06.09.2013 Views

Verslag

Verslag

Verslag

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

augustus: de hulpverlening in het algemeen was verbeterd,<br />

wetgeving voor straat/huisverboden werd voorbereid, maar<br />

specifieke aanbevelingen voor klaagster waren niet uitgevoerd want<br />

mevrouw had waar ze recht op had en de rest was een privé-zaak.<br />

Klaagster reageerde op 9 januari 2006 dat huisvestingsproblemen<br />

niet waren opgelost, dat er slechts beperkt huisverbod van kracht<br />

was en niet gerelateerd aan huiselijk geweld. Dat de wetgeving met<br />

betrekking tot definiëring van huiselijk geweld en stalking ontbrak.<br />

Verder dat er slechts beperkte hulpverlening voor mishandelde<br />

vrouwen bestond en bijna geen samenwerking met NGO’s.<br />

Na een gesprek met de permanente missie van Hongarije bij de VN<br />

op 31 mei 2006 en een ‘note verbale’ van CEDAW ter bevestiging<br />

hiervan (6 juni 2006) kwam er aanvullende informatie van de Staat<br />

op 10 juli 2006. De wetgeving was van kracht geworden – zowel<br />

wat betreft gelijke behandeling als wat betreft huiselijk geweld en<br />

huisverboden. Er werd een nationale strategie over preventie en<br />

hanteren van huiselijk geweld geïmplementeerd. De<br />

huisvestingsproblemen van klaagster waren opgelost en exechtgenoot<br />

betaalde nu alimentatie.<br />

In de 36 ste sessie (7-25 augustus 2006) besloot CEDAW dat de<br />

follow-up actie voldoende was en dat het onderwerp onder de<br />

reguliere rapportage cyclus verder aan de orde zou komen.<br />

Communication No. 3/2004, Ms. Nguyen v. Staat der<br />

Nederlanden<br />

Datum: 14 augustus 2006<br />

Betreft: schending Art. 11, lid 2 (b)<br />

Ingediend: 8 december 2003<br />

Verweer Staat: 19 maart 2004<br />

Van reactie klaagster, aanvullende reactie Staat, re- en dupliek<br />

geen data bekend.<br />

De klacht<br />

Klaagster werkte in deeltijd als werknemer en daarnaast als<br />

meewerkend echtgenote. Tijdens haar zwangerschapsverloven<br />

kreeg ze geen zwangerschapsuitkering in de laatste hoedanigheid<br />

omdat deze lager was dan de uitkering die ze als werkneemster<br />

kreeg. Ze stelt dat art. 11, lid 2 (b) moet betekenen volledige<br />

compensatie van verlies aan inkomen tijdens het<br />

zwangerschapsverlof.<br />

Ontvankelijkheid<br />

Staat bepleit niet-ontvankelijkheid: het verlof vond plaats voor<br />

ratificatie. Wat betreft tweede verlof (na ratificatie): klaagster was<br />

nog niet uitgeprocedeerd.<br />

CEDAW vindt de kwestie wel ontvankelijk. Beide verlofperioden<br />

23

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!