Verslag
Verslag
Verslag
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
echter niet op sekse-discriminatie (en op het Vrouwenverdrag)<br />
heeft beroepen in de nationale rechtsgang terwijl dat wel mogelijk<br />
was concludeert CEDAW echter wel tot niet-ontvankelijk wegens<br />
art. 4 lid 1 (niet uitputting nationale rechtsgang).<br />
Communication No. 11/2006 – Ms Constance Ragan Salgado<br />
v. Verenigd Koninkrijk<br />
Datum: 22 januari 2007<br />
Betreft: art. 1, 2 (f) en 9 lid 2.<br />
Klacht ingediend 11 april 2005.<br />
Reactie Staat: 13 april 2006<br />
Reactie klaagster: 29 mei 2006<br />
Aanvullende reactie Staat: 21 juli 2006<br />
Aanvullende reactie klaagster: 9 augustus 2006<br />
De klacht<br />
Klaagster heeft Verenigd Koninkrijk in 1954 verlaten om bij haar<br />
Columbiaanse echtgenoot in Columbia te gaan wonen. Haar in 1954<br />
geboren zoon kreeg niet de Britse nationaliteit, terwijl een jongere<br />
zoon die wel kreeg na gewijzigde (reparatie) wetgeving.<br />
Ontvankelijkheid<br />
De Staat bepleit niet ontvankelijkheid op basis van diverse<br />
argumenten in een uitvoerig betoog. De Staat wijst onder meer op<br />
de wetgeving die gewijzigd is voordat zij het Vrouwenverdrag<br />
ratificeerde (en ver voor ratificatie van het Optioneel Protocol). Die<br />
wetgeving kende rechten toe aan alle kinderen van Britse moeders<br />
die op moment van aankondiging van de wetswijziging minderjarig<br />
waren.<br />
CEDAW concludeert inderdaad tot niet-ontvankelijkheid, op<br />
verschillende gronden. Klaagster is naar het oordeel van CEDAW<br />
geen slachtoffer: art. 4 lid 2 (e) is van toepassing omdat de<br />
discriminatie van de klaagster stopte op het moment dat haar<br />
oudste zoon meerderjarig werd – ruim vóór de datum van<br />
ratificatie. In het algemeen stopte de discriminatie met de<br />
aankondiging van de nieuwe wetgeving, ruim vóór het optioneel<br />
protocol. Daarnaast wijst CEDAW er op dat ook nietontvankelijkheid<br />
voortvloeit uit art. 4 lid 1, omdat niet is gebleken<br />
dat de klaagster ter zake ooit procedures tegen het Verenigd<br />
Koninkrijk heeft gevoerd en daarmee is de nationale rechtsgang<br />
niet uitgeput.<br />
Communication No. 12/2007 – G.D. and S.F. v. Frankrijk<br />
Datum: 4 augustus 2009<br />
Betreft: art. 16, lid 1 (g)<br />
34