt het evangelie volg<strong>en</strong>s Johannes als<br />

uitgangspunt g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />

Jezus trekt met zijn leerling<strong>en</strong> het gebergte in (v.3); wat aangegev<strong>en</strong> wordt door het landschap aan<br />

de horizon <strong>en</strong> e<strong>en</strong> rotspartij teg<strong>en</strong> de achtergrond, links. Alle 12 apostel<strong>en</strong> (A) staan, blootsvoets,<br />

rond Jezus. Het wordt avond (Mt. 14:15). Dit tijdstip van de opkom<strong>en</strong>de duisternis moet<br />

gesuggereerd word<strong>en</strong> door de lichtgrijze hemel die (onhandig) verdrong<strong>en</strong> wordt door de donkere<br />

wolk<strong>en</strong>massa, rechts.<br />

1) Jezus is gehuld in e<strong>en</strong> grijs kleed <strong>en</strong> e<strong>en</strong> mantel in het lichtrood, de kleur van de liefde. Als Zoon<br />

van God wordt Hij getypeerd door e<strong>en</strong> aureool. Hij krijgt in de gat<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> grote m<strong>en</strong>igte<br />

stedeling<strong>en</strong> Hem volgt: Hij zelf “wist wel wat Hij ging do<strong>en</strong>” (v.6).<br />

2) Op Jezus’ vraag hoe h<strong>en</strong> te spijzig<strong>en</strong>, volgt e<strong>en</strong> ontnuchter<strong>en</strong>d financieel antwoord van Filippus,<br />

(A@@), de man in het gro<strong>en</strong> die zich, rechts van Jezus, converser<strong>en</strong>d naar Hem to<strong>en</strong>eigt.<br />

3) Andreas (A4) reageert schamper: “Er is hier e<strong>en</strong> jong<strong>en</strong> die vijf gerstebrod<strong>en</strong> <strong>en</strong> twee gedroogde<br />

visjes bij zich heeft” (v.8). Andreas, ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s in het gro<strong>en</strong>, aan Jezus’ linkerzijde, port met beide<br />

hand<strong>en</strong> op di<strong>en</strong>s schouders de knaap aan om tot bij Jezus te kom<strong>en</strong>. Ook di<strong>en</strong>s broer Petrus (A1)<br />

(v.8), in blauw <strong>en</strong> geel, gehurkt in de rechterb<strong>en</strong>ed<strong>en</strong>hoek, lijkt de jong<strong>en</strong> in die richting te<br />

stur<strong>en</strong>.<br />

4) Met de linkerhand draagt de knaap (K) e<strong>en</strong> schotel met daarop 2 viss<strong>en</strong>, in de rechterhand houdt<br />

hij 5 broodjes. Zijn blik is ev<strong>en</strong>wel naar de voorgrond gericht.<br />

5) a) Nadat hij de m<strong>en</strong>igte laat neerzitt<strong>en</strong>, neemt Jezus de brod<strong>en</strong> <strong>en</strong> de viss<strong>en</strong>. Op deze triptiek<br />

beperkt de schilder zich begrijpelijkerwijze tot de brod<strong>en</strong> <strong>en</strong> ligt Jezus’ linkerhand <strong>en</strong>kel daarop.<br />

5) b) Vervolg<strong>en</strong>s spreekt Jezus het zeg<strong>en</strong>gebed uit (Mt. 14:19): zijn rechter wijs- <strong>en</strong> midd<strong>en</strong>vinger<br />

opwaarts.<br />

6) Volgt dan aan de linkerkant de eig<strong>en</strong>lijke voedselverm<strong>en</strong>igvuldiging, hier <strong>en</strong>kel in de vorm van<br />

e<strong>en</strong> massale broodverdeling. <strong>De</strong> m<strong>en</strong>igte van 5.000 mann<strong>en</strong> plus de vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> de kinder<strong>en</strong><br />

(Mt. 14:21) zit in het gras (v.10), in groepj<strong>en</strong> “van 100 <strong>en</strong> van 50” (Lc. 6:40). Het uitdel<strong>en</strong> van de<br />

brod<strong>en</strong> onder de aanwezig<strong>en</strong> geschiedt door <strong>en</strong>kele apostel<strong>en</strong> (Mt. 14:19).<br />

7) <strong>De</strong> omstaanders, te beginn<strong>en</strong> in de linkerb<strong>en</strong>ed<strong>en</strong>hoek, ontvang<strong>en</strong> het brood <strong>en</strong> do<strong>en</strong> er zich aan<br />

tegoed.<br />

8) <strong>De</strong> laatste fase van het verhaal speelt zich op de achtergrond af. Van de 12 korv<strong>en</strong> vol met het<br />

overschot aan brokk<strong>en</strong> die nadi<strong>en</strong> door de apostel<strong>en</strong> opgehaald word<strong>en</strong> (v.12-13), staan er al 10<br />

(K) bije<strong>en</strong> <strong>en</strong> wordt er nog 1 aangevoerd. Telt de nog volle mand met brod<strong>en</strong> vooraan misschi<strong>en</strong><br />

mee als de 12 de ?<br />

www.topa.be ~ 2 ~


Her<strong>en</strong>tals, Sint-Waldetrudiskerk<br />

de <strong>schilderij<strong>en</strong></strong><br />

Het midd<strong>en</strong>luik, met - alweer - e<strong>en</strong> (zelf?)portret, vertoont veel gelijk<strong>en</strong>is met het midd<strong>en</strong>paneel van<br />

het retabel van de bakkers in de Antwerpse kathedraal (nu in het Museum voor Schone Kunst<strong>en</strong>),<br />

werk van Ambrosius I Franck<strong>en</strong>, dat slechts van <strong>en</strong>kele jar<strong>en</strong> eerder dateert: 1598.<br />

rechterpaneel, <strong>De</strong> leerling<strong>en</strong> van Emmaüs (B)<br />

Onderweg van Jeruzalem naar het dorp Emmaüs gerak<strong>en</strong> de beide zgn. Emmaüsgangers in gesprek<br />

met Jezus, zonder Hem te herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>. In de doorkijk van de deurop<strong>en</strong>ing, op de achtergrond links,<br />

ligt het ommuurde Jeruzalem met e<strong>en</strong> grote stadspoort van waaruit e<strong>en</strong> weg kronkelt in de richting<br />

van het interieur. Teg<strong>en</strong> de avond kom<strong>en</strong> ze thuis aan <strong>en</strong> nodig<strong>en</strong> Hem bij h<strong>en</strong> uit (Lc. 24:13-29). In<br />

hun sober interieur zitt<strong>en</strong> ze aan e<strong>en</strong> e<strong>en</strong>voudig gedekte tafel met slechts 1 grote schotel met daarin<br />

e<strong>en</strong> vis. “Terwijl Hij met h<strong>en</strong> aanlag, nam Hij brood, sprak de zeg<strong>en</strong> uit, brak het <strong>en</strong> reikte het hun toe.<br />

Nu ging<strong>en</strong> hun og<strong>en</strong> op<strong>en</strong> <strong>en</strong> zij herk<strong>en</strong>d<strong>en</strong> Hem” (Lc. 24:30-31). Jezus (+) zit c<strong>en</strong>traal achter de tafel,<br />

de beide leerling<strong>en</strong> (E) zitt<strong>en</strong> ervoor, teg<strong>en</strong> de zijkant zodat ze Hem flanker<strong>en</strong> in de driehoekige<br />

compositie. <strong>De</strong> Jezusfiguur is id<strong>en</strong>tiek aan die van het midd<strong>en</strong>paneel, met dezelfde kleur<strong>en</strong> van kledij,<br />

maar de mantel is nu vastgeknoopt. <strong>De</strong> lichtglans van zijn aureool is hier, na de verrijz<strong>en</strong>is, wel<br />

groter. Het brood lijkt eerst (in 2) gesned<strong>en</strong>, zo egaal wordt het hier in 2 gedeeld (“gebrok<strong>en</strong>”).<br />

Nu zij beid<strong>en</strong> Jezus herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> aan het brek<strong>en</strong> van het brood, reager<strong>en</strong> ze eerbiedig vroom: de<br />

leerling, links, vouwt de hand<strong>en</strong> terwijl zijn collega, rechts, de rechterhand deemoedig teg<strong>en</strong> de borst<br />

houdt.<br />

linkerpaneel, <strong>De</strong> parabel van de zaaier (C)<br />

<strong>De</strong> gelijk<strong>en</strong>is van de zaaier wordt verhaald door de 3 synoptici (Mt. 13:3-23; Mc. 4:1-20; Lc. 8:4-15).<br />

Als uitgangspunt nem<strong>en</strong> we het evangelie volg<strong>en</strong>s Matteüs.<br />

Jezus zat aan het meer, maar omdat er zoveel m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> bij Hem sam<strong>en</strong>stroomd<strong>en</strong>, ging Hij in e<strong>en</strong><br />

boot zitt<strong>en</strong>, terwijl al het volk op de oever stond (v.1-2). <strong>De</strong> boot met gestrek<strong>en</strong> zeil heeft e<strong>en</strong> rode<br />

vlag achteraan <strong>en</strong> op de mast. Enkele m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> op de oever wijz<strong>en</strong> Jezus in de boot aan.<br />

Jezus, met e<strong>en</strong> natuurlijke lichtglans achter het hoofd <strong>en</strong> zoals op de 2 andere panel<strong>en</strong> gekleed in het<br />

grijs met daarover e<strong>en</strong> roze mantel, staat vooraan in de boot recht. 5 mann<strong>en</strong> (apostel<strong>en</strong>?) zitt<strong>en</strong> in<br />

de boot naar Hem te luister<strong>en</strong>. “Hij vertelde hun veel door middel van gelijk<strong>en</strong>iss<strong>en</strong>” (v.3), zo de<br />

parabel van de zaaier. Met de aansporing “Wie or<strong>en</strong> heeft, moet hor<strong>en</strong>” (v.9), verklaart Jezus dan zijn<br />

vergelijking.<br />

“E<strong>en</strong> zaaier ging het land op om te zaai<strong>en</strong>”. E<strong>en</strong> landbouwer (Z) draagt e<strong>en</strong> voorschoot met daarin<br />

het zaaigoed <strong>en</strong> in e<strong>en</strong> uitgestrekte armbeweging laat hij uit de greep van zijn rechterhand graantjes<br />

vall<strong>en</strong> in het rond. Het hard labeur op het land reflecteert zich in zijn roodbruin getaand gelaat <strong>en</strong> zijn<br />

hand<strong>en</strong>, terwijl de <strong>en</strong>e afgezakte overkous illustreert hoezeer hij opgaat in het werk.<br />

1) “En bij het zaai<strong>en</strong> viel er e<strong>en</strong> deel op het pad, <strong>en</strong> de vogels kwam<strong>en</strong> het opet<strong>en</strong>” (v.4). <strong>De</strong> witte<br />

graankorrels zijn hier uitgestrooid op donkergro<strong>en</strong> gras zodat ze beter zichtbaar zijn. 2 vogels<br />

kom<strong>en</strong> aangevlog<strong>en</strong>, 3 zijn al neergestrek<strong>en</strong> <strong>en</strong> et<strong>en</strong> van de zaadjes. “Telk<strong>en</strong>s wanneer iemand<br />

het woord van het koninkrijk hoort <strong>en</strong> het niet begrijpt, komt de boze <strong>en</strong> rooft weg wat in zijn<br />

hart is gezaaid. Dat is deg<strong>en</strong>e die op het pad is gezaaid.” (v.19)<br />

www.topa.be ~ 3 ~


Her<strong>en</strong>tals, Sint-Waldetrudiskerk<br />

de <strong>schilderij<strong>en</strong></strong><br />

2) “E<strong>en</strong> ander deel viel op de rotsgrond, waar het niet veel aarde had, <strong>en</strong> het kwam mete<strong>en</strong> op,<br />

doordat het ge<strong>en</strong> diepe grond had. To<strong>en</strong> de zon opkwam, verschroeide het, <strong>en</strong> doordat het ge<strong>en</strong><br />

wortel had, verdorde het” (v.5-6). Op de rotsste<strong>en</strong>, midd<strong>en</strong> op de voorgrond, staan <strong>en</strong>kele<br />

miniscule, dorre spriet<strong>en</strong>, nauwelijks als graanhalm<strong>en</strong> te herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>. “Die op de rotsgrond is<br />

gezaaid, dat is deg<strong>en</strong>e die het woord hoort <strong>en</strong> mete<strong>en</strong> met vreugde aanneemt. Hij is niet echt<br />

geworteld, hij is iemand van het og<strong>en</strong>blik; als er dan onderdrukking of vervolging ontstaat<br />

vanwege het woord, komt hij mete<strong>en</strong> t<strong>en</strong> val.” (v.20-21)<br />

3) “Weer e<strong>en</strong> ander deel viel tuss<strong>en</strong> de distels, <strong>en</strong> de distels schot<strong>en</strong> op <strong>en</strong> verstikt<strong>en</strong> het” (v.7). Het<br />

ditmaal wél opgeschot<strong>en</strong> gewas (rechts teg<strong>en</strong> de lijst) staat er verdord bij. ”Die tuss<strong>en</strong> de distels<br />

is gezaaid, dat is deg<strong>en</strong>e die het woord hoort; maar de zorg<strong>en</strong> om het bestaan <strong>en</strong> de<br />

begoocheling van de rijkdom verstikk<strong>en</strong> het woord, <strong>en</strong> hij blijft zonder vrucht.” (v.22)<br />

4) “Weer e<strong>en</strong> ander deel viel in goede aarde <strong>en</strong> leverde vrucht op: honderdvoudig, zestigvoudig, of<br />

dertigvoudig” (v.8). Teg<strong>en</strong> de lijst, links, staat e<strong>en</strong> bosje gro<strong>en</strong>e graanhalm<strong>en</strong> met rijke<br />

kor<strong>en</strong>ar<strong>en</strong>. “Die in goede aarde is gezaaid, dat is deg<strong>en</strong>e die het woord hoort <strong>en</strong> begrijpt <strong>en</strong> die<br />

draagt dan vrucht: de e<strong>en</strong> honderdvoudig, de ander zestigvoudig, weer e<strong>en</strong> ander dertigvoudig.”<br />

(v.23)<br />

Buit<strong>en</strong>luik<strong>en</strong>: St.-Autbertus <strong>en</strong> zijn attribut<strong>en</strong><br />

Zijn de binn<strong>en</strong>taferel<strong>en</strong> van de triptiek, in de lijn van de Antwerpse diocesane synode van 1610<br />

volledig Bijbels, dan blijv<strong>en</strong> de buit<strong>en</strong>luik<strong>en</strong> in grisaille aan de patroonheilige gewijd.<br />

Autbertus van Kamerijk (ca.600 - ca.669) was bakker van beroep <strong>en</strong> deelde ook brood uit aan de<br />

arm<strong>en</strong>. Volg<strong>en</strong>s de leg<strong>en</strong>de met behulp van e<strong>en</strong> ezel die dit zelfstandig, d.i. zonder begeleiding ronddroeg.<br />

Aan de nek van het lastdier hing e<strong>en</strong> geldbuidel waarin m<strong>en</strong> aalmoez<strong>en</strong> kon stopp<strong>en</strong>. Later<br />

werd Autbertus bisschop van Kamerijk-Atrecht (<strong>en</strong> hofambt<strong>en</strong>aar van koning Dagobert I). Zijn<br />

feestdag valt op 15 december.<br />

Het rechterbuit<strong>en</strong>luik in grisaille met de figuur van St.-Autbertus, patroon van de bakkers, vormt één<br />

tafereel met het linker- waarop zijn ezel naar de toeschouwer staart. <strong>De</strong>ze band wordt versterkt door<br />

Autbertus’ attribuut, de ov<strong>en</strong>paal, die over beide luik<strong>en</strong> loopt <strong>en</strong> daardoor ook <strong>en</strong>igszins de leegte<br />

bov<strong>en</strong> de ezel moet doorbrek<strong>en</strong>.<br />

Autbertus, in bisschoppelijk liturgisch ornaat, houdt de bisschopsstaf in de rechter- <strong>en</strong> de ov<strong>en</strong>paal in<br />

de linkerhand, maar de -plank met de broodjes staat op het rechterbuit<strong>en</strong>luik. Ondertuss<strong>en</strong> kijkt hij<br />

opzij naar zijn trouwe viervoeter op het rechterbuit<strong>en</strong>luik. <strong>De</strong> triptiek in op<strong>en</strong> toestand moet op de<br />

voorbijganger in de midd<strong>en</strong>beuk wellicht e<strong>en</strong> komische indruk gemaakt hebb<strong>en</strong> wanneer hij zo’n<br />

alle<strong>en</strong>staande ezel naar hem zag star<strong>en</strong>. Omdat de ov<strong>en</strong>plank met (3 ronde) broodjes binn<strong>en</strong> het<br />

zelfde kader staat als de ezel met de broodmand<strong>en</strong>, gaat het hier om e<strong>en</strong> ode aan het bakkersproduct.<br />

Dit “dagelijks brood”, zoals vermeld in het Onzevader, had voor de 17 de -eeuwse consum<strong>en</strong>t<br />

e<strong>en</strong> e<strong>en</strong>duidige betek<strong>en</strong>is vermits to<strong>en</strong> aardappel<strong>en</strong>, rijst <strong>en</strong> soja hier nog niet bek<strong>en</strong>d war<strong>en</strong>.<br />

Het naburige glasraam werd ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s door de bakkers gethematiseerd. E<strong>en</strong> fragm<strong>en</strong>t hiervan wordt<br />

bewaard in de grote zaal van de pastorie: e<strong>en</strong> Calvarie met opdrachtgevers: Jasper Al<strong>en</strong>, dek<strong>en</strong> van<br />

de bakkers, <strong>en</strong> zijn echtg<strong>en</strong>ote Aleydis Diericx (1620) met het embleem van het ambacht: 2 gekruiste<br />

ov<strong>en</strong>pal<strong>en</strong>.<br />

www.topa.be ~ 4 ~


Her<strong>en</strong>tals, Sint-Waldetrudiskerk<br />

de <strong>schilderij<strong>en</strong></strong><br />

<strong>De</strong> g<strong>en</strong>ezing van de zoon van de hofbeamte van Kafarnaüm, schilderij<br />

Claes Cornelisz. Moeyaert (uit Amsterdam), 1629, (gedateerd <strong>en</strong> gesigneerd links onderaan)<br />

Bij Jezus’ aankomst in Kana komt e<strong>en</strong> koninklijke hofbeambte uit Kafarnaüm Hem opzoek<strong>en</strong> met de<br />

vraag om mee te kom<strong>en</strong> <strong>en</strong> zijn doodzieke zoon te g<strong>en</strong>ez<strong>en</strong>. Omdat Jezus antwoordt: “Ga maar, uw<br />

zoon leeft” <strong>en</strong> de man Jezus op zijn woord gelooft, gaat hij he<strong>en</strong>. Onderweg kom<strong>en</strong> zijn slav<strong>en</strong> hem<br />

tegemoet om te zegg<strong>en</strong> dat zijn zoon leeft. Blijkbaar geschiedde de g<strong>en</strong>ezing op het uur waarop Jezus<br />

gezegd had: “Uw zoon leeft”. Sam<strong>en</strong> met al zijn huisg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> komt hij tot geloof (Joh. 4:46-54). Het<br />

tafereel speelt zich af in e<strong>en</strong> dal aan de voet van e<strong>en</strong> stad op e<strong>en</strong> berg, die hogerop bebost is. E<strong>en</strong><br />

man van middelbare leeftijd, gekleed in e<strong>en</strong> mantel met e<strong>en</strong> met goud geborduurde zoom <strong>en</strong> met<br />

hermelijn gevoerd [<strong>en</strong> het is ginds al zo warm!] zit geknield vóór Jezus. Jezus, gekleed in het<br />

lichtpurper, steekt de rechterwijsvinger uit in de richting van e<strong>en</strong> riant huis achter de hofbeamte. E<strong>en</strong><br />

aantal apostel<strong>en</strong> is getuige van deze ontmoeting net als <strong>en</strong>kele gezell<strong>en</strong> van de hoge ambt<strong>en</strong>aar.<br />

Geloof, Hoop <strong>en</strong> Liefde, schilderij<br />

toegeschrev<strong>en</strong> aan Peter Van Lint, 17 de eeuw<br />

Wat op het eerste gezicht e<strong>en</strong> gekunsteld groepsportret van 3 stijve ernstige dames lijkt, is e<strong>en</strong> trio<br />

van personificaties, nl. van de 3 goddelijke deugd<strong>en</strong>. Omdat deze deugd<strong>en</strong> niet het resultaat zijn van<br />

m<strong>en</strong>selijke inspanning<strong>en</strong>, maar e<strong>en</strong> gave van Gods Geesteskracht, word<strong>en</strong> zij verlicht door de<br />

zinnebeeldige duif van de Heilige Geest.<br />

Rechts zit het Geloof met het kruis van het <strong>en</strong>e christelijk geloof <strong>en</strong> de kelk van de Eucharistie als<br />

uitdrukking van de katholieke geloofsbeleving.<br />

In het midd<strong>en</strong> zit de Hoop met aan haar zijde (het bov<strong>en</strong>deel van) e<strong>en</strong> anker. Vaart de zeeman niet<br />

temidd<strong>en</strong> van de storm verder met de hoop om e<strong>en</strong>maal veilig thuis voor anker te kunn<strong>en</strong> gaan?<br />

Links zit de Liefde gekoesterd door 3 kindjes voor wie zij zorg draagt. Ge<strong>en</strong> groter liefde dan die van<br />

e<strong>en</strong> moeder voor haar kindjes!<br />

<strong>De</strong> opstelling van de 3 deugd<strong>en</strong> is echter niet ‘orthodox’ of ‘katholiek’ [‘koosjer’ lijkt hier minder<br />

geschikt]. <strong>De</strong> gek<strong>en</strong>de volgorde waarin ze vermeld <strong>en</strong> gek<strong>en</strong>d zijn, is: “Geloof, hoop <strong>en</strong> liefde: de<br />

grote drie” (1 Kor. 13:13). Lez<strong>en</strong>de van links naar rechts verwacht m<strong>en</strong> dan de deugd van het Geloof<br />

als eerste, links, gevolgd door beide andere. Maar omdat er e<strong>en</strong> hiërarchisch verschil wordt<br />

aangegev<strong>en</strong>: “de liefde is de grootste” (ibidem), krijgt de Liefde doorgaans de ereplaats in het<br />

midd<strong>en</strong>. Echter niet hier … ‘Goddelijke’ deugd<strong>en</strong>: wat zou e<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s zijn zonder?<br />

<strong>De</strong> damesfigur<strong>en</strong> zijn zo goed als id<strong>en</strong>tiek aan dezelfde personificaties in e<strong>en</strong> werk dat zeker van Van<br />

Lint is, nl. in Het huwelijk van Jozef <strong>en</strong> Maria in de O.-L.-Vrouwekathedraal van <strong>Antwerp<strong>en</strong></strong>.<br />

<strong>De</strong> Communie <strong>en</strong> het Vormsel, schilderij<br />

mogelijk door Van der Voort (1657, gesigneerd <strong>en</strong> gedateerd onderaan rechts)<br />

Hoort dit werk misschi<strong>en</strong> thuis in e<strong>en</strong> reeks van de (7) Sacram<strong>en</strong>t<strong>en</strong>? Aan e<strong>en</strong> soort rustaltaar, links,<br />

ontvang<strong>en</strong> gelovig<strong>en</strong>, waaronder <strong>en</strong>kele religieuz<strong>en</strong>, de communie van e<strong>en</strong> bisschop. Rechts di<strong>en</strong>t<br />

e<strong>en</strong> bisschop, met het chrismatorium in de hand, het sacram<strong>en</strong>t van het vormsel toe aan e<strong>en</strong><br />

geknielde jongeman terwijl bij e<strong>en</strong> tweede jongeman het chrisma reeds ingesmeerd is <strong>en</strong> zijn<br />

voorhoofd door e<strong>en</strong> man omwond<strong>en</strong> wordt om de olie te lat<strong>en</strong> doordring<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> geestelijke houdt<br />

ondertuss<strong>en</strong> de bisschopsstaf vast <strong>en</strong> kijkt de toeschouwer aan.<br />

www.topa.be ~ 5 ~


Her<strong>en</strong>tals, Sint-Waldetrudiskerk<br />

de <strong>schilderij<strong>en</strong></strong><br />

<strong>De</strong> farizeeër <strong>en</strong> de toll<strong>en</strong>aar, schilderij<br />

toegeschrev<strong>en</strong> aan Pieter Jozef Verhagh<strong>en</strong> (1728-1811)<br />

Teg<strong>en</strong> sommig<strong>en</strong> die van zichzelf overtuigd zijn dat ze gerechtig zijn <strong>en</strong> die de ander<strong>en</strong> veracht<strong>en</strong>,<br />

vertelde Jezus de gelijk<strong>en</strong>is over 2 m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die naar de tempel ging<strong>en</strong> om te bidd<strong>en</strong>: e<strong>en</strong> farizeeër <strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> toll<strong>en</strong>aar (Lc. 18:9-14). <strong>De</strong> farizeeër, in rijk gewaad <strong>en</strong> met het joodse tetragram voor Jhwh op<br />

zijn hoofddeksel, bidt “met opgehev<strong>en</strong> hoofd” <strong>en</strong> dankt God dat hij niet is “als de rest van de<br />

m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>: rovers, onrechtvaardig<strong>en</strong>, echtbrekers, of ook als die toll<strong>en</strong>aar daar” (v.11). Daarom staat hij<br />

- in teg<strong>en</strong>stelling met de toll<strong>en</strong>aar - vooraan, ‘verhev<strong>en</strong>’ op e<strong>en</strong> paar tred<strong>en</strong>. Hij voelt zich des te<br />

meer gerechtig omdat hij regelmatig vast <strong>en</strong> trouw ti<strong>en</strong>d<strong>en</strong> betaalt. <strong>De</strong> toll<strong>en</strong>aar, die nederig “op e<strong>en</strong><br />

afstand bleef staan”, krijgt hier - omwille van het smalle, verticale schilderij - e<strong>en</strong> standplaats vlak<br />

achter de farizeeër. “Hij wilde zelfs [uit schaamte] zijn og<strong>en</strong> niet opheff<strong>en</strong> naar de hemel, maar hij<br />

klopte zich [berouwvol] op de borst <strong>en</strong> zei: “God, wees mij, zondaar, g<strong>en</strong>adig” (v.13). Jezus prijst de<br />

berouwvolle toll<strong>en</strong>aar die als <strong>en</strong>ige God(-s goedvind<strong>en</strong>) gevond<strong>en</strong> heeft <strong>en</strong> eindigt met e<strong>en</strong><br />

gevleugeld citaat: “Want ieder die zichzelf verheft zal vernederd word<strong>en</strong>, hij echter die zichzelf<br />

vernedert, zal verhev<strong>en</strong> word<strong>en</strong>” (v.14). Drie aanwezig<strong>en</strong> kijk<strong>en</strong> toe.<br />

<strong>De</strong> verlor<strong>en</strong> zoon, schilderij<br />

toegeschrev<strong>en</strong> aan Pieter Jozef Verhagh<strong>en</strong> (1728-1811)<br />

Gezi<strong>en</strong> de stijl <strong>en</strong> de afmeting<strong>en</strong> hoort dit doek bij het vorige, al dan niet deel uitmak<strong>en</strong>d van e<strong>en</strong><br />

grotere reeks. Met de parabel van de verlor<strong>en</strong> zoon (Lc. 15:11-32) wil Jezus aan de farizeeërs <strong>en</strong> de<br />

schriftgeleerd<strong>en</strong> die zich gerechtig wan<strong>en</strong>, voorhoud<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> berouwvolle zondaar meer kans<br />

maakt om vreugdevol God te vind<strong>en</strong>. <strong>De</strong> ‘verlor<strong>en</strong>’ zoon die zijn vader de rug had toegekeerd <strong>en</strong> zijn<br />

erfdeel had verkwist in e<strong>en</strong> losbandig lev<strong>en</strong>, maar - door nood gedrev<strong>en</strong> - nu terugkeert naar zijn<br />

vader, geldt als toonbeeld van e<strong>en</strong> tot inkeer gekom<strong>en</strong> zondaar.<br />

<strong>De</strong> verlor<strong>en</strong> zoon wordt door zijn vader hartelijk verwelkomd aan de ingang van het huis. Zijn<br />

reisstok met kalebas ligt teg<strong>en</strong> het bordes. Om zijn haveloze, blootsvoetse zoon weer waardigheid te<br />

verl<strong>en</strong><strong>en</strong> gelast de vader zijn knecht<strong>en</strong>: “Haalt vlug het mooiste kleed <strong>en</strong> trekt het hem aan, steekt<br />

hem e<strong>en</strong> ring aan zijn vinger <strong>en</strong> trekt hem sandal<strong>en</strong> aan” (v.22). E<strong>en</strong> eerste knecht br<strong>en</strong>gt mooie<br />

kledij <strong>en</strong> e<strong>en</strong> paar scho<strong>en</strong><strong>en</strong> aan omdat het Latijnse “calceam<strong>en</strong>ta” dat in de Vulgaat staat, niet<br />

specifiek ‘sandal<strong>en</strong>’ betek<strong>en</strong>t, maar ‘schoeisel’ in het algeme<strong>en</strong>. <strong>De</strong> tweede knecht achter hem<br />

br<strong>en</strong>gt de goud<strong>en</strong> ring aan.<br />

www.topa.be ~ 6 ~


Her<strong>en</strong>tals, Sint-Waldetrudiskerk<br />

de <strong>schilderij<strong>en</strong></strong><br />

Jezus veroordeelt de schijnheiligheid van de schriftgeleerd<strong>en</strong> <strong>en</strong> de farizeeërs,<br />

schilderij, toegeschrev<strong>en</strong> aan het atelier van Jacob Jorda<strong>en</strong>s, jar<strong>en</strong> 1660<br />

Dit doek behoort tot de latere productie van het Jorda<strong>en</strong>satelier, die gek<strong>en</strong>merkt wordt door<br />

tan<strong>en</strong>de kwaliteit. Het architecturale decor dat opvall<strong>en</strong>d veel ruimte inneemt, moet e<strong>en</strong> gebrek aan<br />

perspectief verdoezel<strong>en</strong>. <strong>De</strong> compositie wordt ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s vervlakt doordat alle figur<strong>en</strong> op dezelfde<br />

hoogte staan (isocefalie). Het originele werk van Jorda<strong>en</strong>s (jar<strong>en</strong> 1660) bevindt zich in het Palais des<br />

Beaux-Arts te Rijsel. Het schilderij werd in 1825 door F. Hufk<strong>en</strong>s aan de kerk geschonk<strong>en</strong>, aldus het<br />

toegevoegde opschrift op de balustrade rechts.<br />

In de op<strong>en</strong>ing van e<strong>en</strong> balustrade met barokke balusterzuil<strong>en</strong> staat Jezus, met e<strong>en</strong> opvall<strong>en</strong>de rode<br />

mantel. Hij bevindt zich te midd<strong>en</strong> van 2 groep<strong>en</strong>. Links, vóór Hem, staan 6 schriftgeleerd<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

farizeeërs, rechts, achter Hem, 4 apostel<strong>en</strong>. <strong>De</strong> dikke met de bril draagt e<strong>en</strong> soort liturgisch gewaad<br />

bov<strong>en</strong> e<strong>en</strong> albe. Onder de apostel<strong>en</strong> herk<strong>en</strong>t m<strong>en</strong> de kale Petrus <strong>en</strong> de jonge, baardloze Johannes.<br />

Jorda<strong>en</strong>s wil ook Jezus’ leerling<strong>en</strong> niet idealiser<strong>en</strong> <strong>en</strong> laat ze voor wat ze zijn: gewone m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> uit het<br />

volk met de voor hem typische karikaturale hoofd<strong>en</strong>. Jezus houdt e<strong>en</strong> toespraak tot zijn apostel<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

verwijst daarbij naar het verwerpelijk gedrag van het joodse religieuze establishm<strong>en</strong>t. Met<br />

opgehev<strong>en</strong> linkerwijsvinger treedt Hij als leraar op voor zijn leerling<strong>en</strong>, terwijl Hij met de andere<br />

hand de groep vóór h<strong>en</strong> afwijst. Zijn blik is dubbel: één oog is gericht naar de farizeeërs, het andere<br />

naar de toeschouwer.<br />

<strong>De</strong> zinnebeeldige duif van Gods Heilige Geest biedt a.h.w. ‘zijn’ geïnspireerd evangeliecitaat aan aan<br />

de hand van de refer<strong>en</strong>tie op de cartouche onderaan teg<strong>en</strong> de lijst. <strong>De</strong> aangegev<strong>en</strong> tekst van<br />

Matteüs (5:20) luidt: “Ik zeg jullie: als jullie gerechtigheid die van de schriftgeleerd<strong>en</strong> <strong>en</strong> farizeeërs<br />

niet ver overtreft, zull<strong>en</strong> jullie zeker niet binn<strong>en</strong>gaan in het Rijk der hemel<strong>en</strong>”. Het maakt onderdeel<br />

uit van Jezus’ pleidooi voor de Zalighed<strong>en</strong>. <strong>De</strong> joodse vroomheid die zich trouw aan de wet van de<br />

Ti<strong>en</strong> Gebod<strong>en</strong> houdt, moge correct zijn, in Jezus’ og<strong>en</strong> volstaat die immers niet om God te vind<strong>en</strong>.<br />

Vandaar dat Hij ze aanvult met de Zalighed<strong>en</strong> (Mt. 5:1-12) zonder daarom de Gebod<strong>en</strong> te wijzig<strong>en</strong><br />

(v.17-19). Na de toelichting hoe <strong>en</strong>kele van de Ti<strong>en</strong> Gebod<strong>en</strong> radicaler <strong>en</strong> verfijnder moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

opgevat (v.21-48), gaat Jezus in hoofdstuk 6 in op <strong>en</strong>kele praktische voorbeeld<strong>en</strong>: de aalmoez<strong>en</strong> (v.1-<br />

4), het gebed (v.5-15) <strong>en</strong> het vast<strong>en</strong> (v.16-18) om dan te eindig<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> pleidooi voor e<strong>en</strong> hemels<br />

perspectief ter vervanging van al te aardse zorg<strong>en</strong> (v.19-32). In zijn besluit herhaalt Hij a.h.w. het<br />

aangegev<strong>en</strong> citaat “zoek eerst het Koninkrijk <strong>en</strong> zijn gerechtigheid (v.33).<br />

Die 3 praktische voorbeeld<strong>en</strong> word<strong>en</strong> hier ook verbeeld:<br />

1) <strong>De</strong> geslot<strong>en</strong> geldbuidel van het <strong>en</strong>geltje vooraan bij de cartouche alludeert op de aalmoez<strong>en</strong><br />

waarop de farizeeërs prat gaan. I.p.v. ze te gev<strong>en</strong> “om de aandacht te trekk<strong>en</strong> van de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>”<br />

zodat “zij hun loon al hebb<strong>en</strong> ontvang<strong>en</strong>” (v.1-2), beveelt Jezus aan ze te gev<strong>en</strong> “in het<br />

verborg<strong>en</strong>e … opdat uw Vader het u zal vergeld<strong>en</strong>” (v.4.6).<br />

2) Het wierookvat staat voor de eredi<strong>en</strong>st, in dit geval meer voor de rituel<strong>en</strong> <strong>en</strong> de uiterlijke<br />

vorm<strong>en</strong> van het gebed “om op te vall<strong>en</strong> bij de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>” (v.5), waarteg<strong>en</strong>over Jezus oproept om<br />

(het Onzevader) te bidd<strong>en</strong> in het verborg<strong>en</strong>e.<br />

3) Het masker dat iemand op de rug draagt om het snel weer te kunn<strong>en</strong> opzett<strong>en</strong>, symboliseert<br />

bedrog, in dit geval - aldus Mt. 6:16 - van schijnheiligheid bij het vast<strong>en</strong> waarteg<strong>en</strong> Jezus ingaat:<br />

“Wanneer je vast, zet dan ge<strong>en</strong> somber gezicht zoals de schijnheilig<strong>en</strong>; zij verstrakk<strong>en</strong> hun gezicht<br />

om de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> te ton<strong>en</strong> dat zij aan het vast<strong>en</strong> zijn. Ik verzeker jullie, zij hebb<strong>en</strong> hun loon al<br />

ontvang<strong>en</strong>.” Het boek dat deze man draagt, typeert hem als schriftgeleerde.<br />

www.topa.be ~ 7 ~


Her<strong>en</strong>tals, Sint-Waldetrudiskerk<br />

de <strong>schilderij<strong>en</strong></strong><br />

<strong>De</strong> zwaar gevulde geldbuidel van het <strong>en</strong>geltje verwijst tegelijkertijd naar Jezus’ slotpleidooi (Mt.<br />

6:19-20): “Verzamelt u ge<strong>en</strong> schatt<strong>en</strong> op aarde, waar ze door mot <strong>en</strong> worm vergaan <strong>en</strong> waar diev<strong>en</strong><br />

inbrek<strong>en</strong> om ze te stel<strong>en</strong>; maar verzamelt u schatt<strong>en</strong> in de hemel, waar ze niet door mot of worm<br />

vergaan <strong>en</strong> waar diev<strong>en</strong> niet inbrek<strong>en</strong> om ze te stel<strong>en</strong>.”<br />

Omwille van Jorda<strong>en</strong>s’ op<strong>en</strong>lijke calvinistische overtuiging ca. 1650/’55 zou m<strong>en</strong> dit werk ook kunn<strong>en</strong><br />

opvatt<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> kritiek op het katholicisme dat nogal wat belang hecht aan zichtbare<br />

geloofspraktijk<strong>en</strong> zoals de liturgie met gewad<strong>en</strong> <strong>en</strong> rituel<strong>en</strong>, ev<strong>en</strong>als de goede werk<strong>en</strong>.<br />

<strong>De</strong> Verlor<strong>en</strong> Zoon, schilderij,<br />

toegeschrev<strong>en</strong> aan Jan Erasmus Quellinus, 17 de eeuw<br />

Het huis van de rijke vader wordt gesuggereerd door e<strong>en</strong> fantastisch architectonisch decor met<br />

<strong>en</strong>kele geliefde barokmotiev<strong>en</strong> zoals e<strong>en</strong> marmer<strong>en</strong> afgodsbeeld, grootse pilasters, e<strong>en</strong> balkon met<br />

barokke balustrade, e<strong>en</strong> perspectief-doorkijk doorhe<strong>en</strong> e<strong>en</strong> portaal met casetteplafond. Te midd<strong>en</strong><br />

van e<strong>en</strong> lawaaierige drukte speelt zich e<strong>en</strong> ontroer<strong>en</strong>d tafereel af tuss<strong>en</strong> de oude vader die zich<br />

ontfermt over de teruggekeerde verlor<strong>en</strong> zoon. Gebog<strong>en</strong>, de hand<strong>en</strong> smek<strong>en</strong>d gevouw<strong>en</strong>, huil<strong>en</strong>d,<br />

komt de haast naakte jongeman binn<strong>en</strong>gestrompeld. <strong>De</strong> vader neemt hem vol erbarm<strong>en</strong> bij de arm.<br />

Doch de vreugde van de terugkeer is groot, want “hij die dood was, is weer lev<strong>en</strong>d geword<strong>en</strong>” (Lc.<br />

15:24). <strong>De</strong> man achter de vader br<strong>en</strong>gt “het mooiste kleed” (v.22) aan. E<strong>en</strong> stevig wit kalf: “het<br />

gemeste kalf” (v.23) wordt aangevoerd, nog bekroond met e<strong>en</strong> krans <strong>en</strong> e<strong>en</strong> roze lintje aan de<br />

hor<strong>en</strong>s: louter decoratie of t<strong>en</strong> tek<strong>en</strong> dat het beest tot ‘de vette os’ (van het jaar) uitgeroep<strong>en</strong> is? <strong>De</strong><br />

man met de bijl moet dan waarschijnlijk de slachter voorstell<strong>en</strong>. <strong>De</strong> vraag is wat er in de mand zit die<br />

de man daarachter op de rug van e<strong>en</strong> andere knecht zet. En wat draagt de negerjong<strong>en</strong>, geheel links,<br />

op de rug: plank<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> stok?<br />

<strong>De</strong> personages rechts, deels in mooie kledij, gev<strong>en</strong> het onbezorgde lev<strong>en</strong> weer t<strong>en</strong> huize van de<br />

vader. Sommig<strong>en</strong> spel<strong>en</strong> met de kinder<strong>en</strong> of amuser<strong>en</strong> zich met e<strong>en</strong> huisdier. E<strong>en</strong> dwerg begeleidt<br />

e<strong>en</strong> aapje. E<strong>en</strong> vrouw draagt 2 emmertjes (met ?) ter voorbereiding van het feest?<br />

Geheel rechts komt e<strong>en</strong> jongeman het bordes opgeklomm<strong>en</strong>, met e<strong>en</strong> stok over de schouder. Hij is<br />

de trouwe zoon die van het land terugkeert <strong>en</strong> zich verwondert over het feestgedruis. Hij zal zich<br />

boos mak<strong>en</strong> over de hartelijkheid waarmee zijn vader zijn broer, de zgn. verlor<strong>en</strong> zoon, ontvangt.<br />

Jezus laat in de parabel blijk<strong>en</strong> dat hij die zich niet kan verheug<strong>en</strong> over iemand die zich bekeert, de<br />

ware vreugde verlor<strong>en</strong> heeft. Te midd<strong>en</strong> van de drukke m<strong>en</strong>igte lop<strong>en</strong> nogal wat hond<strong>en</strong> rond. Op de<br />

antieke vaas met e<strong>en</strong> reliëf staat duidelijk e<strong>en</strong> rund gereed om geofferd te word<strong>en</strong>: e<strong>en</strong> allusie op de<br />

os die de vader slacht om de terugkeer van de zoon te vier<strong>en</strong>?<br />

www.topa.be ~ 8 ~


Her<strong>en</strong>tals, Sint-Waldetrudiskerk<br />

de <strong>schilderij<strong>en</strong></strong><br />

Het Laatste Avondmaal, schilderij<br />

toegeschrev<strong>en</strong> aan het atelier van Maart<strong>en</strong> <strong>De</strong> Vos, ca.1600<br />

In e<strong>en</strong> rijk antiek interieur zitt<strong>en</strong> Jezus <strong>en</strong> zijn apostel<strong>en</strong> aan tafel om het joodse paasfeest te vier<strong>en</strong>,<br />

maar voor Jezus zou dit het Laatste Avondmaal word<strong>en</strong>. Alle apostel<strong>en</strong> zijn - traditioneel -<br />

blootsvoets. Slechts <strong>en</strong>kel<strong>en</strong> zijn individueel te herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>, zoals Petrus <strong>en</strong> Johannes aan hun<br />

respectieve blauwe <strong>en</strong> rode kledij, <strong>en</strong> aan hun fysionomische karakteristiek<strong>en</strong>: kaal hoofd <strong>en</strong><br />

ringbaard bij Petrus; e<strong>en</strong> jong, baardloos gelaat bij Johannes. Ook Judas is herk<strong>en</strong>baar aan het rosse<br />

(baard-)haar <strong>en</strong> de geldbeurs in zijn hand. Hij, de p<strong>en</strong>ningmeester van de apostel<strong>en</strong>, heeft zijn<br />

meester reeds verrad<strong>en</strong>, bezwek<strong>en</strong> als hij is voor de macht van het geld dat hem door de jod<strong>en</strong><br />

beloofd was: 30 zilverling<strong>en</strong> (Mt. 26:15).<br />

Jezus zit c<strong>en</strong>traal, geflankeerd aan zijn rechterzijde door Petrus (A1) - d.i. op de ereplaats - terwijl de<br />

geliefde leerling Johannes de Evangelist (A2) aan Jezus’ linkerhand op de 2 de ereplaats zit. Zij vorm<strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> 1 ste kwartet van apostel<strong>en</strong> sam<strong>en</strong> met Petrus’ buurman <strong>en</strong> met Judas Iskariot op de voorgrond.<br />

Zijn geïsoleerde opstelling illustreert dat hij m<strong>en</strong>taal niet meer tot de groep rond Jezus behoort. E<strong>en</strong><br />

2 de <strong>en</strong> e<strong>en</strong> 3 de kwartet van apostel<strong>en</strong> heeft zich meer links <strong>en</strong> rechts aan het hoofdeinde van de tafel<br />

gevormd.<br />

Wanneer Jezus tijd<strong>en</strong>s dit maal brood nam, brak <strong>en</strong> uitdeelde met de woord<strong>en</strong>: “neem <strong>en</strong> eet, dit is<br />

Mijn lichaam, gegev<strong>en</strong> voor jullie”, geeft Hij daarmee de ess<strong>en</strong>tie van zijn liefde weer die bereid is<br />

zichzelf op te offer<strong>en</strong>. Dit gebaar geldt als de instelling van de Eucharistie. Ge<strong>en</strong> mom<strong>en</strong>t in de<br />

geschied<strong>en</strong>is wordt zo vaak dagelijks ritueel herhaald als dit brek<strong>en</strong> van het brood. Het mom<strong>en</strong>t is<br />

dubbel. Christus (+), de og<strong>en</strong> t<strong>en</strong> hemel opgeslag<strong>en</strong>, heeft het brood in de hand g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> <strong>en</strong> zeg<strong>en</strong>t<br />

het (o.m. Lc. 22:19). Maar getrouw aan de traditie wordt ook Jezus’ voorzegging van het verraad<br />

door e<strong>en</strong> van de apostel<strong>en</strong> uitgebeeld. <strong>De</strong> Vos volgt het evangelie volg<strong>en</strong>s Lucas die als <strong>en</strong>ige deze<br />

voorspelling ná de instelling van de Eucharistie plaatst <strong>en</strong> bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> melding maakt van de<br />

daaropvolg<strong>en</strong>de onderlinge conversatie van de apostel<strong>en</strong>: “Nu begonn<strong>en</strong> zij onder elkaar te vrag<strong>en</strong>,<br />

wie van h<strong>en</strong> het toch was, die dat zou do<strong>en</strong>” (Lc. 22:23). Volg<strong>en</strong>s de Vlaamse verhaaltrant volg<strong>en</strong> de<br />

beide mom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van het verhaal elkaar binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> <strong>en</strong> hetzelfde schilderij op. Nadat ze wel degelijk<br />

aandacht hebb<strong>en</strong> geschonk<strong>en</strong> aan de zeg<strong>en</strong>ing, ton<strong>en</strong> de meeste apostel<strong>en</strong> hun onrust over de vraag<br />

wie van h<strong>en</strong> nu de verrader zou zijn.<br />

Op het geperste tafellak<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong> 3 broodjes <strong>en</strong> voor ieder e<strong>en</strong> tinn<strong>en</strong> bord <strong>en</strong> e<strong>en</strong> mes, terwijl bij<br />

Jezus ook e<strong>en</strong> transparant glas staat, gevuld met rode wijn. [In de hoofschotel ligt ge<strong>en</strong> paaslam.] Net<br />

zoals op <strong>De</strong> bruiloft van Kana van Maart<strong>en</strong> <strong>De</strong> Vos in de O.-L.-Vrouwekathedraal van <strong>Antwerp<strong>en</strong></strong><br />

(1597) komt hier als antiquiser<strong>en</strong>d elem<strong>en</strong>t op e<strong>en</strong> gro<strong>en</strong>e wijnkruik (PP) de roof van Proserpina<br />

voor. Proserpina, in het Grieks ‘Persefone’, wordt door Pluto, Hades, naar de onderwereld ontvoerd.<br />

Er zijn wel <strong>en</strong>kele verschill<strong>en</strong>: hier is Proserpina’s moeder Ceres er niet bij <strong>en</strong> zijn er 2 paard<strong>en</strong>. In de<br />

gang, links, komt e<strong>en</strong> bedi<strong>en</strong>de aan. Omdat heel dit maniëristische werk geschilderd is in de stijl van<br />

Maart<strong>en</strong> de Vos († 1603), wordt het toegeschrev<strong>en</strong> aan zijn atelier (ca.1600).<br />

www.topa.be ~ 9 ~


Her<strong>en</strong>tals, Sint-Waldetrudiskerk<br />

de <strong>schilderij<strong>en</strong></strong><br />

<strong>De</strong> bruiloft van Kana, schilderij<br />

stilistisch toegeschrev<strong>en</strong> aan Jan Cossiers (1600-1671)<br />

In het wijnwonder van de Bruiloft van Kana (Joh. 2:1-11) schuilt e<strong>en</strong> diepere betek<strong>en</strong>is. Jezus, wil<br />

zoals de góede wijn op dit feest, ieders hart vervull<strong>en</strong> met de overweldig<strong>en</strong>de liefde van God.<br />

Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> nodigt Hij iedere<strong>en</strong> uit als gast voor e<strong>en</strong> hemels bruilofstfeest. Het populaire bijbelverhaal<br />

vormt natuurlijk ook e<strong>en</strong> dankbare aanleiding om e<strong>en</strong> uitbundig feesttafereel weer te gev<strong>en</strong>, dat als<br />

g<strong>en</strong>re ook in burgerinterieurs welkom is. Bij de bruiloftsgast<strong>en</strong>, gezet<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> lange ovale tafel in<br />

e<strong>en</strong> luxueus interieur met paleisallure, heerst de gepaste feeststemming, muzikaal ondersteund<br />

rechts door muzikant<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> contrabas, e<strong>en</strong> viool, e<strong>en</strong> dwarsfluit, <strong>en</strong> e<strong>en</strong> zanger. <strong>De</strong> tafel staat<br />

overvol met lekkere spijz<strong>en</strong>, aanbevel<strong>en</strong>swaardig om te bestuder<strong>en</strong>.<br />

Zoals het de Vlaamse verhaaltrant in de schilderkunst betaamt, word<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele ope<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>de<br />

mom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van het verhaal tegelijkertijd in beeld gebracht.<br />

Op de voorgrond, haast in het midd<strong>en</strong>, zit Jezus (+), met zijn opvall<strong>en</strong>de, helrode mantel <strong>en</strong> - net als<br />

Maria - met e<strong>en</strong> kleine natuurlijke lichtglans rond het hoofd. Hij wijst zeg<strong>en</strong><strong>en</strong>d naar 2 van de 6 grote<br />

waterkruik<strong>en</strong> die er volg<strong>en</strong>s het joodse reinigingsgebruik moet<strong>en</strong> staan.<br />

Gehoorzaam aan Jezus’ w<strong>en</strong>s is de di<strong>en</strong>aar, rechts, nog bezig de laatste (?) kruik opnieuw “tot aan de<br />

rand” met water te vull<strong>en</strong>.<br />

Aan tafel volg<strong>en</strong> de reacties van de gast<strong>en</strong> op deze wonderlijke wijn. Het glas van de man achter<br />

Maria is pas gevuld met de rode wijn. <strong>De</strong> gast<strong>en</strong> besprek<strong>en</strong> geanimeerd de nieuwe, betere wijn.<br />

Opvall<strong>en</strong>d dat 2 dames sterk qua fysionomie op elkaar gelijk<strong>en</strong>: wil de schilder daarmee familieverwantschap<br />

weergev<strong>en</strong>? <strong>De</strong> rijke bruid, in wit satijn <strong>en</strong> getooid met e<strong>en</strong> bloem<strong>en</strong>krans, w<strong>en</strong>dt het<br />

hoofd naar de oudere dame aan haar rechterzijde: waarschijnlijk haar moeder. <strong>De</strong>ze heeft haar<br />

dochter bij de arm g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, terwijl ze nochtans haar blik naar de toeschouwer gericht houdt.<br />

Tuss<strong>en</strong> h<strong>en</strong> beid<strong>en</strong> in staat e<strong>en</strong> sierlijke drinkvaas op tafel. <strong>De</strong> vraag is of de man naast de bruid de<br />

bruidegom is dan wel haar vader. Conform de Vlaamse huwelijkstraditie zit de bruid immers pas<br />

sam<strong>en</strong> met haar echtg<strong>en</strong>oot aan tafel als zij de huwelijksnacht hebb<strong>en</strong> doorgebracht <strong>en</strong> ‘het huwelijk<br />

geconsumeerd hebb<strong>en</strong>’. <strong>De</strong> bruid <strong>en</strong> de twee die haar flanker<strong>en</strong> zitt<strong>en</strong> naar Vlaams gebruik vóór e<strong>en</strong><br />

eredoek, hier tev<strong>en</strong>s onder e<strong>en</strong> luxueus baldakijn, <strong>en</strong> zijn er bov<strong>en</strong> h<strong>en</strong> 3 (roodkoper<strong>en</strong>) kron<strong>en</strong><br />

opgehang<strong>en</strong>.<br />

Niet in beeld gebracht is hoe de tafelmeester die “niet wist waar die wijn vandaan kwam”, de<br />

bruidegom ter verantwoording roept voor deze omgekeerde gang van zak<strong>en</strong> waarbij de beste wijn<br />

pas teg<strong>en</strong> het einde van het feest wordt aangebod<strong>en</strong> (v.9-10).<br />

Maria (M), links, met het rode kleed <strong>en</strong> de blauwe mantel, is hier niet deg<strong>en</strong>e die e<strong>en</strong> van de<br />

bedi<strong>en</strong>d<strong>en</strong> opdraagt uit te voer<strong>en</strong> wat Jezus zegg<strong>en</strong> zal (v.5); maar is in dialoog met e<strong>en</strong> bijzonder rijk<br />

uitgedoste man, met e<strong>en</strong> hermelijn<strong>en</strong> schoudermantel <strong>en</strong> e<strong>en</strong> grote tulband, <strong>en</strong> met e<strong>en</strong> mes in de<br />

hand. <strong>De</strong> rijkdom van de familie wordt verder, links, geëtaleerd door de huwelijksgesch<strong>en</strong>k<strong>en</strong>, de op-<br />

<strong>en</strong> aflop<strong>en</strong>de tafelbedi<strong>en</strong>d<strong>en</strong> <strong>en</strong> door de overvloed aan voedsel: e<strong>en</strong> mand met broodjes <strong>en</strong> de<br />

pastei.<br />

www.topa.be ~ 10 ~


Her<strong>en</strong>tals, Sint-Waldetrudiskerk<br />

de <strong>schilderij<strong>en</strong></strong><br />

DE SCHILDERIJEN IN DE NOORDBEUK: JEZUS’ LIJDEN EN VERRIJZENIS<br />

Christus op de koude ste<strong>en</strong>, hout<strong>en</strong> beeld<br />

Mechel<strong>en</strong>, 3 de kwart 16 de eeuw<br />

<strong>De</strong> devotie tot Jezus’ lijd<strong>en</strong> voegt aan de Bijbelse scènes extra mom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> toe, zo ook dit<br />

iconografische type. In afwachting van de kruisiging laat m<strong>en</strong> de naakte Jezus ev<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> ste<strong>en</strong><br />

uitrust<strong>en</strong>. Uit voorzorg word<strong>en</strong> zijn hand<strong>en</strong> gebond<strong>en</strong>. In de volplastische beeldhouwkunst van einde<br />

15 de - begin 16 de eeuw is het e<strong>en</strong> populair motief. <strong>De</strong> doorn<strong>en</strong>kroon nog op het hoofd, staart Jezus -<br />

wat verdwaasd van de marteling<strong>en</strong> <strong>en</strong> van angst voor wat volg<strong>en</strong> gaat - recht voor zich uit.<br />

Merkwaardig g<strong>en</strong>oeg zijn er hier nauwelijks bloedspor<strong>en</strong> zichtbaar doordat ze waarschijnlijk<br />

verwijderd werd<strong>en</strong>. Oorspronkelijk stond het beeld in het voorportaal teg<strong>en</strong> de noorddwarsbeuk, in<br />

feite aansluit<strong>en</strong>d op het kerkhof, tot de verplaatsing ca. 1880. Op de arduin<strong>en</strong> sokkel van to<strong>en</strong> staat<br />

te lez<strong>en</strong>: “Hij zal met smaad<br />

verzadigd word<strong>en</strong>” (d.i. Klaaglied 3:30).<br />

Zoals elders in de 19 de eeuw werd deze naakte Christus piëteitsvol e<strong>en</strong> woll<strong>en</strong> mantel aangedaan.<br />

Door dit gebruik lijkt het beeld, afgezi<strong>en</strong> van de zitt<strong>en</strong>de houding, zeer op e<strong>en</strong> ander iconografisch<br />

type, de zgn. ‘Ecce homo’. Dit is de Christus die, nog gehuld in de purper<strong>en</strong> spotmantel van de<br />

doorn<strong>en</strong>kroning, door Pilatus aan het volk getoond wordt met de woord<strong>en</strong>: “Ziedaar de m<strong>en</strong>s”. Met<br />

of zonder mantel, de lijd<strong>en</strong>de Christus die zijn dood tegemoet ziet, wil de kerkhofbezoeker in zijn<br />

verdriet om de overled<strong>en</strong><strong>en</strong> troost<strong>en</strong> <strong>en</strong> sterk<strong>en</strong> vanuit zijn lev<strong>en</strong>servaring: “Ik b<strong>en</strong> jullie all<strong>en</strong><br />

voorafgegaan in lijd<strong>en</strong>, dood én herrijz<strong>en</strong>”.<br />

Op de rug staat het Mechelse meestertek<strong>en</strong>: e<strong>en</strong> vijfpuntige ster.<br />

Petrus wordt herk<strong>en</strong>d, schilderij<br />

17 de of 18 de eeuw<br />

Dit tafereel gaat over de eerste fas<strong>en</strong> van het verhaal van Petrus’ verlooch<strong>en</strong>ing, dat meestal<br />

uitgebeeld wordt door het einde van het verhaal, nl. het berouw (Mt. 26:58.69-75; Mc. 14:66-72; Lc.<br />

22:56-62). Petrus is traditioneel gekleed in de hemelse kleur<strong>en</strong> blauw <strong>en</strong> geel.<br />

Wanneer Jezus voorgeleid wordt, volgt Petrus Hem tot in het binn<strong>en</strong>hof van het paleis van de<br />

hogepriester Kajafas om te zi<strong>en</strong> hoe het afloopt (Mt. 26:58). Hij zit er sam<strong>en</strong> met de di<strong>en</strong>aars <strong>en</strong><br />

warmt zich bij het vuur (Mc. 14:54). Hij wordt echter (aldus Mc. v.69) tweemaal door hetzelfde<br />

di<strong>en</strong>stmeisje herk<strong>en</strong>d (Volg<strong>en</strong>s Mt. <strong>en</strong> Lc. door e<strong>en</strong> ander) <strong>en</strong> e<strong>en</strong> derde maal (aldus Mt. v.73 <strong>en</strong> Mc.<br />

v.70) door de omstaanders. <strong>De</strong>ze laatst<strong>en</strong>, “di<strong>en</strong>aars” g<strong>en</strong>oemd (Mt. v.58 <strong>en</strong> Mc. v.54), zijn<br />

wap<strong>en</strong>knecht<strong>en</strong> of ‘soldat<strong>en</strong>’. Omwille van het cresc<strong>en</strong>do in de 3-delige opbouw van het verhaal laat<br />

de schilder hier één soldaat de apostel Petrus hardhandig bij de arm grijp<strong>en</strong> (niet te verwarr<strong>en</strong> met<br />

e<strong>en</strong> arrestatie). Vandaar dat e<strong>en</strong> wap<strong>en</strong>knecht Petrus hier ‘bij de kraag neemt’, terwijl deze<br />

hardnekkig blijft looch<strong>en</strong><strong>en</strong> Jezus te k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>. <strong>De</strong> di<strong>en</strong>ster wijst met uitgestrekte linkerhand naar de<br />

duistere achtergrond rechts, in feite naar de gevang<strong>en</strong>g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> Jezus: “ook jij was met hem” (Lc.<br />

v.56).<br />

www.topa.be ~ 11 ~


Her<strong>en</strong>tals, Sint-Waldetrudiskerk<br />

de <strong>schilderij<strong>en</strong></strong><br />

<strong>De</strong> geseling van Christus, schilderij op paneel<br />

anoniem<br />

Na zijn terdoodveroordeling door het Sanhedrin <strong>en</strong> de instemming daarmee door de Romeinse<br />

landvoogd Pontius Pilatus om Hem te kruisig<strong>en</strong>, wordt Jezus eerst gegeseld (Mt. 27:26; Mc. 15:15).<br />

<strong>De</strong> ruimte waarin dit plaatsvindt, wordt in de Bijbel niet gespecifieerd. Christus, naakt, gebond<strong>en</strong> aan<br />

e<strong>en</strong> kolom, wordt gegeseld. <strong>De</strong> beulsknecht, rechts, hanteert e<strong>en</strong> gesel, de soldaat, links, e<strong>en</strong> roede.<br />

<strong>De</strong> beulsknecht, links op het voorplan, bindt roed<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>. Op de achtergrond staan 2 figur<strong>en</strong> het<br />

gebeur<strong>en</strong> gade te slaan. <strong>De</strong> man met tulband staat voor de Joodse overheid, met name de<br />

hogepriester Kajafas; de gehelmde soldaat illustreert nam<strong>en</strong>s het Romeinse gezag van Pontius Pilatus<br />

de officiële instemming met dit gruwelijk gebeur<strong>en</strong>. Ook e<strong>en</strong> (onschuldige) hond kijkt toe. Op basis<br />

van vergelijking met <strong>De</strong> Doorn<strong>en</strong>kroning in de Antwerpse St.-Pauluskerk word<strong>en</strong> dit <strong>en</strong> het volg<strong>en</strong>de<br />

paneel toegeschrev<strong>en</strong> aan Artus de Bruyn (ca.1595-1632).<br />

<strong>De</strong> ontmoeting met Veronica, schilderij<br />

anoniem<br />

Niet volg<strong>en</strong>s het Bijbelse verhaal, maar <strong>en</strong>kel volg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> leg<strong>en</strong>de ontmoet Jezus tijd<strong>en</strong>s zijn<br />

kruisdraging Veronica die zijn gelaat afwist. Die afdruk van Jezus’ bezweet <strong>en</strong> bebloed gelaat zou zo<br />

sterk geweest zijn dat het e<strong>en</strong> herk<strong>en</strong>baar portret werd. Hierdoor werd ontstaan gegev<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong><br />

erg kostbare reliek van het Heilig Aanschijn. <strong>De</strong> naam ‘Veronica’ is trouw<strong>en</strong>s afgeleid van ‘vera icon’<br />

(ware afbeelding).<br />

Onder de last van het kruis bezwijkt Christus. <strong>De</strong> beul, links op het voorplan, port Hem wreed<br />

hardhandig aan om terug op te staan onder het toezi<strong>en</strong>de oog van de joodse hogepriester Kajafas te<br />

paard. Jezus kijkt recht naar de doek die de geknielde Veronica Hem voorhoudt. In feite word<strong>en</strong> nog<br />

2 andere scènes van Jezus’ kruisweg in beeld gebracht: de ontmoeting met zijn moeder Maria <strong>en</strong><br />

Simon van Cyr<strong>en</strong>e die zijn kruis helpt drag<strong>en</strong>.<br />

‘Christus op de koude ste<strong>en</strong>’, schilderij op paneel<br />

toegeschrev<strong>en</strong> aan Maart<strong>en</strong> Van Heemskerck, ca.1545-‘50<br />

<strong>De</strong>ze voorstelling wordt gesitueerd in dezelfde periode als het beeld Christus op de koude ste<strong>en</strong> (→<br />

p.11). Eig<strong>en</strong>aardig is hier de wijze waarop de wacht<strong>en</strong>de Jezus gecombineerd wordt met de<br />

voornaamste passiewerktuig<strong>en</strong> <strong>en</strong> met <strong>en</strong>kele passietaferel<strong>en</strong>.<br />

“E<strong>en</strong> atletische Christusfiguur zit op de lange arm van e<strong>en</strong> taukruis, dat op <strong>en</strong>kele ste<strong>en</strong>- of<br />

rotsblokk<strong>en</strong> steunt. Zijn gelaat in profiel drukt berusting uit. Zijn hoofd draagt e<strong>en</strong> zware<br />

doorn<strong>en</strong>kroon, met licht omgev<strong>en</strong>. Zijn met e<strong>en</strong> touw gebond<strong>en</strong> hand<strong>en</strong> drag<strong>en</strong> <strong>en</strong>erzijds de<br />

rietstok, anderzijds e<strong>en</strong> doorzichtige glaz<strong>en</strong> kelk. <strong>De</strong> donkere vloeistof in de kelk kan e<strong>en</strong> allusie zijn<br />

op de beker met edik die m<strong>en</strong> hem aanbood (Mt. 27:34), of kan ook symbolisch als de lijd<strong>en</strong>skelk<br />

word<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong> (Mt. 26:39).<br />

<strong>De</strong> Christus is naakt, op e<strong>en</strong> wit doek over zijn bov<strong>en</strong>b<strong>en</strong><strong>en</strong> na. Aan zijn linkerzijde ligg<strong>en</strong> op de<br />

kruisstam drie grote nagels, die hand<strong>en</strong> <strong>en</strong> voet<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> doorbor<strong>en</strong>, Op de dwarsbalk zi<strong>en</strong> we de<br />

dobbelst<strong>en</strong><strong>en</strong> die zull<strong>en</strong> di<strong>en</strong><strong>en</strong> om zijn naadloze rok toe te wijz<strong>en</strong>, <strong>en</strong> de titulus “INRI“ (Iesus<br />

Nazar<strong>en</strong>us Rex Iudaeorum), die aan het kruis zal word<strong>en</strong> bevestigd” (aldus Jan Cools, 2010). <strong>De</strong><br />

rietstok behoort, zoals eerder vermeld, bij het ‘Ecce homo’-type.<br />

www.topa.be ~ 12 ~


Her<strong>en</strong>tals, Sint-Waldetrudiskerk<br />

de <strong>schilderij<strong>en</strong></strong><br />

Jezus kijkt naar de 2 taferel<strong>en</strong> die aan dit wacht<strong>en</strong> gerelateerd zijn: het <strong>en</strong>e dat aan dit wacht<strong>en</strong><br />

voorafgaat, het ander dat er onmiddellijk op volgt. Door het <strong>en</strong>orme verschil in gestalte van de<br />

Christusfiguur op de voorgrond <strong>en</strong> deze figuurtjes op de achtergrond, alsook door Jezus’ w<strong>en</strong>ding lijkt<br />

het wel alsof Jezus naar e<strong>en</strong> soort minivoorstelling kijkt. Hij neemt de voorbije <strong>en</strong> de nak<strong>en</strong>de fas<strong>en</strong><br />

van zijn lijd<strong>en</strong>sweg in beschouwing, sam<strong>en</strong>gevat in ‘de kelk van het bittere lijd<strong>en</strong>’ die hem a.h.w.<br />

aangereikt wordt. <strong>De</strong> kruisdraging wordt op de voorgrond voorafgegaan door Veronica die, geknield,<br />

het doek met de pas bekom<strong>en</strong> zweetafdruk van Jezus’ aanschijn vereert. Jezus wordt aan de hand<br />

van e<strong>en</strong> touwtrekk<strong>en</strong>de soldaat aangepord het kruis verder de Calvarieberg op te drag<strong>en</strong> terwijl Hij<br />

hierin geholp<strong>en</strong> wordt door Simon van Cyr<strong>en</strong>e.<br />

“Onder de Calvarieberg is e<strong>en</strong> holte. <strong>De</strong>ze wordt geïd<strong>en</strong>tificeerd als de ‘carcer Christi’, de kerker van<br />

Christus, waar Jezus volg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> leg<strong>en</strong>de <strong>en</strong>ige og<strong>en</strong>blikk<strong>en</strong> zou hebb<strong>en</strong> verblev<strong>en</strong> alvor<strong>en</strong>s gekruisigd<br />

te word<strong>en</strong>.” (Jan Cools, 2010).<br />

Op de Calvarie staat e<strong>en</strong> galg met daaraan e<strong>en</strong> gehang<strong>en</strong>e: e<strong>en</strong> zinspeling op Judas die “zich ophing”<br />

(Mt.27:5). Aan Jezus’ rechterzijde is reeds één kruis opgesteld. <strong>De</strong>g<strong>en</strong>e die daarop gekruisigd is moet<br />

volg<strong>en</strong>s de symbolische traditie ‘de goede moord<strong>en</strong>aar’ voorstell<strong>en</strong> die zijn fout inziet <strong>en</strong> door Jezus<br />

de hemel wordt ingeprez<strong>en</strong> (Lc.23:40-42). In het midd<strong>en</strong> wordt Jezus’ kruis opgericht (met het ‘INRI’opschrift).<br />

Compositorisch daarvoor zit de derde veroordeelde, de ‘slechte moord<strong>en</strong>aar’, zijn beurt af<br />

te wacht<strong>en</strong>. Vlak voor hem ligt Jezus’ naadloze rok, waarvoor de soldat<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> dobbel<strong>en</strong>.<br />

Wat Jezus niet meer ‘onder og<strong>en</strong>’ krijgt, <strong>en</strong> wat zich achter zijn rug afspeelt, is hoe na zijn dood zijn<br />

moeder Maria van smart bezwek<strong>en</strong> is <strong>en</strong> hoe ze wordt bijgestaan door Johannes (in het rood) <strong>en</strong> de<br />

andere Maria’s. Haar beide stiefzusters Maria Salomas <strong>en</strong> Maria Kleofas ondersteun<strong>en</strong> haar terwijl<br />

e<strong>en</strong> bevallige Maria Magdal<strong>en</strong>a, met zalfvaasje, toekijkt. Op de achtergrond: Jeruzalem.<br />

“Dit schilderij wordt door de <strong>en</strong><strong>en</strong> als auth<strong>en</strong>tiek beschouwd, door de ander<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> product van<br />

sam<strong>en</strong>werking tuss<strong>en</strong> de Haarlemse schilder Maart<strong>en</strong> van Heemskerck (1498-1574) <strong>en</strong> e<strong>en</strong> goede<br />

medewerker.” (Jan Cools, 2010).<br />

Calvarie, schilderij<br />

Anonieme kopie naar A. Van Dyck<br />

Het origineel van deze kopie werd bij A. Van Dyck besteld door de Mechelse minderbroeders (nu in<br />

de St.-Romboutskathedraal aldaar). Dat altaarstuk is qua compositie - misschi<strong>en</strong> niet toevallig -<br />

geïnspireerd door Rub<strong>en</strong>s’ Lanssteek (ca. 1630), die prijkte op het hoofdaltaar van hun<br />

medebroeders te <strong>Antwerp<strong>en</strong></strong> (nu Koninklijk Museum voor Schone Kunst<strong>en</strong>, <strong>Antwerp<strong>en</strong></strong>).<br />

“Dit schilderij, zeer typisch voor Van Dyck, toont e<strong>en</strong> bewog<strong>en</strong> tafereel, waarin de gevoel<strong>en</strong>s op<br />

pathetische wijze tot uiting kom<strong>en</strong>. <strong>De</strong> wanhopige moeder Gods, met uitgespreide arm<strong>en</strong>, gerugg<strong>en</strong>steund<br />

door e<strong>en</strong> droevig opkijk<strong>en</strong>de Johannes, vormt de teg<strong>en</strong>hanger van de brutale beulsknecht. <strong>De</strong><br />

twee moord<strong>en</strong>aars nem<strong>en</strong> getorm<strong>en</strong>teerde houding<strong>en</strong> aan. Alle<strong>en</strong> Jezus toont zich gespann<strong>en</strong> maar<br />

sere<strong>en</strong>. Aan zijn voet<strong>en</strong> knielt Maria Magdal<strong>en</strong>a, haar losse har<strong>en</strong> <strong>en</strong> kleding herinner<strong>en</strong> aan haar<br />

vroegere lev<strong>en</strong>sstijl.” (J. Cools, 2010). <strong>De</strong> moord<strong>en</strong>aar aan Jezus’ rechterhand, de zgn. ‘goede<br />

moord<strong>en</strong>aar’, Dismas g<strong>en</strong>aamd (→ p.Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.), kijkt Jezus aan terwijl de<br />

spott<strong>en</strong>de moord<strong>en</strong>aar zijn gelaat van Jezus afw<strong>en</strong>dt.<br />

www.topa.be ~ 13 ~


<strong>De</strong> Kruisafneming, schilderij<br />

17 de eeuw<br />

Her<strong>en</strong>tals, Sint-Waldetrudiskerk<br />

de <strong>schilderij<strong>en</strong></strong><br />

Ook dit werk is geïnspireerd op Rub<strong>en</strong>s, nl. op zijn beroemde gelijknamige werk in de Antwerpse<br />

kathedraal. E<strong>en</strong> groter exemplaar van dit doek bevindt zich in de begijnhofkerk van Turnhout.<br />

<strong>De</strong> Bew<strong>en</strong>ing, schilderij<br />

anonieme kopie naar Van Dyck<br />

<strong>De</strong> lijd<strong>en</strong>sdevotie veronderstelt dat na de kruisafneming moeder Maria het dode lichaam van haar<br />

zoon bewe<strong>en</strong>de. Dit tafereel zo vol ‘mede-lijd<strong>en</strong>’ wordt in het Italiaans ‘Piëta’ g<strong>en</strong>oemd.<br />

Op haar schoot draagt Maria het dode lichaam van Jezus, ‘de vrucht van haar schoot’. “Maria kijkt<br />

vertwijfeld naar de hemel <strong>en</strong> houdt de doorboorde hand van haar Zoon omhoog. Maria Magdal<strong>en</strong>a,<br />

elegant <strong>en</strong> werelds voorgesteld, toont e<strong>en</strong> meer verstilde droefheid. <strong>De</strong> <strong>en</strong>gel<strong>en</strong> barst<strong>en</strong> uit in<br />

klaaglijk verdriet, de <strong>en</strong>e met uitgespreide arm<strong>en</strong>, de andere met de hand<strong>en</strong> in bidd<strong>en</strong>de houding” (J.<br />

Cools, 2010). <strong>De</strong>ze kopie naar Antoon Van Dyck is bijna id<strong>en</strong>tiek met die in de Antwerpse St.-<br />

Antoniuskerk.<br />

Het retabel van de brouwers, geschilderde triptiek,<br />

Frans I Franck<strong>en</strong> (gesigneerd), 1604 (gedateerd)<br />

Het monogram “F.F.IV” staat op het zwaard van de ligg<strong>en</strong>de soldaat op het midd<strong>en</strong>paneel: “Frans<br />

Franck<strong>en</strong> inv<strong>en</strong>it”, terwijl de datum “1604” te lez<strong>en</strong> staat op de scharnier van de hellepoort op het<br />

rechterpaneel. <strong>De</strong> Her<strong>en</strong>talse brouwers wijz<strong>en</strong> o.m. het St.-Mattiasretabel dat Frans I Franck<strong>en</strong><br />

(1542-1616) eerder voor het kuipersaltaar in de Antwerpse Kathedraal in 1595 gerealiseerd had, als<br />

model aan. Het altaar van de brouwers stond tot ca. 1774 opgesteld teg<strong>en</strong> de 3 de zuil van de<br />

zuidbeuk.<br />

linkerluik <strong>De</strong> doodstrijd van Christus in de Hof van Olijv<strong>en</strong><br />

<strong>De</strong> 3 apostel<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong> te slap<strong>en</strong> - in e<strong>en</strong> hiërarchische ord<strong>en</strong>ing van voor naar achter: vooraan ligt de<br />

kaalhoofdige Petrus, blootsvoets. Dan zit Johannes, haast rechtop, leund<strong>en</strong>d teg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> rots(?) <strong>en</strong><br />

achteraan zit Jacobus, de mantel over zijn hoofd getrokk<strong>en</strong>. Petrus <strong>en</strong> Johannes zijn niet<br />

conv<strong>en</strong>tioneel gekleed: Petrus heeft hier e<strong>en</strong> rode i.p.v. e<strong>en</strong> gele mantel <strong>en</strong> Johannes draagt niets in<br />

het rood. Petrus’ zwaard (waarmee hij de knecht van de hogepriester zijn oor zal afhous<strong>en</strong>) ligt in de<br />

linker-b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong>hoek op de grond. Ondertuss<strong>en</strong> bidt Jezus geknield: “Laat deze beker aan Mij<br />

voorbijgaan” (Mt. 26:39), “maar niet Mijn wil, maar de Uwe geschiedde” (Lc. 22:42), wat<br />

verzinnebeeld wordt door de lijd<strong>en</strong>sbeker die de <strong>en</strong>gel Hem voorhoudt. Op de achtergrond kondigt<br />

de nader<strong>en</strong>de lijd<strong>en</strong>sweg zich aan. E<strong>en</strong> groep Romeinse soldat<strong>en</strong> <strong>en</strong> knecht<strong>en</strong> komt begeleid door<br />

lantar<strong>en</strong>s <strong>en</strong> fakkels de Hof van Olijv<strong>en</strong> binn<strong>en</strong>. Judas, rossig van haar, <strong>en</strong> gekleed in e<strong>en</strong> okergele<br />

mantel, gaat h<strong>en</strong> vooraf <strong>en</strong> wijst h<strong>en</strong> Jezus aan.<br />

rechterluik Christus in het voorgeborchte van de hel<br />

“Het ‘voorgeborchte der hel’ of de limbus is de plaats waar, volg<strong>en</strong>s oudere katholieke theolog<strong>en</strong>, de<br />

aartsvaders de verlossing afwachtt<strong>en</strong> <strong>en</strong> waar de ongedoopte kinder<strong>en</strong> of onschuldig<strong>en</strong>, die het<br />

evangelie niet kond<strong>en</strong> k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>, verblev<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> staat van natuurlijk geluk. <strong>De</strong> eerste categorie werd<br />

door Christus’ ‘nederdaling ter helle’ tot de hemelse gelukzaligheid toegelat<strong>en</strong>. <strong>De</strong>ze theorie is nooit<br />

echt e<strong>en</strong> geloofspunt geweest <strong>en</strong> werd door paus B<strong>en</strong>edictus XVI op 21 april 2007 als achterhaald<br />

afgewez<strong>en</strong>.” (Jan Cools, 2010).<br />

www.topa.be ~ 14 ~


Her<strong>en</strong>tals, Sint-Waldetrudiskerk<br />

de <strong>schilderij<strong>en</strong></strong><br />

Dit ‘voorgeborchte’ situeert zich logischerwijze vóór de hel op de achtergrond die veel weg heeft van<br />

e<strong>en</strong> creatie van Jero<strong>en</strong> Bosch. E<strong>en</strong> man <strong>en</strong> e<strong>en</strong> vrouw die word<strong>en</strong> voortgedrev<strong>en</strong>, alluder<strong>en</strong> op de<br />

uitdrijving van Adam <strong>en</strong> Eva uit het paradijs. Twee koddige monsterkopp<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> e<strong>en</strong> kijkje nem<strong>en</strong>.<br />

<strong>De</strong> verrez<strong>en</strong> Christus, met rode mantel, draagt zegevier<strong>en</strong>d (op de dood) e<strong>en</strong> kruisbanier in de<br />

linkerhand terwijl Hij met de rechterhand e<strong>en</strong> man uit het voorgeborchte trekt. Herk<strong>en</strong>bare<br />

oudtestam<strong>en</strong>tische figur<strong>en</strong> die in het voorgeborchte wacht<strong>en</strong> op hun verlossing zijn o.m. Adam <strong>en</strong><br />

Eva. Het is duidelijk dat hun schaamdel<strong>en</strong> (met l<strong>en</strong>d<strong>en</strong>doek<strong>en</strong>) overschilderd geweest zijn - dit op last<br />

van de ontevred<strong>en</strong> bisschop Miraeus n.a.v. zijn visitatiebezoek in 1606.<br />

midd<strong>en</strong>paneel <strong>De</strong> verrijz<strong>en</strong>is van Christus<br />

Zegevier<strong>en</strong>d met opgestok<strong>en</strong> rechterhand staat de naakte Christus op de derde dag op uit zijn rotsgraf,<br />

met als overwinningstek<strong>en</strong> e<strong>en</strong> witte kruisbanier in de linkerhand. E<strong>en</strong> goud<strong>en</strong> stral<strong>en</strong>krans omgeeft zijn<br />

hoofd. Hij draagt <strong>en</strong>kel e<strong>en</strong> witte l<strong>en</strong>d<strong>en</strong>doek <strong>en</strong> e<strong>en</strong> grote, loshang<strong>en</strong>de rode mantel. Enkel de<br />

minuscule wond<strong>en</strong> van de nagels <strong>en</strong> van de lanssteek verwijz<strong>en</strong> nog naar zijn bitter lijd<strong>en</strong> <strong>en</strong> sterv<strong>en</strong>.<br />

E<strong>en</strong> aantal <strong>en</strong>gel<strong>en</strong>kopjes slaat vanuit de wolk<strong>en</strong> dit wonder gade. Hun aanwezigheid onderstreept dat<br />

Gods initiatief aan de basis ligt van dit wonderlijke gebeur<strong>en</strong>.<br />

<strong>De</strong> soldat<strong>en</strong> die bij Jezus’ graf de wacht houd<strong>en</strong> om te verhinder<strong>en</strong> dat Jezus’ leerling<strong>en</strong> zijn lijk zoud<strong>en</strong><br />

stel<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> verrijz<strong>en</strong>is te insinuer<strong>en</strong> (Mt. 27:62-66) zoek<strong>en</strong> verschrikt bescherming. Uitgerek<strong>en</strong>d ook<br />

deze wachters word<strong>en</strong> ongewild de eerste ooggetuig<strong>en</strong> van Jezus’ opstanding (Mt. 28:4). Het “bev<strong>en</strong><br />

van schrik” (v.4) wordt op m<strong>en</strong>ige wijze in beeld gebracht. Van ontzetting is er één, geheel op de<br />

voorgrond in het midd<strong>en</strong>, neergestuikt <strong>en</strong> steekt de tong nog uit zijn mond. <strong>De</strong> beschrijving “het lev<strong>en</strong><br />

sche<strong>en</strong> uit h<strong>en</strong> gewek<strong>en</strong>” (v.4b) is herk<strong>en</strong>baar in zijn verstarde blik. <strong>De</strong> sodlaat die over hem he<strong>en</strong> stapt,<br />

trekt zijn zwaard alsof hij het teg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> spook wil opnem<strong>en</strong>. <strong>De</strong> soldaat in de linkerb<strong>en</strong>d<strong>en</strong>hoek tracht<br />

zich met het schild aan zijn rechterarm van het hevige licht af te scherm<strong>en</strong>. Ander<strong>en</strong> houd<strong>en</strong> zich<br />

gedeisd of kijk<strong>en</strong> verschrikt toe. Rechts blijv<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele wachters, die zich niet van hun taak kwijt<strong>en</strong>,<br />

ongestoord slap<strong>en</strong>; wat toelaat de leug<strong>en</strong> van de diefstal van Jezus’ lijk aannemelijk te mak<strong>en</strong> (Mt.<br />

28:13). Immers, aldus Mt. 28:11-15, werd<strong>en</strong> deze soldat<strong>en</strong> nadi<strong>en</strong> omgekocht om hun bericht over wat<br />

was voorgevall<strong>en</strong> te vervals<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> diefstal van Jezus’ lijk door Zijn leerling<strong>en</strong> terwijl zij sliep<strong>en</strong> (v.13).<br />

linkerbuit<strong>en</strong>luik (iconografisch rechts) Salvator mundi<br />

Met e<strong>en</strong> voet staande op de globe, zeg<strong>en</strong>t de leraar Christus, terwijl Hij in de andere hand e<strong>en</strong> op<strong>en</strong><br />

evangelieboek houdt.<br />

rechterbuit<strong>en</strong>luik St.-Arnoldus<br />

Tijd<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> pestepidemie helpt Arnoldus (of Arnulfus), bisschop van Soissons (Tiegem ca.1040 -<br />

Oud<strong>en</strong>burg, 1087) de bevolking aan de dood te ontkom<strong>en</strong> door zijn aanbeveling om in plaats van<br />

(besmet) water, bier te drink<strong>en</strong>. Om begrijpelijke red<strong>en</strong><strong>en</strong> kiez<strong>en</strong> de brouwers hem tot patroon van<br />

hun ambacht. Omdat de schilder aanvankelijk e<strong>en</strong> andere heilige bisschop geschilderd had, heeft hij<br />

gemakkelijkheidshalve gecorrigeerd door Arnoldus’ brouwersattribut<strong>en</strong> van gekruiste vork<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

stuikmand toe te voeg<strong>en</strong> <strong>en</strong> de naam van die eerste goedheilige man e<strong>en</strong>voudigweg te<br />

overschilder<strong>en</strong>.<br />

www.topa.be ~ 15 ~


Her<strong>en</strong>tals, Sint-Waldetrudiskerk<br />

de <strong>schilderij<strong>en</strong></strong><br />

HET SCHILDERIJ IN DE NOORDDWARSBEUK: HET HEILIG-KRUISRETABEL<br />

Het H.-Kruisaltaar stond van vóór 1633 tot ca.1774 teg<strong>en</strong> de noordwestelijke pijler van de<br />

vieringtor<strong>en</strong>. Nu hangt het altaarstuk ervan in de noorddwarsbeuk, teg<strong>en</strong>over het Maria-altaar. <strong>De</strong><br />

triptiek is toege-schrev<strong>en</strong> aan het Franck<strong>en</strong>-atelier (vermoedelijk ca.1616 of ca.1618). <strong>De</strong> 2 taferel<strong>en</strong><br />

van de binn<strong>en</strong>-luik<strong>en</strong>, in chronologische orde van links naar rechts, gev<strong>en</strong> weer wat er zich na Jezus’<br />

kruisdood heeft afgespeeld; het <strong>en</strong>e beklemtoont zijn dood, het andere de heropstanding, hoekste<strong>en</strong><br />

van de verlossing.<br />

linkerluik, <strong>De</strong> graflegging van Christus<br />

Jezus, <strong>en</strong>kel gehuld in e<strong>en</strong> witte l<strong>en</strong>d<strong>en</strong>doek, wordt door 2 mann<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> st<strong>en</strong><strong>en</strong> graftombe gelegd.<br />

<strong>De</strong> rijke man aan Jezus voet<strong>en</strong>, Jozef van Arimatea, is als lid van het Sanhedrin e<strong>en</strong> hooggeplaatste<br />

Jood, maar in het geheim is hij e<strong>en</strong> leerling van Jezus. Voor Jezus’ begraf<strong>en</strong>is stelt hij zijn eig<strong>en</strong><br />

(voorzi<strong>en</strong>e) graf ter beschikking (Mt. 27:57-60; Joh. 19:38). Uit eerbied voor Jezus heeft hij zijn<br />

tulband afgezet. <strong>De</strong> andere die Jezus helpt begrav<strong>en</strong> (Joh. 19:39) is Nicodemus, de voorname<br />

farizeeër die Jezus ’s nachts voor onderricht was kom<strong>en</strong> opzoek<strong>en</strong> (Joh. 3:1-21) <strong>en</strong> die voor het<br />

Sanhedrin het voor Jezus had opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> (Joh. 7:50-52).<br />

Dat deze graflegging plaatsvindt vlak voor e<strong>en</strong> rots met deurop<strong>en</strong>ing geeft e<strong>en</strong> merkwaardige<br />

combinatie van e<strong>en</strong> graf <strong>en</strong> e<strong>en</strong> rots om zo, uit onwet<strong>en</strong>dheid omtr<strong>en</strong>t de historische realiteit,<br />

‘getrouw’ het in de bijbel vermelde ‘rotsgraf’ uit te beeld<strong>en</strong>.<br />

Maria, de blauwe mantel over het hoofd, kijkt smartelijk bidd<strong>en</strong>d met gevouw<strong>en</strong> hand<strong>en</strong> toe. Achter<br />

haar 2 vrouw<strong>en</strong>: Maria Salomas <strong>en</strong> Maria Kleofas. Het gesprek tuss<strong>en</strong> Maria Magdal<strong>en</strong>a, met de<br />

(grote) zalfpot in de hand<strong>en</strong>, <strong>en</strong> Johannes de Evangelist zal niet het laatste gesprek tuss<strong>en</strong> h<strong>en</strong> zijn. Is<br />

zij het niet die het bericht van Jezus’ verrijz<strong>en</strong>is aan de apostel<strong>en</strong> komt meld<strong>en</strong> (Lc. 24:10 <strong>en</strong> Joh.<br />

10:18)? Vooraan staat e<strong>en</strong> schotel met water waarmee het bloed van het lijk is afgewass<strong>en</strong>..<br />

rechterluik <strong>De</strong> verrijz<strong>en</strong>is van Christus<br />

<strong>De</strong> verrez<strong>en</strong> Christus, in e<strong>en</strong> wit l<strong>en</strong>d<strong>en</strong>doek <strong>en</strong> e<strong>en</strong> wapper<strong>en</strong>de rode mantel, zweeft bov<strong>en</strong> het<br />

geslot<strong>en</strong> (!) graf <strong>en</strong> is opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> stral<strong>en</strong>d goud<strong>en</strong> lichtveld. Zegevier<strong>en</strong>d, de blik<br />

hemelwaarts, steekt Hij de rechterhand opwaarts <strong>en</strong> houdt e<strong>en</strong> kruisstaf met vaandel in de<br />

linkerhand. Jezus’ graf is nog steeds verzegeld, hier met de rijksadelaar.<br />

5 soldat<strong>en</strong> die de wacht houd<strong>en</strong> bij het graf, word<strong>en</strong> opgeschrikt door het wonder dat zich voor hun<br />

og<strong>en</strong> voltrekt. Traditioneel is er minst<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> die zich met zijn schild beschermt teg<strong>en</strong> het fel<br />

stral<strong>en</strong>de licht dat van Jezus uitgaat. E<strong>en</strong>, in de rechterhoek, is op de grond neergestuikt, kijkt de<br />

toeschouwer aan <strong>en</strong> lijkt ons zijn verstomming te will<strong>en</strong> meedel<strong>en</strong>. Met de hellebaard nog in de<br />

rechterhand lijkt hij wel naar Jezus te wijz<strong>en</strong>. <strong>De</strong> soldaat achter hem steekt zijn hellebaard verschrikt<br />

omhoog alsof hij zich teg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> dergelijke wonderlijke ‘overwinning’ kan verdedig<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> 4 de soldaat<br />

is verbijsterd van angst. Enkel dieg<strong>en</strong>e die ingedommeld is, blijft ongestoord ligg<strong>en</strong>.<br />

midd<strong>en</strong>paneel <strong>De</strong> voorspraak van Jezus <strong>en</strong> Maria bij God<br />

Bov<strong>en</strong>aan verschijnt God de Vader, halflijfs, met lange bruine baard <strong>en</strong> har<strong>en</strong>, op e<strong>en</strong> donkere wolk,<br />

de arm<strong>en</strong> gespreid. In de lichtwolk die Hem omgeeft, vormt de hofhouding van e<strong>en</strong> ti<strong>en</strong>tal<br />

cherubijntjes <strong>en</strong> serafijntjes e<strong>en</strong> krans.<br />

www.topa.be ~ 16 ~


Her<strong>en</strong>tals, Sint-Waldetrudiskerk<br />

de <strong>schilderij<strong>en</strong></strong><br />

Hieronder doorbreekt de zinnebeeldige witte duif van de Heilige Geest in e<strong>en</strong> goud<strong>en</strong> lichtop<strong>en</strong>ing<br />

de donkere wolk<strong>en</strong>massa.<br />

Op het voorplan zit Jezus, iconografisch rechts “aan de rechterhand van God de Vader”. Net als Maria<br />

draagt Hij e<strong>en</strong> zeer fijn goud<strong>en</strong> aureool. <strong>De</strong> verrez<strong>en</strong> Jezus, getek<strong>en</strong>d door de 5 kruiswond<strong>en</strong>, is <strong>en</strong>kel<br />

gehuld in e<strong>en</strong> witte l<strong>en</strong>d<strong>en</strong>doek terwijl e<strong>en</strong> rode mantel over e<strong>en</strong> schouder neerhangt. Hij toont de<br />

borstwonde terwijl Hij in de linkerarm het (‘heilig’) kruis vasthoudt. Bov<strong>en</strong>aan prijkt het Latijnse<br />

opschrift met de beschuldiging teg<strong>en</strong> Jezus, afgekort tot “INRI”: “Jezus Nazar<strong>en</strong>us Rex Judeaorum”<br />

(Jezus van Nazaret, de koning van de Jod<strong>en</strong>) (Mt. 27:37; Mc. 15:26).<br />

Aan de andere kant toont Maria, geknield op wolk<strong>en</strong>, met de rechterhand haar ontblote borst <strong>en</strong><br />

spreidt ze de linkerhand, terwijl ze naar God opkijkt. Zij draagt e<strong>en</strong> blauwe mantel, maar de vraag is<br />

of achter de vale kleur van haar kleed ge<strong>en</strong> stral<strong>en</strong>der wit schuilgaat.<br />

Om Jezus’ kruis(-offer) a.h.w. kracht bij te zett<strong>en</strong>, ton<strong>en</strong> <strong>en</strong>gel<strong>en</strong> de overige passiewerktuig<strong>en</strong>:<br />

van links onder naar bov<strong>en</strong>:<br />

- <strong>en</strong>gel in wit kleed: de geselkolom<br />

- <strong>en</strong>gel in wit kleed: de doorn<strong>en</strong>kroon<br />

- <strong>en</strong>gel in wit kleed: de spons (met azijn) op e<strong>en</strong> rietst<strong>en</strong>gel (Mt. 27:48; Mc. 15:36; zinspel<strong>en</strong>d op<br />

Ps. 69:22)<br />

van rechts onder naar bov<strong>en</strong>:<br />

- <strong>en</strong>gel in gro<strong>en</strong> kleed: 3 nagels <strong>en</strong> e<strong>en</strong> hamer<br />

- <strong>en</strong>gel in blauw kleed: e<strong>en</strong> zweep<br />

- <strong>en</strong>gel in wit kleed: e<strong>en</strong> lans (om Jezus’ hart mee te doorstek<strong>en</strong>)<br />

buit<strong>en</strong>luik<strong>en</strong><br />

Op de buit<strong>en</strong>luik<strong>en</strong> staat het familieportret van de opdrachtgevers. <strong>De</strong> beide echtg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> zitt<strong>en</strong><br />

geknield voor e<strong>en</strong> gebed<strong>en</strong>boek. Op het kleed dat het meubel bedekt, prijkt hun respectief<br />

familiewap<strong>en</strong>. <strong>De</strong> hiërarchische sociale ord<strong>en</strong>ing bepaalt hun opstelling.<br />

Iconografisch rechts, d.i. op het linkerpaneel, staat de man: H<strong>en</strong>drik Stijn<strong>en</strong> († Her<strong>en</strong>tals, 1618),<br />

r<strong>en</strong>tmeester van de koninklijke domein<strong>en</strong>, vergezeld van zijn 3 zon<strong>en</strong>.<br />

iconografisch links, op het rechterpaneel, staat zijn 2 de echtg<strong>en</strong>ote Barbara Rub<strong>en</strong>s († Her<strong>en</strong>tals,<br />

1616), in gezelschap van haar 2 dochters <strong>en</strong> schoonzoon.<br />

Hun huwelijk had in de St.-Waldetrudiskerk plaatsgevond<strong>en</strong> op 19-2-1588. Hierbij was de broer van<br />

de bruid aanwezig: schep<strong>en</strong> Constantijn Rub<strong>en</strong>s Constantijnszone. Klein detail: zij zijn nicht <strong>en</strong> kozijn<br />

van Jan Rub<strong>en</strong>s, de vader - jawel - van de beroemde Pieter-Pauwel.<br />

www.topa.be ~ 17 ~

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!