14.09.2013 Views

archief/Jaarboeken/Jaarboek VOM-2012.pdf - Vereniging Oud ...

archief/Jaarboeken/Jaarboek VOM-2012.pdf - Vereniging Oud ...

archief/Jaarboeken/Jaarboek VOM-2012.pdf - Vereniging Oud ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

De eerste dertien zijn jongens, waarvan één of beide ouders gealimenteerd werden.<br />

Nummer 14 had geen ouders meer en werd door de Lutherse armenzorg onderhouden.<br />

De laatste twee jongens kwamen uit het weeshuis. Ook hun ouders<br />

waren overleden.<br />

Niemand wil vrijwillig in Franse dienst<br />

Op 9 juli 1809’s morgens om half twaalf, waren deze jongens, samen met hun ouders,<br />

aanwezig op het stadhuis voor een buitengewone vergadering. De president<br />

memoreerde dat het ging om jongens en hun ouders die tot de zogeheten bedeelden<br />

behoren. Toen de president vervolgens de vraag stelde ‘of zij genegenheid<br />

hadden, om in de koninklijke kweekschool te worden opgenomen, hebben zij allen<br />

een weigerend antwoord gegeven, waarna de President hen wel ernstig onder<br />

het oog heeft gebragt dat zij zich in alle gevallen als ordentelijke en ijverige jongelingen<br />

zouden hebben te gedragen, ten einde door hunne vlijt en arbeid zoo<br />

veel mogelijk te zorgen dat hunne ouders geene uitdeelingen van Armenfondsen<br />

zouden behoeven, en tevens herinnerende dat een als nu de gelegenheid wierd<br />

aangeboden, om door een roemrijke loopbaan hun toekomstig geluk te volmaken<br />

en waar omtrend den president de sterkste aandrang bezigde, om hen daar toe aan<br />

te moedigen’.<br />

Een dag later wordt aan de landdrost gemeld dat ‘terwijl wij met opzigte tot het<br />

encouragement van andere jongelingen, de ouders en kinderen der gealimenteerden<br />

voor ons hebben ontboden en aan dezelve op eene gepaste wijze zijn Majesteits<br />

Intentie ten dezen aanzien hebben kenbaar gemaakt, zonder dat wij tot op heden<br />

enige reusite (goede afloop, caeg) hebben kunnen obtineeren (verkrijgen, caeg)<br />

daar zij allen hebben verklaard ongenegen te zijn hen vrijwillig aan te bieden’.<br />

De onderstreping staat in de brief.<br />

Op transport naar Utrecht<br />

Op 2 augustus komt een brief van de landdrost ter sprake waarin hij opdracht<br />

geeft om de genoemde zestien jongelingen voor het Koninklijk Etablissement van<br />

Militaire kwekelingen naar Utrecht over te brengen. Een tussenstation want Den<br />

Haag was het uiteindelijke doel. Onder verantwoordelijkheid van het gemeentebestuur<br />

en in het bezit van hun doopbewijs moesten de jongens naar Utrecht worden<br />

gebracht. Niet in militaire maar in ‘politieke’ kleding. Gewone kleren dus. In<br />

Utrecht moeten ze aan de militaire commandant worden overgedragen. Het<br />

stadsbestuur moet er voor zorgen ‘dat het transport op een zagtzinnige en allessints<br />

gepaste wijze geschiede’ en daarna de landdrost verslag uitbrengen. De regenten<br />

van het Gereformeerd weeshuis en huiszittende huis en ook de armen-<br />

MONNICKENDAMSE JONGENS IN HET LEGER VAN NAPOLEON (1812)<br />

voogden van de Lutherse gemeente worden van deze brief op de hoogte gesteld.<br />

Aldus gebeurt. Begin augustus 1809 vertrekt de groep, onder begeleiding van Pieter<br />

Kous Bos, regent van het weeshuis, een diaken van de Gereformeerde gemeente<br />

en een armenvoogd van de Lutherse kerk, naar Utrecht. Hoe het vervoer heeft<br />

plaatsgevonden, wordt niet vermeld, maar het zal wel per boot zijn geweest, via<br />

Amsterdam.<br />

Terug naar Monnickendam!<br />

Maar dan gebeurt er wat vreemds. Op acht augustus van dat jaar schrijft de secretaris<br />

van het stadsbestuur, Cornelis Mars‘ dat op laatstleden vrijdagavond de bij<br />

die aanschrijving genoemde jongelingen onder geleijde van drie heeren regenten<br />

van onderscheijdene armen behoorlijk na Utrecht zijn opgezonden en aldaar in<br />

conformiteit van gemelde aanschrijving zijn overgeleverd. Wij hebben echter bij<br />

retour van gemelde Commissie ontwaard dat slegts negen van de zestien jongelingen<br />

zijn aangenomen en zeven derzelve, met name Roelof Verkuijl, Dirk Krumpelman,<br />

Harmanus Knikker, Jacob Hoppe, Johannes Fris, Hendrik Beuniker en<br />

Jan Komen met gemelde commissie zijn teruggekeerd’.<br />

Afgekeurd?<br />

Wat is er gebeurd? Waren ze onderweg gedeserteerd? Nee. Vermoedelijk zijn deze<br />

zeven jongens niet goed genoeg bevonden om als militair opgeleid te worden. Mogelijk<br />

had dat te maken met hun lengte (1.55 mtr. of minder) ,want veel jongeren en<br />

ouderen waren in die fase van de geschiedenis klein van stuk en daarmee ongeschikt<br />

voor het zware werk in een leger. Ze kunnen ook ziek zijn geweest, een handicap<br />

hebben gehad of een zwakke gezondheid. Allemaal zaken waar verderop in de negentiende<br />

eeuw goed naar gekeken werd, zoals de militieregisters laten zien.<br />

Erzijnduszevenjongensteruggekomen.Hoehetverdermethenisgegaan,vertellen<br />

ons de registers van de Burgerlijke Stand van Monnickendam.<br />

* Harmanus Knikker, overleden op 21 december 1857, is op 25 augustus 1833 getrouwd<br />

met weduwe Huibertje de Graaf.<br />

* Jacob Hoppe, overleden op 5 augustus 1831, is op 8 september 1822 getrouwd met<br />

Lena Margaretha Rieman.<br />

* Johannes Fris, overleden op 24 september 1851, is op 14 april 1822 getrouwd met<br />

weduwe Wilhelmina Scheeve.<br />

* Roelof Verkuijl, overleden op 17 mei1841, trouwde op 8 mei 1814 met Maritje<br />

Greuter.<br />

* Klaas Martens, overleden 2 november 1852, trouwde op 9 april 1820 met Pietertje<br />

Gerrits Stroman.<br />

84 85

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!