nov/dec - Academisch Genootschap
nov/dec - Academisch Genootschap
nov/dec - Academisch Genootschap
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Kennis gemaakt met Suzanna Jansen<br />
De fuik van ‘Veenhuizen’<br />
Het was zaterdag 24 september een stralende<br />
herfstdag, een misschien wel laatste gelegenheid<br />
om dit jaar buiten - in het bos, op een terras<br />
- van de fraaie nazomer te genieten. Kortom,<br />
geen weer bij uitstek geschikt om zich ‘s middags<br />
naar de sociëteit van het AG te begeven<br />
om te luisteren naar een voordracht van mevrouw<br />
Suzanna Jansen over haar in 2008 verschenen<br />
boek Het pauperparadijs. Gelukkig<br />
dachten een heleboel mensen daar anders over;<br />
tegen vijven bedroeg het aantal aanwezigen ongeveer<br />
tachtig, een prachtige opkomst dus. Uit<br />
de reacties die mij in de pauze en na de voordracht<br />
bereikten, kwam naar voren dat men vol<br />
lof was over het gebodene. In het eerste deel<br />
van de lezing heeft mevrouw Jansen een duidelijk,<br />
met verve en overtuiging voorgedragen,<br />
exposé gegeven van de inhoud van haar boek.<br />
Dat behelst, vanaf de Napoleontische tijd, de<br />
geschiedenis van twee eeuwen armoede en<br />
armoedebeleid in Nederland, beschreven aan<br />
de hand van vijf generaties van Jansens eigen<br />
familie. Het begint allemaal met een initiatief<br />
van de staatsman en filantroop Johannes van<br />
den Bosch (1780-1844), die omstreeks 1820<br />
de Maatschappij van Weldadigheid opricht. In<br />
Veenhuizen wordt daartoe een drietal Gestichten<br />
gebouwd om mensen die niet in hun levensonderhoud<br />
kunnen voorzien te huisvesten.<br />
Maar allengs verschuift de functie van ‘Veenhuizen’:<br />
het wordt ook een oord voor landlopers,<br />
voor mannen (met hun gezinnen) die aan<br />
de drank verslaafd zijn, kortom voor mensen<br />
die tussen de wielen van de maatschappij zijn<br />
geraakt en die men maar liever veraf in Drente<br />
veilig opgeborgen weet. In Het pauperparadijs<br />
wordt beschreven dat het heel moeilijk is om<br />
zich aan dat milieu te ontworstelen; men komt<br />
als het ware in een fuik terecht. Dank zij de<br />
sterke karakters van met name de vrouwen van<br />
Jansens voorouders lukt dat de vijfde generatie<br />
uiteindelijk toch. Zij gaf aan dat het deelnemen<br />
aan adequaat vervolgonderwijs daarbij voor<br />
haar en haar zusters een doorslaggevende rol<br />
heeft gespeeld.<br />
Van de gelegenheid om na de pauze vragen te<br />
stellen werd veelvuldig gebruik gemaakt en<br />
met de beantwoording daarvan werd de tijdsspanne<br />
tot zeven uur moeiteloos gevuld. Naar<br />
voren kwam onder andere dat de ‘Veenhuizers’,<br />
wanneer ze er al in slaagden terug te keren<br />
in de maatschappij, niet of nauwelijks meer<br />
contact met elkander hadden, kennelijk in de<br />
Gestichten ook geen ‘netwerk’ hadden opgebouwd.<br />
Verder was Nederlandsch-Indië het<br />
codewoord voor ‘Veenhuizen’; men schaamde<br />
zich voor de gang daar naar toe. Vanuit de zaal<br />
werd geopperd dat het drankprobleem -niet<br />
zelden de oorzaak van het aan lager wal geraken-<br />
wel eens geïnitieerd zou kunnen zijn door<br />
de vroegere gewoonte jonge kinderen, om ze<br />
stil te krijgen, een in brandewijn gedrenkte dot<br />
in de mond te stoppen.<br />
Tot slot onthulde de schrijfster dat ze nog niet<br />
met een nieuw boek bezig is, maar als dat er<br />
van komt het wel weer non-fictie zal zijn; de<br />
realiteit van het dagelijks leven is daarvoor<br />
boeiend genoeg en biedt voldoende stof.<br />
Frans Schurer<br />
19