13.09.2013 Views

Cor Brink-Bruijn - Voetspoor

Cor Brink-Bruijn - Voetspoor

Cor Brink-Bruijn - Voetspoor

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Naam: <strong>Cor</strong> <strong>Brink</strong>-<strong>Bruijn</strong><br />

Leeftijd: 86<br />

Was: vroedvrouw en beeldend kunstenaar<br />

<strong>Cor</strong> <strong>Brink</strong>-<strong>Bruijn</strong> was 43 jaar vroedvrouw. En dat niet alleen. Ze zat in het verzet, huwde de<br />

Amersfoortse artiest Martin <strong>Brink</strong>, ontplooide haar eigen kunstzinnige talenten en ontdekte als<br />

hoogbejaarde de Japanse therapie reiki. ,,Oud worden is mooi, oud zijn valt nogal tegen.''<br />

<strong>Cor</strong> <strong>Brink</strong>-<strong>Bruijn</strong><br />

Helemaal gelukkig ben je nooit<br />

,,Ik ben nieuwsgierig. Altijd geweest. Dus ben ik ook nieuwsgierig naar straks. Ik geloof in ruimte,<br />

onmetelijkheid en ook wel ontferming. Waar ik niet in geloof is dat ik met zondigen het Opperwezen<br />

zou kunnen beledigen. Nee. Daar zijn mensen veel te nietig voor.’’<br />

Voor de goede orde: in haar mooie rietgedakte Amersfoortse villa, een Rijksmonument, praat <strong>Cor</strong><br />

<strong>Brink</strong>-<strong>Bruijn</strong> liever over vroeger dan over later. De wereld wordt zo klein naarmate een mens ouder<br />

wordt. Dan is het zo plezierig nog even met een gast boven in het atelier rond te snuffelen.<br />

Dat kunstkabinetje herinnert aan haar man Martin <strong>Brink</strong>, de in 1975 overleden tekenaar, aan de reizen<br />

naar Kenia, aan haar eigen werk: sculpturen van gebakken klei, poppen van geknipt piepschuim, met<br />

potlood getekende portretten.<br />

Ze hebben wat geëxposeerd samen.<br />

Wat zou ze nog graag haar handen laten wapperen. Creatief zijn. Maar het zicht is niet meer je dat en<br />

na een herseninfarct vorig jaar is <strong>Cor</strong> <strong>Brink</strong> <strong>Cor</strong> <strong>Brink</strong> niet meer. Begin 2003 reed ze nog auto nota<br />

bene. ,,Vroeger was ik het lichaam de baas. Dat is voorbij, en ik kan het niet uitstaan. Oud worden is<br />

moe worden. Ik moet mezelf ‘s ochtend dwingen actief te worden. Het liefst ga je meteen weer zitten.<br />

Suffen en slapen.’’<br />

– Wat houdt u op de been?<br />

,,Humor. Ik ben nooit een hypochonder geweest. Ik zie gelukkig overal de kolder van in. Zelfs om mijn<br />

eigen verdriet kan ik lachen. Een keer per week ga ik naar Het Inloophuis. Kletsen, koffiedrinken, maar<br />

ook dingen doen, zoals mandala’s tekenen en inkleuren. Maar wónen tussen senioren is niet bepaald<br />

wat ik wil. Dan praat je dag in dag uit over kwalen en briljante kleinkinderen.’’<br />

– Kennen ze <strong>Cor</strong> <strong>Brink</strong>-<strong>Bruijn</strong> nog?<br />

,,Ik zeg wel eens: in deze omgeving zou ik geen scheve schaats kunnen rijden. Ik ben hier meer dan<br />

veertig jaar vroedvrouw geweest. Samen met mijn collega juffrouw Perk heb ik 9000 Amersfoorters op<br />

de wereld geholpen.<br />

Dan was er nog die Academie voor Beeldende Kunsten natuurlijk, op de hoek van de Utrechtseweg.<br />

Twaalf jaar hebben mijn man en ik de academie gerund, en dat met een eenmalig subsidietje van<br />

3000 gulden. Toen moest dat prachtige gebouw, het oude Amersfoortse politiebureau, worden<br />

gesloopt voor de rondweg. Een schande.’’<br />

– Uw ogen spuwen nóg vuur.<br />

,,Mijn vader had het ook altijd over die ogen.’’<br />

– ???<br />

,,Ik had brutale ogen. Ik was te bijdehand. Als meisje van 18 moest ik ‘s avonds om tien uur thuis zijn.<br />

Dat werd een keer tien over tien. Toen deed mijn vader het slaapkamerraam open en riep: ‘Je bent te<br />

laat, je kunt beter teruggaan’. Hij had natuurlijk verwacht dat ik zou smeken om naar binnen te mogen.<br />

Maar ik wenste hem nog een fijne nacht en heb bij onze buurvrouw aangeklopt.<br />

Die buurvrouw was verloskundige. Zo ben ik in dat vak verzeild geraakt. Ze zocht jonge meisjes voor<br />

de opleiding kraamverzorging. Ik wist niet eens hoe dat ging: bevallen. Ik wist niet eens hoe kindertjes<br />

gemaakt werden. De opleiding duurde al met al negen maanden. En toen zei m’n opa: ‘Nu moet je<br />

vroedvrouw worden; daar heb je de hersens voor’. Hij had het geld.’’<br />

– Die kweekschool stond in hartje Rotterdam en toen brak de oorlog uit.


,,Op het platte dak, zeven hoog, heb ik vliegveld Waalhaven zien platbranden. Vier dagen later brak<br />

de hel los: het bombardement op Rotterdam. De kliniek lag in een ring van vuur. Ademen kon<br />

nauwelijks door roet en de geur van brandend mensenvlees. In de kelder, waar normaal de<br />

overledenen werden opgebaard, richtten we een provisorische verloskamer in. Verder dienden we als<br />

eerste hulppost.<br />

Het was afgrijselijk, maar je deed wat je behoorde te doen: hulp bieden. Bang was ik niet. Bang ben ik<br />

nooit geweest. Maar mijn tante Cato was een heldin. Zij, een gepensioneerde vroedvrouw die heel<br />

haar leven in Rotterdam had gewerkt en nu in het veilige Amsterdam woonde, stond opeens voor de<br />

deur. Ze kwam helpen. In dat inferno. Zo’n vrouw verdient alsnog de ridderorde.<br />

Na het bombardement stond eenzaam en alleen de toren van de St. Laurenskerk nog overeind, te<br />

midden van het puin. Ik dacht nog: God zal toch niet alleen zijn eigen huis hebben gespaard?<br />

Rotterdam is voor mij nooit meer Rotterdam geworden. Er vielen bij dat bombardement 800 doden. En<br />

dan al die gewonden. Meer dan 80.000 mensen werden dakloos. Ongeveer 24.000 huizen waren<br />

verwoest.’’<br />

– Geen angst, ooggetuige van terreur. Zo rol je de illegaliteit in.<br />

,,Dat ging vanzelf, ja. Ik was fel anti-Duits. Het aardige was dat die kweekschool NSB-besmet was.<br />

Dokter Klumper, gynaecoloog en docent, gaf ons les in NSB-uniform. Dat bood mij ongedachte<br />

kansen. Wie zou een meisje van zo’n instituut verdenken? Ik werd verbindingsvrouw. Als er uit<br />

Engeland wapens waren gedropt voor de ondergrondse, werd ik in de nachtdienst gebeld. Ik moest<br />

die informatie dan weer doorspelen. Als ‘oom Arthur kwam logeren’ wist de ontvanger dat er weer<br />

ergens wapens lagen. Ik gaf de berichten trouw door, maar verder wist ik niets. Zo kon je nooit iemand<br />

verraden. We wisten alleen telefoonnummers en in het beste geval gefingeerde namen.<br />

Om mijn illegale klusjes te verdoezelen sloot ik vriendschap met Thea Mussert, het nichtje van Anton<br />

Mussert, de voorman van de NSB. Zij zat bij ons op school. Ik genóót van dat spel. Thea Mussert was<br />

mijn dekmantel. Alleen dát herinner ik me nog van haar. Geen flauw idee of ze een aardig meisje was<br />

of niet. Gunst...’’<br />

– Oorlog deformeert.<br />

,,Oorlog is onzinnig. Oorlog bewijst ook niks. De winnaar heeft alleen bewezen dat hij gewelddadiger<br />

is dan de verliezer. Alle partijen verliezen.’’<br />

– Uw man was een geestverwant?<br />

,,Ik ontmoette Martin <strong>Brink</strong> in 1942. Hij zat als werkloze in een etalage portretten van Duitse soldaten<br />

te tekenen. Om maar niet naar Duitsland te hoeven. Hij was tekenleraar, maar de Cultuurkamer eiste<br />

een loyaliteitsverklaring aan Hitler en die had hij geweigerd. We huwden binnen twee maanden, en<br />

vanaf de allereerste getrouwde nacht was ik zwanger.<br />

Tijdens de oorlogsjaren hielpen we joodse kinderen onderduiken. Mijn man vervalste<br />

persoonsbewijzen. Op de afdeling bevolking van het stadhuis werkte Bob van der Heide. Als er in<br />

Amersfoort iemand stierf, kreeg een ongeveer even oude onderduiker diens persoonsbewijs. Dat deed<br />

Bob. Martin maakte de geboortedatum kloppend.’’<br />

– In 1975, hij was nog geen 60, stierf Martin <strong>Brink</strong>.<br />

,,Hij liep vrolijk te fluiten en kreeg een hartaanval. De kunst was zijn leven. Hij tekende dag en nacht.<br />

In huis, op vakantie, overal. Dat was niet altijd makkelijk. In geestelijke zin was hij thuis altijd afwezig.<br />

Werd uitgelachen om zijn gebrek aan zakelijkheid en verafgood om zijn tekentalent. Mijn man gaf alles<br />

weg. Ik had stiekem een spaarbankboekje. Ik was ook niet zakelijk opgevoed, maar op zeker moment<br />

dacht ik: een van ons tweeën moet de wijste zijn.<br />

We hebben drie kinderen gekregen en twee pleegkinderen opgevoed. Vanaf het moment dat onze<br />

jongste twaalf werd ben ik weer fulltime vroedvrouw geworden. Dat was mijn bestemming. Zorg<br />

bieden. Ik heb het 43 jaar gedaan. Daarna ben ik wat vaker dat atelier ingedoken, ben ik een boekje<br />

gaan schrijven en heb ik op eigen houtje een boek over het werk van Martin <strong>Brink</strong> uitgegeven.’’<br />

– En toen kwam de reiki in uw leven.<br />

,,Reiki is heling door handoplegging, maar kan ook – als je zoals ik tweedegraads bent – op afstand<br />

worden toegepast. Door elk lichaam stroomt levensenergie. Die kan door stress geblokkeerd raken.<br />

Een reiki-behandeling haalt die blokkade weg. Energie kan dan weer vrij stromen. Hoe het kan, weet<br />

ik niet, maar dát het kan, weet ik wel.<br />

Als ik mijn hand op een pijnlijke plek leg voel ik warmte. Soms wordt mijn hand zelfs gloeiend. In de<br />

wachtkamer van een ziekenhuis houd ik het niet uit. De theorie is trouwens dat iedereen met deze


gave wordt geboren. Je moet het willen ontwikkelen, de sluizen open willen zetten. Ik kan reiki ook op<br />

mezelf toepassen. Dan verdwijnt de kramp uit mijn benen.<br />

Ik vind het verdraaid jammer dat ik reiki niet eerder heb ontdekt. Als vroedvrouw had ik kunnen<br />

uitproberen of je er barensweeën mee kunt verlichten.’’<br />

– U blijft nieuwsgierig?<br />

,,Dat is een onuitroeibare eigenschap. Ik heb ook regressietherapie gevolgd. Ik heb paranormale<br />

ervaringen beleefd. Die dingen vind ik interessant en die zoek ik dan op. Ik ben vier keer terug<br />

geweest in een vorig leven. In de tijd van de Batavieren was ik vrouw van de hoofdman en heb ik<br />

mezelf zien sterven op een stenen bed. Of het waar is of dat mijn verbeelding met me op de loop ging,<br />

weet ik niet. Ik heb het in elk geval zo beleefd. Punt.<br />

Ik wil niets uitsluiten. Ik wil niets begrenzen.’’<br />

– Maakt dat het leven de moeite waard?<br />

,,Dat... weet ik niet. Maar wie grenzen passeert en bewust leeft, dat vooral, is naar mijn overtuiging<br />

een rijker mens. Zelfs op mijn leeftijd kun je dan nog iets voor anderen betekenen. Ik raad jonge<br />

mensen altijd aan voortdurend te investeren. Niet alleen in hun relatie, huis, werk of kinderen, maar<br />

vooral in zichzelf. Wie inhoud verzamelt, creëert een appeltje voor de dorst.’’<br />

– Zo kun je nog vieren dat je 86 bent.<br />

,,Helemaal gelukkig ben je nooit. Alleen in de hemel, misschien. Het leven is een voortdurende strijd<br />

op de evenwichtsbalk. De kunst is steeds weer in balans te komen. Mij werd pas gevraagd mijn leven<br />

in fases op te delen en die kleuren te geven. Welke kleur past bij mijn jeugd, welke bij mijn werkzame<br />

leven, welke bij mijn jaren nu. Die kleuren staan dan voor de mate van geluk.<br />

Het is me niet gelukt.<br />

Nu, op mijn 86e, ben ik wéér bezig het evenwicht te vinden. Want het lichaam doet niet meer wat de<br />

geest wil. De deur van dat atelier is in wezen gesloten voor me. De krant moet ik lezen met een loep.<br />

En de hersenen pikken het ook niet meer zo snel op. Dat is geen lolletje. Maar ik móet me er wel bij<br />

neerleggen. Ik sta voor het blok. Om dat te accepteren, daar ben ik nu mee in de weer.’’<br />

24 juli 2004

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!