Open Monumentendagbrochure 11 - UiT in regio Kortrijk
Gratis
Inhoudstafel
Woord vooraf 03
Grensgevallen 04
Filip Canfyn : “Goede architectuur is
eigenlijk conflictbeheersing” 10
Kerk wordt Kunstwerk in Bossuit 12
Publieke plaatsen in de regio krijgen een facelift 14
Wervik - De eeuwige strijd in het smokkelparadijs 16
Wervik - Grensverleggende conflicten aan de Leiebrug 18
Focus De Kortrijkse tuighuizen 20
150 jaar Kanaal Bossuit-Kortrijk 22
Vrederechter Paul Vancraeyveldt
“Wij zijn de huisartsen van de geest” 24
Fotomontage Valerie Vonck 26
Focus Kuurnse furie in woord en beeld 28
Vinger aan de pols 29
Restaureren is één ding, conserveren een ander … 35
‘De Groote Fabrieke’ wordt woonsite 38
Focus Amerikaanse trots over Flanders Field in Waregem 42
Agenda 44
Colofon
UiT in Regio Kortrijk / Open Monumentendag 11
is een uitgave van de gemeenten Anzegem, Avelgem, Deerlijk,
Harelbeke, Kortrijk, Kuurne, Lendelede, Menen, Spiere-Helkijn,
Waregem, Wervik, Wevelgem en Zwevegem
Overleg Cultuur / UiT in Regio Kortrijk
Grote Markt 54, 8500 Kortrijk - T. 056-27 74 30 - F. 056-27 74 09
info@uitinregiokortrijk.be - www.uitinregiokortrijk.be
Hoofdredactie: Kris Vanhee
Secretariaat: Arvid Waelkens en Marnix Theys
Redactie: Bart Noels, Bernard Vancraeynest, Lieven Vanmarcke, Stijn Vanhoorne,
Christophe Maertens, Kris Vanhee, Ruben Mayeur en de 13 bovenvermelde
gemeentebesturen. Elke medewerker is verantwoordelijk voor zijn/haar bijdrage.
Verspreiding: De gemeentebesturen van Anzegem, Avelgem, Deerlijk, Harelbeke, Kortrijk, Kuurne,
Lendelede, Menen, Spiere-Helkijn, Waregem, Wervik, Wevelgem en Zwevegem.
Fotografie: Valerie Vonck, Bart Noels, Patrick Holderbeke
Vormgeving: www.wimvandersleyen.com
Verantw. Uitgever: Christine Depuydt, André Devaerelaan 62, 8500 Kortrijk
Met dank aan De Vlaamse Gemeenschap, het provinciebestuur West-Vlaanderen en de lokale comités
Campagnebeeld
Open Monumentendag 2011
Een conflict, beste lezer
open monumentendag 2011
is een situatie waarin twee of meer partijen methodes hanteren, doelstellingen
nastreven of waarden aanhangen die, daadwerkelijk of in de
perceptie van de partijen, onverenigbaar zijn en daardoor in botsing komen.
Het is met andere woorden meestal een onopgeloste tegenstrijdigheid.
Conflicten kunnen optreden tussen landen, organisaties en mensen.
Deze wereld dompelt zich in conflicten. We staan in dit magazine niet stil
bij de conflicthaarden op deze aardbol maar zoemen in op onze eigen
Kortrijkse regio.
De architectuur van de gebouwen in onze streek toont heel goed hoe
vroegere conflicten, bijvoorbeeld in oorlogssituaties, de bouwkunst hebben
beïnvloed. Zie naar gemeenten of steden die zich door de eeuwen heen
letter lijk wapenden tegen de indringer. Overblijfselen zijn vaak nog duidelijk
merkbaar. Zo vonden we in Wervik zelfs een schandpaal.
Conflicten zijn vaak gerelateerd aan mensen. Lees hierna zeker onze tocht
doorheen de grensstreek. Zie hoe deze regio het conflictmodel hanteerde,
met vallen en opstaan leerde omgaan met meningsverschillen eigen aan
een grensgebied en wat de gevolgen daarvan zijn vandaag.
Heel wat conflicten vloeien voort uit de koppigheid van een volk, uit de
taalkeuze van een bepaalde gemeenschap, uit de tegenstelling arm en rijk.
Diverse bevolkingsgroepen, andere nationaliteiten en culturen samen laten
leven is een inspanning die veel consensus en energie vergt en vaak weegt
op de identiteit van een volk. En die identiteit bepaalt dan weer het gezicht
van een regio.
Wij overlegden met steden en gemeenten in de regio om deze leuke
UiTspecial samen te stellen naar aanleiding van Open Monumentendag.
Wij hopen dat je deze inspanning naar waarde kunt schatten. Neem dit
hebbe ding mee op je trip in september. Binnenin vind je ook een uitgebreid
programma.
Prettige OMDdag
Kris Vanhee
Hoofdredacteur
Woord vooraf
3
open monumentendag 2011 open monumentendag 2011
Grens-
gevallen
bart noels
Over het
relatieve van
grenzen in
een streek met
grenzen
Speuren naar conflict, 52 kilometer
langS de franS-WaalSe grenS
Grenzen scheiden. Grenzen definiëren.
Grenzen structureren. Grenzen bepalen
hoeveel belastingen je betaalt. Grenzen
bepalen wanneer je met een brommer mag
rijden. Grenzen bepalen je dagelijkse leven.
De grens met Frankrijk loopt als een scheiding
door onze achtertuin. Wallonië ligt
even ver. De grens fascineert. Want als er
een grens is, kan je die overschrijden. En
wat ooit één was, wordt nu exotisch en
boeiend. UiT neemt je mee langs de zuidergrens
van onze regio. Een lijn van Wervik
tot Avelgem.
komen-comineS
We staan aan de Leie in Komen. Comines
ligt aan de overzijde. Het water er tussenin.
Rivieren zijn bij uitstek een grens.
Hoewel, ze durven wel eens wisselvallig
zijn. De bedding verlegt zich, kronkels
worden recht gemaakt, en zo durven landstroken
wel eens niemandsland worden.
Dat de Leie een grens vormt is boven
dien niet altijd zo geweest. Het Frankrijk
van nu, aan de overkant, is het Vlaanderen
van toen. En dat Vlaanderen hoorde de
ene keer toe aan de Franse koning, de andere
keer aan Bourgondië. Pas in 1713
bepaal de de Vrede van Utrecht dat bijvoorbeeld
de steden Sint Winoksbergen (Bergues),
Belle (Bailleul) en Kassel (Cassel)
Frans werden, maar het was wachten tot
het Verdrag van Kortrijk van 1820 vooraleer
de FransBelgische grens definitief vast
lag. Pas tien jaar later kon België zeggen
dat het onafhankelijk was. En dan moest
de taalstrijd en de opdeling van het land
in gemeenschappen en gewesten nog beginnen.
We skippen even tientallen jaren actie
en gewoel. En keren terug naar de Leie.
Hier in Komen stonden we vroeger in
WestVlaanderen, sinds de jaren zestig is
dit Henegouwen.
Grenzen zijn relatief dus in deze regio.
En taal ook. Grensarbeid en grensverkeer
leerden de commercie al snel de taal van
de klant spreken. Ook werkgevers zijn
pragmatisch. In de negentiende eeuw werd
Vlaams gesproken op de werkvloer in Fives,
Rijsel en Roubaix. Op vandaag staan de
parkings op de bedrijventerreinen in de
grensstreek vol met wagens met Franse
nummerplaten. Voorlopig toch. Niemand
kan de effecten van het uitdovende grensarbeiderstatuut
exact voorspellen.
Waar handen nodig zijn wordt pragmatisch
met taal omgegaan. Hoewel. In het voorjaar
2011 vond in Wervik een congres plaats
over taal in de grensstreek, georgani seerd
door de steden Menen en Wervik, de Culturele
Kring Menen Wervik en Ons Erfdeel.
Een vakbondsmedewerker klaagde er over
een eerder ongeziene ‘verruwing’ op de
werkvloer. Het toegenomen belang dat de
politiek recent hecht aan taal en nationalisme
leidt tot meer spanningen in de fabriek.
Het ScHooltje van komen
We staan aan de Leie in Komen, op een
boogscheut van het Nederlandstalig schooltje.
De barak die in 1980 de deuren opende
was voor de Franstalige Komenaars het
toonbeeld van Vlaamse arrogantie. Zeven
Nederlandstalige kinderen liepen met
angstige ogen spitsroeden op de eerste
schooldag. Voor hen waren de kijvende en
brullende buren de boemannen.
Dertig jaar later is het stof gaan liggen.
De Taalkoffer heet het schooltje nu, het
telt intussen tientallen leerlingen. Het profileert
zich als een hippe jonge school met
aandacht voor natuur.
Maar achter de schermen blijven er
hardcore Vlamingen achter de school zitten.
De school wordt beheerd door de vzw
KNOKK, wat staat voor ‘Komitee voor
Nederlandstalig Onderwijs en Kultuur in
het Komense’, met aan het hoofd de Markenaar
Gui Celen, voorheen voorzitter van
de Marnixring, nu voorzitter van Pro
Flandria. Eén van de strijdpunten van de
vzw blijft de financiering van het schooltje.
Vandaag betaalt de Vlaamse overheid de
lonen van het personeel, volgens de vzw
moet de Franstalige Gemeenschap dit
doen. En die weigert.
langS de leie
We fietsen langs de Leie naar Wervik, dat
net zoals Komen een gelijknamige Franse
overbuur heeft. Wervik krijgt door de goedkopere
woningprijzen meer en meer Fransen
over de vloer en voert een alert cultuurbeleid.
Maar scènes zoals in Komen in de
jaren tachtig worden hier vermeden. Elders
in deze special van Open Monumentendag
lees je de verhalen van cultuurbeleidscoördinator
Steven Masil.
We passeren de Balokken, een prachtig
stukje natuur aan de Leie en rijden via het
industriegebied Menen binnen. Het Belgische
Galloo zwaait naar het Franse Galloo
aan de andere zijde. Dit heb je wel meer
aan onze grens. Garage Monserez ligt een
aantal kilometer verderop aan de grens
tussen Vlaanderen en Wallonië. De garage
kon kiezen waar de brievenbus zal staan.
Subsidies durven immers al eens te verschillen
in hetzelfde land.
Maar terug naar Menen. Deze grensstad
was vaak plek van conflict. De kazematten
daar dateren uit de periode 18151830,
gebouwd op de fundamenten van een
vorige versie van Vauban. Toen was België
een deel van het Koninkrijk der Nederlanden.
En de stad Menen was een deel van
een verdedigingslijn tegen de Fransen.
Met die Fransen hebben de Menenaren
vandaag minder problemen. Integendeel,
je loopt ‘s zondags over de koppen in de
Barakken, het lijkt bijna Frans grondge
4 5
Grensgevallen
bied. En op een eiland, op het grondgebied
van Halluin, in de Leie ligt de jachthaven
van MenenHalluin, een voorbeeld van
een grensproject.
De relatie tussen Menen en Halluin is
de voorbije jaren niet altijd zo uitstekend
geweest. Aanleiding voor conflict was vaak
de drukte in de Barakken, waar ‘s zondags
de Franse buren massaal neerstrijken, en
niet zoveel rekening hielden met parkeerregels.
Het ging zover dat de traditionele
medewerking aan de carnavalstoet in het
gedrang kwam. Een paar jaar geleden tekenden
de burgemeesters een protocol om
voortaan beter te luisteren naar elkaar.
‘Met de ondertekening van onze verklaring
moet steeds voorafgaand overleg worden
gepleegd in elke fase van het beslissingproces
over werken of activiteiten die zullen
plaatsvinden op het Leieeiland’, aldus
burgemeester Deroo van Halluin een paar
jaar geleden in de krant. Beide burgemeesters
gingen zelfs eigenhandig parkeerpaaltjes
uit de grond trekken, om duidelijk te
maken dat gezond verstand primeert aan
de grens.
een grenSpoSt met ambitieS
We rijden door Menen en trekken verder
oostwaarts, richting Rekkem. We rijden
voorbij Ons Erfdeel, een bungalow midden
de velden. Deze stichting voelt al jaren aan
de pols van deze grensstreek. Ons Erfdeel
maakt sinds de jaren zeventig mensen
gevoelig voor taal en cultuur, aan beide
kan ten van de grens.
Op de brug over de E17 blikken we neer
op de grenspost van RekkemFerrain.
Eigen lijk staan we op deze brug op de eigenlijke
grens, want de grenspost ligt volledig
op Belgisch grondgebied. Door het
reliëf waren de grenspostbouwers gedwongen
om een paar honderd meter richting
Vlaanderen te trekken om de gebouwen
en parkings aan te leggen.
Deze grenspost is al jaren doelwit van
ambities van iedereen die het goed voor
heeft met grensoverschrijdende samenwerking.
Er waren de plannen voor een
talenpaviljoen, toneelstukken werden geschreven
over en voor deze plek.
Maar intussen, na de komst van de Euro,
sloot het wisselkantoor aan beide zijden
de deuren. Enkel aan Franse zijde zie je
de politie af en toe auto’s uitkammen, op
open monumentendag 2011
zoek naar drugs afkomstig van Nederland.
In maart besliste de federale regering de
verkommerde douanegebouwen te verkopen
aan de Vlaamse regering. Die wil
op de uitgestrekte parking een bewaakte
parking maken voor truckers die overnachten
aan de grenspost. Een minder glamoureus
opzet, maar fel gesmaakt door de
vrachtvervoerders.
Het drie-regio-punt
De grens liep tot nu toe netjes langs water
en straten. Vanaf nu loopt de grens ook af
en toe door weiden en velden. Voorbij de
grenspost zoeken we naar het drieregiopunt,
waar Vlaanderen, Wallonië en Frankrijk
elkaar raken. Het enthousiasme stijgt,
de trappers worden iets harder naar beneden
gedrukt. Dat we volgens de kaart nu
ook dicht bij de Rekkemse wijk Paradijs
zitten doet de verwachtingen nog meer
toenemen.
In de Vagevuurstraat kijken we uit op
een weide. Geen grenspaal in de buurt,
geen landmark, niks. Een bunker ligt te
zonnen, een verlopen Frans straatje gaapt
ons toe, palend aan Vlaamse huizen met
wat koterijen. Dat is het dan, het drieregiopunt.
We zien er de humor van in. Misschien
kon dit punt er niet gewoner uit zien dan
dit. De Eurometropool is misschien meer
gediend met het alledaagse dan met
de chique grandeur. Dit punt oogt best
VlaamsPicardisch. Misschien moet hier
nooit ofte nimmer een landmark komen.
riSquonS-tout
Bunkers liggen her en der verspreid in de
weiden. Ze herinneren aan de grens, aan
oorlog, aan verdediging. In het gehucht
RisquonsTout bevindt zich een klein oorlogsmonument.
In mei 1940 vond hier een
schermutseling plaats tussen Britten en
Duitsers. Terwijl de Britten in de struiken
lagen had een kleine groep Duitsers de
kruispunten bezet. Een kleine pantser wagen
van de Britten viel aan. Hun vuur werd beantwoord
door een antitankwapen. Balans:
drie gesneuvelde Britten.
Maar de RisquonsTout was al eerder
een plek van conflict. In 1848 meer bepaald,
het jaar van de grote volksrevoluties
in Europa. Via de weg naar Aalbeke probeerden
honderden revolutionairen het
open monumentendag 2011
6 7
Grensgevallen
open monumentendag 2011 open monumentendag 2011
jonge België binnen te dringen. Ze wilden
een republiek stichten.
Maar hun komst was niet onverwacht.
Belgische militairen stonden klaar. Amper
twee uur duurde de strijd, waarin bijna
vijftig revolutionairen sneuvelden. De monarchie
was gered. Het incident stimuleerde
wel om eens goed na te denken over het
stemrecht in ons land.
StakerSpiket
We rijden door het glooiende landschap
tussen Moeskroen en Aalbeke. Hoe vredig
het landschap in deze grensstreek er mag
uitzien, toch is het conflict nooit veraf. We
passeren de spoorweg. Hier liggen de fabrieksgebouwen
van tapijtenfabriek Louis De
Poortere tegen de grond. Wat overblijft, is
het wachtlokaaltje van de fabriek, waar
begin de eenentwintigste eeuw maandenlang
een pop hing aan een strop. Uren,
nachten en weken hebben vakbondsmilitanten
en arbeiders van het zieke Louis
De Poortere hier piket gestaan. Boos op
de bedrijfsleiding, angstig voor hun toekomst.
Boos op de eigenaar die de gezonde
delen van het bedrijf in Frankrijk verder
had uitgebreid.
tombroek
We blijven de grens volgen, en rijden door
anonieme bedrijventerreinen, langs een
transformatorpost, over versleten wegjes.
Op de grens met Rollegem banen we ons
een weg tussen de rollende groene heuvels
en de grijze dozen die rook uitbraken. De
Rollegemnaren kijken al jaren tegen een
muur van fabrieken aan. Moeskroen wil
stilaan luisteren naar hun verzuchtingen.
Met steun van de Eurometropool proberen
Moeskroen en Kortrijk nu overeen te stemmen
over stedenbouw, industrie en het
beperken van de overlast. Een permanente
thematische werkgroep moet dergelijke
discussies over nabuurschap naar het
verleden verwijzen.
Het landschap wordt lieflijker, de industrie
verdwijnt achter ons. In de Ronse vaalstraat
passeren we een volkscafé dat steevast
vol zit met Vlamingen en Walen en we
duiken zuidwaarts, richting Dottenijs. Over
heuvels en dalen gaat het nu, het lijkt alsof
we vleugels krijgen.
De natuur wijkt weer voor beton als we
ter hoogte van Kooigem op de N50 komen.
De steenweg waar de federale en lokale
politiekorpsen uit de buurt al jaren hun
handen mee vol hebben. Controle op fuivende
jongeren, de ‘boites de nuit’, de alcohol
en de overdreven snelheid.
8 9
kanaal
We verlaten snel dit betonnen lint en dromen
weg bij het kanaal dat naar Roubaix leidt.
Dit kanaal is bron van grensoverschrijdende
discussies, maar ook een toonbeeld van
samenwerking. Ooit was dit gekend als een
stinkende vieze gracht die overwoekerd
was en waar problemen werden verlegd
naar de buren. Stilaan wordt deze waterweg
in zijn glorie van de textielperiode hersteld.
Het water wordt rein, de fietspaden brengen
je naar hartje Roubaix.
We steken de schelde over in Warcoing,
gekend voor zijn suikerfabriek en cruisen
even door Wallonië. Langs de Schelde
rijden we oostwaarts. Hier is het conflict
stilaan ver te zoeken, de Schelde verdeelt
de natuur netjes tussen SpiereHelkijn en
Avelgem aan de ene kant, Pecq en Pottes
aan de andere kant. Hier scheidt de Schelde
het groen, in een machtig open en vriendelijk
landschap.
WindmolenS
Toch is hier ook sinds kort het conflict
opgelaaid. Onderwerp: windmolens. Eerst
plande een Waalse intercommunale windmolens
langs de Schelde ter hoogte van
Celles. Dat zinde buurtbewoners niet,
zowel de Waalse als de Vlaamse. En momenteel
is er nog steeds een discussie in Avelgem
over het al of niet toelaten van windmolens
op industrieterreinen. Maar aan beide
zijden is iedereen het er nagenoeg over
eens: deze Scheldevallei haalt zijn kracht
uit zijn schoonheid. En die mag niet verloren
gaan.
mira
We stoppen aan de zogenaamde Mirabrug.
Over deze plek verhaalde Stijn Streuvels
in de Teleurgang van de Waterhoek. De brug
laat je van West naar OostVlaanderen gaan
en omgekeerd. We hebben 52 kilometer
grens achter de kiezen. Conflict, verzoening
het ligt op een meter van elkaar. ✽
de eurometropool
lille-kortrijk-tournai
---------------------------------------------
ELKE DAG GRENZEN WEG VAGEN
De Eurometropool Lille-Kortrijk-Tournai
is opgericht in januari 2008 en is een
Europese Groepering voor Territoriale
Samenwerking, de allereerst in zijn
soort overigens. Maar liefst 147 Franse
en Belgische gemeenten maken deel uit
van de Eurometropool, goed voor twee
miljoen inwoners.
De Eurometropool is een overleg orgaan
van 14 instellingen. Hun doel is om
culturele, politieke en bestuurlijke
grenzen weg te vagen en om het
dagelijkse leven van de inwoners van
de Eurometropool te vereenvoudigen.
Momenteel zijn er zes thematische
werkgroepen actief:
• Diensten naar de burgers toe
• Toerisme
• Cultuur
• Mobiliteit en toegankelijkheid
• Duurzame ontwikkeling
• Economische ontwikkeling
Deze werkgroep maakt voorstellen voor
het bureau en de algemene
vergadering van de Eurometropool,
bij wijze van spreken het college en de
gemeenteraad. Daarnaast is er nog een
forum van het middenveld en een
conferentie van de burgemeesters.
Een grensoverschrijdend Agentschap,
gevestigd in Kortrijk, zorgt voor de
ondersteuning van de vele overlegorganen
en projecten. Kortrijkzaan Stef
Vande Meulebroucke is de directeur.
Architect Filip Canfyn(52) is
na 3,5 jaar zijn dagen aan het
aftellen als directeur Stadsplanning
en Ontwikkeling bij
de stad Kortrijk. Hij zoekt andere
horizonten op. In 2008 stapte hij
over van de privésector naar
de overheid. Voor OMD legde
de uitgeweken en bijzonder
gedreven Bruggeling zijn ziel
bloot. En dan vooral over de
zovele aanleidingen tot conflicten
over het wonen in het Kortrijkse.
open monumentendag 2011
Filip Canfyn :
“Goede architectuur
is eigenlijk
conflictbeheersing”
bernard vancraeynest
‘Van bewoners bewonderaars maken’
Waarom leidt architectuur zo dikwijls
tot glasharde conflicten, zelfs tot
burengeschillen, die eindigen voor
de rechtbank?
‘Neem nu een simpele gevel. Die is een
afscheiding van de private ruimte maar
ook het begin van de publieke ruimte. Wie
naast je woont of langsloopt is wel verplicht
om tegen je gevel aan te kijken, zoals Gerrit
Komrij schreef in ‘Het boze oog’ (dat verplichte
lectuur zou moeten zijn op elke
architectenschool). Een boek kun je dichtklappen,
muziek kun je wegzappen maar
een gevel zie je altijd. Slechte architectuur
veroorzaakt en goede architectuur beheerst
het conflict op de rooilijn. Goede architectuur
regelt dus het sociaal verkeer. Slechte
architectuur denkt louter vanuit het object,
dat moet worden gerealiseerd en niet vanuit
zijn rol in en voor zijn omgeving.
Iedereen, die in het stadhuis komt voor
het afleveren van een bouwvergunning, is
er heilig van overtuigd dat wat voor hem
werd getekend het allerbeste is. Die enorme
egocentrische eigendomslust van de hardwerkende
Vlaming moet dus ge kanaliseerd
worden in het algemeen belang.’
Wat verstaat u dan als directeur
stadsplanning onder het begrip
ruimtelijke ordening?
‘Dat is voor mij dus sociale ordening.
Finaal regelt ruimtelijke ordening dat uw
buur, uw overbuur en de gemeenschap op
een correcte manier kunnen omgaan met
wat er wordt gebouwd. Dat is het klassieke
toepassen van het adagium dat mijn
vrijheid eindigt waar die van de andere
wordt bedreigd!’
In 2010 lanceerde de stad de
toepassing van de woningtypetoets.
Wat moeten we daaronder verstaan?
‘Daar was enorm veel om te doen. En toch
gaat het slechts om het eenvoudig nadenken
over de vraag of de door de bouwheer
gekozen woontypologie de juiste is op die
plaats en in die omstandigheden en dus
geen conflicten van privacy, inkijk en schaduw
veroorzaakt. Men noemt dat ook de
appartemententoets. Voor negentig procent
uit domheid krijgt Kortrijk er altijd maar
appartementen bij waar niemand om vraagt.
Die woningtypetoets hebben we nodig om
mogelijke conflicten snel te kunnen bijsturen.’
Ook een bouwovertreding is een
conflict. Waarom niet ingrijpen daar
waar zware bouwinbreuken werden
gepleegd?
‘99,5% van de bouwheren houdt zich aan
zijn bouwplan, hoewel we niet altijd weten
waar een raampje twintig centimeter is
opgeschoven. Wie het echter té grof speelt
moet streng worden aangepakt. Er zijn
twee groepen stoute burgers. Je hebt de
professionele sloebers, die denken meer te
mogen dan een ander en met een regularisatie
de boel te kunnen oplossen. En je
hebt de onwetenden, die ruzie met de
buren hebben en vergeten dat die op de
loer liggen om je op een bouwovertreding
te betrappen!’
naar demografiScHe receSSie
in regio
Kan men spreken van een
stadsvlucht uit Kortrijk?
‘Kortrijk levert veel inspanningen om zijn
imago op te krikken in de wijde omgeving.
Een recente studie wijst uit dat wij onze
faam van hautaine oubolligheid niet kwijt
raken en dat deze inspanningen intern
niets opleveren. Kortrijk verliest inderdaad
per maand honderd voornamelijk jonge
middenklassegezinnen. Die gaan in een
straal van zowat zeven kilometer buiten
Kortrijk wonen. Het is dus niet de bovenlaag
noch de onderlaag. De vluchters
trekken van een centrumstad naar de rand,
waar ze méér krijgen voor hetzelfde geld of
zelfs minder moeten betalen! Studies van
drie universiteiten wijzen bovendien uit dat
we hier in de regio rond 2015 naar een demografische
regressie gaan. Alle bewegingen
van migratie, nataliteit en mortaliteit samen
leveren ernstige negatieve saldi op.’
open monumentendag 2011
Hoe kan de streek die uittocht
afstoppen?
‘Dat kan door gezamenlijk inspanningen
te leveren om die vijver, waarin we allemaal
zitten te vissen en die kleiner zal worden,
groter te maken. Dan kan er ook méér vis
in gedijen. Op zich is het niet zo erg dat
Kortrijk in de laatste jaren 2000 inwoners
kwijtspeelde. Minder is dat de stadsvlucht
alleen wordt gecompenseerd door de in
“Kortrijk moet
opnieuw stad
van de bewoners
worden! ”
—Filip Canfyn —
trede van allochtonen, alleenstaanden en
eenoudergezinnen omdat er in Kortrijk
nog goedkope schimmelkamers te huur
zijn en omdat warmwaterloze appartementen
aan 250 euro per maand gevonden
worden! De koop en huurdruk in Kortrijk
komt méér en méér te liggen op een verouderd
patrimonium, dat vandaag zo goed
als onaangepast is. Als er niet snel wordt
ingegrepen qua energiezuinigheid bijvoorbeeld
staan we tegen 2020 voor een enorm
drama! Van de 19% huurpanden in onze
stad zal de helft van de panden moeten
verdwijnen omdat ze niet meer voldoen!’
Kan die situatie nog worden gekeerd?
‘Het zal moeilijk worden. De groep van
75% woningeigenaars in Vlaanderen dreigt
in twee stukken te barsten: twee derden
zal kunnen blijven kopen, één derde zal er
tussenuit vallen. En deze zullen allemaal
afdalen naar een huurmarkt zonder aanbod
noch kwaliteit, zodat de echte sukkelaars
helemaal weggeduwd zullen worden.’
Drijven de vele immokantoren in de
streek de huur- en koopprijzen van
woningen niet omhoog?
‘Overschat toch het belang niet van immokantoren.
Hun enige prestatie is verkopen
wat een ander heeft geleverd en gemaakt.
Ze zijn op de woningmarkt veel onschuldiger
dan de meeste banken, die mensen
doén kopen aan een tijdelijk lage rente!’
10 11
Reik eens enkele oplossingen aan
voor deze centrumstad?
‘Er zijn al grote inspanningen geleverd
maar men moet de mensen die hier uit
vrije wil kunnen wonen nog méér overtuigen
van de incentives van een stad. Men
moet de twijfelaars argumenten geven om
te blijven. Cruciale vraag is of Kortrijk
kiest voor zijn bewoners of voor zijn bezoekers.
Laten we het voor de bewoners
aangenamer maken en een voorbeeld nemen
aan Marcel Vanthilt, die vorig jaar een
maand lang liet voelen hoe aardig hij Kortrijk
vond. Een betere ambassadeur vind je niet!’
Heeft Kortrijk als centrumstad nood
aan een symboolgebouw, noem het
een icoon?
‘Vraag is of het Bilbaoeffect vandaag nog
altijd werkt. Naar bezoekers toe wel, naar
bewoners minder of niet, denk ik. Met het
MAS realiseerde Antwerpen alvast een
gebouw waarvoor de mensen speciaal naar
de stad zullen komen. Een stad als Kortrijk
bezit daarvoor de juiste schaal niet. Wij
moeten het hebben van kleine parels, zoals
de stedelijke begraafplaats van Bernardo
Secchi of het crematoriumgebouw van de
Pritzkerprijswinnaar, de Portugese architect
Edouardo Souto de Moura.’.
Over iconen gesproken. Ooit lanceerde
Karel Debaere, nu directeur bij
Leiedal, de idee om aan de grenspost
in Rekkem met middelen uit de
Euregio in wording een talencentrum
te maken als trekpleister voor de
toeristen. Leeft die idee vandaag nog?
‘Dit plan lijkt mij eerder een losse flodder.
Er bestaat daarom een taalkundig verschil
tussen plannen en plans. Er zijn veel méér
plannen, die worden gemaakt, dan plans,
die worden getekend! Het drama van deze
regio is trouwens dat ze volloopt met mensen
die goede bedoelingen hebben. Zo is het
woonregieboek van drie jaar geleden voor
de aanpak van de woonproblematiek vandaag
nog slechts dode letter! Om maar te
zwijgen over de Eurometropool. Fantastisch
maar Kortrijk moet zijn plaats kennen
naast Rijsel, dat groter is dan Brussel. Het
winkelcentrum K blijft wat het is, met of
zonder Eurometropool! De K floreert, niet
dankzij maar evenmin ondanks de Eurometropool!
Dat op vandaag in Kortrijk
nog altijd een snelle en voordelige treinverbinding
met Rijsel ontbreekt, Eurometropool
of niet, dat is pas een schande!’ ✽
open monumentendag 2011
Kerk
wordt Kunstwerk
in Bossuit
bernard vancraeynest
Commissie gewonnen
voor project
Ijslandse kunstenares
12
open monumentendag 2011
Uiterlijk tegen eind juni 2012 moet de kerk van Bossuit (Avelgem)
een artistiek rustpunt worden. Een commissie selecteerde vijf kunstenaars uit binnen en buitenland
om het gebouw een artistieke transformatie te geven. De voorkeur van de commissie ging
naar de Ijslandse kunstenares Katrin Sigurdardottir. Ze kiest resoluut voor een ‘outdoor’ kerk.
Sinds 2007 is de SintAmelbergakerk van
Bossuit, een Scheldedorp van 470 inwoners,
aan de eredienst onttrokken. Wegens haar
bouwvallige toestand werd ze buiten gebruik
gesteld. Ze werd opgetrokken in
Scheldesteen en is ongeveer even oud als
het kanaal BossuitKortrijk dat 150 jaar
geleden werd gegraven. Het gebouw hoort
niet toe aan een kerkbestuur maar is eigendom
van de gemeente. Het gaat niet om
een als monument geklasseerd gebouw
maar de kerk staat wel op de lijst van waardevol
erfgoed. Wegens de hoge kostprijs,
de beperkte erfgoedwaarde en het geringe
aantal kerkgangers was renovatie en heropening
als parochiekerk geen optie. Een
nieuwe publieke functie als ontmoetingsruimte
was evenmin een haalbare kaart.
Even werd zelfs overwogen om ze helemaal
af te breken. Maar de sloop zou een litteken
achterlaten omdat de kerk midden
het kerkhof ligt dat de binding maakt met
de plaatselijke gemeenschap. Door ze niet
af te breken maar ze tot kunstwerk om te
vormen, kan de site haar betekenis behouden.
Voor de bewoners van Bossuit en de
talrijke passanten kan ze zelfs een nieuwe
belevingswaarde krijgen. Uit een lijst van
twintig internationale kunstenaars weerhield
een commissie vijf namen om het
project verder uit te werken. Zowel de
gemeente Avelgem als de intercommunale
Leiedal, de Vlaamse bouwmeester en
de provincie WestVlaanderen maakten
deel uit van die commissie. Ze werden
gecharmeerd door wat een Ijslandse kunstenares
met de kerk wou aanvangen. De kans
is groot dat Avelgem met deze dame in zee
gaat.
ruïne
Met haar ontwerp slaagt Katrin Sigurdardottir
erin om de historische en symbolische
kwaliteiten van het gebouw en de plek te
accentueren. De torenspits en de daken
worden eraf gehaald. Op één na worden de
ramen tot beneden doorgezaagd. De klok
13
en het uurwerk blijven behouden. ‘Van het
gebouw zal enkel een ruïne overblijven.
De kerk wordt een kunstwerk waarin je
kunt wandelen. Binnenin de ruimte wil de
Ijslandse een strak stratenplan van Bossuit
aftekenen. Voor het decoreren van de ruïne
wil ze vooral groen gebruiken dat je nu
nog in de tuintjes van Bossuit aantreft’,
aldus Pieter Bracke, diensthoofd cultuur
van de gemeente Avelgem. ✽
— PrijsKaarTjE —
Mits goedkeuring door stedenbouw
Brugge, is de bouwtechnische start van
het project gepland voor deze maand
september. Nadien volgt de artistieke
invulling. De kostprijs van het project
wordt geraamd op 300.000 euro waarvan
100.000 euro door de overheid wordt
toegekend als project voor platte landsontwikkeling.
Het project Lelijke Plekjes is een
initiatief van de jarige Intercommunale
Leiedal(50) en tien
gemeenten uit de regio Kortrijk,
in samenwerking met Designregio
Kortrijk. De burger kwam
aandraven met lelijke plekjes,
vier kunst en architectuurscholen
leverden een pak
creatieve ideeën, professionele
ontwerpers werken een
vernieuwend ontwerp uit en de
gemeenten kunnen binnenkort
aan de uitvoering daarvan
beginnen.
open monumentendag 2011 open monumentendag 2011
Publieke plaatsen
in de regio
krijgen een facelift
lieven vanmarcke
Lelijke plekjes
LijsT MET DE 10 LELijKE PLEKjEs (ééN PEr gEMEENTE)
WaarMEE DE PrOfEssiONELE ONTWErPErs aaN HET
WErK KUNNEN.
01. Avelgem: parkeerplaats
tegenover de kerk van Rugge
02. Deerlijk: hoek Desselgem-
straat-Waregemstraat
03. Harelbeke: Zandberg,
omgeving Sint-Ritakerk
04. Kortrijk: oude tramstatie
Rollegem
05. Kuurne: dienstenparking ter
hoogte van jeugdhuis den Tap
06. Spiere-Helkijn: Spierebeek
07. Waregem: esplanade en ver-
binding met de stadionvijvers
08. Wervik: speelplaats schooltje
Ter Hand (Geluwe)
09. Wevelgem: omgeving
centrumkerk, hoek
Lauwestraat-Grote Markt
10. Zwevegem: Stationsplein
Sint-Denijs
Elke zichzelf respecterende grote stad is
druk bezig met het faceliften van de publieke
ruimte, denk maar aan het kaaienproject
van Antwerpen. Bij Leiedal vond
men dat de gemeenten uit de regio Kortrijk
ook best wat werk konden leveren. In mei
en juni van vorig jaar lanceerden Leiedal
en de tien deelnemende gemeenten (Avelgem,
Deerlijk, Harelbeke, Kortrijk, Kuurne,
SpiereHelkijn, Wervik, Wevelgem en
Zwevegem) een communicatiecampagne
om de inwoners aan te sporen hun voorstellen
voor de aanpak van lelijke plekjes
in te dienen. Als je het station van Kortrijk
binnenrijdt en de achterkant van de huizen
ziet, weet je meteen wat een lelijk plekje is
maar dit project focust op de publieke
ruimte. Koterie en lelijke achtertuintjes
kwamen dus niet in aanmerking. Leiedal
omschrijft het als volgt: “Een lelijk plekje
is een publiek toegankelijke plaats die
omwille van een gebrek, een eigenaardigheid,
onafgewerktheid of slechte inrichting
als lelijk wordt ervaren.” Niet minder dan
120 dergelijke lelijke plekjes kregen een
nominatie.
Wilfried Vandeghinste, projectcoördinator
van Lelijke Plekjes wil geen gemeente
noemen als lelijkste van de regio, omdat
het indienen van voorstellen soms afhankelijk
was van actieve verenigingen in een
buurt of een gemeente. Bij de genomineerde
lelijke plekjes ziet Wilfried wel enkele
trends. “Het eerste wat opvalt, is dat
de meeste lelijke plekjes zich in de verstedelijkte
band van de regio bevinden. Zeg
maar de strook van west naar oost tussen
de Leie en de E17. In het open landschap,
in het interfluvium tussen Schelde en Leie,
zijn er beslist ook onafgewerkte plekjes,
maar door de mooie omgeving worden die
blijkbaar veel minder als lelijk ervaren.
De ingediende lelijke plekjes kunnen
we indelen in een drietal categorieën. Je
Het geselecteerde lelijke plekje ligt in het centrum van Spiere. Het
is het centrale plein in het dorp, begrensd door de kerk, een deel
historische bebouwing en nieuwbouw villa’s. De Spierebeek loopt
onder het plein dat aangelegd is als een kale vlakte met kasseien.
De Spierebeek is onzichtbaar.
Het gemeentebestuur verwacht dat de ontwerper via een
creatieve ingreep de Spierebeek en het omliggende landschap
beter bij de beleving van het plein betrekt. Omdat de gemeentelijke
voorzieningen voor Spiere-Helkijn in het gemeentehuis in
Helkijn gebundeld werden, is het plein haar functie als centrum
van Spiere enigszins verloren. De ingreep moet het plein een
nieuwe identiteit geven.
hebt de overmaatse en slecht ingerichte
kruispunten, zoals het kruispunt aan café
’t Kanon in Kortrijk. Dan heb je slordige,
kleine, onafgewerkte hoekjes. Dat kunnen
bijvoorbeeld slecht ontworpen fietstunnels
zijn. Oude centrale pleinen in wijken of
dorpen zijn een laatste belangrijke categorie.
De vaak enorme parkings bij de kerk
hebben hun functie gedeeltelijk verloren.
Die parkings zijn soms het echte centrum
van een wijk geworden. Echt mooi is dat
niet. Voorbeelden genoeg: het centrum van
Rugge, een gehucht van Avelgem, het Robecijnplein
in het centrum van Spiere, het
Zandbergplein in Harelbeke.”
Uit de 120 lelijke plekjes werden twintig
plaatsen geselecteerd en daarmee konden
de vier participerende scholen aan de slag.
Dat waren de Katholieke Universiteit
Leuven, departement Architectuur, Stedenbouw
en Ruimtelijke Ordening, de Hogeschool
Gent, campus Melle, afdeling
Landschapsarchitectuur, de Artesis Hogeschool
Antwerpen en Howest Brugge,
departement Toegepaste Architectuur.
Wilfried Vangehinste:“We hebben de
scholen erbij betrokken om jonge, creatieve
ideeën te genereren. Ideeën die inspirerend
werken. De scholen zijn er elk op hun
manier mee omgesprongen. De scholen
werken met jaarthema’s en daar moest ons
project kunnen ingepast worden. De ene
heeft langer aan het project kunnen werken
dan de andere, maar wij hebben heel veel
enthousiasme gevoeld. Studenten zijn ter
plaatse gekomen om met de omwonenden
te praten, om te ervaren wat er leeft in de
buurt. Zo hebben de mensen uit Leuven
het project zelf omgedoopt tot ‘lelijk dorp’.
Zij zijn dan ook aan het werk gegaan met
oude of verouderde centra. In april hebben
de scholen de resultaten van hun oefeningen
voorgesteld aan het publiek en aan de
gemeenten. Die gemeenten hebben daar
EEN LELijK PLEKjE:
rOBECijNPLEiN iN sPiErE
14 15
na de ontwerpen voor hun gemeente aan
hun inwoners voorgesteld.”
profeSSionele ontWerperS
En dan komen de professionele ontwerpers
aan de beurt. De gemeenten hebben elk
één ‘lelijk plekje’ gekozen waarvoor ze op
zoek gingen naar een professionele ontwerper.
Wilfried Vandeghinste: “Wij zoeken
ontwerpers, architecten, kunstenaars of
designers die op een creatieve, eigenzinnige
en vernieuwende manier omgaan met
de publieke ruimte om de lelijke plekjes
te transformeren tot visuele trekpleisters.
Het doel is door middel van transformatie
of toevoeging de plek identiteit te geven,
zonder de functie ervan te wijzigen. Elke
ontwerper levert twee voorstellen af. De
ontwerpers krijgen daarvoor 5000 euro,
de helft daarvan wordt betaald door de
gemeenten, de andere helft door Leiedal
en de Europese cofinancier Interreg IVb
North Sea Regionproject ‘Creative City
Challenge’. 5000 euro voor twee ontwerpen
is geen bedrag waarmee we grote bureaus
zullen binnenhalen, maar dat is ook niet
de bedoeling. We hopen op jonge, creatieve
ontwerpers die zeker niet voor een
klassieke invulling gaan. Publieke plaatsen
een nieuwe invulling kunnen geven, moet
een thema zijn dat sterk wervend werkt,
denk ik. We gaan daarvoor zeker ook onze
internationale partners aanspreken.” De
ontwerpers gaan in het najaar aan de slag.
Wilfried Vandeghinste: “Om iets blijvends
over te houden aan Lelijke Plekjes zou het
natuurlijk ideaal zijn dat de gemeenten, of
toch enkele daarvan, de projecten effectief
laten uitvoeren. Leiedal engageert zich om
in het voorjaar van 2012 een publicatie
met de beste ontwerpen uit te brengen en
een eindevenement op poten te zetten.”
✽
In hun aanpak komen de Leuvense studenten met een
conceptueel verhaal waarmee ze de relatie tussen het centrum
van Spiere en het omringende open landschap willen herstellen.
Met hun ontwerp willen ze het plein opnieuw identiteit en
karakter geven. Het zicht op het landschap wordt opengemaakt
en de verbinding wordt tastbaar door de Spierebeek opnieuw
bloot te leggen. Op die manier wordt de topografie hersteld. Door
het plein randen van lage muurtjes te geven, krijgt het een
identiteit. Zitbanken zorgen ervoor dat de mensen tijd kunnen
nemen om te genieten van de omgeving. Afwachten dus wat
professionelen met het Robecijnplein willen aanvangen.
Frans etatisme
De Wervikse tabakscultuur ontstond in de
17de eeuw. Wervikse tabak was van superieure
kwaliteit. Plaatselijke fabrikanten
leverden hun koopwaar tot ver over de
Franse grens. Na het Verdrag van Utrecht
in 1713 ging Frankrijk over tot protectionisme.
De Franse staat verwierf het monopolie
op tabak en snuiftabak. Vooral snuiftabak
was toen een Wervikse specialiteit.
De protectionistische houding van de
Fransen was een streep door de rekening
van de plaatselijke tabakshandelaren. Wervik
maakte toen deel uit van de Oostenrijkse
Nederlanden (het zuidelijk deel van de
Nederlanden). De toenmalige heersers
leverden tijdens hun bewind weinig inspanningen
om de Wervikse tabaksindustrie te
ondersteunen. Dit was de aanleiding voor
de smokkel van tabak richting Frankrijk.
Wervikse handelaars openden in die periode
fabrieken op Frans grondgebied in Wervicq
Sud. Dit was een perfecte dekmantel om
het Franse staatsmonopolie te omzeilen.
open monumentendag 2011 open monumentendag 2011
Wervik
De eeuwige strijd
in het
smokkelparadijs
stijn vanhoorne
Wervik is tot op heden het mekka van de Belgische tabaksteelt.
De florerende tabakshandel werd er vanaf de 18de eeuw getekend
door de smokkel richting Frankrijk. Door de grensvorming
ontkiemde zich een nieuw grensconflict tussen Frankrijk en de
Oostenrijkse Nederlanden. Ook in de 20ste eeuw waren spitsvondige
blauwers in het grensgebied langs de Leie actief om Wervikse tabak
over de grens te krijgen. De tabakssmokkel ontaardde snel in een
eeuwige strijd tussen blauwers en douaniers.
Over blauwers en cOmmiezen
De smokkel herrees na de wreedheden van
Wereldoorlog I. Alle Wervikse kerverijen
moesten hun tabak naar Frankrijk overbrengen.
De Franse markt was tijdens het
interbellum de belangrijkste afnemer van
Wervikse tabak. Smokkelaars of blauwers
hanteerden spitsvondige technieken om
tabak over de Leie te brengen. De natuurlijke
grens bleek eens te meer een fameus
obstakel om uit de greep van de ‘commiezen’
te blijven. Wervik werd een berucht
smokkelparadijs voor tabak. Gewiekste
smokkelaars en heel veel doodgewone
families waren erin bedreven. Wervikse
tabak werd toen meestal geruild tegen
koopwaar die in Frankrijk spotgoedkoop
was. De ruilhandel vierde hoogtij. De
Hoeve Ter Walle op de Balokken, tegenwoordig
een recreatie-eiland om te onthaasten,
was een cruciale verzamelplaats
voor tabak. De hoeve lag strategisch op de
grens aan de Leie. Hoeve Ter Walle was
het zenuwcentrum van de tabakssmokkel.
Het was een huzarenstuk om alles wat niet
te groot of te zwaar was op creatieve wijze
naar Frankrijk te smokkelen: koffie, speelkaarten,
parfum, maar ook jukeboxen en
staande klokken.
Sterke verhalen
De strijd tussen blauwers en douaniers is
vereeuwigd in talrijke sterke verhalen. Deze
anekdotes zijn op zich een straf staaltje
erfgoed over het Wervikse tabaksverleden
en het dagelijks leven in de grensstad. De
douaniers waren nochtans goed uitgerust
om smokkelwaar op te sporen. Tijdens
patrouilles met douanehonden probeerden
ze het smokkelspoor van de blauwers te
vinden. Grenswachters beschikten over
prikstokken om laadbakken en vrachten
te fouilleren op verborgen smokkelwaar.
Zo is er het verhaal van een vlasboer uit
Geluwe wiens lading aan de brug van
Wervik gecontroleerd werd. De vlasboer
had enkele dure staande klokken tussen
het vlas verborgen. De smokkelboer kroop
door het oog van de naald toen dou aniers
met stokken in de vlasberg prikten. De
dure klokken doorstonden de doorgedreven
grenscontrole en werden heelhuids over
de grens gereden. Wervikse gezinnen hadden
een belangrijk aandeel in kleinschalige
smokkel. In die tijd was de zondagsmis in
Bousbecque (Frankrijk) opvallend populair.
De talrijke Wervikse kerkgangers staken
wekelijks de grens over met grote hoeveelheden
smokkelwaar die onder hun kledij
of op het lichaam verborgen was. Doorwinterde
smokkelaars staken de Leie over
in gammele bootjes of met veel acrobatie
via koorden die tussen beide oevers gespannen
waren. De blauwers riskeerden hun
leven om clandestien de Leie over te steken.
Verschillende smokkelaars zijn vooral ’s
nachts in de Leie verdronken nadat de
risicovolle oversteek van de rivier met een
sisser afliep. Met man en macht probeerden
collegasmokkelaars en handlangers het
lijk naar de Belgische oever te halen om niet
geklist te worden door Franse douaniers en
grenswachters. De smokkelpraktijken waren
sterk ingeburgerd in het dagelijkse leven van
de gezinnen, waardoor mensen niet meer
stilstonden bij de risico’s van het vak.
De beruchte bende van de Coudrons
was na Wereldoorlog II uitermate actief en
creatief in het smokkelparadijs Wervik. De
smokkelbende hield er een behoorlijk
grootschalige smokkel op na door gebruik
te maken van vrachtwagens. Vincent
Verbrugge, diensthoofd van Toerisme Wervik
en directeur van het Nationaal Tabaksmuseum,
herinnert zich een anekdote met
een handlanger van de Coudronbende. “Ik
werd in de jaren 1980 door de Franse televisiezender
France 3 geïnterviewd aan de
brug in Wervik. Ik had een toenmalige
handlanger van de Coudronbende uitgenodigd
om te getuigen over de smokkelpraktijken
van weleer. Toen we brug overstaken
richting WervicqSud, was de
80 jarige exsmokkelaar nog steeds angstig
dat enkele douaniers zouden opduiken.
Hoewel de smokkelpraktijken al lang verdwe
nen waren, illustreerde dit de spannende
tijd rond de grens.”
Standbeeld de blauWer
In de jaren 1950 werden enkele grote
smokkel processen gehouden voor de rechtbank
in Rijsel. Er werden enkele korte
gevangenisstraffen uitgesproken. Dit
luidde het einde van de smokkel naar
16 17
Frankrijk in. Het smokkelverleden werd
in 2007 vereeuwigd met het standbeeld
De Blauwer van de uit Wervik afkomstige
beeldhouwer Jan Desmarets. Het standbeeld
beeldt een zwemmende smokkelaar
uit die de Leie probeert over te steken om
uit de klauwen te blijven van een achtervolgende
douanier met blaffende douanehond.
De Blauwer, die deels in de Leie
staat, symboliseert het eeuwige katenmuisspel
tussen smokkelaars en douaniers.
Het standbeeld staat niet toevallig achter
het Nationaal Tabaksmuseum en is een
knipoog naar de tabakssmokkel van weleer.
✽
ensverleggende
nflicten
n de Leiebrug
stijn vanhoorne
open monumentendag 2011 open monumentendag 2011
Wervik
De eeuwige
strijd in
het smokkel-
paradijs
Bij een bezoek aan het Huis René Defrancq,
opgedragen aan de gelijknamige geschiedschrijver,
ontdek je talrijke grensconflicten
die het verleden van de stad Wervik bepaald
hebben. De stad was eeuwenlang de speelbal
van verschillende overheersers door het
verleggen van de grens. Voor de bewoners
van de tabaksstad was het een vreemde
periode met veel veranderingen en omwentelingen.
Wervik was het toneel van
opeenvolgende conflicten die het dagelijkse
leven in en de ontwikkeling van de
grensstad sterk zouden beïnvloeden.
Grensverleggende
conflicten
aan de Leiebrug
kWetSbaarHeid
De splitsing van Wervik in 1713 (het Verdrag
van Utrecht) had een grote impact op het
leven in de stad. Wervik was niet ommuurd
of door vestigingen beschermd zoals de
naburige steden Ieper en Menen. De tabaksstad
was bijzonder kwetsbaar en raakte
heel snel in conflicten betrokken vanaf de
18de eeuw. De afwisselende Oostenrijkse
en Franse overheersing zorgde voor gespannen
situaties in de grensstad.
De grensovergang in Wervik bleef een
hoofdrol opeisen in de 19de eeuw. Vlaanderen
werd zwaar geteisterd door een economische
crisis. Hoewel veel Vlamingen
in die periode naar de Verenigde Staten
emigreerden, bleven veel mensen in de
grensstreek wonen. In NoordFrankrijk
bloeide de mechanische textielnijverheid.
De vraag naar werkkrachten was enorm
hoog en het fenomeen grensarbeid was
geboren. De lonen in Frankrijk waren aantrekkelijk
en stimuleerden de welvaart van
vele Wervikse gezinnen. In die periode
ontstond een bloeiend commercieel leven
aan de Leiebrug dat vooral leefde van de
handel met grensarbeiders. Aan het begin
van de 20ste eeuw, voor de Eerste Wereldoorlog,
groeide de onvrede van de Vlaamse
arbeiders. Burgerlijke conflicten over lonen
en werkloosheid leidden tot woelige stakingen
in de grensstad. Na de Tweede
Wereldoorlog verdween de textielindustrie
in NoordFrankrijk en daalde de grensarbeid
zienderogen. De commerciële activiteit
aan de grensovergang stierf een
stille dood. De grensstad leefde gedurende
drie eeuwen in een opeenvolging van
conflicten met de grensovergang aan de
Leiebrug als spilfiguur in elk grensconflict.
aan de ScHandpaal genageld
In de tabaksstad pronkt een uniek stukje
erfgoed op de Steenakker. De schandpaal
kennen we als een middeleeuwse straf in
burgerlijke conflicten. Het Wervikse exemplaar
dateert uit de 18de eeuw en behoorde
toe aan de heerlijkheid Oosthove. Oosthove
was een autonome nederzetting met
een eigen rechtssysteem. Wervik was toen
nog geen stad. De Steenakker vormde de
grens van de heerlijkheid Oosthove en was
een belangrijke ambachtenzone. Het gebruik
van de schandpaal was geïnspireerd op het
middeleeuwse principe, maar diende niet
meer om mensonterende straffen uit te
voeren. Wie tot de schandpaal veroordeeld
werd, onderging een publieke vernedering
door het bekogelen met allerlei voorwerpen.
De schandpaal raakte tijdens de Franse
overheersing in onbruik en de symboliek
van het openbaar straffen verdween. Vele
jaren later werd de schandpaal per toeval
teruggevonden in een woning. De paal
werd geruime tijd gebruikt om een woning
te stutten. Eind de jaren 1960 besliste de
historische kring van Wervik om de schandpaal
op de Steenakker terug te plaatsen.
Niemand realiseerde zich de geschiedkundige
waarde van de houten paal. Zo gebruikten
marktkramers tijdens de wekelijkse
vrijdagmarkt de houten paal om hun tentzeilen
vast te leggen. De schandpaal werd
uiteindelijk opgewaardeerd en is nu nog
steeds als een mysterieus voorwerp uit het
rijke Wervikse verleden.
intergemeentelijke SamenWerking
Naar aanleiding van Open Monumentendag
2011 biedt Wervik een intergemeentelijk
programma aan over het thema Conflicten
in samenwerking met de stad Menen.
Gidsen uit Menen, Wervik en Noord
Frankrijk leiden je naar locaties die ooit
belangrijke conflicthaarden waren in het
grensgebied MenenWervik. Het programma
bewijst dat grensgebieden broeihaarden
van conflicten zijn.
Menen belicht de conflicten tijdens de
Franse overheersing in de 18de en 19de
eeuw. Een shuttleboot brengt je naar de
Leiebrug in Wervik, waar het strategisch
belang van bruggen in conflicten uit de
doeken wordt gedaan. In WervicqSud kan
je het Duits militair kerkhof bezoeken en
vertelt een gids over het leven in de naoorlogse
periode. Een bus brengt je vervolgens
naar het kerkhof van Bousbecque. Hier
vind je allerlei verwijzingen naar oorlogen
waaraan Frankrijk heeft deelgenomen.
Centraal staan Franse soldaten uit Bousbecque
die in een conflict zijn omgekomen.
Tot slot wordt de rondrit afgesloten met
een rondgang op de grootste Duitse militaire
begraafplaats van WestEuropa op de
grens van Menen en Wevelgem. Hier vertelt
een gids aangrijpende oorlogsverhalen op
de laatste rustplaats van duizenden soldaten.
✽
18 19
Gr
co
aa
open monumentendag 2011 open monumentendag 2011
* * * FOCUS * * *
De
Kortrijkse
tuighuizen
01.
02.
“De oude brandweerkazerne
is een merkwaardig gebouw”,
vertelt architect Christian De
Laey. “De meeste mensen kunnen
het gebouw situeren, hoewel
het niet op een hoofdweg ligt.
Dat zegt toch iets over de
uitstraling ervan. Het is een
zeldzaam toonbeeld van modernisme
in Kortrijk.” Het gebouw
in de Rijkswachtstraat in
Kortrijk heeft inderdaad een
opmerkelijk ontwerp maar ook
een bijzondere voorgeschiedenis.
Daarvoor moeten we meer dan
60 jaar terug in de tijd, naar het
begin van de Tweede Wereldoorlog.
03.
ruben mayeur
04.
01. Fiets voor het aandrijven van het
luchtverversingssysteem in de schuilkelder.
02. Opbouw van de tuighuizen, 1940. © Stadsarchief Kortrijk
03. Burgemeester Arthur Mayeur brengt een arduinen
gedenksteen aan, 1940. © Stadsarchief Kortrijk
04. De droogtoren van de oude brandweerkazerne anno 2011
EEn oorlogsvErlEdEn
* * * FOCUS * * *
Zes dagen voor de inval van nazi-Duitsland
in België, op 4 mei 1940, startten de werken
aan de ‘nieuwe tuighuizen der brandweer
en reinigingsdienst’. De oorlogsdreiging
liet zich sinds eind 1938 weer volop voelen.
Het stadsbestuur van Kortrijk zette de
tuighuizen bovenaan op de prioriteitenlijst
van openbare werken. Brandweer en technische
diensten zouden een belangrijke rol
vervullen in geval van oorlog, vooral met
het oog op de bescherming tegen luchtaanvallen.
Een nieuw, modern onderkomen
was nodig.
De plannen voorzagen ook in de constructie
van een schuilkelder, die moest
dienen als toevluchtsoord voor het stadspersoneel
ter plaatse. Begin 1940 beschikte
de stad reeds over een aantal goed ingerichte
schuilplaatsen maar het werk was nog
niet af. Bestaande kelders werden ver sterkt
en in de mate van mogelijke gasdicht gemaakt.
De Kortrijkzanen kregen voorlichting
– via voordrachten, films, tentoonstellingen,
… - over de preventieve maat regelen
tegen luchtaanvallen. Er werden vrijwilligers
gerecruteerd om de stadsdiensten bij te
springen in geval van bombardementen.
De snelle Duitse inval bracht de werken
aan de tuighuizen tot stilstand, maar ze
werden relatief snel hervat. Het uitbreken
van de oorlog en de bezetting van de stad
maakten de realisatie nog dringender.
Halfweg 1942 was het gebouw, voorzien
van een droogtoren (drogen van brandslangen)
en van een ondergrondse schuilplaats,
voltooid. De Etablissements Fichet
uit Brussel voorzagen de schuilkelder van
luchtdichte, stalen deuren als bescherming
tegen de luchtverplaatsing bij ontploffingen.
Dezelfde firma stond in voor de installatie
van een luchtverversingssysteem. Dit systeem
kon worden aangedreven door een fiets.
Installatie én fiets bevinden zich op vandaag
nog steeds ter plaatse.
EEn multifunctionEEl complEx
De tuighuizen zouden de zware bombardementen
op Kortrijk in 1943 en 1944
overleven. In de jaren 1950 deed een deel
van het gebouw dienst als centrum voor
medisch schooltoezicht. De openbare
douches dateren van die periode maar
werden gerenoveerd in de jaren 1990.
Vanaf 1963 nam een professioneel brandweerkorps
zijn intrek in de kazerne en werd
het hulpcentrum 900 er geïnstalleerd. In
1982 verhuisden deze diensten naar een
nieuw complex aan de Doorniksesteenweg,
enkel het vrijwilligerskorps bleef ter plaatse.
Andere stadsdiensten namen de vrijgekomen
ruimtes in. Op vandaag vinden we
in de tuighuizen een onderhoudsgarage en
depotruimte van de stad, openbaar sanitair,
het team “Net tot en met” (directie Leefmilieu)
en een huisbewaarderswoning.
Daarnaast hebben ook Studio Bloema
(opnamestudio voor blinden en slechtzienden),
UBAKTK Gulden Spoor Kortrijk
(radioamateurs) en de WestVlaamse bergsportvereniging
(kliminstallatie in de toren)
er een onderkomen. De meeste stadsdiensten
verhuizen binnenkort naar de nieuwe Site
Callens. Welke bestemming het gebouw in
de nabije toekomst zal krijgen is nog niet
bekend.
ModernisMe in KortrijK
Met de tuighuizen kreeg Kortrijk er een
architecturale blikvanger bij. In 2003 besloot
de Vlaamse overheid om het gebouw te
beschermen als monument. Het is één van
de weinige voorbeelden van modernistische,
functionele architectuur in Kortrijk. Aannemer
Cottyn uit Heule stond in voor de
uitvoering. Architecten W. Dutoit, P.A.
Pauwels en W. Van Spranghe tekenden voor
het ontwerp. Het gebouw is bijgevolg een
collectieve realisatie van de belangrijkste
Kortrijkse architecten rond 1940. Het wordt
beschouwd als één van de topwerken uit
het oeuvre van Van Spranghe, die bekend
staat voor zijn speelse, blokvormige volumes.
Het gebouw bestaat uit een betonnen
structuur met bakstenen parement in twee
bouwlagen, onder een plat dak. Het beeldbepalende
pand valt vooral op door de
droogtoren (circa 24m hoog), die een herkenningspunt
vormt in de omgeving. Het
centrale poortgebouw springt ook in het
oog, het wordt geflankeerd door vooruit
20 21
springende halfronde uitbouwen van één
bouwlaag. “De blokvormige toren met
glazen bovenverdieping en glazen trappenhuis
vormt een sterk tegengewicht voor de
horizontale bouwlagen”, licht architect
De Laey toe. “De horizontaliteit wordt
benadrukt door de langgestrekte ramen
met licht metalen roedeverdeling en de
platte bakstenen met verdiepte horizontale
voegen.”
RestauRatieplannen
Op vraag van de stad Kortrijk verrichtte
architect De Laey een voorbereidende
studie met het oog op de restauratie van
het gebouw. De stad heeft concrete plannen
om de voorgevel van de voormalige brandweerkazerne
zoveel mogelijk in zijn oorspronkelijke
staat te herstellen. Qua uitzicht
is deze gevel quasi volledig intact gebleven
sinds 1942 maar ingrepen dringen zich op
om verder verval te vermijden. De geplande
investeringen vormen een noodzakelijke
voorwaarde voor het behoud en zinvol hergebruik
van dit onroerend erfgoed.
De oude brandweerkazerne vormt de
blikvanger van Open Monumentendag
2011 in Kortrijk. Je kan het gebouw samen
met de schuilkelder gaan bezichtigen, de
toren is om veiligheidsredenen niet toegankelijk.
✽
Met dank aan Stad Kortrijk
(Directie Facility, Stadsarchief Kortrijk),
architect Christian De Laey en het
Vlaams Instituut voor Onroerend Erfgoed.
open monumentendag 2011
150 jaar
Kanaal Bossuit-Kortrijk
lieven vanmarcke
Het kanaal BossuitKortrijk maakt al 150 jaar de verbinding tussen de Schelde en de Leie. Het kanaal
kwam er om grondstoffen vanuit het Doornikse en de Borinage naar WestVlaanderen te transporteren,
maar echt rendabel is het nooit geweest. Anno 2011 heeft het kanaal naast een economisch ook een
duidelijke ecologische functie gekregen. Maar het vervoer over water wint veld en daar kan het kanaal
BossuitKortrijk voordeel bij doen.
Bernard Pauwels heeft net een tentoonstelling
opgezet over het kanaal en haar invloed
op Kortrijk. Geert Callens ging op zoek
naar mondelinge getuigenissen van mensen
uit het interfluvium, de streek tussen
Schelde en Leie). Die getuigenissen krijgen
een plaatsje bij de verhalenbank van de
provincie (www.streekvertelsels.be).
Het is niet toevallig dat het kanaal Bossuit
Kortrijk rond 1860 uitgegraven werd. Rond
die tijd werden de stoommachines belang
rijk in de opkomende industrie. Stoommachines
hadden steenkool nodig en door
het kanaal kwam de Borinage een stuk
dichterbij. Bovendien was 1860 het jaar
dat de stedelijke octrooien wegvielen en
de stadspoorten dus overbodig werden.
Als gevolg daarvan verlieten veel bedrijven
de stad om zich te vestigen buiten de vroegere
stadsmuren, langs de spoorweg of het
water. In Kortrijk werd de uitgegraven
aarde van het kanaal op veel plaatsen
22
trouwens gebruikt om de wallen te dempen.
Geert Callens: ‘Het politieke klimaat in
Kortrijk was in die tijd zo katholiek en behoudsgezind
dat de liberale werkgevers, die
vooruitstrevender waren, de stad verlieten
en naar Zwevegem of Stasegem trokken om
zich langs het nieuwe kanaal te vestigen. Veel
arbeiders uit Kortrijk gingen toen werken
in de NoordFranse industrie. Het kanaal
lag er al 50 jaar vooraleer men in Kortrijk
volop de kaart van de industrialisatie trok.
Dat het kanaal vertrok vanuit Bossuit is
niet toevallig, want de gemeente had toen
al een levendige haven op de Schelde.
Vanaf Bossuit hadden de boten loodsen
nodig om de vaarroutes te bepalen en
daardoor was er een aanlegkaai met cafés
en winkeltjes. Monseigneur De Haerne,
in die tijd volksvertegenwoordiger voor
Kortrijk, was een pleitbezorger voor het
nieuwe kanaal omdat de waterweg ook een
ontsluiting van de rest van ZuidWest
Vlaanderen zou betekenen. De scheepvaart
moest toen de concurrentie aangaan met
het spoorvervoer dat sterk in opkomst was.
In die optiek vond De Haerne moeilijk
investeerders voor zijn project. Het kanaal
werd op een goede drie jaar afgewerkt.
Vooral de aanleg van een tunnel van 611
meter, het souterrain in Moen, was een
krachttoer waarvoor zelfs honderd mijnwerkers
geëngageerd werden. Met succes!
In Roubaix en in het Ieperse (de Palingbeek
is een restant) had men tevergeefs een
vergelijkbare tunnel proberen te graven.
Niet minder dan 1200 mensen per dag
werkten aan het kanaal dat een hoogteverschil
van 30 meter moest overbruggen. Het
kanaal bleek snel verlieslatend voor de
privémaatschappij die het had laten graven.
Onder druk van de aandeelhouders werd
het in 1890 door de Belgische staat overgenomen.
Die overname was niet onbelangrijk
voor de ontwikkeling van de streek,
omdat daardoor de tarieven daalden.’
Bernard Pauwels: ‘Het kanaal had een
gabarit van 300 ton en dat was in die tijd
voldoende. De aanleg had onmiddellijk
een positief effect op de handel en nijverheid
in deze regio. In Kortrijk en Zwevegem
ontstonden arbeiderswijken. Moen is een
goed voorbeeld. Het was een landelijk
dorpje dat door de aanleg van het kanaal
geïndustrialiseerd werd. Maar inmiddels
is zo goed als alle industrie er opnieuw
verdwenen. De industrie is opgeschoven
richting Kortrijk. Vanaf de Luipaardbrug
en verder langs de boorden van de vaart
en de Gentsesteenweg ontstond een echte
industriezone met zeer veel tewerkstelling.
En dus heel veel volkse cafés, type ‘Au pont
du Canal’, een van de weinige overgebleven
cafés. Enkele bekende bedrijven waren de
Kortrijkse Katoenspinnerij en de pannenfabriek
Koramic. Er waren zelfs petroleum
open monumentendag 2011
Op zoek naar evenwicht tussen
economie en ecologie
verwerkende bedrijven. Maar de aanleg
van de Ring rond Kortrijk heeft die industriezone
verbroken.’
In 1971 werd het kanaal verdiept en
verbreed. Door het instortingsgevaar werd
het souterrain in Moen al een hele tijd niet
meer gebruikt. De tunnel werd opengegraven.
Door de werken kreeg het kanaal
vanaf Bossuit tot aan het centrum van
Kortrijk een gabariet van 1350 ton. De doortocht
door het centrum van Kortrijk telt
nog drie sluizen die geklasseerd zijn als
industrieel erfgoed (waar het gabariet dus
300 ton gebleven is). Hierdoor blijft de
verbinding met de Leie voor schepen van
1350 ton, klasse IV, onmogelijk. Er is ruimte
vrijgehouden om een eventuele verbreding
in de toekomst mogelijk te maken.
Geert Callens: ‘Voor Bekaert was het souterrain
altijd al een belemmering maar de
werken bleken een GTI, grands travaux
inutils. Het bedrijf had 30 jaar gewacht op
een verhoging van het gabariet, maar toen
het kanaal een gabariet van 1350 ton had,
bleek het kostenplaatje voor het vervoer
via de binnenscheepvaart te hoog. De
energiecrisis van de jaren ’70 zorgde voor
grote rationalisaties en één daarvan was
dat de grote voorraden afgebouwd werden.”
multifunctionele aS
Vandaag is iedereen het erover eens dat het
kanaal BossuitKortrijk en zijn omgeving
een multifunctionele as moet worden waar
plaats is voor ecologie, recreatie en werkgelegenheid.
De binnenscheepvaart is aan
een sterke heropleving toe. Steeds meer
bedrijven kiezen bewust voor de binnenvaart
als alternatief voor het wegverkeer.
In april werd in Moen gestart met de bouw
van een nieuwe kaaimuur voor IMOG.
Vlaanderen heeft in 2011 haar kaaimurenprogramma
verlengd. Er wordt volop ingezet
op de binnenvaart. De opwaardering
van de Leie, binnenkort helemaal geschikt
voor 1350 ton, kadert in dat plaatje. Er
wordt bovendien grensoverschrijdend gedacht.
In de toekomst wordt het mogelijk
om met grotere scheeptypes via de Leie
en de Schelde naar het zuiden te varen. In
die plannen is ook een rol voor het kanaal
BossuitKortrijk weggelegd. Het is voorzien
om de linkeroever vanaf de Otegemstraat
23
in Zwevegem tot aan de versmalling van
het kanaal in Kortrijk, voor de industrie voor
te behouden. Dat maakt onder andere een
vlotte verbinding met het bedrijvenpark
Evolis mogelijk.
Anderzijds heeft de kanaalzone ook een
duidelijke ecologische en recreatieve functie.
Op veel plaatsen zijn langs de oevers mooie
en waardevolle natuurgebieden ontstaan,
zoals het Orveytbos in Moen. Leiedal wil
onder andere fietsverbindingen maken met
de Gavers en de fietsroute op de oude
spoorbedding, de zogenaamde Trimaarzate.
Daarvoor zou het fietspad langs het
kanaal vanaf de Otegemstraat op de rechteroever
moeten liggen. Het moet voor fietsers
mogelijk zijn om vlot heel het traject Bossuit
Kortrijk af te leggen langs het water. Waarschijnlijk
zal daar een nieuwe fietsbrug
voor nodig zijn. ‘We willen ook de kanaaldorpen
Bossuit, Moen en Zwevegem
Knokke opnieuw dichter bij het kanaal
betrekken. Omdat in de natuurgebieden
geen cafés en dergelijke toegelaten zijn,
ligt daar een taak voor de kanaaldorpen.
Zij hebben alle drie een groene voet waarmee
een natuurlijke link kan gelegd worden.’ 150
jaar na het uitgraven van het kanaal Bossuit
Kortrijk ziet de toekomst voor de Schelde
Leieverbinding er multifunctioneel uit. ✽
Naar aanleiding van 150 jaar Kanaal
Bossuit-Kortrijk worden heel het
jaar evenementen georgani seerd.
Een over zicht vind je op
www.150jaarkanaal.be. Vanaf de zomer
is er een gloednieuwe themafietstocht
‘150 jaar Kanaal Bossuit-Kortrijk’. In de
brochure daarbij lees je meer over het
verleden van de vaart, maar ook over
de toekomst van de kanaalomgeving.
In de historische havenloods op de
Groeningekaai kan je naar een tentoonstelling
die een beeld schetst over het
kanaal en de invloed die het gehad
heeft op Kortrijk en zijn inwoners.
Een buitententoonstelling op zeven
stopplaatsen langs het kanaal belicht
verleden en toekomst. Uitzonderlijk
wordt ook de leegstaande kerk van
Bossuit opengesteld.
De tentoonstelling loopt tot en met de
Open Monumentendag op 11 september.
open monumentendag 2011
Vrederechter
Paul Vancraeyveldt
“Wij zijn
de huisartsen van
de geest”
bernard vancraeynest
— Twee heren van stand - elkaars
naaste buren want sinds een halve eeuw
bewonen beiden een statig rijhuis - verschenen
onlangs, zij het enigszins gegeneerd,
samen voor de Kortrijkse vrederechter. De
ene als klager. De tweede als ‘slachtoffer’.
In de achtertuin van de eerste stond naar
hij beweerde, een wingerd waar hij bijzonder
trots op was. Elk nieuw voorjaar schonk de
klimplant hem een zee van rode bloemen.
Niet dit voorjaar. De plant verloor langzaam
al haar bladeren waardoor de klager tegen
een kale muur moest aankijken! Weg was
het wonder van de natuur! Wat was er gebeurd?
De andere buur had de tuinman
opdracht gegeven om op zijn terrein de
klimop te snoeien. Per abuis zou die ook de
stok van wingerd van de buur middendoor
hebben gehakt. Met alle gevolgen vandien.
Plaatsbezoek door een deskundige wees
echter uit dat de gesneuvelde plant niet de
klager toe behoorde. Wel had hij er gedurende
ettelijke jaren door de grillen van de natuur
het feitelijke genot van gehad! —
24
Dit onschuldige voorvalletje maar om te
illustreren met welk soort conflicten tussen
mensen Paul Vancraeyveldt (65), sinds tien
jaar vrederechter regelmatig wordt geconfronteerd.
Hij woont in Wevelgem en zetelt
in Kortrijk. “Ik beschik over zes medewerkers
en zetel in een zaaltje zonder drempels.
Ik voel mij daar veilig. Ik figureer zowat als
de huisarts van de magistratuur”, vertelt
hij vol overtuiging. “Ik bied elk van de
par tijen die soms met getrokken zwaarden
tegenover elkaar staan, de gelegenheid om
hun verhaal te doen.” Liever dan vonnissen
te moeten uitspreken is Paul Vancraeyveldt
gewonnen voor overleg met een minnelijke
schikking als resultaat. “Noem het gerust
eerstelijnsjustitie!”
Een vrederechter moet niet enkel van
de mensen houden. Hij moet vooral van
vele markten thuis zijn. Soms wordt hij
met hartverscheurende situaties geconfronteerd
die zich ver buiten de gerechtszaal
afspelen. “Weet je dat ik wekelijks naar
de kliniek De Heilige Familie in Kortrijk
trek om die mensen te horen die door het
parket onder gedwongen observatie worden
gesteld. Op basis van de doktersattesten
en het advies van de psychiater moeten
we, als het ware als een soort vox populi,
oordelen of die persoon meteen, mits vrijwillige
therapie, naar huis toe kan of gedurende
maximaal veertig dagen in observatie
moet blijven. Soms moet je als rechter
verscheurende keuzes maken!”
Daarnaast trekt hij ook vaak, vergezeld
van zijn (hoofd)griffier, naar rusthuizen,
gelegen binnen zijn kanton. “Hoe senioren
open monumentendag 2011
“Liever dan de zaken op de spits te drijven,
moet een vrederechter tussen partijen bruggen
kunnen slaan!”
ook hun fierheid blijven behouden, velen
onder hen zijn aangetast door de ziekte
van Alzheimer, door lichte dementie, angststoornissen
en allerhande fobieën. Die
categorie mensen moet worden vertegenwoordigd
door een voorlopige bewindvoerder.
Wij zijn het die deze bewindvoerder
moeten aanstellen. “Het is vaak moeilijk
om in de familiekring van die senioren
iemand te vinden die deze taak op zich wil
nemen. Komt het niet tot een consensus,
dan moet door mij een advocaat worden
aangesteld aan wie, in ruil voor het bewindvoerderschap,
een percentage toekomt
op de inkomsten van die senioren. Ik kan
je verzekeren dat je met schrijnende toestanden
wordt geconfronteerd. Ik voel mij
soms tegen beter weten in, in de rol geduwd
van een onderpastoor die, zoals vroeger
vaak het geval was, op huisbezoek trok om
in de gezinnen allerlei conflictsituaties op
te lossen.”
Verzoeningen
Een derde deelopdracht voor een vrederechter
is de behandeling van verzoeningen
tussen de verschillende partijen. En dat
zonder dat een procedure moet worden
opgestart.“Wat té weinig mensen beseffen
is dat sinds 2009 ook de verliezende partij
een rechtsplegingvergoeding moet betalen
aan de cliënt die het proces wint. Ons
uitgangspunt is dan ook dat oplossingen
belangrijker zijn dan vonnissen. Neem nu
een eenvoudige huurzaak. Komt er een
ontbinding van de huurovereenkomst dan
25
mag de verliezende partij 1200 euro neertellen
aan de partij die het proces wint.
Anders gezegd: je betaalt de raadsman van
de tegenpartij!”
Daarnaast houdt de vrederechter, net
als op de rechtbank van eerste aanleg, zijn
klassieke zittingen. Daarop worden zowel
kleine als grote zaken behandeld: onteigeningen,
conflicten betreffende appartementsrecht,
handelshuurzaken, erfdienstbaarheden…
In elk van die zaken is beroep
mogelijk voor de rechtbank van eerste
aanleg. Echtscheidingen behoren niet tot
de bevoegdheid van de vrederechter. Enkel
het nemen van dwingende maatregelen op
verzoek van mensen die een tijdelijke regeling
wensen te treffen. Een minder belangrijk
luik ten slotte is de vertegenwoordiging
bij openbare verkopen. Méér dan een soort
bloempotfunctie bezit de vrederechter daar
niet.’
Geen kamerGeleerde
Welke kwaliteiten, naast wijsheid, relativiteitszin
en onafhankelijkheid, moet je als
vrederechter in huis hebben, wilden we
ten slotte van rechter Paul Vancraeyveldt
vernemen: ‘Levenservaring, empathie,
gezond verstand, juridische vorming en
vooral… een gevoel voor humor komen
van pas. Maar je mag vooral geen kamergeleerde
zijn!’. ✽
Fotografie: Valerie Vonck
open monumentendag 2011
* * * FOCUS * * *
bernard vancraeynest
‘Kortrijk schijnbaar een mooi meisje,
maar niet om mee te trouwen!’
Van de conflicthaarden die de
heemkundige kring Cuerna in de
hoeve Vandewalle aansnijdt, zal
deze rond de fusieperikelen ongetwijfeld
zeer druk worden bekeken
en becommentarieerd. De
vrees dat Kuurne in de fusieplannen
door ‘de dikke nekken van
Kortrijk’ zou worden opgeslokt,
leidde op 17 maart 1970 in Kuurne
tot een mini volksopstand. Het
scheelde die avond weinig of de
toenmalige burgemeester van
Kortrijk Jozef Lambrecht, kwam
niet zonder kleerscheuren uit het
ezelsdorp weg.
In zijn memoires laat de 83 jaar geworden
burgervader het voorval alvast niet onbesproken.
Hij heeft het over … de Kuurnse
furie. Door zijn collega-burgemeester Paul
Vangansbeke was Lambrecht naar het
gemeentehuis uitgenodigd om er te komen
spreken over een tussengemeentelijke
samenwerking.
Geen oproer vermoedend had hij zich
met de stadswagen naar Kuurne laten rijden.
Het gemeentehuis bleek evenwel dicht.
Gewapend met pancartes en spandoeken
wachtten honderden Kuurnenaren hem
daar op. Met hun opschriften hadden ze
de toegangsdeur geblokkeerd. De burgemeester
kon onmogelijk uit de stadswagen
stappen. “Ik riskeerde in handen te vallen
van een opgehitste massa. Als briesende
leeuwen kwamen ze op de stadswagen
afgestormd en met al wat ze te pakken kregen
beukten ze op de auto zodat het koetswerk
vol blutsen zat. Pas op het nippertje
Kuurnse furie in woord en beeld
kon ik aan de volkswoede ontsnappen”,
aldus Lambrecht. De rekening voor het
herstel van de stadswagen zou het Kuurnse
gemeen tebestuur 20.929 frank kosten!
“Vergeet niet dat het toen de rumoerige
nadagen waren van mei 1968”, aldus Jozef
Callens die dat luik van de tentoonstelling
voor zijn rekening nam. “Wat door Kuurnse
figuren als Nesten, Michel Depypere en
meester André Lietaert die, in navolging
van ‘Zwarte september’ ‘De Groene oktober’
vormden, ludiek was bedoeld, liep behoorlijk
uit de hand. In de vele dorpsherbergen
maar ook op straat was al behoorlijk wat
bier gevloeid. Kuurne wou immers van
Kortrijk niet horen. Laat staan erbij horen!
‘Een mooi meisje maar niet om mee te
trouwen’, stond op de spandoeken of nog
‘Veel liever ezel dan piseur de la Lys’.
Pas begin 1977 zouden de fusies werkelijkheid
worden. Het straffe van het verhaal
is dat Kuurne door de fusieperikelen de
28
twijfelachtige eer opstreek om zowat een
van de weinige gemeenten van het land te
worden die afzonderlijk bleef en door de
fusie kleiner werd. Door grenscorrecties
met de ring verloor het uiteindelijk 1400
inwoners! “Inwoners van Kuurne die door
de fusie, tegen beter weten in, Kortrijkenaar
waren geworden, vonden toen zelfs van
Kortrijkse grappenmakers een uitnodiging
in de bus om naar het stadhuis te komen
en daar hun ezelsoren te laten afknippen!”,
weet Jozef Callens nog.
In de stallingen van hoeve Vandewalle,
Boomgaardstraat 168,
o.a.‘De media in wereldoorlog I & II;
Stakingen in de Vlasnijverheid,
De Koningskwestie, de Schooloorlog
en de Boerenkrijg te Kuurne,
komen in de hoeveschuur aan bod.
open monumentendag 2011
christophe maertens en kris vanhee
Opgeknapt en beschermd
en dus bewaard
voor het nageslacht
Hoewel er in ZuidWestVlaanderen
nog heel wat monumenten en historisch panden financiële steun
voor een restauratiebeurt zouden kunnen gebruiken, mogen we niet
blind zijn voor de inspanningen die er op dat gebied worden gedaan.
De Vlaamse overheid maakte afgelopen jaar een groot bedrag vrij
dat moet dienen om enkele van onze mooiste monumenten,
zoals de Broeltorens in Kortrijk, opnieuw te doen schitteren.
Maar ook gemeenten en steden zelf namen initiatieven.
Nu alleen maar hopen dat het enthousiasme niet vroegtijdig strandt
en we nog een tijdje op hetzelfde elan kunnen verdergaan.
Hieronder een selectie van gebouwen en sites die aangepakt worden.
29
01.
02.
open monumentendag 2011 open monumentendag 2011
03.
01. Kortrijk: Sint-Annazaal - Begijnhof
02. Waarmaarde (Avelgem): Onze-Lieve-Vrouwekerk
03. Ingooigem (Anzegem): Het Lijsternest
04.Wevelgem: goederenloods aan station
04.
HuiS de baere in Harelbeke
Het aan de Marktstraat in Harelbeke gelegen
Huis De Baere, beter bekend als het
Pijp en Tabaksmuseum, kreeg afgelopen
jaar een restauratiepremie van iets meer
dan 150.000 euro. Het herenhuis is eigendom
van de stad en staat sinds 1976 op de
lijst van beschermde monumenten. Het
pand zelf dateert vermoedelijk uit 1771.
Het is genoemd naar de familie die de
woning in de eerste helft van 20ste eeuw
in zijn bezit had. In 1980 vond het Tabaksmuseum
er onderdak. De tabaksindustrie
was in de streek een belangrijke economische
bedrijvigheid. Het restauratiedossier
gaat over het opknappen van de voor en
achtergevel van het gebouw. De voorgevel
is een symmetrisch opgebouwde, bepleisterde
en wit beschilderde baksteenbouw,
met een dubbele poort onder een smeedijzeren
balkon.
onze-lieve-vrouWekerk
en kapel der graven
in kortrijk
Voor de restauratie van het interieur van
de OnzeLieveVrouwekerk aan het Deken
Zegerplein in Kortrijk maakt het ministerie
393.000 euro vrij. In de kerk is het pleisterwerk
dringend aan herstel toe en de mu ren
moeten worden geschilderd. Tevens wordt
de natuursteen aan de binnenzijde van de
kerk en het houten meubilair gereinigd.
De OnzeLieveVrouwekerk was oorspronkelijk
een kapittelkerk, maar is sinds 1937
een parochiekerk. Het kerkgebouw kent
een lange geschiedenis die begint in de
13de eeuw. In 1203 werd op het domein
van het grafelijk kasteel door graaf
Boudewijn IX een gebedshuis gebouwd.
Graaf Lodewijk van Maele liet er in 1370
de Gravenkapel oprichten als mausoleum
voor zichzelf en ter ere van de Heilige
Catharina. Binnen in de kerk is er een
rijke barokstijl te ontdekken. Er zijn belangrijke
kunstschatten te vinden, onder
meer het schilderij ‘De Kruisoprichting’
van Antoon Van Dijck. In de Gravenkapel
zijn ook de geschilderde portretten van de
Graven van Vlaanderen te zien.
Sint-jan de doperkerk
in anzegem
“Als een kerk nog erkend is voor erediensten,
en eigendom is van de kerkfabriek,
loopt het aandeel in de restauratiepremie
voor de Vlaamse overheid op tot 60 procent
van de totale raming van de restauratiewerken.
De provincie en de gemeente
betalen respectievelijk 20 en 10 procent.
Dat is ook het geval met de kerk van Sint
Jan de Doperkerk in Anzegem, aldus minister
Bourgeois, die een restauratiepremie
van 485.600 euro voorziet voor het godshuis.
De parochiekerk, die is opgetrokken in
Doornikse steen, staat sinds 1976 op de
lijst van beschermde gebouwen. Het gebouw
werd op het einde van de 12de eeuw
opgetrokken. Door de eeuwen heen bleven
enkel de toren, het metselwerk van de
transeptvleugels en delen van het koor
bewaard. Het subsidiedossier bestaat uit
de restauratie van de gevels en de daken.
Daarnaast komen ook enkele binnen werken
aan bod, om onderhoud ter vergemakkelijken.
onze-lieve-vrouWekerk
in Waarmaarde (avelgem)
De OnzeLieveVrouwkerk in de Avelgemse
deelgemeente Waarmaarde krijgt
opgeknapte buitengevels en een vernieuwd
interieur. Voor de werken kende Vlaanderen
een premie van 134.380 euro goed. De kerk
in Waarmaarde is een belangrijke getuige
van de laatromance kerkenbouw in Vlaanderen.
Het gebouw, dat omringd is door
een kerkhof, werd in 1939 als monument
beschermd. Hoewel er van de kerk al
sprake is in 1119, wordt het huidige uitzicht
vooral bepaald door de werken die er rond
1900 aan werden uitgevoerd. Nog in Avelgem
krijgt in de deelgemeente Bossuit de Sint
Amelbergakerk een nieuwe bestemming.
De kerk, die al een aantal jaren is ontwijd,
krijgt een kunstzinnige bestemming op
basis van een concept van de IJslandse
Katrin Sigurdardottir (zie verder in deze
brochure).
goederenloodS aan Station
in Wevelgem
Het is de bedoeling dat de goederenloods
aan het station in Wevelgem een passende
herbestemming krijgt voor culturele activiteiten.
Minister Geert Bourgeois kende
daarvoor 325.336 euro toe. De goederenloods
is eigendom van de gemeente Wevelgem.
Het pand kwam in 2001, samen met het
station en het sanitair huisje, op de lijst van
beschermde gebouwen. Het pand is met
30 31
zijn bakstenen volume onder een zadel dak
een typisch voorbeeld van stations architectuur.
Naast een algemene restauratie zullen ook
de houten luifels, die vroeger bescherming
boden bij het laden en lossen van goederen,
weer worden aangebracht.
Sint-annazaal in begijnHof
in kortrijk
Het uit de 13de eeuw stammende Kort rijkse
begijnhof belandde in 1998 op de UNESCOwerelderfgoedlijst.
Minister Bourgeois kent
een premie van ruim 1,2 miljoen voor het
opknappen van de SintAnnazaal in het
SintElisabethbegijnhof. De grote zaal
kreeg in 1897 een eerste restauratiebeurt.
Toen werden de kaleilagen verwijderd en
de gevels geschilderd. Het gebouw bood
oorspronkelijk onderdak aan de gemeenschapsfuncties
in het begijnhof, maar
kende daarna vele bestemmingen, zoals
krijgshospitaal tijdens de Franse Revolutie
tot noodkerk. Nog later konden bezoekers
in de zaal naar tentoonstellingen gaan
kijken of naar een concert luisteren. Het
is de bedoeling het geheel te restaureren
om daarna op het gelijkvloers een gedeelte
van het begijnhofmuseum onderdak
te geven.
Het lijSterneSt in ingooigem
Als binnen 2,5 jaar de renovatiewerken aan
Het Lijsternest, de voormalige woning van
schrijver Stijn Streuvels, aan de Stijn Streuvelstraat
in Ingooigem (Anzegem) klaar zijn,
kan worden begonnen met de uitbating
van een museum. Het Lijsternest werd in
1904 gebouwd. De schrijver, die eigenlijk
Frank Lateur heette, trok er een jaar later
in en bleef er tot aan zijn dood in 1969.
De woning is opgetrokken in cottagestijl,
naar een ontwerp van architect Jozef Viérin.
Nadat Streuvels was gestorven, bleef zowel
het huis als de inboedel onaangeroerd. In
1977 kwam het in handen van het West
Vlaamse provinciebestuur om een paar
jaar daarop als museum te worden opengesteld.
Sinds 2004 is het beschermd. Het
pand verkeert in slechte staat. Zo zijn er
scheuren ontstaan en drongen restauratiewerken
zich op. Ook besliste men het
museum een opknapbeurt te geven. Ondertussen
werd een aannemer aangeduid.
Minister Bourgeois kende een premie van
686.544 euro toe, maar ook de provincie
pompt geld in het huis. In de woning worden
05. Kortrijk: Broeltorens
06. Menen: Belfort
07. Kortrijk: Patria
08. Waregem: Flanders Field
American Cemetery
05.
06.
08.
open monumentendag 2011 open monumentendag 2011
07.
alle voorwerpen, zo’n 850, hersteld. Het
nest moet weer een toeristische trekpleister
worden. De restauratie is goed voor 1,1
miljoen euro.
broeltorenS in kortrijk
Tijdens een bezoek aan de stad Kortrijk
ondertekende minister Geert Bourgeois
het premiebesluit van 648.971 euro voor
de restauratie van de Broeltorens. Na de
werken moeten de torens dienen als polyvalente
ruimte, tentoonstellingsruimte en
vergaderzaal. De totale kostprijs van de
opknapbeurt bedraagt ongeveer 1,3 miljoen
euro. Naast de Vlaamse overheid draagt
ook de provincie haar steentje bij.
De torens vormen een icoon van de stad
Kortrijk. Ze maakten oorspronkelijk deel
uit van de middeleeuwse versterkingen en
worden met elkaar verbonden door de
Broelbrug. De Speyetoren, de zuidelijke
toren, zou zijn opgetrokken in 1385, maar
dateert in zijn huidige vorm van 1445. De
Ingelborchtoren is van een latere datum.
In 1873 werden ze een eerste keer gerenoveerd.
De twee torens kregen daarbij een
verschillende invulling. Zo behield de
noordelijke toren zijn middeleeuws en
militair karakter, terwijl het andere exemplaar
een neogotisch interieur kreeg, wat
een interessant gegeven is naar herbestemming
toe. Het is de bedoeling dat de herstellingswerken
aan de natuursteen beperkt
blijven. Aan de binnenzijde moeten er twee
verschillende interieurs overblijven.
flanderS field american cemetery
in Waregem
Een Parijse delegatie van de American
Battle Monuments Commission (abmc)
drukte bij een bezoek aan het Amerikaans
kerkhof in Waregem hun hoop uit voor de
realisatie van een bezoekerscentrum aan
de Wortegemseweg in Waregem. Toerisme
Vlaanderen had daar blijkbaar wel oren
naar, want het maakte 787.000 euro vrij
voor het centrum, dat een meerwaarde
moet geven aan de oorlogsgeschiedenis in
Vlaanderen. Het Flanders Field American
Cemetery is de enige begraafplaats van
Amerikaanse gesneuvelden uit WOI. In
Vlaanderen. De begraafplaats ligt bij de
plek waar heel wat Amerikanen het leven
lieten tijdens de slag aan de Schelde in
november 1918. Het terrein is twee hectare
groot en telt 368 grafzerken.
Een bezoekerscentrum zal de rol die
Amerika speelde tijdens de oorlog verduidelijken.
Naast een vaste tentoonstelling,
met foto’s en archiefstukken, is ook al
nagedacht over tijdelijke projecten. Er zijn
gesprekken met het ambc en vermoedelijk
in 2013 zullen de werken van start gaan.
Een opening is voorzien in 2017, net honderd
jaar nadat de Amerikanen officieel de
wapens opnamen tegen de Duitsers.
Hoeve ameye in Waregem
De stad Waregem wil meer mensen naar
de Hoeve Ameye lokken en besteedt
daarom een som van 65.000 euro aan het
opknappen van het beschermde pand op
de wijk Nieuwenhove. De stad gaat er een
conciërgewoning van maken. De vroegere
stallingen kunnen gebruikt worden door
verenigingen. Een denkpiste is om de ingerichte
ruimte een multifunctioneel karakter
te geven. De geschiedenis van het gebouw
zou stammen uit de 15de eeuw, maar de
huidige vorm werd gerealiseerd in de 18de
eeuw.
belfort in menen
Het belfort op de Grote Markt in Menen
wordt gerenoveerd. In de vloer rond de
toren komen drie glazen platen die een
inkijk geven in de schuilkelder en de commandopost.
Het belfort zelf wordt zowel
langs binnen als langs buiten aangepakt.
Zo moeten de gebarsten bakstenen worden
vervangen en de wijzerplaten op de toren
worden vernieuwd. Tevens zal de beiaard
een beurt krijgen. Het belfort van Menen
is 33 meter hoog en is sinds 1999 door
Unesco beschermd.
patria-gebouW in kortrijk
De stad Kortrijk verleende gunstig advies
om het Patriagebouw op de Grote Markt
in Kortrijk te verbouwen tot een handelsruimte
en zes appartementen. Ook het huis
achteraan, tegenover de poort van het
begijnhof, krijgt een grondige opknapbeurt.
De eerste besprekingen voor de renovatie
van het pand vonden in 2008 plaats. Het
idee was om drie bestaande gebouwen
samen te voegen. Het was duidelijk dat de
erfgoedwaarde van de oude Patria daarbij
moest worden versterkt. In 1983 werd het
gebouw als monument beschermd en in
1989 werd het al eens opgeknapt. Nu zal
32 33
het zoveel mogelijk in de oorspronkelijke
staat worden gerestaureerd. Het aanpalende
pand met huisnummer 19b wordt samen
verbouwd met het pand SintMaartenskerkhof
5. Het gelijkvloers van het project
wordt ingevuld als handelsruimte van 451
m² met daarboven ruime flats. Het hoekpand
aan de Begijnhof 1 blijft als eengezinswoning
behouden. Speciaal is dat
zowel de gevels als het dak van dat huis
zullen worden afgewerkt met natuursteen
tegels. “Op die plaats en in een dergelijk
gebouw horen geen kantoren meer thuis,
maar moeten er mensen wonen”, zegt
bouwheer Lieven Descamps. “Het geheel
situeert zich immers in de kern van de stad,
met zicht op de Grote Markt, te midden
torens en pleintjes. Het was wel een hele
uitdaging om het historische deel naadloos
te koppelen aan nieuwe hedendaagse architectuur.
Verleden en heden zullen in de
toekomst herkenbaar zijn.”
goed te beaulieu in
beveren-leie
De kans is groot dat het goed Te Beaulieu
aan de SintJansstraat in BeverenLeie na
het doorlopen van de procedure binnen
het jaar definitief wordt beschermd. In
ieder geval werd de voorlopige bescherming
afgelopen jaar door de minister bevoegd
voor Onroerend Erfgoed ondertekend. Te
Beaulieu is een hoeve die stamt uit de 5de
of 6de eeuw, maar de huidige gebouwen
dateren uit de 18de tot een stuk in de 20ste
eeuw. “Het waardevolle boerenhuis wordt
nu beschermd voor zijn landschappelijke
en architectuurhistorische waarde”, klinkt
het bij minister Bourgeois. “Het samengaan
van enkele landschappelijke kenmerken
zorgt samen met het volume van de hoeve
voor een mooi beeld in de vallei van de Leie.”
Het Hoge Hof in Spiere
Ook voor de archeologische zone Het Hoge
Hof in Spiere werd de beschermingsprocedure
opgestart. De bescherming van
het gebied zal ervoor zorgen dat voortaan
rekening wordt gehouden met de archeologische
waarde van de ondergrond. Het
Hoge Hof, gelegen even ten noorden van
de dorpskern van Helkijn, is de voor malige
residentie van de bisschoppen van Doornik.
Vanaf de 12de eeuw bouwden de bisschoppen
op hun persoonlijk domein een burcht.
Net als veel andere kerkelijke bezittingen
ging het tegen de vlakte in de periode van
de Convention Nationale, op het einde
van de 18de eeuw. De aanwezigheid van
een dergelijk machtscentrum had grote
gevolgen voor de historische en topografische
ontwikkeling van de regio. De aanwezigheid
van de zetel van de Doornikse
bisschoppen leidde tot een verfransing van
het gebied, die zich tot op vandaag laat
voelen. Van 1978 tot 1983 verrichtte de
toenmalige Stichting Archeologie Zuid
WestVlaanderen archeologische opgravingen.
Een groot deel van de site bleek
echter onaangeroerd, wat wil zeggen dat
heel wat van het kasteel zich nog in de
bodem bevindt.
open monumentendag 2011 open monumentendag 2011
09. Menen: kazerne
alle veiligHeidSdienSten Samen
in kazerne in menen
“De stad Menen kiest er bij de stadsvernieuwing
bewust voor om historisch waardevolle
gebouwen in ere te herstellen.
“Nadat eerder al onder meer het stadshuis
en het oude badhuis een opknapbeurt
kregen, is nu de Leopoldkazerne aan de
beurt waar de politie en brandweerdiensten
binnenkort samen worden gebracht”, aldus
burgemeester Gilbert Bossuyt. De kazerne
aan het Leopoldplein in Menen deed aanvankelijk
dienst als Hollands militair hospitaal
en later als legerkazerne. Na WOI vond
het vredegerecht er onderdak. Ondertussen
is het beschermd en waren de ocmwdiensten
en de brandweer er gehuisvest.
Na de renovatiewerken zal de kazerne
plaats bieden aan politie en brandweer.
Bovendien wordt ook ruimte voorzien voor
de civiele bescherming en het Rode Kruis.
“De verbouwingen gebeuren in twee fasen
en als het goed gaat is alles in 2012 klaar”,
klinkt het bij de burgemeester. De totale
kost voor dit renovatieproject bedraagt
4.012.000 euro. ✽
Vlaams minister voor Onroerend
Erfgoed Geert Bourgeois deelde
afgelopen jaar nogal wat restauratiepremies
uit aan eigenaars
van historische panden. Ook in
onze regio vielen er een aantal
monumenten in de prijzen.
Voor veel mensen is het dan ook
duidelijk dat het de goede kant
uitgaat met het beleid dat de
overheid rond onze waardevolle
gebouwen hanteert. Volgens de
Kortrijkse architect Alex
Demeyere, die zich samen met
zijn vader Joseph al langer buigt
over op te knappen oude bouwwerken,
kan het echter nog beter.
‘Het leren waarderen van erfgoed
is een stap die bij veel betrokken
spelers niet altijd even gemakkelijk
wordt genomen’, klinkt het.
“Alles wat met monumentenzorg te maken
heeft, is eigenlijk nog betrekkelijk jong”,
aldus architect Alex Demeyere van het
architectenbureau Demeyere J&A uit Kortrijk.
Vader en zoon Joseph en Alex zijn
oudgedienden in het restaureren van historische
gebouwen. Zo namen ze in Kortrijk
onder meer het neogotisch gedeelte van
de Kortrijkse SintMaartenskerk, de artillerietoren,
de oude historische stadsmuur
aan de Leie onder handen. Ook het dossier
van de Broeltorens, net aanbesteed, draagt
hun naam. Bovendien knappen ze heel wat
kerken op, zowel beschermde als nietbeschermde.
“Toen België onafhankelijk
werd, vatte men al onmiddellijk het idee
op om een inventaris te maken van de
grote iconen van onze bouwkunst om zo
de identiteit van de jonge natie te benadrukken”,
vertelt de Kortrijkse architect.
“Dat bleef echter dode letter. Het duurde
tot de Eerste Wereldoorlog vooraleer er
een eerste degelijke inventaris, en daaraan
gekoppeld een lijst van te beschermen
gebouwen, werd opgesteld. Ironisch genoeg
was deze bedoeld voor de wederopbouw
na de oorlog. Tijdens het interbellum verwaterde
de situatie weer en na de Tweede
Wereldoorlog ging zelfs heel wat inventariswerk
door oorlogsomstandigheden verloren.
Het was uiteindelijk vanuit de provincies
dat de zorg voor historische panden weer
ter harte werd genomen. Het Europese
monumentenjaar in 1975 zorgde voor de
nodige dynamiek. Maar het is pas dit jaar
dat de Vlaamse inventaris van bouwkundig
erfgoed werd afgerond.” Alex Demeyere
wijst op de achterstand die er tegenover
landen als Nederland nog altijd bestaat.
“Heel wat weerstand komt uit private hoek.
Bescherming is allemaal goed en wel als
het maar bij de buurman is. Daarom is een
wettelijk kader zo belangrijk. Als dat ontbreekt,
mag je nog tienduizend mensen een
petitie laten tekenen tegen de afbraak van
een pand, het zal niemand tegenhouden de
zaak tegen de vlakte te werken. Het is
slechts bij bescherming dat men een juridische
poot heeft om op te staan.”
toeriSme
christophe maertens
Restaureren is
één ding,
conserveren een
ander …
“Gelukkig is bij heel wat steden en gemeenten
een positieve mentaliteitsverandering
waar te nemen”, vervolgt Demeyere. “We
zien dat erfgoed bijvoorbeeld meer en meer
34 35
wordt gekoppeld aan toerisme. Voor kleinere
gemeenten is het één van de middelen
om zich te profileren tegenover grote buurgemeenten.
Zo laat men een wandel of
fietsroute langs een kasteel of molen passeren.
Het verhoogt of verlaagt de waarde
van het gebouw niet, maar het zegt wel iets
over hoe er met het onderwerp wordt omgegaan.
De motivatie komt echter van
mensen die voeling hebben en houden met
de geschiedenis van hun stad of gemeente.
Is er in het gemeentebestuur iemand die
lid is of was van de plaatselijke erfgoedvereniging,
dan zal die meer enthousiasme
vertonen om de oude bouwsels in goede
staat te houden. Je hebt op lokaal niveau
zo’n mensen nodig, tenzij een hogere overheid
zelf stappen onderneemt.” De architect
benadrukt het belang van drukkinggroepen
in een gemeente of stad. “Het zijn
vaak dergelijke groeperingen, zoals een
erfgoedkring, die op de betekenis van historische
bouwwerken wijzen.”
de SportWereld
Iemand die minder gelukkig is dat zijn
eigendom op de Vlaamse inventaris is terechtgekomen,
is Frank Neirynck uit Aalbeke.
In het centrum van die gemeente staan
drie oude panden die, fel tegen de zin van
eigenaar, niet mogen worden afgebroken.
Dat besliste het Kortrijkse stadsbestuur.
Neirynck, die in de gemeente een reisbureau
runt, beweert niet te hebben geweten dat
zijn twee huisjes en het voormalig café De
Sportwereld op de Vlaamse inventaris van
bouwkundig erfgoed terecht waren gekomen.
“Ik was van plan om de huisjes met de
grond gelijk te maken om er een nieuwbouw
met horecazaak op te trekken’, aldus
de eigenaar. “Iets wat zou passen in de
nieuwe dorpskern. Maar zelfs het café mag
niet weg, terwijl het onbewoonbaar werd
verklaard. Als een gebouw 15 negatieve
punten krijgt, dan mag men er al niet meer
in wonen, terwijl de kroeg een score had
van 153.” De eigenaar weet niet wat hij
moet doen. “De panden restaureren is voor
mij totaal niet rendabel. Omdat ze niet zijn
beschermd, maar alleen op de inventaris
staan, kan ik niet rekenen op een subsidie.
Het café opknappen zou mij zeker 500.000
euro kosten. Het is echter de vraag of
daarmee alle gebreken van het gebouw,
zoals het kapotte dak en de vocht en
schimmelproblemen, op te lossen zijn. De
stad zegt dat het mijn schuld is dat het
zover is gekomen. Ik had de zaak niet mogen
laten verkommeren. Maar wist ik veel dat
die woningen moesten blijven staan. De
gebouwen kwamen in mijn bezit via een
erfenis. In 2003 kregen we een brief dat
de woningen eventueel zouden worden
geklasseerd. Dat bleek echter niet door te
gaan en we hoorden er daarna niks meer
van.” Neyrinck zegt dat hij de raad kreeg
om naar de provincie te stappen, die zich
ook over het dossier zou kunnen uitspreken.
“Het feit dat een pand op de inventaris
staat, heeft in principe geen bindende implicaties”,
meldt Ellen Devriendt, van het
kabinet van minister Bourgeois. “De opname
in de inventaris houdt geen verbod tot
afbreken in. Wel is het de bedoeling dat de
overheden zich bewust zijn van de waarde
van het pand. Er wordt dus best tweemaal
nagedacht voor men de sloophamer han
open monumentendag 2011 open monumentendag 2011
“Is een pand
nu meer of minder waard
als het van het
beschermd statuut geniet?”
teert. Bij aanvraag tot slopen wordt het
advies van Ruimte & Erfgoed ingewonnen.
Dat advies is echter niet bindend. Wanneer
het pand niet beschermd is, dan is het nog
steeds de gemeente of stad die beslist.”
“Er is inderdaad een verschil tussen
beschermd en opgenomen in de inventaris”,
vult Alex Demeyere aan. “De inventaris
blijft altijd interessant om de eigenaar
op het belang van een gebouw in het straatbeeld
te wijzen. Als het even kan moet men
aansporen een inspanning te doen om een
waardevol pand te behouden. Ik begrijp
dat dit financieel niet altijd even vanzelfsprekend
is. Op dat vlak kan er best nagedacht
worden of er geen tegemoetkomingen
mogelijk zijn, vooral als een eigenaar met
zaken moet rekening houden die sterk afwijken
van wat men onder normale en
gebruikelijke renovatiewerken zou rekenen.”
Is een pand nu meer of minder waard als
het van het beschermd statuut geniet? “In
de ogen van een investeerder zal het algauw
minder aantrekkelijk zijn”, klinkt het. “Van
belang daarbij is de ligging. Wie in het
centrum van Brugge een beschermd huis
kan verkopen, zal er een ruim bedrag voor
kunnen vragen. Terwijl datzelfde bouwwerk
in een plattelandsdorp veel minder centen
zal opbrengen. De vraag rijst echter of men
erfgoed in geld moet uitdrukken?”
WacHtlijSten
Wie momenteel een aanvraag voor een
restauratiepremie doet, belandt op een
wachtlijst. De toekenning van de premies
gebeurt volgens een objectief systeem, de
argusquotering. “Dat werd ingevoerd omdat
de wachtlijsten te lang werden”, weet Ellen
Devriendt. “Tot in het midden van de
jaren negentig waren er geen budgettaire
moeilijkheden bij het toekennen van de
premies. De beschikbare kredieten volstonden
om alle dossiers binnen een redelijke
termijn af te werken. Wie het eerst
was met zijn aanvraag, kreeg als eerste een
toelage. Omwille van budgettaire redenen
werden de wachtlijsten steeds maar langer.
Daarom werkte de administratie een meer
objectief systeem uit. Nu worden aan elk
dossier enkele criteria getoetst, zoals onder
meer de datum van indiening, de bouwfysische
toestand van het monument en
de mogelijkheid tot herbestemming. De
totaalquotering bepaalt welke positie een
dossier op de wachtlijst krijgt.”
In verband met de beschermingsprocedure
mag in principe iedereen een aanvraag
indienen. In de praktijk gebeurt dit echter
door Ruimte & Erfgoed op basis van de
inventaris van bouwkundig erfgoed. Ook
de bevoegde minister kan een aanvraag
doen. Een voorgedragen pand of monument
moet een erfgoedwaarde hebben,
wat concreet wil zeggen dat het kan worden
beschermd voor onder andere zijn archeologische,
architecturale, artistieke, culturele
of historische waarde. “Ruimte & Erfgoed
verzamelt en evalueert alle opmerkingen,
bezwaren en adviezen”, aldus Devriendt.
“Beslist de minister om het goed te beschermen,
dan wordt het definitieve beschermingsvoorstel
opgemaakt en gepubliceerd in het
Belgisch staatsblad.”
arcHitectura minor
“Je voelt dat de stap naar het leren waarderen
van historisch erfgoed soms niet gemakkelijk
is”, zegt Demeyere. “Logischerwijs
zijn het stadhuizen, kerken, landhuizen en
kastelen die het statuut krijgen, maar als
men alleen dat soort gebouwen zou beschermen,
krijg je een vertekend beeld van
onze geschiedenis. Het is dan ook belangrijk
dat zogenaamde ‘Architectura Minor’
erkend worden. Er zijn relicten die op het
eerste gezicht misschien niet de meest
unieke zijn, maar toch de moeite om te
behouden. We moeten voor veel meer
openstaan. Het is een beetje een contradictie
dat heel wat mensen tijdens de Open
Monumentendag graag een beschermd
gebouw bezoeken, maar op het moment
dat ze er in hun directe omgeving mee
worden geconfronteerd, zich dan verzetten.”
Volgens de architect heeft dat voor
een deel te maken met rechtszekerheid.
“Een privéeigenaar van een beschermd
pand denkt dat hij zijn zin niet meer zal
kunnen doen, wat natuurlijk niet waar is.
In het verleden was men daarin soms wat
te streng, maar tegenwoordig wordt het
belang ingezien dat een goede (her)bestemming,
toegankelijkheid en het gepaste
onderhoud van het gebouw om de toekomst
van ons erfgoed te kunnen verzekeren. Er
wordt ook gekeken en geoordeeld hoe een
historisch pand past in een stadsrenovatie.”
Volgens Demeyere kan er in plaats van
alles te snel en te grondig te willen verbouwen
met beperkte en doordachte aanpassingen
soms veel meer worden bereikt. “Te veel
veranderen mag niet de regel zijn. In het
“Alles wordt tegenwoordig
in een bredere context
en met meer visie bekeken”
36 37
verleden had men daar veel minder problemen gebeuren er soms drastische aanpassingen
mee. Toen wij onze kandidatuur stelden die de draagkracht van het gebouw over
voor de restauratie van de Kortrijkse Broelstijgen en zware financiële middelen vergen.
torens ben ik op zoek gegaan naar de werken Het moet duidelijk zijn dat de herbestem
er in de 19de eeuw aan de torens gebeurden. ming van groot belang is. Voor sommige
Het blijkt dat ze nu voor een stuk een uit panden is dat niet vanzelfsprekend. Zo kan
zicht hebben die uit die tijd stamt. Na de je niet van alles een museum maken. De
restauratie van 1875 werd in de zuidertoren invulling van historische gebouwen moet
een stadsmuseum ondergebracht in neogo ook op een hedendaagse manier gebeuren.
tische stijl. Het decorum op de bovenste Een uitdaging voor de toekomst is het
verdieping is daarbij in zeer slechte staat duurzamer maken van historische gebou
en pakweg twintig jaar geleden zou men wen. “Een oude woning kan je niet in een
niet hebben getwijfeld om het bij een res passief huis omtoveren, maar er kan toch
tauratie te verwijderen. Het komt immers wel iets worden gerealiseerd. Trouwens,
niet uit dezelfde periode als de oorspron heel wat oude bouwsels zijn op zich een
kelijke bouwwerken. Je moet echter oog voorbeeld van duurzaamheid. Het bewijs
hebben voor de aanpassingen en functies die daarvan is dat ze er al heel lang staan en
zo’n bouwwerk in de loop der tijd hebben telkens een nieuwe invulling krijgen.”
ondergaan. Daarnaast betekent restaureren Alex Demeyere denkt niet dat er een
ook niet het nodeloos teruggaan naar de gevaar bestaat dat er te veel zal worden
oorspronkelijke toestanden. Neem nu een beschermd. “Alles wordt tegenwoordig in
wand waarachter zich een oud muurschil een bredere context en met meer visie bedering
bevindt. Soms is het voldoende om keken. Monumenten worden opgenomen
te weten dat het aanwezig is, zonder dat je in een kader dat past in een beleid. Je kunt
het moet blootleggen. Vergelijk het met ar niet terug naar een strategie waar een waarcheologie:
als je een spade in de grond steekt, devol pand als een alleenstaand unicum
dan verstoor je de ondergrond. Beter is om wordt aangezien zonder binding met zijn
te onderzoeken zonder destructief tewerk omgeving. Ach, met een beetje goede wil
te gaan zodat historisch bouwmateriaal be en wat creativiteit is veel te bereiken, maar
waard blijft. Zo is het ook bij restauratie. je hebt wel mensen nodig die er op een open
Ingrijpen is het laatste redmiddel.” manier naar kijken.” ✽
HedendaagSe uitStraling
“Je moet als architect een beetje afstand van
een pand kunnen nemen en het zijn eigen
leven laten leiden. Eveneens moet je rekening
houden met wat de volgende generaties
ermee zullen aanvangen. Bij renovaties
open monumentendag 2011 open monumentendag 2011
‘De Groote Fabrieke’
wordt woonsite
bernard vancraeynest
Munitiedepot en gevangenis
De voormalige spinnerij werd in 1907
opgetrokken door de Franse industrieel
Henri Leurent, naar wiens naam de site
ook verwijst. Gelijkaardige fabrieksgebouwen
zie je vandaag nog altijd in de omgeving
van Roubaix en Tourcoing, steden die
eveneens een lang textielverleden hebben.
Leurent bracht de eerste grootindustrie
met dezelfde architectuur en bedrijfscultuur
naar Avelgem en telde snel 170 werknemers.
Die groei werd geremd door de
Eerste Wereldoorlog. Omdat de fabriek
dicht bij het station lag, eiste de bezetter
een gedeelte van de gebouwen op om zowel
dienst te doen als munitiedepot, ziekenhuis
en administratief centrum. Het
interbellum luidde voor de spinnerij een
periode in van bloei: in 1922 werden er
nieuwe afdelingen bijgebouwd en er werkten
toen 270 mensen. Het zouden er later
zelfs 400 worden. Door de opkomst van
de mechanisatie ging het echter bergaf met
De 1,6 hectaren grote filature,
gelegen aan de Doornikse steenweg in Avelgem, op een steenworp
van het station, kan door het publiek tijdens de OMDdag worden
bezocht. Een unieke gelegenheid want er zijn grootse plannen mee.
Project ontwikkelaars realiseren in de gedeeltelijk als monument
geklasseerde ‘Groote Fabrieke’ 43 lofts en tien ruime kantoren.
De eerste in hun soort in Avelgem.
Ze worden casco aangeboden. Bovenop het platte dak komen vier
penthouses. Hun terrassen zullen uitkijken op de nabijgelegen
Schelde meersen van Kluisbergen.Zowat elke Avelgemnaar kent een
sterk verhaal of bewaart een herinnering aan De Groote Fabrieke.
Na WO II groeide ze uit tot de belangrijkste werk verschaffer van de
gemeente.
Niet werken maar …
wonen in
‘De Groote Fabrieke’
de site Leurent. In 1979 ging het bedrijf
failliet. ‘Dat betekende een sociaal drama
voor de - voornamelijk vrouwelijke - tweedeverdieners
die te voet of per fiets bij
Leurent kwamen werken en die nu op
straat stonden’, aldus de Avelgemse burgemeester
Lieven Vantieghem (57) die de
goede en kwade dagen van De Groote
Fabrieke heeft beleefd.
EErstE lofts
De bedrijfsgebouwen kwamen in handen
van de familie Mortier uit Avelgem. Tot
voor kort werd nog slechts een klein gedeelte
van de fabriek gebruikt door Arlitex,
producent van schilderslinnen en overgordijnen.
Kris Martens van de firma M-One
uit het Oost-Vlaamse Horebeke, kon recent
de hele site met het oog op renovatie, verwerven.
Een aanzienlijk deel ervan is geklasseerd
als onroerend erfgoed.
De bouwvergunning moet toelaten om
langs de noordzijde een tiental burelen en
01. De rondleiding tijdens de OMD wordt
georganiseerd door de gemeentelijke
dienst Jeugd & Cultuur in samenwerking
met de Geschied- en Oudheidkundige
Kring (GOKA) en de projectontwikkelaar.
Ervaren gidsen lichten het verleden van
de fabriek toe, de functies en de rol die
ze speelde tijdens de Eerste en Tweede
Wereldoorlog. Er wordt ook informatie
meegegeven over de technische
aspecten en de toekomstige invulling van
het gebouw. Ook het archeologisch
museum in Kerkhove/Waarmaarde en de
Tombeelmolen van Outrijve kan je
bezoeken.
38 39
langs zuidwestzijde 43 lofts te realiseren.
De architect van het project is Bart Demeestere,
schoonzoon van de familie Mortier.
Als projectontwikkelaar treedt de
firma M-One op. Om mogelijke kopers
informatie te verstrekken en zelf de markt
af te tasten, opende M-One in mei op de
site al een showloft.
OppOrtuniteit
Zoals de plannen er nu uitzien zullen een
aantal bijhorende bedrijfsgebouwen die
niet geklasseerd zijn en optisch het concept
eerder schaden, worden afgebroken. ‘Dat
wordt nodig om de woonsite voldoende
groen en parkeermogelijkheden te bieden’,
aldus de burgemeester. ‘Van een obstakel
maken we nu een opportuniteit’, zegt hij.
Vijftien jaar geleden koesterde hij stoute
plannen om de leegstaande, nog niet geklasseerde
site Leurent met de gemeente
aan te kopen. Niet om ze te behouden
maar om ze af te breken. De site was toen
02. Het gebouwencomplex Leurent telt 150 grote industriële
vensterramen, een 250-tal gietijzeren steunpilaren en een
indrukwekkende hall met trappen uit ijzer en beton.
De omliggende loodsen bezitten boogramen en stalen gebinten.
open monumentendag 2011 open monumentendag 2011
‘De Groote Fabrieke’
wordt woonsite
in handen van de gebroers Mortier die er
hun bedrijf als Avelgemse Spinnerij geherlocaliseerd
hadden. ‘Op het moment dat
ik een bod deed was het pand nog niet
geklasseerd. Ik overwoog toen om alles af
te breken om op het terrein van 1,6 hectaren
een nieuw woningproject te realiseren.
In 1999 gingen ook stemmen op om
de volledige site te behouden en ze om te
bouwen tot een multi-functioneel complex
voor jeugd en cultuur. Daar zat echter een
prijskaartje aan vast van 600 miljoen Belgische
frank!’, aldus nog de burgemeester.
‘Té zwaar om dragen voor een kleine gemeente!’
Ademruimte op wAndelAfstAnd
Lieven Vantieghem die in de Scheldegemeente
ook de burgemeester van de komende
legislatuur wil worden, blijft ervan
overtuigd dat Avelgem tegen 2030 voor
nieuwe inwoners ‘the place to be’ zal zijn.
‘Onze gemeente is 2.175 hectaren groot
03. Het spinnerijgebouw werd in
1907 opgetrokken door de
Franse industrieel Henri Leurent
naar een ontwerp van Liétard en
Forest uit Tourcoing (Noord-
Frankrijk). Het getal ‘1907’staat
gedateerd in de gevelsteen. Het
telt drie bouwlagen onder een
plat dak.
en de helft daarvan, van Kerkhove tot Bossuit,
zijn Scheldemeersen. Groene longen
die vele buurgemeenten ons ferm benijden’,
aldus Vantieghem. ‘Hier vind je nog ademruimte
op wandelafstand!’.
Palend aan de Fabrieke staat via het
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan
ook een ander bouwproject op stapel. De
firma Koch-Ockier uit Tiegem realiseert
er 92 nieuwe wooneenheden. ‘Inclusief het
bouwproject van De Groote Fabrieke voltrekt
zich daar de logische woonuitbreiding
van het dorp’, zo besluit burgemeester
Vantieghem. De ruimte tussen het station
en de industriezone wordt voortaan uitsluitend
benut voor het moderne wonen
zonder dat één vierkante meter open ruimte
van de Scheldemeersen moet worden
opgeofferd!’
Méér informatie:
www.m-one.be
www.vioe.be
04. Behalve het spinnerijgebouw telt de
site een stoommachinezaal, een
ketelhuis, een hoge schoorsteen en vele
opslagplaatsen. Tussen het hoofdvolume
en de opslagplaats loopt een spoorlijn
die werd gebruikt voor de bevoorrading
van het bedrijf. Het kantoorgebouw in
art-deco-stijl dateert van 1946;
de directie- en conciërgewoning uit het
begin van de twintigste eeuw.
De schoorsteen is 48 meter hoog en zal
zeker behouden blijven. Hij wordt een
herkenbare lichtbaken.
40 41
05. Wie nu door de toegangspoort
gaat ziet een tiental tuinkabouters
in een stenen tuintje, dat deel
uitmaakt van de conciërgewoning.
Van daaruit houden ze het verlaten
fabrieksgebouw nauwlettend in het
oog.
01.
03.
open monumentendag 2011 open monumentendag 2011
* * * FOCUS * * *
Amerikaanse
trots over
Flanders Field
in Waregem
Unieke
Amerikaanse
militaire
begraafplaats
christophe maertens en kris vanhee
Het Flanders Field American Cemetery and Memorial in
Waregem is de enige Amerikaanse militaire begraafplaats
met slachtoffers uit de Eerste Wereldoorlog. Het is bovendien
de kleinste van de acht Amerikaanse militaire begraafplaatsen
uit WO I in Europa. En de mooiste, voegt men er
in Waregem graag aan toe.
02.
01-04. Historische foto’s van de Eerste Wereldoorlog
en van herdenkingen ervan op de site van
de Waregemse begraafplaats.
04.
* * * FOCUS * * *
Als je de naam Flanders Field hoort, denk
je wellicht aan het Ieperse oorlogsmuseum,
maar Waregem heeft evenveel recht op de
naam. Stadsarchivaris Sandrin Coorevits:
“We waren de eersten die de naam Flanders
Field gebruikten. Toen men kort na het
einde van de Eerste Wereldoorlog op zoek
ging naar een naam voor de Amerikaanse
militaire begraafplaats in Waregem kwam
men uit op het bekende gedicht van John
McGrae.”
Hoe komen Amerikaanse soldaten
uit de Eerste Wereldoorlog op een
begraafplaats in Waregem terecht?
Sandrin Coorevits: “Veel mensen weten
niet dat de Eerste Wereldoorlog in België
beëindigd werd met het Schelde-offensief
en niet in de Westhoek.” In de herfst van
1918 werden de Duitsers over het hele front
teruggedreven. Vanuit het Ieperse probeerden
de geallieerden via de Leie naar de Schelde
door te stoten. Aan de Leie en in het
Waregemse botsten de Fransen, de Britten
en de Amerikanen op veel Duitse weerstand.
Zo hebben de Amerikanen in de
Spitaalbossen van Wortegem durende twee
dagen hard slag geleverd. De 91ste divisie
verloor er 49 officieren en 920 manschappen.
Op 9 november werd de Schelde definitief
overgestoken en stootten de geallieerden
door naar Brussel. Dat slotoffensief werd
bij de capitulatie op 11 november afgebroken.
Sandrin Coorevits: “Waregem werd al
op 1 november bevrijd, maar er was zeer
veel oorlogsschade, zowel materieel als
menselijk. Toen de eerste Fransen al op 23
oktober opdoken in de straten, vierden de
Waregemnaren meteen de bevrijding. Veel
te vroeg zo bleek, want de gemeente werd
prompt zwaar beschoten door de Duitsers.
Daarbij vielen veel burgerslachtoffers. Het
zou de Waregemnaren aan het einde van
de Tweede Wereldoorlog trouwens nog eens
overkomen, ook toen werden ze verrast
door terugkerende Duitsers.
De Amerikanen gaven de slag bij Waregem
een eigen naam. Bij de 37ste en 91ste divisie
is de slag de geschiedenis ingegaan onder
de naam ‘The Turnip Drive’, de rapendoortocht.
In vergelijking met de desolate
Ieperse frontstreek was het Waregemse
bijna ongeschonden. De Amerikaanse
troepen op doortocht zagen velden vol
rapen en blijkbaar hebben ze er veel geplukt
om hun soldatenrantsoen aan te vullen.
Het zijn vooral soldaten uit die twee
Ameri kaanse divisies die in Waregem begraven
liggen. Er zijn 371 Amerikaanse
graven. Nabestaanden van Amerikaanse
soldaten krijgen de keuze tussen repatriëring
of het ter plaatse begraven. Het is
zeker niet zo dat enkel de welvarende Amerikanen
het zich kunnen veroorloven om
de stoffelijke resten van hun geliefde te laten
overbrengen naar de VS. Het is een vrije
keuze, want de repatriëring wordt volledig
door de Amerikaanse overheid betaald.”
De Amerikaanse militaire begraafplaats
onderscheidt zich van de vele Britse begraafplaatsen
in ons land. Bij de Britten
bestaat de grafsteen uit witte Portlandsteen
uit Zuid-Engeland, de Amerikanen kiezen
voor witte kruisjes. De Britten begraven hun
soldaten heel dicht bij de plaats waar ze gesneuveld
zijn. De Amerikaanse soldaten
lagen verspreid begraven op burgerlijke
kerkhoven en werden toen overgebracht
naar Waregem waar ze een laatste rustplaats
kregen op een strak planmatige, in geometrische
vlakken verdeelde, begraafplaats.
Coorevits: “Na het einde van de Eerste
Wereldoorlog zijn in de streek heel wat
Amerikanen achtergebleven om de begraven
soldaten opnieuw op te graven en over
te brengen naar Flanders Field. Die arbeiders
waren vooral zwarten en daar keken
de landelijke Waregemnaren van op. Het zou
pas met de Expo van ’58 zijn dat de meeste
Vlamingen kennis maakten met ‘de zwarten’”.
Bezoekerscentrum
Hoewel het Flanders Field American
Ceme tery and Memorial in 1922 in gebruik
werd genomen en in 1930 een kapel als
herdenkingsmonument kreeg, werd het
pas in 1937 officieel ingehuldigd. Al in 1927
betoonde Charles Lindberg, die net als
eerste solo de Atlantische Oceaan had
overgevlogen, hulde aan zijn gesneuvelde
landgenoten door een ruiker bloemen over
de begraafplaats uit te gooien. Hij deed
42 43
dat op 30 mei, de traditionele Memorial
Day waarop de Amerikanen elk jaar hun
gesneuvelden herdenken. Dat gebruik gaat
terug tot de Amerikaanse Burgeroorlog.
In Waregem volgt Memorial Day een vast
stramien waarbij, onder meer, Amerikaanse
gevechtsvliegtuigen overvliegen, gebeden
wordt voor de katholieken, protestanten en
de joden, en kinderen uit het Waregemse
basisonderwijs het Amerikaanse volkslied
zingen.
Er zijn concrete plannen om een bezoekerscentrum
te bouwen op de begraafplaats.
Coorevits: “De subsidies vanuit het
project ‘100 jaar Grote Oorlog’ van Toerisme
Vlaanderen zijn toegekend en wij hopen
het bezoekerscentrum te openen in 2017,
100 jaar nadat de Amerikanen officieel in
de oorlog gestapt zijn. We onderhandelen
daarover met The American Battle Monuments
Commission. Het centrum zal uiteraard
focussen op de Amerikanen. Bijvoorbeeld
op de rol die de Amerikanen gespeeld
hebben in de oorlog. Hoewel de Verenigde
Staten pas in 1917 officieel bij de oorlog
betrokken raakten, leverden ze vanaf 1914
voedsel aan de geallieerde troepen. Een
ander opmerkelijk initiatief was The Gold
Star Mothers. Amerikaanse moeders mochten
vanaf 1929 op kosten van de overheid
de graven van hun gesneuvelde zonen
bezoeken in Europa. Ook het Flanders
Field American Cemetery kreeg Gold Star
Mothers op bezoek.”
Materiaal genoeg om er een boeiend
ontmoetingscentrum van te maken.
Sandrin Coorevits is naast stadsarchivaris
van Waregem ook co-auteur en eindredacteur
van het boek ‘Memorial Rain’ dat in 2002
uitgebracht werd naar aanleiding van het
tachtigjarig bestaan van het Flanders Field
American Cemetery.
Agenda
Open Monumentendag 11
in Regio Kortrijk
Zondag 11 september
CENTRAAL
INFORMATIEPUNT
FOCUS VAN
UiT IN REGIO KORTRIJK
TOEGANKELIJK VOOR
ROLSTOELGEBRUIKERS
Alle gebouwen zijn toegankelijk van 10 tot 18u, tenzij anders
vermeld. Dit programma bevat de gegevens zoals die door de
lokale comités werden overgemaakt. Het secretariaat is niet
verantwoordelijk voor eventuele onnauwkeurigheden.
Er kan niet gegarandeerd worden dat de opengestelde
gebouwen of sites met het ‘rolstoelgebruikers toegankelijk’
symbool in hun geheel toegankelijk zijn. Voor meer duidelijkheid
wendt u zich best tot het centrale informatiepunt van de
gemeente in kwestie.
Rolstoelgebruikers kunnen ook steeds gaan kijken op
www.toegankelijkvlaanderen.be voor meer info.
open monumentendag 2011 open monumentendag 2011
44
Avelgem
Groote Fabrieke (zie pag. 38)
Doorniksesteenweg 151, Avelgem
Grijp je kans om voor de laatste keer de Groote Fabrieke
van Avelgem te bezoeken! De voormalige spinnerij
‘Leurent’ wordt binnenkort verbouwd tot een complex van
loft woningen. De fabriek had een belangrijke functie in
Avelgem, als eerste industriële speler binnen de gemeente.
Zowel het fabrieksgebouw als de fabrieksschouw hebben
een bepalende rol voor het dorpsgezicht van Avelgem.
Je komt er alles te weten over de geschiedenis van de
fabriek, de functie van het gebouw tijdens de wereldoorlogen
en de toekomstplannen voor deze site.
Activiteit:
• Rondleidingen om het halfuur tussen 10u en 11u30 en
tussen 13u30 en 17u
• Doorlopend powerpointpresentatie over de geschiedenis
en de rol van de fabriek tijdens de beide wereldoorlogen
en de toekomstplannen voor de Leurent-site
Tombeelmolen
Molenstraat 41a, Outrijve
De Tombeelmolen is de jongste molen van Vlaanderen
en werd in 1989 volledig gerestaureerd. De molen is een
beschermd monument en heeft een bepalende rol als
dorpsgezicht in Outrijve. Je krijgt de kans om de werking
van de molen te leren kennen. Het afbranden tijdens
WO I en de heropbouw van de molen worden uitgebreid
toegelicht.
Activiteit:
• Doorlopend rondleidingen tussen 10u en 18u en video
over de restauratie van de molen.
Regionaal Archeologisch Museum
van de Scheldevallei
en Archeologische site
Rijtstraat 4, Kerkhove/Waarmaarde
Aan de hand van de onderzoeksresultaten van de archeologische
site van Kerkhove wordt aangetoond hoe de site en
de regio ingeschakeld was in het verdedigingssysteem van
Noord-Gallië en de uitbouw van het Imperium Romarum.
De archeologische vondsten die wijzen op diverse sites van
versterkingen (grachten, wallen, brandlaag, heropbouw na
vernieling,…) aangetroffen uit verschillende periodes (zowel
uit het Neolithicum, de Ijzertijd als de Romeinse periode)
worden uitvoerig toegelicht.
Activiteit:
• Doorlopend rondleidingen tussen 10u en 18u
Harelbeke
‘t Engels kerkhof
Deerlijksesteenweg in Harelbeke
Op deze militaire begraafplaats vinden we graven
van Australische, Britse, Canadese en Zuid-Afrikaanse
gesneuvelden terug.
Activiteit:
• Doorlopend gidsbeurten
Wandeling langs de oorlogsmonumenten /
fietstocht
Activiteit:
• Een begeleide wandeling brengt je langs de oorlogsmonumenten
in het centrum van Harelbeke. Fietsen
kan je langs de oorlogsrelicten in groot Harelbeke.
Bavikhove:
dorp in de kijker
Activiteit:
• Inhuldiging van het nieuwe standbeeld ‘zaaiers en
wiedsters’ op het dorpsplein (11u) en tentoonstelling
van schilderijen van Valérie Grimbert, kunstenares uit
Noord-Frankrijk in de Sint-Amanduskerk
Kortrijk
Brandweerkazerne met
schuilkelder (zie pag. 20)
Rijkswachtstraat, Kortrijk
Het brandweergebouw dateert van 1942 en is gebouwd
in een modernistische stijl. De opvallende toren werd gebruikt
om de brandslangen te drogen en voor oefeningen.
Onder het gebouw is een schuilkelder ingericht.
Activiteit:
• Bezoek met gids van 10u tot 12u en van 14-18u
Artillerietoren
Deken Zegerplein, Kortrijk
Een authentiek stukje militaire bouwkunst uit de late
middeleeuwen. Bakstenen, zevenzijdige toren,
in 1359 gesitueerd op de hoek van het Franse kasteel.
Men bewaarde er het stadsgeschut, het buskruit en de
daartoe benodigde materialen. De Artilerietoren is een
45
weinig bekend kleinood, een uniek getuigenis van de
verdediging van de stad tijdens de vele belegeringen in de
late middeleeuwen.
Activiteit:
• Bezoek met gids van 10u tot 12u en van 14-18u
Belfort
Grote Markt, Kortrijk
Het Kortrijkse belfort is een overblijfsel van de vroegere
kleine halle, die voor het eerst in 1248 werd vermeld. In de
toren hing de stormklok en werden de gemeentelijke keuren
bewaard. In de loop van de 14de eeuw werd de functie van
uurslager overgenomen door een vernuftige automaat.
De beelden van de klokkenluiders werden bekend onder de
naam ‘Manten en Kalle’. Het monument speelde doorheen
de jaren een rol in oproer en was jarenlang het lokaal van
de stadswachten.
Activiteit:
• Bezoek met gids van 10u tot 12u en van 14-18u
Broeltorens
Broeltorens, Kortrijk
De Broeltorens zijn restanten van de oude stadsvestingen
en getuigen van de militaire bouwkunst van de middeleeuwen.
De oudste toren ontstond voor het gebruik van
buskruitwapens, terwijl de schietgaten in de nieuwere
linkertoren al aangepast zijn aan het gebruik van artilleriegeschut.
De oudste toren dateert van ca 1385, de andere
van 1415.
Activiteit:
• Bezoek met gids van 10u tot 12u en van 14-18u
Sint-Annazaal
Begijnhof, Kortrijk
Dit gebouw van 1682 heeft een bewogen geschiedenis
gekend. In 1788 was dit een legerdepot en kazerne.
Tijdens de Franse Revolutie diende de zaal als krijgshospitaal.
In 1795 werd ze gebruikt als voeder-en
stromagazijn. In 1814 was het een noodhospitaal.
Activiteit:
• Tentoonstelling ‘Verleden, heden en toekomst van de
Sint-Annazaal’
Dienst Toerisme Kortrijk
Museum Kortrijk 1302
Begijnhofpark, Kortrijk
Activiteit:
• Tentoonstelling ‘Kortrijk, woelige stad’
Tentoonstelling over de geschiedenis van Kortrijk in de
17e eeuw. In de periode waren er brandstapels,
heksenvervolgingen, kanonnen, pest en hongersnood.
In die tijd kreeg het historische stadscentrum stilaan
vorm. Vrij bezoek aan tentoonstelling mogelijk tussen
10u en 18u. Gidsbeurten tussen 10u en 12u en tussen
14u en 18u.
• Wandeling ‘Sanderus achterna’
De wandeling sluit aan bij de tentoonstelling ‘Woelige
stad’ en heeft dus veel aandacht voor de conflictsituaties
in het verleden. Aan de hand van een stadsplan uit
1641 verken je het Kortrijk van de 17e eeuw met
verrassende verhalen en historische hoekjes.
De wandeling is beschreven en kan je op eigen houtje
doen. Startpunt aan de Dienst Toerisme. De wandeling
met een gids beleven kan om 10u, 14u en 16u
Historische Havenloods
Groeningekaai 17, Kortrijk
Activiteit:
Tentoonstelling ‘De vaart en verder’
Het kanaal Bossuit-Kortrijk werd in 1857-60 gegraven
als verbinding tussen de Leie en de Schelde. Het kanaal
diende oa om steenkool vanuit de Borinage naar Kortrijk
te brengen. In oorlogstijd speelde het kanaal een strategische
rol. Foto’s en documenten illustreren deze
bewogen geschiedenis.
Linen Thread Company
Noordstraat 28, Kortrijk
In 2013 verhuist het Vlasmuseum naar een nieuw pand.
Het is het grootste verzendhuis van Kortrijk, opgetrokken
door The Linen Thread Company in 1913. Het verzendhuis,
onder de vlassers beter gekend als het Engels
syndicaat, staat symbool voor de aanwezigheid van de
Engelse spinnerijen in Kortrijk. Op Open Monumentendag
2011 kan je voor een eerste keer kennis maken met dit
gebouw. Je ontdekt er meer over de oude functie van
het gebouw, maar ook over de rol die het speelde in de
Eerste en Tweede Wereldoorlog.
Activiteit:
open van 10u tot 12u en van 14u tot 18u, rondleidingen
om 10u30, 11u30, 14u30, 15u30 en 16u30
info: 056 21 01 38 - www.vlasmuseum.be -
vlasmuseum@kortrijk.be
open monumentendag monumentendag 2011
KUURNE
Hoeve Vandewalle (zie pag. 28)
Boomgaardstraat 168, Kuurne
Activiteit
• In de stallingen van de hoeve is er de tentoonstelling
‘De media in wereldoorlog I & II’ met een compilatie
van nooit eerder vertoonde Duitse propagandafilms uit
een privéverzameling en tal van originele oorlogskranten,
zowel van tijdens de invasie van België, de tijd van de
oorlog en de uiteindelijke bevrijding. Het leven van de
gewone mens in de oorlog komt stevig aan bod. Op de
binnenkoer van de hoeve staan diverse oorlogsvoertuigen
waar je als bezoeker gerust mag in plaatsnemen.
• In de hoeveschuur worden diverse thema’s aangesneden.
De hoofdbrok, is de conflictsituatie aangaande de fusie
tussen Kuurne en Kortrijk in het begin van de jaren
zeventig. Foto’s en documenten tonen hoe een aanvankelijk
ludieke situatie bittere ernst werd.
• Ook de verschillende schoolstrijden, de boerenkrijg,
de beeldenstorm en de koningskwestie passeerden in
Kuurne niet ongemerkt. Film en documenten tonen dit
aan. Diverse originele eretekens en oorkonden van tijdens
de Brabantse omwenteling, de slag van Waterloo en de
Belgische revolutie, worden getoond in deze unieke
tentoonstelling.
Sint-Michielskerk
Sint-Michielskerk, Kuurne
Activiteit
• Traditioneel orgelconcert met als thema ‘Conflictsituaties
vertaald in muziek met orgelist Luc Vandenabeele.
LENDELEDE
Expositie ‘Ø 75 cm’
atelier José Vermeersch,
Lampernisbeekstraat 3 in Lendelede
Sinds 2010 wordt er nieuw leven geblazen in het atelier
van de befaamde kunstenaar José Vermeersch. Na het
overlijden van José Vermeersch in 1997 is het atelier te
Lendelede immers intact gebleven. In het atelier complex is
er een keramiekatelier, een ovenruimte en een tentoonstellingsruimte.
Het atelier werd voor het eerst in september
2010 voor het grote publiek opengesteld. Dit jaar wordt een
heuse kunstmanifestatie georganiseerd.
Bedoeling is dat het atelier gonst van de bedrijvigheid.
Gerenommerde kunstenaars uit binnen- en buitenland worden
uitgenodigd in het atelier om er te werken en er zo
tijdelijk terug een werk- en ontmoetingsplaats te installeren.
Elk van de kunstenaars krijgt een porseleinen
schaal ter beschikking van 75 op 75 centimeter. Deze kan
door de kunstenaars worden beschilderd met glazuren
en vervolgens ter plaatse gebakken in de beschikbare
ovens. De schalen worden n.a.v. Open Monumentendag
tentoongesteld in de tentoonstellingsruimte en inkom van
het atelier samen met eerdere keramische werken van
José Vermeersch.
Deze tentoonstelling kadert in het thema ‘Conflict’ omdat
het de bedoeling is om met dit evenement verschillende
generaties met elkaar in dialoog te laten treden.
Een ‘conflict/samenwerking/ dialoog’ creëren met het
medium van de porseleinen schalen is één van onze
doelstellingen.
Activiteit:
• Open van 10u tot 18u, inkom gratis
• Deze unieke tentoonstelling is perfect combineerbaar
met de José Vermeersch Wandeling. De gratis wandelkaarten
zijn verkrijgbaar in het gemeentehuis, in de
bibliotheek en bij de cultuurdienst.
• Info: cultuurdienst - 051 315 870 -
cultuurdienst@lendelede.be
MENEN
Stadsmuseum ’t Schippershof
= infopunt Rijselstraat
Het stadsmuseum, de toeristische dienst en het museumcafé
zijn ondergebracht in ’t Schippershof, een gerestaureerd
pand uit het einde van de 17de eeuw. De collectie
van het museum omvat twee grote luiken: ‘Menen bezet’
en een rijke beeldenverzameling. In de zaal ‘Menen bezet’
maak je door middel van verhalen, oude postkaarten
en stadsplannen op een interactieve manier kennis
met de militaire geschiedenis van de grensstad en het
ontstaan van de vestingen. De Leie, al eeuwenlang de
economische slagader van Menen, wordt ook in de kijker
geplaatst. Romantische beelden van Yvonne Serruys
(1873-1953), abstracte beelden van Georges Dobbels
(1910-1988) en hedendaagse sculpturen van Johan
Tahon (Menen, 1965) zijn toppers. Daarnaast toont het
museum enkele schilderijen van Alfred Wallecan (1894-
1960). Tijdelijke tentoonstellingen worden in de galerie
georganiseerd.
• Info: T 056 532 363
open monumentendag monumentendag 2011 2011
46 46 47
47
Grensconflicten in het kwadraat
Boottocht
sluizenkaai, Menen
Op deze tocht wordt aandacht besteed aan de oorlogen
van Lodewijk XIV en aan het Wereldoorlog I
Activiteit: Vertrek boot aan Sluizenkaai om 14u, aankomst
Leiebrug Wervik om 14u45, vertrek met de bus op zoek naar
militair erfgoed in Wervicq-Sud, Bousbecques en de Duitse
militaire begraafplaats ‘Meenen Wald’ om 15u, terug aan de
Sluizenkaai te Menen om 18u.
• Organisatie: Toerisme Menen, Toerisme Wervik i.s.m.
Toerisme Leiestreek Info en inschrijvingen: Dienst
Toerisme Menen - 056 532 363 - toerisme@menen.be
Kazematten
Oude Leielaan, Menen
In opdracht van de Zonnekoning Lodewijk XIV maakte
Vauban van Menen een versterkte stad. De vestingen (1679-
1689) hadden een omtrek van drie kilometer. Er waren elf
bolwerken (bastions) en vier stadspoorten. Deels door herhaaldelijke
belegeringen van de stad en deels door bouwkundige
ingrepen, bleven van de oorspronkelijke vestingen
enkel de fundamenten bewaard. De huidige ‘Hollandse’
vestingen (1817-1830) werden bovenop de fundamenten
van de Vaubanversterking gebouwd. Menen lag toen aan
de zuidgrens van het Koninkrijk der Nederlanden en diende
tegen Frankrijk te worden beschermd. Je kunt bovenop
de Nederlandse vestingmuren wandelen en fietsen. Elf
bomvrije, ondergrondse ruimten (kazematten) zijn voor het
publiek opengesteld.
Activiteit:
• Gidsbeurten voorzien van 10u tot 12u en van 14u tot 18u
Molen De Goede Hoop
Kortrijkstraat
Deze oude stellingmolen (1778) is de enige overgebleven
molen van de stad. Oorspronkelijk werd hij als olieslagerij
gebruikt en later tot een korenmolen omgebouwd. Hierbij
wordt uit graan meel gemalen. Vandaag is enkel het korengedeelte
nog in werking. Hij werd in 1994-1995 volledig gerestaureerd
en opnieuw maalvaardig gemaakt. Bezoek ook
binnenin het molenmuseum. Er worden mooie historische
foto’s tentoongesteld.
Activiteit:
• Doorlopend van 14u tot 17u30
Menen herdenkt wielerlegendes:
Felicien en Julien Vervaecke met
tentoonstelling ‘De Frikkes’
CC De Steiger Menen
Aan de hand van een massa foto’s, krantenknipsels, oude
fietsen en ander fietsmateriaal worden de fietscarrières
van wielerlegendes Felicien Vervaecke (1907-1986) en
Julien Vervaecke (1899-1940) in beeld gebracht.
De tentoonstelling biedt een overzicht van hun sportieve
prestaties in wegklassiekers en vooral in de Ronde van
Frankrijk in de periode 1925-1939. Felicien eindigde de
Tour meermaals in de top vijf. Hij won ook geregeld de
bergprijs. In 1938 reed hij acht dagen in het geel. Felicien
sleepte in totaal zes Touretappes in de wacht: één in
1936, één in 1937 en vier in 1938. Zijn broer Julien was
eveneens een verdienstelijk beroepsrenner. Zo eindigde
hij maar liefst vier keer in de Tour in de top tien. Op zijn
palmares staan ook: Parijs-Roubaix (1930) en Parijs-
Brussel (1932).
Activiteit:
• Gratis toegankelijk op Open Monumentendag van 14u
tot 18u, nog tot 16 oktober van maandag tot zaterdag.
• Info: Heemkring Menen, p.a. Marc Pyncket,
Lauwestraat 48, 8930 Menen, T 0473 53 70 72, marc.
pyncket@telenet.be
Gezinsfietstocht op 11 september 2011
Het parkoers van de gezinsfietstocht (afstand 30km) loopt
langs de gemeentes waar de Vervaeckes woonden, leefden
en werkten: doorheen Menen (woonplaats 1923-1943),
naar Dadizele (geboorteplaats 1907-1920) en Moorsele
(woonplaats 1920-1923) terug via Wevelgem naar Menen.
Activiteit:
• Begeleide fietstochten met vertrek om 14u en 15u
parking CC De Steiger. Ook mogelijkheid tot individueel
afrijden.
• Inlichtingen en inschrijvingen: Dienst Toerisme Menen,
T 056 532 363 en toerisme@menen.be
• Organisatie: Heemkring Menen i.s.m. Werkgroep
Erfgoed/Open Monumentendag en Dienst Toerisme
Stad Menen
open monumentendag 2011
48
WERVIK
Nathionaal Tabaksmuseum
Koestraat 63, Wervik
Activiteit:
• Geleide fietstocht, vertrek om 14.00 uur aan het
Nationaal Tabaksmuseum en je leidend naar
Hoeve Deprez waar het Oogstfeest plaatsgrijpt.
• Een tocht van circa 20 km. langs het gehucht Kruiseke,
waar in oktober 1914 de eerste schermutselingen plaats
hadden tussen de Duitse en Britse voorhoedes.
De ‘molshopen’ van Kruiseke, Geluveld en Zandvoorde,
de getuigen in het landschap van de Eerste Slag om
Ieper, vormen eveneens een onderdeel van de tocht.
Nadruk wordt o.a. gelegd op het Frederiksmonument dat
aan de slag van 1793 herinnert en waarbij de prins van
Oranje verwond werd.
• Deelname is gratis. Inschrijven vooraf kan via de
Dienst Toerisme: toerisme@wervik.be of 056 95 24 25.
Grensconflicten in het kwadraat
Tocht met boot en bus
Zie ook programma Menen.
Tickets: € 18 (consumptie inbegrepen) bij Diensten
voor Toerisme van Wervik en Menen, online via
www.toerisme-leiestreek.be/boottochten.
Vooraf inschrijven is noodzakelijk.
• Doorlopend rondleidingen van 14 tot 18u
www.beeldbankvlas.be
Ook uw foto’s kunnen het vlasverleden van de regio zichtbaar maken!
De streek van de Leie en de Mandel was vroeger tot ver buiten de grenzen bekend om zijn kwaliteitsvol vlas.
Op www. beeldbankvlas.be ziet u duizenden unieke beelden van hekkens in de Leie, het harde werk op het land, kinderen
tussen de vlaskapelletjes, de roterijen en zwingelarijen, de overstromingen van de Leie,…
Met de mooiste beelden maakten we een reeks van 10 postkaartjes. Geïnteresseerd? Ga naar www.beeldbankvlas.be en
antwoord op deze eenvoudige vraag: wat staat er op de eerste foto afgebeeld? Stuur het juiste antwoord én uw postadres naar
gw.kortrijk@west-vlaanderen.be en dan krijgt u de kaartjes gratis thuisgestuurd.
Ook uw foto’s op de beeldbank? Dat kan! Contacteer ons! Wij bezorgen u een mooie koffi emok met een vlasafbeelding als dank.
Voor meer info bel naar 056 24 99 94. Foto Noëlla Vandenbogaerde, collectie Marcel Adins
Heemkundig Museum Moen . Slagersmuseum Anzegem . Be-Part Waregem . Nationaal Borstelmuseum
Izegem . Nationaal Schoeiselmuseum Izegem . Wielermuseum Roeselare . Nationaal
Tabaksmuseum Wervik . Jukeboxmuseum Menen . Museum Peter Benoit Harelbeke .
Museum voor Pijp en Tabak Harelbeke . Museum René De Clercq Deerlijk . Broelmuseum
Kortrijk . . Vlasmuseum Kortrijk . Vlaams Filmmuseum Kortrijk . Roger
Raveelmuseum Machelen
Alle info op www.uitinregiokortrijk.be/musea en www.toerisme-leiestreek.be
O ntdek , beleef, ver zamel en win!
Fonds Vercruysse, foto Van Worteghem
VLASTHEATER
Een theaterproductie met als input vlasverhalen uit Kortrijk.
Over het harde werk in de streek, maar ook de leute als het werk erop zat.
Over de miserie als de Leie buiten haar oevers trad.
Over het verliezen van een vinger tijdens het zwingelen.
Over de koppeltjes die tussen de vlaskapelletjes lagen te vrijen.
Over het eenzaam zijn tijdens de slijtcampagnes in Frankrijk ...
Vlastheater is een uniek samenwerkingsproject
met het vlas in de hoofdrol naar een tekst van Paul Pourveur.
Productie: De Figuranten i.s.m. Vlasmuseum, Erfgoedcel Kortrijk,
Erfgoedcel TERF, Overleg Cultuur / UiT in Regio Kortrijk
en de Provincie West-Vlaanderen.
PREMIEREVOORSTELLINGEN
vrij 16, za 17 en zo 18 december – The Linen Thread Company Kortrijk
(voormalige Eurostock in de Noordstraat en nieuwe locatie voor het Vlasmuseum)
www.defiguranten.be
www.uitinregiokortrijk.be
.
Ontdek de meest complete
UiTagenda voor Regio Kortrijk
met honderden tips voor
cultuur en vrije tijd op :
www.uitinregiokortrijk.be
Kom je huis uit!
— Een conflict is een situatie
waarin twee of meer partijen methodes hanteren,
doelstellingen nastreven of waarden
aanhangen die, daadwerkelijk of in de perceptie
van de partijen, onverenigbaar zijn en
daardoor in botsing komen.
Het is een onopgeloste tegenstrijdigheid.
Conflic ten kunnen optreden tussen mensen,
organisaties, en landen.
Een conflict kan gaan om de inhoud van
de kwestie of om de relatie tussen de betrokkenen.
Elk van de partijen voelt zich betrokken
bij de oplossing van het conflict en zal
in min of meerdere mate verantwoordelijkheid
voelen voor de relatie met de andere
partij(en). —
(Wikipedia)
Conflict