06.09.2013 Views

Verslag

Verslag

Verslag

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

van het Optioneel protocol (Art. 4 lid 2 (e).<br />

Acht leden vonden klaagster ook niet ontvankelijk, maar om andere<br />

reden: overerving van titels valt niet onder Vrouwenverdrag (art. 4<br />

lid 2 (b)). Ze betoogden dat een adelijke titel is puur symbolisch en<br />

honorair, heeft geen juridisch of materieel effect en daarom zou de<br />

gebeurtenis niet discriminerend zijn.<br />

Eén lid had een andere afwijkende mening: ze vond de klachtwel<br />

ontvankelijk en gegrond. Het Vrouwenverdrag strekt zich wel uit tot<br />

adelijke titels en de situatie deed zich nog voor nadat verdrag en<br />

protocol van kracht werden. Dit lid gaat echter niet zover om<br />

toekenning van titel aan te bevelen. Ze hoopt dat klaagster zich<br />

voldoende gesteund vindt door het oordeel dat ze inderdaad<br />

gediscrimineerd werd.<br />

Communication No. 8/2005 – Rahime Kayhan/Turkije<br />

Datum: 27 januari 2006<br />

Betreft: schending art. 11<br />

Indiening klacht: 20 augustus 2004<br />

Doorgestuurd naar Staat: 10 februari 2005<br />

Verweer Staat: 10 mei 2005<br />

Van reactie klaagster en aanvullende reactie Staat zijn geen data<br />

bekend.<br />

De klacht<br />

Klaagster is docente godsdienst en ethiek, gehuwd en moeder van<br />

drie kinderen. Ze draagt sinds haar 16 de een hoofddoek. Ze werkte<br />

vanaf 1991 (met hoofddoek) op een staatsschool, waar<br />

hoofddoeken verboden zijn. In 2000 zijn procedures tegen haar<br />

begonnen over het dragen van de hoofddoek en uiteindelijk is ze<br />

ontslagen Klaagster betoogt dat ontslag vanwege het dragen van<br />

een hoofddoek alleen vrouwen kan overkomen en dat het schending<br />

van haar recht op werk is (art. 11).<br />

Ontvankelijkheid<br />

De Staat bepleit niet ontvankelijkheid: nog niet alle nationale<br />

rechtsmiddelen van klaagster waren uitgeput. Verder wijst de Staat<br />

er op dat soortgelijke klacht is behandeld door EHRM (uitspraak:<br />

geen schending van art. 9 – vrijheid van denken, geweten en<br />

religie – en dus geen noodzaak schending andere artikelen te<br />

onderzoeken). De Staat wijst ook op datum: het incident vond<br />

plaats voor ratificatie van het Optioneel Protocol. Als laatste wijst<br />

Staat er op dat kledingvoorschriften voor beide seksen gelden.<br />

CEDAW vindt dat klaagster inderdaad niet ontvankelijk is, echter<br />

niet vanwege het feit dat een soortgelijke zaak bij EHMR is<br />

voorgelegd (art. 4 lid 2 (a)) of vanwege het feit dat het ontslag<br />

plaats vond vóór ratificatie (art. 4 lid 2 (e), want effect duurt<br />

32

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!