INHOUDSOPGAVE - Bart van Egmond
INHOUDSOPGAVE - Bart van Egmond
INHOUDSOPGAVE - Bart van Egmond
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
4. Methode <strong>van</strong> onderzoek<br />
Het is voor de beantwoording <strong>van</strong> mijn vraagstelling niet nodig om een uitgebreide<br />
historiografie te geven <strong>van</strong> Augustinus’ visie op de genade. 7 Ook behandel ik niet apart de<br />
theologie <strong>van</strong> de monniken die hij aanschreef. Het gaat me heel precies om de wijze waarop<br />
Augustinus zelf in deze late geschriften zijn visie op de genade verbindt met een bepaalde<br />
spiritualiteit.<br />
Daarom begin ik met de weergave <strong>van</strong> twee synchroon-historische studies (volgens<br />
mijn onderzoek de enige twee) die de discussie <strong>van</strong> Augustinus met de zogenaamde semi-<br />
pelagianen in zijn geheel in beeld brengen. Daarbij vraag ik me af hoe deze studies de<br />
verbinding zien tussen Augustinus’ visie op de genade enerzijds en een bepaalde spiritualiteit<br />
anderzijds. Ik zal dan concluderen dat de methode <strong>van</strong> onderzoek in deze studies tekort<br />
schiet om recht te doen aan Augustinus’ theologie en mystagogische motieven. Geïnspireerd<br />
door andere literatuur die meer systematisch-diachroon het geheel <strong>van</strong> Augustinus’ theologie<br />
in beeld brengt, schets ik vervolgens een verstaansmodel waarmee de lacunes uit de<br />
genoemde detailstudies opgevuld zouden kunnen worden. De vraag is echter of dit model<br />
past bij de vier traktaten zelf. Dat wordt duidelijk in het onderzoek <strong>van</strong> de afzonderlijke<br />
traktaten. 8<br />
Na deze inleiding in het onderzoek begin ik met de behandeling <strong>van</strong> de afzonderlijke<br />
geschriften. Daarbij geef ik steeds eerst een introductie in de historische context <strong>van</strong> elk<br />
geschrift. Vervolgens probeer ik op het spoor te komen hoe Augustinus in elk geschrift met<br />
zijn gedachten over de genade zijn lezers spiritueel aan het vormen is. Daarbij geef ik steeds<br />
een parafrase <strong>van</strong> het geschrift, die geleid wordt door mijn vraagstelling. Nagegaan worden<br />
steeds: de beleving <strong>van</strong> de relatie tussen God en mens (1), de daarbij passende attitude (2) en<br />
handelingen (3). Ik filter deze elementen er echter niet steeds apart uit omdat ik de eigenheid<br />
<strong>van</strong> het betreffende geschrift geen geweld wil aandoen. Ik sluit elk hoofdstuk af met een<br />
samenvatting <strong>van</strong> het gevondene. In een slothoofdstuk geef ik antwoord op de hoofdvraag.<br />
7 Zie voor een (zoals de auteur zelf aangeeft, nog steeds onvolledig) overzicht: Volker H. Drecoll, s.v. “Gratia” in:<br />
Cornelius Mayer (hrsg.), Augustinus-Lexicon, vol. 4, (Basel: Schwabe, 2004), 182-242.<br />
8 Ik zet dus een bepaalde hermeneutische bril op bij het lezen <strong>van</strong> de traktaten. Ik loop dan het gevaar dit model<br />
aan de teksten op te leggen. Dat gevaar is er echter altijd (juist als je niet bewust kiest voor een bepaald<br />
hermeneutisch model). Ik probeer me natuurlijk door de teksten zelf te laten corrigeren, maar uiteindelijk zal ook<br />
mijn interpretatie niet meer zijn dan een constructie, een augustinisme.<br />
6