3. nota zienswijzen - Gemeente Gorinchem

6A, onder 6
Jéwé is tegenstander van een directe aansluiting
aan de Schelluinsestraat op de A27. Jéwé is in het
bijzonder afhankelijk van het gebruik van de Schelluinsestraat
ten behoeve van het logistiek transport
tussen haar bedrijfsonderdelen.
6A, onder 7
Jéwé wenst uitleg waarom het plan overwegend
gericht is op het behoud van functies.
6A, onder 8
I. Jéwé wenst informatie over het huidige
bestemmingsplan voor Schelluinsestraat.
26
Het huidige beleid van Rijkswaterstaat aangaande
bouwen langs rijkswegen heeft er toe geleid dat het
terrein, dat grenst aan de A27, zodanig is bestemd dat
het kan worden benut voor bedrijfsactiviteiten, maar
zonder bebouwingsmogelijkheden. Dit is ook de
voorwaarde waaronder Jéwé het betreffende terrein
destijds heeft verworven. Jewe heeft het terrein als
parkeerterrein in gebruik. Er staan geen gebouwen op
het terrein in tegenstelling tot hetgeen in de zienswijze
wordt gesuggereerd.
Ad 6A, onder 6
Het is al jaren een wens van de gemeente om het
betreffende bedrijventerrein Schelluinsestraat een
tweede ontsluitingsmogelijkheid te geven teneinde de
huidige route via de Banneweg te ontlasten. Met de
realisatie van een tweede ontsluiting zou een betere
doorstroming van de Banneweg mogelijk worden. Het is
daarbij niet de opzet om de Schelluinsestraat onderdeel
te laten worden van een route voor het doorgaande
verkeer. De ontsluiting is sec voor de bereikbaarheid
van de bedrjjven op de Schelluinsestraat bedoeld.
In dat kader onderschrijven wij de historisch gegroeide
verkeerssituatie van Jéwé op het bedrijventerrein. Wij
zien geen reden om dit thans te willen veranderen. Ten
tijde van de revitalisering is met de reconstructie van de
Schelluinsestraat aangetoond, dat wij bereid zijn met de
bedrijven mee te denken. Daar komt bij dat meerdere
aan de Schelluinsestraat gevestigde bedrijven hier een
belang bij hebben.
Ad 6A, onder 7
Het bestemmingsplan is conserverend van karakter,
zeker voor wat betreft de Schelluinsestraat. De functies
zoals wegen, bedrijventerrein, waterlopen, dijken etc.
blijven dus zoals ze zijn en worden derhalve
“overwegend” behouden.
Ad 6A, onder 8
I. Het vigerende bestemmingsplan (1973) is aan
reclamant toegezonden.
Het vigerende bestemmingsplan gaat uit van de
gegeven situatie met een grote overall bedrijfs-