You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Naam: <strong>Evert</strong> <strong>Kroon</strong><br />
Leeftijd: 46<br />
Is: ondernemer<br />
Met een geschat vermogen van 40 miljoen euro staat <strong>Evert</strong> <strong>Kroon</strong> op plaats 452 van Quote’s top-500 van<br />
rijkste Nederlanders. ,,Ik sta dus voor lul,’’ zegt de vastgoedmagnaat uit Bosch en Duin, die driekwart van<br />
het jaar in het Zuid-Franse Antibes woont. Maar volgend jaar is <strong>Kroon</strong> gestegen. Dát belooft hij.<br />
<strong>Evert</strong> <strong>Kroon</strong><br />
Snel en mateloos in alles<br />
Ik geneer me dood voor de kinderen, maar ik heb dus nog nooit een boek gelezen. Geen interesse. Geen<br />
geduld vooral. Alles moet snel bij mij. Voor de tv zap ik me een ongeluk. Zelfs slapen doe ik snel. Vier<br />
uurtjes. Dan schiet me weer iets te binnen en sluip ik m’n kantoor in, want ik moet het van impulsen<br />
hebben.<br />
Ik heb al vijf keer mijn rijbewijs moeten inleveren. Nu laat ik me uit economische motieven wat vaker<br />
rijden door een chauffeur, maar vroeger kon ik ook op de weg geen maat houden. Ik ben een agressieve<br />
rijder. Als ik ergens te laat dreig te komen in dit land met die pokkefiles, wil ik nog wel eens een<br />
busbaantje pakken, of een vluchtstrook.<br />
Dat is niet goed te praten, nee, maar ik kan mezelf ook niet verloochenen. Het enige wat ik onder controle<br />
heb, is dat ik nooit meer met een slok op achter het stuur kruip. Dan laat ik me zeker rijden.<br />
Ik heb makkelijk praten: ik kan me veel veroorloven. Daar heb ik dan ook hard voor gewerkt en veel voor<br />
op het spel gezet. Mensen die zeggen: sjonge, sjonge <strong>Evert</strong>, waar heb je die luxe aan verdiend, die<br />
vergeten vaak dat ik voortdurend op een slap koord heb gelopen. Met links en rechts het ravijn.<br />
In 1988 en 1989 heb ik vijf miljoen gulden verloren. Ik zat nog in de autobusiness. Ik kocht van de curator<br />
een failliete boedel met Renault 5-cabriootjes in Brussel, maar juist toen werd Renault-directeur Georges<br />
Besse doodgeschoten. Zijn opvolger wilde geen contract meer met die fabriek in Brussel. Een jaar later<br />
zat ik als tussenhandelaar met vijftig Canadese Jeeps à 15.000 dollar opgescheept omdat de importeur<br />
uit Frankrijk met ongedekte cheques had betaald.<br />
Dat zijn klappen, hoor.<br />
Maar toch: als ik morgen niks meer heb, ben ik volgend jaar weer boven jan. Geloof me maar.<br />
Handelsgeest is onuitroeibaar. Op de middelbare school kon ik de hele dag maar aan één ding te<br />
denken: geld. Ik wilde later onafhankelijk worden. Daar moest alles voor wijken.<br />
Op mijn vijftiende was ik al een soort werkgever. Mijn vader had in Tienhoven een benzinepomp en een<br />
werkplaats voor schade-auto’s. In de garage aan de overkant ging ik in de weekends auto’s poetsen. Nou<br />
ja, poetsen heb ik maar even gedaan, want ik zette m’n vriendjes aan het werk. Per gepoetste auto<br />
ontving ik honderd gulden. Een kwart gaf ik aan de poetsjongen; de rest hield ik zelf.<br />
Tegelijkertijd begon ik een krantenwijk. Zelf heb ik geen krant bezorgd, maar van al die wijk- en<br />
streekkrantjes maakte ik thuis een mooi pakketje en die liet ik weer door jongens uit de buurt bezorgen.<br />
De verdiensten deelden we. Samsam. Op mijn zeventiende kon ik zo godzijdank het huis uit - want zo<br />
best was dat huwelijk tussen m’n ouders niet. Op mijn achttiende kocht ik de eerste drie appartementen.<br />
In Maarssenbroek. Ik had meer dan een ton gespaard. Dat was voor de bank genoeg mij een hypotheek<br />
van drie ton te verstrekken.<br />
Van elke piek die ik had verdiend, kocht ik stenen. Tegen stenen kan geen enkele andere investering op.<br />
Stenen lopen nooit weg. Je moet alleen de tijd nemen. Goud, diamanten, aandelen vooral - mensenlief,<br />
hoed je voor dompers, maar met vastgoed zit je altijd snor. Ik beschouw stenen als het kussen onder mijn<br />
hoofd.<br />
Ik moest natuurlijk ook werken. Dat werd automonteur. Een half jaartje, niet langer, want ik heb twee<br />
linkerhanden en kan nog geen motorkap openmaken. Mijn tong was rapper dan m’n handen, dus leek het<br />
me een beter idee de verkoop in te gaan, met de bedoeling zo gauw mogelijk eigen baas te worden<br />
natuurlijk.<br />
Als ik voor één beroep geen respect kan opbrengen dan is dat dat van autoverkoper. Als je helemaal niks<br />
meer kunt... Een makkelijk en lui leven. En liegen en bedriegen! Sorry, maar ik kan het weten. De<br />
Renaults rond 1980 waren allemaal roestbakken. Weet je wat we zeiden? ‘Op deze zit ruimtevaartlak,<br />
meneer, doorroesten is voortaan uitgesloten’. We verzonnen het waar de klant bij stond.
Nou ben je een slechte handelaar als je je klanten blijft bedonderen. Je moet niet overdrijven. Hadden we<br />
eenmaal een klant aan de haak, dan lieten we hem niet meer los. Dat deden we door een goeie<br />
naservice te bieden. Jawel, enig ethisch gevoel had ik nog wel in m’n donder.<br />
Mijn eigen baas heb ik overigens beduveld waar hij bij stond. Overdag werkte ik bij de Opel-dealer in<br />
Maarssen, ‘s avonds verkocht ik stiekem Hondaatjes op het terrein van m’n vader. De Civic en de Accord<br />
waren je-van-het. Ik hield overdag gerust een deal tegen door tegen die klant te zeggen: kom vanavond<br />
anders even naar Tienhoven; daar staat een veel beter autootje.<br />
Op 5 juli 1979, op mijn 21e, was ik zelf dealer. In Maarssen. Ik had drie ton op de bank, mijn vader stond<br />
borg voor een ton. Tegen mijn verkopers zei ik: denk erom, als de klant vijf keer nee heeft gezegd,<br />
verkoop je pas een auto. Anders heb je de verkeerde prijs afgemaakt.<br />
Daarna had ik ook vestigingen in Utrecht, Nieuwegein en Houten. Langzaam maar zeker heb ik de<br />
concurrentie uitgerookt. Dolf van der Made ging heel snel failliet. En ook de verkoopdirecteur van Renault<br />
Nederland, die in 1984 in Overvecht voor zichzelf dacht te kunnen beginnen, heb ik binnen twee jaar<br />
kapotgemaakt.<br />
Zo werkt dat.<br />
Je moet vijanden kunnen maken om overeind te blijven. Ooit schreef Autoweek een lelijk stuk over onze<br />
werkplaats in Overvecht. De onderhoudsbeurten waren een farce. Ik kreeg lucht van dat artikel en heb<br />
toen dertig man op pad gestuurd om alle, maar dan ook alle nummers van Autoweek in de regio op te<br />
kopen. Dat kostte me 20.000 gulden. Ik ben natuurlijk gillend in mijn eigen zwaard gevallen, want het viel<br />
zo op dat de krant er over ging schrijven. Op basis van dat artikel in Autoweek heb ik er overigens wel<br />
twee monteurs uitgeflikkerd. Want kloppen deed het verhaal wel.<br />
In 1999 heb ik voor 25 miljoen gulden de vier bedrijven verkocht aan Renault. Behoudens de panden, die<br />
hield ik zelf. Ik zag de bui al hangen. EU, Brussel, NMa... Man, ik ben voor het vrije-ondernemerschap,<br />
maar we dreigden helemaal te worden uitgeknepen door de fabrikant. Van die glazen franchisepaleizen<br />
langs de snelweg. Niks voor mij.<br />
Ik ben toen helemaal in vastgoed gedoken.<br />
Ik durf nog wel mijn nek uit te steken, maar alles gecalculeerd nu. Deze week nog heb ik Safe Motors<br />
opgekocht, een keten van acht motorzaken. Lag op z’n gat. Verkeerd management. Ik ben ervan<br />
overtuigd dat het volgend jaar weer loopt als een tierelier.<br />
Onverantwoorde risico’s neem ik niet meer. Wat ik heb opgebouwd, is me heilig. Toen ik vorig jaar een<br />
bod op stadion Galgenwaard deed, dachten sommige mensen dat ik van God los was. Wisten zij veel dat<br />
ik net voor 35 miljoen euro het CMG-hoofdkantoor in Amsterdam had verkocht.<br />
Verder heb ik een FC Utrecht-hart. Net als Joop Leliveld die het stadion uiteindelijk heeft gekocht. Ik wilde<br />
boten losmaken. Joop en ik hebben niets samen bedisseld, maar omdat we elkaar goed kennen hadden<br />
we het anders samen opgepikt. Het leek wel telepathie. Galgenwaard is een goed project, geloof me<br />
maar. Nu is de gemeente zo gek geweest de club te redden. Dat viel te voorzien. Utrecht zonder FC<br />
Utrecht is onvoorstelbaar.<br />
Ik ben niet zo gek veel meer in het stadion. Dat komt doordat ik driekwart van het jaar in Zuid-Frankrijk<br />
woon. Altijd mijn droom geweest. Ik ben francofiel. Ik houd van het joie de vivre. En zakelijk is het daar al<br />
helemaal een eldorado. Tussen Marseille en Monaco wonen 130.000 Nederlanders. We doen daar<br />
gewoon aan kruisbestuiving. Je sluit deals aan het zwembad. Ik doe iets voor jou, jij doet iets voor mij.<br />
Waar ik me wel voor afsluit, is dat potsierlijke vertoon in Saint-Tropez. Ik heb wel respect voor geld. Ik<br />
pingel op alles af. Op kleren, luxeartikelen, you name it. En dacht je echt dat ik een wijntje van 500 euro<br />
bij een diner met hotemetoten bestel? Donder op. 40 euro is mijn maximum.<br />
Ik heb enkele appartementen, in Juan-les-Pins, in Antibes, maar zelf wonen we in Antibes in een prachtig<br />
Provençaals huis. Uitzicht op zee. Ik was daar aan het joggen, zag dat huis en dacht: dit is het. Stond<br />
voor 8 miljoen francs te koop. Van de makelaar hoorde ik dat Engelsen al een optie hadden genomen,<br />
maar toch wel wat moeite hadden met de financiering.<br />
Toen heb ik gezegd: ik bied 5,8 en jij krijgt twee ton courtage. Maar dan wel vanavond nog voor zessen<br />
afhandelen. Anders geen deal. Ik dacht: ik zal hem nog verder opgeilen en gaf die makelaar een cheque<br />
van 200.000 franc. ‘Die handtekening zet ik om zes uur wel’. Om vijf voor zes ging de telefoon. Ik lag<br />
lekker op het strand.<br />
Ik voel me goed in Antibes. Beter dan in Bosch en Duin. Tot voor enkele jaren was Nederland nog het<br />
beste jongetje van de klas. Moet je nu eens zien. Zeker qua veiligheid zijn we in vliegende vaart<br />
omlaaggekelderd. Ik heb dat afgelopen zomer aan den lijve ondervonden, Nee, daar weid ik beslist niet<br />
over uit. Maar afpersing is in dit land aan de orde van de dag. Justitie en politie vallen in Nederland niet<br />
langer serieus te nemen. Slappe hap.
Ik heb twee kinderen uit mijn vorige huwelijk. Carla heeft ook twee kinderen uit haar eerste huwelijk.<br />
Samen hebben we een dochter van elf. De vier oudsten beginnen zelfstandig te worden. Wie weet<br />
beginnen wij nog wel een nieuw leven in Australië. Antibes is geweldig, daar niet van, maar ik houd van<br />
uitdagingen. Het leven mag nooit saai worden.<br />
Ik wil nog zo veel. De afgelopen zeven jaar reed ik rondjes op het circuit. Vorig jaar zelfs om de Porsche<br />
Supercup, het voorprogramma van de GP’s Formule 1. Snelheid, gevaar, ik vind het heerlijk. Ik had in<br />
wezen niets te zoeken tussen die professionals, want ik doe mijn stropdas af en klim ongetraind die kar<br />
in, maar ik sloeg toch geen gek figuur.<br />
Ik word nu te oud, vind ik. Ik ga me richten op enduroraces. Met Peter R. de Vries - een vriend van me -<br />
wil ik volgend jaar Parijs-Dakar rijden. In een Bowler V8. En ik wil het najaar nog de marathon van New<br />
York lopen.<br />
Ja, ik haal alles uit het leven wat erin zit. Ik ga er vanuit dat mijn streep bij 65 jaar ligt, en dan nóg moet ik<br />
de wind mee hebben. Mijn opa, m’n vader, ooms, iedereen is relatief jong gestorven. Kanker. Dus<br />
waarom zou ik eraan ontsnappen? Bovendien tart ik dagelijks mijn lichaam. Ik ben mateloos in alles. Ik<br />
kan flink doorhalen, stomdronken worden. Ik leef als een Bourgondiër. Dan loop ik weer 10 kilometer<br />
hard. Ik stap in een raceauto. Ik slaap vier uur. En ik voel nog altijd spanning als ik zaken doe. Kortom, ik<br />
leef verre van gezond.<br />
Maar liever extreem dan gemiddeld. Zonder uitdagingen kan ik niet. Ik zal wel in het harnas sterven.<br />
Zeker niet in een hangmat.<br />
10 april 2004