10.09.2013 Views

Dreumel, Nieuwstraat - Gemeente West Maas en Waal

Dreumel, Nieuwstraat - Gemeente West Maas en Waal

Dreumel, Nieuwstraat - Gemeente West Maas en Waal

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Quick scan flora <strong>en</strong> fauna inclusief oriënter<strong>en</strong>de habitattoets<br />

<strong>Dreumel</strong>, <strong>Nieuwstraat</strong><br />

<strong>Geme<strong>en</strong>te</strong> <strong>West</strong> <strong>Maas</strong> <strong>en</strong> <strong>Waal</strong><br />

Datum: 26 september 2009<br />

Projectnummer: 90720


INHOUD<br />

1 Inleiding 3<br />

1.1 Aanleiding 3<br />

1.2 Gebiedsbeschrijving <strong>en</strong> beoogde ingrep<strong>en</strong> 4<br />

2 Wettelijk kader 5<br />

2.1 Gebiedsbescherming 5<br />

2.2 Soort<strong>en</strong>bescherming 6<br />

3 Bespreking gebiedsbescherming 8<br />

3.1 Onderzoeksmethode 8<br />

3.2 Ligging plangebied nabij beschermde gebied<strong>en</strong> 8<br />

3.3 Natura 2000-gebied ‘Uiterwaard<strong>en</strong> <strong>Waal</strong>’ 9<br />

3.4 Ecologische Hoofdstructuur 16<br />

4 Toetsing soort<strong>en</strong>bescherming 18<br />

4.1 Onderzoeksmethodiek 18<br />

4.2 Voorkom<strong>en</strong> van beschermde soort<strong>en</strong> 18<br />

5 Conclusie 23<br />

5.1 Gebiedsbescherming 23<br />

5.2 Soort<strong>en</strong>bescherming 23<br />

5.3 Consequ<strong>en</strong>ties 24<br />

5.4 Aanbeveling<strong>en</strong> 25<br />

Bijlag<strong>en</strong><br />

− Bijlage 1: aangewez<strong>en</strong>; Vogelrichtlijn broedvogels, niet-broedvogels <strong>en</strong> complem<strong>en</strong>taire<br />

doel<strong>en</strong><br />

− Bijlage 2: verstoringsindicator<strong>en</strong> LNV<br />

− Bijlage 3: literatuurlijst


1 Inleiding<br />

1.1 Aanleiding<br />

In <strong>Dreumel</strong> (geme<strong>en</strong>te <strong>West</strong> <strong>Maas</strong> <strong>en</strong> <strong>Waal</strong>, provincie Gelderland) is aan de<br />

<strong>Nieuwstraat</strong> de realisatie van e<strong>en</strong> schoolgebouw <strong>en</strong> kinderdagverblijf beoogd. Om deze<br />

ontwikkeling mogelijk te mak<strong>en</strong> wordt e<strong>en</strong> kinderdagverblijf <strong>en</strong> e<strong>en</strong> snackbar gesloopt<br />

<strong>en</strong> de gymzaal verbouwd. Eén van de haalbaarheidsstudies die hiervoor di<strong>en</strong>t<br />

te word<strong>en</strong> uitgevoerd is toetsing aan de natuurregelgeving. Voorligg<strong>en</strong>de quick scan<br />

flora <strong>en</strong> fauna inclusief oriënter<strong>en</strong>de habitattoets is opgesteld door SAB Arnhem B.V.<br />

<strong>en</strong> geeft e<strong>en</strong> eerste inzicht in de doorwerking van de natuurwetgeving op deze plek.<br />

Afbeelding 1:Globale ligging <strong>en</strong> indruk van het plangebied; de aan de sporthal vast<br />

gebouwde gymzaal (rechtsbov<strong>en</strong>) <strong>en</strong> snackbar met daarachter het kinderdagverblijf<br />

(rechtsonder) (kaart: www.natuurloket.nl)<br />

Voordat ruimtelijke ingrep<strong>en</strong> mog<strong>en</strong> plaatsvind<strong>en</strong> moet eerst e<strong>en</strong> onderzoek plaatsvind<strong>en</strong><br />

in het kader van de Flora- <strong>en</strong> faunawet <strong>en</strong> de Natuurbeschermingswet 1998 <strong>en</strong><br />

ev<strong>en</strong>tuele andere natuurregelgeving. Bij deze activiteit moet rek<strong>en</strong>ing gehoud<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

met de aanwezige natuurwaard<strong>en</strong> in <strong>en</strong> om het plangebied. Voorligg<strong>en</strong>d onderzoek<br />

is e<strong>en</strong> quick scan waarin op basis van e<strong>en</strong> gebiedsanalyse (ruimtelijk ecologisch),<br />

beschikbare soortgegev<strong>en</strong>s <strong>en</strong> e<strong>en</strong> e<strong>en</strong>malige veldverk<strong>en</strong>ning uitsprak<strong>en</strong> zijn<br />

gedaan over de mogelijke aanwezigheid van beschermde plant<strong>en</strong> <strong>en</strong> dier<strong>en</strong> in het<br />

plangebied. Het plangebied is beoordeeld op geschiktheid voor beschermde plant<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> diersoort<strong>en</strong> <strong>en</strong> de verwachte effect<strong>en</strong> op deze soort<strong>en</strong>. Dit heeft geresulteerd in<br />

conclusies <strong>en</strong> aanbeveling<strong>en</strong>. Deze rapportage is uitgevoerd op basis van de geld<strong>en</strong>de<br />

uitwerking <strong>en</strong> interpretatie van beleid <strong>en</strong> wetgeving.<br />

SAB 3


1.2 Gebiedsbeschrijving <strong>en</strong> beoogde ingrep<strong>en</strong><br />

Het plangebied aan de <strong>Nieuwstraat</strong> ligt in de bebouwde kom van <strong>Dreumel</strong> t<strong>en</strong> zuidoost<strong>en</strong><br />

van de kern. <strong>Dreumel</strong> is geleg<strong>en</strong> langs de <strong>Waal</strong> <strong>en</strong> betreft e<strong>en</strong> dijkdorp met<br />

e<strong>en</strong> rivier aan de westelijke zijde <strong>en</strong> de laag geleg<strong>en</strong> komgrond<strong>en</strong> aan de oostelijke<br />

zijde. De komgrond<strong>en</strong> zijn voornamelijk in gebruik voor de landbouw <strong>en</strong> fruitteelt. Verspreid<br />

ligg<strong>en</strong> daarin <strong>en</strong>kele kleine landschapselem<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Het plangebied ligt teg<strong>en</strong><br />

deze komgrond<strong>en</strong>.<br />

Het plangebied ligt t<strong>en</strong> zuid<strong>en</strong> van de <strong>Nieuwstraat</strong>, die het plangebied in het noord<strong>en</strong><br />

begr<strong>en</strong>sd. De overige zijdes van het plangebied word<strong>en</strong> begr<strong>en</strong>sd door verschill<strong>en</strong>de<br />

aan sport gebond<strong>en</strong> functies, zoals t<strong>en</strong>nisban<strong>en</strong>, sportveld<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> op<strong>en</strong>luchtzwembad.<br />

Aan de noordzijde van de <strong>Nieuwstraat</strong> ligt e<strong>en</strong> woonwijk. Laanbom<strong>en</strong> langs de<br />

<strong>Nieuwstraat</strong> vorm<strong>en</strong> e<strong>en</strong> verbinding tuss<strong>en</strong> de kern van <strong>Dreumel</strong> <strong>en</strong> het buit<strong>en</strong>gebied.<br />

Binn<strong>en</strong> het plangebied ligt op <strong>en</strong>ige afstand van de weg de sporthal met daaraan vast<br />

gebouwd de gymzaal. T<strong>en</strong> noord<strong>en</strong> daarvan ligt e<strong>en</strong> parkeerplaats, e<strong>en</strong> kinderdagverblijf<br />

<strong>en</strong> e<strong>en</strong> snackbar. De snackbar ligt teg<strong>en</strong> de <strong>Nieuwstraat</strong> aan. Zowel op de parkeerplaats<br />

als langs de <strong>Nieuwstraat</strong> staan bom<strong>en</strong> (ess<strong>en</strong> <strong>en</strong> paardekastanjes). Aan<br />

weerszijde van de bebouwde <strong>en</strong> verharde del<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong> int<strong>en</strong>sief onderhoud<strong>en</strong> gazons.<br />

In het plangebied is de bouw van e<strong>en</strong> school beoogd. T<strong>en</strong> behoeve van de bouw zull<strong>en</strong><br />

het kinderdagverblijf <strong>en</strong> de snackbar gesloopt word<strong>en</strong>. Tev<strong>en</strong>s zal de gymzaal<br />

word<strong>en</strong> verbouwd <strong>en</strong> onderdeel uit gaan mak<strong>en</strong> van de school. In de huidige plann<strong>en</strong><br />

blijft de sporthal intact <strong>en</strong> de bom<strong>en</strong> behoud<strong>en</strong>.<br />

Afbeelding 2: De beoogde situatie (ontwerp: Buro van der Goes)<br />

SAB 4


2 Wettelijk kader<br />

Bescherming in het kader van de natuur wet- <strong>en</strong> regelgeving is op te del<strong>en</strong> in gebieds-<br />

<strong>en</strong> soort<strong>en</strong>bescherming. Bij gebiedsbescherming heeft m<strong>en</strong> te mak<strong>en</strong> met de Natuurbeschermingswet<br />

1998 <strong>en</strong> de Ecologische Hoofdstructuur. Soort<strong>en</strong>bescherming komt<br />

voort uit de Flora- <strong>en</strong> faunawet.<br />

2.1 Gebiedsbescherming<br />

2.1.1 Natuurbeschermingswet 1998<br />

Natuurgebied<strong>en</strong> of andere gebied<strong>en</strong> die belangrijk zijn voor flora <strong>en</strong> fauna kunn<strong>en</strong><br />

aangewez<strong>en</strong> word<strong>en</strong> als Europese Vogelrichtlijn <strong>en</strong>/of Habitatrichtlijngebied<strong>en</strong> (Natura<br />

2000). De verplichting<strong>en</strong> uit de Vogel- <strong>en</strong> Habitatrichtlijngebied<strong>en</strong> zijn in Nederland<br />

opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in de Natuurbeschermingswet 1998. Op grond van deze wet is het verbod<strong>en</strong><br />

project<strong>en</strong> of andere handeling<strong>en</strong> te realiser<strong>en</strong> of te verricht<strong>en</strong> die, gelet op de instandhoudingsdoelstelling,<br />

de kwaliteit van de natuurlijke habitats <strong>en</strong> de habitats van<br />

soort<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> verslechter<strong>en</strong>, of e<strong>en</strong> verstor<strong>en</strong>d effect kunn<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> op de soort<strong>en</strong><br />

waarvoor het gebied is aangewez<strong>en</strong>. Voor elk plan of project dat niet direct verband<br />

houdt met het beheer van het gebied moet e<strong>en</strong> habitattoets word<strong>en</strong> verricht. Voor e<strong>en</strong><br />

project dat direct verband houdt met het beheer van het gebied kan voldaan word<strong>en</strong><br />

met e<strong>en</strong> goedgekeurde gedragscode.<br />

oriëntatiefase<br />

NEE, zeker niet<br />

Ge<strong>en</strong><br />

vergunningplicht<br />

Project of handeling<br />

Is er e<strong>en</strong> kans op e<strong>en</strong> significant effect?<br />

WEL e<strong>en</strong> mogelijk negatief effect,<br />

maar zeker niet significant<br />

Vergunningaanvraag<br />

via verslechterings- <strong>en</strong> verstoringstoets<br />

E<strong>en</strong> habitattoets wordt uitgevoerd met als eerste stap: de oriëntatiefase. In de oriëntatiefase<br />

moet word<strong>en</strong> nagegaan welke (gecumuleerde) effect<strong>en</strong> als gevolg van de activiteit<br />

te verwacht<strong>en</strong> zijn. Deze effect<strong>en</strong> word<strong>en</strong> bekek<strong>en</strong> in relatie tot de kwetsbaarheid<br />

van het gebied <strong>en</strong> de gunstige instandhouding van desbetreff<strong>en</strong>de soort<strong>en</strong>. De<br />

volg<strong>en</strong>de conclusies zijn dan mogelijk:<br />

− Volgt uit de oriëntatiefase de conclusie dat zeker ge<strong>en</strong> sprake is van e<strong>en</strong> negatief<br />

effect, dan hoeft ge<strong>en</strong> vergunning te word<strong>en</strong> aangevraagd.<br />

SAB 5<br />

vergunningaanvraag fase<br />

KANS op e<strong>en</strong> significant<br />

negatief effect<br />

Vergunningaanvraag<br />

via pass<strong>en</strong>de beoordeling


− Is sprake van e<strong>en</strong> mogelijk negatief effect, maar is zeker ge<strong>en</strong> sprake van e<strong>en</strong> significant<br />

negatief effect, dan moet e<strong>en</strong> vergunning word<strong>en</strong> aangevraagd op basis<br />

van e<strong>en</strong> verslechterings- of verstoringstoets. Als middels verzacht<strong>en</strong>de maatregel<strong>en</strong><br />

de niet significante negatieve effect<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> beperkt, de kwaliteit van<br />

de natuurlijke habitats <strong>en</strong> de habitats van soort<strong>en</strong> niet wordt verslechterd <strong>en</strong> ge<strong>en</strong><br />

verstoring van de soort<strong>en</strong> plaatsvindt, kan e<strong>en</strong> vergunning word<strong>en</strong> afgegev<strong>en</strong>.<br />

− Als kans bestaat op e<strong>en</strong> significant negatief effect moet e<strong>en</strong> pass<strong>en</strong>de beoordeling<br />

word<strong>en</strong> gemaakt. Gedeputeerde Stat<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vergunning alle<strong>en</strong> verl<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

als alternatieve oplossing<strong>en</strong> voor het project ontbrek<strong>en</strong>, sprake is van dwing<strong>en</strong>de<br />

red<strong>en</strong><strong>en</strong> van groot op<strong>en</strong>baar belang <strong>en</strong> de initiatiefnemer vooraf <strong>en</strong> tijdig comp<strong>en</strong>satiemaatregel<strong>en</strong><br />

treft.<br />

Artikel 15a, lid 1 van de nieuwe Natuurbeschermingswet 1998 stelt dat het besluit tot<br />

aanwijzing als Natuurmonum<strong>en</strong>t in het kader van de Natuurbeschermingswet vervalt<br />

als aanwijzing tot Vogel- <strong>en</strong>/of Habitatrichtlijngebied in het kader van de Natuurbeschermingswet<br />

voor hetzelfde gebied van toepassing is, behalve t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van het<br />

behoud, herstel <strong>en</strong> de ontwikkeling van het natuurschoon of de natuurwet<strong>en</strong>schappelijke<br />

betek<strong>en</strong>is van het gebied, zoals bepaald in het vervall<strong>en</strong> besluit (artikel 15a lid 3).<br />

In gebied<strong>en</strong> waar ge<strong>en</strong> sprake is van ‘dubbele’ aanwijzing geld<strong>en</strong> nog steeds de beschermingskaders<br />

uit het aanwijzingsbesluit tot beschermd Natuurmonum<strong>en</strong>t.<br />

2.1.2 Ecologische Hoofdstructuur<br />

E<strong>en</strong> andere vorm van gebiedsbescherming komt voort uit aanwijzing van e<strong>en</strong> gebied<br />

als Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Voor dergelijke gebied<strong>en</strong> geldt dat het natuurbelang<br />

prioriteit heeft <strong>en</strong> dat andere activiteit<strong>en</strong> niet mog<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> tot frustratie van de<br />

natuurdoel<strong>en</strong>. Anders dan bij gebieds- <strong>en</strong> soortbescherming is de status als EHS niet<br />

verankerd in de natuurwetgeving, maar di<strong>en</strong>t het belang in de planologische afweging<br />

e<strong>en</strong> rol te spel<strong>en</strong>. Dit valt onder de verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag.<br />

2.2 Soort<strong>en</strong>bescherming<br />

Soort<strong>en</strong>bescherming is altijd aan de orde. Hiervoor is de Flora- <strong>en</strong> faunawet bepal<strong>en</strong>d.<br />

De Flora- <strong>en</strong> faunawet is gericht op het duurzaam in stand houd<strong>en</strong> van soort<strong>en</strong> in hun<br />

natuurlijk leefgebied. Deze wet heeft de beschermingsregels, zoals die ook in de Vogelrichtlijn<br />

<strong>en</strong> Habitatrichtlijn zijn opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, overg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> <strong>en</strong> voor de Nederlandse<br />

situatie toegepast.<br />

Deze bescherming is als volgt in de Flora- <strong>en</strong> faunawet opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>:<br />

− het is verbod<strong>en</strong> beschermde plant<strong>en</strong>soort<strong>en</strong> te plukk<strong>en</strong>, verzamel<strong>en</strong>, af te snijd<strong>en</strong>,<br />

uit te stek<strong>en</strong>, te verniel<strong>en</strong>, te beschadig<strong>en</strong>, te ontwortel<strong>en</strong> of op <strong>en</strong>igerlei andere<br />

wijze van hun groeiplaats te verwijder<strong>en</strong> (artikel 8);<br />

− het is verbod<strong>en</strong> beschermde diersoort<strong>en</strong> te dod<strong>en</strong>, te verwond<strong>en</strong>, te vang<strong>en</strong>, te<br />

bemachtig<strong>en</strong> of met het oog daarop op te spor<strong>en</strong> (artikel 9), opzettelijk te verontrust<strong>en</strong><br />

(artikel 10) <strong>en</strong> hun nest<strong>en</strong>, hol<strong>en</strong> of andere voortplantings- of vaste rust- of<br />

verblijfplaats<strong>en</strong> te beschadig<strong>en</strong>, te verniel<strong>en</strong>, uit te hal<strong>en</strong>, weg te nem<strong>en</strong> of te verstor<strong>en</strong><br />

(artikel 11).<br />

SAB 6


De procedurele consequ<strong>en</strong>ties zijn afhankelijk van de soort<strong>en</strong> die door de ingreep<br />

word<strong>en</strong> beïnvloed. Kortweg kunn<strong>en</strong> drie beschermingsregimes word<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong>:<br />

1 beschermingscategorie 1:<br />

E<strong>en</strong> groot aantal beschermde soort<strong>en</strong> is in Nederland algeme<strong>en</strong> voorkom<strong>en</strong>d.<br />

Op basis van het Besluit vrijstelling beschermde dier- <strong>en</strong> plant<strong>en</strong>soort<strong>en</strong> uit de<br />

Flora- <strong>en</strong> faunawet mog<strong>en</strong> ruimtelijke ingrep<strong>en</strong> word<strong>en</strong> uitgevoerd die tot effect<br />

hebb<strong>en</strong> dat de verblijfplaats<strong>en</strong> van deze soort<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aangetast;<br />

2 beschermingscategorie 2:<br />

Voor beschermde soort<strong>en</strong> die minder algeme<strong>en</strong> zijn <strong>en</strong> extra aandacht verdi<strong>en</strong><strong>en</strong>,<br />

kan e<strong>en</strong> vrijstelling (behalve voor het opzettelijk verontrust<strong>en</strong>) verkreg<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> als de initiatiefnemer e<strong>en</strong> goedgekeurde gedragscode heeft. Indi<strong>en</strong> dit<br />

niet het geval is di<strong>en</strong>t voor deze categorie e<strong>en</strong> ontheffing aangevraagd te word<strong>en</strong>.<br />

In zo’n gedragscode word<strong>en</strong> gedragslijn<strong>en</strong> aangegev<strong>en</strong> die m<strong>en</strong> volgt om het<br />

schad<strong>en</strong> van beschermde soort<strong>en</strong> zo veel mogelijk te voorkom<strong>en</strong>. Ontheffing is,<br />

als wordt gewerkt volg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> goedgekeurde gedragscode, voor deze soort<strong>en</strong><br />

alle<strong>en</strong> nog nodig als werkzaamhed<strong>en</strong> afwijk<strong>en</strong>d van de gedragscode word<strong>en</strong><br />

uitgevoerd;<br />

3 beschermingscategorie 3:<br />

Voor ongeveer honderd zeldzame soort<strong>en</strong> geldt géén vrijstelling als het gaat om<br />

ruimtelijke ingrep<strong>en</strong>. Ontheffing<strong>en</strong> voor deze groep soort<strong>en</strong> word<strong>en</strong> slechts verle<strong>en</strong>d<br />

wanneer er ge<strong>en</strong> andere bevredig<strong>en</strong>de oplossing voor de ingreep bestaat,<br />

de ingrep<strong>en</strong> vanwege dwing<strong>en</strong>de red<strong>en</strong><strong>en</strong> van groot op<strong>en</strong>baar belang<br />

di<strong>en</strong><strong>en</strong> plaats te vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> de gunstige staat van instandhouding van de soort<br />

niet in gevaar komt. Deze uitgebreide toets geldt ook voor alle vogelsoort<strong>en</strong>.<br />

Als e<strong>en</strong> ruimtelijke ingreep rechtstreeks kan leid<strong>en</strong> tot verstoring of vernietiging van<br />

bepaalde beschermde soort<strong>en</strong> of hun leefgebied, kan het project in strijd zijn met de<br />

Flora- <strong>en</strong> faunawet. Voor aantasting<strong>en</strong> van verblijfplaats<strong>en</strong> <strong>en</strong> belangrijke (onderdel<strong>en</strong>)<br />

van leefgebied<strong>en</strong> van meer strikt beschermde soort<strong>en</strong>, is ontheffing ex. Artikel 75<br />

van de Flora- <strong>en</strong> faunawet nodig van het ministerie van Landbouw, Natuur <strong>en</strong> Voedselkwaliteit.<br />

Verder geldt altijd artikel 2 van de Flora- <strong>en</strong> faunawet, e<strong>en</strong> zorgplichtbepaling. Iedere<strong>en</strong><br />

di<strong>en</strong>t voldo<strong>en</strong>de zorg in acht te nem<strong>en</strong> voor de in het wild lev<strong>en</strong>de dier<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun<br />

leefomgeving.<br />

SAB 7


3 Bespreking gebiedsbescherming<br />

3.1 Onderzoeksmethode<br />

Via de websites van het Natuurloket, het Ministerie van LNV <strong>en</strong> de Provincie Gelderland<br />

kan word<strong>en</strong> nagegaan of e<strong>en</strong> planlocatie in of nabij e<strong>en</strong> beschermd gebied in het<br />

kader van de Natuurbeschermingswet 1998 of in de Ecologische Hoofdstructuur<br />

(EHS) ligt. Via deze bronn<strong>en</strong> wordt nagegaan voor welke soort<strong>en</strong> <strong>en</strong>/of habitats deze<br />

gebied<strong>en</strong> zijn aangewez<strong>en</strong> <strong>en</strong> voor welke invloed<strong>en</strong> deze aangewez<strong>en</strong> soort<strong>en</strong> <strong>en</strong> habitats<br />

gevoelig zijn. Van gebied<strong>en</strong> die zijn aangewez<strong>en</strong> in het kader van de Natuurbeschermingswet<br />

1998 gaat ook e<strong>en</strong> externe werking uit.<br />

3.2 Ligging plangebied nabij beschermde gebied<strong>en</strong><br />

Uit bov<strong>en</strong>staande bronn<strong>en</strong> blijkt dat het plangebied op ongeveer 720 meter afstand<br />

van het Natura 2000-gebied ‘Uiterwaard<strong>en</strong> <strong>Waal</strong>’ ligt. Ter hoogte van de plaats <strong>Dreumel</strong><br />

is het desbetreff<strong>en</strong>de deel van het Natura 2000-gebied aangewez<strong>en</strong> onder de<br />

Vogelrichtlijn. Bij ingrep<strong>en</strong> in of nabij e<strong>en</strong> Vogelrichtlijngebied is e<strong>en</strong> toets in het kader<br />

van de Natuurbeschermingswet 1998 noodzakelijk. In dergelijke situaties moet getoetst<br />

word<strong>en</strong> of de beoogde ingrep<strong>en</strong>, de kwaliteit van de natuurlijke habitats <strong>en</strong> de<br />

habitats van soort<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> verslechter<strong>en</strong>, of e<strong>en</strong> verstor<strong>en</strong>d effect kunn<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong><br />

op de soort<strong>en</strong> waarvoor het gebied is aangewez<strong>en</strong>. Tev<strong>en</strong>s moet getoetst word<strong>en</strong> op<br />

de mogelijke functie van het plangebied voor Vogelrichtlijnsoort<strong>en</strong>. Het plangebied ligt<br />

niet in of nabij e<strong>en</strong> Habitatrichtlijngebied <strong>en</strong> Beschermd Natuurmonum<strong>en</strong>t. De afstand<br />

tot het Habitatrichtlijngebied van het Natura 2000-gebied ‘Uiterwaard<strong>en</strong> <strong>Waal</strong>’ betreft<br />

ongeveer 8,5 km.<br />

Afbeelding 4: Globale ligging plangebied (rood) nabij Vogelrichtlijngebied (blauw) ‘Uiterwaard<strong>en</strong><br />

<strong>Waal</strong>’ (links) <strong>en</strong> in de EHS: kernkwaliteit natuur (donker gro<strong>en</strong>) <strong>en</strong> verweving<br />

(lichtgro<strong>en</strong>) (rechts) (bron: www.minlnv.nl, ontwerpkaart <strong>en</strong> www.gelderland.nl,<br />

herzi<strong>en</strong>ing; vastgesteld door PS juli 2009)<br />

Uit gegev<strong>en</strong>s van de provincie blijkt dat hetzelfde gebied dat is aangewez<strong>en</strong> als Natura<br />

2000-gebied ook is aangewez<strong>en</strong> als EHS. Gezi<strong>en</strong> de overlap van deze gebied<strong>en</strong><br />

br<strong>en</strong>gt de toets in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 ook de mogelijke effect<strong>en</strong><br />

op de EHS in beeld.<br />

SAB 8


3.3 Natura 2000-gebied ‘Uiterwaard<strong>en</strong> <strong>Waal</strong>’<br />

3.3.1 Gebiedsbeschrijving (bron: Ontwerpbesluit Uiterwaard<strong>en</strong> <strong>Waal</strong>)<br />

De uiterwaard<strong>en</strong> <strong>Waal</strong> omvatt<strong>en</strong> het winterbed van de <strong>Waal</strong> <strong>en</strong> daarmee alle uiterwaardgebied<strong>en</strong><br />

aan de noord- <strong>en</strong> de zuidoever van de <strong>Waal</strong> van Nijmeg<strong>en</strong> tot aan<br />

Zaltbommel. De rivier vormt e<strong>en</strong> dynamisch systeem, e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>spel tuss<strong>en</strong> natuurlijke<br />

process<strong>en</strong> <strong>en</strong> m<strong>en</strong>selijk ingrijp<strong>en</strong>. De <strong>Waal</strong> moet in period<strong>en</strong> met hoge rivierafvoer<br />

2/3 van de Rijnafvoer voor haar rek<strong>en</strong>ing nem<strong>en</strong> <strong>en</strong> is daarmee de grootste vrij - afstrom<strong>en</strong>de<br />

Rijntak. Het is ook de meest dynamische riviertak van het Rijnsysteem. In<br />

period<strong>en</strong> met hoog water vindt erosie <strong>en</strong> sedim<strong>en</strong>tatie plaats <strong>en</strong> ’vormt’ de rivier het<br />

landschap.<br />

Het karakteristieke rivier<strong>en</strong>landschap bestaat uit e<strong>en</strong> breed, voornamelijk laaggeleg<strong>en</strong>,<br />

hoogdynamisch winterbed. De reliëfrijke uiterwaard<strong>en</strong> bestaan voornamelijk uit grasland<strong>en</strong>,<br />

afgewisseld met <strong>en</strong>kele akkers, bosjes, bom<strong>en</strong>rij<strong>en</strong>, moerasgebiedjes <strong>en</strong> geïsoleerde<br />

oude riviertakk<strong>en</strong> (strang<strong>en</strong> <strong>en</strong> geul<strong>en</strong>). Veel uiterwaard<strong>en</strong> zijn vergrav<strong>en</strong><br />

voor zand <strong>en</strong>/of kleiwinning.<br />

In het westelijk deel van het gebied ligg<strong>en</strong> twee uiterwaard<strong>en</strong>, die ook als Habitatrichtlijngebied<br />

zijn begr<strong>en</strong>sd, de Rijswaard <strong>en</strong> de Kil van Hurw<strong>en</strong><strong>en</strong>. Het gaat hier om uiterwaard<strong>en</strong><br />

met oude meanders <strong>en</strong> hun oeverland<strong>en</strong> <strong>en</strong> stroomrugg<strong>en</strong>. Daarnaast ligg<strong>en</strong><br />

er <strong>en</strong>kele grote plass<strong>en</strong> (ontstaan door zand- <strong>en</strong> kleiwinning). Deze uiterwaard<strong>en</strong><br />

bevatt<strong>en</strong> soort<strong>en</strong>rijke glanshaverhooiland<strong>en</strong>, stroomdalgrasland<strong>en</strong> <strong>en</strong> op<strong>en</strong> water,<br />

waar deels verlanding plaatsvindt.<br />

Voor het gebied zijn de volg<strong>en</strong>de algem<strong>en</strong>e doel<strong>en</strong> gesteld:<br />

Behoud <strong>en</strong> indi<strong>en</strong> van toepassing herstel van:<br />

o de bijdrage van het Natura 2000-gebied aan de ecologische sam<strong>en</strong>hang van Natura<br />

2000 zowel binn<strong>en</strong> Nederland als binn<strong>en</strong> de Europese Unie;<br />

o de bijdrage van het Natura 2000-gebied aan de biologische diversiteit <strong>en</strong> aan de<br />

gunstige staat van instandhouding van natuurlijke habitats <strong>en</strong> soort<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de<br />

Europese Unie, die zijn opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in bijlage I of bijlage II van de Habitatrichtlijn.<br />

Dit behelst de b<strong>en</strong>odigde bijdrage van het gebied aan het strev<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> op<br />

landelijk niveau gunstige staat van instandhouding voor de habitattyp<strong>en</strong> <strong>en</strong> de<br />

soort<strong>en</strong> waarvoor het gebied is aangewez<strong>en</strong>;<br />

o de natuurlijke k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het Natura 2000-gebied, inclusief de sam<strong>en</strong>hang<br />

van de ecologische structuur <strong>en</strong> functies van de habitattyp<strong>en</strong> <strong>en</strong> van de soort<strong>en</strong><br />

waarvoor het gebied is aangewez<strong>en</strong>;<br />

o de op het gebied van toepassing zijnde ecologische vereist<strong>en</strong> van de habitattyp<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> soort<strong>en</strong> waarvoor het gebied is aangewez<strong>en</strong>.<br />

3.3.2 Instandhoudingsdoel<strong>en</strong> aangewez<strong>en</strong>; Vogelrichtlijn: broedvogels, nietbroedvogels<br />

<strong>en</strong> complem<strong>en</strong>taire doel<strong>en</strong><br />

Hieronder wordt voor het Natura 2000-gebied aangegev<strong>en</strong> welke broedvogels <strong>en</strong> nietbroedvogels<br />

zijn aangewez<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het Vogelrichtlijngebied. Daarnaast wordt aangegev<strong>en</strong><br />

welke complem<strong>en</strong>taire doel<strong>en</strong> (habitats <strong>en</strong> soort<strong>en</strong>) zijn aangewez<strong>en</strong> binn<strong>en</strong><br />

het Vogelrichtlijngebied. Vervolg<strong>en</strong>s word per broedvogel, niet-broedvogel <strong>en</strong> complem<strong>en</strong>tair<br />

doel de doel<strong>en</strong> besprok<strong>en</strong>. Voor e<strong>en</strong> uitgebreidere beschrijv<strong>en</strong> wordt verwez<strong>en</strong><br />

naar bijlage 1.<br />

SAB 9


Vogelrichtlijn: broedvogels<br />

A119 Porseleinho<strong>en</strong><br />

Doel: Uitbreiding omvang <strong>en</strong>/of verbetering kwaliteit leefgebied met e<strong>en</strong> draagkracht<br />

voor e<strong>en</strong> populatie van t<strong>en</strong> minste 10 par<strong>en</strong>.<br />

A122 Kwartelkoning<br />

Doel: Uitbreiding omvang <strong>en</strong>/of verbetering kwaliteit leefgebied met e<strong>en</strong> draagkracht<br />

voor e<strong>en</strong> populatie van t<strong>en</strong> minste 30 par<strong>en</strong>.<br />

A197 Zwarte stern<br />

Doel: Uitbreiding omvang <strong>en</strong>/of verbetering kwaliteit leefgebied met e<strong>en</strong> draagkracht<br />

voor e<strong>en</strong> populatie van t<strong>en</strong> minste 20 par<strong>en</strong>.<br />

Vogelrichtlijn: niet-broedvogels<br />

A005 Fuut<br />

Doel: Behoud omvang <strong>en</strong> kwaliteit leefgebied met e<strong>en</strong> draagkracht voor e<strong>en</strong> populatie<br />

van gemiddeld 90 vogels (seizo<strong>en</strong>sgemiddelde).<br />

A017 Aalscholver<br />

Doel: Behoud omvang <strong>en</strong> kwaliteit leefgebied met e<strong>en</strong> draagkracht voor e<strong>en</strong> populatie<br />

van gemiddeld 260 vogels (seizo<strong>en</strong>sgemiddelde).<br />

A037 Kleine zwaan<br />

Doel: Behoud omvang <strong>en</strong> kwaliteit leefgebied met e<strong>en</strong> draagkracht voor e<strong>en</strong> populatie<br />

van gemiddeld 9 vogels (seizo<strong>en</strong>sgemiddelde).<br />

A041 Kolgans<br />

Doel: Behoud omvang <strong>en</strong> kwaliteit leefgebied met e<strong>en</strong> draagkracht voor e<strong>en</strong> populatie<br />

van gemiddeld 5.500 vogels (seizo<strong>en</strong>sgemiddelde). Achteruitgang in omvang foerageergebied<br />

met maximaal 16% is toegestaan, t<strong>en</strong> gunste van de habitattyp<strong>en</strong> H3270<br />

slikkige rivieroevers, H6120 stroomdalgrasland<strong>en</strong>, H91E0 vochtige alluviale boss<strong>en</strong>,<br />

zachthoutooiboss<strong>en</strong> (subtype A) of de broedvogelsoort<strong>en</strong> A119 porseleinho<strong>en</strong> of A122<br />

kwartelkoning.<br />

A043 Grauwe gans<br />

Doel: Behoud omvang <strong>en</strong> kwaliteit leefgebied met e<strong>en</strong> draagkracht voor e<strong>en</strong> populatie<br />

van gemiddeld 2.400 vogels (seizo<strong>en</strong>sgemiddelde). Achteruitgang in omvang foerageergebied<br />

met maximaal 16% is toegestaan, t<strong>en</strong> gunste van de habitattyp<strong>en</strong> H3270<br />

slikkige rivieroevers, H6120 stroomdalgrasland<strong>en</strong> of H91E0 vochtige alluviale boss<strong>en</strong>,<br />

zachthoutooiboss<strong>en</strong> (subtype A) of de broedvogelsoort<strong>en</strong> A119 porseleinho<strong>en</strong> of A122<br />

kwartelkoning.<br />

A045 Brandgans<br />

Doel: Behoud omvang <strong>en</strong> kwaliteit leefgebied met e<strong>en</strong> draagkracht voor e<strong>en</strong> populatie<br />

van gemiddeld 610 vogels (seizo<strong>en</strong>sgemiddelde).<br />

SAB 10


A050 Smi<strong>en</strong>t<br />

Doel: Behoud omvang <strong>en</strong> kwaliteit leefgebied met e<strong>en</strong> draagkracht voor e<strong>en</strong> populatie<br />

van gemiddeld 4.700 vogels (seizo<strong>en</strong>sgemiddelde). Achteruitgang in omvang foerageergebied<br />

met maximaal 16% is toegestaan, t<strong>en</strong> gunste van de habitattyp<strong>en</strong> H3270<br />

slikkige rivieroevers, H6120 stroomdalgrasland<strong>en</strong>, H91E0 vochtige alluviale boss<strong>en</strong>,<br />

zachthoutooiboss<strong>en</strong> (subtype A) of de broedvogelsoort<strong>en</strong> A119 porseleinho<strong>en</strong> of A122<br />

kwartelkoning.<br />

A051 Krake<strong>en</strong>d<br />

Doel: Behoud omvang <strong>en</strong> kwaliteit leefgebied met e<strong>en</strong> draagkracht voor e<strong>en</strong> populatie<br />

van gemiddeld 50 vogels (seizo<strong>en</strong>sgemiddelde).<br />

A054 Pijlstaart<br />

Doel: Behoud omvang <strong>en</strong> kwaliteit leefgebied met e<strong>en</strong> draagkracht voor e<strong>en</strong> populatie<br />

van gemiddeld 30 vogels (seizo<strong>en</strong>sgemiddelde).<br />

A056 Slobe<strong>en</strong>d<br />

Doel: Behoud omvang <strong>en</strong> kwaliteit leefgebied met e<strong>en</strong> draagkracht voor e<strong>en</strong> populatie<br />

van gemiddeld 90 vogels (seizo<strong>en</strong>sgemiddelde).<br />

A059 Tafele<strong>en</strong>d<br />

Doel: Behoud omvang <strong>en</strong> kwaliteit leefgebied met e<strong>en</strong> draagkracht voor e<strong>en</strong> populatie<br />

van gemiddeld 190 vogels (seizo<strong>en</strong>sgemiddelde).<br />

A061 Kuife<strong>en</strong>d<br />

Doel: Behoud omvang <strong>en</strong> kwaliteit leefgebied met e<strong>en</strong> draagkracht voor e<strong>en</strong> populatie<br />

van gemiddeld 530 vogels (seizo<strong>en</strong>sgemiddelde).<br />

A068 Nonnetje<br />

Doel: Behoud omvang <strong>en</strong> kwaliteit leefgebied met e<strong>en</strong> draagkracht voor e<strong>en</strong> populatie<br />

van gemiddeld 6 vogels (seizo<strong>en</strong>sgemiddelde).<br />

A125 Meerkoet<br />

Doel: Behoud omvang <strong>en</strong> kwaliteit leefgebied met e<strong>en</strong> draagkracht voor e<strong>en</strong> populatie<br />

van gemiddeld 780 vogels (seizo<strong>en</strong>sgemiddelde).<br />

A142 Kievit<br />

Doel: Behoud omvang <strong>en</strong> kwaliteit leefgebied met e<strong>en</strong> draagkracht voor e<strong>en</strong> populatie<br />

van gemiddeld 790 vogels (seizo<strong>en</strong>sgemiddelde).<br />

A156 Grutto<br />

Doel: Behoud omvang <strong>en</strong> kwaliteit leefgebied met e<strong>en</strong> draagkracht voor e<strong>en</strong> populatie<br />

van gemiddeld 70 vogels (seizo<strong>en</strong>sgemiddelde).<br />

A160 Wulp<br />

Doel: Behoud omvang <strong>en</strong> kwaliteit leefgebied met e<strong>en</strong> draagkracht voor e<strong>en</strong> populatie<br />

van gemiddeld 160 vogels (seizo<strong>en</strong>sgemiddelde).<br />

SAB 11


Complem<strong>en</strong>taire doel<strong>en</strong>: habitattyp<strong>en</strong> (bijlage I)<br />

H3270 Slikkige rivieroevers<br />

Doel: Uitbreiding oppervlakte <strong>en</strong> verbetering kwaliteit.<br />

H6120 *Stroomdalgrasland<strong>en</strong><br />

Doel: Uitbreiding oppervlakte <strong>en</strong> verbetering kwaliteit.<br />

H91E0 *Vochtige alluviale boss<strong>en</strong><br />

Doel: Uitbreiding oppervlakte <strong>en</strong> verbetering kwaliteit vochtige alluviale boss<strong>en</strong>, zachthoutooiboss<strong>en</strong><br />

(subtype A).<br />

Complem<strong>en</strong>taire doel<strong>en</strong>: soort<strong>en</strong> (bijlage II)<br />

H1095 Zeeprik<br />

Doel: Uitbreiding omvang <strong>en</strong> verbetering kwaliteit leefgebied voor uitbreiding populatie.<br />

H1099 Rivierprik<br />

Doel: Uitbreiding omvang <strong>en</strong> verbetering kwaliteit leefgebied voor uitbreiding populatie.<br />

H1102 Elft<br />

Doel: Behoud omvang <strong>en</strong> kwaliteit leefgebied voor uitbreiding populatie.<br />

H1106 Zalm<br />

Doel: Behoud omvang <strong>en</strong> kwaliteit leefgebied voor uitbreiding populatie.<br />

H1145 Grote modderkruiper<br />

Doel: Behoud verspreiding, omvang <strong>en</strong> kwaliteit leefgebied voor behoud populatie.<br />

H1166 Kamsalamander<br />

Doel: Uitbreiding omvang <strong>en</strong> verbetering kwaliteit leefgebied voor behoud populatie.<br />

3.3.3 Aangewez<strong>en</strong>; broedvogels, niet-broedvogels <strong>en</strong> complem<strong>en</strong>taire doel<strong>en</strong> (habitats<br />

<strong>en</strong> soort<strong>en</strong>) in <strong>en</strong> nabij het plangebied<br />

Gegev<strong>en</strong>s over broedvogels <strong>en</strong> niet-broedvogels in het Natura 2000-gebied ‘Uiterwaard<strong>en</strong><br />

<strong>Waal</strong>’ zijn alle<strong>en</strong> globaal bek<strong>en</strong>d. Op basis van de in het Natura 2000-gebied<br />

geleg<strong>en</strong> habitats nabij het plangebied zal de geschiktheid van het plangebied word<strong>en</strong><br />

bepaald voor de aangewez<strong>en</strong> broedvogels, niet-broedvogels <strong>en</strong> habitats <strong>en</strong> soort<strong>en</strong><br />

uit de complem<strong>en</strong>taire doel<strong>en</strong>. Daarnaast kan voor de habitats <strong>en</strong> soort<strong>en</strong> uit de complem<strong>en</strong>taire<br />

doel<strong>en</strong> gebruik word<strong>en</strong> gemaakt van de digitale werkkaart<strong>en</strong> afkomstig uit<br />

het beheerplan (www.gelderland.nl).<br />

Broedvogels<br />

In het Natura 2000-gebied nabij het plangebied ligg<strong>en</strong> voornamelijk int<strong>en</strong>sief beheerde<br />

agrarische grond<strong>en</strong> (weiland<strong>en</strong>). Daarnaast ligg<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> de dijk ter hoogte van <strong>Dreumel</strong><br />

<strong>en</strong>kele langgerekte waterplass<strong>en</strong>. De oevers van deze plass<strong>en</strong> zijn begroeid met<br />

ruigte kruid<strong>en</strong> <strong>en</strong> struwel<strong>en</strong>. De broedvogels waarvoor het Natura 2000-gebied is aan-<br />

SAB 12


gewez<strong>en</strong> zijn gebond<strong>en</strong> aan bijzondere biotop<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de groot oppervlak.<br />

De Kwartelkoning komt vooral voor in ext<strong>en</strong>sief beheerde grasland<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> hoge<br />

<strong>en</strong> relatief dichte vegetatie. De Porseleinho<strong>en</strong> komt vooral voor in riet- <strong>en</strong> grasland<strong>en</strong><br />

met ondiep, voedselrijk water met e<strong>en</strong> gevarieerd aanbod van zegg<strong>en</strong>- <strong>en</strong> natte ruigtevegetaties.<br />

De Zwarte Stern broedt voornamelijk in ondiepe <strong>en</strong> matig voedselrijke<br />

moerass<strong>en</strong> <strong>en</strong> waterplass<strong>en</strong> met voldo<strong>en</strong>de drijv<strong>en</strong>de waterplant<strong>en</strong>. Voor het voedsel<br />

is deze soort ook afhankelijk van biotop<strong>en</strong> van de Kwartelkoning <strong>en</strong> Porseleinho<strong>en</strong>.<br />

De bov<strong>en</strong>staande biotop<strong>en</strong> zijn in het Natura 2000-gebied nabij het plangebied niet op<br />

grote schaal aanwezig. Gezi<strong>en</strong> het bov<strong>en</strong>staande wordt verwacht dat het Natura<br />

2000-gebied nabij het plangebied ge<strong>en</strong> onderdeel uitmaakt van het leefgebied van de<br />

broedvogels waarvoor het Natura 2000-gebied is aangewez<strong>en</strong>.<br />

In de huidige situatie betreft het plangebied e<strong>en</strong> grot<strong>en</strong>deels verhard <strong>en</strong> bebouwd terrein<br />

dat geleg<strong>en</strong> is aan de rand van de bebouwde kom. Het plangebied heeft daardoor<br />

e<strong>en</strong> int<strong>en</strong>sief <strong>en</strong> verstor<strong>en</strong>d karakter. Hierdoor zijn de aangewez<strong>en</strong> broedvogels, die<br />

gebond<strong>en</strong> zijn aan bijzondere biotop<strong>en</strong>, niet aanwezig binn<strong>en</strong> het plangebied. Tev<strong>en</strong>s<br />

is het plangebied niet geschikt om te funger<strong>en</strong> als leefgebied of onderdeel van het<br />

leefgebied (bijvoorbeeld foerageergebied) van deze soort<strong>en</strong>.<br />

Niet-broedvogels<br />

In het Natura 2000-gebied nabij het plangebied ligg<strong>en</strong> voornamelijk agrarische grond<strong>en</strong><br />

(weiland<strong>en</strong>). Daarnaast ligg<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> de dijk ter hoogte van <strong>Dreumel</strong> <strong>en</strong>kele langgerekte<br />

waterplass<strong>en</strong>. De weiland<strong>en</strong> <strong>en</strong> plass<strong>en</strong> zijn voor de niet-broedvogels, waarvoor<br />

het Natura 2000-gebied is aangewez<strong>en</strong>, geschikt als foerageergebied <strong>en</strong> als<br />

slaapplaats.<br />

De gazons binn<strong>en</strong> het plangebied ligg<strong>en</strong> ingeslot<strong>en</strong> in bebouwing <strong>en</strong> aan de relatief<br />

drukke <strong>Nieuwstraat</strong> (verstoring). Tev<strong>en</strong>s zijn in het plangebied ge<strong>en</strong> perman<strong>en</strong>t watervoer<strong>en</strong>de<br />

elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> aanwezig. Op basis van voorstaande is het uit te sluit<strong>en</strong> dat het<br />

plangebied gebruikt wordt als belangrijke leefgebied voor aangewez<strong>en</strong> nietbroedvogels.<br />

Complem<strong>en</strong>taire doel<strong>en</strong>; habitats<br />

In het Natura 2000-gebied nabij het plangebied ligg<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele kleine locaties die als<br />

habitattype vochtige alluviale boss<strong>en</strong> zijn aangewez<strong>en</strong> in de werkkaart<strong>en</strong> van het beheerplan.<br />

Deze gebied<strong>en</strong> gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> niet direct aan het plangebied.<br />

In de huidige situatie is het plangebied grot<strong>en</strong>deels verhard <strong>en</strong> bebouwd. De gro<strong>en</strong>e<br />

del<strong>en</strong> bestaan uit int<strong>en</strong>sief onderhoud<strong>en</strong> gazons. Hierdoor zijn aangewez<strong>en</strong> habitats<br />

uit te sluit<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het plangebied.<br />

Complem<strong>en</strong>taire doel<strong>en</strong>; soort<strong>en</strong><br />

In het Natura 2000-gebied nabij het plangebied kom<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s de werkkaart<strong>en</strong> ge<strong>en</strong><br />

aangewez<strong>en</strong> habitatsoort<strong>en</strong> voor. Alle soort<strong>en</strong> die als complem<strong>en</strong>tair doel zijn aangewez<strong>en</strong><br />

(viss<strong>en</strong> <strong>en</strong> amfibieën) zijn gebond<strong>en</strong> aan watervoer<strong>en</strong>de elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong>.<br />

Gezi<strong>en</strong> de grot<strong>en</strong>deels verharde <strong>en</strong> bebouwde situatie van het plangebied <strong>en</strong> de afwezigheid<br />

van watervoer<strong>en</strong>de elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, is het uit te sluit<strong>en</strong> dat aangewez<strong>en</strong> soort<strong>en</strong><br />

het plangebied als belangrijk leefgebied gebruik<strong>en</strong>.<br />

SAB 13


3.3.4 Negatieve effect<strong>en</strong> op aangewez<strong>en</strong> broedvogels, niet-broedvogels <strong>en</strong> complem<strong>en</strong>taire<br />

doel<strong>en</strong><br />

Op basis van de storingfactor<strong>en</strong> van het ministerie LNV <strong>en</strong> de toekomstige werkzaamhed<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> situatie wordt bepaald of sprake is van negatieve effect<strong>en</strong> op aangewez<strong>en</strong><br />

broedvogels, niet-broedvogels <strong>en</strong> complem<strong>en</strong>taire doel<strong>en</strong>. In onderstaand figuur<br />

zijn de storingsfactor<strong>en</strong> (nummers; uitgelegd in bijlage 2) <strong>en</strong> de gevoeligheid van<br />

de broedvogels, niet-broedvogels <strong>en</strong> complem<strong>en</strong>taire doel<strong>en</strong> (habitats <strong>en</strong> soort<strong>en</strong>)<br />

(kleur) weergegev<strong>en</strong> voor het Natura 2000-gebied ‘Uiterwaard<strong>en</strong> <strong>Waal</strong>’ bij de activiteit<br />

‘Woningbouw’ (overe<strong>en</strong>komstig met de bouw van e<strong>en</strong> school).<br />

Afbeelding 3: Effect<strong>en</strong>indicator van het ministerie LNV: selectie is uitgevoerd op Natura<br />

2000-gebied ‘Uiterwaard<strong>en</strong> <strong>Waal</strong>’ <strong>en</strong> activiteit ‘Woningbouw’<br />

SAB 14


Storingsfactor<strong>en</strong><br />

Oppervlakteverlies (1)<br />

Het plangebied ligt op geruime afstand (720 meter) van het Natura 2000-gebied. Binn<strong>en</strong><br />

het plangebied kom<strong>en</strong> aangewez<strong>en</strong> broedvogels, niet-broedvogels <strong>en</strong> complem<strong>en</strong>taire<br />

doel<strong>en</strong> (habitats <strong>en</strong> soort<strong>en</strong>) niet voor <strong>en</strong> word<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong> de grot<strong>en</strong>deels verharde<br />

<strong>en</strong> bebouwde situatie ook niet verwacht binn<strong>en</strong> het plangebied. Tev<strong>en</strong>s wordt<br />

niet verwacht dat aangewez<strong>en</strong> soort<strong>en</strong> leefgebied hebb<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het plangebied. De<br />

toekomstige situatie wijkt niet dermate af van de huidige situatie. Met de plann<strong>en</strong> zal<br />

dan ook ge<strong>en</strong> sprake zijn van oppervlakteverlies van leefgebied van aangewez<strong>en</strong><br />

broedvogels, niet-broedvogels <strong>en</strong> complem<strong>en</strong>taire doel<strong>en</strong> (habitats <strong>en</strong> soort<strong>en</strong>).<br />

Versnippering (2)<br />

Aangezi<strong>en</strong> in het plangebied ge<strong>en</strong> leefgebied van soort<strong>en</strong> aanwezig is, is van versnippering<br />

van het leefgebied van aangewez<strong>en</strong> soort<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> sprake.<br />

Verontreiniging (7)<br />

De verstoringsindicator verontreiniging is voor de beoogde plann<strong>en</strong> niet van toepassing,<br />

omdat bij de bouw <strong>en</strong> gebruik van de school ge<strong>en</strong> ecosysteem/gebiedsvreemde<br />

stoff<strong>en</strong> vrijkom<strong>en</strong>.<br />

Verdroging (8)<br />

Aangezi<strong>en</strong> in de beoogde plann<strong>en</strong> niet ondergronds gebouwd wordt <strong>en</strong> het bebouwd<br />

oppervlak weinig zal to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>, zal het plan waarschijnlijk niet tot verdroging van de<br />

omgeving leid<strong>en</strong>. Daarnaast di<strong>en</strong>t opgemerkt te word<strong>en</strong> dat, gezi<strong>en</strong> de grote afstand<br />

tuss<strong>en</strong> het plangebied <strong>en</strong> Natura 2000-gebied, kleine verschill<strong>en</strong> in de grondwaterhuishouding<br />

over e<strong>en</strong> grote afstand niet zull<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> tot aanwijsbare verschill<strong>en</strong> in de<br />

grondwaterhuishouding van het Natura 2000-gebied. Ook e<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tuele tijdelijke onttrekking<br />

van grondwater tijd<strong>en</strong>s de bouw, bijvoorbeeld t<strong>en</strong> behoeve van het aanbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong><br />

van de fundering, zal waarschijnlijk ge<strong>en</strong> effect hebb<strong>en</strong> op de grondwaterhuishouding<br />

van het Natura 2000-gebied.<br />

Verstoring door geluid (13)<br />

Aangezi<strong>en</strong> het plangebied op ruime afstand (720 meter) van het Natura 2000-gebied<br />

ligt <strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> het plangebied <strong>en</strong> het Natura 2000-gebied de bebouwing van <strong>Dreumel</strong><br />

ligt is verstoring door geluid niet waarschijnlijk. Daarnaast is op de locatie in de huidige<br />

situatie reeds e<strong>en</strong> kinderdagverblijf <strong>en</strong> snackbar aanwezig. Deze activiteit<strong>en</strong> zull<strong>en</strong><br />

plaats mak<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> school. Het geluidsniveau zal hiermee zeker niet to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>.<br />

Verstoring door licht (14)<br />

Aangezi<strong>en</strong> het plangebied op ruime afstand (720 meter) van het Natura 2000-gebied<br />

ligt <strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> het plangebied <strong>en</strong> het Natura 2000-gebied de bebouwing van <strong>Dreumel</strong><br />

ligt is verstoring door licht niet waarschijnlijk. Daarnaast is de locatie in de huidige situatie<br />

in de avondur<strong>en</strong> reeds verlicht (snackbar <strong>en</strong> sporthal) <strong>en</strong> ligg<strong>en</strong> gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong>d aan<br />

de locatie sportveld<strong>en</strong> die ook in de avondur<strong>en</strong> gebruikt word<strong>en</strong>. Met de sloop van de<br />

snackbar zal de verlichting op de locatie afnem<strong>en</strong>.<br />

Verstoring door trilling (15)<br />

Gedur<strong>en</strong>de de werkzaamhed<strong>en</strong> zal mogelijk sprake zijn van <strong>en</strong>ige trilling<strong>en</strong>, dat zal<br />

echter tijdelijk van aard zijn. Trilling<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> effect hebb<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> afstand van<br />

SAB 15


maximaal 250 meter. Op afstand<strong>en</strong> groter dan 250 meter van de trillingsbron tred<strong>en</strong><br />

vrijwel nooit goed voelbare trilling<strong>en</strong> op (wwww.infomill.nl). Gezi<strong>en</strong> de grote afstand tot<br />

het Natura 2000-gebied <strong>en</strong> tuss<strong>en</strong>ligg<strong>en</strong>de bebouwing zull<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tuele trilling<strong>en</strong> niet<br />

reik<strong>en</strong> tot het Natura 2000-gebied. Om deze red<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> met de werkzaamhed<strong>en</strong><br />

ge<strong>en</strong> negatieve effect<strong>en</strong> ontstaan op instandhoudingsdoelstelling<strong>en</strong> van aangewez<strong>en</strong><br />

soort<strong>en</strong>.<br />

Optische verstoring (16)<br />

Gezi<strong>en</strong> de grote afstand tot het Natura 2000-gebied <strong>en</strong> tuss<strong>en</strong>ligg<strong>en</strong>de bebouwing is<br />

de storingsfactor optische verstoring niet van toepassing.<br />

Verstoring door mechanische effect<strong>en</strong> (17)<br />

Gezi<strong>en</strong> de grote afstand tot het Natura 2000-gebied <strong>en</strong> tuss<strong>en</strong>ligg<strong>en</strong>de bebouwing is<br />

de storingsfactor verstoring door mechanische effect<strong>en</strong> niet van toepassing. In de toekomstige<br />

situatie zal tev<strong>en</strong>s ge<strong>en</strong> sprake zijn van e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame van recreatie of betreding<br />

van het beschermde gebied.<br />

3.3.5 Conclusie<br />

Met de plann<strong>en</strong> word<strong>en</strong> negatieve effect<strong>en</strong> op instandhoudingsdoelstelling van aangewez<strong>en</strong><br />

broedvogels, niet-broedvogels <strong>en</strong> complem<strong>en</strong>taire doel<strong>en</strong> (habitats <strong>en</strong> soort<strong>en</strong>)<br />

niet verwacht. E<strong>en</strong> vergunningsaanvraag in het kader van de Natuurbeschermingswet<br />

wordt niet noodzakelijk geacht.<br />

3.4 Ecologische Hoofdstructuur<br />

Binn<strong>en</strong> de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) geldt de 'nee, t<strong>en</strong>zij'-b<strong>en</strong>adering. Dit<br />

houdt in dat bestemmingswijziging niet mogelijk is, als daarmee de wez<strong>en</strong>lijke k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong><br />

of waard<strong>en</strong> van het gebied word<strong>en</strong> aangetast. Afwijk<strong>en</strong> van deze regel is alle<strong>en</strong><br />

mogelijk als het maatschappelijk belang groot is <strong>en</strong> er ge<strong>en</strong> reële alternatiev<strong>en</strong><br />

zijn. Toch zijn er in de verschill<strong>en</strong>de onderdel<strong>en</strong> van de EHS nog wel ontwikkeling<strong>en</strong><br />

mogelijk, met name in de EHS-verweving <strong>en</strong> -verbinding, op plaats<strong>en</strong> waarvoor ge<strong>en</strong><br />

specifieke natuurdoel<strong>en</strong> zijn. Deze ontwikkeling<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> dan wel de kernkwaliteit<strong>en</strong><br />

van de EHS versterk<strong>en</strong> <strong>en</strong> bijdrag<strong>en</strong> aan de realisering van de EHS.<br />

3.4.1 Kernkwaliteit<strong>en</strong> <strong>en</strong> ontwikkelingsopgav<strong>en</strong> in het rivier<strong>en</strong>gebied<br />

− De combinatie van gedempte rivierdynamiek <strong>en</strong> kwel in het Rijnstrang<strong>en</strong>gebied<br />

met als resultaat e<strong>en</strong> gevarieerd rietmoeras met bijzondere soort<strong>en</strong> als moerasvogels<br />

<strong>en</strong> waterspitsmuis.<br />

− De Nieuwe Hollandse Waterlinie als sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>d <strong>en</strong> herk<strong>en</strong>baar geheel van<br />

moerasgebied<strong>en</strong> <strong>en</strong> op<strong>en</strong> (weidevogel)grasland<strong>en</strong>.<br />

− De relatie tuss<strong>en</strong> op<strong>en</strong> voedselrijke foerageergebied<strong>en</strong> <strong>en</strong> rustgebied<strong>en</strong> (op<strong>en</strong> water)<br />

voor overwinter<strong>en</strong>de <strong>en</strong> doortrekk<strong>en</strong>de ganz<strong>en</strong>, e<strong>en</strong>d<strong>en</strong> <strong>en</strong> andere watervogels.<br />

− De rivier met zijn bijbehor<strong>en</strong>de dynamiek <strong>en</strong> morfologie, als bron van natuurlijke<br />

process<strong>en</strong>, <strong>en</strong> als as van e<strong>en</strong> ket<strong>en</strong> natuurterrein<strong>en</strong> <strong>en</strong> natuurrijke cultuurlandschapp<strong>en</strong><br />

in de uiterwaard<strong>en</strong> <strong>en</strong> de daarbij behor<strong>en</strong>de bijzondere natuur, zoals rivierduin<strong>en</strong>,<br />

stroomdalgrasland<strong>en</strong>, natte schraalgrasland<strong>en</strong>, hardhoutooibos <strong>en</strong> nev<strong>en</strong>geul<strong>en</strong>.<br />

SAB 16


− De uitwisselingsmogelijkhed<strong>en</strong> voor plant<strong>en</strong> <strong>en</strong> dier<strong>en</strong> die De Gelderse Poort <strong>en</strong><br />

het Rijk van Nijmeg<strong>en</strong> herberg<strong>en</strong> door de c<strong>en</strong>trale ligging in het Europese natuurnetwerk<br />

met verbinding<strong>en</strong> naar de Veluwe <strong>en</strong> Oostvaardersplass<strong>en</strong>, het Reichswald<br />

<strong>en</strong> de Eiffel, het bov<strong>en</strong>stroomse <strong>en</strong> b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong>stroomse (Duitse) rivier<strong>en</strong>gebied<br />

<strong>en</strong> de bosgebied<strong>en</strong> in het Limburgs-Duitse gr<strong>en</strong>sgebied.<br />

− De verbinding tuss<strong>en</strong> het <strong>Maas</strong>- <strong>en</strong> het Rijnecosysteem in Fort Sint Andries.<br />

− Het op<strong>en</strong>, grazige <strong>en</strong> natte karakter van binn<strong>en</strong>- <strong>en</strong> buit<strong>en</strong>dijkse weidevogel- <strong>en</strong><br />

ganz<strong>en</strong>gebied<strong>en</strong>.<br />

− Het Rijk van Nijmeg<strong>en</strong> als sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>d geheel van boss<strong>en</strong> <strong>en</strong> natuurterrein<strong>en</strong><br />

met zeer gevarieerde overgang<strong>en</strong> naar de omring<strong>en</strong>de rivierkleigrond<strong>en</strong> (Ooijpolder)<br />

met de bij deze overgang<strong>en</strong> behor<strong>en</strong>de natuur met onder andere bronn<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

bronbeekjes.<br />

− Het sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>de geheel van Linge <strong>en</strong> natuurgebied <strong>en</strong> landgoeder<strong>en</strong> langs de<br />

Linge in het westelijk rivier<strong>en</strong>gebied.<br />

3.4.2 Effect<strong>en</strong> op de Ecologische Hoofdstructuur<br />

Het plangebied ligt op 720 meter van de EHS. Hetzelfde gebied dat is aangewez<strong>en</strong><br />

als EHS is ook aangewez<strong>en</strong> als Natura 2000-gebied. De toetsing die heeft plaatsgevond<strong>en</strong><br />

in het kader van het Natura 2000-gebied ‘Uiterwaard<strong>en</strong> <strong>Waal</strong>’ gaat in op alle<br />

verstoringsindicator<strong>en</strong> (waaronder geluid, verlichting <strong>en</strong> trilling<strong>en</strong>) die op de beoogde<br />

plann<strong>en</strong> van toepassing zijn. Aangezi<strong>en</strong> bij deze toetsing is geconcludeerd dat negatieve<br />

effect<strong>en</strong> op het Natura 2000-gebied niet te verwacht<strong>en</strong> zijn, is e<strong>en</strong> aantasting<br />

van de kernkwaliteit<strong>en</strong> van de EHS ook niet te verwacht<strong>en</strong>.<br />

3.4.3 Conclusie<br />

Gezi<strong>en</strong> de locale aard van de ontwikkeling, ruime afstand tot de EHS, tuss<strong>en</strong>ligg<strong>en</strong>de<br />

bebouwing van <strong>Dreumel</strong> <strong>en</strong> de reeds bebouwde situatie van het plangebied wordt met<br />

de beoogde plann<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> afbreuk gedaan aan de kernkwaliteit<strong>en</strong> van de EHS.<br />

SAB 17


4 Toetsing soort<strong>en</strong>bescherming<br />

4.1 Onderzoeksmethodiek<br />

Het Natuurloket geeft in de kilometerhokk<strong>en</strong> waarbinn<strong>en</strong> de planlocatie <strong>en</strong> haar invloedsgebied<br />

is geleg<strong>en</strong> (157-428 <strong>en</strong> 158-428), het voorkom<strong>en</strong> van beschermde<br />

zoogdier<strong>en</strong> <strong>en</strong> broedvogels weer. Niet alle kilometerhokk<strong>en</strong> zijn ev<strong>en</strong>goed onderzocht<br />

<strong>en</strong> het plangebied maakt e<strong>en</strong> klein onderdeel uit van de betreff<strong>en</strong>de kilometerhokk<strong>en</strong>.<br />

Daarom is beslot<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> aanvull<strong>en</strong>de gegev<strong>en</strong>s op te vrag<strong>en</strong> maar de quick scan<br />

vooral te baser<strong>en</strong> op de biotoopinschatting door e<strong>en</strong> ecoloog.<br />

Bij het opstell<strong>en</strong> van de quick scan flora <strong>en</strong> fauna is onder andere gebruikgemaakt van<br />

bestaande atlasgegev<strong>en</strong>s uit de Atlas van Nederlandse Zoogdier<strong>en</strong> (Broekhuiz<strong>en</strong>,<br />

1992), de Atlas van de Nederlandse vleermuiz<strong>en</strong> (Limp<strong>en</strong>s, et al., 1997), de Atlas van<br />

de Nederlandse broedvogels (SOVON, 2002), de Atlas reptiel<strong>en</strong> <strong>en</strong> amfibieën in Gelderland<br />

(Spitz<strong>en</strong>, et al., 2007) <strong>en</strong> de verspreidingsgegev<strong>en</strong>s van RAVON<br />

(www.ravon.nl). De eerste bronn<strong>en</strong> vermeld<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong>s per uurhokk<strong>en</strong> (5 bij 5 kilometer),<br />

dit betek<strong>en</strong>t dat het globale gegev<strong>en</strong>s betreft. De laatste bron vermeldt gegev<strong>en</strong>s<br />

per kilometerhok <strong>en</strong> is gedetailleerder. Bijlage 3 vermeldt de geraadpleegde<br />

bronn<strong>en</strong>.<br />

Op 15 september 2009 heeft e<strong>en</strong> ecoloog het plangebied <strong>en</strong> de directe omgeving verk<strong>en</strong>d.<br />

Doel van deze veldverk<strong>en</strong>ning was om e<strong>en</strong> indruk te krijg<strong>en</strong> van de biotop<strong>en</strong> ter<br />

plaatse <strong>en</strong> de geschiktheid voor de verschill<strong>en</strong>de soort<strong>en</strong>groep<strong>en</strong> te beoordel<strong>en</strong>. Het<br />

veldbezoek heeft nadrukkelijk niet de status van e<strong>en</strong> volledige veldinv<strong>en</strong>tarisatie. Zowel<br />

het tijdstip (buit<strong>en</strong> het groeiseizo<strong>en</strong> van plant<strong>en</strong> <strong>en</strong> deels buit<strong>en</strong> het actieve seizo<strong>en</strong><br />

van diverse diergroep<strong>en</strong>) als het e<strong>en</strong>malige karakter zijn hiervoor niet toereik<strong>en</strong>d.<br />

Het éénmalige veldbezoek geeft slechts e<strong>en</strong> globaal beeld van aanwezige<br />

soort<strong>en</strong> <strong>en</strong> habitats op basis van e<strong>en</strong> mom<strong>en</strong>topname.<br />

4.2 Voorkom<strong>en</strong> van beschermde soort<strong>en</strong><br />

In het kader van de Flora- <strong>en</strong> faunawet moet word<strong>en</strong> getoetst of ter plaatse van de<br />

ruimtelijke ingrep<strong>en</strong> sprake is/kan zijn van negatieve effect<strong>en</strong> op beschermde plant<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> dier<strong>en</strong>. De beoogde ontwikkeling<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> biotoopverlies of verstoring (indirect biotoopverlies)<br />

tot gevolg hebb<strong>en</strong>.<br />

4.2.1 Vaatplant<strong>en</strong><br />

Binn<strong>en</strong> het plangebied zijn weinig pot<strong>en</strong>tiële natuurlijke groeiplaats<strong>en</strong> voor plant<strong>en</strong><br />

aanwezig. Het grootste deel van het plangebied is verhard <strong>en</strong> bebouwd. De gro<strong>en</strong>e<br />

del<strong>en</strong> bestaan uit int<strong>en</strong>sief onderhoud<strong>en</strong> gazons. Van e<strong>en</strong> stabiel ecosysteem is ge<strong>en</strong><br />

sprake <strong>en</strong> bijzondere groeiplaats<strong>en</strong> zijn niet aanwezig. Strikt beschermde vaatplant<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het plangebied niet verwacht. Aangeplante of gezaaide exemplar<strong>en</strong><br />

van beschermde soort<strong>en</strong> (in bijvoorbeeld tuin<strong>en</strong>) zijn niet beschermd in de Flora- <strong>en</strong><br />

faunawet, omdat het ge<strong>en</strong> natuurlijke groeiplaats<strong>en</strong> betreft.<br />

SAB 18


4.2.2 Grondgebond<strong>en</strong> zoogdier<strong>en</strong><br />

Volg<strong>en</strong>s verspreidingsgegev<strong>en</strong>s uit de Atlas van Nederlandse Zoogdier<strong>en</strong> (Broekhuiz<strong>en</strong>,<br />

1992) kom<strong>en</strong> in de omgeving van het plangebied soort<strong>en</strong> als Egel (Erinaceus europeus),<br />

Huisspitsmuis (Crocidura russula), Mol (Talpa europea), Vos (Vulpes vulpes),<br />

Hermelijn (Mustela erminea), Bunzing (Mustela putorius), Wezel (Mustela nivalis), Ree<br />

(Capreolus capreolus), Woelrat (Arvicola terrestris), Rosse woelmuis (Clethrionomys<br />

glareolus), Veldmuis (Microtus arvalis), Bosmuis (Apodemus sylvaticus) <strong>en</strong> Haas (Lepus<br />

europeus) voor.<br />

Binn<strong>en</strong> <strong>en</strong> aangr<strong>en</strong>z<strong>en</strong>d aan het plangebied zijn heesters <strong>en</strong> struwel<strong>en</strong> aanwezig <strong>en</strong><br />

de locatie ligt teg<strong>en</strong> het buit<strong>en</strong>gebied, hierdoor zijn vaste rust- <strong>en</strong> verblijfplaats<strong>en</strong> van<br />

soort<strong>en</strong> als Egel, Mol <strong>en</strong> Huisspitsmuis niet uit te sluit<strong>en</strong>. Voor deze soort<strong>en</strong>, die onder<br />

het eerste lichte beschermingsregime vall<strong>en</strong>, geldt e<strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e vrijstelling voor het<br />

verstor<strong>en</strong> <strong>en</strong>/of aantast<strong>en</strong> van vaste rust- <strong>en</strong> verblijfplaats<strong>en</strong>. Meer strikt beschermde<br />

soort<strong>en</strong> word<strong>en</strong> op basis van beschikbare verspreidingsgegev<strong>en</strong>s <strong>en</strong> de aanwezige<br />

biotop<strong>en</strong> niet verwacht.<br />

4.2.3 Vleermuiz<strong>en</strong><br />

Volg<strong>en</strong>s de verspreidingsgegev<strong>en</strong>s (Broekhuiz<strong>en</strong> et al., 1992; Limp<strong>en</strong>s, et al., 1997)<br />

kom<strong>en</strong> in de omgeving van het plangebied Gewone dwergvleermuis (Pipistrellus pipistrellus),<br />

Ruige dwergvleermuis (Pipistrellus nathusii), Baardvleermuis (Myotis mystacinus),<br />

Gewone grootoorvleermuis (Plecotus auritus), Laatvlieger (Eptesicus serotinus),<br />

Rosse vleermuis (Nyctalus noctula) <strong>en</strong> Watervleermuis (Myotis daub<strong>en</strong>tonii)<br />

voor. Alle vleermuissoort<strong>en</strong> zijn strikt beschermd in de Flora- <strong>en</strong> faunawet.<br />

Vleermuiz<strong>en</strong> zijn globaal op te del<strong>en</strong> in gebouwbewon<strong>en</strong>de soort<strong>en</strong> zoals Gewone<br />

dwergvleermuis <strong>en</strong> Laatvlieger <strong>en</strong> boombewon<strong>en</strong>de soort<strong>en</strong> als Rosse vleermuis <strong>en</strong><br />

Watervleermuis. Daarnaast zijn soort<strong>en</strong> die van beide elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> gebruikmak<strong>en</strong>.<br />

Daarbij is ook onderscheid te mak<strong>en</strong> in zomer- <strong>en</strong> winterverblijfplaats<strong>en</strong> van de verschill<strong>en</strong>de<br />

soort<strong>en</strong>. Sommige soort<strong>en</strong> zoals de Gewone dwergvleermuis verblijv<strong>en</strong> het<br />

gehele jaar in gebouw<strong>en</strong> (spouwmur<strong>en</strong>, achter gevelbetimmering<strong>en</strong> <strong>en</strong>zovoort). Andere<br />

soort<strong>en</strong> als de Rosse vleermuis verblijv<strong>en</strong> jaarrond in bom<strong>en</strong>. De Watervleermuis<br />

overwintert echter weer in bunkers, grott<strong>en</strong> <strong>en</strong> kelders <strong>en</strong> verblijft in de zomerperiode<br />

in boomholt<strong>en</strong>.<br />

Verblijfplaats<strong>en</strong><br />

Kinderdagverblijf <strong>en</strong> snackbar<br />

Gebouwbewon<strong>en</strong>de soort<strong>en</strong> word<strong>en</strong> vooral aangetroff<strong>en</strong> onder dakpann<strong>en</strong>, in<br />

spouwmur<strong>en</strong>, op zolders <strong>en</strong> achter hout<strong>en</strong> betimmering. Binn<strong>en</strong> het plangebied word<strong>en</strong><br />

het kinderdagverblijf <strong>en</strong> de snackbar gesloopt. Deze gebouw<strong>en</strong> zijn vanwege het<br />

ontbrek<strong>en</strong> van geschikte verblijfruimtes voor vleermuiz<strong>en</strong> (spouw ontbreekt, ge<strong>en</strong><br />

pann<strong>en</strong>dak <strong>en</strong>/of betimmering) ongeschikt als vaste rust- <strong>en</strong> verblijfplaats. Daarnaast<br />

is de berging met pann<strong>en</strong>dak nabij het kinderdagverblijf vanwege de beperkte hoogte<br />

van het gebouw ook niet geschikt als verblijfplaats. Bij de sloop van deze gebouw<strong>en</strong><br />

zijn negatieve effect<strong>en</strong> op vaste rust- <strong>en</strong> verblijfplaats<strong>en</strong> van gebouwbewon<strong>en</strong>de soort<strong>en</strong><br />

uit te sluit<strong>en</strong>.<br />

SAB 19


Sporthal <strong>en</strong> gymzaal<br />

In het plangebied wordt de gymzaal verbouwd. De sporthal blijft volg<strong>en</strong>s de huidige<br />

plann<strong>en</strong> intact. Het verbouw<strong>en</strong> van de gymzaal kan leid<strong>en</strong> tot aantasting van rust- <strong>en</strong><br />

verblijfplaats<strong>en</strong> van vleermuiz<strong>en</strong>. Zowel de gymzaal (hout<strong>en</strong> gevelbetimmering) als de<br />

sporthal (toegankelijke spouwmur<strong>en</strong>) zijn geschikt voor vleermuiz<strong>en</strong> als verblijfplaats.<br />

Bij het verbouw<strong>en</strong> van de gymzaal zijn negatieve effect<strong>en</strong> op vaste rust- <strong>en</strong> verblijfplaats<strong>en</strong><br />

van gebouwbewon<strong>en</strong>de vleermuiz<strong>en</strong> dan ook niet uit te sluit<strong>en</strong>.<br />

Bom<strong>en</strong><br />

Boombewon<strong>en</strong>de soort<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gevond<strong>en</strong> in holt<strong>en</strong> <strong>en</strong> splet<strong>en</strong> in bom<strong>en</strong> <strong>en</strong> achter<br />

loshang<strong>en</strong>d schors. Binn<strong>en</strong> het plangebied word<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> bom<strong>en</strong> gekapt, hierdoor word<strong>en</strong><br />

vaste rust- <strong>en</strong> verblijfplaats<strong>en</strong> niet aangetast. Verder zull<strong>en</strong> de beoogde gebouw<strong>en</strong><br />

op ruime afstand van de bom<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gebouwd. Hierdoor word<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tuele<br />

uitvliegop<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van vleermuiz<strong>en</strong> in nabij geleg<strong>en</strong> bom<strong>en</strong> niet aangetast.<br />

Vliegroutes<br />

Soort<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> vaak jar<strong>en</strong>lang gebruik van vaste aanvliegroutes tuss<strong>en</strong> verblijfplaats<br />

<strong>en</strong> foerageergebied, daarom kan het behoud van lijnelem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> cruciaal zijn voor de<br />

instandhouding van het leefgebied. Aangezi<strong>en</strong> de bom<strong>en</strong> langs de <strong>Nieuwstraat</strong> niet<br />

word<strong>en</strong> gekapt zijn negatieve effect<strong>en</strong> op vaste aanvliegroutes niet te verwacht<strong>en</strong>.<br />

Conclusie<br />

In het plangebied zijn de gymzaal <strong>en</strong> sporthal geschikt als vaste rust- <strong>en</strong> verblijfplaats<br />

voor vleermuiz<strong>en</strong>. Alle vleermuissoort<strong>en</strong> zijn strikt beschermd in de Flora- <strong>en</strong> faunawet.<br />

Bij het verbouw<strong>en</strong> van de gymzaal zijn negatieve effect<strong>en</strong> op deze soortgroep<br />

niet uit te sluit<strong>en</strong>. Nader onderzoek di<strong>en</strong>t uit te wijz<strong>en</strong> of de gymzaal (<strong>en</strong> sporthal) als<br />

vaste rust- <strong>en</strong> verblijfplaats door vleermuiz<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gebruikt. In het kader van de<br />

Flora- <strong>en</strong> faunawet zijn zowel kraamkolonies als paarplaats<strong>en</strong> strikt beschermd. Volg<strong>en</strong>s<br />

de onderzoeksprotocoll<strong>en</strong>, die opgesteld zijn door het Netwerk Gro<strong>en</strong>e Bureaus<br />

<strong>en</strong> die door het Ministerie van LNV gehanteerd word<strong>en</strong> bij ontheffingsaanvrag<strong>en</strong>, di<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

zowel kraamkolonies <strong>en</strong> paarplaats<strong>en</strong> onderzocht te word<strong>en</strong>. Kraamkolonieonderzoek<br />

kan plaats vind<strong>en</strong> van medio mei tot <strong>en</strong> met 15 juli. Onderzoekperiode van<br />

paarplaats<strong>en</strong> loopt van medio augustus tot <strong>en</strong> met medio september (NGB, 2009).<br />

4.2.4 Vogels<br />

Tijd<strong>en</strong>s het veldbezoek zijn vogels waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> zoals Merel (Turdus merula), Houtduif<br />

(Columba palumbus), Kauw (Corvus monedula), Koolmees (Parus major), Witte<br />

kwikstaart (Motacilla alba) <strong>en</strong> Tor<strong>en</strong>valk (Falco tinnunculus). Alle vogelsoort<strong>en</strong> zijn beschermd<br />

tijd<strong>en</strong>s het broedseizo<strong>en</strong>. De Flora- <strong>en</strong> faunawet k<strong>en</strong>t ge<strong>en</strong> standaardperiode<br />

voor het broedseizo<strong>en</strong>. Het gaat erom of er e<strong>en</strong> broedgeval aanwezig is (actieve<br />

broedplaats<strong>en</strong>).<br />

Jaarrond beschermde vogelsoort<strong>en</strong><br />

Daarnaast zijn van e<strong>en</strong> aantal vogelsoort<strong>en</strong> de nest<strong>en</strong> <strong>en</strong> nestlocaties (verblijfplaats<strong>en</strong>)<br />

het gehele jaar door beschermd. Deze jaarrond beschermde vogelsoort<strong>en</strong> zijn<br />

onderverdeeld in vier categorieën:<br />

1. Nest<strong>en</strong> die, behalve gedur<strong>en</strong>de het broedseizo<strong>en</strong> als nest, buit<strong>en</strong> het broedseizo<strong>en</strong><br />

in gebruik zijn als vaste rust- <strong>en</strong> verblijfplaats (voorbeeld: Ste<strong>en</strong>uil).<br />

SAB 20


2. Nest<strong>en</strong> van koloniebroeders die elk broedseizo<strong>en</strong> op dezelfde plaats broed<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> die daarin zeer honkvast zijn of afhankelijk van bebouwing of biotoop. De<br />

(fysieke) voorwaard<strong>en</strong> voor de nestplaats zijn vaak zeer specifiek <strong>en</strong> limitatief<br />

beschikbaar (voorbeeld: Roek, Gierzwaluw <strong>en</strong> Huismus).<br />

3. Nest<strong>en</strong> van vogels, zijnde ge<strong>en</strong> koloniebroeders, die elk broedseizo<strong>en</strong> op dezelfde<br />

plaats broed<strong>en</strong> <strong>en</strong> die daarin zeer honkvast zijn of afhankelijk van bebouwing.<br />

De (fysieke) voorwaard<strong>en</strong> voor de nestplaats zijn vaak zeer specifiek<br />

<strong>en</strong> limitatief beschikbaar (voorbeeld: Ooievaar, Kerkuil <strong>en</strong> Slechtvalk).<br />

4. Vogels die jaar in jaar uit gebruik mak<strong>en</strong> van hetzelfde nest <strong>en</strong> die zelf niet of<br />

nauwelijks in staat zijn e<strong>en</strong> nest te bouw<strong>en</strong> (voorbeeld: Boomvalk, Buizerd <strong>en</strong><br />

Ransuil).<br />

Binn<strong>en</strong> het plangebied word<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantal gebouw<strong>en</strong> gesloopt <strong>en</strong> e<strong>en</strong> deel zal word<strong>en</strong><br />

verbouwd. De bom<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het plangebied zull<strong>en</strong> behoud<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong>.<br />

Kinderdagverblijf <strong>en</strong> snackbar<br />

De te slop<strong>en</strong> gebouw<strong>en</strong> betreff<strong>en</strong> e<strong>en</strong> kinderdagverblijf <strong>en</strong> snackbar. Beide gebouw<strong>en</strong><br />

hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> licht hell<strong>en</strong>d dak, ge<strong>en</strong> dakpann<strong>en</strong> <strong>en</strong>/of ruimte onder het dak <strong>en</strong> zijn niet<br />

toegankelijk voor in gebouw<strong>en</strong> broed<strong>en</strong>de vogels. E<strong>en</strong> hout<strong>en</strong> berging met pann<strong>en</strong>dak<br />

naast het kinderdagverblijf zal ook word<strong>en</strong> gesloopt. E<strong>en</strong> inspectie van deze berging<br />

was tijd<strong>en</strong>s het veldbezoek niet mogelijk vanwege de, op het mom<strong>en</strong>t van het veldbezoek,<br />

gevoeligheid van het project. Aangezi<strong>en</strong> de Huismus (Passer domesticus), e<strong>en</strong><br />

jaarrond beschermde soort (categorie 2), niet is uit te sluit<strong>en</strong> in dit type gebouw<strong>en</strong>, zijn<br />

negatieve effect<strong>en</strong> op deze soort bij de sloop niet uit te sluit<strong>en</strong>.<br />

Sporthal <strong>en</strong> gymzaal<br />

Het te verbouw<strong>en</strong> deel betreft de gymzaal. Deze gymzaal heeft e<strong>en</strong> platdak <strong>en</strong> is niet<br />

toegankelijk voor in gebouw<strong>en</strong> broed<strong>en</strong>de vogels. De sporthal blijft volg<strong>en</strong>s de huidige<br />

plann<strong>en</strong> intact. Aangezi<strong>en</strong> het dak van de sporthal toegankelijk is voor vogels <strong>en</strong> niet<br />

uitgeslot<strong>en</strong> kan word<strong>en</strong> dat de Huismus de ruimtes onder het dak b<strong>en</strong>ut als broedplaats,<br />

zijn negatieve effect<strong>en</strong> op deze soort bij ev<strong>en</strong>tuele werkzaamhed<strong>en</strong> aan het<br />

dak niet uit te sluit<strong>en</strong>.<br />

Bom<strong>en</strong><br />

Aangezi<strong>en</strong> de bom<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het plangebied behoud<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong> zijn negatieve effect<strong>en</strong><br />

op jaarrond beschermde soort<strong>en</strong> niet te verwacht<strong>en</strong>.<br />

Conclusie<br />

Binn<strong>en</strong> het plangebied is de berging nabij het kinderdagverblijf <strong>en</strong> het dak van de<br />

sporthal geschikt voor de Huismus. Tijd<strong>en</strong>s het veldbezoek buit<strong>en</strong> het broedseizo<strong>en</strong><br />

was niet uit te sluit<strong>en</strong> of de soort deze gebouw<strong>en</strong> gebruikt als nestlocatie. De Huismus<br />

is e<strong>en</strong> jaarrond beschermde vogel. Bij de sloop van de berging <strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tuele werkzaamhed<strong>en</strong><br />

aan het dak van de sporthal zijn negatieve effect<strong>en</strong> op deze soort niet uit<br />

te sluit<strong>en</strong>. Nader onderzoek di<strong>en</strong>t uit te wijz<strong>en</strong> of de berging <strong>en</strong>/of het dak van de<br />

sporthal als nestlocatie door de Huismus wordt gebruikt. Andere jaarrond beschermde<br />

vogelsoort<strong>en</strong> word<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het plangebied niet verwacht.<br />

SAB 21


4.2.5 Amfibieën<br />

RAVON (2006) verzamelt verspreidingsgegev<strong>en</strong>s van reptiel<strong>en</strong>, amfibieën <strong>en</strong> viss<strong>en</strong><br />

(www.ravon.nl). Volg<strong>en</strong>s RAVON (Spitz<strong>en</strong>, et al., 2007) kom<strong>en</strong> in de omgeving van<br />

het plangebied algem<strong>en</strong>e amfibiesoort<strong>en</strong> zoals Bruine kikker (Rana temporaria), Gewone<br />

pad (Bufo bufo), Bastaardkikker (Rana klepton escul<strong>en</strong>ta) <strong>en</strong> Kleine watersalamander<br />

(Lissotriton vulgaris) voor.<br />

Aangezi<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> <strong>en</strong> in de omgeving van het plangebied ge<strong>en</strong> watervoer<strong>en</strong>de elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

aanwezig zijn, is het voorkom<strong>en</strong> van vaste rust- <strong>en</strong> verblijfplaats<strong>en</strong> van meer<br />

strikt beschermde amfibieënsoort<strong>en</strong> uit te sluit<strong>en</strong>. Strikt beschermde soort<strong>en</strong> stell<strong>en</strong><br />

strikte eis<strong>en</strong> aan hun leefomgeving <strong>en</strong> blijv<strong>en</strong> het gehele jaar door dicht bij hun voortplantingswater<br />

(met uitzondering van de Rugstreeppad).<br />

Algem<strong>en</strong>e soort<strong>en</strong>, zoals Bruine kikker <strong>en</strong> Gewone pad, die na de metamorfose op het<br />

land naar voedsel gaan zoek<strong>en</strong> zijn gezi<strong>en</strong> de binn<strong>en</strong> het plangebied geleg<strong>en</strong> biotop<strong>en</strong><br />

niet uit te sluit<strong>en</strong>. Deze soort<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> grote afstand<strong>en</strong> aflegg<strong>en</strong>. Aangezi<strong>en</strong> de<br />

dier<strong>en</strong> op het land overwinter<strong>en</strong>, is het ook mogelijk dat er dier<strong>en</strong> in de winterperiode<br />

binn<strong>en</strong> het plangebied aanwezig zijn. Voor deze soort<strong>en</strong>, die onder het eerste lichte<br />

beschermingsregime vall<strong>en</strong>, geldt e<strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e vrijstelling voor het verstor<strong>en</strong> <strong>en</strong>/of<br />

aantast<strong>en</strong> van vaste rust- <strong>en</strong> verblijfplaats<strong>en</strong>.<br />

4.2.6 Reptiel<strong>en</strong><br />

4.2.7 Viss<strong>en</strong><br />

Volg<strong>en</strong>s RAVON (Spitz<strong>en</strong>, et al., 2007) zijn in de omgeving van het plangebied ge<strong>en</strong><br />

reptiel<strong>en</strong> waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. De meeste reptiel<strong>en</strong>soort<strong>en</strong> houd<strong>en</strong> zich met name op in geleidelijke<br />

overgangssituaties tuss<strong>en</strong> natuurlijke biotop<strong>en</strong> in bos-, heide- <strong>en</strong> ve<strong>en</strong>gebied<strong>en</strong><br />

(bijvoorbeeld heide <strong>en</strong>/of heischrale grasland<strong>en</strong> in combinatie met boss<strong>en</strong> <strong>en</strong>/of<br />

kleine landschapselem<strong>en</strong>t<strong>en</strong>). Alle<strong>en</strong> de Ringslang houdt zich in nattere gebied<strong>en</strong> met<br />

e<strong>en</strong> meer natuurlijke oeverzone. Binn<strong>en</strong> het plangebied zijn ge<strong>en</strong> geleidelijke overgang<strong>en</strong><br />

aanwezig <strong>en</strong> het plangebied wordt int<strong>en</strong>sief gebruikt. Hierdoor zijn vaste rust-<br />

<strong>en</strong> verblijfplaats<strong>en</strong> van reptiel<strong>en</strong> uit te sluit<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het plangebied.<br />

In het plangebied zijn ge<strong>en</strong> perman<strong>en</strong>t watervoer<strong>en</strong>de elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> aanwezig, daarom<br />

kan de aanwezigheid van viss<strong>en</strong> word<strong>en</strong> uitgeslot<strong>en</strong>.<br />

4.2.8 Insect<strong>en</strong> (vlinders, libell<strong>en</strong>, sprinkhan<strong>en</strong>) <strong>en</strong> overige soort<strong>en</strong>groep<strong>en</strong><br />

Slechts e<strong>en</strong> beperkt aantal van de zeer soort<strong>en</strong>rijke groep van de insect<strong>en</strong> is beschermd.<br />

De habitateis<strong>en</strong> van beschermde soort<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> deze groep zijn vaak zeer<br />

locatiespecifiek <strong>en</strong> gebond<strong>en</strong> aan zeer bijzondere biotop<strong>en</strong>. Dergelijke biotop<strong>en</strong> kom<strong>en</strong><br />

niet in het plangebied voor. Overige strikt beschermde soort<strong>en</strong> als mollusk<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

weekdier<strong>en</strong> zijn ook niet te verwacht<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong> de biotop<strong>en</strong>.<br />

SAB 22


5 Conclusie<br />

Het plangebied betreft e<strong>en</strong> locatie aan de <strong>Nieuwstraat</strong> te <strong>Dreumel</strong> (geme<strong>en</strong>te <strong>West</strong><br />

<strong>Maas</strong> <strong>en</strong> <strong>Waal</strong>, provincie Gelderland). Op deze locatie is de realisatie van e<strong>en</strong> schoolgebouw<br />

beoogd. Hierdoor zal e<strong>en</strong> kinderdagverblijf <strong>en</strong> snackbar gesloopt word<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

zal de gymzaal word<strong>en</strong> verbouwd. Voor deze ingreep wordt uitgevoerd, di<strong>en</strong><strong>en</strong> de gevolg<strong>en</strong><br />

voor beschermde natuurwaard<strong>en</strong> <strong>en</strong> de consequ<strong>en</strong>ties in het kader van de<br />

geld<strong>en</strong>de natuur wet- <strong>en</strong> regelgeving in beeld te zijn gebracht.<br />

5.1 Gebiedsbescherming<br />

In het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 (NB-wet) <strong>en</strong> de Ecologische Hoofdstructuur<br />

(EHS) di<strong>en</strong>t er getoetst te word<strong>en</strong> of de beoogde ontwikkeling<strong>en</strong> e<strong>en</strong> negatieve<br />

invloed hebb<strong>en</strong> op de beschermde gebied<strong>en</strong>.<br />

Natuurbeschermingswet 1998<br />

Het plangebied ligt op ongeveer 720 meter afstand van het Natura 2000-gebied ‘Uiterwaard<strong>en</strong><br />

<strong>Waal</strong>’. Gezi<strong>en</strong> de huidige situatie van het plangebied (grot<strong>en</strong>deels bebouwd<br />

<strong>en</strong> verhard terrein) word<strong>en</strong> aangewez<strong>en</strong> broedvogels, niet-broedvogels <strong>en</strong><br />

complem<strong>en</strong>taire doel<strong>en</strong> (habitats <strong>en</strong> soort<strong>en</strong>) binn<strong>en</strong> het plangebied niet verwacht.<br />

Met de plann<strong>en</strong> word<strong>en</strong> negatieve effect<strong>en</strong> op instandhoudingsdoelstelling van aangewez<strong>en</strong><br />

broedvogels, niet-broedvogels <strong>en</strong> complem<strong>en</strong>taire doel<strong>en</strong> (habitats <strong>en</strong> soort<strong>en</strong>)<br />

ook niet verwacht.<br />

Ecologische Hoofdstructuur<br />

Het gebied dat is aangewez<strong>en</strong> als Natura 2000-gebied ‘Uiterwaard<strong>en</strong> <strong>Waal</strong>’ is ook<br />

aangewez<strong>en</strong> als EHS. Gezi<strong>en</strong> de locale aard van de ontwikkeling, ruime afstand tot de<br />

EHS, tuss<strong>en</strong>ligg<strong>en</strong>de bebouwing van <strong>Dreumel</strong> <strong>en</strong> de reeds bebouwde situatie van het<br />

plangebied wordt met de beoogde plann<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> afbreuk gedaan aan de kernkwaliteit<strong>en</strong><br />

van de EHS.<br />

5.2 Soort<strong>en</strong>bescherming<br />

In het kader van de Flora- <strong>en</strong> faunawet di<strong>en</strong>t te word<strong>en</strong> nagegaan of vaste rust- <strong>en</strong><br />

verblijfplaats<strong>en</strong> door de ingreep word<strong>en</strong> aangetast (verwijderd, ongeschikt gemaakt) of<br />

dier<strong>en</strong> opzettelijk word<strong>en</strong> verontrust. De beoogde ontwikkeling<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> biotoopverlies<br />

of verstoring (indirect biotoopverlies) tot gevolg hebb<strong>en</strong>. Invloed<strong>en</strong> die leid<strong>en</strong> tot<br />

e<strong>en</strong> verminderde geschiktheid van het plangebied als bijvoorbeeld foerageergebied<br />

zijn niet ontheffingsplichtig, t<strong>en</strong>zij het e<strong>en</strong> zodanig belang betreft dat bij het wegvall<strong>en</strong><br />

van deze functie ook de vaste rust- <strong>en</strong> verblijfplaats<strong>en</strong> van soort<strong>en</strong> niet langer kunn<strong>en</strong><br />

functioner<strong>en</strong>.<br />

Algeme<strong>en</strong> voorkom<strong>en</strong>de soort<strong>en</strong><br />

Door de grondbewerking <strong>en</strong> de nieuwbouw, zull<strong>en</strong> alle aanwezige soort<strong>en</strong> negatieve<br />

effect<strong>en</strong> ondervind<strong>en</strong> van de ingreep. Voor de meeste soort<strong>en</strong> is dit tijdelijk van aard.<br />

In de toekomst zijn de gro<strong>en</strong>e elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> waarschijnlijk ook weer geschikt als leefgebied.<br />

De meeste van deze soort<strong>en</strong> zijn beschermd <strong>en</strong> vall<strong>en</strong> onder het lichte beschermingsregime<br />

van de Flora- <strong>en</strong> faunawet. Hiervoor geldt dat aantasting van vaste<br />

SAB 23


ust- <strong>en</strong> verblijfplaats<strong>en</strong> op basis van e<strong>en</strong> vrijstelling mogelijk is, zonder dat er sprake<br />

is van procedurele consequ<strong>en</strong>ties.<br />

Strikt beschermde soort<strong>en</strong><br />

E<strong>en</strong> aantal van de mogelijk voorkom<strong>en</strong>de soort<strong>en</strong> is meer strikt beschermd. Voor deze<br />

soort<strong>en</strong> moet bij aantasting van vaste rust- <strong>en</strong> verblijfplaats<strong>en</strong> e<strong>en</strong> ontheffing in het<br />

kader van de Flora- <strong>en</strong> faunawet word<strong>en</strong> aangevraagd. Op basis van verspreidingsgegev<strong>en</strong>s,<br />

de aanwezige habitats <strong>en</strong> de biotoopeis<strong>en</strong> van individuele diersoort<strong>en</strong>, zijn<br />

jaarrond beschermde vogels (Huismus) <strong>en</strong> soort<strong>en</strong> uit de soortgroep vleermuiz<strong>en</strong> niet<br />

uit te sluit<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het plangebied. Voor de Huismus gaat het hierbij met name om<br />

de berging (pann<strong>en</strong>dak) nabij het kinderdagverblijf <strong>en</strong> het dak van de sporthal. Vleermuiz<strong>en</strong><br />

zijn niet uit te sluit<strong>en</strong> in de gymzaal <strong>en</strong> sporthal.<br />

Tev<strong>en</strong>s kunn<strong>en</strong> bij de start van werkzaamhed<strong>en</strong> in het broedseizo<strong>en</strong>, broed<strong>en</strong>de vogels<br />

word<strong>en</strong> verstoord, of hun nest<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aangetast. Er is ge<strong>en</strong> vrijstelling te verkrijg<strong>en</strong><br />

in het kader van de Flora- <strong>en</strong> faunawet voor activiteit<strong>en</strong> die vogels in hun<br />

broedseizo<strong>en</strong> zou kunn<strong>en</strong> verstor<strong>en</strong>.<br />

5.3 Consequ<strong>en</strong>ties<br />

Gebiedsbescherming<br />

Negatieve effect<strong>en</strong> op het Natura 2000-gebied ‘Uiterwaard<strong>en</strong> <strong>Waal</strong>’ <strong>en</strong> Ecologische<br />

Hoofdstructuur word<strong>en</strong> niet verwacht. E<strong>en</strong> vergunningsaanvraag in het kader van de<br />

Natuurbeschermingswet 1998 wordt niet noodzakelijk geacht.<br />

Soortbescherming<br />

Om het exacte gebruik van het plangebied door ontheffingsplichtige soort<strong>en</strong> in beeld<br />

te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> di<strong>en</strong>t nader onderzoek uitgevoerd te word<strong>en</strong> naar:<br />

− vleermuiz<strong>en</strong> (kraam- <strong>en</strong> paarverblijv<strong>en</strong>) (tabel 3; Flora- <strong>en</strong> faunawet <strong>en</strong> bijlage IV<br />

van de Habitatrichtlijn), onderzoeksperiode: kraamkolonies van eind mei tot <strong>en</strong> met<br />

medio juli, paarverblijfplaats<strong>en</strong> van half augustus tot <strong>en</strong> met half september.<br />

− Huismus, onderzoeksperiode: half maart tot half juli;<br />

Het gebruik van het plangebied door deze soort<strong>en</strong> kan door middel van nader onderzoek<br />

in beeld word<strong>en</strong> gebracht zodat het werkelijke effect van de ingreep op (het leefgebied<br />

van) daadwerkelijk aanwezige soort<strong>en</strong> kan word<strong>en</strong> bepaald. Pas dan kan word<strong>en</strong><br />

bepaald of het aanvrag<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> ontheffing in het kader van de Flora- <strong>en</strong><br />

faunawet noodzakelijk is. Bij e<strong>en</strong> dergelijke ontheffing word<strong>en</strong> vaak mitiger<strong>en</strong>de <strong>en</strong>/of<br />

comp<strong>en</strong>ser<strong>en</strong>de maatregel<strong>en</strong> gevraagd.<br />

Verder is e<strong>en</strong> tweetal algem<strong>en</strong>e voorwaard<strong>en</strong> vanuit de Flora- <strong>en</strong> faunawet altijd van<br />

toepassing:<br />

− in het broedseizo<strong>en</strong> van vogels mog<strong>en</strong> de vegetatie, bosjes <strong>en</strong> opstall<strong>en</strong> in het<br />

plangebied niet word<strong>en</strong> verwijderd. Werkzaamhed<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s deze periode zoud<strong>en</strong><br />

leid<strong>en</strong> tot directe verstoring van broedvogels <strong>en</strong> het broedsucces. Alle vogels zijn<br />

beschermd. De Flora- <strong>en</strong> faunawet k<strong>en</strong>t ge<strong>en</strong> standaardperiode voor het broedseizo<strong>en</strong>.<br />

Het gaat erom of er e<strong>en</strong> broedgeval is (actieve broedplaats<strong>en</strong>). Er is ge<strong>en</strong><br />

vrijstelling te verkrijg<strong>en</strong> in het kader van de Flora- <strong>en</strong> faunawet voor activiteit<strong>en</strong> die<br />

vogels in hun broedseizo<strong>en</strong> zou kunn<strong>en</strong> verstor<strong>en</strong>.<br />

SAB 24


− op basis van de zorgplicht volg<strong>en</strong>s artikel 2 van de Flora- <strong>en</strong> faunawet di<strong>en</strong>t bij de<br />

uitvoering van de werkzaamhed<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de zorg in acht te word<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong><br />

voor de in het wild lev<strong>en</strong>de dier<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun leefomgeving. Dit houdt in dat bij het uitvoer<strong>en</strong><br />

van werkzaamhed<strong>en</strong> altijd rek<strong>en</strong>ing moet word<strong>en</strong> gehoud<strong>en</strong> met aanwezige<br />

plant<strong>en</strong> <strong>en</strong> dier<strong>en</strong>. Zo di<strong>en</strong><strong>en</strong> maatregel<strong>en</strong> te word<strong>en</strong> getroff<strong>en</strong> om bijvoorbeeld<br />

verstoring tot e<strong>en</strong> minimum te beperk<strong>en</strong>. Dier<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> de geleg<strong>en</strong>heid hebb<strong>en</strong><br />

om uit te wijk<strong>en</strong> <strong>en</strong> mog<strong>en</strong> niet opzettelijk word<strong>en</strong> gedood. Dit kan door:<br />

− voortijdig maai<strong>en</strong> van het plangebied zodat dier<strong>en</strong> wegtrekk<strong>en</strong>;<br />

− het beperk<strong>en</strong> van verlichting tijd<strong>en</strong>s de avondur<strong>en</strong> in zomer, voorjaar <strong>en</strong> herfst<br />

t<strong>en</strong> behoeve van vleermuiz<strong>en</strong> <strong>en</strong> andere nachtdier<strong>en</strong>;<br />

− het slop<strong>en</strong> <strong>en</strong> rooi<strong>en</strong> start<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het voortplantingsseizo<strong>en</strong> <strong>en</strong> het winter(slaap)seizo<strong>en</strong>.<br />

Zodat het plangebied ongeschikt is voor dier<strong>en</strong>.<br />

5.4 Aanbeveling<strong>en</strong><br />

Naast de consequ<strong>en</strong>ties die voortkom<strong>en</strong> uit de Flora- <strong>en</strong> faunawet is ook e<strong>en</strong> aantal<br />

vrijblijv<strong>en</strong>de aanbeveling<strong>en</strong> te do<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de inrichting van het plangebied,<br />

zoals:<br />

− voor vleermuiz<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> op<strong>en</strong> stootvoeg<strong>en</strong> aangebracht kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> in mur<strong>en</strong>,<br />

of vleermuiskast<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> geplaatst in de spouw of teg<strong>en</strong> de muur op<br />

>2,5 meter hoogte in nieuw te bouw<strong>en</strong> woning<strong>en</strong>;<br />

− het plant<strong>en</strong> van bom<strong>en</strong> <strong>en</strong> struwel<strong>en</strong> voor vogels <strong>en</strong> vleermuiz<strong>en</strong> verdi<strong>en</strong>t aanbeveling.<br />

Het beste zijn, ecologisch gezi<strong>en</strong>, inheems bes- <strong>en</strong> bloemdrag<strong>en</strong>de struik<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> plant<strong>en</strong>;<br />

− er kunn<strong>en</strong> nestst<strong>en</strong><strong>en</strong> word<strong>en</strong> aangebracht t<strong>en</strong> behoeve van Gierzwaluw<strong>en</strong> op<br />

>2,5 meter hoogte in de muur, of bij e<strong>en</strong> steile dakvorm als dakpann<strong>en</strong>. Deze beschermde<br />

soort verliest steeds meer nestmogelijkhed<strong>en</strong>. De huidige bebouwing is<br />

voor deze soort niet geschikt.<br />

SAB 25


Bijlage 1: aangewez<strong>en</strong>; Vogelrichtlijn broedvogels, nietbroedvogels<br />

<strong>en</strong> complem<strong>en</strong>taire doel<strong>en</strong><br />

Vogelrichtlijn: broedvogels<br />

A119 Porseleinho<strong>en</strong><br />

Doel: Uitbreiding omvang <strong>en</strong>/of verbetering kwaliteit leefgebied met e<strong>en</strong> draagkracht<br />

voor e<strong>en</strong> populatie van t<strong>en</strong> minste 10 par<strong>en</strong>.<br />

Toelichting: Van oudsher vorm<strong>en</strong> de uiterwaard<strong>en</strong> van de grote rivier<strong>en</strong> e<strong>en</strong> belangrijk<br />

broedgebied voor het porseleinho<strong>en</strong>. Aantall<strong>en</strong> fluctuer<strong>en</strong> sterk. Ess<strong>en</strong>tieel hierbij is<br />

de waterstand in mei - juni. Bij omvangrijke inundaties in deze periode vestig<strong>en</strong> zich<br />

<strong>en</strong>kele ti<strong>en</strong>tall<strong>en</strong> par<strong>en</strong>, in droge voorjar<strong>en</strong> word<strong>en</strong> hooguit <strong>en</strong>kele par<strong>en</strong> vastgesteld.<br />

Eind jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig broedd<strong>en</strong> e<strong>en</strong> 10-tal par<strong>en</strong> in dit deel van de grote rivier<strong>en</strong>. Belangrijkste<br />

deelgebied<strong>en</strong> war<strong>en</strong> de Kil van Hurw<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> de Heeseltsche uiterwaard<strong>en</strong>.<br />

Voor de periode 1999-2003 wordt het gemiddeld aantal par<strong>en</strong> geschat op 2. Gezi<strong>en</strong><br />

de landelijk zeer ongunstige staat van instandhouding is uitbreiding van de populatie<br />

noodzakelijk. Het g<strong>en</strong>oemde aantal par<strong>en</strong> heeft betrekking op gunstige jar<strong>en</strong>. Het gebied<br />

kan onvoldo<strong>en</strong>de draagkracht lever<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> zelfstandige sleutelpopulatie,<br />

maar kan in gunstige jar<strong>en</strong> wel e<strong>en</strong> bijdrage gaan lever<strong>en</strong> aan de draagkracht in de<br />

regio grote rivier<strong>en</strong> t<strong>en</strong> behoeve van e<strong>en</strong> regionale sleutelpopulatie.<br />

A122 Kwartelkoning<br />

Doel: Uitbreiding omvang <strong>en</strong>/of verbetering kwaliteit leefgebied met e<strong>en</strong> draagkracht<br />

voor e<strong>en</strong> populatie van t<strong>en</strong> minste 30 par<strong>en</strong>.<br />

Toelichting: De rijk gestructureerde hooiland<strong>en</strong> <strong>en</strong> ruigt<strong>en</strong> in de rivieruiterwaard<strong>en</strong><br />

vorm<strong>en</strong> e<strong>en</strong> belangrijk broedgebied van de kwartelkoning in Nederland. Het afgelop<strong>en</strong><br />

dec<strong>en</strong>nium vormd<strong>en</strong> de uitwaard<strong>en</strong> van de <strong>Waal</strong> daarvan e<strong>en</strong> belangrijk deelgebied<br />

(1993-97 gemiddeld 8 <strong>en</strong> 1999-2003 19 par<strong>en</strong>, maximaal 33 par<strong>en</strong> in 2002). Uitbreiding<br />

<strong>en</strong> verbetering leefgebied in het rivier<strong>en</strong>gebied is noodzakelijk omdat de toekomst<br />

van de grote broedpopulatie in Oost-Groning<strong>en</strong> (Oldambt) hoogst onzeker is.<br />

De soort is hier afhankelijk van de gewaskeuze in de akkerbouw. Het gebied kan voldo<strong>en</strong>de<br />

draagkracht gaan lever<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> sleutelpopulatie.<br />

A197 Zwarte stern<br />

Doel: Uitbreiding omvang <strong>en</strong>/of verbetering kwaliteit leefgebied met e<strong>en</strong> draagkracht<br />

voor e<strong>en</strong> populatie van t<strong>en</strong> minste 20 par<strong>en</strong>.<br />

Toelichting: In 1987 werd<strong>en</strong> 17 par<strong>en</strong> zwarte sterns geteld. Sedert 1990 zijn nooit<br />

meer dan 10 par<strong>en</strong> vastgesteld. In de periode 1999-2003 werd<strong>en</strong> jaarlijks 4-9 par<strong>en</strong><br />

zwarte sterns vastgesteld. Gezi<strong>en</strong> de landelijk zeer ongunstige staat van instandhouding<br />

is uitbreiding van de populatie noodzakelijk. Het gebied kan voldo<strong>en</strong>de draagkracht<br />

gaan lever<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> sleutelpopulatie.<br />

Vogelrichtlijn: niet-broedvogels<br />

A005 Fuut<br />

Doel: Behoud omvang <strong>en</strong> kwaliteit leefgebied met e<strong>en</strong> draagkracht voor e<strong>en</strong> populatie<br />

van gemiddeld 90 vogels (seizo<strong>en</strong>sgemiddelde).<br />

Toelichting: Het gebied heeft voor de fuut onder andere e<strong>en</strong> functie als foerageergebied.<br />

Sinds begin jar<strong>en</strong> tachtig is de populatie toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Behoud van de huidige si-


tuatie is voldo<strong>en</strong>de, de landelijk matige staat van instandhouding heeft vooral betrekking<br />

op de situatie in het IJsselmeergebied.<br />

A017 Aalscholver<br />

Doel: Behoud omvang <strong>en</strong> kwaliteit leefgebied met e<strong>en</strong> draagkracht voor e<strong>en</strong> populatie<br />

van gemiddeld 260 vogels (seizo<strong>en</strong>sgemiddelde).<br />

Toelichting: Het gebied heeft voor de aalscholver onder andere e<strong>en</strong> functie als foerageergebied<br />

<strong>en</strong> als slaapplaats. In de jar<strong>en</strong> tachtig is de populatie sterk toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>,<br />

daarna fluctuer<strong>en</strong>d zonder duidelijke tr<strong>en</strong>d. Behoud van de huidige situatie is voldo<strong>en</strong>de<br />

gezi<strong>en</strong> de landelijk gunstige staat van instandhouding.<br />

A037 Kleine zwaan<br />

Doel: Behoud omvang <strong>en</strong> kwaliteit leefgebied met e<strong>en</strong> draagkracht voor e<strong>en</strong> populatie<br />

van gemiddeld 9 vogels (seizo<strong>en</strong>sgemiddelde).<br />

Toelichting: Aantall<strong>en</strong> kleine zwan<strong>en</strong> war<strong>en</strong> van 1993-1997 van internationale betek<strong>en</strong>is.<br />

Het gebied heeft voor de soort onder andere e<strong>en</strong> functie als foerageergebied <strong>en</strong><br />

als slaapplaats. Het aantalsverloop vertoonde e<strong>en</strong> optimum begin jar<strong>en</strong> tachtig <strong>en</strong><br />

daarna e<strong>en</strong> afname. De draagkracht is berek<strong>en</strong>d over de jar<strong>en</strong> 1999-2003, de periode<br />

voor landelijke afname. De afname is waarschijnlijk t<strong>en</strong> dele e<strong>en</strong> gevolg van e<strong>en</strong> afname<br />

in de internationale populatieomvang.<br />

A041 Kolgans<br />

Doel: Behoud omvang <strong>en</strong> kwaliteit leefgebied met e<strong>en</strong> draagkracht voor e<strong>en</strong> populatie<br />

van gemiddeld 5.500 vogels (seizo<strong>en</strong>sgemiddelde). Achteruitgang in omvang foerageergebied<br />

met maximaal 16% is toegestaan, t<strong>en</strong> gunste van de habitattyp<strong>en</strong> H3270<br />

slikkige rivieroevers, H6120 stroomdalgrasland<strong>en</strong>, H91E0 vochtige alluviale boss<strong>en</strong>,<br />

zachthoutooiboss<strong>en</strong> (subtype A) of de broedvogelsoort<strong>en</strong> A119 porseleinho<strong>en</strong> of A122<br />

kwartelkoning.<br />

Toelichting: Aantall<strong>en</strong> kolganz<strong>en</strong> zijn van nationale <strong>en</strong> internationale betek<strong>en</strong>is. Het<br />

gebied heeft voor de soort onder andere e<strong>en</strong> functie als foerageergebied <strong>en</strong> als<br />

slaapplaats. Sinds begin jar<strong>en</strong> tachtig is de populatie sterk toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Binn<strong>en</strong> het<br />

Natura 2000-netwerk levert dit gebied na de Uiterwaard<strong>en</strong> IJssel <strong>en</strong> Gelderse Poort<br />

de grootste bijdrage als foerageergebied voor de kolgans. In de periode 1999/2000-<br />

2003/04 foerageerd<strong>en</strong> gemiddeld ongeveer 2,4% van de Nederlandse vogels in het<br />

gebied. In het gebied is onvoldo<strong>en</strong>de ruimte aanwezig om zowel de instandhoudingsdoelstelling<strong>en</strong><br />

voor de kolgans als voor de g<strong>en</strong>oemde habitattyp<strong>en</strong> of broedvogelsoort<strong>en</strong><br />

te realiser<strong>en</strong>. Vanwege deze onver<strong>en</strong>igbaarheid wordt prioriteit gegev<strong>en</strong> aan de<br />

realisering van de instandhoudingsdoelstelling<strong>en</strong> voor vermelde habitattyp<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

broedvogelsoort<strong>en</strong> t<strong>en</strong> opzichte van de kolgans. Achteruitgang van de omvang van<br />

het foerageergebied is alle<strong>en</strong> toegestaan wanneer er sprake is van e<strong>en</strong> directe relatie<br />

met de instandhoudingsdoelstelling van de vermelde habitattyp<strong>en</strong> <strong>en</strong> broedvogelsoort<strong>en</strong>.<br />

A043 Grauwe gans<br />

Doel: Behoud omvang <strong>en</strong> kwaliteit leefgebied met e<strong>en</strong> draagkracht voor e<strong>en</strong> populatie<br />

van gemiddeld 2.400 vogels (seizo<strong>en</strong>sgemiddelde). Achteruitgang in omvang foerageergebied<br />

met maximaal 16% is toegestaan, t<strong>en</strong> gunste van de habitattyp<strong>en</strong> H3270<br />

slikkige rivieroevers, H6120 stroomdalgrasland<strong>en</strong> of H91E0 vochtige alluviale boss<strong>en</strong>,<br />

zachthoutooiboss<strong>en</strong> (subtype A) of de broedvogelsoort<strong>en</strong> A119 porseleinho<strong>en</strong> of A122<br />

kwartelkoning.


Toelichting: Aantall<strong>en</strong> grauwe ganz<strong>en</strong> zijn van nationale <strong>en</strong> internationale betek<strong>en</strong>is.<br />

Het gebied heeft voor de soort onder andere e<strong>en</strong> functie als foerageergebied <strong>en</strong> als<br />

slaapplaats. Sinds begin jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig is de populatie sterk toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Binn<strong>en</strong> het<br />

Natura 2000-netwerk is dit gebied van middelgrote betek<strong>en</strong>is, in de periode<br />

1999/2000-2003/04 foerageerd<strong>en</strong> gemiddeld ongeveer 2,7% van de Nederlandse vogels<br />

in het gebied. In het gebied is onvoldo<strong>en</strong>de ruimte aanwezig om zowel de instandhoudingsdoelstelling<strong>en</strong><br />

voor de grauwe gans als voor de g<strong>en</strong>oemde habitattyp<strong>en</strong><br />

of broedvogelsoort<strong>en</strong> te realiser<strong>en</strong>. Vanwege deze onver<strong>en</strong>igbaarheid wordt prioriteit<br />

gegev<strong>en</strong> aan de realisering van de instandhoudingsdoelstelling<strong>en</strong> voor vermelde habitattyp<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> broedvogelsoort<strong>en</strong> t<strong>en</strong> opzichte van de grauwe gans. Achteruitgang van<br />

de omvang van het foerageergebied is alle<strong>en</strong> toegestaan wanneer er sprake is van<br />

e<strong>en</strong> directe relatie met de instandhoudingsdoelstelling van de vermelde habitattyp<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> broedvogelsoort<strong>en</strong>.<br />

A045 Brandgans<br />

Doel: Behoud omvang <strong>en</strong> kwaliteit leefgebied met e<strong>en</strong> draagkracht voor e<strong>en</strong> populatie<br />

van gemiddeld 610 vogels (seizo<strong>en</strong>sgemiddelde).<br />

Toelichting: Aantall<strong>en</strong> brandganz<strong>en</strong> zijn van internationale betek<strong>en</strong>is. Het gebied heeft<br />

voor de soort onder andere e<strong>en</strong> functie als foerageergebied <strong>en</strong> als slaapplaats. Sinds<br />

begin jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig is de populatie sterk toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Behoud van de huidige situatie<br />

is voldo<strong>en</strong>de gezi<strong>en</strong> de landelijk gunstige staat van instandhouding.<br />

A050 Smi<strong>en</strong>t<br />

Doel: Behoud omvang <strong>en</strong> kwaliteit leefgebied met e<strong>en</strong> draagkracht voor e<strong>en</strong> populatie<br />

van gemiddeld 4.700 vogels (seizo<strong>en</strong>sgemiddelde). Achteruitgang in omvang foerageergebied<br />

met maximaal 16% is toegestaan, t<strong>en</strong> gunste van de habitattyp<strong>en</strong> H3270<br />

slikkige rivieroevers, H6120 stroomdalgrasland<strong>en</strong>, H91E0 vochtige alluviale boss<strong>en</strong>,<br />

zachthoutooiboss<strong>en</strong> (subtype A) of de broedvogelsoort<strong>en</strong> A119 porseleinho<strong>en</strong> of A122<br />

kwartelkoning.<br />

Toelichting: Aantall<strong>en</strong> smi<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zijn van internationale betek<strong>en</strong>is. Het gebied heeft<br />

voor de soort onder andere e<strong>en</strong> functie als slaapplaats <strong>en</strong> als foerageergebied. Sinds<br />

begin jar<strong>en</strong> tachtig is de populatie sterk toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Binn<strong>en</strong> het Natura 2000-netwerk<br />

is dit gebied van middelgrote betek<strong>en</strong>is, in de periode 1999/2000-2003/04 foerageerd<strong>en</strong><br />

gemiddeld ongeveer 1,0% van de Nederlandse vogels in het gebied. In het gebied<br />

is onvoldo<strong>en</strong>de ruimte aanwezig om zowel de instandhoudingsdoelstelling<strong>en</strong> voor<br />

de smi<strong>en</strong>t als voor de g<strong>en</strong>oemde habitattyp<strong>en</strong> of broedvogelsoort<strong>en</strong> te realiser<strong>en</strong>.<br />

Vanwege deze onver<strong>en</strong>igbaarheid wordt prioriteit gegev<strong>en</strong> aan de realisering van de<br />

instandhoudingsdoelstelling<strong>en</strong> voor vermelde habitattyp<strong>en</strong> <strong>en</strong> broedvogelsoort<strong>en</strong> t<strong>en</strong><br />

opzichte van de smi<strong>en</strong>t. Achteruitgang van de omvang van het foerageergebied is alle<strong>en</strong><br />

toegestaan wanneer er sprake is van e<strong>en</strong> directe relatie met de instandhoudingsdoelstelling<br />

van de vermelde habitattyp<strong>en</strong> <strong>en</strong> broedvogelsoort<strong>en</strong>.<br />

A051 Krake<strong>en</strong>d<br />

Doel: Behoud omvang <strong>en</strong> kwaliteit leefgebied met e<strong>en</strong> draagkracht voor e<strong>en</strong> populatie<br />

van gemiddeld 50 vogels (seizo<strong>en</strong>sgemiddelde).<br />

Toelichting: Het gebied heeft voor de krake<strong>en</strong>d onder andere e<strong>en</strong> functie als foerageergebied.<br />

Sinds begin jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig is de populatie sterk toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Behoud<br />

van de huidige situatie is voldo<strong>en</strong>de gezi<strong>en</strong> de landelijk gunstige staat van instandhouding.


A054 Pijlstaart<br />

Doel: Behoud omvang <strong>en</strong> kwaliteit leefgebied met e<strong>en</strong> draagkracht voor e<strong>en</strong> populatie<br />

van gemiddeld 30 vogels (seizo<strong>en</strong>sgemiddelde).<br />

Toelichting: Het gebied heeft voor de pijlstaart onder andere e<strong>en</strong> functie als foerageergebied.<br />

Tot 1985 was er sprake van e<strong>en</strong> sterke afname in aantall<strong>en</strong>, daarna e<strong>en</strong><br />

licht positieve t<strong>en</strong>d<strong>en</strong>s, maar ge<strong>en</strong> significante to<strong>en</strong>ame. Behoud van de huidige situatie<br />

is voldo<strong>en</strong>de, op landelijk niveau is ge<strong>en</strong> herstelopgave geformuleerd.<br />

A056 Slobe<strong>en</strong>d<br />

Doel: Behoud omvang <strong>en</strong> kwaliteit leefgebied met e<strong>en</strong> draagkracht voor e<strong>en</strong> populatie<br />

van gemiddeld 90 vogels (seizo<strong>en</strong>sgemiddelde).<br />

Toelichting: Het gebied heeft voor de slobe<strong>en</strong>d onder andere e<strong>en</strong> functie als foerageergebied.<br />

In de tweede helft van de jar<strong>en</strong> tachtig is de populatie toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, daarna<br />

fluctuer<strong>en</strong>d zonder duidelijke tr<strong>en</strong>d. Behoud van de huidige situatie is voldo<strong>en</strong>de<br />

gezi<strong>en</strong> de landelijk gunstige staat van instandhouding.<br />

A059 Tafele<strong>en</strong>d<br />

Doel: Behoud omvang <strong>en</strong> kwaliteit leefgebied met e<strong>en</strong> draagkracht voor e<strong>en</strong> populatie<br />

van gemiddeld 190 vogels (seizo<strong>en</strong>sgemiddelde).<br />

Toelichting: Het gebied heeft voor de tafele<strong>en</strong>d onder andere e<strong>en</strong> functie als foerageergebied.<br />

Aantall<strong>en</strong> zijn sinds de jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig aanvankelijk toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, waarschijnlijk<br />

t<strong>en</strong> gevolge van herstel van de populatie driehoeksmossel<strong>en</strong>. Sinds 1995 is<br />

er sprake van e<strong>en</strong> afname, net als elders in het Natura 2000-landschap rivier<strong>en</strong>gebied,<br />

waarschijnlijk t<strong>en</strong> gevolge van e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame in de randmer<strong>en</strong>. Behoud van de<br />

huidige situatie is voldo<strong>en</strong>de, de waarschijnlijke oorzaak van de afname is niet geleg<strong>en</strong><br />

in dit gebied.<br />

A061 Kuife<strong>en</strong>d<br />

Doel: Behoud omvang <strong>en</strong> kwaliteit leefgebied met e<strong>en</strong> draagkracht voor e<strong>en</strong> populatie<br />

van gemiddeld 530 vogels (seizo<strong>en</strong>sgemiddelde).<br />

Toelichting: Het gebied heeft voor de kuife<strong>en</strong>d onder andere functie als foerageergebied.<br />

Het aantalsverloop vertoonde e<strong>en</strong> piek rond eind jar<strong>en</strong> tachtig, waarschijnlijk t<strong>en</strong><br />

gevolge van herstel van de populatie driehoeksmossel<strong>en</strong>. Daarna <strong>en</strong>ige afname, net<br />

als elders in het Natura 2000-landschap rivier<strong>en</strong>gebied, waarschijnlijk t<strong>en</strong> gevolge van<br />

to<strong>en</strong>ame in de randmer<strong>en</strong>. Rec<strong>en</strong>t is er echter sprake van e<strong>en</strong> nieuwe to<strong>en</strong>ame (als<br />

bij de IJssel). Behoud van de huidige situatie is voldo<strong>en</strong>de, op landelijk niveau is ge<strong>en</strong><br />

herstelopgave geformuleerd.<br />

A068 Nonnetje<br />

Doel: Behoud omvang <strong>en</strong> kwaliteit leefgebied met e<strong>en</strong> draagkracht voor e<strong>en</strong> populatie<br />

van gemiddeld 6 vogels (seizo<strong>en</strong>sgemiddelde).<br />

Toelichting: Het gebied heeft voor het nonnetje onder andere e<strong>en</strong> functie als foerageergebied.<br />

Het aantalsverloop vertoonde e<strong>en</strong> optimum rond 1980, daarna e<strong>en</strong> afname.<br />

Behoud van de huidige situatie is voldo<strong>en</strong>de, de waarschijnlijke oorzaak van de<br />

landelijk matig ongunstige staat van instandhouding is niet geleg<strong>en</strong> in dit gebied.<br />

A125 Meerkoet<br />

Doel: Behoud omvang <strong>en</strong> kwaliteit leefgebied met e<strong>en</strong> draagkracht voor e<strong>en</strong> populatie<br />

van gemiddeld 780 vogels (seizo<strong>en</strong>sgemiddelde).


Toelichting: Het gebied heeft voor de meerkoet onder andere e<strong>en</strong> functie als foerageergebied.<br />

Het aantalsverloop vertoonde e<strong>en</strong> optimum rond begin jar<strong>en</strong> tachtig <strong>en</strong><br />

daarna e<strong>en</strong> afname (net als bij de Uiterwaard<strong>en</strong> IJssel). Behoud van de huidige situatie<br />

is voldo<strong>en</strong>de, op landelijk niveau is ge<strong>en</strong> herstelopgave geformuleerd.<br />

A142 Kievit<br />

Doel: Behoud omvang <strong>en</strong> kwaliteit leefgebied met e<strong>en</strong> draagkracht voor e<strong>en</strong> populatie<br />

van gemiddeld 790 vogels (seizo<strong>en</strong>sgemiddelde).<br />

Toelichting: Het gebied heeft voor de kievit onder andere e<strong>en</strong> functie als foerageergebied<br />

<strong>en</strong> als slaapplaats. Het aantalsverloop vertoonde e<strong>en</strong> optimum begin jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig,<br />

daarna e<strong>en</strong> sterke afname. Behoud van de huidige situatie is voldo<strong>en</strong>de, op<br />

landelijk niveau is ge<strong>en</strong> herstelopgave geformuleerd.<br />

A156 Grutto<br />

Doel: Behoud omvang <strong>en</strong> kwaliteit leefgebied met e<strong>en</strong> draagkracht voor e<strong>en</strong> populatie<br />

van gemiddeld 70 vogels (seizo<strong>en</strong>sgemiddelde).<br />

Toelichting: Het gebied heeft voor de grutto onder andere e<strong>en</strong> functie als foerageergebied.<br />

Aantall<strong>en</strong> zijn sterk fluctuer<strong>en</strong>d met e<strong>en</strong> significante afname. Behoud van de<br />

huidige situatie is voldo<strong>en</strong>de omdat de landelijk zeer ongunstige staat van instandhouding<br />

wordt veroorzaakt door ontwikkeling<strong>en</strong> in de omstandighed<strong>en</strong> voor broedvogels.<br />

A160 Wulp<br />

Doel: Behoud omvang <strong>en</strong> kwaliteit leefgebied met e<strong>en</strong> draagkracht voor e<strong>en</strong> populatie<br />

van gemiddeld 160 vogels (seizo<strong>en</strong>sgemiddelde).<br />

Toelichting: Het gebied heeft voor de wulp onder andere e<strong>en</strong> functie als foerageergebied<br />

<strong>en</strong> als slaapplaats. Er is sprake van e<strong>en</strong> sterke doorgaande to<strong>en</strong>ame in aantall<strong>en</strong>.<br />

Behoud van de huidige situatie is voldo<strong>en</strong>de gezi<strong>en</strong> de landelijk gunstige staat<br />

van instandhouding.<br />

Complem<strong>en</strong>taire doel<strong>en</strong>: habitattyp<strong>en</strong> (bijlage I)<br />

H3270 Slikkige rivieroevers<br />

Doel: Uitbreiding oppervlakte <strong>en</strong> verbetering kwaliteit.<br />

Toelichting: De gehele <strong>Waal</strong> is door zijn relatief hoge dynamiek <strong>en</strong> lage uiterwaard<strong>en</strong><br />

de belangrijkste rivier voor het habitattype slikkige rivieroevers. In het Vogelrichtlijngebied<br />

kan het areaal slikkige rivieroevers to<strong>en</strong>em<strong>en</strong> door de aanleg van nev<strong>en</strong>geul<strong>en</strong>.<br />

H6120 *Stroomdalgrasland<strong>en</strong><br />

Doel: Uitbreiding oppervlakte <strong>en</strong> verbetering kwaliteit.<br />

Toelichting: Het habitattype stroomdalgrasland<strong>en</strong> verkeert landelijk in e<strong>en</strong> zeer ongunstige<br />

staat van instandhouding. Verder heeft Nederland e<strong>en</strong> grote internationale<br />

verantwoordelijkheid voor dit type. In het Vogelrichtlijngebied is het habitattype<br />

stroomdalgrasland<strong>en</strong> plaatselijk aanwezig in verschill<strong>en</strong>de uiterwaard<strong>en</strong> (op zandige<br />

oeverwall<strong>en</strong>). Uitbreidingsmogelijkhed<strong>en</strong> bestaan met name op rec<strong>en</strong>te hoog geleg<strong>en</strong><br />

zandafzetting<strong>en</strong>.<br />

H91E0 *Vochtige alluviale boss<strong>en</strong><br />

Doel: Uitbreiding oppervlakte <strong>en</strong> verbetering kwaliteit vochtige alluviale boss<strong>en</strong>, zachthoutooiboss<strong>en</strong><br />

(subtype A).


Toelichting: De <strong>Waal</strong> is door zijn grootte <strong>en</strong> breedte van de lage uiterwaard<strong>en</strong> één van<br />

de belangrijkste rivier<strong>en</strong> voor ontwikkeling van het habitattype vochtige alluviale boss<strong>en</strong>,<br />

zachthoutooiboss<strong>en</strong> (subtype A). Voor uitbreiding oppervlakte bestaan onder andere<br />

mogelijkhed<strong>en</strong> langs nieuw te grav<strong>en</strong> geul<strong>en</strong>. Voor de bever (H1337) is uitbreiding<br />

van dit habitattype, kleine bosjes als stapst<strong>en</strong><strong>en</strong>, van belang voor de realisering<br />

van e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>d netwerk tuss<strong>en</strong> de Gelderse Poort <strong>en</strong> de Biesbosch. Uitbreiding<br />

kan plaatsvind<strong>en</strong> in luwe del<strong>en</strong> van de rivier, waar bosontwikkeling ge<strong>en</strong> versterkte<br />

opstuwing van het water veroorzaakt.<br />

Complem<strong>en</strong>taire doel<strong>en</strong>: soort<strong>en</strong> (bijlage II)<br />

H1095 Zeeprik<br />

Doel: Uitbreiding omvang <strong>en</strong> verbetering kwaliteit leefgebied voor uitbreiding populatie.<br />

Toelichting: De Uiterwaard<strong>en</strong> <strong>Waal</strong> is voor de zeeprik als doortrekgebied van groot belang<br />

<strong>en</strong> als opgroeigebied van vermoedelijk groot belang. Uitbreiding van de populatie<br />

kan tot stand kom<strong>en</strong> door verbetering van de functie van het gebied als opgroeigebied,<br />

met name door de aanleg van nev<strong>en</strong>geul<strong>en</strong>.<br />

H1099 Rivierprik<br />

Doel: Uitbreiding omvang <strong>en</strong> verbetering kwaliteit leefgebied voor uitbreiding populatie.<br />

Toelichting: De uiterwaard<strong>en</strong> waal is voor de rivierprik als doortrek- <strong>en</strong> opgroeigebied<br />

van groot belang. Uitbreiding van de populatie kan tot stand kom<strong>en</strong> door verbetering<br />

van de functie van het gebied als opgroeigebied, met name door de aanleg van nev<strong>en</strong>geul<strong>en</strong>.<br />

H1102 Elft<br />

Doel: Behoud omvang <strong>en</strong> kwaliteit leefgebied voor uitbreiding populatie.<br />

Toelichting: Uiterwaard<strong>en</strong> <strong>Waal</strong> is als doortrekgebied van groot (pot<strong>en</strong>tieel) belang.<br />

Vroeger bevond<strong>en</strong> zich paaipopulaties bov<strong>en</strong>strooms (buit<strong>en</strong> Nederland). Er zijn concrete<br />

aanwijzing<strong>en</strong> dat in de Bov<strong>en</strong>-Rijn (D) nog e<strong>en</strong> kleine populatie voorkomt. In het<br />

gebied zijn ge<strong>en</strong> herstelmaatregel<strong>en</strong> noodzakelijk. Uitbreiding van de populatie kan tot<br />

stand kom<strong>en</strong> door het elders verbeter<strong>en</strong> van de doorgang in de trekroute.<br />

H1106 Zalm<br />

Doel: Behoud omvang <strong>en</strong> kwaliteit leefgebied voor uitbreiding populatie.<br />

Toelichting: Uiterwaard<strong>en</strong> <strong>Waal</strong> is als doortrekgebied voor de Zalm van groot belang<br />

voor de Rijn <strong>en</strong> <strong>Maas</strong>populatie. In het gebied zijn ge<strong>en</strong> herstelmaatregel<strong>en</strong> noodzakelijk.<br />

Uitbreiding van de populatie kan tot stand kom<strong>en</strong> door het elders verbeter<strong>en</strong> van<br />

de doorgang in de trekroute.<br />

H1145 Grote modderkruiper<br />

Doel: Behoud verspreiding, omvang <strong>en</strong> kwaliteit leefgebied voor behoud populatie.<br />

Toelichting: Het betreft e<strong>en</strong> wijdverspreide soort, die slechts voor e<strong>en</strong> beperkt deel<br />

binn<strong>en</strong> de Habitatrichtlijngebied<strong>en</strong> voorkomt. Het gebied Uiterwaard<strong>en</strong> <strong>Waal</strong> levert<br />

e<strong>en</strong> relatief geringe bijdrage voor de grote modderkruiper. Landelijk gezi<strong>en</strong> verkeert<br />

de grote modderkruiper in e<strong>en</strong> matig ongunstige staat van instandhouding. Gezi<strong>en</strong> de<br />

dynamiek in deze riviertak is e<strong>en</strong> behouddoel geformuleerd.


H1166 Kamsalamander<br />

Doel: Uitbreiding omvang <strong>en</strong> verbetering kwaliteit leefgebied voor behoud populatie.<br />

Toelichting: Binn<strong>en</strong> het Vogelrichtlijngebied komt de soort verspreid voor. Het gebied<br />

vormt e<strong>en</strong> belangrijk leefgebied, vooral het traject Weurt-Wamel. Gezi<strong>en</strong> de verspreiding,<br />

de ongunstige staat van instandhouding <strong>en</strong> de afstand<strong>en</strong> tot andere populaties<br />

zijn de onderlinge verbinding<strong>en</strong> <strong>en</strong> verbinding<strong>en</strong> met verder geleg<strong>en</strong> leefgebied<strong>en</strong> van<br />

belang voor de duurzame instandhouding van de Kamsalamander in dit gebied.


Bijlage 2: verstoringsindicator<strong>en</strong> LNV<br />

1 Oppervlakteverlies<br />

K<strong>en</strong>merk: Afname beschikbaar oppervlak leefgebied soort<strong>en</strong> <strong>en</strong>/of habitattyp<strong>en</strong>.<br />

Interactie andere factor<strong>en</strong>: Verlies van oppervlakte leidt tot verkleining <strong>en</strong> in sommige<br />

gevall<strong>en</strong> ook tot versnippering van het leefgebied. E<strong>en</strong> kleiner gebied heeft bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong><br />

meer te leid<strong>en</strong> van randinvloed<strong>en</strong>: vaak is de kwaliteit van het leefmilieu aan de<br />

rand minder goed dan in het c<strong>en</strong>trum van het gebied. Op deze manier leidt verlies van<br />

oppervlakte mogelijk ook tot e<strong>en</strong> grotere gevoeligheid voor bijvoorbeeld verdroging,<br />

verzuring of vermesting.<br />

Werking: Door afname van het beschikbare oppervlak neemt ook het aantal individu<strong>en</strong><br />

van e<strong>en</strong> soort af. Om duurzaam te kunn<strong>en</strong> voortbestaan moet elke soort uit e<strong>en</strong><br />

minimum aantal individu<strong>en</strong> bestaan; bij diersoort<strong>en</strong> wordt meestal van e<strong>en</strong> minimum<br />

aantal paartjes (reproductieve e<strong>en</strong>hed<strong>en</strong>) gesprok<strong>en</strong>. Wanneer e<strong>en</strong> populatie te klein<br />

wordt neemt de kans op uitsterv<strong>en</strong> toe, zeker als deze populatie ge<strong>en</strong> onderdeel uitmaakt<br />

van e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>d netwerk van leefgebied<strong>en</strong>. Bij e<strong>en</strong> populatie die uit te<br />

weinig individu<strong>en</strong> bestaat, neemt ook de kans op inteelt toe <strong>en</strong> dus de g<strong>en</strong>etische variatie<br />

af. Hierdoor wordt e<strong>en</strong> populatie kwetsbaar voor verandering<strong>en</strong> t<strong>en</strong>gevolge van<br />

bijvoorbeeld predatie, extreme seizo<strong>en</strong>sinvloed<strong>en</strong> of ziekt<strong>en</strong>. Ook habitattyp<strong>en</strong> k<strong>en</strong>n<strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> ondergr<strong>en</strong>s voor e<strong>en</strong> duurzame oppervlakte.<br />

2 Versnippering<br />

K<strong>en</strong>merk: Van versnippering is sprake bij het uite<strong>en</strong>vall<strong>en</strong> van het leefgebied van<br />

soort<strong>en</strong>.<br />

Interactie andere factor<strong>en</strong>: Treedt op t<strong>en</strong> gevolge van verlies leefgebied of verandering<br />

in abiotische condities van het leefgebied. Kan leid<strong>en</strong> tot verandering in populatiedynamiek.<br />

Gevolg: Als het leefgebied niet meer voldo<strong>en</strong>de groot is voor e<strong>en</strong> populatie, of individu<strong>en</strong><br />

van één populatie kunn<strong>en</strong> de verschill<strong>en</strong>de leefgebied<strong>en</strong> niet meer bereik<strong>en</strong>,<br />

neemt de duurzaamheid van de populatie af. E<strong>en</strong> gevolg kan zijn e<strong>en</strong> verandering op<br />

in de soort<strong>en</strong>sam<strong>en</strong>stelling <strong>en</strong> het ecosysteem. Soort<strong>en</strong> zijn in verschill<strong>en</strong>de mate gevoelig<br />

voor de versnippering van hun leefgebied. Het meest gevoelig zijn soort<strong>en</strong> met<br />

e<strong>en</strong> gering verspreidingsvermog<strong>en</strong>, soort<strong>en</strong> die zich over de grond beweg<strong>en</strong> <strong>en</strong> soort<strong>en</strong><br />

met e<strong>en</strong> grote oppervlaktebehoefte. Versnippering door barrières zoals weg<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

spoorlijn<strong>en</strong> leidt mogelijk ook tot sterfte van individu<strong>en</strong> <strong>en</strong> kan zo effect hebb<strong>en</strong> op de<br />

populatiesam<strong>en</strong>stelling. Bij versnippering moet m<strong>en</strong> altijd goed rek<strong>en</strong>ing houd<strong>en</strong> met<br />

het schaalniveau van het populati<strong>en</strong>etwerk.<br />

3 Verzuring<br />

K<strong>en</strong>merk: Verzuring van bodem of water is e<strong>en</strong> gevolg van de uitstoot (emissie) van<br />

vervuil<strong>en</strong>de gass<strong>en</strong> door bijvoorbeeld fabriek<strong>en</strong> <strong>en</strong> (vracht)auto's. De uitstoot bevat<br />

onder andere zwaveldioxide (SO2), stikstofoxide (NOx), ammoniak (NH3) <strong>en</strong> vluchtige<br />

organische stoff<strong>en</strong> (VOS). Deze verzur<strong>en</strong>de stoff<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> via lucht of water in de<br />

grond terecht <strong>en</strong> leid<strong>en</strong> aldus tot het zuurder word<strong>en</strong> van het biotische milieu. De belangrijkste<br />

bronn<strong>en</strong> van verzur<strong>en</strong>de stoff<strong>en</strong> zijn de landbouw, het verkeer <strong>en</strong> de industrie.


Interactie andere factor<strong>en</strong>: De effect<strong>en</strong> van verzur<strong>en</strong>de stoff<strong>en</strong> zijn niet altijd te<br />

scheid<strong>en</strong> van die van vermest<strong>en</strong>de stoff<strong>en</strong>, omdat e<strong>en</strong> deel van de verzur<strong>en</strong>de stoff<strong>en</strong><br />

ook vermest<strong>en</strong>d werkt (aanvoer van stikstof).<br />

Gevolg: Verzuring leidt tot e<strong>en</strong> directe of indirecte afname van de buffercapaciteit (het<br />

neutralisatievermog<strong>en</strong>) van bodem of water. Op termijn resulteert dit proces in e<strong>en</strong> daling<br />

van de zuurgraad. Hierdoor zull<strong>en</strong> voor verzuring gevoelige soort<strong>en</strong> verdwijn<strong>en</strong>,<br />

wat kan resulter<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> verandering van het habitattype <strong>en</strong> daarmee mogelijk het<br />

verdwijn<strong>en</strong> van typische (dier)soort<strong>en</strong>.<br />

4 Vermesting<br />

K<strong>en</strong>merk: Vermesting is de 'verrijking' van ecosystem<strong>en</strong> met name stikstof <strong>en</strong> fosfaat.<br />

Het kan gaan om aanvoer door de lucht (droge <strong>en</strong> natte neerslag van ammoniak <strong>en</strong><br />

stikstofoxid<strong>en</strong>) of nitraat- <strong>en</strong> fosfaataanvoer door het oppervlaktewater.<br />

Interactie andere factor<strong>en</strong>: Stoff<strong>en</strong> die leid<strong>en</strong> tot vermesting kunn<strong>en</strong> ook leid<strong>en</strong> tot<br />

verzuring. Vermesting (<strong>en</strong> verzuring) kunn<strong>en</strong> op hun beurt leid<strong>en</strong> tot verontreiniging<br />

van het oppervlakte- <strong>en</strong> grondwater.<br />

Gevolg: De groei in veel natuurlijke landecosystem<strong>en</strong> zoals boss<strong>en</strong>, v<strong>en</strong>n<strong>en</strong> <strong>en</strong> heideveld<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> gelimiteerd door de beschikbaarheid van stikstof. Het gevolg van<br />

stikstof depositie is dat deze extra stikstof extra groei geeft. Daarbij is de beschikbaarheid<br />

van stikstof bepal<strong>en</strong>d voor de concurr<strong>en</strong>tieverhouding<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de plant<strong>en</strong>soort<strong>en</strong>.<br />

Als de stikstofdepositie bov<strong>en</strong> e<strong>en</strong> bepaald kritisch niveau komt, neemt e<strong>en</strong> beperkt<br />

aantal plant<strong>en</strong>soort<strong>en</strong> sterk toe t<strong>en</strong> koste van meerdere andere. Hierdoor neemt<br />

de biodiversiteit af.<br />

5 Verzoeting<br />

K<strong>en</strong>merk: Verzoeting treedt op als het chloridegehalte in het water afneemt, <strong>en</strong> niet<br />

meer geschikt is voor de beoogde zoute of brakke natuurtyp<strong>en</strong>.<br />

Interactie andere factor<strong>en</strong>: Verzoeting treedt meestal op t<strong>en</strong>gevolge van vernatting<br />

of, zoals in het Delta-gebied, door het afsluit<strong>en</strong> van zee-arm<strong>en</strong>. In (voormalig) brakke<br />

of zoute water<strong>en</strong> leidt verzoeting tot vermesting.<br />

Gevolg: Het steeds zoeter word<strong>en</strong> van bijvoorbeeld het Oostvoornse meer heeft gevolg<strong>en</strong><br />

voor de flora <strong>en</strong> fauna in het meer. Bepaalde soort<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> verdwijn<strong>en</strong> terwijl<br />

nieuwe soort<strong>en</strong> zich zull<strong>en</strong> vestig<strong>en</strong>. Door de verzoeting zal de brakwatervegetatie<br />

verdwijn<strong>en</strong>. Dit heeft tot gevolg dat door het afsterv<strong>en</strong> van alg<strong>en</strong> <strong>en</strong> wier<strong>en</strong> e<strong>en</strong> verslechtering<br />

van de waterkwaliteit kan optred<strong>en</strong>. Verder kan door verzoeting de gevoeligheid<br />

voor eutrofiëring sterk to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>. Naast verandering van vegetatie zal bij e<strong>en</strong><br />

verdere verzoeting ook de macrofauna- <strong>en</strong> visstandsam<strong>en</strong>stelling verander<strong>en</strong>.<br />

6 Verzilting<br />

K<strong>en</strong>merk: Verzilting betreft de ophoping van oplosbare zout<strong>en</strong> (kalium, natrium, magnesium,<br />

calcium) in bodems <strong>en</strong> water<strong>en</strong>. In water<strong>en</strong> komt verzilting over het gehele<br />

spectrum tuss<strong>en</strong> zoet ( 30.000 mg Cl/l) voor <strong>en</strong> is dus<br />

niet beperkt tot zoet <strong>en</strong> brak water.<br />

Interactie andere factor<strong>en</strong>: Verzilting van bodems treedt vaak op t<strong>en</strong> gevolge van<br />

verdroging.<br />

Gevolg: Als gevolg van verzilting verandert de zoet-zout gradiënt <strong>en</strong> dit heeft gevolg<strong>en</strong><br />

voor de grondwaterkwaliteit <strong>en</strong> dus de bodemvruchtbaarheid. Dit werk weer door<br />

in randvoorwaard<strong>en</strong> voor aanwezige plant- <strong>en</strong> diersoort<strong>en</strong> <strong>en</strong> leidt uiteindelijk tot e<strong>en</strong><br />

verandering in de soort<strong>en</strong>sam<strong>en</strong>stelling.


7 Verontreiniging<br />

K<strong>en</strong>merk: Er is sprake van verontreiniging als er verhoogde conc<strong>en</strong>traties van stoff<strong>en</strong><br />

in e<strong>en</strong> gebied voorkom<strong>en</strong>, welke stoff<strong>en</strong> onder natuurlijke omstandighed<strong>en</strong> niet of in<br />

zeer lage conc<strong>en</strong>traties aanwezig zijn. Bij verontreiniging is sprake van e<strong>en</strong> zeer brede<br />

groep van ecosysteem/gebiedsvreemde stoff<strong>en</strong>: organische verbinding<strong>en</strong>, zware<br />

metal<strong>en</strong>, schadelijke stoff<strong>en</strong> die ontstaan door verbranding of productieprocess<strong>en</strong>,<br />

straling (radioactief <strong>en</strong> niet radioactief), g<strong>en</strong>eesmiddel<strong>en</strong>, <strong>en</strong>docri<strong>en</strong> werk<strong>en</strong>de stoff<strong>en</strong><br />

etc. Deze stoff<strong>en</strong> werk<strong>en</strong> in op de bodem, grondwater, lucht.<br />

Interactie andere factor<strong>en</strong>: Ge<strong>en</strong> directe interactie met andere factor<strong>en</strong>. Wel kan<br />

verontreiniging als gevolg van andere factor<strong>en</strong> optred<strong>en</strong>.<br />

Gevolg: Vrijwel alle soort<strong>en</strong> <strong>en</strong> habitattyp<strong>en</strong> reager<strong>en</strong> op verontreiniging. De ecologische<br />

effect<strong>en</strong> uit<strong>en</strong> zich in het verdwijn<strong>en</strong> van soort<strong>en</strong> <strong>en</strong>/of het beïnvloed<strong>en</strong> van gevoelige<br />

ecologische process<strong>en</strong>. Deze beïnvloeding kan direct plaatsvind<strong>en</strong> maar ook<br />

indirect via e<strong>en</strong> ope<strong>en</strong>volging van ecologische interacties. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> kan verontreiniging<br />

zich pas vele jar<strong>en</strong>/dec<strong>en</strong>nia later manifester<strong>en</strong>. De gevolg<strong>en</strong> van verontreiniging<br />

zijn divers <strong>en</strong> complex. In het algeme<strong>en</strong> kan gesteld word<strong>en</strong> dat aquatische habitattyp<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> soort<strong>en</strong> gevoeliger zijn dan terrestrische system<strong>en</strong>. Ook geldt dat soort<strong>en</strong> in de<br />

top van de voedselpiramide, als gevolg van accumulatie, van verontreiniging<strong>en</strong> gevoeliger<br />

zijn. Echter, afhankelijk van de conc<strong>en</strong>tratie <strong>en</strong> duur van de verontreiniging zijn<br />

alle habitattyp<strong>en</strong> <strong>en</strong> soort<strong>en</strong> gevoelig <strong>en</strong> kan verontreiniging leid<strong>en</strong> tot verandering van<br />

de soort<strong>en</strong>sam<strong>en</strong>stelling.<br />

8 Verdroging<br />

K<strong>en</strong>merk: Verdroging uit zich in lagere grondwaterstand<strong>en</strong> <strong>en</strong>/of afnem<strong>en</strong>de kwel. De<br />

actuele grondwaterstand is zo lager dan de gew<strong>en</strong>ste/b<strong>en</strong>odigde grondwaterstand.<br />

Interactie andere factor<strong>en</strong>: Verdroging kan tev<strong>en</strong>s leid<strong>en</strong> tot verzilting. Door verdroging<br />

neemt ook de doorluchting van de bodem toe waardoor meer organisch materiaal<br />

wordt afgebrok<strong>en</strong>. Op deze wijze leidt verdroging tev<strong>en</strong>s tot vermesting. Er zijn ook<br />

gebied<strong>en</strong> waar verdroging kan optred<strong>en</strong> zonder dat de grondwaterstand in de ondiepe<br />

bodem daalt. Het gaat daarbij om gebied<strong>en</strong> waar van oudsher grondwater omhoogkomt.<br />

Dit water heet kwelwater. Kwelwater is water dat elders in de bodem is geïnfiltreerd<br />

<strong>en</strong> dat naar het laagste punt in het landschap stroomt. Kwelwater heeft dikwijls<br />

e<strong>en</strong> bijzondere sam<strong>en</strong>stelling: het is rijk aan ijzer <strong>en</strong> calcium, arm aan voedingsstoff<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> niet zuur, maar gebufferd. Schade aan de natuur die veroorzaakt wordt door e<strong>en</strong><br />

afname of het verdwijn<strong>en</strong> van kwelwater <strong>en</strong> het vervang<strong>en</strong> van dit type water met gebiedsvreemd<br />

water, noem<strong>en</strong> we ook verdroging.<br />

Gevolg: De verandering in grondwaterstand <strong>en</strong> soms ook kwaliteit van het grondwater<br />

leidt tot e<strong>en</strong> verandering in de soort<strong>en</strong>sam<strong>en</strong>stelling <strong>en</strong> op lange termijn van het habitattype.<br />

9 Vernatting<br />

K<strong>en</strong>merk: Vernatting manifesteert zich in hogere grondwaterstand<strong>en</strong> <strong>en</strong>/of to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de<br />

kwel veroorzaakt door m<strong>en</strong>selijk handel<strong>en</strong>.<br />

Interactie andere factor<strong>en</strong>: Vernatting kan leid<strong>en</strong> tot verzoeting <strong>en</strong> verandering van<br />

de waterkwaliteit, bijvoorbeeld als gevolg van inlaat van gebiedsvreemd water.<br />

Gevolg: Vernatting is e<strong>en</strong> stor<strong>en</strong>de factor voor vegetatietyp<strong>en</strong> <strong>en</strong> soort<strong>en</strong> die van nature<br />

onder drogere omstandighed<strong>en</strong> voorkom<strong>en</strong>. Vernatting grijpt in op de bodem- of<br />

watercondities. Bij verdergaande vernatting kan e<strong>en</strong> gebied ongeschikt word<strong>en</strong> voor<br />

plant<strong>en</strong> <strong>en</strong> dier<strong>en</strong> <strong>en</strong> zo leid<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> verandering in de soort<strong>en</strong>sam<strong>en</strong>stelling <strong>en</strong> uiteindelijk<br />

het habitattype.


10 Verandering stroomsnelheid<br />

K<strong>en</strong>merk: Verandering van stroomsnelheid van bek<strong>en</strong> <strong>en</strong> rivier<strong>en</strong> kan optred<strong>en</strong> door<br />

m<strong>en</strong>selijke ingrep<strong>en</strong> zoals plaats<strong>en</strong> van stuw<strong>en</strong>, kanaliser<strong>en</strong> of weer lat<strong>en</strong> meander<strong>en</strong>.<br />

Interactie andere factor<strong>en</strong>: Ge<strong>en</strong>.<br />

Gevolg: Verschill<strong>en</strong> in stroomsnelheid (langzaam of snel) <strong>en</strong> dim<strong>en</strong>sies (van bov<strong>en</strong>loop<br />

tot riviertje) leid<strong>en</strong> tot duidelijke verschill<strong>en</strong> in lev<strong>en</strong>sgeme<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> <strong>en</strong> k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>de<br />

soort<strong>en</strong> hiervan. Door verandering in stroomsnelheid verdwijn<strong>en</strong> k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>de<br />

soort<strong>en</strong> <strong>en</strong> lev<strong>en</strong>sgeme<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>.<br />

11 Verandering overstromingsfrequ<strong>en</strong>tie<br />

K<strong>en</strong>merk: De duur <strong>en</strong>/of frequ<strong>en</strong>tie van de overstroming van bek<strong>en</strong> <strong>en</strong> rivier<strong>en</strong> verandert<br />

door m<strong>en</strong>selijke activiteit<strong>en</strong>.<br />

Interactie met andere factor<strong>en</strong>: Overstroming<strong>en</strong> zijn van invloed op de vochttoestand,<br />

de zuurgraad, de voedselrijkdom <strong>en</strong> het zoutgehalte van e<strong>en</strong> gebied.<br />

Gevolg: Voor e<strong>en</strong> voedselarme vegetatie bijvoorbeeld, leidt e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de overstroming<br />

met voedselrijk water tot vermesting: verrijking van de bodem <strong>en</strong> daardoor<br />

verruiging van de vegetatie. Bij boezemland<strong>en</strong> die regelmatig word<strong>en</strong> overstroomd<br />

leidt e<strong>en</strong> afname van de overstromingsfrequ<strong>en</strong>tie tot verzuring van de bodem, waardoor<br />

bas<strong>en</strong>minn<strong>en</strong>de plant<strong>en</strong>soort<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> verdwijn<strong>en</strong>. Langdurige overstroming<br />

kan leid<strong>en</strong> tot zuurstofgebrek in de wortels van plant<strong>en</strong> waardoor plant<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> afsterv<strong>en</strong>.<br />

Uiteindelijk grijpt e<strong>en</strong> verandering in de overstromingsdynamiek zo in op de<br />

soort<strong>en</strong>sam<strong>en</strong>stelling.<br />

12 Verandering dynamiek substraat<br />

K<strong>en</strong>merk: Er treedt e<strong>en</strong> verandering op in de bodemdichtheid of bodemsam<strong>en</strong>stelling<br />

van terrestrische of aquatische system<strong>en</strong>, bijvoorbeeld door aanslibbing of verstuiving.<br />

Interactie andere factor<strong>en</strong>: Verandering overstromingsdynamiek, verandering mechanische<br />

effect<strong>en</strong><br />

Gevolg: Verandering van dynamiek van het substraat kan leid<strong>en</strong> tot verandering van<br />

de abiotische randvoorwaard<strong>en</strong> waardoor lev<strong>en</strong>sgeme<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> verander<strong>en</strong>.<br />

Dynamiek van het substraat is bijvoorbeeld van belang voor droge pioniervegetaties<br />

in de duin<strong>en</strong> <strong>en</strong> stuifzand<strong>en</strong>, of voor mosselbank<strong>en</strong> in de Wadd<strong>en</strong>zee.<br />

13 Verstoring door geluid<br />

K<strong>en</strong>merk: Verstoring door onnatuurlijke geluidsbronn<strong>en</strong>; perman<strong>en</strong>t zoals geluid<br />

wegverkeer dan wel tijdelijk zoals geluidsbelasting bij ev<strong>en</strong>em<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Geluid is e<strong>en</strong><br />

hoorbare trilling, gek<strong>en</strong>merkt door geluidsdruk <strong>en</strong> frequ<strong>en</strong>tie.<br />

Interactie andere factor<strong>en</strong>: Treedt vaak sam<strong>en</strong> met visuele verstoring op door bijvoorbeeld<br />

vlieg- <strong>en</strong> autoverkeer <strong>en</strong> manifestaties.<br />

Gevolg: Logischerwijs zijn alle<strong>en</strong> diersoort<strong>en</strong> gevoelig voor direct effect<strong>en</strong> van geluid.<br />

Geluid is e<strong>en</strong> belangrijke factor in de verstoring van fauna. De verstoring door geluid<br />

wordt beïnvloed door het achtergrondgeluid <strong>en</strong> de duur, frequ<strong>en</strong>tie <strong>en</strong> sterkte van de<br />

geluidsbron zelf. Geluidsbelasting kan leid<strong>en</strong> tot stress <strong>en</strong>/of vluchtgedrag van individu<strong>en</strong>.<br />

Dit kan vervolg<strong>en</strong>s weer leid<strong>en</strong> tot het verlat<strong>en</strong> van het leefgebied of bijvoorbeeld<br />

e<strong>en</strong> afname van het reproductieproces. In bepaalde gevall<strong>en</strong> kan ook gew<strong>en</strong>ning<br />

optred<strong>en</strong>, in het bijzonder bij continu geluid. Voor zeezoogdier<strong>en</strong> <strong>en</strong> vogels is in<br />

bepaalde gevall<strong>en</strong> deze dosis-effect relatie goed gekwantificeerd.


14 Verstoring door licht<br />

K<strong>en</strong>merk: Verstoring door kunstmatige lichtbronn<strong>en</strong>, zoals licht uit woonwijk<strong>en</strong>, industrieterrein<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> glastuinbouw.<br />

Interactie andere factor<strong>en</strong>: Ge<strong>en</strong>.<br />

Gevolg: Kunstmatige verlichting van de nachtelijke omgeving kan tot verstoring van<br />

het normale gedrag van soort<strong>en</strong> leid<strong>en</strong>. Naar mogelijke effect<strong>en</strong> is nog vrij weinig onderzoek<br />

gedaan. Veel k<strong>en</strong>nis gaat daarom nog niet verder dan het kwalitatief signaler<strong>en</strong><br />

van risico’s. Met name schemer- <strong>en</strong> nachtactieve dier<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> last hebb<strong>en</strong> van<br />

verstoring door licht, doordat zij juist aangetrokk<strong>en</strong> of verdrev<strong>en</strong> word<strong>en</strong> door de lichtbron.<br />

Hierdoor raakt bijvoorbeeld hun ritme ontregeld of verlichte del<strong>en</strong> van het leefgebied<br />

word<strong>en</strong> vermed<strong>en</strong>.<br />

15 Verstoring door trilling<br />

K<strong>en</strong>merk: Er is sprake van trilling<strong>en</strong> in bodem <strong>en</strong> water als dergelijke trilling<strong>en</strong> door<br />

m<strong>en</strong>selijke activiteit<strong>en</strong> veroorzaakt word<strong>en</strong>, zoals bij bor<strong>en</strong>, hei<strong>en</strong> <strong>en</strong> draai<strong>en</strong> van rotorblad<strong>en</strong>.<br />

Interactie andere factor<strong>en</strong>: Kan vooral sam<strong>en</strong> optred<strong>en</strong> met verstoring door geluid<br />

Gevolg: Trilling kan leid<strong>en</strong> tot verstoring van het natuurlijke gedrag van soort<strong>en</strong>. Individu<strong>en</strong><br />

kunn<strong>en</strong> tijdelijk of perman<strong>en</strong>t verdrev<strong>en</strong> word<strong>en</strong> uit hun leefgebied. Over het<br />

daadwerkelijke effect van trilling is nog zeer weinig bek<strong>en</strong>d. Naar het effect op zeezoogdier<strong>en</strong><br />

is wel onderzoek verricht.<br />

16 Optische verstoring<br />

K<strong>en</strong>merk: Optische verstoring betreft verstoring door de aanwezigheid <strong>en</strong>/of beweging<br />

van m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> dan wel voorwerp<strong>en</strong> die niet thuishor<strong>en</strong> in het natuurlijke systeem.<br />

Interactie andere factor<strong>en</strong>: Treedt vaak sam<strong>en</strong> op met verstoring door geluid (in geval<br />

van recreatie) of trilling <strong>en</strong> licht (in geval van voertuig<strong>en</strong>, schep<strong>en</strong>).<br />

Gevolg: Optische verstoring leidt vooral tot vluchtgedrag van dier<strong>en</strong>. De soort reageert<br />

bijvoorbeeld op beweging omdat e<strong>en</strong> pot<strong>en</strong>tiële vijand wordt verwacht. Andersom<br />

kan optische verstoring juist ook het uitzicht van soort<strong>en</strong> beperk<strong>en</strong> waardoor zij<br />

pot<strong>en</strong>tiële vijand<strong>en</strong> niet zi<strong>en</strong> nader<strong>en</strong>. De daadwerkelijke effect<strong>en</strong> zijn zeer soortspecifiek<br />

<strong>en</strong> hang<strong>en</strong> van de schuwheid van de soort <strong>en</strong> de mate waarin gew<strong>en</strong>ning optreedt.<br />

Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> de effect<strong>en</strong> afhankelijk zijn van de periode van de lev<strong>en</strong>scyclus<br />

van de soort: in de broedtijd zijn soort<strong>en</strong> over het algeme<strong>en</strong> schuwer <strong>en</strong> dus<br />

gevoeliger voor optische verstoring.<br />

17 Verstoring door mechanische effect<strong>en</strong><br />

K<strong>en</strong>merk: Onder mechanische effect<strong>en</strong> vall<strong>en</strong> verstoring door betreding, golfslag,<br />

luchtwerveling<strong>en</strong> et cetera, die optred<strong>en</strong> t<strong>en</strong> gevolge van m<strong>en</strong>selijke activiteit<strong>en</strong>. De<br />

oorzak<strong>en</strong> <strong>en</strong> gevolg<strong>en</strong> zijn bij deze stor<strong>en</strong>de factor zeer divers.<br />

Interactie andere factor<strong>en</strong>: Verstoring kan sam<strong>en</strong>vall<strong>en</strong> met verstoring door geluid,<br />

licht <strong>en</strong> trilling.<br />

Gevolg: Deze stor<strong>en</strong>de factor kan leid<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> verandering van het habitattype <strong>en</strong>/of<br />

verstoring of het dod<strong>en</strong> van fauna-individu<strong>en</strong>. Bij habitattyp<strong>en</strong> treedt de verstoring/verandering<br />

vaak op t<strong>en</strong> gevolge van recreatie of bijvoorbeeld militaire activiteit<strong>en</strong>.<br />

Het effect is zeer afhankelijk van de kwetsbaarheid (gevoeligheid) van het habitattype.<br />

Waterrecreatie <strong>en</strong> scheepvaart leid<strong>en</strong> tot golfslag, hetge<strong>en</strong> effect kan hebb<strong>en</strong> op<br />

de oeverbegroeiing <strong>en</strong> waterfauna. Luchtwerveling<strong>en</strong> van bijvoorbeeld windmol<strong>en</strong>s<br />

kunn<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> tot vogelsterfte.


18 Verandering in populatiedynamiek<br />

K<strong>en</strong>merk: De stor<strong>en</strong>de factor verandering in populatiedynamiek treedt op indi<strong>en</strong> er<br />

e<strong>en</strong> direct effect is van e<strong>en</strong> activiteit op de populatieopbouw <strong>en</strong>/of populatiegrootte. Er<br />

wordt hier vooral gedoeld of de situatie waneer er sprake van sterfte van individu<strong>en</strong><br />

door wegverkeer, windmol<strong>en</strong>s, of door jacht of visserij.<br />

Interactie andere factor<strong>en</strong>: Veel stor<strong>en</strong>de factor<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> op hun beurt – dus indirect<br />

– tot e<strong>en</strong> verandering in populatiedynamiek. Deze stor<strong>en</strong>de factor zit namelijk aan<br />

het einde van de effectket<strong>en</strong> .<br />

Gevolg: Bewuste, m<strong>en</strong>selijke ingrep<strong>en</strong> op populati<strong>en</strong>iveau kunn<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> tot directe<br />

problem<strong>en</strong> <strong>en</strong> problem<strong>en</strong> in de toekomst. E<strong>en</strong> verandering in populatieomvang is e<strong>en</strong><br />

direct effect. E<strong>en</strong> verandering in populatie-opbouw (verandering van de verhouding<br />

sterfte-reproductie) leidt in de toekomst tot effect<strong>en</strong>. Zowel minder organism<strong>en</strong> (e<strong>en</strong><br />

kleinere populatie) <strong>en</strong> zeker e<strong>en</strong> verandering in sam<strong>en</strong>stelling van de populatie (bijvoorbeeld<br />

meer oude dier<strong>en</strong>) kunn<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> verandering in de geboorte/sterfte<br />

ratio. En daarmee kan er iets verander<strong>en</strong> in de populatiedynamiek (het gedrag in de<br />

tijd). Dit kan uiteindelijk leid<strong>en</strong> tot het (tijdelijk) verdwijn<strong>en</strong> van soort<strong>en</strong>, waardoor het<br />

ev<strong>en</strong>wicht van het ecosysteem verschuift. De gevoeligheid is sterk afhankelijk van diverse<br />

populatiek<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> zoals de g<strong>en</strong>eratietijd van e<strong>en</strong> soort <strong>en</strong> de huidige grootte<br />

van populaties.<br />

19 Bewuste verandering soort<strong>en</strong>sam<strong>en</strong>stelling<br />

K<strong>en</strong>merk: Er is sprake van bewust ingrijp<strong>en</strong> in de natuur door herintroductie van soort<strong>en</strong>,<br />

introductie van exot<strong>en</strong>, uitzett<strong>en</strong> van vis, inzaai<strong>en</strong> van g<strong>en</strong>etisch gemodificeerde<br />

organism<strong>en</strong> et cetera.<br />

Interactie andere factor<strong>en</strong>: Heeft met name direct invloed op de factor ‘verandering<br />

in populatiedynamiek’.<br />

Gevolg: Er treedt concurr<strong>en</strong>tie op in voedselbeschikbaarheid, nestgeleg<strong>en</strong>heid et cetera.<br />

Deze concurr<strong>en</strong>tie kan leid<strong>en</strong> tot het verdring<strong>en</strong> (opvull<strong>en</strong> van de niche) van de<br />

oorspronkelijke soort<strong>en</strong>. Ook kunn<strong>en</strong> soort<strong>en</strong> verdwijn<strong>en</strong> door predatie van de geïntroduceerde<br />

soort. Hierdoor kunn<strong>en</strong> relaties binn<strong>en</strong> het ecosysteem word<strong>en</strong> verstoord.


Bijlage 3: literatuurlijst<br />

Broekhuiz<strong>en</strong>, S., Hoekstra, B., van Laar, V., Sme<strong>en</strong>k , C., Thiss<strong>en</strong>, J.B.M. 1992. Atlas<br />

van de Nederlandse zoogdier<strong>en</strong>, uitgeverij KNNV, Utrecht.<br />

Limp<strong>en</strong>s, H., Mostert, K., Bongers, W. 1997. Atlas van de Nederlandse vleermuiz<strong>en</strong>,<br />

uitgeverij KNNV, Utrecht.<br />

SOVON Vogelonderzoek Nederland, 2002. Atlas van de Nederlandse Broedvogels<br />

1998, 2000, Nederlandse Fauna 5. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis,<br />

KNNV Uitgeverij & European Invertebrate Survey-Nederland, Leid<strong>en</strong>.<br />

Spitz<strong>en</strong> - van der Sluijs, A.M., Willink, G.W., Creemers, R., Ottburg, F.G.W.A., de<br />

Boer, R.J., Pfaff, P.M.L., de Wild, W.W., Stronks, D.J., Schröder, R.J.H., de Vos, M.T.,<br />

Soes, D.M., Frigge, P. & Struijk, R.P.J.H. 2007. Atlas reptiel<strong>en</strong> <strong>en</strong> amfibieën in Gelderland.<br />

1985-2005. Stichting RAVON, Nijmeg<strong>en</strong>.<br />

Websites:<br />

www.ravon.nl<br />

www.natuurloket.nl<br />

www.vogelbescherming.nl<br />

www.sovon.nl<br />

www.minlnv.nl<br />

www.gelderland.nl<br />

www.infomil.nl

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!