Vaststelling - Aktiegroep Het Oude Westen
Vaststelling - Aktiegroep Het Oude Westen
Vaststelling - Aktiegroep Het Oude Westen
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Rotterdam, 30 oktober 2012.<br />
Onderwerp:<br />
<strong>Vaststelling</strong> bestemmingsplan <strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong>.<br />
Aan de Gemeenteraad.<br />
Aanleiding<br />
Op 28 februari 2012 hebben wij besloten tot het starten van het vooroverleg ex artikel<br />
3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) inzake het voorontwerpbestemmingsplan<br />
“<strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong>”.<br />
Met dit bestemmingsplan wordt beoogd het geldende bestemmingsplan “<strong>Het</strong> <strong>Oude</strong><br />
<strong>Westen</strong>” te actualiseren conform de eisen van de Wet ruimtelijke ordening. Daarbij zijn<br />
enkele nieuwe ontwikkelingen in het bestemmingsplan opgenomen.<br />
Begrenzing<br />
<strong>Het</strong> plangebied wordt in het noorden begrensd door het Weena en de Diergaardesingel,<br />
in het oosten door de Westersingel, in het zuiden door de Rochussenstraat en ten slotte<br />
in het westen door de 's-Gravendijkwal en de Henegouwerlaan.<br />
Ontwikkelingen<br />
De belangrijkste veranderingen in het plangebied betreffen de volgende locaties.<br />
Bajonetstraat e.o.<br />
Op deze locatie zal na sloop/nieuwbouw of renovatie een verdunning van het aantal<br />
woningen (thans 90 meergezinswoningen) plaatsvinden. De bestaande bouwhoogte<br />
van 14 meter zal niet worden overschreden.<br />
Vanuit ISV3 middelen is een bedrag beschikbaar van € 4,3 miljoen. Deze ISV3 bijdrage<br />
bestaat uit twee delen: een deel Bajonet parkeergarage en een deel Bajonet<br />
buitenruimte.<br />
Voor Bajonet parkeergarage is op 15 augustus 2012 een subsidiebeschikking afgegeven<br />
aan Woonstad voor € 2,4 miljoen.<br />
Voor Bajonet buitenruimte wordt een bijdrage verstrekt aan Stadsontwikkeling. Hiervoor<br />
staat een bedrag gereserveerd en is dus nog niet formeel verleend. <strong>Het</strong> bedrag was<br />
oorspronkelijk € 2,1 miljoen maar is in de Midterm Review ISV3 verlaagd naar € 1,9<br />
miljoen. Dit bedrag is kaderstellend voor het Inrichtingsplan.<br />
West-Kruiskade 26-28-30/Gouvernestraat 2-4<br />
Dit betreft een particulier initiatief en vindt zijn oorsprong in een ingekomen zienswijze<br />
van NIO Architecten (reclamant nr. 61 uit de hierbij behorende zienswijzenrapportage).<br />
De ontwikkeling betreft het mogelijk maken van een hotelfunctie, galeries en uitbreiden<br />
van detailhandel. Deze functies passen in het beleid dat de gemeente in dit gebied<br />
voorstaat. Deze functies zijn ondergebracht in de bestemming GD – 10 (Gemengd – 10).<br />
De exploitatie is geheel in handen van particulieren en voor eigen rekening en risico.<br />
Registratienummer dienst: 12/12192/BS12/787 raadsvergadering van: dd-mm-jjjj<br />
Behandelaar: H.V. Hooplot, 010-4894165 raadsstuk 0000 pagina 1
Coolsestraat 47 en 49<br />
<strong>Het</strong> dagelijks bestuur van de deelgemeente Centrum heeft voorgesteld om in het gehele<br />
pand Coolsestraat 47 en op de begane grond van de Coolsestraat 49 een hotel mogelijk<br />
te maken. Wij onderschrijven dit voorstel omdat het een goede invulling is van het<br />
leegstaande pand en omdat de functie bovendien aansluit bij het Binnenstadsplan en<br />
de wijkeconomie. Dit betreft eveneens een particulier initiatief. De exploitatie is geheel<br />
in handen van particulieren en voor eigen rekening en risico.<br />
St. Mariastraat<br />
<strong>Het</strong> betreft hier een renovatieproject van Woonstad. De exploitatie is geheel in handen<br />
van Woonstad en voor eigen rekening en risico.<br />
Gaffelstraat 70 t/m 88<br />
<strong>Het</strong> betreft hier een nieuwbouwproject via Collectief Particulier Opdrachtgeverschap<br />
begeleid door Woonstad. De exploitatie is geheel in handen van de kopers in<br />
samenwerking met Woonstad en voor eigen rekening en risico.<br />
Drievriendenstraat e.o.<br />
<strong>Het</strong> betreft hier een sloop/nieuwbouw project van Woonstad. De exploitatie is geheel in<br />
handen van Woonstad en voor eigen rekening en risico. Op grond van de motie Brons<br />
en een daarmee samenhangend positief advies van de Commissie voor Welstand en<br />
Monumenten heeft uw raad ons college gevraagd dit complex een monumentenstatus<br />
toe te kennen vanwege aanwezige cultuurhistorische waarden. Wij zijn hierover nog in<br />
overleg met Woonstad en overige belanghebbenden. Dit heeft geen gevolgen voor de<br />
vaststelling van het bestemmingsplan. <strong>Het</strong> nu vast te stellen bestemmingsplan maakt<br />
zowel sloop-nieuwbouw als renovatie van de bestaande mogelijk en verschilt daarin<br />
niet van het nu geldende bestemmingsplan.<br />
Uitgangspunt bij de laatstgenoemde drie ontwikkelingen, St. Mariastraat, Gaffelstraat 70<br />
t/m 88 en Drievriendenstraat e.o. is, dat er geen aanpassingen in de buitenruimte<br />
worden uitgevoerd.<br />
Poppanden<br />
Binnen het plangebied zal een aantal verspreid liggende panden (zogenoemde<br />
Poppanden) worden opgeknapt, waarbij onder meer boven- en benedenwoningen<br />
worden samengevoegd (kluswoningen).<br />
Actieprogramma “Dijkversterking ’s-Gravendijkwal/ Henegouwerlaan”,<br />
<strong>Het</strong> actieprogramma Dijkversterking ‘s-Gravendijkwal/ Henegouwerlaan biedt een<br />
mogelijkheid tot het terugdringen van overlastgevende functies in de gelijknamige<br />
straten.<br />
Op grond van dit actieprogramma, dat voor de gelijknamige straten onder meer een<br />
versterking van de woon- en kantoorfunctie en een vermindering van het aantal<br />
overlastgevende gebruiksfuncties beoogt, is er op 23 januari 2012 overleg gevoerd<br />
tussen burgemeester Aboutaleb en wethouder Karakus. Dit overleg heeft geresulteerd<br />
in het opnemen in het ontwerpbestemmingsplan van een uitsterfregeling voor<br />
seksinrichtingen, twee hotels en twee kinderopvangvoorzieningen op een aantal<br />
adressen in bedoelde straten en directe omgeving. Deze adressen zijn terug te vinden<br />
in de raadsbrief van 29 februari 2012 (BS11/381). N.a.v. een ingekomen zienswijze en<br />
een daarmee samenhangende rechterlijke uitspraak wordt voor de kinderopvang op<br />
het adres ’s-Gravendijkwal 56 voorgesteld geen uitsterfregeling op te nemen, maar<br />
voor dit adres deze gebruiksmogelijkheid uit het ter inzage gelegde<br />
ontwerpbestemmingsplan te verwijderen.<br />
Registratienummer dienst: 12/12192/BS12/787 raadsvergadering van: dd-mm-jjjj<br />
Behandelaar: H.V. Hooplot, 010-4894165 raadsstuk 0000 pagina 2
Overige ontwikkelingen<br />
Overigens zijn er nog twee locaties die nog niet het predicaat ontwikkeling verdienen,<br />
omdat deze ontwikkelingen momenteel nog onvoldoende zijn uitgekristalliseerd. <strong>Het</strong><br />
betreft de volgende twee locaties:<br />
Tiendplein/Zijdewindeplein.<br />
Deze ontwikkeling kan gaan om sloop van een x-aantal woningen nabij het Tiendplein.<br />
Hiervoor in de plaats wordt gestudeerd op een vierlaagse bebouwing met een<br />
ondergrondse parkeergarage. De ontwikkeling is nog onzeker.<br />
Gouvernestraat ( parklocatie Odeon e.o.)<br />
Dit betreft een plangebied met een aantal meergezinswoningen, diverse bedrijfsruimtes,<br />
maatschappelijke voorzieningen en park. Gezocht wordt naar een mogelijkheid tot het<br />
inpassen van de bestaande maatschappelijke voorzieningen. Sloop gevolgd door<br />
nieuwbouw of renovatie. <strong>Het</strong> woningaantal zal door de ingreep dalen.<br />
Exploitatieplan als bedoeld in artikel 6.12 Wro<br />
Bij vaststelling van dit bestemmingsplan behoeft geen exploitatieplan te worden<br />
vastgesteld. Voor de ontwikkelingen Bajonetstraat, St.-Mariastraat, Gaffelstraat en<br />
Drievriendenstraat geldt dat er geen sprake is van een bouwmogelijkheid in de zin van<br />
art 6.12 van de Wro, omdat:<br />
- voor de ontwikkelingen St.-Mariastraat, Gaffelstraat en Drievriendenstraat en de<br />
(verspreid voorkomende) Poppanden geldt, dat deze ook krachtens het<br />
vigerende bestemmingsplan mogelijk zijn;<br />
- de ontwikkeling Bajonetstraat gedekt is met ISV-3-subsidie.<br />
De ontwikkeling West-Kruiskade/Gouvernestraat betreft een particulier initiatief, waarvan<br />
de exploitatie geheel in handen is van particulieren die handelen voor eigen rekening en<br />
risico.<br />
De ontwikkeling Coolsestraat 47 en 49 betreft het mogelijk maken van een hotel in het<br />
gehele pand Coolsestraat 47 en op de begane grond van de Coolsestraat 49. Dit betreft<br />
een particulier initiatief, waarvan de exploitatie geheel in handen is van particulieren die<br />
handelen voor eigen rekening en risico.<br />
Duurzaamheid<br />
<strong>Het</strong> voorliggend ontwerpbestemmingsplan legt voor het grootste gedeelte de bestaande<br />
situatie vast. Er worden slechts enkele ontwikkelingen mogelijk gemaakt. De<br />
gebruikelijke milieuonderwerpen zijn onderzocht en toegelicht in het<br />
bestemmingsplan. <strong>Het</strong> biedt tevens een verbetering van de leefbaarheid in het<br />
plangebied door herontwikkeling van slechte woningen en toevoeging van nieuwe<br />
woonmilieus. Voorts biedt het mogelijkheden tot binding van zittende en nieuwe<br />
bewoners aan de wijk in de vorm van koopkrachtbinding, waardecreatie, versterking van<br />
de wijkeconomie en toekomstbestendigheid.<br />
Economie en Arbeidsmarkt<br />
De huidige mix van de detailhandel en horeca op de West-Kruiskade en Nieuwe<br />
Binnenweg is goed. <strong>Het</strong> verbeteren van de toegankelijkheid van het wijkpark met<br />
aansluiting op de winkelstraat heeft een positief economisch effect op de winkelstraat<br />
West-Kruiskade. <strong>Het</strong> betekent een verbetering van het zicht op de winkelstraat vanaf het<br />
Kruisplein. Dit kan tot meer bestedingen op de West-Kruiskade leiden. De West-<br />
Kruiskade is belangrijk voor de groeiende bezoekersstromen vanuit het volledig nieuwe<br />
Registratienummer dienst: 12/12192/BS12/787 raadsvergadering van: dd-mm-jjjj<br />
Behandelaar: H.V. Hooplot, 010-4894165 raadsstuk 0000 pagina 3
Centraal Station vanaf 2013. Om de winkelstraat aantrekkelijk te maken is het<br />
noodzakelijk dat er rondom het Tiendplein horeca komt met ruimte voor terrassen.<br />
Externe veiligheid<br />
Door uw raad is op 24 november 2011 een expliciet besluit genomen ten aanzien van<br />
het groepsrisico van de RCD (Rotterdam Central District -gebiedsontwikkeling. De raad<br />
heeft besloten dat het toekomstige groepsrisico na realisatie van de bouwlocaties van<br />
RCD niet meer mag bedragen dan 5,2 maal de oriëntatiewaarde, dit gelet op het belang<br />
van deze ontwikkelingen en de maatregelen op het gebied van zelfredzaamheid en<br />
hulpverlening. Omdat de ontwikkelingen in “<strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong>” niet voor een toename van<br />
het groepsrisico zorgen, betreft het groepsrisico in het bestemmingsplan “<strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong>”<br />
hetzelfde groepsrisico als het eerder bij RCD verantwoord geachte groepsrisico. De<br />
verantwoording van het groepsrisico in het bestemmingsplan <strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong> heeft<br />
derhalve al eerder plaatsgevonden, middels het bovengenoemde besluit.<br />
Zienswijzen<br />
<strong>Het</strong> ontwerpbestemmingsplan “<strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong>” heeft van 9 maart tot en met 19 april 2012<br />
gedurende 6 weken voor een ieder ter inzage gelegen. De bij dit raadsvoorstel gevoegde<br />
zienswijzenrapportage <strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong> (BS12/787) maakt integraal onderdeel uit van dit<br />
raadsvoorstel tot vaststelling van het bestemmingsplan “<strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong>”.<br />
<strong>Het</strong> ter inzage leggen van het ontwerpbestemmingsplan heeft geleid tot indiening van 13<br />
schriftelijke zienswijzen door 61 reclamanten. De reclamanten genummerd 1 t/m 49 (en<br />
hun eventuele medeondertekenaars) dienden één gelijkluidende zienswijze in. De<br />
overige reclamanten genummerd 50 t/m 61 dienden elke een unieke zienswijze in.<br />
Zienswijzen zijn door de volgende reclamanten ingediend:<br />
1. Reclamant 1;<br />
2. Reclamant 2;<br />
3. Reclamant 3;<br />
4. Reclamant 4;<br />
5. Reclamant 5;<br />
6. Reclamant 6;<br />
7. Reclamant 7;<br />
8. Reclamant 8;<br />
9. Reclamant 9;<br />
10. Reclamant 10;<br />
11. Reclamant 11;<br />
12. Reclamant 12;<br />
13. Reclamant 13;<br />
14. Reclamant 14;<br />
15. Reclamant 15;<br />
16. Reclamant 16;<br />
17. Reclamant 17;<br />
18. Reclamant 18;<br />
19. Reclamant 19;<br />
20. Reclamant 20;<br />
21. Reclamant 21;<br />
22. Reclamant 22;<br />
23. Reclamant 23;<br />
24. Reclamant 24;<br />
25. Reclamant 25;<br />
26. Reclamant 26;<br />
27. Reclamant 27;<br />
28. Reclamant 28;<br />
Registratienummer dienst: 12/12192/BS12/787 raadsvergadering van: dd-mm-jjjj<br />
Behandelaar: H.V. Hooplot, 010-4894165 raadsstuk 0000 pagina 4
29. Reclamant 29;<br />
30. Reclamant 30;<br />
31. Reclamant 31;<br />
32. Reclamant 32;<br />
33. Reclamant 33;<br />
34. Reclamant 34;<br />
35. Reclamant 35;<br />
36. Reclamant 36;<br />
37. Reclamant 37;<br />
38. Reclamant 38;<br />
39. Reclamant 39;<br />
40. Reclamant 40;<br />
41. Reclamant 41;<br />
42. Reclamant 42;<br />
43. Reclamant 43;<br />
44. Reclamant 44;<br />
45. Reclamant 45;<br />
46. Reclamant 46;<br />
47. Reclamant 47:<br />
48. Reclamant 48;<br />
49. Reclamant 49;<br />
50. Reclamant 50;<br />
51. R. Schaap & Partners Advocaten (gemachtigde);<br />
52. Reclamant 52;<br />
53. WHN International BV, Wesserstraat 5, 2491 DG Den Haag;<br />
54. Reclamant 54:<br />
55. Reclamant 55;<br />
56. Reclamant 56;<br />
57. Woonstad Rotterdam, Postbus 2370, 3000 CJ Rotterdam<br />
58. VvE Laan van West Kruiskade, p/a Westersingel 17, 3014 GP Rotterdam;<br />
59. Belangenvereniging 2EMW (Eendrachtsweg, Eendrachtsplein, Mauritsweg en<br />
Westersingel), p/a Westersingel 17, 3014 GP Rotterdam;<br />
60. Bewonersorganisatie B.O.O.G, ’s-Gravendijkwal 54, 3014 EE Rotterdam;<br />
61. NIO Architecten, Schiedamse Vest 95A, 3012 BG Rotterdam.<br />
De zienswijzen zijn aan de juiste instantie gericht en tijdig ingediend, zodat reclamanten<br />
in hun zienswijzen kunnen worden ontvangen.<br />
Samenvatting van de zienswijzen<br />
In de "Zienswijzenrapportage <strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong>” (bijlage) zijn de zienswijzen samengevat,<br />
zijn onze reacties daarop vermeld, evenals onze voorstellen aan u. Indien wij voorstellen<br />
een zienswijze gegrond te oordelen is tevens aangegeven tot welke wijziging dit leidt van<br />
het ontwerpbestemmingsplan.<br />
Een aantal reclamanten heeft een gelijkluidende zienswijze ingediend. Deze is door<br />
ons behandeld als zienswijze 1, onderverdeeld in een aantal samengevatte<br />
onderdelen. Vervolgens zijn de overige 12 unieke zienswijzen op diezelfde wijze<br />
samengevat en behandeld.<br />
1. Ambtshalve voorgestelde aanpassingen van het ontwerpbestemmingsplan<br />
<strong>Oude</strong> westen.<br />
1. 1. Locatie Nieuwe Binnenweg 173-175<br />
Gebleken is dat beide adressen in het ter inzage gelegde<br />
Registratienummer dienst: 12/12192/BS12/787 raadsvergadering van: dd-mm-jjjj<br />
Behandelaar: H.V. Hooplot, 010-4894165 raadsstuk 0000 pagina 5
ontwerpbestemmingsplan zijn opgenomen onder de bestemming wonen, terwijl<br />
dit vanwege de rechtens verkregen vergunningen had moeten zijn “Gemengd 2”.<br />
Laatstgenoemde bestemming houdt in dat er in beide panden op alle<br />
verdiepingen gewoond mag worden, maar uitsluitend op de begane grond<br />
kantoren, bedrijven t/m cat. 2 en winkels zij toegelaten. Wij stellen u voor dit te<br />
corrigeren door het voorliggende ontwerpbestemmingsplan als volgt te wijzigen:<br />
Verbeelding<br />
Op de verbeelding van het ter inzage gelegde onderwerpbestemmingsplan voor<br />
beide adressen de bestemming “Wonen” te wijzigen in “Gemengd-2”.<br />
1.2. Locatie Bajonetstraat<br />
Omdat de financiering van de ontwikkellocatie Bajonetstraat ten tijde van het ter<br />
inzage leggen van het ontwerpbestemmingsplan nog niet zeker was en evenmin<br />
zeker was of dit wel het geval zou zijn ten tijde van vaststelling van het<br />
bestemmingsplan, is deze ontwikkellocatie conserverend bestemd met<br />
toevoeging hieraan van een wijzigingsbevoegdheid. Inmiddels is de financiering<br />
wel rond, in de vorm van een verleende subsidie ISV-3. Als gevolg hiervan is er<br />
alle reden toe, de locatie te bestemmen als woongebied -2. Daartoe wordt eerst<br />
artikel 35, Woongebied, gewijzigd in “Woongebied – 1”.<br />
Tevens vervalt artikel 43 “wro-zone-wijzigingsgebied”. Als gevolg hiervan, stellen<br />
wij u voor hieraan medewerking te verlenen door het ontwerpbestemmingsplan<br />
als volgt te wijzigen:<br />
Verbeelding<br />
De bestemming “Woongebied”, (locatie Gaffelstraat) wordt gewijzigd in<br />
“Woongebied – 1”. <strong>Het</strong> gearceerde gedeelte van de Bajonetstraat dat het<br />
wijzigingsgebied verbeeldt, wordt gewijzigd in de bestemming “woongebied -2”,<br />
met opneming van de maximale bouwhoogte van 14 meter. De legenda wordt in<br />
overeenstemming gebracht met deze feiten.<br />
Regels<br />
Artikel 35 “Woongebied”, wordt gewijzigd in artikel 35 “Woongebied – 1”.<br />
Vervolgens wordt aan de regels het volgende nieuwe artikel 36 “Woongebied –<br />
2”, toegevoegd. Artikel 43 wro-zone-wijzigingsgebied vervalt, waarna de overige<br />
artikelen worden herschikt.<br />
Artikel 36 Woongebied - 2<br />
36.1 Bestemmingsomschrijving<br />
De voor "Woongebied - 2" aangewezen gronden zijn bestemd voor:<br />
a. woningen, met de daarbij behorende aanbouwen, bijgebouwen en<br />
bouwwerken, geen gebouwen zijnde;<br />
b. groen, water, tuinen, parkeervoorzieningen, ontsluitingswegen en -paden;<br />
c. "Waarde - Archeologie - 3", voor zover de gronden mede als zodanig zijn<br />
bestemd.<br />
Registratienummer dienst: 12/12192/BS12/787 raadsvergadering van: dd-mm-jjjj<br />
Behandelaar: H.V. Hooplot, 010-4894165 raadsstuk 0000 pagina 6
36.2 Bouwregels<br />
36.2.1 Algemeen<br />
Op de voor "Woongebied -2" bestemde gronden mag uitsluitend worden<br />
gebouwd ten behoeve van de aldaar genoemde functies.<br />
36.2.2 Bebouwingsnormen<br />
a. het aantal woningen bedraagt minder dan negentig;<br />
b. de maximale bouwhoogte bedraagt 14 meter;<br />
c. parkeergarages (al dan niet ondergronds) mogen niet meer dan een<br />
bouwlaag tellen.<br />
36.2.3 Medebestemming<br />
Voor zover de gronden mede zijn bestemd voor "Waarde - Archeologie - 3", is<br />
voor het bouwen het bepaalde ter zake in genoemde bestemming mede van<br />
toepassing.<br />
36.3 Specifieke gebruiksregels<br />
36.3.1 Algemeen<br />
Woningen mogen mede worden gebruikt voor de uitoefening van een aan huis<br />
gebonden beroep of bedrijf, mits:<br />
a. de woonfunctie in overwegende mate gehandhaafd blijft, waarbij het bruto<br />
vloeroppervlak van de woning voor ten hoogste 30% mag worden gebruikt<br />
voor een aan huis gebonden beroep of bedrijf;<br />
b. ten aanzien van een aan huis gebonden bedrijf sprake is van een bedrijf tot<br />
en met categorie 1 als bedoeld in de bij deze regels horende lijst van<br />
bedrijfsactiviteiten;<br />
c. de gevel en dakrand van de woning niet worden gebruikt ten behoeve van<br />
reclame-uitingen;<br />
d. er geen bedrijfsmatige activiteiten plaatsvinden die betrekking hebben op<br />
het onderhouden en repareren van motorvoertuigen;<br />
e. er geen detailhandel plaatsvindt, tenzij als ondergeschikt onderdeel van het<br />
aan huis gebonden beroep of bedrijf.<br />
36.4 Afwijken van de gebruiksregels<br />
36.4.1 geluidsgevoelige maatschappelijke voorzieningen<br />
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van<br />
het bepaalde in lid 36.3.1 ter zake van de toegestane bedrijfsactiviteiten ten<br />
behoeve van andere bedrijfsactiviteiten dan die primair zijn toegelaten, welke -<br />
gehoord de milieudeskundige - daarmede naar aard en invloed op de omgeving<br />
gelijk te stellen zijn.<br />
1.3. Locatie Coolsestraat 47 en 49<br />
<strong>Het</strong> dagelijks bestuur van de deelgemeente Centrum heeft voorgesteld om in het<br />
gehele pand Coolsestraat 47 en op de begane grond van de Coolsestraat 49 een<br />
hotel mogelijk te maken. Wij onderschrijven dit voorstel omdat het een goede<br />
invulling is van<br />
het leegstaande pand en de functie bovendien aansluit bij het Binnenstadsplan en de<br />
wijkeconomie. Om deze reden stellen wij u voor hieraan medewerking te verlenen<br />
Registratienummer dienst: 12/12192/BS12/787 raadsvergadering van: dd-mm-jjjj<br />
Behandelaar: H.V. Hooplot, 010-4894165 raadsstuk 0000 pagina 7
door het ontwerpbestemmingsplan als volgt te wijzigen:<br />
Verbeelding<br />
De bestemmingen GD -1 en GD – 6, ter hoogte van de Coolsestraat 47 en 49<br />
worden aangevuld met de functie-aanduiding “Horeca-Hotel’. In de legenda wordt<br />
de functieaanduiding verklaard “Horeca-Hotel toegestaan”.<br />
Regels<br />
Aan artikel 9 lid 1 wordt wordt een nieuw sublid l toegevoegd, waarna het artikel<br />
wordt herschikt en als volgt komt te luiden:<br />
Artikel 9 Gemengd - 1<br />
9.1 Bestemmingsomschrijving<br />
De voor "Gemengd - 1" aangewezen gronden zijn bestemd voor:<br />
a. woningen (zowel op de begane grond als op de verdiepingen);<br />
Uitsluitend op de begane grond:<br />
b. winkels;<br />
c. kantoren;<br />
d. praktijkruimten;<br />
e. voorzieningen op het gebied van onderwijs, religie, gezondheidszorg,<br />
maatschappelijke dienstverlening en "Publieke dienstverlening";<br />
f. ter plaatse van de functieaanduiding "maatschappelijk" is tevens op de<br />
bovenverdiepingen een kinderdagverblijf toegestaan, met dien verstande dat zodra<br />
het in dit lid bedoelde gebruik als kinderdagverblijf op de bovenverdiepingen is<br />
vervangen een gebruik als woning, een kinderdagverblijf op de bovenverdiepingen<br />
niet langer is toegestaan, dit betreft het adres: 's-Gravendijkwal 56;<br />
g. ter plaatse van de functieaanduiding "horeca", is uitsluitend op de begane grond<br />
tevens horeca toegestaan, dit betreft de adressen: Nieuwe Binnenweg 142, 148,<br />
152 en 181;<br />
h. uitsluitend op het adres Henegouwerlaan 32, ter plaatse van de functieaanduding<br />
"onderwijs", is op de verdiepingen tevens een onderwijsvoorziening toegestaan;<br />
i. ter plaatse van de functieaanduiding "parkeergarage", is tevens een parkeergarage<br />
toegestaan, dit betreft de locatie Adrianastraat;<br />
j. ter plaatse van de functieaanduiding "religie" is op alle verdiepingen tevens een<br />
gebruik van de aanwezige ruimten ten behoeve van godsdienstoefeningen,<br />
toegestaan, dit betreft het adres 's-Gravendijkwal 46;<br />
k. voorzieningen behorend bij bovengenoemde functies, zoals tuinen, groen,<br />
ontsluitingswegen en -paden;<br />
l. ter plaatse van de functieaanduiding "horeca-hotel is uitsluitend op de begane<br />
grond tevens een hotel toegestaan, dit betreft Coolsestraat 49;<br />
m. "Waarde - Archeologie - 1", "Waarde - Archeologie - 2", "Waarde - Archeologie - 3",<br />
"Waarde - Cultuurhistorie - 1" en "Waarde - Cultuurhistorie - 2", voor zover de<br />
gronden mede als zodanig zijn bestemd.<br />
Aan artikel 14 lid 1 wordt een nieuw sublid f toegevoegd, waarna het artikellid<br />
wordt herschikt en als volgt komt te luiden:<br />
Registratienummer dienst: 12/12192/BS12/787 raadsvergadering van: dd-mm-jjjj<br />
Behandelaar: H.V. Hooplot, 010-4894165 raadsstuk 0000 pagina 8
Artikel 14 Gemengd - 6<br />
14.1 Bestemmingsomschrijving<br />
De voor "Gemengd - 6" aangewezen gronden zijn bestemd voor:<br />
a. kantoren (zowel op de begane grond als op de verdiepingen);<br />
b. winkels;<br />
uitsluitend op de begane grond:<br />
c. praktijkruimten;<br />
d. bedrijven t/m categorie 2 van de lijst van bedrijfsactiviteiten behorende bij deze<br />
regels;<br />
e. voorzieningen behorend bij bovengenoemde functies, zoals tuinen, groen,<br />
ontsluitingswegen en -paden;<br />
f. ter plaatse van de functieaanduiding "horeca-hotel” is tevens een hotel toegestaan,<br />
dit betreft Coolsestraat 47;<br />
g. "Waarde - Archeologie - 2", "Waarde - Archeologie - 3", "Waarde - Cultuurhistorie -<br />
1" en "Waarde - Cultuurhistorie - 2", voor zover de gronden mede als zodanig zijn<br />
bestemd.<br />
1.4. Horecanota 2012 -2016<br />
Omdat een nieuwe Horecanota is vastgesteld vinden de volgende wijzigingen plaats in<br />
de toelichting en regels.<br />
Paragraaf 2.3.9. komt als volgt te luiden:<br />
Paragraaf 2.3.9. Horecanota Rotterdam 2012-2016 (nieuwe tekst)<br />
Vastgesteld op 3 juli 2012 door College van burgemeester en wethouders.<br />
Doel<br />
Centraal in de horecanota 2012-2016 staat het stimuleren van goede<br />
initiatieven, het bij elkaar brengen van vraag en aanbod, het vooraf bieden van<br />
duidelijke richtlijnen, het beperkt sturen door vergunningverlening en<br />
gebiedsgerichte aanpak en het normeren door toezicht en handhaving.<br />
Visie<br />
Vanuit de markt- en leefbaarheidsanalyse op horeca, de uitkomsten van de<br />
evaluatie van de vorige horecanota en de stedelijke ambities is de visie op de<br />
horeca als volgt geformuleerd: 'bruisende, aantrekkelijke stad met ruimte voor<br />
initiatieven van ondernemers'. Deze visie is nader uitgewerkt in een drietal<br />
ambities:<br />
1. kwaliteitshoreca: het creëren van een aantrekkelijk en bruisend horecaaanbod<br />
dat aansluit op de zakelijke markt, de wensen van de bezoekers en<br />
de bewoners;<br />
2. dynamisch ondernemerschap: het stimuleren van nieuwe initiatieven;<br />
3. horeca en leefbaarheid in balans: de samenwerking tussen ondernemers en<br />
overheid versterken waardoor een veilig uitgaansklimaat gecreëerd wordt<br />
zonder overlast voor omwonenden. “High trust, High penalty” is een<br />
belangrijk uitgangspunt.<br />
Registratienummer dienst: 12/12192/BS12/787 raadsvergadering van: dd-mm-jjjj<br />
Behandelaar: H.V. Hooplot, 010-4894165 raadsstuk 0000 pagina 9
Horeca definitie en afbakening<br />
<strong>Het</strong> bedrijfschap Horeca en Catering deelt horeca in vier bedrijfsgroepen in, te<br />
weten de drankensector, fastfoodsector, restaurantsector en hotelsector. Voor<br />
de definitie van een horecabedrijf zoals in de horecanota bedoeld wordt, is<br />
aangesloten bij het begrip 'openbare horeca-inrichting' uit de Rotterdamse APV.<br />
Binnen een openbare horeca-inrichting kan een ondernemer verschillende<br />
activiteiten ontplooien op het gebied van etenswarenverstrekking, het schenken<br />
van (alcoholhoudende) drank en het aanbieden van amusement.<br />
Beleidsonderwerpen die wel voor de horecabranche gelden of sterke<br />
raakvlakken hebben maar niet binnen de horecanota expliciet beschreven<br />
worden, zijn de hotelsector, de kwaliteitseisen ten aanzien van terrassen (nota<br />
kwaliteitseisen voor terrassen) en het programma gericht op het tegengaan van<br />
(overmatig) alcohol en drugsgebruik en uitgaansgeweld.<br />
Stedelijke focusgebieden, algemene gebiedskaders en horecagebiedsplannen<br />
Om (naast wat het bestemmingsplan nu toestaat) in de toekomst beter te<br />
kunnen sturen op welke horeca zich in een bepaald gebied kan vestigen, in het<br />
kader van het stimuleren van kwaliteitshoreca en waarborgen van leefbaarheid,<br />
worden gebiedsgerichte vestigingsvoorwaarden opgesteld. Om te kunnen<br />
komen tot gedegen vestigingsvoorwaarden in een gebied, die recht doen aan<br />
de ambities ten aanzien van de horecafunctie van de stad Rotterdam in zijn<br />
geheel, is een vijftiental stedelijke focusgebieden beschreven. De<br />
omschrijvingen van de focusgebieden geven de visie weer hoe deze gebieden<br />
zich afzonderlijk en in verhouding tot elkaar zouden moeten ontwikkelingen om<br />
recht te doen aan de bovenlokale horecafunctie die in de stad gewenst is.<br />
Naast de visie op bovenlokale horeca en de ontwikkelrichting hiervan, is ook in<br />
zijn algemeenheid ten aanzien van de hoofdfunctie van gebieden gekeken wat<br />
de gewenste ontwikkelrichting is, waarbij onderscheid is gemaakt in<br />
'woongebieden', 'gemengde woongebieden', 'publieksintensieve<br />
recreatiegebieden', 'bedrijventerreinen/industriegebieden/havengebied'. Bij<br />
inwerkingtreding van de horecanota gelden deze gebiedskaders als<br />
toetsingskader voor de vergunningverlening totdat de horecagebiedsplannen<br />
zijn vastgesteld. Deelgemeenten maken integrale vierjaarlijkse gebiedsplannen,<br />
waar het gebiedsplan horeca nu deel van uit gaat maken. In deze<br />
horecagebiedsplannen wordt per deelgemeente de horeca-ontwikkelrichting per<br />
buurt/straat/pand weergegeven.<br />
Een logische wijze om via vestigingsvoorwaarden te sturen op kwaliteit en<br />
waarborging van de leefbaarheid zijn de Rotterdamse bestemmingsplannen.<br />
Bestemmingsplannen bieden echter geen tot zeer weinig sturingsmogelijkheden<br />
voor kwalitatieve horeca. In bestemmingsplannen staan ruime omschrijvingen<br />
van de mogelijkheden om in bepaalde panden horeca te exploiteren. Tevens<br />
worden de plannen voor 10 jaar vastgesteld en is tussentijdse aanpassing niet<br />
gebruikelijk. Dit alles betekent dat gerichte planvorming, het stellen van<br />
vestigingsvoorwaarden ten aanzien van bepaalde exploitatie categorieën in<br />
bepaalde gebieden, op basis van het bestemmingsplan niet mogelijk is. Daarom<br />
worden horecagebiedsplannen opgesteld waarin de gewenste<br />
ontwikkelrichtingen voor horeca beschreven staat.<br />
Registratienummer dienst: 12/12192/BS12/787 raadsvergadering van: dd-mm-jjjj<br />
Behandelaar: H.V. Hooplot, 010-4894165 raadsstuk 0000 pagina 10
<strong>Het</strong> plangebied <strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong><br />
Nieuwe Binnenweg<br />
De Nieuwe Binnenweg is een populaire straat die het centrum van Rotterdam<br />
verbindt met het westelijk deel van de stad. De straat kenmerkt zich door een<br />
zeer gevarieerd aanbod van kleinschalige detailhandel met unieke<br />
specialiteiten, winkels en horeca. <strong>Het</strong> Centrumdeel van de Nieuwe Binnenweg<br />
is populair onder horecaondernemers. <strong>Het</strong> publiek is relatief jong en kent een<br />
eigen dynamiek.<br />
Maar de andere kant van de horecamedaille is in dit gebied duidelijk van<br />
toepassing: de straat kent een ernstige veiligheidsproblematiek. De horeca aan<br />
de Nieuwe Binnenweg brengt relatief veel incidenten en overlast met zich mee.<br />
Op de Nieuwe Binnenweg is al een tijd speciale aandacht voor detailhandel en<br />
horeca in het centrum en in Delfshaven. Wat horeca betreft blijkt onder andere<br />
dat een wildgroei aan vergunningsvrije inrichtingen een negatief effect heeft<br />
gehad op het gebied.<br />
Op dit moment wordt gewerkt aan een integrale aanpak van de Nieuwe<br />
Binnenweg (zijde richting Delfshaven). Naast het aantrekken van nieuwe<br />
ondernemers wordt gewerkt aan het herinrichten van de straat en het<br />
aanpakken van achterstallig onderhoud. Deze aanpak blijkt effectief: de straat<br />
knapt zichtbaar op en krijgt een positiever imago.<br />
Maar deze aanpak is ook kostbaar en arbeidsintensief: de straat wordt ‘pand<br />
voor pand’ aangepakt. De komende jaren is het voor de Nieuwe Binnenweg van<br />
belang dat de ontwikkeling van horeca zeer gecontroleerd plaatsvindt. De<br />
omliggende wijken ondergaan langzaam het proces van ‘gentrification’<br />
(opwaardering van de buurt).<br />
Horeca aan de Nieuwe Binnenweg zal zich in lijn met dit proces moeten<br />
ontwikkelen. De gemeente zal horecainitiatieven, die de opwaardering van het<br />
gebied ondersteunen, stimuleren. Daarnaast zullen ondernemers willen blijven<br />
inspelen op de aantrekkingskracht van het gebied op het jonge uitgaanspubliek.<br />
1e en 2e Middellandstraat en West-Kruiskade<br />
De 1e en 2e Middellandstraat en de West-Kruiskade vormen samen een van de<br />
grotere multiculturele winkellinten van Rotterdam. De straten kennen een breed<br />
internationaal aanbod van detailhandel en food. Om het veiligheidsgevoel in het<br />
gebied te verbeteren en om het woon- en winkelgenot in het gebied te<br />
verbeteren, is de Alliantie West-Kruiskade opgericht. Gemeente en<br />
woningcorporaties richten zich samen met de ondernemers op intensief beheer<br />
van winkel- en bedrijfspanden, de aanpak van overlastgevende panden en het<br />
uitvoeren van het economisch actieprogramma ‘Verbetering Winkelgebied West-<br />
Kruiskade’. Inmiddels is de West-Kruiskade in transformatie naar ‘de straat met<br />
de 1000 smaken’, een aantrekkelijk winkelgebied met eethuisjes en toko’s. De<br />
genoemde aanpak, samen met het beleid ‘verminderen’ in de horecanota 2007-<br />
2011, heeft ervoor gezorgd dat ook het horecabestand in het gebied de<br />
afgelopen jaren is teruggebracht. Deze succesvolle aanpak wordt de komende<br />
twee jaar doorgezet en omdat het gecontroleerd toevoegen van horeca deel<br />
uitmaakt van de aanpak, werkt de Alliantie aan het invullen van horecapanden<br />
met dag- en avondhoreca die het nieuwe karakter van de West-Kruiskade<br />
ondersteunt.<br />
Registratienummer dienst: 12/12192/BS12/787 raadsvergadering van: dd-mm-jjjj<br />
Behandelaar: H.V. Hooplot, 010-4894165 raadsstuk 0000 pagina 11
Paragraaf 4.6.3. wordt als volgt gewijzigd.<br />
4.6.3 Horeca<br />
In de "Horecanota Rotterdam 2007-2011 2012 - 2016" worden de hoofdlijnen<br />
van het horecabeleid beschreven. Dit beleid is, voor zover ruimtelijk relevant,<br />
vastgelegd in dit bestemmingsplan.<br />
Horeca omvat een breed scala aan ondernemingen. De bekendste vormen zijn<br />
café, restaurant en hotel. Naast de klassieke horecabedrijven ontstaan er<br />
steeds meer nieuwe ondernemingen waarbinnen horeca niet de hoofdactiviteit<br />
is. Detailhandel of dienstverlening wordt dan gecombineerd met horeca.<br />
Voorbeelden hiervan zijn de slager die ook belegde broodjes verkoopt of een<br />
winkel met kookstudio die ook zwak alcoholische dranken schenkt.<br />
Vergunningvrij exploiteren<br />
Rotterdam biedt een groot aantal bedrijven, waarbij horeca ondergeschikt is<br />
aan de primaire detailhandelfunctie en bedrijven waar het exploiteren van<br />
horeca een minimale weerslag heeft op de omgeving, de mogelijkheid om<br />
vergunningvrije horeca te exploiteren. Dit betreft bijvoorbeeld het koffiehoekje in<br />
de supermarkt, de bakkerij waar ook een gebakje gegeten kan worden en het<br />
restaurant in ouderenhuisvesting. Vergunningsvrij betekent dat geen<br />
vergunning hoeft te worden aangevraagd en derhalve ook geen leges verplicht<br />
zijn. De exploitatie van de volgende inrichtingen kan zonder vergunning<br />
plaatsvinden:<br />
1. inrichtingen die:<br />
geopend zijn tussen 07.00 en 22.00 uur;<br />
geen (zwak of sterk) alcoholische drank schenken;<br />
geen versterkt geluid ten gehore brengen;<br />
geen vergunningplichting terras exploiteren (gevelzitplaats wel mogelijk);<br />
geen speelautomaten hebben;<br />
2 bedrijfskantines, voor zover deze uitsluitend als zodanig in gebruik zijn;<br />
3. inrichtingen in musea, crematoria, begraafplaatsen en rouwcentra voor zover<br />
deze worden gebruikt als ondersteuning van de bedrijfsvoering;<br />
4. inrichtingen in ziekenhuizen, ouderenhuisvesting en verpleegtehuizen, voor<br />
zover deze uitsluitend gericht zijn op de bewoners/patiënten en hun<br />
bezoekers;<br />
5. horeca in tuincentra en congrescentra voor zover deze worden gebruikt als<br />
ondersteuning van de bedrijfsvoering en uitsluitend gericht zijn op hun<br />
bezoekers.<br />
Exploitatievergunning nodig<br />
Voor alle overige inrichtingen, waar horeca de primaire bedrijfsfunctie betreft, is<br />
een exploitatievergunning vereist.<br />
De horeca-exploitatievergunning wordt afgegeven voor de inpandige m²<br />
alsmede voor de eventuele m² terras en heeft een looptijd van vijf jaar. Voor de<br />
beoordeling van de aanvraag van de exploitatievergunning geldt dan het<br />
bestemmingsplan van de betreffende locatie leidend is. Of een vergunning<br />
wordt toegewezen, hangt daarnaast onder andere af van afwegingen die ten<br />
aanzien van het beleid worden gemaakt (horecagebiedsplannen). Daarnaast<br />
wordt beoordeeld of het pand bouwtechnisch en geluidstechnisch geschikt is<br />
Registratienummer dienst: 12/12192/BS12/787 raadsvergadering van: dd-mm-jjjj<br />
Behandelaar: H.V. Hooplot, 010-4894165 raadsstuk 0000 pagina 12
voor de door de ondernemer aangevraagde activiteiten. Voor het proces en<br />
vereisten van de vergunningverlening wordt verwezen naar paragraaf 4.3 van<br />
de horecanota 2012-2016.<br />
Horeca toegestaan ter plaatse van de aanduiding “horeca” en flexibel binnen de<br />
bestemming “Detailhandel - ”<br />
Horeca is buiten de bestemming ''Detailhandel - 1'' toegestaan in panden die op<br />
de plankaart zijn aangegeven met de functieaanduiding "horeca". Waar de<br />
horeca in het gehele pand is toegestaan, is het pand bestemd als "Horeca".<br />
Binnen de bestemming ''Detailhandel - 1'' is horeca flexibel toegestaan. Daarbij<br />
is de horecafunctie niet op de plankaart aangegeven. In de regels is<br />
aangegeven hoeveel horecavestigingen en van welke afmetingen in een<br />
bepaald straatgedeelte zijn toegestaan.<br />
Deze regeling geldt niet voor horeca die:<br />
onderdeel is van een groter geheel, zoals warenhuis, bibliotheek of<br />
sportschool, op dezelfde tijden als t.b.v. het hoofdgebruik geopend is en niet<br />
rechtstreeks vanuit de straat toegankelijk is;<br />
kan worden beschouwd als 'koffiehoekje' in een winkel;<br />
bestaat uit het logies-gedeelte van een hotel.<br />
1.5. Terrassen Horeca<br />
Terrassen zijn niet opgenomen in het ontwerpbestemmingsplan dat ter inzage<br />
heeft gelegen. Evenwel is dit is vanuit de rechtspraktijk wenselijk gebleken. Wij<br />
stellen u daarom voor het voorliggende ontwerp als volgt te wijzigen.<br />
Toelichting<br />
Paragraaf 4.6.3. van de toelichting wordt aangevuld met de volgende passage:<br />
Binnen de bestemmingen 'Verkeer-Verblijfsgebied' en Verkeer-Wegverkeer' zijn<br />
ongebouwde terrassen ten behoeve van horecavestigingen aangrenzend aan<br />
die bestemmingen toegestaan, conform de in de regels opgenomen<br />
voorwaarden en met inachtneming van andere toepasselijke regelgeving.<br />
Regels<br />
Artikel 1<br />
Aan artikel 1 (begripsbepalingen) wordt de volgende regel toegevoegd, waarna<br />
de overige artikelen worden herschikt.<br />
ongebouwd (gevel)terras: “een buiten de besloten ruimte liggend deel van een<br />
horecabedrijf, waar tegen vergoeding dranken worden geschonken en/of spijzen voor<br />
directe consumptie worden verstrekt;”<br />
Artikelen 30 en 31<br />
Aan lid 30.1. (“Verkeer – Verblijfsgebied”) en lid 31.1. (“Verkeer – Wegverkeer”)<br />
worden sublid 30.1.g. en sublid 31.1. sub g. toegevoegd, en elk voorzien van<br />
de volgende inhoud:<br />
Registratienummer dienst: 12/12192/BS12/787 raadsvergadering van: dd-mm-jjjj<br />
Behandelaar: H.V. Hooplot, 010-4894165 raadsstuk 0000 pagina 13
“Ongebouwde (gevel)terrassen, aangrenzend aan een bestemming waar horeca<br />
is toegelaten”.<br />
Hierna vindt een herschikking van de subleden van het artikel plaats.<br />
Artikelen 30.3. en 31.3.<br />
Voorts wordt aan beide artikelen een nieuw lid 3 toegevoegd, te weten 30.3 en<br />
31.3. met de naam: “Specifieke gebruiksregels” en voorzien van de volgende<br />
inhoud:<br />
Specifieke gebruiksregels<br />
Horeca<br />
Ongebouwde (gevel) terrassen als bedoeld in lid 1 van de regels dienen aan de<br />
volgende eisen te voldoen:<br />
a. nooduitgangen, brandtrappen en brandkranen dienen vrijgehouden te<br />
worden;<br />
b. op trottoirs dient minimaal een 1,80 meter brede obstakelvrije<br />
doorloopruimte te zijn gegarandeerd;<br />
c. een ongebouwd terras dat niet langs een rijweg is gesitueerd<br />
(bijvoorbeeld een plein) dient een vrije doorgang van minimaal 4,50 meter<br />
breed te hebben.<br />
Artikelen 30.4. en 31.4.<br />
Ten slotte nog wordt aan beide artikelen een nieuw lid 4 toegevoegd, te weten<br />
30.4 en 31.4. met de naam: “Afwijken van gebruiksregels” en voorzien van de<br />
volgende inhoud:<br />
Afwijken van de gebruiksregels<br />
“Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van de<br />
bouwregels van de ter plaatse geldende bestemming, door terrasschermen met<br />
een maximale hoogte van maximaal 1.60 meter toe te staan. De terrasschermen<br />
dienen in overeenstemming te zijn met de door het college vastgestelde nota<br />
“Kwaliteiteisen voor terrassen”.”<br />
1.6 Toelichting bestemmingsplan (overig)<br />
Omdat de wijzigingsbevoegdheid uit het bestemmingsplan is verwijderd, zijn ook<br />
de hieronder doorgehaalde passages uit de paragrafen 3.1.7. en 4.5.5. van de<br />
toelichting verwijderd:<br />
Paragraaf 3.1.7. Parkeren<br />
De een voor de laatste alinea vervalt: Bij de grote nieuwbouwprojecten, zoals bij<br />
de Bajonetlocatie, is het in dit bestemmingsplan via wijzigingsbevoegdheid<br />
mogelijk gemaakt extra parkeercapaciteit ten behoeve van de wijk te realiseren.<br />
Paragraaf 4.5.5.<br />
<strong>Het</strong> plangedeelte Bajonetstraat zal conserverend worden bestemd, met een<br />
wijzigingsbevoegdheid om onder voorwaarden te ontwikkelen. <strong>Het</strong> plangedeelte<br />
omvat nu nog 90 meergezinswoningen. Bij deze ontwikkeling is er sprake van<br />
verdunning van het woningaantal na sloop/nieuwbouw of renovatie.<br />
Registratienummer dienst: 12/12192/BS12/787 raadsvergadering van: dd-mm-jjjj<br />
Behandelaar: H.V. Hooplot, 010-4894165 raadsstuk 0000 pagina 14
De nieuwe ontwikkeling zal binnen de bestaande hoogtematen plaatsvinden<br />
(maximale bouwhoogte 14 m). <strong>Het</strong> wijzigingsgebied De bestemming<br />
"Woongebied - 2" staat woningen, tuinen en een voorziening ten behoeve van al<br />
dan niet ondergronds parkeren toe.<br />
De paragrafen 6.7.1. en 6.7.2. luiden als gevolg van een<br />
actualisering thans als volgt:<br />
6.7.1 Transport gevaarlijke stoffen over rail<br />
Over de spoorlijn Rotterdam - Gouda worden gevaarlijke stoffen<br />
getransporteerd. Bij het opstellen van bestemmingsplannen in de buurt van<br />
transportroutes van gevaarlijke stoffen moet rekening worden gehouden met<br />
het plaatsgebonden risico. Als het plangebied binnen het invloedsgebied<br />
groepsrisico valt dan moet de gemeenteraad de hoogte en een eventuele<br />
toename van het groepsrisico door het plan verantwoorden. <strong>Het</strong> <strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong><br />
ligt minimaal 120 meter vanaf het spoor ter plaatse van Rotterdam Centraal.<br />
Daarmee ligt het plangebied voor een klein deel binnen het invloedsgebied<br />
groepsrisico van het vervoer van gevaarlijke stoffen over het spoor. Daarom is<br />
voor het bestemmingsplan <strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong> een verantwoording groepsrisico<br />
nodig.<br />
Plaatsgebonden risico<br />
<strong>Het</strong> bestemmingsplangebied <strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong> ligt op grote afstand van de 10 -6 -<br />
plaatsgebonden risicocontour ter plaatse van het spoor. Plaatsgebonden risico<br />
speelt daarom geen rol bij het bestemmingsplan <strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong>.<br />
Groepsrisico<br />
De ontwikkelingen in het bestemmingsplan <strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong> zorgen niet voor een<br />
toename van het aantal personen binnen het invloedsgebied. <strong>Het</strong><br />
bestemmingsplan <strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong> zorgt daarom niet voor een toename van de<br />
hoogte van het groepsrisico.<br />
<strong>Het</strong> relevante groepsrisico voor het bestemmingsplan <strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong> is hetzelfde<br />
als het groepsrisico voor Rotterdam Central District (RCD). Dit groepsrisico<br />
bedraagt na realisatie van RCD 5,2 maal de oriëntatiewaarde als er geen Basis<br />
Spoor is maar wel uitgebreide risicobeperkende maatregelen worden getroffen.<br />
Na inwerkingtreding van het Basisnet Spoor is het groepsrisico bij RCD 1,3<br />
maal de oriëntatiewaarde. Omdat de oriëntatiewaarde van het groepsrisico<br />
wordt overschreden is op basis van het Beleidskader Groepsrisico Rotterdam<br />
voor het bestemmingsplan <strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong> een zware verantwoording vereist.<br />
6.7.2 Conclusie<br />
Door de gemeenteraad is op 24 november 2011 een expliciet besluit genomen<br />
ten aanzien van het groepsrisico van de RCD gebiedsontwikkeling. De raad heeft<br />
besloten dat het toekomstige groepsrisico na realisatie van de bouwlocaties van<br />
RCD niet meer mag bedragen dan 5,2 maal de oriëntatiewaarde, dit gelet op het<br />
belang van deze ontwikkelingen en de maatregelen op het gebied van<br />
zelfredzaamheid en hulpverlening. Omdat de ontwikkelingen in “<strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong>”<br />
niet voor een toename van het groepsrisico zorgen betreft het groepsrisico in het<br />
bestemmingsplan “<strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong>” hetzelfde groepsrisico als het eerder bij RCD<br />
Registratienummer dienst: 12/12192/BS12/787 raadsvergadering van: dd-mm-jjjj<br />
Behandelaar: H.V. Hooplot, 010-4894165 raadsstuk 0000 pagina 15
verantwoord geachte groepsrisico. De verantwoording van het groepsrisico in het<br />
bestemmingsplan <strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong> heeft derhalve al eerder plaatsgevonden,<br />
middels het bovengenoemde besluit.<br />
1.7. Financiele paragraaf (Hoofdstuk 9)<br />
Doordat de noodzaak tot het opnemen van een wijzigingsbevoegdheid is komen<br />
te vervallen ring luidt hoofdstuk 9 van de toelichting als volgt:<br />
Door de vakgroep Planeconomie is gekeken naar de kosten en opbrengsten (financiële<br />
haalbaarheid) van de projecten met betrekking tot het concept<br />
ontwerpbestemmingsplan <strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong>.<br />
<strong>Het</strong> betreft hier de volgende projecten;<br />
- Bajonetstraat e.o.<br />
De kosten voor het project Bajonetstraat e.o. waren aanvankelijk begroot op<br />
€ 4.500.000,-. Om de ontwikkeling mogelijk te maken is werd een ISV3 subsidie<br />
van € 4.500.000,- aangevraagd. In de Midterm-Review in mei jl. heeft het<br />
college het aangevraagde bedrag echter met twee ton verminderd tot € 4,3<br />
miljoen als gevolg van de actuele financiële positie van de gemeente.<br />
De plannen zullen derhalve met een kleiner budget moeten worden<br />
gerealiseerd. Er zijn twee partijen die in het gebied plannen ontwikkelen:<br />
Woonstad realiseert een parkeergarage, de gemeente richt de buitenruimte<br />
opnieuw in. Van de ISV-3 aanvraag is inmiddels € 2,4 miljoen beschikt t.b.v. de<br />
parkeergarage (waarmee is aangetoond dat dit bedrag toereikend is). Voor de<br />
(her)inrichting van de buitenruimte is € 1,9 miljoen beschikbaar; dit bedrag is<br />
kader stellend voor het Inrichtingsplan; zodra dit Inrichtingsplan is opgesteld<br />
wordt de beschikking aangevraagd. Indien onverhoopt toch geen beschikking<br />
mocht worden verstrekt wordt de buitenruimte niet aangepakt; er is dus geen<br />
financieel risico voor de gemeente.<br />
- St. Mariastraat<br />
<strong>Het</strong> betreft hier een renovatieproject van Woonstad. De exploitatie is geheel in<br />
handen van Woonstad en voor eigen rekening en risico.<br />
- Gaffelstraat<br />
<strong>Het</strong> betreft hier een nieuwbouwproject via een Collectief Particulier<br />
opdrachtgeverschap begeleid door Woonstad. De exploitatie is geheel in<br />
handen van de kopers in samenwerking met Woonstad en voor eigen rekening<br />
en risico.<br />
- Drievriendenstraat e.o.<br />
<strong>Het</strong> betreft hier een sloop/nieuwbouw project van Woonstad. De exploitatie is<br />
geheel in handen van Woonstad en voor eigen rekening en risico.<br />
Uitgangspunt is dat er geen aanpassingen in de buitenruimte worden uitgevoerd<br />
op de locatie van de projecten St. Mariastraat, Gaffelstraat en Drievriendenstraat<br />
e.o.<br />
- West-Kruiskade/Gouvernestraat, Watt<br />
Dit betreft een particulier initiatief. De exploitatie is geheel in handen van de<br />
particulier en voor eigen rekening en risico.<br />
Registratienummer dienst: 12/12192/BS12/787 raadsvergadering van: dd-mm-jjjj<br />
Behandelaar: H.V. Hooplot, 010-4894165 raadsstuk 0000 pagina 16
2. Aanpassingen van het ontwerpbestemmingsplan naar aanleiding van de<br />
ingediende zienswijzen (nummering correspondeert met de zienswijze).<br />
Aanpassingen verbeelding (plankaart)<br />
51.1. Rochussenstraat 20<br />
<strong>Het</strong> plangedeelte ter hoogte van de Rochussenstraat 20, bestaande uit de<br />
bestemmingen horeca en tuin, wordt gewijzigd in de bestemming “gemengd 9”<br />
(GD-9).<br />
51.7. Rochussenstraat 20<br />
Bouwhoogte in samenhang met bestemming GD-9 bedraagt 9 meter.<br />
51.8. Rochussenstraat 20<br />
Dit perceel maakt niet langer deel uit van waarde cultuurhistorie-1.<br />
53.2. Westersingel 1 t/m 26<br />
De bestemming van de bovenomschreven locatie (bestaande uit achtererven van<br />
de zogenoemde Laan) wordt gewijzigd van groen in verkeer-erf: dit betreft de<br />
locatie achter de nummers 1 t/m 21, evenals de achtererven op de huisnummers<br />
22 t/m 26;<br />
de functieaanduiding pg (parkeergarage) wordt verwijderd.<br />
Zie in dit verband punt 58.8. hieronder.<br />
55.2. Westersingel 27<br />
De bestemming groen wordt gewijzigd in de bestemming tuin.<br />
57.6. Adriananstraat 6 (belhuis)<br />
Functieaanduiding “belhuis” wordt verwijderd.<br />
58.8. Westersingel 18, 19, 20,<br />
De bestaande bebouwing aan de Westersingel 18, 19 en 20 wordt opgenomen in<br />
een bebouwingsvlak en bestemd als kantoor-1. Zie tevens punt 53.2. hierboven.”<br />
58.10. Westersingel 22<br />
De bestemming M-1 (maatschappelijk-1) ter hoogte van de locatie Westersingel<br />
22, wordt gewijzigd in K-2 (kantoor-2).<br />
59.10.2 Westersingel 21<br />
De bestemming wordt gewijzigd in GD-2 (gemengd - 2).<br />
59.17 Westersingel 34<br />
De bestemming wordt gewijzigd in GD-6 (gemengd - 6).<br />
59.22 Westersingel 50<br />
De functieaanduiding “kantoor toegestaan” hier opgenomen.<br />
59.23. Nieuwe Binnenweg 1<br />
Op dit adres wordt de functieaanduiding “wonen” opgenomen.<br />
60.5. ‘s-Gravendijkwal 56<br />
Hier wordt de functieaanduiding m(aatschappelijk) verwijderd.<br />
Registratienummer dienst: 12/12192/BS12/787 raadsvergadering van: dd-mm-jjjj<br />
Behandelaar: H.V. Hooplot, 010-4894165 raadsstuk 0000 pagina 17
61. Locatie West-Kruiskade 26, 28, 30/Gouvernestraat 2, 4<br />
De bestemmingen detailhandel 1 en “cultuur en ontspanning – 1”, worden<br />
gewijzigd in “gemengd – 10”. De adressen West-Kruiskade 30 en<br />
Gouvernestraat 2 en 4, krijgen de functieaanduiding “wonen”.<br />
Aanpassingen Toelichting:<br />
51.1. Wijzigen par.4.6.2.<br />
1. De vierde alinea wordt in verband met de toevoeging van de “9 e variatie<br />
gemengd” gewijzigd waardoor het als volgt komt te luiden:<br />
In de bestemmingen 'Gemengd 1 t/m10' is het mogelijk om de begane grondlaag<br />
voor een andere bestemming dan wonen te gebruiken, de verdiepingen zijn<br />
doorgaans bestemd voor woningen. Er zijn in dit plan 10 variaties van 'Gemengd'<br />
opgenomen. Binnen de variaties worden de flexibele gebruiksmogelijkheden<br />
geboden die toegespitst zijn op de specifieke planologische situatie.<br />
2. Na de passage betreffende gemengd 8 wordt de paragraaf aangevuld met de<br />
volgende passage:<br />
"Gemengd - 9" is bestemd voor woningen, uitsluitend op de verdiepingen, terwijl<br />
uitsluitend op de begane grond horeca, bedrijven (cat 1 t/m 2) en cultureeleducatieve<br />
voorzieningen musea, galeries, verenigingsgebouwen,<br />
onderwijsinstellingen, cursusruimtes, e.d., zijn toegestaan”. Deze variant beoogt<br />
een gedeeltelijke uitwerking te zijn van de 1 e Herziening van het oude<br />
bestemmingsplan.<br />
51.8. Rijksbeschermde stadsgezichten”<br />
Titel bij paragraaf 3.3.2. (plangebied), onderdeel “Rijksbeschermde<br />
stadsgezichten” wordt gewijzigd in “Rijksbeschermde stadsgezichten in<br />
voorbereiding” en de inhoud daarvan komt als volgt te luiden:<br />
Rijksbeschermde stadsgezichten in voorbereiding<br />
Om te voorkomen dat in de periode die ligt tussen het indienen van een formele<br />
aanvraag om aanwijzing tot beschermd stadsgezicht op grond van artikel 35 lid<br />
1 van de Monumentenwet 1988 en die formele aanwijzing de gronden en/of<br />
bouwwerken minder geschikt of ongeschikt worden voor het conserveren van<br />
de cultuurhistorische waarden die aan de oorspronkelijke aanvraag om een<br />
aanwijzing ten grondslag liggen, zijn deze waarden op grond van een goede<br />
ruimtelijke ordening in dit ontwerpbestemmingsplan opgenomen. De<br />
voorbereiding van een formele aanwijzing duurt namelijk een aantal jaren. In<br />
het kader van deze bestemmingsplanprocedure wordt onder een “beschermd<br />
stadsgezicht in voorbereiding” verstaan een “ontwerpaanwijzing tot beschermd<br />
stadsgezicht” waarover ten minste door de gemeenteraad reeds positief is<br />
geadviseerd ingevolge artikel 35 lid 1 van de Monumentenwet 1988. <strong>Het</strong> is<br />
immers de gemeenteraad die het bestemmingsplan vaststelt. <strong>Het</strong> positieve<br />
advies impliceert dat de gemeenteraad geen bedenkingen heeft tegen het<br />
aanwijzingsvoorstel.<br />
Niet slechts op grond van een goede ruimtelijke ordening is de bescherming<br />
van deze waarden reeds nu noodzakelijk, maar ook om proceseconomische<br />
redenen.<br />
Registratienummer dienst: 12/12192/BS12/787 raadsvergadering van: dd-mm-jjjj<br />
Behandelaar: H.V. Hooplot, 010-4894165 raadsstuk 0000 pagina 18
Indien namelijk ten tijde van het beslissen op de aanvraag om een aanwijzing<br />
ingevolge artikel 36, lid 2 van de Monumentenwet 1988 een bestemmingsplan<br />
in werking is getreden, dan wordt in die aanwijzing bepaald of in dat<br />
bestemmingsplan de te beschermen belangen reeds afdoende zijn<br />
veiliggesteld, waardoor het opstarten van een bestemmingsplanprocedure ter<br />
implementatie van de aanwijzing overbodig is.<br />
Zodra deze formele aanwijzing ingevolge de Monumentenwet 1988 een feit is<br />
en dit conform de Monumentenwet 1988 bekend is gemaakt, vervalt het<br />
verplichte Welstandsadvies slechts in het geval dat ingevolge artikel 36 lid 1<br />
een nieuw bestemmingsplan moet worden vastgesteld. Vanaf dat moment<br />
immers is de minister van OCW de verplichte adviesinstantie geworden (artikel<br />
3:3, lid 4 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Wabo).<br />
In het plangebied <strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong> liggen delen van twee rijksbeschermde<br />
stadsgezichten in voorbereiding: het stadsgezicht “Mathenesserlaan –<br />
Heemraadssingel” en het stadsgezicht Waterproject. De aanvraag<br />
“Mathenesserlaan – Heemraadssingel”, loopt sedert het jaar 2004.<br />
De Mathenesserlaan, de Breitnerstraat en delen van de haaks op deze twee<br />
straten liggende straten vallen binnen het rijksbeschermd stadsgezicht in<br />
voorbereiding “Mathenesserlaan – Heemraadssingel”.<br />
In het rijksbeschermd stadsgezicht in voorbereiding “Mathenesserlaan –<br />
Heemraadssingel” zijn als specifieke waarden genoemd voor het deel dat in het<br />
BP <strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong> valt:<br />
de voortuinen bij de bebouwing aan de Breitnerstraat inclusief hekwerken en<br />
ligusterhagen wigvormig plantsoen langs de Rochussenstraat. De Westersingel,<br />
inclusief de woonhuizen en de achtertuinen van de woonhuizen die aan het<br />
wijkpark grenzen, valt binnen het tweede rijksbeschermde stadsgezicht in<br />
voorbereiding: Waterproject. Dit project van stadsarchitect W.N. Rose en<br />
fabriekslandmeter van het Hoogheemraadschap J.A. Scholten is een fraai<br />
voorbeeld van een grootschalig, samenhangend waterstaatkundig en<br />
stedenbouwkundig concept. <strong>Het</strong> stadsgezicht Waterproject is van grote<br />
historische en stedenbouwkundige waarde als tastbare erfenis van de strijd<br />
tegen een van de grootste maatschappelijke problemen van de Negentiende<br />
Eeuw: de explosieve bevolkingsgroei in de steden met alle stedenbouwkundige,<br />
sociale en hygiënische problemen die daarbij hoorden. <strong>Het</strong> unieke van het<br />
Waterproject ligt vooral in de bijzondere combinatie van maatschappelijke,<br />
waterstaatkundige en stedenbouwkundige doelstellingen, samengebracht in<br />
een integraal planconcept.<br />
51.10. Paragraaf 2.3.11. en 3.3.1.<br />
In beide paragrafen wordt “Monumentenverordening Rotterdam 2003”<br />
vervangen door “Monumentenverordening Rotterdam 2010”.<br />
57.6. paragraaf 4.6.8.<br />
<strong>Het</strong> adres Adrianastraat 6, uit de tekst verwijderd.<br />
61. paragraaf. 4.6.2.<br />
Na de passage betreffende gemengd 9 (toegevoegd o.g.v. een zienswijze) wordt<br />
de paragraaf aangevuld met de volgende passage:<br />
"Gemengd - 10" is bestemd voor podiumkunsten, theater, bioscoop, galeries;<br />
horeca tot een maximum van 1245 m 2 b.v.o; horeca-hotel, detailhandel -1.<br />
Ter plaatse van de functieaanduiding "wonen", is uitsluitend op de verdiepingen<br />
wonen toegestaan, dit betreft de West-Kruiskade 30 en de Gouvernestraat 2 en<br />
4.<br />
Registratienummer dienst: 12/12192/BS12/787 raadsvergadering van: dd-mm-jjjj<br />
Behandelaar: H.V. Hooplot, 010-4894165 raadsstuk 0000 pagina 19
Aanpassing Regels:<br />
1.8.1. toevoegen functie sport aan art. 12, lid 1, sub a, zodat het komt te luiden:<br />
a. sport, podiumkunsten, theater, bioscoop en dergelijke, uitsluitend op de<br />
begane grond;<br />
51.1. toevoegen nieuwe regel, artikel 17, gemengd – 9 en herschikking<br />
overige artikelen (zie ook zienswijze nr. 61, art. 18, gemengd 10).<br />
Artikel 17 Gemengd - 9<br />
17.1 Bestemmingsomschrijving<br />
De voor "Gemengd - 9" aangewezen gronden zijn bestemd voor:<br />
a. woningen (uitsluitend op de verdiepingen);<br />
b. horeca;<br />
c. cultureel-educatieve voorzieningen zoals musea, galeries,<br />
verenigingsgebouwen, onderwijsinstellingen, cursusruimtes, e.d.;<br />
d. bedrijven t/m categorie 2 van de lijst van bedrijfsactiviteiten behorende bij<br />
deze regels;<br />
e. voorzieningen behorend bij bovengenoemde functies en het bijbehorende erf,<br />
zoals, parkeerruimte, groen, ontsluitingswegen en -paden;<br />
f. "Waarde - Archeologie - 3", voor zover de gronden mede als zodanig zijn<br />
bestemd.<br />
17.2 Bouwregels<br />
17.2.1 Algemeen<br />
Op de voor "gemengd 9" bestemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd<br />
ten behoeve van de aldaar genoemde functies.<br />
17.2.2 Medebestemming<br />
Voor zover de gronden mede zijn bestemd voor "Waarde- Archeologie-3“, is voor<br />
het bouwen het bepaalde ter zake in genoemde bestemming mede van<br />
toepassing.<br />
17.3 Specifieke gebruiksregels<br />
17.3.1 Woningen<br />
Woningen mogen mede worden gebruikt voor de uitoefening van een aan huis<br />
gebonden beroep of bedrijf, mits:<br />
a. de woonfunctie in overwegende mate gehandhaafd blijft, waarbij het bruto<br />
vloeroppervlak van de woning voor ten hoogste 30% mag worden gebruikt<br />
voor een aan huis gebonden beroep of bedrijf;<br />
b. ten aanzien van een aan huis gebonden bedrijf sprake is van een bedrijf tot<br />
en met categorie 1 als bedoeld in de bij deze regels horende lijst van<br />
bedrijfsactiviteiten;<br />
c. de gevel en dakrand van de woning niet worden gebruikt ten behoeve van<br />
reclame-uitingen;<br />
d. er geen bedrijfsmatige activiteiten plaatsvinden die betrekking hebben op het<br />
onderhouden en repareren van motorvoertuigen;<br />
e. er geen detailhandel plaatsvindt, tenzij als ondergeschiktonderdeel van het<br />
Registratienummer dienst: 12/12192/BS12/787 raadsvergadering van: dd-mm-jjjj<br />
Behandelaar: H.V. Hooplot, 010-4894165 raadsstuk 0000 pagina 20
aan huis gebonden beroep of bedrijf.<br />
17.4 Afwijken van de gebruiksregels<br />
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning voor het<br />
bouwen afwijken van het bepaalde in de leden 17.1 (bedrijven t/m cat. 2) en<br />
17.3.1 ter zake van de toegestane bedrijfsactiviteiten ten behoeve van andere<br />
bedrijfsactiviteiten dan die primair zijn toegelaten, welke - gehoord de<br />
Milieudeskundige - daarmede naar aard en invloed op de omgeving gelijk te<br />
stellen zijn.<br />
51.8. Artikel 39 Waarde Cultuurhistorie – 1<br />
Artikel 39 wordt gewijzigd, zodat het als volgt komt te luiden:<br />
Artikel 39 Waarde - Cultuurhistorie – 1<br />
39.1 Bestemmingsomschrijving<br />
De voor "Waarde - Cultuurhistorie - 1" aangewezen gronden zijn behalve voor de<br />
daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van de<br />
in voorbereiding zijnde beschermde stadsgezichten 'Waterproject' en<br />
'Mathenesserlaan - Heemraadssingel'.<br />
39.2 Bouwregels<br />
39.2.1 Algemeen<br />
In aanvulling op de bouwregels voor de andere aldaar voorkomende<br />
bestemmingen, geldt voor de als "Waarde - Cultuurhistorie - 1" bestemde<br />
gronden, dat gebouwen die ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerp van<br />
dit bestemmingsplan afgedekt zijn met een kap, bij herbouw afgedekt dienen te<br />
worden met een kap in de oorspronkelijke vorm (d.w.z. de kapvorm zoals die was<br />
ten tijde van de eerste oplevering van het gebouw).<br />
39.2.2 Specifieke bouwregels<br />
voor gronden gelegen binnen het in voorbereiding zijnde beschermd stadsgezicht<br />
Waterproject langs de Westersingel:<br />
a. op de mede voor "Verkeer - Verblijfsgebied", "Groen" en "Tuin" aangewezen<br />
gronden zijn in het belang van behoud en bescherming van de aanwezige<br />
cultuurhistorische waarden, geen bouwwerken toegestaan;<br />
b. de bestaande indeling in bouwblokken dient te worden gehandhaafd.<br />
39.3 Afwijking bouwregels<br />
39.3.1 Afwijking<br />
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning voor het<br />
bouwen afwijken van het bepaalde in lid 39.2.2, sub a ten behoeve van het<br />
oprichten van kleine bouwwerken voor voorzieningen van openbaar nut, verkeer<br />
en vervoer (niet groter dan 80 m 3 ) binnen de bestemmingen "Verkeer -<br />
Verblijfsgebied" of "Groen".<br />
39.3.2 Advies<br />
Alvorens aan het vorige lid toepassing wordt gegeven, winnen burgemeester en<br />
wethouders het advies in van de Commissie voor Welstand en Monumenten.<br />
Registratienummer dienst: 12/12192/BS12/787 raadsvergadering van: dd-mm-jjjj<br />
Behandelaar: H.V. Hooplot, 010-4894165 raadsstuk 0000 pagina 21
39.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen<br />
bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden<br />
39.4.1 Verbod<br />
In het belang van de in voorbereiding zijnde beschermde stadsgezichten<br />
genoemd in het eerste lid, is het verboden zonder of in afwijking van een<br />
schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken of<br />
werkzaamheden uit te voeren:<br />
voor gronden gelegen binnen het in voorbereiding zijnde beschermd stadsgezicht<br />
Waterproject (Westersingel):<br />
a. op de mede voor "Groen" en "Tuin" bestemde grond terrein te verharden of<br />
terrein meer dan 0,5 meter op te hogen of af te graven;<br />
b. op de mede voor "Verkeer - Verblijfsgebied" bestemde gronden<br />
wegwerkzaamheden die het bestaande wegprofiel kunnen aantasten;<br />
c. op de mede voor "Water" bestemde gronden waterlopen te dempen of<br />
waterlopen om te leggen;<br />
d. in voortuinen van gebouwen terrein te verharden of terrein meer dan 0,5<br />
meter op te hogen of af te graven;<br />
voor gronden gelegen binnen het in voorbereiding zijnde beschermd stadsgezicht<br />
Mathenesserlaan - Heemraadssingel:<br />
e. op de mede voor "Tuin" bestemde voortuinen aan de Breitnerstraat te<br />
verharden of terrein meer dan 0,5 meter op te hogen of af te graven.<br />
39.4.2 Uitgezonderde werkzaamheden<br />
a. normaal onderhoud en beheer;<br />
b. werkzaamheden die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht<br />
worden van het plan;<br />
c. werkzaamheden die mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende<br />
omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken<br />
zijnde, of van werkzaamheden.<br />
39.4.3 Vergunning<br />
Bij hun beslissing omtrent het verlenen van een vergunning betrekken<br />
burgemeester en wethouders de belangen van het in voorbereiding zijnde<br />
beschermd stadsgezicht in hun overwegingen.<br />
39.4.4 Advies<br />
Alvorens vergunning te verlenen, winnen burgemeester en wethouders het<br />
advies in van de Commissie voor Welstand en Monumenten.<br />
39.5 Omgevingsvergunning voor het slopen<br />
39.5.1 Verbod<br />
Op de voor "Waarde - Cultuurhistorie - 1" bestemde gronden is het verboden om<br />
zonder vergunning van burgemeester en wethouders bouwwerken geheel of<br />
gedeeltelijk te slopen.<br />
39.5.2 Uitzondering op verbod<br />
In afwijking van het bepaalde in lid 39.5.1 is geen vergunning vereist ingeval van:<br />
a. een aanschrijving van burgemeester en wethouders op grond van de<br />
Woningwet (hoofdstuk III);<br />
b. bouwwerken waarvoor geen omgevingsvergunning voor het bouwen vereist is;<br />
Registratienummer dienst: 12/12192/BS12/787 raadsvergadering van: dd-mm-jjjj<br />
Behandelaar: H.V. Hooplot, 010-4894165 raadsstuk 0000 pagina 22
c. een vergunning voor het slopen van een bouwwerk vereist is ingevolge de<br />
Monumentenwet 1988 in samenhang met de Wet algemene bepalingen<br />
omgevingsrecht, een provinciale of gemeentelijke monumentenverordening.<br />
39.5.3 Vergunning<br />
Vergunning wordt verleend indien door het slopen het aanzien en/of de<br />
karakteristiek van het in voorbereiding zijnde beschermd stadsgezicht niet of niet<br />
in betekenende mate wordt geschaad.<br />
39.5.4 Advies<br />
Alvorens te beslissen op een aanvraag, winnen burgemeester en wethouders het<br />
advies in van de commissie voor Welstand en Monumenten.<br />
57.6. Artikel 10.1., sub j.<br />
het adres Adrianastraat 6, uit de regels verwijderd.<br />
57.9. Artikel 8.1, sub d (detailhandel - 2),<br />
Nieuwe Binnenweg 125H wordt aan deze regel toegevoegd.<br />
58.10. Artikel 21.1.<br />
Er wordt een nieuw sublid b en een nieuw sublid d toegevoegd aan artikel 21.1<br />
(bestemming kantoor-2), waarna de overige artikelleden worden herschikt,<br />
waardoor dit artikellid komt te luiden:<br />
21.1 Bestemmingsomschrijving<br />
De voor "Kantoor - 2" aangewezen gronden zijn bestemd voor:<br />
a. kantoren uitsluitend op de begane grond;<br />
b. praktijkruimten uitsluitend op de begane grond;<br />
c. woningen uitsluitend op de verdiepingen;<br />
d. uitsluitend ter plaatse van de Westersingel 22, is tevens op de eerste<br />
verdieping een kantoor toegestaan;<br />
e. gebouwde en ongebouwde parkeervoorzieningen, al dan niet geheel of ten<br />
dele ondergronds;<br />
f. voorzieningen behorend bij bovengenoemde functies, zoals tuinen, groen,<br />
ontsluitingswegen en -paden;<br />
g. "Waarde - Archeologie - 3" en "Waarde - Cultuurhistorie - 1", voor zover de<br />
gronden mede als zodanig zijn bestemd.<br />
59.4. Artikel 8, lid 1, sub, e<br />
Dit artikel wordt gewijzigd, zodat het als volgt komt te luiden: “uitsluitend op het<br />
volgende adres is ter plaatse van de functieaanduiding "horeca" op alle<br />
verdiepingen tevens horeca toegestaan: Westersingel 4.<br />
59.22. Artikel 10.1. (gemengd - 2)<br />
Dit artikel wordt uitgebreid met een nieuw lid l, dat komt te luiden:<br />
ter plaatse van de functieaanduiding kantoor is uitsluiten op de eerste verdieping<br />
tevens een kantoor toegestaan. Dit betreft het adres: Westersingel 50.<br />
59.23. Artikel 14 (gemengd 6)<br />
Aan artikellid 14.1. wordt een nieuw sublid, 14.1, sub e, toegevoegd waarna lid<br />
14.1. wordt herschikt en als volgt komt te luiden:<br />
14.1 Bestemmingsomschrijving<br />
De voor "Gemengd - 6" aangewezen gronden zijn bestemd voor:<br />
Registratienummer dienst: 12/12192/BS12/787 raadsvergadering van: dd-mm-jjjj<br />
Behandelaar: H.V. Hooplot, 010-4894165 raadsstuk 0000 pagina 23
a. kantoren (zowel op de begane grond als op de verdiepingen);<br />
uitsluitend op de begane grond<br />
b. winkels;<br />
c. praktijkruimten;<br />
d. bedrijven t/m categorie 2 van de lijst van bedrijfsactiviteiten behorende bij deze<br />
regels;<br />
e. ter plaatse van de functieaanduiding "wonen”, is tevens wonen op de<br />
verdiepingen toegestaan, dit betreft Nieuwe Binnenweg 1;<br />
f. voorzieningen behorend bij bovengenoemde functies, zoals tuinen, groen,<br />
ontsluitingswegen en -paden;<br />
g. "Waarde - Archeologie - 2", "Waarde - Archeologie - 3", "Waarde -<br />
Cultuurhistorie - 1" en "Waarde - Cultuurhistorie - 2", voor zover de gronden<br />
mede als zodanig zijn bestemd.<br />
60.5. Artikel 9, lid 1, sub f<br />
Dit sublid komt te vervallen en het artikellid wordt alfabetisch herschikt, waarna het<br />
komt te luiden:<br />
Artikel 9 Gemengd - 1<br />
9.1 Bestemmingsomschrijving<br />
De voor "Gemengd - 1" aangewezen gronden zijn bestemd voor:<br />
a. woningen (zowel op de begane grond als op de verdiepingen);<br />
Uitsluitend op de begane grond:<br />
b. winkels;<br />
c. kantoren;<br />
d. praktijkruimten;<br />
e. voorzieningen op het gebied van onderwijs, religie, gezondheidszorg,<br />
maatschappelijke dienstverlening en "Publieke dienstverlening";<br />
f. ter plaatse van de functieaanduiding "horeca", is uitsluitend op de begane<br />
grond tevens horeca toegestaan, dit betreft de adressen: Nieuwe Binnenweg<br />
142, 148, 152 en 181;<br />
g. uitsluitend op het adres Henegouwerlaan 32, ter plaatse van de<br />
functieaanduiding "onderwijs", is op de verdiepingen tevens een<br />
onderwijsvoorziening toegestaan;<br />
h. ter plaatse van de functieaanduiding "parkeergarage", is tevens een<br />
parkeergarage toegestaan, dit betreft de locatie Adrianastraat;<br />
i. ter plaatse van de functieaanduiding "religie" is op alle verdiepingen tevens een<br />
gebruik van de aanwezige ruimten ten behoeve van godsdienstoefeningen,<br />
toegestaan, dit betreft het adres 's-Gravendijkwal 46;<br />
j. voorzieningen behorend bij bovengenoemde functies, zoals tuinen, groen,<br />
ontsluitingswegen en -paden;<br />
k. "Waarde - Archeologie - 1", "Waarde - Archeologie - 2", "Waarde - Archeologie<br />
- 3", "Waarde - Cultuurhistorie - 1" en "Waarde - Cultuurhistorie - 2", voor zover<br />
de gronden mede als zodanig zijn bestemd.<br />
61 Artikel 18 Gemengd - 10<br />
18.1 Bestemmingsomschrijving<br />
De voor "Gemengd - 10" aangewezen gronden zijn bestemd voor:<br />
a. podiumkunsten, theater, bioscoop, galeries;<br />
Registratienummer dienst: 12/12192/BS12/787 raadsvergadering van: dd-mm-jjjj<br />
Behandelaar: H.V. Hooplot, 010-4894165 raadsstuk 0000 pagina 24
. horeca tot een maximum van 1245 m 2 b.v.o;<br />
c. horeca-hotel;<br />
d. detailhandel – 1;<br />
e. ter plaatse van de functieaanduiding "wonen", is uitsluitend op de<br />
verdiepingen wonen toegestaan, dit betreft de West-Kruiskade 30 en de<br />
Gouvernestraat 2 en 4;<br />
f. voorzieningen behorend bij bovengenoemde functies en het bijbehorende<br />
erf, zoals, parkeerruimte, groen, ontsluitingswegen en -paden;<br />
g. "Waarde - Archeologie - 2, Waarde - Archeologie – 3, voor zover de gronden<br />
mede als zodanig zijn bestemd.<br />
18.2 Bouwregels<br />
18.2.1 Algemeen<br />
Op de voor "gemengd 10" bestemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd<br />
ten behoeve van de aldaar genoemde functies.<br />
18.2.2 Medebestemming<br />
Voor zover de gronden mede zijn bestemd voor “Waarde - Archeologie – 2” en<br />
"Waarde-Archeologie-3“, is voor het bouwen het bepaalde ter zake in genoemde<br />
bestemming mede van toepassing.<br />
18.3 Specifieke gebruiksregels<br />
18.3.1 Woningen<br />
Woningen mogen mede worden gebruikt voor de uitoefening van een aan huis<br />
gebonden beroep of bedrijf, mits:<br />
a. de woonfunctie in overwegende mate gehandhaafd blijft, waarbij het bruto<br />
vloeroppervlak van de woning voor ten hoogste 30% mag worden gebruikt<br />
voor een aan huis gebonden beroep of bedrijf;<br />
b. ten aanzien van een aan huis gebonden bedrijf sprake is van een bedrijf tot<br />
en met categorie 1 als bedoeld in de bij deze regels horende lijst van<br />
bedrijfsactiviteiten;<br />
c. de gevel en dakrand van de woning niet worden gebruikt ten behoeve van<br />
reclame-uitingen;<br />
er geen bedrijfsmatige activiteiten plaatsvinden die betrekking hebben op het<br />
onderhouden en repareren van motorvoertuigen;<br />
d. er geen detailhandel plaatsvindt, tenzij als ondergeschikt onderdeel van het<br />
aan huis gebonden beroep of bedrijf.<br />
18.4 Afwijken van de gebruiksregels<br />
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van<br />
het bepaalde in lid 18.3.1. ter zake van de toegestane bedrijfsactiviteiten ten<br />
behoeve van andere bedrijfsactiviteiten dan die primair zijn toegelaten, welke -<br />
gehoord de Milieudeskundige - daarmede naar aard en invloed op de omgeving<br />
gelijk te stellen zijn.<br />
Registratienummer dienst: 12/12192/BS12/787 raadsvergadering van: dd-mm-jjjj<br />
Behandelaar: H.V. Hooplot, 010-4894165 raadsstuk 0000 pagina 25
Voorstel:<br />
Samenvattend stellen wij u voor door vaststelling van het in ontwerp bijgevoegde<br />
besluit:<br />
1. de zienswijzen met de nummers 51.11, 51.12, buiten behandeling te laten;<br />
2. de zienswijzen met de nummers 1.2.3., 1.6.1., 51.3., 51.4, 60.2. en 60.4. voor<br />
kennisgeving aan te nemen;<br />
3. de zienswijzen met de nummers 1.8.1., 51.1., 51.2., 51.6., 51.7., 51.8., 51.10.,<br />
51.14., 53.2., 55.2., 57.6, 57.9., 58.2., 58.3., 58.4., 58.6., 58.7., 58.8., 58.9., 58.10.,<br />
58.11., 59.3., 59.4., 59.9., 59.10.2., 59.11., 59.13, 59.17., 59.22., 59.23., 60.5., 61,<br />
gegrond te verklaren;<br />
4. de overige zienswijzen ongegrond te verklaren;<br />
5. het bestemmingsplan "<strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong>”, NL.IMRO.0599.BP1012<strong>Oude</strong><strong>Westen</strong>- met<br />
bijbehorende ondergrond GBKR_128566, GBKR_128567, GBKR_129566 en<br />
GBKR_129567, in elektronische en papieren vorm vast te stellen, conform het<br />
voorstel van burgemeester en wethouders;<br />
6. Geen exploitatieplan vast te stellen.<br />
Op grond van artikel 3 van de Referendumverordening Rotterdam 2007 melden wij u dat<br />
het besluit tot vaststelling van een bestemmingsplan onderwerp van een referendum kan<br />
zijn.<br />
De secretaris,<br />
Ph. F. M. Raets<br />
Burgemeester en Wethouders van Rotterdam,<br />
Bijlage(n): Zienswijzenrapportage <strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong> BS12/787.<br />
De burgemeester,<br />
A. Aboutaleb<br />
Registratienummer dienst: 12/12192/BS12/787 raadsvergadering van: dd-mm-jjjj<br />
Behandelaar: H.V. Hooplot, 010-4894165 raadsstuk 0000 pagina 26
Ontwerpbesluit<br />
De Raad van de gemeente Rotterdam,<br />
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 30 oktober 2012<br />
(raadsvoorstel nr. SO. 12/2192/BS12/787);<br />
gelet op de Wet ruimtelijke ordening en het Besluit ruimtelijke ordening;<br />
besluit:<br />
1. de zienswijzen met de nummers 51.11, 51.12, buiten behandeling te laten;<br />
2. de zienswijzen met de nummers 1.2.3., 1.6.1., 51.3., 51.4, 60.2. en 60.4. voor<br />
kennisgeving aan te nemen;<br />
3. de zienswijzen met de nummers 1.8.1., 51.1., 51.2., 51.6., 51.7., 51.8., 51.10.,<br />
51.14., 53.2., 55.2., 57.6, 57.9., 58.2., 58.3., 58.4., 58.6., 58.7., 58.8., 58.9., 58.10.,<br />
58.11., 59.3., 59.4., 59.9., 59.10.2., 59.11., 59.13, 59.17., 59.22., 59.23., 60.5., 61,<br />
gegrond te verklaren;<br />
4. de overige zienswijzen ongegrond te verklaren;<br />
5. het bestemmingsplan "<strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong>”, NL.IMRO.0599.BP1012<strong>Oude</strong><strong>Westen</strong>- met<br />
bijbehorende ondergrond GBKR_128566, GBKR_128567, GBKR_129566 en<br />
GBKR_129567, in elektronische en papieren vorm vast te stellen, conform het<br />
voorstel van burgemeester en wethouders;<br />
6. Geen exploitatieplan vast te stellen.<br />
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van dd-mm-jjjj<br />
De griffier,<br />
De voorzitter,<br />
Registratienummer dienst: 12/12192/BS12/787 raadsvergadering van: dd-mm-jjjj<br />
Behandelaar: H.V. Hooplot, 010-4894165 raadsstuk 0000 pagina 27
Zienswijzenrapportage <strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong> BS12/787<br />
Deze rapportage betreft 13 ingekomen zienswijzen. Reclamanten 1 t/m 49 hebben 49<br />
gelijkluidende zienswijzen ingediend, waarvan sommige exemplaren met<br />
medeondertekenaars zijn ingediend. Deze zijn als één gemeenschappelijke zienswijze<br />
in behandeling genomen. De overige 12 unieke zienswijzen van reclamanten (of hun<br />
gemachtigden) genummerd 50 t/m 61, zijn als zodanig in behandeling genomen.<br />
1. Reclamanten genummerd 1 t/m 49<br />
1.1. Participatie<br />
Reclamanten zijn van mening dat in de voorontwerpfase van het<br />
ontwerpbestemmingsplan onvoldoende mogelijkheden zijn geboden tot<br />
bevolkingsparticipatie en dat hierdoor het ontwerpbestemmingsplan onvoldoende<br />
draagvlak heeft bij de bewoners van <strong>Het</strong> <strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong>.<br />
Reactie<br />
De wijkbewoners zijn omtrent de beoogde ruimtelijke ontwikkelingen in het gebied<br />
geïnformeerd tijdens twee daartoe strekkende informatieavonden in het wijkgebouw<br />
Odeon (17 maart en 20 april 2010). Vervolgens zijn op dezelfde locatie hierover twee<br />
discussieavonden georganiseerd op 27 april en 18 mei 2010, waarbij bewoners en<br />
ondernemers met elkaar in discussie gingen, met als toehoorders ‘de deelgemeente<br />
Rotterdam Centrum’ (DB-leden, raadsleden en ambtenaren), gemeenteambtenaren,<br />
vertegenwoordigers van Woonstad en opbouwwerkers.<br />
De avonden in Odeon werden gehouden naar aanleiding van de Cultuurhistorische<br />
verkenning en het op te stellen Ruimtelijk kader (Masterplan). Op 27 april 2010 vormden<br />
“cultuurhistorie en wonen” en op 18 mei 2010 “buitenruimte en parkeren” de<br />
discussieonderwerpen. Op 28 maart 2012, ten tijde van de terinzagelegging, heeft de<br />
deelgemeente samen met de <strong>Aktiegroep</strong> <strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong> een informatieavond over het<br />
ontwerpbestemmingsplan georganiseerd. De fase van terinzagelegging van het<br />
ontwerpbestemmingsplan biedt belanghebbenden niet minder mogelijkheden tot<br />
beïnvloeding. <strong>Het</strong> geven van een inspraakmogelijkheid is overigens geen verplichting op<br />
grond van de Wet ruimtelijke ordening, doch een mogelijkheid die de<br />
(deel-)gemeente biedt aan belanghebbenden om in een vroeg stadium blijk te geven van<br />
hun visie op de gemeentelijke voornemens. De bestemmingsplanprocedure biedt<br />
reclamanten voldoende gelegenheid en garantie om hun visie op de ruimtelijke<br />
ontwikkelingen in te dienen.<br />
Conclusie<br />
Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.<br />
1.2. Huurwoningen of dure koopwoningen<br />
1.2.1 Bestemming meergezinshuizen versus bestemming wonen<br />
Als alle huizen de bestemming 'Wonen' krijgen, kunnen volgens reclamanten straks<br />
overal eengezinshuizen worden gebouwd. Zij vinden dat de huidige bestemming<br />
'meergezinshuizen' moet worden gehandhaafd, omdat dan nog enige waarborg wordt<br />
geboden tegen de teloorgang van de sociale huursector.<br />
Doordat het onderscheid tussen meergezinshuizen en eengezinshuizen volledig wordt<br />
losgelaten, kunnen volgens reclamanten overal in <strong>Het</strong> <strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong> eengezinshuizen<br />
worden gerealiseerd.<br />
Voorts menen de reclamanten dat de bestemming 'Meergezinshuizen' bovendien nog<br />
het middel zou kunnen blijken om al te drieste sloop van het bestand aan sociale
huurwoningen te voorkomen. Gezien het vorenstaande, mag volgens reclamanten de<br />
bestemming ‘meergezinshuizen' slechts op basis van concrete plannen worden<br />
vervangen door de bestemming 'Wonen'.<br />
Reactie<br />
De bestaande meergezinshuizen zijn opgenomen op de verbeelding<br />
(maatvoering/afdekking) in samenhang met de planregels. In de Rotterdamse<br />
bestemmingsmethodiek van de laatste jaren, wordt de bestemming wonen gehanteerd<br />
voor alle bestaande woningen. De gemeente Rotterdam maakt – voor wat betreft het<br />
bestemmingsplan - geen onderscheid meer tussen meergezins- en eengezinswoningen.<br />
Dit om meer flexibiliteit te brengen met betrekking tot de vorm en de typologie van een<br />
woning. <strong>Het</strong> feitelijke gebruik blijft ongewijzigd, namelijk wonen. <strong>Het</strong> onderscheid naar<br />
sociale huur- en koopwoningen wordt niet in het bestemmingsplan geregeld. De<br />
bijbehorende maximum bouw- of goothoogte valt af te lezen van de verbeelding. Deze<br />
wijze van bestemmen biedt vooral mogelijkheden in die gevallen waarin kleine woningen<br />
voor samenvoeging in aanmerking komen. Dit levert weliswaar een mate van verdunning<br />
op, maar hiertegenover staat dat kleine vooroorlogse woningen worden samengevoegd<br />
tot grotere woningen. Dit doet geen afbreuk aan het conserverende karakter van het<br />
voorliggende ontwerpbestemmingsplan.<br />
Conclusie<br />
Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.<br />
1.2.2. Behoud hogere inkomensgroepen en hoger opgeleiden ten koste van sociale<br />
huurwoningen<br />
De gemeente steekt volgens reclamanten veel energie in pogingen om hogere inkomens<br />
voor deze stad te behouden, omdat die groep Rotterdam verlaat wegens gebrek aan<br />
geschikte woningen. <strong>Het</strong> gemeentebestuur hoopt volgens reclamanten het tij te keren<br />
door de woningbouw in het opvallend dun bevolkte centrum te stimuleren. Maar volgens<br />
reclamanten is de wijk <strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong> reeds volgebouwd.<br />
Om één gezin met een hoger inkomen voor de stad te behouden, moeten volgens<br />
reclamanten drie gezinnen met een lager inkomen verhuizen. Een neveneffect hierbij is<br />
volgens reclamanten dat de bevolkingsdichtheid van de binnenstad sterk afneemt, terwijl<br />
die verdunning haaks staat op de door de gemeente gewenste verdichting van het<br />
binnenstedelijk wonen. Zowel bij sloop/nieuwbouw als bij samenvoeging wordt volgens<br />
hen een aanzienlijk aantal sociale huurwoningen opgeofferd.<br />
Reactie<br />
Enige verdunning is niet strijdig met de ambities uit de Stadsvisie. De Stadsvisie beoogt<br />
meer woningen van hoge kwaliteit, met grondgebonden karakter in het centrumgebied<br />
mogelijk te maken. Hieraan bestaat grote behoefte in de binnenstad. Op sommige<br />
locaties vindt er een verdunning plaats en op andere juist een verdichting. <strong>Het</strong> gaat<br />
uiteindelijk om het totaalbeeld dat een groei van de woningvoorraad laat zien. In het<br />
bestemmingsplan wordt geen onderscheid naar sociale huur- en koopwoningen<br />
geregeld.<br />
Conclusie<br />
Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.<br />
1.2.3. Verkoopbeleid woningcorporatie Woonstad<br />
Reclamanten hebben bezwaar tegen de verkoop van sociale huurwoningen. Zij stellen<br />
dat door de verkoop van sociale huurwoningen het financiële resultaat er weliswaar beter<br />
uitziet voor de woningcorporatie, maar dat de kerntaak van de corporatie hierdoor<br />
langzaam maar zeker verdwijnt achter de horizon.<br />
Door veranderingen op de huizenmarkt dalen ook de verkoopkansen voor corporaties.<br />
De komende tien jaar wil het één vijfde van zijn sociale huurwoningen omzetten in
duurdere koopwoningen. Met de opbrengsten hoopt het zijn tekorten aan te kunnen<br />
zuiveren. Bij zo'n gebrek aan huurwoningen en zo'n uitbundig aanbod van koopwoningen<br />
lijkt het volgens reclamanten zinvol om minder capaciteit aan de huursector te<br />
onttrekken.<br />
Reactie<br />
De bestemmingsplanprocedure gaat niet over de economische keuzen en het beleid van<br />
woningcorporaties zelf, zodat aspecten als hierboven bij de betrokken woningcorporatie<br />
moeten worden gedeponeerd en niet in de bestemmingsplanprocedure.<br />
Conclusie<br />
Wij stellen u voor de zienswijze voor kennisgeving aan te nemen.<br />
1.3. Parkeren<br />
1.3.1. Eenzijdig parkeren in plaats van tweezijdig parkeren als maatregel<br />
Reclamanten vinden het onverstandig om het ene kwaad (straatparkeren) te vervangen<br />
door het andere kwaad (de bouw van veel te dure parkeergarages). Straatparkeren kan<br />
volgens hen eenvoudig en beter worden teruggedrongen door de parkeernorm te<br />
verlagen, waardoor volgens hen de bouw van peperdure parkeergarages dan<br />
achterwege kan blijven.<br />
De parkeernorm is volgens reclamanten vooral gebaseerd op het hoge aantal woningen<br />
in het <strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong>. Anders gezegd: omdat hier heel veel woningen staan, moet <strong>Het</strong><br />
<strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong> extreem veel auto's herbergen. Reclamanten vinden dat niet terecht. De<br />
parkeernorm voor <strong>Het</strong> <strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong> moet worden verlaagd, zodat de stoep wat breder<br />
kan worden en de buitenruimte wat aantrekkelijker. Bovendien had volgens reclamanten<br />
Stadsontwikkeling vorig jaar erkend dat de parkeernorm tien jaar geleden veel te hoog<br />
was vastgesteld.<br />
Eenzijdig parkeren in plaats van tweezijdig parkeren als maatregel, zoals voorgesteld in<br />
de nota Verkeersplan Binnenstad Citylounge bereikt zou volgens reclamanten erg goed<br />
zijn voor de leefbaarheid in <strong>Het</strong> <strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong>.<br />
Reactie<br />
Rotterdam kent parkeernormen, deze zijn vastgelegd in de Rotterdamse<br />
Bouwverordening. Deze parkeernormen geven aan wat de verwachte vraag is naar<br />
parkeerplaatsen ten gevolge van een bouwontwikkeling. Uitgangspunt is dat een<br />
initiatiefnemer van een bouwplan deze parkeerplaatsen op eigen terrein realiseert. De<br />
hoogte van de parkeernorm is afhankelijk van de functies die in het bouwplan worden<br />
gerealiseerd. De parkeernormen hoeven niet te worden verlaagd omdat deze niets<br />
zeggen over de daadwerkelijke parkeerdruk op straat en over de inrichting van de straat.<br />
In de binnenstad van Rotterdam, waartoe ook het plangebied “<strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong>” behoort,<br />
wordt bij de herinrichting van straten zo veel als mogelijk het inrichtingsprincipe van de<br />
‘Rotterdamse Stijl’ gehanteerd. De Rotterdamse Stijl voor stadstraten gaat uit van<br />
parkeren aan één zijde van de straat. De haalbaarheid is afhankelijk van de vraag naar<br />
parkeerplaatsen en het bijbehorende aanbod in de openbare ruimte en in gebouwde<br />
voorzieningen binnen <strong>Het</strong> plangebied “<strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong>”. <strong>Het</strong> betreft hier meestal maatwerk.<br />
Conclusie<br />
Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.<br />
1.3.2. Uitbreiding parkeermogelijkheden<br />
Reclamanten wijzen erop dat er binnen het plangebied reeds 13 parkeergarages<br />
aanwezig zijn met een capaciteit van 678 auto’s, maar die grotendeels leeg staan.<br />
Voorts dat volgens het ontwerpbestemmingsplan daar nog plek is voor minstens 300<br />
auto's. Hiervoor moeten volgens het ontwerpbestemmingsplan 800<br />
straatparkeerplaatsen verdwijnen.
Reclamanten concluderen dat het parkeerbedrijf het niet voor elkaar krijgt om de<br />
capaciteit ten volle te benutten, laat staan als die nog wordt uitgebreid met 500 extra<br />
plekken. Reclamanten menen dat samen met de parkeergarage onder het Museumpark<br />
(1150), de Kruispleingarage (760) en de Weenapointgarage (850) al een flinke<br />
overcapaciteit wordt gerealiseerd. Reclamanten menen dat deze garages moeten<br />
worden gerekend tot de capaciteit van het <strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong>. Als gevolg hiervan is volgens<br />
reclamanten de bouw van nieuwe parkeergarages geen oplossing maar een probleem.<br />
Mocht onverhoopt toch worden gekozen voor de uitbreiding van de<br />
parkeergaragecapaciteit in <strong>Het</strong> <strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong> dan ligt volgens reclamanten een kritisch<br />
onderzoek naar de grondwaterstromen in de rede.<br />
Reactie<br />
De gemeente Rotterdam streeft naar het zo optimaal mogelijk benutten van de<br />
bestaande parkeercapaciteit zowel op straat als in gebouwde voorzieningen. Uitbreiding<br />
van parkeercapaciteit is dan ook niet altijd vanzelfsprekend.<br />
Reclamanten menen ten onrechte dat de garage onder het Museumpark, de<br />
Kruispleingarage en de Weenapointgarage moeten worden gerekend tot de capaciteit<br />
van plangebied “<strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong>”. Deze parkeergarages zijn niet wijkgeboden en voorzien<br />
tevens in de algemene parkeerbehoefte van automobilisten die adressen in de<br />
binnenstad als bestemming hebben.<br />
In de Bajonetstraat biedt het BP de mogelijkheid om een wijkgebonden<br />
parkeervoorziening te realiseren voor toekomstige bouwplanontwikkeling. Hierbij is ook<br />
de mogelijkheid om extra stallingsplaatsen te realiseren voor de omwonenden en<br />
ondernemers. <strong>Het</strong> gaat hier nadrukkelijk niet om parkeerplaatsen voor bezoekers.<br />
Zeker bij meerlaagse ondergrondse parkeergarages, waarvan hier zeer waarschijnlijk<br />
geen sprake zal zijn, kan er beïnvloeding zijn van de grondwaterstromen. <strong>Het</strong> is bij<br />
realisatie van de parkeergarage aan de initiatiefnemer om een onderzoek naar<br />
grondwaterstromen te doen, aangezien deze mogelijk aansprakelijk kan worden gesteld<br />
als er schade ontstaat door veranderende grondwaterstromen.<br />
Conclusie<br />
Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.<br />
1.3.3. Locaties waar parkeren niet thuishoort<br />
In het huidige bestemmingsplan hebben enkele locaties, zoals die van de school in de<br />
Drievriendenstraat, de bestemming parkeren. Daar liggen volgens reclamanten geen<br />
concrete plannen aan ten grondslag, zodat ze in het nieuwe bestemmingsplan dan ook<br />
niet thuishoren.<br />
Reactie<br />
De bouwmogelijkheid voor een parkeergarage op genoemde locatie is afkomstig uit het<br />
nu nog geldende bestemmingsplan en is in het ter inzage gelegde ontwerp<br />
meegenomen vanwege de conserverende aard van het nieuwe bestemmingsplan. Van<br />
gemeentewege bestaan momenteel geen plannen deze garages binnen de<br />
eerstkomende jaren te bouwen. Er is hiervoor ook geen geld beschikbaar. Gezien de<br />
stedelijke dynamiek moet deze bestaande bouwmogelijkheid wel worden gehandhaafd.<br />
<strong>Het</strong> is namelijk niet ondenkbaar dat binnen deze planperiode een parkeergarage op<br />
bijvoorbeeld deze locatie wenselijk zal blijken te zijn. Mogelijke bouwinitiatieven zullen<br />
hun eigen parkeerbehoefte moeten oplossen. Hieronder valt beslist niet het parkeren<br />
langs de openbare weg.<br />
De parkeerbehoefte wordt berekend aan de hand van de Rotterdamse parkeernomen,<br />
opgenomen in de Bouwverordening. Een dergelijke parkeervoorziening betreft<br />
nadrukkelijk geen openbare bezoekersgarage.<br />
Conclusie<br />
Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.
1.3.4. Complex Drievrienden(dwars)straat (genomineerd als gemeentelijk monument)<br />
Reclamanten wijzen op het feit dat het complex Drievrienden(dwars)straat op de<br />
nominatie staat om gemeentelijk monument te worden.<br />
Reactie<br />
<strong>Het</strong> gaat hier om de locatie Drievriendenstraat 4 t/m 20 (evennummers) en<br />
Drievriendendwarsstaat 3 t/m 14 (even- en onevennummers).<br />
Na het met succes doorlopen van de in de gemeentelijke Monumentenverordening<br />
voorgeschreven procedure kan de locatie worden aangewezen als gemeentelijk<br />
monument.<br />
Aangezien monumenten als zodanig niet in het bestemmingsplan worden opgenomen,<br />
vormt de vaststelling van dit bestemmingsplan dan ook geen belemmering voor een<br />
aanwijzing van het complex als gemeentelijk monument. De locatie is zowel in het<br />
geldende als in het toekomstige bestemmingsplan bestemd als wonen. Overigens is de<br />
gemeente reeds in gesprek met belanghebbenden over de mogelijkheid de locatie een<br />
monumentenstatus toe te kennen in verband de cultuurhistorische waarde ervan. De<br />
besluitvorming hierover is nog niet afgerond. Hierdoor bestaat ook geen grond om als<br />
alternatief voor een aanwijzingsprocedure ingevolge de monumentenregelgeving, te<br />
overwegen de locatie op te nemen binnen de bestemming cultuurhistorie – 2, waaraan<br />
o.a. een sloopvergunningvereiste ten grondslag ligt.<br />
Conclusie<br />
Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.<br />
1.4. Bajonetstraat<br />
1.4.1. Wijzigingsplan Bajonetstraat<br />
De gemeente heeft zich bereid verklaard om Woonstad een subsidie van €4,5 miljoen ter<br />
beschikking te stellen (ISV-3). In ruil daarvoor bouwt Woonstad een wat grotere<br />
parkeergarage, zodat daar op verzoek van de gemeente 40 extra parkeerplaatsen<br />
kunnen worden gerealiseerd. Reclamanten vragen zich af of die steun in<br />
overeenstemming is met de Europese regelgeving. Reclamanten denken dat hier sprake<br />
is van ongeoorloofde staatsteun aan een in wezen commercieel project.<br />
Reactie<br />
De gemeente wil in het kader van het publieke belang (leefbaarheidoverwegingen,<br />
betere buitenruimte) graag dat er op de Bajonetlocatie een grotere ondergrondse<br />
parkeergarage met extra parkeerplekken ten behoeve van buurtbewoners gerealiseerd<br />
wordt. De realisatie van de grotere ondergrondse parkeergarage, in combinatie met het<br />
oorspronkelijke plan van Woonstad is echter niet haalbaar zonder bijdrage van de<br />
gemeente. De locatie onder de Bajonetstraat is de enige plek waar zo’n buurtgarage op<br />
afzienbare termijn gerealiseerd kan worden. De vergoeding die de gemeente aan<br />
Woonstad betaalt voor de realisatie van de parkeervoorziening vindt plaats onder<br />
marktconforme voorwaarden. Er is hierdoor dan ook geen sprake van een voordeel voor<br />
de ontwikkelaar, en dus ook niet van staatssteun.<br />
Overigens bedraagt de vergoeding voor de bouw van de parkeergarage maximaal € 2,4<br />
miljoen. <strong>Het</strong> resterende deel van de ISV-3 subsidie wordt door de gemeente<br />
geïnvesteerd in de openbare buitenruimte.<br />
Conclusie<br />
Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.
1.4.2. Bestemming Woongebied<br />
De projectontwikkelingovereenkomst bevestigt volgens reclamanten dat B&W en<br />
Woonstad het op grote lijnen eens zijn over de invulling van dit plangedeelte, maar dat<br />
zijzelf hierin niet kunnen participeren wegens een gebrek aan relevante informatie.<br />
Reactie<br />
<strong>Het</strong> plangedeelte Bajonetstraat is in het ter inzage gelegde ontwerpbestemmingsplan<br />
conserverend bestemd, waarbij tevens een wijzigingsbevoegdheid is opgenomen t.b.v.<br />
een bestemmingswijziging in “Woongebied”. De enige reden voor het opnemen van een<br />
wijzigingsbevoegdheid en het niet direct bestemmen van de locatie was, dat ten tijde<br />
van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan de financiering van dit project<br />
nog niet rond was. Inmiddels is dit wel het geval, zodat de locatie thans is bestemd als<br />
“Woongebied 2” (artikel 36), en de bestemming bestaande “Woongebied”, locatie<br />
Gaffelstraat, gewijzigd in “Woongebied – 1”. Zie in dit verband het raadsvoorstel.<br />
In paragraaf 4.5.5. van de toelichting van dit bestemmingsplan, “<strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong>”, is<br />
opgenomen dat er op de locatie Bajonetstraat, na sloop/nieuwbouw of renovatie een<br />
verdunning van het aantal woningen (thans 90 meergezinswoningen) zal plaatsvinden,<br />
maar dat de bestaande bouwhoogte van 14 meter niet zal worden overschreden. <strong>Het</strong><br />
bestemmingsplan handelt over de planologische randvoorwaarden voor de uitvoering<br />
van bouwplannen. In het kader van de omgevingsvergunningprocedure voor het<br />
uitvoeren van concrete sloop- en nieuwbouwplannen kan reclamant ook participeren met<br />
een zienswijze.<br />
Conclusie<br />
Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.<br />
1.4.3. Plangedeelten wonen en woongebied<br />
Reclamanten begrijpen niet dat de bestemmingen 'Wonen' en 'Woongebied' zich<br />
uitstrekken tot over het pleintje op de hoek van Bajonetstraat en Kogelvangerstraat<br />
omdat naar hun mening het gebiedje een pleintje blijft.<br />
Reactie<br />
In het thans nog geldende bestemmingsplan bestaat een bebouwingsmogelijkheid op de<br />
plek van het pleintje. Deze bebouwingsmogelijkheid is conform het conserverende<br />
karakter van het nieuwe bestemmingsplan, gehandhaafd.<br />
Conclusie<br />
Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.<br />
1.5. Cultuurhistorie<br />
1.5.1. Complex Drievrienden(dwars)straat<br />
Volgens reclamanten ligt het voor de hand het complex Drievrienden(dwars)straat de<br />
bestemming 'Cultuurhistorie-2' toe te kennen omdat te dien aanzien de commissie<br />
Welstand en Monumenten op 21 maart een positief advies heeft uitgebracht.<br />
Reactie<br />
Zie reactie 1.3.4.<br />
Conclusie<br />
Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.
1.5.2. Bajonetstraat<br />
<strong>Het</strong> ligt volgens reclamanten voor de hand beide zijden van de Bajonetstraat de “Waarde<br />
Cultuurhistorie-2” toe te kennen omdat beide zijden van deze straat cultuurhistorisch<br />
waardevol zijn. Zij motiveren dit door erop te wijzen dat het Masterplan <strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong><br />
lovend was over de fraaie lange lijn van de westelijke gevel in de Bajonetstraat, en dat<br />
daarin de aanbeveling was opgenomen om ook de tegenoverliggende gevel te<br />
behouden omdat beide zo'n bijzondere communicatie over en weer aangaan.<br />
Reactie<br />
In het Masterplan waarnaar reclamanten verwijzen, is de cultuurhistorische karakteristiek<br />
van de Bajonetstraat geschetst waarbij behoud van de westelijke zijde van de<br />
Negentiende-eeuwse bebouwing als essentieel is benoemd. Voor de westelijke zijde is<br />
dan ook de waarde Cultuurhistorie in het ontwerpbestemmingsplan opgenomen. Behoud<br />
van de oostelijke zijde is niet als essentieel benoemd.<br />
Conclusie<br />
Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.<br />
1.6. Flora en fauna<br />
1.6.1. Vleermuizen<br />
<strong>Het</strong> ontwerpbestemmingsplan spreekt volgens reclamanten op pag. 54-55, de<br />
verwachting uit geen vleermuizen te zullen aantreffen in de Drievriendendwarsstraat.<br />
Toch zijn ze volgens reclamanten daar deze zomer gesignaleerd.<br />
Reactie<br />
In paragraaf 6.8., van de toelichting van het bestemmingsplan is het uitgangspunt van de<br />
Flora- en faunawet opgenomen: er dient te worden nagegaan of vaste rust- en<br />
verblijfplaatsen van o.a. vleermuizen door de sloop- en nieuwbouwplannen worden<br />
aangetast (verwijderd, ongeschikt gemaakt). Wij sluiten niet uit dat de constatering van<br />
reclamant er vleermuizen zijn gezien, juist is.<br />
Immers, op basis van veldonderzoek wordt het enerzijds ook niet uitgesloten geacht, dat<br />
binnen het onderhavige bestemmingsplangebied vaste rust- en verblijfplaatsen van<br />
vleermuizen voorkomen. Anderzijds wordt vanwege de afwezigheid van groenstructuren<br />
het onwaarschijnlijk geacht dat in de Drievriendenstraat, Poppanden, Bajonetstraat en<br />
Gaffelstraat<br />
vaste rust- en verblijfplaatsen van vleermuizen voorkomen.<br />
Pas in het stadium van concrete sloop- en bouwplannen zal nader onderzoek aantonen<br />
of er feitelijk vaste rust- en verblijfplaatsen van vleermuizen aanwezig zijn, waardoor een<br />
ontheffingsverzoek ingevolge de Flora- en faunawet nodig is. Dit vormt echter geen<br />
beletsel voor het vaststellen van het bestemmingsplan. Dit uitgangspunt is ook<br />
beschreven in de bovengenoemde paragraaf 6.8.<br />
Conclusie<br />
Wij stellen u voor de zienswijze voor kennisgeving aan te nemen.<br />
1.6.2. Geïsoleerde ligging Wijkpark<br />
Volgens reclamanten houdt het ontwerpbestemmingsplan hun (pag. 29) voor dat het<br />
Wijkpark 'nu nog tamelijk geïsoleerd in de wijk' ligt, dat een toegang vanaf de<br />
Westersingel wordt overwogen en dat de wens bestaat om het park meer bij de West-<br />
Kruiskade te betrekken.<br />
Aangezien er volgens reclamanten te dien aanzien concrete plannen ontbreken, kan<br />
deze tekst beter worden geschrapt.
Reactie<br />
Wij achten de tekst wel relevant omdat in het bestemmingsplan niet slechts de concrete<br />
ontwikkelingen worden benoemd, maar ook de minder concrete. <strong>Het</strong> onderscheid ligt<br />
hierin dat concrete ontwikkelingen uitvoeringsgericht zijn (bestuurlijk, financieel,<br />
milieutechnisch akkoord). Dit is bij minder concrete ontwikkelingen niet het geval. Hierbij<br />
gaat het meestal om een gebrek aan financiële dekking. Mocht gedurende de<br />
planperiode een als minder concreet aangemerkte ontwikkeling concreet zijn geworden,<br />
dan kan na een eventueel vereiste (succesvolle) planologische procedure de concreet<br />
geworden ontwikkeling worden uitgevoerd.<br />
Conclusie<br />
Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.<br />
1.7. Bodem en lucht<br />
1.7.1. Plannen Drievrienden(dwars)straat en Bajonetstraat<br />
Onder verwijzing naar pag. 50-51 van het ontwerpbestemmingsplan menen reclamanten<br />
dat de kans bestaat dat na sloop van de huidige bebouwing matige tot sterke<br />
verontreiniging van de bodem kan worden geconstateerd en dat sanering daarvan nodig<br />
is.<br />
De onzekerheid op dat vlak en de onbekendheid met de kosten van sanering bevestigen<br />
volgens reclamanten nog eens dat de plannen voor de Drievrienden(dwars)straat en de<br />
Bajonetstraat e.o. vooralsnog niet als serieus kunnen worden aangemerkt en dat ze<br />
daarom dan ook niet thuishoren in dit bestemmingsplan.<br />
Reactie<br />
Of er ter plaatse van de ontwikkelingslocaties sprake is van (matige tot sterke)<br />
verontreiniging kan pas na sloop worden geconstateerd. Als dan tot sanering moet<br />
worden overgegaan vormen de kosten daarvan meestal geen belemmering voor de<br />
realisatie van de ontwikkelingen. Deze situatie doet zich voor bij vervangende<br />
nieuwbouw in nagenoeg de hele binnenstad. Er bestaat geen reden om op voorhand in<br />
deze situatie een belemmering voor de plannen te zien.<br />
Conclusie<br />
Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.<br />
1.7.2. Gevolgen voor Henegouwerlaan, 's-Gravendijkwal, Rochussenstraat en<br />
Mathenesserlaan<br />
Bij het ontwerpbestemmingsplan zit volgens reclamanten een notitie over de<br />
luchtkwaliteit, waarin de stikstofdioxideconcentraties in de Statentunnel en het Weena<br />
problematisch worden genoemd. Als die zo blijven wordt de Europese norm van 40 µg<br />
per m 3 in 2015 overschreden. De gemeente wil dat voorkomen door extra maatregelen<br />
te nemen (pag. 49-50 ontwerpbestemmingsplan). De Henegouwerlaan, de 's-<br />
Gravendijkwal, de Rochussenstraat en de Mathenesserlaan zitten volgens reclamanten<br />
net onder die norm, maar door een kleine wijziging van de verkeersstromen kan die<br />
volgens hen al snel overschreden worden. <strong>Het</strong> verkeersluw maken van de Coolsingel<br />
kan bijvoorbeeld dat effect hebben, volgens reclamanten.<br />
Reactie<br />
De gemeente Rotterdam spant zich in, samen met het Rijk en de provincie, om in 2015<br />
overal aan de norm voor stikstofdioxide te voldoen. Dus om de huidige knelpunten op te<br />
lossen en geen nieuwe overschrijdingen te laten ontstaan. <strong>Het</strong> in 2015 al dan niet<br />
optreden van overschrijdingen op de voornoemde wegen (door het verkeersluw maken<br />
van de Coolsingel, of anderszins) staat los van de vaststelling van het bestemmingsplan<br />
“<strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong>”, en is hierop niet van invloed (zie de reactie bij 1.7.3.).
Conclusie<br />
Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.<br />
1.7.3. Nadelige gevolgen stikstofdioxide en fijnstof<br />
Volgens het ontwerpbestemmingsplan hoeft de hoge concentratie van stikstofdioxide en<br />
fijnstof geen nadelig gevolg te hebben voor de plannen. Reclamanten trekken dit in twijfel<br />
omdat het volgens hen een ernstig probleem is dat van grote invloed kan zijn op de<br />
ontwikkelingsmogelijkheden van het gebied in de toekomst. <strong>Het</strong><br />
ontwerpbestemmingsplan dient volgens hen op dit punt te worden aangepast.<br />
Reactie<br />
De ontwikkelingen in het ontwerpbestemmingsplan zijn onderdeel van het Nationaal<br />
Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL), waarin de ontwikkelingen in het<br />
centrumgebied als één project zijn opgenomen. Er is wettelijk bepaald dat bij de<br />
vaststelling van dit bestemmingsplan een beroep mag worden gedaan op het NSL, zodat<br />
er geen afzonderlijke toetsing van het effect van de planontwikkeling op de luchtkwaliteit<br />
hoeft plaats te vinden.<br />
Overigens zorgen de in het ontwerpbestemmingsplan opgenomen ontwikkelingen niet<br />
voor een toename van het aantal verkeersbewegingen, waardoor een afzonderlijke<br />
toetsing voor het ontwerpbestemmingsplan geen belemmering op zou leveren.<br />
Conclusie<br />
Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.<br />
1.7.4. <strong>Het</strong> Rotterdamse luchtbeleid<br />
<strong>Het</strong> ontwerpbestemmingsplan oppert volgens reclamanten de gedachte dat het<br />
Rotterdamse luchtbeleid niet van toepassing is op nieuwbouwlocaties, omdat daar<br />
minder woningen worden gebouwd dan er voorheen stonden. Dat is volgens hen een<br />
onbegrijpelijke miskenning van de ernst van het probleem. Verdunning van het aantal<br />
woningen leidt volgens hen niet tot verdunning van de luchtverontreiniging. <strong>Het</strong><br />
Rotterdamse beleid schrijft voor dat er geen nieuwe woningen binnen de contouren van<br />
de grenswaarden mogen worden gebouwd. <strong>Het</strong> ontwerpbestemmingsplan kan daar niet<br />
ongestraft aan voorbij gaan.<br />
Reactie<br />
Bij de in het ontwerpbestemmingsplan opgenomen woningbouwprojecten is van een<br />
overschrijding van de grenswaarde geen sprake. Er is daarom dan ook geen sprake van<br />
strijdigheid met het Rotterdamse beleid.<br />
Conclusie<br />
Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.<br />
1.7.5. Geluid algemeen<br />
In 2010 onderzocht Gemeentewerken de geluidsbelasting op nieuwbouwlocaties in <strong>Het</strong><br />
<strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong>. Drievrienden(dwars)straat en de Gaffelstraat werden niet in dat<br />
onderzoek betrokken, hoewel die ook werden beschouwd als nieuwbouwlocaties. Ze<br />
bleven buiten beeld omdat ze binnen de kaders van het huidige bestemmingsplan<br />
zouden passen. Reclamanten vinden dit geen sterk motief. <strong>Het</strong> bestemmingsplan maakt<br />
volgens hen ontwikkelingen immers niet alleen mogelijk, het stelt ook grenzen.<br />
Reclamanten dringen aan op hernieuwd onderzoek, ook naar de pop-panden langs<br />
West-Kruiskade, 1e Middellandstraat, Nieuwe Binnenweg, Van Speykstraat en<br />
Schietbaanstraat, die eveneens buiten beschouwing bleven.
Reactie<br />
Bij een bestemmingsplan wordt alleen akoestisch onderzoek uitgevoerd naar locaties die<br />
ingevolge de Wet geluidhinder als nieuwe geluidsgevoelige situaties zijn aangemerkt.<br />
Locaties onderzoeken waar al woningen aanwezig zijn omdat vervangende nieuwbouw<br />
wordt voorzien is niet alleen niet wettelijk verplicht, het biedt ook geen meerwaarde.<br />
Conclusie<br />
Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.<br />
1.7.6. Geluidbelasting Sint-Mariastraat<br />
De geluidsbelasting voor de Sint-Mariastraat werd volgens reclamanten in de<br />
beschouwingen betrokken, hoewel daar geen nieuwbouw is voorzien. Driekwart van<br />
Bajonetstraat e.o. komt evenmin in aanmerking voor nieuwbouw, toch richtte het<br />
onderzoek zich ook op die straten. De geluidsbelasting op de gevels in de Sint-<br />
Mariastraat is kritisch, 52 dB waar 53 dB de norm is.<br />
Reactie<br />
Bij de bebouwing Sint-Mariastraat 106-146 is sprake van vervangende nieuwbouw.<br />
Omdat aan de achterkant een bouwlaag extra kan worden gerealiseerd is dit een nieuwe<br />
geluidsgevoelige situatie, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder. De geluidsbelasting van<br />
52 dB is afkomstig van tramverkeer. Voor tramverkeer bestaat geen wettelijke norm. De<br />
berekening voor tramverkeer is uitgevoerd ten behoeve van een goede ruimtelijke<br />
ordening, om te zien of de geluidbelasting niet onevenredig hoog is. Daarbij worden de<br />
normen voor wegverkeer (voor woningen voorkeurswaarde 48 dB en maximale hogere<br />
waarde 68 dB) als uitgangspunt genomen. Voor een stedelijk gebied is 52 dB een<br />
gunstige geluidsbelasting. Langs driekwart van de Bajonetstraat is inderdaad geen<br />
sprake meer van nieuwe geluidsgevoelige situaties, daar was ten tijde van het<br />
onderzoek nog wel sprake van.<br />
Conclusie<br />
Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.<br />
1.7.7. Terinzagelegging ontwerpbesluit hogere waarde<br />
<strong>Het</strong> ontwerpbesluit hogere waarde (i.v.m. art. 83 Wet Geluidshinder) zou volgens<br />
reclamanten tegelijk met dit ontwerp ter inzage worden gelegd. Reclamanten zeggen dit<br />
niet gemerkt te hebben.<br />
Reactie<br />
In paragraaf 6.4.6 van de toelichting is de conclusie gegeven van het akoestisch<br />
onderzoek. Aangegeven is dat voor de onderzochte locaties de voorkeursgrenswaarden<br />
niet worden overschreden, dat er geen hogere grenswaarde procedure nodig is en dat<br />
wordt voldaan aan het Rotterdamse ontheffingsbeleid. <strong>Het</strong> mede ter inzage leggen van<br />
een ontwerpbesluit hogere waarde is daarom nu niet aan de orde.<br />
Conclusie<br />
Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.
1.8. Varia<br />
1.8.1. Reclamanten vinden dat “Gemengd - 4” (Odeon) dient te worden uitgebreid met de<br />
bestemming sport.<br />
Reactie<br />
Wij achten de zienswijze gegrond aangezien er - conform het geldende<br />
bestemmingsplan - ook in het ter inzage gelegde ontwerp de mogelijkheid voor het<br />
beoefenen van sport had moeten worden opgenomen.<br />
Conclusie<br />
Wij stellen u voor de zienswijze gegrond te verklaren en het ter inzage gelegde<br />
ontwerpbestemmingsplan als volgt te wijzigen:<br />
Regels<br />
Aan artikel 12, lid 1, sub a wordt de functie sport toegevoegd, zodat het komt te luiden:<br />
12.1 Bestemmingsomschrijving<br />
De voor "Gemengd - 4" aangewezen gronden zijn bestemd voor:<br />
a. sport, podiumkunsten, theater, bioscoop en dergelijke, uitsluitend op de begane<br />
grond;<br />
1.8.2. Relevantie “Maatschappelijk 2”, Batavierenstraat<br />
Voor de Batavierenstraat is de bestemming 'Maatschappelijk-2' nauwelijks nog van<br />
toepassing. In verband met de toegenomen aandacht voor woonservicegebieden ligt het<br />
in de rede de mogelijkheid open te houden om daar 55+-woningen te bouwen. <strong>Het</strong><br />
bestemmingsplan zou daar nu reeds ruimte voor kunnen bieden.<br />
Reactie<br />
<strong>Het</strong> mogelijk maken van (55+)-woningen op deze locatie is het scheppen van een<br />
nieuwe geluidsgevoelige situatie als bedoeld in de Wet geluidhinder. Hiervoor is<br />
ingevolge die wet akoestisch onderzoek en mogelijk een procedure voor een hogere<br />
toegelaten (geluid)waarde nodig. Omdat in dit geval geen sprake is van een concreet<br />
initiatief om hier woningen te bouwen, is deze locatie dan ook niet meegenomen in het<br />
akoestisch onderzoek dat voor het bestemmingsplangebied is uitgevoerd. Gelet op het<br />
vorenstaande en gezien de fase waarin de planprocedure zich thans bevindt, ligt het ook<br />
niet in de rede deze ontwikkeling alsnog in het ontwerpbestemmingsplan op te nemen.<br />
Conclusie<br />
Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.<br />
1.8.3. Horecabeleid West-Kruiskade<br />
Op de West-Kruiskade, tegenover het Wijkpark, zijn 6 horecagelegenheden gevestigd. In<br />
het ontwerpbestemmingsplan zijn 8 horecavestigingen voorzien. Elders wordt het<br />
standpunt verdedigd dat 'het huidige horecabestand dient te worden geconsolideerd om<br />
aantasting van het winkelkarakter te voorkomen’.<br />
Reactie<br />
De uitbreiding van het aantal horecavestigingen op deze locatie is gebaseerd op het<br />
beleidsdocument “Uitwerkingsprogramma Alliantie West-Kruiskade”, vastgesteld in<br />
januari 2010 door de gemeenteraad. In dat document zijn beleidsbepalingen<br />
opgenomen over de uitbreidingsmogelijkheden van horeca binnen de daartoe<br />
aangewezen zones op de West-Kruiskade. Op locaties buiten de aangewezen zones en<br />
buiten West-Kruiskade gelden de beleidsbepalingen uit de Horecanota 2012-2016. Deze<br />
Horecanota is op 3 juli 2012 vastgesteld door burgemeester en wethouders. <strong>Het</strong> ter<br />
inzage gelegde ontwerp liep vooruit op de vaststelling van dit beleid, zoals dit samen met
Alliantie West-Kruiskade wordt uitgewerkt. <strong>Het</strong> was namelijk reeds ten tijde van de ter<br />
inzagelegging te voorzien dat de vaststelling van de Horecanota 2012-2016 nog voor de<br />
vaststelling van het bestemmingsplan “<strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong>” een feit zou zijn.<br />
Conclusie<br />
Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.<br />
50. Reclamant 50<br />
De brieven van bewoners, zoals die van Jan van den Noort, zullen volgens reclamant<br />
leidraad moeten zijn voor de planvorming.<br />
Reactie<br />
Reclamant doelt op de zienswijzen die hiervoor zijn samengevat en die wij hebben<br />
voorzien van en reactie. Wij verwijzen reclamant naar die zienswijzen.<br />
Conclusie<br />
Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.<br />
51. Schaap & Partners (gemachtigde)<br />
51.1. Rochussenstraat 20 (bodega/Restaurant Old Dutch)<br />
Namens de eigenaar/exploitant van bovengenoemde onderneming wordt bezwaar<br />
gemaakt tegen het feit dat het eigendomsperceel Rochussenstraat 20 de bestemmingen<br />
"horeca" en "Tuin" heeft gekregen. Dit betekent namelijk dat de ruimte naast het pand<br />
niet meer zou kunnen worden gebruikt voor het parkeren, dan wel laden/lossen van<br />
bedrijfsauto's voor voorraadvoorziening, noch voor het parkeren van auto's van gasten<br />
die Old Dutch bezoeken, met alle nadelige gevolgen voor het parkeren van dien.<br />
Reactie<br />
Wij achten de zienswijze gegrond omdat krachtens de (nog) niet uitgewerkte 1 e<br />
Herziening van het vigerende bestemmingsplan, waarbinnen de bestreden bestemming<br />
zich bevindt, op de begane grond tevens zijn toegestaan de functies: (wijk- en<br />
stadsdeelverzorgende) bedrijven t/m categorie 2, alsmede “cultuur en ontspanning” in de<br />
vorm van cultureel-educatieve voorzieningen zoals musea, galeries,<br />
verenigingsgebouwen, onderwijsinstellingen, cursusruimtes, e.d. De implementatie van<br />
deze functies in het ter inzage gelegde ontwerp kan alsnog geschieden conform<br />
onderstaande conclusie. In het kader hiervan wordt aan de regels een nieuwe<br />
bestemming, “Gemengd – 9” (GD-9) toegevoegd. Hierin is tevens de mogelijkheid tot<br />
parkeren op eigen terrein gehandhaafd. Omdat ambtshalve een tiende variatie<br />
“Gemengd” (“GD -10”), wordt toegevoegd, wordt par. 4.6.2., punt 1 hieronder tevens<br />
daarop aangepast. Voor het overige wordt verwezen naar de ambtshalve wijziging.<br />
Conclusie<br />
Wij stellen u voor de zienswijze gegrond te verklaren en het ontwerpbestemmingsplan<br />
als volgt te wijzigen:<br />
Toelichting par. 4.6.2<br />
1. De vierde alinea wordt in verband met de toevoeging van de 9 e en 10 e variatie<br />
“Gemengd” gewijzigd waardoor het als volgt komt te luiden:<br />
In de bestemmingen “Gemengd”1 t/m 10 is het mogelijk om de begane grondlaag voor<br />
een andere bestemming dan wonen te gebruiken, de verdiepingen zijn doorgaans<br />
bestemd voor woningen. Er zijn in dit plan 10 variaties van “Gemengd” opgenomen.<br />
Binnen de variaties worden de flexibele gebruiksmogelijkheden geboden die toegespitst<br />
zijn op de specifieke planologische situatie.
2. Na de passage betreffende “Gemengd - 8”, wordt de paragraaf aangevuld met de<br />
volgende passage:<br />
"Gemengd - 9" is bestemd voor woningen, uitsluitend op de verdiepingen, terwijl<br />
uitsluitend op de begane grond horeca, bedrijven (cat 1 t/m 2) en cultureel-educatieve<br />
voorzieningen, musea, galeries, verenigingsgebouwen, onderwijsinstellingen,<br />
cursusruimtes, e.d., zijn toegestaan”. Deze variant beoogt een gedeeltelijke uitwerking te<br />
zijn van de 1 e Herziening van het oude bestemmingsplan.<br />
Verbeelding<br />
<strong>Het</strong> plangedeelte ter hoogte van de Rochussenstraat 20, bestaande uit de<br />
bestemmingen “Horeca” en “Tuin”, wordt gewijzigd in de bestemming “Gemengd - 9”.<br />
Regels<br />
Aan het ontwerpbestemmingsplan wordt de volgende nieuwe regel 17 toegevoegd en<br />
worden de overige regels numeriek herschikt.<br />
Artikel 17 Gemengd - 9<br />
17.1 Bestemmingsomschrijving<br />
De voor "Gemengd - 9" aangewezen gronden zijn bestemd voor:<br />
a. woningen (uitsluitend op de verdiepingen);<br />
b. horeca;<br />
c. cultureel-educatieve voorzieningen zoals musea, galeries, verenigingsgebouwen,<br />
onderwijsinstellingen, cursusruimtes, e.d.;<br />
d. bedrijven t/m categorie 2 van de lijst van bedrijfsactiviteiten behorende bij deze<br />
regels;<br />
e. voorzieningen behorend bij bovengenoemde functies en het bijbehorende erf, zoals,<br />
parkeerruimte, groen, ontsluitingswegen en -paden;<br />
f. "Waarde - Archeologie - 3", voor zover de gronden mede als zodanig zijn bestemd.<br />
17.2 Bouwregels<br />
17.2.1 Algemeen<br />
Op de voor "Gemengd - 9" bestemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten<br />
behoeve van de aldaar genoemde functies.<br />
17.2.2 Medebestemming<br />
Voor zover de gronden mede zijn bestemd voor "Waarde - Archeologie-3“, is voor het<br />
bouwen het bepaalde ter zake in genoemde bestemming mede van toepassing.<br />
17.3 Specifieke gebruiksregels<br />
17.3.1 Woningen<br />
Woningen mogen mede worden gebruikt voor de uitoefening van een aan huis<br />
gebonden beroep of bedrijf, mits:<br />
a. de woonfunctie in overwegende mate gehandhaafd blijft, waarbij het<br />
brutovloeroppervlak van de woning voor ten hoogste 30% mag worden gebruikt voor<br />
een aan huis gebonden beroep of bedrijf;<br />
b. ten aanzien van een aan huis gebonden bedrijf sprake is van een bedrijf tot en met<br />
categorie 1 als bedoeld in de bij deze regels horende lijst van bedrijfsactiviteiten;<br />
c. de gevel en dakrand van de woning niet worden gebruikt ten behoeve van reclameuitingen;<br />
d. er geen bedrijfsmatige activiteiten plaatsvinden die betrekking hebben op het<br />
onderhouden en repareren van motorvoertuigen;<br />
e. er geen detailhandel plaatsvindt, tenzij als ondergeschikt onderdeel van het aan huis<br />
gebonden beroep of bedrijf.
17.4 Afwijken van de gebruiksregels<br />
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning voor het bouwen<br />
afwijken van het bepaalde in de leden 17.1 (bedrijven t/m cat. 2) en 17.3.1 ter zake van<br />
de toegestane bedrijfsactiviteiten ten behoeve van andere bedrijfsactiviteiten dan die<br />
primair zijn toegelaten, welke - gehoord de Milieudeskundige - daarmede naar aard en<br />
invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn.<br />
51.2. Behoud bestaande gebruiksmogelijkheden<br />
Reclamant stelt dat de eigenaar/exploitant voor de exploitatie van het pand naast het<br />
grote belang bij de mogelijkheid tot parkeren op zijn terrein te behouden, tevens belang<br />
heeft bij behoud van de mogelijkheid het Perceel te kunnen gebruiken voor woningen of<br />
wijk- of stadsverzorgende functie, een galerie of andere ruimte ten behoeve van kunst of<br />
cultuur. Een bestemming van het Perceel voor woondoeleinden past juist zeer goed in<br />
de omgeving, die voor een groot deel ook de bestemming wonen dient. Een bestemming<br />
voor galerie, stadsdeelverzorgend bedrijf of cultuuruiting past naar de mening van de<br />
eigenaar/exploitant goed bij een monument.<br />
Reactie<br />
Wij achten de zienswijze gegrond. Voor het overige wordt verwezen naar reactie 51.1,<br />
waarin de gebruiksmogelijkheden voor de begane grond zijn verwerkt en het wonen op<br />
de verdiepingen is bevestigd. Eveneens is de mogelijkheid tot parkeren op eigen terrein<br />
gehandhaafd.<br />
Conclusie<br />
Wij stellen u voor de zienswijze gegrond te verklaren en het ontwerpbestemmingsplan te<br />
wijzigen conform de conclusie bij 51.1.<br />
51.3. Wateroverlast<br />
Als gevolg van ophoging van de omgeving door de gemeente, ligt het Perceel in een kuil.<br />
Wanneer het regent, stroomt het water naar het Perceel. De kelder die zich onder het<br />
pand Old Dutch bevindt en die voorheen fungeerde als wijnkelder, doet thans dienst als<br />
waterput en bij de deuren van het pand Old Dutch moeten schotten ervoor zorgen dat de<br />
gasten de voeten droog houden. Onder die omstandigheden is goede exploitatie van het<br />
restaurant niet mogelijk. Ook tast de veelvuldige wateroverlast het pand Old Dutch aan.<br />
Reactie<br />
Wij betreuren de door reclamant genoemde wateroverlast, maar moeten hier volstaan<br />
met de constatering, dat de oorzaak hiervan niet kan worden toegeschreven aan het<br />
wijzigen van het geldende bestemmingsplan, zodat dit aspect hier ook niet kan worden<br />
ingebracht.<br />
Conclusie<br />
Wij stellen u voor de zienswijze voor kennisgeving aan te nemen.<br />
51.4. Monumentstatus van het pand<br />
Reclamant stelt dat vanwege de monumentstatus van het pand, de gemeente niet wenst<br />
mee te werken aan sloop ervan. Ook aan verplaatsing van het pand wenst de gemeente<br />
om haar moverende redenen geen medewerking te verlenen.<br />
De gevolgen van wateroverlast wentelt de gemeente geheel af op de eigenaar en voor<br />
enige subsidie voor het opknappen van het pand geeft de gemeente niet thuis: de<br />
subsidiepot is leeg. In verband hiermee bezint de eigenaar zich over de vragen hoe hij<br />
als exploitant van Old Dutch het hoofd boven water moet houden.<br />
Reactie<br />
De monumentenstatus van het pand is niet het gevolg van de vaststelling van dit<br />
bestemmingsplan. In de procedure in het kader van de monumentenregelgeving, heeft
eclamant zijn rechten reeds volledig kunnen benutten. <strong>Het</strong> ter inzage gelegde ontwerp is<br />
in overwegende mate conserverend van aard.<br />
De door reclamant opgesomde omstandigheden die ertoe leidden dat hij zich thans<br />
bezint over de vraag hoe hij als exploitant van Old Dutch het hoofd boven water moet<br />
houden vinden wij spijtig, maar deze zijn geen omstandigheden die kunnen worden<br />
toegeschreven aan het wijzigen van het geldende bestemmingsplan, zodat deze hier ook<br />
niet kunnen worden ingebracht.<br />
Conclusie<br />
Wij stellen u voor de zienswijze voor kennisgeving aan te nemen.<br />
51.5. Waardedaling pand<br />
Reclamant stelt dat de beperking van de gebruiksmogelijkheden van het perceel leidt tot<br />
waardedaling van het pand waardoor eigenaar/exploitant schade zal leiden.<br />
Reactie<br />
In tegenstelling tot wat reclamant beweert is geen sprake van een beperking van de<br />
gebruiksmogelijkheden. In dit verband wordt tevens verwezen naar onze reactie bij 51.1.<br />
Indien reclamant niettemin van oordeel is dat sprake is van waardedaling van zijn pand<br />
als gevolg van het vaststellen van dit bestemmingsplan, dan biedt Afdeling 6.1. van de<br />
Wro hem de mogelijkheid een verzoek om een tegemoetkoming ter bestrijding van die<br />
schade in te dienen bij burgemeester en wethouders.<br />
Conclusie<br />
Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.<br />
51.6. Goede ruimtelijke ordening<br />
Reclamant stelt dat het perceel is omgeven door woningen en detailhandel, waarbij de<br />
huidige bestemming voor woondoeleinden goed aansluit. Beperking van de bestemming<br />
tot horeca past veel minder goed in de omgeving, zodat het de vraag is waarom de<br />
gemeente deze keuze maakt.<br />
Reactie<br />
Aangezien hier sprake is van een conserverend bestemmingsplan, moet worden<br />
uitgegaan van de gebruiksmogelijkheden van de 1 e Herziening van het geldende<br />
bestemmingsplan. Wij achten om die reden de zienswijze gegrond. Voor het overige<br />
wordt verwezen naar reactie 51.1. waarin de bestaande gebruiksmogelijkheden voor de<br />
begane grond zijn opgenomen en het wonen op de verdiepingen is bevestigd; evenals<br />
het parkeren op eigen terrein.<br />
Conclusie<br />
Wij stellen u voor de zienswijze gegrond te verklaren en het ontwerpbestemmingsplan te<br />
wijzigen conform de conclusie bij 51.1.<br />
51.7. Bouwhoogte op verbeelding klopt niet<br />
Volgens de verbeelding van het ontwerp geldt voor het Perceel, voor zover het de<br />
bestemming horeca heeft, een maximum bouwhoogte van 6 meter. <strong>Het</strong> pand Old Dutch,<br />
dat op het Perceel staat, is hoger dan 6 meter.<br />
Reactie<br />
Wij achten de constatering juist. De hoogtemaat van 6 meter is - conform het<br />
conserverende karakter van dit bestemmingsplan - overgenomen vanuit het geldende<br />
bestemmingsplan. Naderhand is gebleken dat - mede gelet op de wijze van meten<br />
genoemd in het artikel 2 van de bij dit plan behorende regels -, de maximale bouwhoogte<br />
9 meter bedraagt.
Conclusie<br />
Wij stellen u voor de zienswijze gegrond te verklaren en het ter inzage gelegde<br />
ontwerpbestemmingsplan als volgt te wijzigen: op de verbeelding wordt binnen de<br />
nieuwe bestemming GD-9, voor de huidige locatie, Rochussenstraat 20, een maximale<br />
bouwhoogte van 9 meter opgenomen.<br />
51.8. Status beschermd stadsgezicht "Mathenesserlaan - Heemraadssingel"<br />
Reclamant stelt dat voor het gebied waarbinnen het onderhavige perceel,<br />
Rochussenstraat 20, valt geen aanwijzing door de minister tot beschermd stadsgezicht<br />
bestaat.<br />
Reactie<br />
De constatering van reclamant is juist, aangezien de daartoe strekkende<br />
aanwijzingsprocedure formeel nog niet is afgerond. Abusievelijk was ervan uit gegaan<br />
dat de formele aanwijzing van het bovenbedoelde gebied tot beschermd stadsgezicht<br />
“Mathenesserlaan – Heemraadssingel” reeds een feit was. Thans wordt geconstateerd<br />
dat de daartoe strekkende aanvraag reeds in het jaar 2004 is ingediend. In het kader van<br />
die aanwijzingsprocedure heeft de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap<br />
(OCW) bij brief 27 maart 2009 hieromtrent advies ingewonnen bij de gemeente<br />
Rotterdam. Bij raadsbesluit van 8 oktober 2009 heeft de gemeente Rotterdam hierover<br />
een positief advies uitgebracht. Dit advies is vervolgens door tussenkomst van de<br />
provincie Zuid-Holland gezonden aan de minister van OCW.<br />
Ook de Raad voor cultuur heeft over deze toekomstige aanwijzing reeds op 21<br />
september 2009 een positief advies uitgebracht. Nadat ten minste de gemeenteraad<br />
over de aanvraag tot aanwijzing een positief advies heeft uitgebracht aan het Rijk - en<br />
daarvan is in casu sprake - achten wij het om proceseconomische redenen verstandig de<br />
cultuurhistorische waarden alvast mee te nemen in de bestemmingsplanprocedure.<br />
Dit kan immers ertoe leiden dat het Rijk ten tijde van de formele aanwijzing constateert<br />
dat met het vastgestelde bestemmingsplan de beoogde cultuurhistorische belangen<br />
reeds zijn veiliggesteld, zodat hiervoor niet opnieuw een bestemmingsplanprocedure<br />
behoeft te worden opgestart. Evenwel zou uit de regels en de toelichting moeten blijken<br />
dat het hier gaat om een ‘beschermd stadsgezicht in voorbereiding” als hiervoor<br />
omschreven. Daarvan is geen sprake. Wij achten het nodig dat dit alsnog gebeurt.<br />
<strong>Het</strong> onderhavige pand, Old Dutch, Rochussenstraat 20, is binnen het bestemmingsplan<br />
tevens begrepen in de “Waarde Cultuurhistorie - 1”. Thans constateren wij dat dit pand<br />
reeds voldoende bescherming geniet ingevolge zijn recentelijk verkregen status van<br />
gemeentelijk monument. Om laatstgenoemde reden achten wij het niet langer<br />
noodzakelijk dit pand te handhaven binnen de bestemming “Waarde Cultuurhistorie -1”.<br />
In verband hiermee is inmiddels van gemeentewege een wijzigingverzoek ingediend bij<br />
het Rijk om te komen tot het uitsluiten van het perceel Rochussenstraat 20, Old Dutch,<br />
als onderdeel van het toekomstig beschermd stadsgezicht Mathenesserlaan –<br />
Heemraadssingel.<br />
Gezien het feit dat de aanwijzing van Old Dutch als gemeentelijk monument reeds<br />
onherroepelijk is, achten wij het niet onwaarschijnlijk dat het wijzigingsverzoek zal<br />
worden gehonoreerd. Hierop vooruitlopend adviseren wij u het gebied van de “Waarde –<br />
Cultuurhistorie - 1” op de verbeelding dusdanig te verkleinen dat het perceel<br />
Rochussenstraat 20, niet langer deel uitmaakt van “Waarde – Cultuurhistorie - 1”<br />
Ten slotte constateren wij nog dat hetgeen hiervoor is vermeld t.a.v. de status van het<br />
beschermde stadsgezicht in voorbereiding“Mathenesserlaan – Heemraadssingel”, in<br />
gelijke mate geldt voor het beschermde stadsgezicht in voorbereiding het Waterproject.<br />
Ook voor dit “beschermde stadgezicht in voorbereiding” wordt binnen afzienbare tijd de<br />
formele aanwijzing verwacht. <strong>Het</strong> positieve advies van de gemeenteraad in het kader<br />
van deze aanvraag tot aanwijzing tot beschermd stadsgezicht, Waterproject, is<br />
verzonden bij brief van 1 december 2009.
Op grond van het vorenstaande achten wij het noodzakelijk dat het bestemmingsplan<br />
wordt aangepast in de zin dat de Rochussenstraat 20 niet langer is begrepen binnen<br />
“Waarde – Cultuurhistorie – 1” en dat het predicaat “beschermd stadsgezicht in<br />
voorbereiding” wordt opgenomen en toegelicht in bestemmingsplan.<br />
Conclusie<br />
Wij stellen u voor de zienswijze gegrond te verklaren en het ontwerpbestemmingsplan<br />
als volgt te wijzigen:<br />
Verbeelding:<br />
<strong>Het</strong> gebied van “Waarde Cultuurhistorie -1” wordt dusdanig verkleind dat de<br />
Rochussenstraat 20 niet langer deel uitmaakt van het gebied “Waarde Cultuurhistorie-1”.<br />
Toelichting<br />
Titel bij paragraaf 3.3.2. (plangebied), onderdeel “Rijksbeschermde stadsgezichten”<br />
wordt gewijzigd in “Rijksbeschermde stadsgezichten in voorbereiding” en de inhoud<br />
daarvan komt als volgt te luiden:<br />
Rijksbeschermde stadsgezichten in voorbereiding<br />
Om te voorkomen dat in de periode die ligt tussen het indienen van een formele<br />
aanvraag om aanwijzing tot beschermd stadsgezicht op grond van artikel 35 lid 1 van<br />
de Monumentenwet 1988 en die formele aanwijzing de gronden en/of bouwwerken<br />
minder geschikt of ongeschikt worden voor het conserveren van de cultuurhistorische<br />
waarden die aan de oorspronkelijke aanvraag om een aanwijzing ten grondslag liggen,<br />
zijn deze waarden op grond van een goede ruimtelijke ordening in dit<br />
ontwerpbestemmingsplan opgenomen.<br />
De voorbereiding van een formele aanwijzing duurt namelijk een aantal jaren.<br />
In het kader van deze bestemmingsplanprocedure wordt onder een “beschermd<br />
stadsgezicht in voorbereiding” verstaan een “ontwerpaanwijzing tot beschermd<br />
stadsgezicht” waarover ten minste door de gemeenteraad reeds positief is geadviseerd<br />
ingevolge artikel 35 lid 1 van de Monumentenwet 1988. <strong>Het</strong> is immers de<br />
gemeenteraad die het bestemmingsplan vaststelt.<br />
<strong>Het</strong> positieve advies impliceert dat de gemeenteraad geen bedenkingen heeft tegen<br />
het aanwijzingsvoorstel.<br />
Niet slechts op grond van een goede ruimtelijke ordening is de bescherming van deze<br />
waarden reeds nu noodzakelijk, maar ook om proceseconomische redenen. Indien<br />
namelijk ten tijde van het beslissen op de aanvraag om een aanwijzing ingevolge<br />
artikel 36, lid 2 van de Monumentenwet 1988 een bestemmingsplan in werking is<br />
getreden, dan wordt in die aanwijzing bepaald of in dat bestemmingsplan de te<br />
beschermen belangen reeds afdoende zijn veiliggesteld, waardoor het opstarten van<br />
een bestemmingsplanprocedure ter implementatie van de aanwijzing overbodig is.<br />
Zodra deze formele aanwijzing ingevolge de Monumentenwet 1988 een feit is en dit<br />
conform de Monumentenwet 1988 bekend is gemaakt, vervalt het verplichte<br />
Welstandsadvies slechts in het geval dat ingevolge artikel 36 lid 1 een nieuw<br />
bestemmingsplan moet worden vastgesteld. Vanaf dat moment immers is de minister<br />
van OCW de verplichte adviesinstantie geworden (artikel 3:3, lid 4 van de Wet<br />
algemene bepalingen omgevingsrecht Wabo).<br />
In het plangebied “<strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong>” liggen delen van twee rijksbeschermde<br />
stadsgezichten in voorbereiding: het stadsgezicht “Mathenesserlaan –<br />
Heemraadssingel” en het stadsgezicht Waterproject. De aanvraag “Mathenesserlaan –<br />
Heemraadssingel”, loopt sedert het jaar 2004.<br />
De Mathenesserlaan, de Breitnerstraat en delen van de haaks op deze twee straten<br />
liggende straten vallen binnen het rijksbeschermd stadsgezicht in voorbereiding<br />
“Mathenesserlaan – Heemraadssingel”.<br />
In het rijksbeschermd stadsgezicht in voorbereiding “Mathenesserlaan –<br />
Heemraadssingel” zijn als specifieke waarden genoemd voor het deel dat in het<br />
bestemmingsplan “<strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong>” valt:
de voortuinen bij de bebouwing aan de Breitnerstraat inclusief hekwerken en<br />
ligusterhagen<br />
wigvormig plantsoen langs de Rochussenstraat.<br />
De Westersingel, inclusief de woonhuizen en de achtertuinen van de woonhuizen die<br />
aan het wijkpark grenzen, valt binnen het tweede rijksbeschermde stadsgezicht in<br />
voorbereiding: Waterproject. Dit project van stadsarchitect W.N. Rose en<br />
fabriekslandmeter van het Hoogheemraadschap J.A. Scholten is een fraai voorbeeld<br />
van een grootschalig, samenhangend waterstaatkundig en stedenbouwkundig concept.<br />
<strong>Het</strong> stadsgezicht Waterproject is van grote historische en stedenbouwkundige waarde<br />
als<br />
tastbare erfenis van de strijd tegen een van de grootste maatschappelijke problemen<br />
van de<br />
Negentiende Eeuw: de explosieve bevolkingsgroei in de steden met alle<br />
stedenbouwkundige, sociale en hygiënische problemen die daarbij hoorden.<br />
<strong>Het</strong> unieke van het Waterproject ligt vooral in de bijzondere combinatie van<br />
maatschappelijke, waterstaatkundige en stedenbouwkundige doelstellingen,<br />
samengebracht in een integraal planconcept.<br />
Regels:<br />
Artikel 39 van de regels wordt gewijzigd, zodat het als volgt komt te luiden:<br />
Artikel 39 Waarde - Cultuurhistorie – 1<br />
39.1 Bestemmingsomschrijving<br />
De voor "Waarde - Cultuurhistorie - 1" aangewezen gronden zijn behalve voor de daar<br />
voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van de in<br />
voorbereiding zijnde beschermde stadsgezichten 'Waterproject' en “Mathenesserlaan –<br />
Heemraadssingel”.<br />
39.2 Bouwregels<br />
39.2.1 Algemeen<br />
In aanvulling op de bouwregels voor de andere aldaar voorkomende bestemmingen,<br />
geldt voor de als "Waarde - Cultuurhistorie - 1" bestemde gronden, dat gebouwen die ten<br />
tijde van de terinzagelegging van het ontwerp van dit bestemmingsplan afgedekt zijn met<br />
een kap, bij herbouw afgedekt dienen te worden met een kap in de oorspronkelijke vorm<br />
(d.w.z. de kapvorm zoals die was ten tijde van de eerste oplevering van het gebouw).<br />
39.2.2 Specifieke bouwregels<br />
voor gronden gelegen binnen het in voorbereiding zijnde beschermd stadsgezicht<br />
Waterproject langs de Westersingel:<br />
a. op de mede voor "Verkeer - Verblijfsgebied", "Groen" en "Tuin" aangewezen gronden<br />
zijn in het belang van behoud en bescherming van de aanwezige cultuurhistorische<br />
waarden, geen bouwwerken toegestaan;<br />
b. de bestaande indeling in bouwblokken dient te worden gehandhaafd.<br />
39.3 Afwijking bouwregels<br />
39.3.1 Afwijking<br />
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning voor het bouwen<br />
afwijken van het bepaalde in lid 39.2.2, sub a ten behoeve van het oprichten van kleine<br />
bouwwerken voor voorzieningen van openbaar nut, verkeer en vervoer (niet groter dan<br />
80 m 3 ) binnen de bestemmingen "Verkeer - Verblijfsgebied" of "Groen".<br />
39.3.2 Advies<br />
Alvorens aan het vorige lid toepassing wordt gegeven, winnen burgemeester en<br />
wethouders het advies in van de Commissie voor Welstand en Monumenten.
39.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk<br />
zijnde, of van werkzaamheden<br />
39.4.1 Verbod<br />
In het belang van de in voorbereiding zijnde beschermde stadsgezichten genoemd in het<br />
eerste lid, is het verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van<br />
burgemeester en wethouders de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:<br />
voor gronden gelegen binnen het in voorbereiding zijnde beschermd stadsgezicht<br />
Waterproject (Westersingel):<br />
a. op de mede voor "Groen" en "Tuin" bestemde grond terrein te verharden of terrein<br />
meer dan 0,5 meter op te hogen of af te graven;<br />
b. op de mede voor "Verkeer - Verblijfsgebied" bestemde gronden wegwerkzaamheden<br />
die het bestaande wegprofiel kunnen aantasten;<br />
c. op de mede voor "Water" bestemde gronden waterlopen te dempen of waterlopen<br />
om te leggen;<br />
d. in voortuinen van gebouwen terrein te verharden of terrein meer dan 0,5 meter op te<br />
hogen of af te ontgraven;<br />
voor gronden gelegen binnen het in voorbereiding zijnde beschermd stadsgezicht<br />
Mathenesserlaan - Heemraadssingel:<br />
e. op de mede voor "Tuin" bestemde voortuinen aan de Breitnerstraat te verharden of<br />
terrein meer dan 0,5 meter op te hogen of af te graven.<br />
39.4.2 Uitgezonderde werkzaamheden<br />
a. normaal onderhoud en beheer;<br />
b. werkzaamheden die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden<br />
van het plan;<br />
c. werkzaamheden die mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende<br />
omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of<br />
van werkzaamheden.<br />
39.4.3 Vergunning<br />
Bij hun beslissing omtrent het verlenen van een vergunning betrekken burgemeester en<br />
wethouders de belangen van het in voorbereiding zijnde beschermd stadsgezicht in hun<br />
overwegingen.<br />
39.4.4 Advies<br />
Alvorens vergunning te verlenen, winnen burgemeester en wethouders het advies in van<br />
de Commissie voor Welstand en Monumenten.<br />
39.5 Omgevingsvergunning voor het slopen<br />
39.5.1 Verbod<br />
Op de voor "Waarde - Cultuurhistorie - 1" bestemde gronden is het verboden om zonder<br />
vergunning van burgemeester en wethouders bouwwerken geheel of gedeeltelijk te<br />
slopen.<br />
39.5.2 Uitzondering op verbod<br />
In afwijking van het bepaalde in lid 39.5.1 is geen vergunning vereist ingeval van:<br />
a. een aanschrijving van burgemeester en wethouders op grond van de Woningwet<br />
(hoofdstuk III);<br />
b. bouwwerken waarvoor geen omgevingsvergunning voor het bouwen vereist is;<br />
c. een vergunning voor het slopen van een bouwwerk vereist is ingevolge de<br />
Monumentenwet 1988 in samenhang met de Wet algemene bepalingen<br />
omgevingsrecht, een provinciale of gemeentelijke monumentenverordening.
39.5.3 Vergunning<br />
Vergunning wordt verleend indien door het slopen het aanzien en/of de karakteristiek<br />
van het in voorbereiding zijnde beschermd stadsgezicht niet of niet in betekenende mate<br />
wordt geschaad.<br />
39.5.4 Advies<br />
Alvorens te beslissen op een aanvraag, winnen burgemeester en wethouders het advies<br />
in van de commissie voor Welstand en Monumenten.<br />
51.9 De belangen die het beschermd stadgezicht beoogt te beschermen<br />
Reclamant stelt dat In de planregels weliswaar staat dat bij vergunningverlening "de<br />
belangen van het betrokken stadsgezicht" in de overwegingen worden betrokken en dat<br />
een sloopvergunning wordt verleend indien door het slopen "het aanzien en/of de<br />
karakteristiek van het beschermde stadsgezicht niet in betekenende mate wordt<br />
geschaad", maar dergelijke frasen zijn volgens de gemachtigde hol indien niet bekend is<br />
wat de belangen of het aanzien en/of de karakteristiek van het (niet bestaande)<br />
stadsgezicht zijn. Dit is volgens de gemachtigde een ongefundeerde beperking van het<br />
eigendomsrecht van de eigenaar, terwijl tot een eventuele aanwijzing door de minister<br />
onduidelijk blijft op welke wijze reclamant een aanvraag voor een omgevingsvergunning<br />
zou moeten inkleden om kans te maken op het verkrijgen ervan.<br />
Reactie<br />
Bij cultuurhistorische waarden gaat het over de positieve waardering van sporen,<br />
objecten, patronen en structuren die zichtbaar of niet zichtbaar onderdeel uitmaken van<br />
onze leefomgeving en een beeld geven van een historische situatie of ontwikkeling.<br />
Deze belangen kunnen niet altijd meteen worden geconcretiseerd en neergeslagen in<br />
het bestemmingsplan.<br />
In het kader van de omgevingsvergunningverlening laat de gemeente daarom altijd een<br />
gekwalificeerd advies uitbrengen door de Commissie voor Welstand en Monumenten<br />
Rotterdam om daaruit te kunnen concluderen of cultuurhistorische belangen zullen<br />
worden geschaad. <strong>Het</strong> is niet altijd nodig om bijvoorbeeld alle tuinen binnen de waarde<br />
Cultuurhistorie een bijzonder karakter toe te kennen. Dit gebeurt slechts in die gevallen<br />
waarin de waarden manifest aanwezig zijn en zich lenen voor directe aanwijzing, zoals<br />
bij voorbeeld de voortuinen bij de bebouwing aan de Breitnerstraat inclusief hekwerken<br />
en ligusterhagen wigvormig plantsoen langs de Rochussenstraat. Daarom is in het<br />
belang van een goede ruimtelijke ordening een vergunningvereiste in het leven geroepen<br />
voor het afgraven/ophogen (0,5 m.) of verharden van voortuinen van gebouwen aan de<br />
Breitnerstraat.<br />
De gemeenteraad, als vaststeller van het bestemmingsplan, heeft in het belang van een<br />
goede ruimtelijke ordening reeds in 2009 positief geadviseerd omtrent de aanwijzing van<br />
het gebied tot beschermd stadsgezicht.<br />
Bij een beslissing omtrent het verlenen van een sloopvergunning krachtens deze<br />
regeling worden de belangen van het toekomstige beschermd stadsgezicht in de<br />
overwegingen betrokken. Hiertoe wordt advies gevraagd aan de Commissie voor<br />
Welstand en Monumenten totdat de formele aanwijzing een feit is en bekendgemaakt is.<br />
De Commissie betrekt in haar advies de belangen die ten grondslag liggen aan de<br />
gevraagde aanwijzing. Leidraad hierbij is dat "het aanzien en/of de karakteristiek van het<br />
toekomstige beschermde stadsgezicht niet in betekenende mate wordt geschaad". <strong>Het</strong><br />
standpunt van reclamant achten wij daarom niet houdbaar en moet daarom worden<br />
afgewezen.<br />
Conclusie<br />
Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.
51.10. Paragraaf 3.3. van de toelichting<br />
De toelichting op het bestemmingsplan (paragraaf 3.3) verwijst ten onrechte naar de<br />
Monumentenverordening Rotterdam 2003, omdat die verordening inmiddels is<br />
vervangen door de verordening van 2010.<br />
Reactie<br />
De constatering van reclamant is juist. De verwijzing Monumentenverordening<br />
Rotterdam 2003 in de toelichting is gewijzigd in Monumentenverordening Rotterdam<br />
2010. Dit heeft verder geen gevolgen voor de inhoud van de tekst.<br />
Conclusie<br />
Wij stellen u voor de zienswijze gegrond te verklaren en het ontwerpbestemmingsplan<br />
als volgt te wijzigen:<br />
Toelichting<br />
Par. 2.3.11. en par, 3.3.1.<br />
In beide paragrafen is de naam “Monumentenverordening Rotterdam 2003” vervangen<br />
door “Monumentenverordening Rotterdam 2010”.<br />
51.11. Redengeving status beschermd stadsgezicht<br />
Reclamant stelt dat - los van het feit dat de toelichting uitgaat van een niet bestaande<br />
aanwijzing tot beschermd stadsgezicht - uit de toelichting niet duidelijk wordt waarom het<br />
Perceel tot het beschermd stadsgezicht zou behoren: de specifieke waarden betreffen<br />
buiten het Perceel liggende groengebieden en onbekend blijft waarom het Perceel<br />
(wellicht in de toekomst) tot een beschermd stadsgezicht zou horen.<br />
Reactie<br />
Conform de reactie bij 51.8. is dit pand geen deel meer van het toekomstige beschermd<br />
stadsgezicht Mathenesserlaan - Heemraadssingel. Als gevolg hiervan is een inhoudelijke<br />
behandeling van de zienswijze dan ook niet meer van belang.<br />
Conclusie<br />
Wij stellen u voor de zienswijze verder buiten behandeling te laten.<br />
51.12. Pand Old Dutch heeft geen ensemble waarde<br />
Vanwege het ontbreken van enige "ensemblewaarde" wordt niet ingezien waarom het<br />
pand Old Dutch vanwege laagbouw bijzondere bescherming toe zou komen. Zoals uit de<br />
procedure tot aanwijzing van het pand Old Dutch blijkt, is het pand een solitair object in<br />
zijn omgeving, zodat geen sprake is van een bijzonder “ensemble”.<br />
Reactie<br />
Conform de reactie bij 51.8., is dit pand geen deel meer van het toekomstige beschermd<br />
stadsgezicht Mathenesserlaan - Heemraadssingel. Als gevolg hiervan is een inhoudelijke<br />
behandeling van de zienswijze dan ook niet meer van belang.<br />
Conclusie<br />
Wij stellen u voor de zienswijze verder buiten behandeling te laten.<br />
51.13. Toelichting par. 3.3. archeologie en cultuurhistorie<br />
Reclamant stelt dat ervan wordt uitgegaan dat het vergunningvereiste cultuurhistorie<br />
geen belemmering zal vormen voor een ophoging van het pand tot in elk geval het<br />
niveau (ter voorkoming van verdere wateroverlast) van de omgeving of andere voor de<br />
instandhouding van het pand Old Dutch noodzakelijke werkzaamheden niet in de weg<br />
staat.
Gemachtigde heeft bezwaar tegen de kostenverhogende werking van dit onderdeel van<br />
het Ontwerp en neemt aan dat de gemeente de eigenaar in voorkomend geval financieel<br />
tegemoet komt.<br />
Reactie<br />
<strong>Het</strong> betrekken van cultuurhistorie in de belangenafweging is een wettelijke verplichting.<br />
De voorschriften vormen in ieder geval geen belemmering voor het uitvoeren van<br />
normaal onderhoud gericht op de instandhouding van het bouwwerk.<br />
Niet kan worden ingezien op welke wijze het ter inzage gelegde bestemmingsplan<br />
kostenverhogend zou kunnen zijn voor reclamant. Bovendien zal de Rochussenstraat<br />
20, geen deel meer uit maken van de “Waarde Cultuurhistorie -1” (zie in dit verband<br />
conclusie 51.8).<br />
Conclusie<br />
Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.<br />
51.14. Belangenafweging<br />
Reclamant stelt dat als gevolg van de voorgestelde wijziging van de bestemming in het<br />
Ontwerp de eigenaar/exploitant onevenredig zwaar wordt getroffen in zijn mogelijkheden<br />
tot exploitatie van het perceel: parkeren op zijn eigen terrein wordt strijdig met het<br />
bestemmingsplan en de mogelijkheden van gebruik van het Perceel worden beperkt tot<br />
“Horeca” en “Tuin” (waardoor thans geoorloofde bewoning of gebruik voor galerie of<br />
andere kunst- of cultuuruiting strijd met het bestemmingsplan zouden opleveren).<br />
Reactie<br />
Wij achten de zienswijze gegrond. Voor het overige wordt verwezen naar conclusie 51.1.<br />
waarin de bestaande gebruiksmogelijkheden voor de begane grond zijn opgenomen en<br />
het wonen op de verdiepingen is bevestigd, evenals de mogelijkheid tot parkeren op<br />
eigen terrein.<br />
Conclusie<br />
Wij stellen u voor de zienswijze gegrond te verklaren en het ontwerpbestemmingsplan te<br />
wijzigen conform de conclusie bij 51.1.<br />
52. Reclamant 52<br />
52.1. Inspraak<br />
<strong>Het</strong> inspraaktraject m.b.t. het ontwerpbestemmingsplan voldoet niet aan de door de raad<br />
vastgestelde criteria en moet volgens reclamant daarom opnieuw worden doorlopen.<br />
Reactie<br />
Zie reactie nr. 1.1.<br />
Conclusie<br />
Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.<br />
52.2. Luchtkwaliteit<br />
Reclamant beschouwt de - naar zijn oordeel - summiere wijze waarop aandacht aan de<br />
luchtkwaliteit is geschonken als een ernstige omissie omdat het volgens hem van<br />
beduidende invloed kan zijn op de ontwikkelmogelijkheden van het gebied in de<br />
toekomst.<br />
Reactie<br />
Bestemmingsplannen die onderdeel zijn van een project dat is opgenomen in het<br />
Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) kunnen worden vastgesteld
zonder afzonderlijke toetsing aan de luchtkwaliteitsnormen. Dit is bij dit<br />
bestemmingsplan, “<strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong>”, het geval. Zelfs in het geval dat het bestemmingsplan<br />
niet onder het NSL zou vallen dan nog zou eveneens geen onderzoek nodig zijn, omdat<br />
bij de in het plan opgenomen ontwikkelingen sprake is van verdunning, zodat het plan<br />
niet voor een verhoging van de concentraties stikstofdioxide en fijnstof zal zorgen.<br />
Luchtkwaliteit is derhalve niet van invloed op de ontwikkelmogelijkheden die in dit<br />
ontwerpbestemmingsplan zijn opgenomen. Andere toekomstige ontwikkelmogelijkheden<br />
kunnen in dit kader niet aan de orde komen.<br />
Conclusie<br />
Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.<br />
53. WNH International BV<br />
53.1. Inspraak<br />
Reclamante is gebruiker van de West-Kruiskade 4 t/m 6 en de achterbouw<br />
achterlangs de West-Kruiskade 8 t/m 10 en heeft bezwaar tegen het feit dat over het<br />
ontwerp geen inspraak is verleend.<br />
Reactie<br />
Zie reactie nr. 1.1.<br />
Conclusie<br />
Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.<br />
53.2. Laan achter het park naast West-Kruiskade 10<br />
Reclamante vindt het onacceptabel dat bovengenoemde locatie verder bij het park wordt<br />
betrokken, omdat de goederenstroom van haar winkel op de West-Kruiskade 4 t/m 6, via<br />
dit pad loopt. Hierdoor zou volgens reclamante ook planschade ontstaan, welke zou<br />
worden geclaimd.<br />
Reactie<br />
De bestemming “Groen” is – in overeenstemming met het conserverende karakter van<br />
het ter inzage gelegde ontwerpbestemmingsplan - overgenomen vanuit het nog<br />
geldende bestemmingsplan. Een nadere beschouwing toont echter aan dat de<br />
zogenoemde Laan bestaat uit een aantal aangesloten erven, waarvan de eigenaren<br />
elkaar al langer dan een eeuw geleden recht van overpad hebben verleend.<br />
Deze aaneengesloten erven hebben zich in de loop der tijden ontwikkeld tot een<br />
afgescheiden ontsluitingsweg voor de aaneengesloten (meestens) verharde erven vanaf<br />
de West-Kruiskade, die niet toegankelijk is voor derden. Bij de ingang vanaf de West-<br />
Kruiskade is een hoge afsluitbare poort aangebracht.<br />
Dit plangedeelte grenst aan openbaar groen en verblijfsgebied. Gezien het vorenstaande<br />
achten wij voor het achterterrein van de Westersingel 1 t/m 21 de bestemming “Verkeer -<br />
Erf” meer toepasselijk.<br />
<strong>Het</strong>zelfde geldt voor het achterterrein van de huisnummers 22 t/m 26. Omtrent<br />
laatstgenoemde huisnummers is namelijk een zienswijze ingekomen onder nummer<br />
58.9. Gebleken is dat ook dit achterterrein het predicaat “Verkeer - Erf” verdient, omdat<br />
het feitelijke gebruik niet verschilt van de percelen genoemd onder nummer 1 t/m 21 en<br />
met deze percelen een aaneengesloten, niet afgescheiden, geheel vormen.<br />
Conclusie<br />
Wij stellen u voor de zienswijze gegrond te verklaren en de verbeelding behorende bij<br />
het ter inzage gelegde ontwerpbestemmingsplan als volgt te wijzigen:
Verbeelding:<br />
de bestemming van de bovenomschreven locatie (bestaande uit achtererven van de<br />
zogenoemde Laan) wordt gewijzigd van “Groen” in “Verkeer - Erf”: dit betreft de locatie<br />
achter de nummers 1 t/m 21, evenals de achtererven op de huisnummers 22 t/m 26;<br />
de functieaanduiding pg (parkeergarage) wordt verwijderd.<br />
Regels<br />
Artikel 17 (“Groen”) lid 1, sub c: het adres Westersingel 12 wordt uit deze regel<br />
verwijderd. Dit artikel wordt vernummerd n.a.v. toevoeging van twee nieuwe<br />
bestemmingen Gemengd - 9 en Gemengd - 10. Dit laatste betreft een ambtelijke<br />
wijziging.<br />
53.3. Bestemming Detailhandel-1<br />
Volgens reclamante is zichtbaar dat geheel ten onrechte niet alle panden West-<br />
Kruiskade 4 t/m 10 zijn opgenomen binnen de bestemming “Detailhandel-1”. Gevraagd<br />
wordt dit te corrigeren.<br />
Reactie<br />
De constatering van reclamante is onjuist: alle panden aan de West-Kruiskade nr. 4 t/m<br />
10 vallen binnen bestemming “Detailhandel -1” (DH-1).<br />
Conclusie<br />
Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.<br />
54. Reclamant 54<br />
54.1. Pand Westersingel 6: inspraak<br />
Reclamant is het niet mee eens dat hij als eigenaar niet is gehoord en er ook geen<br />
inspraakmogelijkheid is geweest m.b.t. het ontwerpbestemmingsplan.<br />
Reactie<br />
Zie reactie bij 1.1.<br />
Conclusie<br />
Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.<br />
54.2. Pand Westersingel 6: toevoegen functie wonen<br />
Geconstateerd wordt dat in de tekeningen behorend bij dit bestemmingsplan zichtbaar is<br />
dat Westersingel 6 bestemming K-1 heeft. Gevraagd wordt om in het licht van<br />
Stadsvisie Rotterdam: Ruimtelijke ontwikkelingsstrategie 2030, volgens welke de<br />
gemeente functiemenging wenst te bevorderen, de bestemming K-1 te wijzigen in een<br />
gemengde bestemming, die het gebruik mogelijk maakt van de functie wonen.<br />
Reactie<br />
Vanwege het conserverende karakter van het vast te stellen bestemmingsplan is de<br />
mogelijkheid woningen in dit pand te creëren milieutechnisch niet onderzocht. Een<br />
wijziging in wonen is daarom dan ook niet mogelijk.<br />
Conclusie<br />
Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.<br />
54.3. Pand Westersingel 6: toevoegen niet-wonenfuncties<br />
Geconstateerd wordt dat in de tekeningen behorend bij dit bestemmingsplan zichtbaar is<br />
dat Westersingel 6 bestemming K-1 heeft. Gevraagd wordt om in het licht van
Stadsvisie Rotterdam: Ruimtelijke ontwikkelingsstrategie 2030, volgens welke de<br />
gemeente functiemenging wenst te bevorderen, de bestemming K-1 te wijzigen in een<br />
gemengde bestemming. Deze flexibiliteit is nodig om kort durende huur op te vangen en<br />
leegstand te voorkomen.<br />
Reactie<br />
<strong>Het</strong> is juist dat Stadsvisie functiemenging wil bevorderen in de wijken rondom het<br />
centrum.<br />
Dit beleid beoogt echter niet uitsluitend een instrument te zijn om leegstand tegen te<br />
gaan of om kort durende huur op te vangen. De bestemming kantoor is overgenomen uit<br />
het geldende<br />
bestemmingsplan. Vanwege de conserverende aard van het bestemmingsplan is ook<br />
geen onderzoek gedaan naar andere mogelijke bestemmingen.<br />
Conclusie<br />
Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.<br />
55. Reclamant 55<br />
55.1. Westersingel 28 a en b<br />
In het nieuwe conceptbestemmingsplan heeft de begane grond de bestemming<br />
“Detailhandel-2”, waarmee, volgens reclamante, horeca in principe mogelijk kan<br />
worden gemaakt. Zij maakt als mede-eigenaar van het pand bezwaar tegen deze<br />
bestemming vanwege negatieve ervaringen uit het verleden met het voormalige café<br />
de Consul. Zij als bovenbewoner evenals de buurtbewoners hadden buitengewoon<br />
veel overlast van de inrichting. Voorgesteld wordt het pand te bestemmen als GD-<br />
1, zodat de begane grond verschillende (plint)functies krijgt.<br />
Reactie<br />
De constatering van reclamante is onjuist. De op dit adres gevestigde bestemming staat<br />
de functie horeca niet toe.<br />
Conclusie<br />
Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.<br />
55,2. Westersingel 27<br />
Reclamante heeft bezwaar tegen de bestemming “Groen” achter Westersingel 27.<br />
Hier moet volgens haar de bestemming “Tuin” worden ingevuld: het huidige<br />
gebruik van deze ruimte. Op goede gronden heeft volgens haar de gemeente<br />
indertijd afgezien van een doorsteek. De veiligheidssituatie is niet verbeterd. In het<br />
beschermde stadsgezicht Waterproject worden (historische) panden met hun<br />
achtertuinen extra beschermd. Intussen is volgens reclamante op de kavel<br />
Westersingel 27 een goed in het historische singelprofiel passende, nieuwe<br />
invulling verrezen. Achter het pand ligt een tuin, grenzend aan het wijkpark. Deze<br />
tuin is voorzien van een omheining en is niet toegankelijk vanuit het park; de tuin<br />
wordt gebruikt door de jongeren/studenten die in het pand wonen. De tuin is in het<br />
conceptbestemmingsplan groen gekleurd en lijkt volgens reclamante bij het<br />
wijkpark te zijn getrokken.<br />
Reactie<br />
De bestemming “Groen” komt voort uit het geldende bestemmingsplan. Op grond van<br />
het huidige gebruik van de grond (tuin bij woonfunctie), achten wij de bestemming “Tuin”<br />
in dit geval de juiste.
Conclusie<br />
Wij stellen u voor de zienswijze gegrond te verklaren en het ter inzage gelegde<br />
bestemmingsplan als volgt te wijzigen:<br />
de bestemming “Groen” ter hoogte van de Westersingel 27 wordt op de verbeelding<br />
gewijzigd in de bestemming “Tuin”.<br />
56. Reclamant 56<br />
56.1. Parkeergarage Drievriendenstraat (pag. 98 plantoelichting)<br />
<strong>Het</strong> toestaan van een parkeergarage op deze locatie is volgens reclamant onwenselijk,<br />
omdat er in het gebied reeds voldoende parkeercapaciteit aanwezig is, die niet eens<br />
volledig wordt benut. Bij de bewoners bestaat volgens reclamant ook nauwelijks animo<br />
de inpandige parkeergarages te gebruiken.<br />
Voor bezoekers van de wijk of het centrum is volgens reclamant reeds voldoende<br />
parkeergelegenheid, zoals in de straten, de parkeergarage van het<br />
Groothandelsgebouw, de Schouwburgpleingarage en binnen afzienbare tijd ook de<br />
Kruispleingarage én de garage van het nieuwe gebouw First Rotterdam.<br />
Reactie<br />
De bouwmogelijkheid voor een parkeergarage op die locatie is afkomstig uit het nu nog<br />
geldende bestemmingsplan. Van gemeentewege bestaan momenteel geen plannen om<br />
garages de komende jaren te bouwen, bovendien ontbreken de financiële middelen<br />
hiervoor. Initiatieven van derden, zijn nu niet bekend, echter wellicht in de toekomst.<br />
Mogelijke bouwinitiatieven zullen hun eigen parkeerbehoefte moeten oplossen, niet<br />
zijnde langs de openbare weg. Deze parkeerbehoefte wordt berekend aan de hand van<br />
de Rotterdamse parkeernomen, opgenomen in de bouwverordening. Een dergelijke<br />
nieuwe parkeervoorziening betreft nadrukkelijk geen openbare bezoekersgarage.<br />
Conclusie<br />
Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.<br />
56.2. Luchtkwaliteit en leefbaarheid<br />
Reclamant maakt zich ook zorgen om de luchtkwaliteit en leefbaarheid als gevolg van de<br />
mogelijke bouw van de parkeergarage. Reclamant is bezorgd over de<br />
verkeersveiligheid van jonge bezoekers aan de Speeltuin Weena, door toename<br />
verkeersdruk in de Drievriendenstraat e.o. Meer verkeer zal volgens reclamant ook<br />
leiden tot een verslechtering van de luchtkwaliteit in al deze straten. Hij verwacht als<br />
bewoner hiervan hinder te ondervinden aangezien de balkons zich boven deze straten<br />
bevinden.<br />
Reactie<br />
Een eventuele parkeergarage zal op deze locatie, op een binnenterrein onder de<br />
bestemming “Tuin”, slechts van beperkte omvang kunnen zijn. Bovendien zal het geen<br />
openbare bezoekersgarage betreffen. Dit zal niet of nauwelijks tot extra<br />
verkeersbewegingen leiden. Er kan daarom geen sprake zijn van een significante<br />
verslechtering van de verkeersveiligheid dan wel van de luchtkwaliteit.<br />
Conclusie<br />
Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.<br />
57. Woonstad Rotterdam<br />
Reclamante stelt de volgende wijzigingen voor die volgens haar ten onrechte dreigen te<br />
worden wegbestemd.
57.1. Adrianastraat 215<br />
<strong>Het</strong> pand wordt bestemd als “Wonen”, terwijl het bedrijfsruimte is. Graag omzetten naar<br />
GD-1.<br />
Reactie<br />
<strong>Het</strong> opnemen van die wijzigingsbevoegdheid werd nodig geacht omdat de financiële<br />
dekking van de nieuwbouw nog niet zeker was. Inmiddels is die zekerheid wel<br />
verkregen, zodat het gebied thans direct kan worden bestemd als “Woongebied”. <strong>Het</strong><br />
opnemen van de voorgestelde bestemming GD-1 zou een belemmering kunnen vormen<br />
voor de uitvoering van dit plangedeelte. Om deze reden vinden wij de bestemming GD-1<br />
hier ongewenst. <strong>Het</strong> gebied is ambtshalve, thans bestemd als “Woongebied – 2”.<br />
Conclusie<br />
Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.<br />
57.2. Gebruik Van Speykstraat 67-97<br />
Betreffende panden zijn niet in overeenstemming met het huidige gebruik bestemd. De<br />
achterbouw van de bedrijfsruimte (niet van Woonstad) loopt verder het binnenterrein in<br />
dan de kaart aangeeft. De locatie krijgt nu bestemming V-E, maar dit moet volgens<br />
reclamante GD-2 worden.<br />
Reactie<br />
<strong>Het</strong> ter inzage gelegde conserverende ontwerpbestemmingsplan “<strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong>” heeft<br />
het nog geldende bestemmingsplan “<strong>Het</strong> <strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong>” als uitgangspunt.<br />
<strong>Het</strong> aangetroffen feitelijk gebruik wordt niet zonder meer in het nieuwe bestemmingsplan<br />
overgenomen. Overigens mag ingevolge het overgangsrecht in het Besluit ruimtelijke<br />
ordening (Bro), enerzijds het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het<br />
tijdstip van inwerkingtreding van dit nieuwe bestemmingsplan “<strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong>” en hiermee<br />
in strijd is, worden voortgezet. Anderzijds is het verboden het met dit nieuwe<br />
bestemmingsplan strijdige gebruik te veranderen of te laten veranderen in een ander met<br />
dit nieuwe bestemmingsplan strijdige gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking<br />
naar aard en omvang wordt verkleind.<br />
Indien echter het gebruik na het tijdstip van inwerkingtreding van het nieuwe<br />
bestemmingsplan “<strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong>” voor een periode langer dan een jaar wordt<br />
onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten. Bij dit<br />
alles moet men zich ervan bewust blijven dat het overgangsrecht niet van toepassing is<br />
op gebruik dat al in strijd was met het thans nog geldende bestemmingsplan “<strong>Het</strong> <strong>Oude</strong><br />
<strong>Westen</strong>”, inclusief de daarin opgenomen overgangsbepalingen. <strong>Het</strong> zonder meer<br />
opnemen in het nieuwe bestemmingsplan van allerlei bouwsels op binnenterreinen<br />
achten wij in strijd met het gemeentelijk beleid dat erop gericht is binnenterreinen zo<br />
transparant mogelijk te houden en te voorkomen dat deze binnenterreinen worden<br />
verdicht met allerlei bouwsels.<br />
Conclusie<br />
Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.<br />
57.3. Woningen Van Speykstraat 67-97<br />
Van het deel van het blok dat geheel bestaat uit woningen, dient de bestemming achter<br />
de woningen niet “Verkeer - Erf”, maar “Tuin” te zijn.<br />
Reactie<br />
In het ter inzage gelegde ontwerpbestemmingsplan is slechts ter plaatse van de panden<br />
Van Speykstraat 87-97 (GD-3) het binnenterrein bestemd als “Verkeer - Erf”. Op de<br />
begane grond van de bestemming GD-3, zijn niet uitsluitend woningen toegestaan,<br />
waardoor de bestemming “Verkeer-Erf” een goede en praktische is. De overige
genoemde adressen hebben de bestemming “Wonen”, en de hierachter gelegen ruimte<br />
de bestemming “Tuin”.<br />
Conclusie<br />
Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.<br />
57.4. Van Speykstraat 119-129<br />
In bedoelde panden zijn nu bedrijven aanwezig in de plint. De achterbouw daarvan loopt<br />
verder dan de kaart aangeeft het binnenterrein in. Dit krijgt nu de bestemming “Verkeer -<br />
Erf”, moet volgens reclamante GD-2 worden.<br />
Reactie<br />
Onder verwijzing naar reactie 57.2. achten wij geen grond aanwezig om van de<br />
bestemming in het ter inzage gelegde ontwerp af te wijken.<br />
Conclusie<br />
Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.<br />
57.5. Schietbaanstraat 1-6<br />
De achterbouw van deze panden loopt verder dan de kaart aangeeft het binnenterrein in.<br />
Dit krijgt nu bestemming “Verkeer-Erf”, moet volgens reclamante GD-2 worden.<br />
Reactie<br />
In het vigerend bestemmingsplan is voor Schietbaanstraat ter hoogte van de<br />
huisnummers 3 t/m 15 oneven een diepte aangehouden van 15 meter, waarachter<br />
sprake is van de bestemming “Verkeer – Erf”. Onder verwijzing naar het vorenstaande<br />
en naar reactie 57.2. achten wij geen grond aanwezig om van de bestemming in het ter<br />
inzage gelegde ontwerp af te wijken.<br />
Conclusie<br />
Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.<br />
57.6. Belhuis Adrianastraat 6<br />
Op genoemd adres is de vestiging van een belhuis opgeheven en is volgens reclamante<br />
thans sprake van een wasserette.<br />
Reactie<br />
Van gemeentewege is vastgesteld dat ter plaatse inderdaad geen belhuis meer<br />
aanwezig is, zodat het opnemen van de aanduiding en overgangsrecht in het<br />
bestemmingsplan ook niet is vereist.<br />
Conclusie<br />
Wij stellen u voor de zienswijze gegrond te verklaren en de toelichting, regels en<br />
verbeelding als volgt aan te passen:<br />
1. toelichting: in paragraaf 4.6.8. wordt het adres Adrianastraat 6, uit de tekst verwijderd.<br />
2. regels: in artikel 10.1., sub j, wordt het adres Adrianastraat 6, verwijderd.<br />
3. verbeelding: de functieaanduiding belhuis ter plaatse van Adrianastraat 6, verwijderd.<br />
57.7. Ingang parkeergarage Toni Koopmanplein<br />
Reclamante stelt dat de ingang van de parkeergarage aan het Toni Koopmanplein<br />
abusievelijk is bestemd als wonen.<br />
Reactie<br />
In de bestemming Wonen zijn naast woningen, ook de daarbij behorende voorzieningen<br />
toegestaan, zodat – zoals hier - de toegang tot een parkeergarage passend is in die<br />
bestemming.
Conclusie<br />
Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.<br />
57.8. Horeca Van Speykstraat 190-194<br />
In de plint van genoemd pand (plint onder het blauwe torentje) zit nu horeca. Reclamante<br />
vindt dat niet terug in het ontwerpbestemmingsplan en stelt voor dit aan te passen.<br />
Reactie<br />
Reclamante constateert kennelijk abusievelijk dat het pand geen functieaanduiding<br />
horeca heeft; dit is namelijk wel het geval. Ook in de regels is bij “Detailhandel – 2”<br />
aangegeven dat op het adres Van Speykstraat 190 op de begane grond horeca is<br />
toegestaan.<br />
Conclusie<br />
Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.<br />
57.9. Horeca Nieuwe Binnenweg 125H<br />
Reclamante geeft aan dat in genoemd pand nu horeca aanwezig is, maar vindt dit niet<br />
terug in het bestemmingsplan. Reclamante stelt voor dit aan te passen.<br />
Reactie<br />
Op de verbeelding is door middel van een functieaanduiding wel aangegeven dat op<br />
genoemd adres horeca aanwezig is. Reclamante constateert terecht dat het genoemd<br />
adres abusievelijk niet vermeld is in lid 1 van artikel 8 (“Detailhandel – 2”).<br />
Conclusie<br />
Wij stellen u voor de zienswijze gegrond te verklaren en het adres “Nieuwe Binnenweg<br />
125H” toe te voegen aan de opsomming horecabedrijven binnen de bestemming<br />
“Detailhandel -2”, artikel 8.1, sub d, van de regels die horen bij dit bestemmingsplan.<br />
58. J. ten Cate, gemachtigde van VvE Laan West-Kruiskade<br />
58.1. Inspraak<br />
Reclamante geeft aan dat de VvE niet betrokken is geweest bij de inspraak ten tijde van<br />
de masterplanfase van dit bestemmingsplan. Zij kwalificeert dit als een procedureel<br />
gebrek en beroept zich hierop uitdrukkelijk.<br />
Reactie<br />
De masterplanfase is bedoeld om een informatie te verzamelen ten behoeve van de vast<br />
te stellen randvoorwaarden waaraan het toekomstige bestemmingsplan zal moeten<br />
voldoen. Gezien de unieke rechtsverhoudingen binnen dit gebied had raadpleging van<br />
de VvE hanteerbare informatie kunnen opleveren.<br />
Overigens is het niet zo dat de gemeente telkens wanneer een masterplan in de maak is<br />
gaat selecteren op belangenorganisaties die vooraf moeten worden geraadpleegd en die<br />
niet hoeven te worden geraadpleegd. Onder verwijzing naar hetgeen is opgenomen<br />
onder reactie 1.1. zijn wij van mening dat er in de masterplanfase voldoende<br />
mogelijkheden tot beïnvloeding aanwezig zijn geweest. Van een procedureel gebrek is in<br />
tegenstelling tot wat reclamante meent, absoluut geen sprake.<br />
Conclusie<br />
Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.
58.2. Beperking functionaliteit Laan West-Kruiskade en de daarbij betrokken belangen<br />
Reclamante stelt dat de eigenaren/gebruikers/privébewoners van West-Kruiskade<br />
4 t/m 10 en Westersingel 6 t/m 26 in sterke mate bijdragen aan de door de gemeente<br />
beschreven profilering van de wijk. Een wezenlijke beperking van de functionaliteit en<br />
het gebruiksgenot van deze percelen verdraagt zich volgens reclamante volstrekt<br />
niet met de belangen die de gemeente volgens het ontwerpbestemmingsplan<br />
nastreeft. Een rechtvaardigingsgrond om in te grijpen in de belangen van de eigenaren<br />
is volgens reclamante niet duidelijk, althans niet beargumenteerd.<br />
Reactie<br />
Zie reactie 53.2.<br />
Conclusie<br />
Wij stellen u voor de zienswijze gegrond te verklaren en het ter inzage gelegde<br />
ontwerpbestemmingsplan te wijzigen conform de conclusie bij zienswijze 53.2.<br />
58.3. Zomaar aanwijzen bouwvlekken in achtertuin<br />
Reclamante overlegt een brief van de dienst Stedenbouw, waaruit blijkt dat was<br />
toegezegd dat de achtertuinen in het bestemmingsplan niet als bouwlocatie<br />
zouden worden opgenomen. Aan het privé eigendom van de laan kan volgens<br />
reclamante echter niet getornd worden.<br />
Reactie<br />
Zie reactie bij zienswijze 53.2.<br />
Conclusie<br />
Wij stellen u voor de zienswijze gegrond te verklaren en het ter inzage gelegde<br />
ontwerpbestemmingsplan te wijzigen conform de conclusie bij zienswijze 53.2.<br />
58.4 Laan van Eigenaren<br />
Achter de panden West-Kruiskade 4 t/m 10 en Westersingel 6 t/m 26 loopt volgens<br />
reclamante een historische laan die diende (en dient) als ontsluiting van panden aan<br />
de Westersingel en West-Kruiskade. Reclamante maakt bezwaar tegen opheffen van<br />
de laan en tegen het (kennelijk) bij het park betrekken van delen van achtertuinen<br />
omdat eigenaren hierdoor ernstig worden geschaad in hun rechten en rechtmatige<br />
belangen.<br />
Reactie<br />
Zie reactie 53.2.<br />
Conclusie<br />
Wij stellen u voor de zienswijze gegrond te verklaren en het ter inzage gelegde<br />
ontwerpbestemmingsplan te wijzigen conform de conclusie bij zienswijze 53.2.<br />
58.5. Westersingel 8<br />
De tuin achter dit pand die nu als erf is bestemd moet bij voorkeur ook als “Tuin”<br />
worden bestemd omdat een andere functie volgens reclamante geen redelijk doel<br />
dient.<br />
Reactie<br />
De bestemming “Verkeer - Erf”, evenals de mogelijkheid op dit adres een detailhandel te<br />
vestigen zijn beide overgenomen uit het geldende bestemmingsplan en in<br />
overeenstemming met het conserverende karakter van het ter inzage gelegde<br />
ontwerpbestemmingsplan.
<strong>Het</strong> gebruik hangt ook samen met het gebruik van de achtererven Westersingel 1 t/m 26.<br />
Er is geen reden hiervan af te wijken.<br />
Conclusie<br />
Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.<br />
58.6. Westersingel 12 t/m 16<br />
Een deel van de het achtergebied van Westersingel 12 t/m 16, grenzend aan de<br />
Laan-West-Kruiskade heeft de bestemming ‘Tuin”, maar een derde deel daarvan is in<br />
het conceptbestemmingsplan tot “Groen” bestemd en lijkt volgens reclamante bij het<br />
park (te worden) getrokken. In werkelijkheid is volgens reclamante achter en<br />
behorende bij de Westersingel 12 een parkeerterrein aangelegd.<br />
Reactie<br />
De functieaanduiding parkeergarage (pg) en de bestemming “Groen”, waren in het<br />
geldende bestemmingsplan ook als zodanig opgenomen. Gezien de reeds lang<br />
bestaande situatie, waarbij de locatie ook wordt gebruikt voor parkeren, achten wij de<br />
bestemming “Verkeer - Erf” meer toepasselijk. Binnen bestemming “Verkeer - Erf” is<br />
tevens een gebruik als tuin toegestaan. Voor het overige wordt verwezen naar de reactie<br />
onder 53.2.<br />
Conclusie<br />
Wij stellen u voor de zienswijze gegrond te verklaren en het ter inzage gelegde<br />
ontwerpbestemmingsplan te wijzigen conform de conclusie bij zienswijze 53.2.<br />
58.7. Westersingel 14, 15 en 16<br />
Achter Westersingel 14, 15 en 16 is een deel van de voormalige tuinen bestraat<br />
t.b.v. parkeren. In het vigerende bestemmingsplan staat een aanduiding `P' met<br />
een kruis ter grootte van het nu `groen' ingekleurde deel achter Westersingel 12 t/m<br />
16. Reclamante heeft bezwaar hiertegen. De bestemming “Groen” moet volgens haar<br />
gewijzigd worden in erf.<br />
Reactie<br />
De Parkeergarage met functieaanduiding in “Groen”, was in het geldende<br />
bestemmingsplan ook als groen(aanleg) bestemd. Gezien het feit dat dit gebied reeds<br />
tientallen jaren voor parkeren wordt gebruikt, wordt voorgesteld om het gebied als<br />
“Verkeer - Erf” te bestemmen zodat dit aansluit bij het Laantje. Binnen de bestemming<br />
“Verkeer - Erf” is tevens een gebruik als tuin toegestaan.<br />
Conclusie<br />
Wij stellen u voor de zienswijze gegrond te verklaren en het ter inzage gelegde<br />
ontwerpbestemmingsplan te wijzigen conform de conclusie bij zienswijze 53.2.<br />
58.8. Westersingel 18, 19 en 20<br />
Westersingel 18-19-20, heeft de bestemming K-1, wat betekent dat voor het geheel<br />
volbouwen van dit perceel geen vrijstelling van het nieuwe bestemmingsplan meer<br />
nodig is. Bij alle andere kavels langs de singel is de status quo van bebouwd en<br />
onbebouwd grondvlak benoemd, alleen bij dit perceel niet. Reclamante heeft<br />
bezwaar tegen de bestemming K-1, waardoor hier een gigantisch bouwvlek<br />
ontstaat. Reclamante vindt dat moet worden aangegeven welke delen bebouwd en welke<br />
niet bebouwd zijn.<br />
Reactie<br />
Deze bebouwingsmogelijkheid komt voort uit het geldende bestemmingsplan. Omdat het<br />
hier om gemeentelijk bezit gaat, waarvoor ook geen uitbreidingsplannen aan de orde
zijn, kan de bestemming kantoor in het nieuwe bestemmingsplan beperkt worden tot de<br />
bestaande bebouwing. De achterliggende gebieden zullen conform huidig gebruik<br />
bestemming “Verkeer - Erf” krijgen.<br />
Conclusie<br />
Wij stellen u voor de zienswijze gegrond te verklaren en de verbeelding behorende bij dit<br />
ontwerpbestemmingsplan als volgt te wijzigen:<br />
a. de bestaande bebouwing aan de Westersingel 18, 19 en 20 wordt opgenomen in<br />
een bebouwingsvlak en bestemd als kantoor-1;<br />
b. het overige achterterrein wordt bestemd als “Verkeer - Erf” conform de conclusie<br />
bij 53.2.<br />
58.9. Westersingel 21 t/m 26<br />
Westersingel 21 t/m 26. Ook hier is een deel van de bestemming “Tuin” wegbestemd<br />
naar “Groen”. In de huidige situatie wordt een klein deel van de tuinen benut voor het<br />
parkeren door de bewoners.<br />
Reactie<br />
Zie reactie bij 53.2.<br />
Conclusie<br />
Wij stellen u voor de zienswijze gegrond te verklaren en het ter inzage gelegde<br />
ontwerpbestemmingsplan te wijzigen conform de conclusie bij 53.2.<br />
58.10. Westersingel 22, specifiek volgens nadere toelichting reclamante<br />
Reclamante wijst erop dat in het geldende bestemmingsplan de bestemming is: BD-1,<br />
maar dat in het ontwerp geldt: M1.<br />
Reclamant heeft hier bezwaar tegen omdat het pand feitelijk zou zijn ingericht als<br />
woon/werkpand met een zelfstandige werkruimte op de eerste en tweede verdieping,<br />
waartussen een vide). Daarnaast zou op de tweede en derde verdieping een<br />
zelfstandige bovenwoning van 180 m 2 aanwezig zijn. Verwezen wordt naar<br />
bouwvergunningen die hiervoor zijn verleend in 1989. Voor een overzicht van de actuele<br />
en feitelijke indeling van het pand Westersingel 22 verwijst reclamant naar bijgevoegde<br />
zes tekeningen.<br />
Gevraagd wordt dit pand te bestemmen conform het vorenstaande. Volgens reclamant<br />
benadert de feitelijke bestemming de ontworpen bestemming GD-2 (art. 10) het dichtst.<br />
Reactie<br />
De bestemming M-1 correspondeert niet met de reeds vergunde situatie. Daarom stellen<br />
wij u voor om de huidige bestemming M-1 te wijzigen in “Kantoor - 2”, waarbij in dit<br />
specifieke geval op de eerste verdieping een gebruik als kantoor is toegestaan. Dit is<br />
tevens de bij bouwvergunning vergunde situatie.<br />
Voorts kan in het belang van de flexibiliteit de functie praktijkruimten (uitsluitend op de<br />
begane grond) worden toegevoegd aan de regels. <strong>Het</strong> geldende bestemmingsplan laat<br />
dit ook toe.<br />
Conclusie<br />
Wij stellen u voor de zienswijze gegrond te verklaren en het ter inzage gelegde<br />
bestemmingsplan als volgt te wijzigen:<br />
de bestemming M-1 (“Maatschappelijk-1”) op de verbeelding, ter hoogte van de locatie<br />
Westersingel 22, wordt gewijzigd in K-2 (“Kantoor - 2”);<br />
er wordt een nieuw sublid b en een nieuw sublid d toegevoegd aan artikel 21.1<br />
(bestemming “Kantoor - 2”), waarna de overige artikelleden worden herschikt, waardoor<br />
dit artikellid komt te luiden:
21.1 Bestemmingsomschrijving<br />
De voor "Kantoor - 2" aangewezen gronden zijn bestemd voor:<br />
a. kantoren uitsluitend op de begane grond;<br />
b. praktijkruimten uitsluitend op de begane grond;<br />
c. woningen uitsluitend op de verdiepingen;<br />
d. uitsluitend ter plaatse van de Westersingel 22, is tevens op de eerste verdieping een<br />
kantoor toegestaan;<br />
e. gebouwde en ongebouwde parkeervoorzieningen, al dan niet geheel of ten dele<br />
ondergronds;<br />
f. voorzieningen behorend bij bovengenoemde functies, zoals tuinen, groen,<br />
ontsluitingswegen en -paden;<br />
g. "Waarde - Archeologie - 3" en "Waarde - Cultuurhistorie - 1", voor zover de gronden<br />
mede als zodanig zijn bestemd.<br />
58.11. Westersingel 27<br />
Reclamante heeft bezwaar tegen het wijzigen van de bestemming ‘Tuin” in “Groen”. Zij<br />
verwijst daarbij naar de geschiedenis van het pand.<br />
Reactie<br />
Zie reactie bij zienswijze 55.2.<br />
Conclusie<br />
Wij stellen u voor de zienswijze gegrond te verklaren en het ter inzage gelegde<br />
ontwerpbestemmingsplan te wijzigen conform de conclusie bij zienswijze 55.2.<br />
59. Bewonersvereniging 2EMW<br />
59.1. Wonen in het 2EMW-gebied bevorderen<br />
<strong>Het</strong> wonen in het 2EMW-gebied met zijn negentiende-eeuwse panden en bijbehorende tuinen<br />
zou volgens reclamante voor B en W toch niet ter discussie dienen te staan, gezien het<br />
actuele beleid om de midden en hogere inkomensgroepen te binden aan de stad. <strong>Het</strong> heeft<br />
de voorkeur van reclamante dat het bestemmingsplan zodanig wordt aangepast dat het<br />
bestemmingsplan het wonen aan de singel bevordert. Bijvoorbeeld meer mogelijkheden van<br />
gemengde bestemming waarbij op de verdiepingen boven de begane grond in<br />
woonbestemming blijft of wordt voorzien.<br />
Reactie<br />
<strong>Het</strong> wonen in dit gebied staat in tegenstelling tot wat reclamante meent niet ter discussie.<br />
<strong>Het</strong> ter inzage gelegde bestemmingsplan is conserverend van aard en legt als zodanig<br />
de rechtens bestaande situatie vast.<br />
De functie wonen, kan niet eerder aan een gebouw worden toegevoegd, dan nadat de<br />
krachtens de milieuwetgeving vereiste onderzoeken met gunstig resultaat zijn<br />
uitgevoerd. <strong>Het</strong> bestemmingsplan heeft derhalve niet de bedoeling het wonen in dit<br />
gebied tegen te gaan. Bestaande mogelijkheden worden zo veel mogelijk gehandhaafd.<br />
Conclusie<br />
Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.<br />
59.2 Behoud achtertuinen omgeving Westersingel 43 t/m 47 en richting Nieuwe<br />
Binnenweg 46)<br />
<strong>Het</strong> is volgens reclamante zorgelijk te merken dat het grote groengebied achter de panden<br />
(ongeveer) Westersingel 43 t/m 47 en richting Nieuwe Binnenweg is bestemd tot erf, hetgeen<br />
niet meer strookt met de cultuurhistorische uitgangspunten voor de singel en het beschermd<br />
stadsgezicht. Door de bestemming erf kunnen volgens reclamante de tuinen worden<br />
opgedoekt: de bomen gekapt en de zaak verhard. Via een doorgang naast voormalig
pianohandel van Urk Westersingel 42 kunnen volgens reclamante auto's nu dit binnenterrein<br />
bereiken en is een deel al verhard. Achter Van Urk is in het verleden al uitgebouwd. <strong>Het</strong> zou<br />
volgens reclamante bijzonder jammer zijn als dit kostelijke groengebied verder verschraalt tot<br />
parkeerterrein.<br />
Door de bestemming “Tuin” eraan te geven, kan de toekomst van deze groene enclave<br />
worden verzekerd.<br />
Reactie<br />
Deze bestemming komt voort uit het geldende bestemmingsplan. <strong>Het</strong> gebruik van deze<br />
terreinen voor parkeren is daarin al toegestaan.<br />
Conclusie<br />
Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.<br />
59.3. De Laan West-Kruiskade<br />
Huidig gebruik: particuliere historische laan achter de panden West-Kruiskade —<br />
Westersingel, met ontsluiting voor autoverkeer/fietsers/wandelaars. Deze laan lijkt<br />
wegbestemd op de nieuwe verbeelding. Reclamante heeft bezwaar tegen opheffing<br />
historische laan en opheffing huidig gebruik van de laan.<br />
Reactie<br />
Zie reactie bij zienswijze 53.2.<br />
Conclusie<br />
Wij stellen u voor de zienswijze gegrond te verklaren en het ter inzage gelegde<br />
ontwerpbestemmingsplan te wijzigen conform de conclusie bij zienswijze 53.2.<br />
59.4 Westersingel 4<br />
Huidig gebruik is horeca; bestemming: “Detailhandel 2”.<br />
Als uitzondering mag er hier ook op de eerste verdieping horeca zijn. De bovenlagen hebben<br />
echter bestemming wonen. Volgens reclamante wordt het hele pand voor<br />
horecadoeleinden gebruikt en onttrokken aan de woonbestemming.<br />
Reactie<br />
De constatering van reclamante is feitelijk juist en legaal, zodat het<br />
ontwerpbestemmingsplan hiermee in overeenstemming moet worden gebracht.<br />
Conclusie<br />
Wij stellen u voor de zienswijze gegrond te verklaren en de regels behorende bij het ter<br />
inzage gelegde ontwerpbestemmingsplan als volgt te wijzigen: artikel 8, lid 1, sub, e<br />
wordt gewijzigd, zodat het als volgt komt te luiden: “uitsluitend op het volgende adres is<br />
(ter plaatse van de functieaanduiding "horeca") op alle verdiepingen tevens horeca<br />
toegestaan: Westersingel 4.<br />
59.5 Westersingel 5<br />
Huidig gebruik: in strijd met het vigerend bestemmingsplan: <strong>Het</strong> pand wordt helemaal voor<br />
opslag gebruikt voor een nabijgelegen restaurant. Er is een aparte opgang voor het<br />
bovenhuis. Bestemming: “Detailhandel 2”. De bovenverdiepingen zijn bestemd voor wonen.<br />
Reclamant stelt keuze uit de volgende bestemmingen voor: “Gemengd” 1 t/m 3 of 5. Hier was<br />
eertijds de modeacademie gevestigd. Meer horeca hier is niet wenselijk.<br />
Reactie<br />
De bestemming is evenals bij het naastgelegen pand, “Detailhandel-2”, hetgeen<br />
overeenkomt met het nog geldende bestemmingsplan. Wij zien geen grond te kiezen<br />
tussen de bestemmingen “Gemengd” 1 t/m of 5.
Conclusie<br />
Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.<br />
59.6 Westersingel 7a en b<br />
Huidig gebruik: begane grond en appartementen op 3 lagen, incl. zolder (bovenhuis). Huidig<br />
gebruik begane grond en eerste verdieping strookt niet met bestemmingsplan. Maar voor<br />
dit gebruik is een tijdelijke vrijstelling gegeven. Bestemming: “Kantoor – 2”. Reclamante stelt<br />
voor om na verhuizing Pauluskerk: “Kantoor – 2” te handhaven of een gemengde bestemming<br />
op te nemen.<br />
Reactie<br />
De bestemming is reeds Kantoor en blijft Kantoor, in casu de bestemming “Kantoor – 2”.<br />
De tijdelijke vrijstelling doet geen afbreuk aan deze bestemming.<br />
Conclusie<br />
Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.<br />
59.7 Westersingel 8<br />
Huidig gebruik: benedenhuis was kantoor/winkel, bovenhuis appartementen.<br />
Bestemming: “Detailhandel 2”. Achter dit pand ligt een tuin, die als “Tuin” moet worden<br />
behouden/bestemd. De tuin vergroot de waarde van het pand. De mogelijkheid hier horeca te<br />
vestigen is volgens reclamante niet wenselijk.<br />
Reactie<br />
<strong>Het</strong> ter inzage gelegde ontwerpbestemming staat op deze locatie geen horeca toe. De<br />
bestemming “Verkeer - Erf” is overgenomen uit het geldende bestemmingsplan, hetgeen<br />
in overeenstemming is met het conserverende karakter van het bestemmingsplan.<br />
Conclusie<br />
Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.<br />
59.8. Westersingel 16<br />
Huidig gebruik: kantoor, bestemming: “Kantoor – 1”.<br />
De bovenverdiepingen van dit pand zijn tientallen jaren bewoond geweest. Een dergelijk pand<br />
zou volgens reclamante weer een gemengde bestemming moeten krijgen.<br />
Reactie<br />
Omdat het hier gaat om een conserverend bestemmingsplan is de mogelijkheid<br />
woningen in dit pand te creëren milieutechnisch ook niet onderzocht. Er is derhalve geen<br />
grond om aan de huidige bestemming “Kantoor” de functie wonen toe te voegen.<br />
Conclusie<br />
Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.<br />
59.9. Westersingel 20 (voormalige nrs 18-19-20)<br />
Huidig gebruik: kantoor, Snooker centrum, sportvoorziening Bestemming: “Kantoor 1”.<br />
Niet wordt aangegeven welke gronden wel of niet bebouwd zijn. <strong>Het</strong> hele perceel kan<br />
daardoor grootschalig worden herontwikkeld. Dit gaat in tegen de cultuurhistorische waarden<br />
(beschermd stadsgezicht) van de singelbebouwing. <strong>Het</strong> bebouwde en onbebouwd oppervlak<br />
moet volgens reclamante worden aangegeven.<br />
Reactie<br />
Zie reactie bij zienswijze 58.8.
Conclusie<br />
Wij stellen u voor de zienswijze gegrond te verklaren en het ter inzage gelegde<br />
bestemmingsplan te wijzigen conform de conclusie bij 58.8.<br />
59.10. Westersingel 21<br />
59.10.1<br />
Bestemming: “Detailhandel - 2”<br />
In dit pand mag dus ook horeca komen. Dit is volgens reclamante ongunstig voor het wonen in<br />
dit gebied.<br />
Reactie<br />
<strong>Het</strong> adres heeft niet de bestemming horeca, noch is op de verbeelding of in de regels<br />
hiervoor een mogelijkheid opgenomen.<br />
Conclusie<br />
Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.<br />
59.10.2<br />
Door de aanwezige tuin is wonen hier heel geschikt. Reclamante stelt voor een bestemming te<br />
kiezen, waarbij alleen de begane grond een plintfunctie heeft, maar wonen in het hele pand<br />
niet wordt uitgesloten.<br />
Reactie<br />
Wij achten de zienswijze gegrond. Conform het conserverende karakter van het<br />
ontwerpbestemmingsplan is – onder verwijzing naar het geldende bestemmingsplan -<br />
wonen op alle verdiepingen toegestaan. Als gevolg hiervan is het wijzigen van de<br />
bestemming voor dit adres, Westersingel 21, in GD-2, wenselijk.<br />
Conclusie<br />
Wij stellen u voor de zienswijze gegrond te verklaren en het ter inzage gelegde<br />
ontwerpbestemmingsplan als volgt te wijzigen:<br />
op de verbeelding wordt de locatie ter hoogte van Westersingel 21 gewijzigd van DH-2<br />
(“Detailhandel - 2”) in GD-2 (“Gemengd -2”).<br />
59.11. Westersingel 22<br />
Huidig gebruik: kantoor (twee lagen benedenhuis) en kantoor (bovenhuis twee lagen en zolder)<br />
Bestemming: “Maatschappelijk 1”. Dit pand is ooit door Mecanoo verbouwd voor galerie<br />
(beneden) en wonen (boven). De bestemming Maatschappelijk strookt niet met huidige<br />
bestemming. Dit zou volgens reclamante “Gemengd” moeten worden, zodat er op den<br />
duur ook gewoond kan worden.<br />
Reactie<br />
Zie reactie 58.10<br />
Conclusie<br />
Wij stellen u voor de zienswijze gegrond te verklaren en het ontwerpbestemmingsplan<br />
dat ter inzage heeft gelegen te wijzigen conform de conclusie bij 58.10.<br />
59.12. Westersingel 23<br />
Huidig gebruik: modeacademie in hele pand<br />
Bestemming: “Kantoor -1”. De bestemming “Kantoor -1” blokkeert hergebruik van dit pand t.b.v.<br />
gemengd gebruik. Voorstel: een meer gemengde bestemming.
Reactie<br />
De bestemming “Kantoor-1” is in overeenstemming met de conserverende aard van dit<br />
bestemmingsplan. Er is geen onderzoek gedaan naar ander mogelijk gebruik. De<br />
bestemming kan niet zonder deugdelijke grondslag worden gewijzigd.<br />
Conclusie<br />
Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.<br />
59.13. Westersingel 27 a t/m k<br />
Huidig gebruik: appartementen voor jongeren. De omheinde tuin is niet toegankelijk vanuit<br />
het park en wordt door de bewoners als tuin gebruikt. Bestemming: wonen.<br />
De achtertuin heeft volledig bestemming groen en lijkt bij het park getrokken. <strong>Het</strong> voorstel<br />
voor een onderdoorgang van park naar Westersingel is indertijd door B en W afgeblazen<br />
vanwege de drugsoverlast in <strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong> en de oncontroleerbaarheid op stille<br />
momenten van een lange smalle donkere onderdoorgang door het pand heen.<br />
De maatschappelijke situatie is volgens reclamante intussen niet verbeterd. <strong>Het</strong><br />
bestemmingsplan moet volgens haar het huidig gebruik van de achtertuin respecteren:<br />
bestemming “Tuin”.<br />
Reactie<br />
Zie reactie bij zienswijze 55.2.<br />
Conclusie<br />
Wij stellen u voor de zienswijze gegrond te verklaren en het ter inzage gelegde<br />
ontwerpbestemmingsplan te wijzigen conform de conclusie bij zienswijze 55.2.<br />
59.14. Westersingel 28<br />
Huidig gebruik: benedenhuis twee lagen (wordt verbouwd), bovenhuis (twee lagen en zolder)<br />
bewoond. Bestemming: “Detailhandel 2”.<br />
Na de slechte ervaringen met café de Consul na het vertrek waarvan een totaal<br />
verloederd, uitgewoond pand en tuin achterbleef, willen eigenaren volgens reclamante een<br />
rustige bestemming (“Gemengd -1”), mede met oog op belangen buren (veelal bewoners).<br />
Reactie<br />
<strong>Het</strong> vestigen van horeca is hier niet mogelijk. Zie reactie bij zienswijze 55.1.<br />
Conclusie<br />
Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.<br />
59.15. Westersingel 32 a en b<br />
Bestemming: “Kantoor - 2”. Gezien de aanwezigheid van een prachtige stadstuin zou volgens<br />
reclamante het wonen op de begane grond toegestaan moeten worden.<br />
Reactie<br />
Wonen op de begane grond van dit adres, is een ontwikkeling die niet is meegenomen in<br />
deze bestemmingsplanprocedure en dus ook niet onderzocht op milieueffecten. Hierdoor<br />
kan thans dan ook geen woonfunctie op de begane grond voor dit adres worden<br />
overwogen.<br />
Conclusie<br />
Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.
59.16. Westersingel 33<br />
Bestemming: “Kantoor -1”. Volgens reclamant blokkeert de bestemming “Kantoor - 1”<br />
toekomstig gemengd gebruik. Pand staat volgens haar nu al jaren leeg en te verkommeren.<br />
Reactie<br />
De bestemming “Kantoor-1” is in overeenstemming met de conserverende aard van dit<br />
bestemmingsplan. Er is dan ook geen onderzoek gedaan naar andere functies t.b.v. een<br />
functiemenging. De leegstand van het pand hoeft ook niet het gevolg te zijn van de<br />
geldende kantoorbestemming.<br />
Conclusie<br />
Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.<br />
59.17. Westersingel 34<br />
Huidig gebruik: antiekwinkel (souterrain) en kantoor daarboven. Bestemming: “Kantoor – 1”. NB.<br />
de bestemming van “Kantoor – 1” wil zeggen dat er in het geheel een kantoorfunctie op het<br />
pand rust. Een gemengde bestemming zou volgens reclamant hier beter passen.<br />
Reactie<br />
Conform het huidige gebruik (detailhandel in de plint) kan de bestemming “Kantoor - 1”<br />
worden gewijzigd in de “Gemengde bestemming” “GD - 6”.<br />
Conclusie<br />
Wij stellen u voor de zienswijze gegrond te verklaren en het ter inzage gelegde<br />
ontwerpbestemmingsplan als volgt te wijzigen: de locatie, Westersingel 34, wijzigt op de<br />
verbeelding van “Kantoor – 1” in “Gemengd - 6” (GD - 6).<br />
59.18. Westersingel 42<br />
De voormalige pianohandel van Urk: een grote horecafunctie lijkt volgens reclamante hier niet<br />
wenselijk. Voorstel “Gemengd - 4” of “Kantoor - 2”.<br />
Reactie<br />
Een horecafunctie op deze locatie niet mogelijk ingevolge het ter inzage gelegde<br />
ontwerpbestemmingsplan.<br />
Conclusie<br />
Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.<br />
59.19. Westersingel 43, 44, 45 en 47<br />
Huidig gebruik: kantoor met achtertuin. Bestemming: “Kantoor - 1”.<br />
Er is een achtertuin, de bestemming erf voor dit gehele gebied druist volgens reclamante in<br />
tegen de wens van gemeente en gebruikers/bewoners om “Groen” te handhaven. De<br />
bestemming erf moet volgens haar worden gewijzigd in “Tuin”.<br />
Reactie<br />
De bestemming Verkeer- Erf is overgenomen uit het geldende bestemmingsplan. In deze<br />
bestemming is gebruik als tuin toegestaan. Door deze bestemming te veranderen in<br />
bestemming “Tuin” zou een beperking van de gebruiksmogelijkheden plaatsvinden.<br />
Conclusie<br />
Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.
59.20 Westersingel 46<br />
1. Samenvatting zienswijze Kinderdagverblijf<br />
Huidig gebruik: kinderdagverblijf met achtertuin.<br />
Bestemming: “Kantoor - 1”, de begane grond en eerste verdieping hebben bij<br />
uitzondering maatschappelijke functie. Gezien het huidig gebruik verdient dit pand<br />
een gemengde bestemming. Algemeen: de bestemming “Kantoor - 1” blokkeert<br />
toekomstig gemengd gebruik.<br />
Reactie<br />
Reclamante geeft niet aan welke gemengde functies zij bedoelt. <strong>Het</strong> overwegen<br />
van de mogelijkheid tot het creëren van geluidsgevoelige functies in dit pand,<br />
zoals wonen, is hier niet aan de orde, omdat het bestemmingsplan een<br />
conserverend karakter heeft en bovendien verplichte milieuonderzoeken hieraan<br />
vooraf dienen te gaan. De huidige bestemming is in overeenstemming met het<br />
conserverende karakter van het ter inzage gelegde ontwerpbestemmingsplan.<br />
<strong>Het</strong> gebruik als kinderdagverblijf is rechtens verkregen.<br />
Conclusie<br />
Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.<br />
2. Samenvatting zienswijze gebruik tuin als parkeerruimte<br />
Reclamante geeft aan indertijd bezwaar gemaakt te hebben tegen het gebruik als<br />
parkeerterrein van deze tuin, welk bezwaar door de gemeente was afgewezen, omdat<br />
de tuin de functie erf had. Daarmee werd volgens reclamante de deur opengezet om<br />
dit historische binnenterrein met veel groen als parkeerterrein te gaan gebruiken,<br />
wat onherroepelijk leidt tot verwijderen van bomen en ander groen. Maar deze tuin<br />
is volgens reclamante het enige restant van een groot landschapspark naar ontwerp<br />
van Zocher, behorende bij een grote villa aan de Nieuwe Binnenweg die<br />
inmiddels is afgebroken. De gemeente kan volgens reclamante deze historische<br />
fout nu herstellen door dit binnengebied als “Tuin” te bestemmen, waardoor het<br />
belangrijke groen voor de toekomst wordt gewaarborgd.<br />
Reactie<br />
De bestemming “Verkeer - Erf” is overgenomen uit het geldende<br />
bestemmingsplan. Binnen deze bestemming is een gebruik als tuin toegestaan.<br />
Door deze bestemming te veranderen in de bestemming “Tuin” zou een<br />
beperking van de gebruiksmogelijkheden plaatsvinden.<br />
Conclusie<br />
Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.<br />
59.21 Westersingel 48 a en b<br />
Bestemming: GD 2 = woningen, zowel op begane grond als op verdiepingen. Op de begane<br />
grond mag een winkel, praktijkruimte, kantoor of maatschappelijke voorziening zijn. Op de<br />
begane grond is volgens reclamante een vastgoedkantoor gevestigd.<br />
Volgens haar worden de bovenverdiepingen niet meer bewoond, wat vroeger wel het<br />
geval was (verhuurd aan jongeren). Nu zitten er volgens reclamante kantoren. <strong>Het</strong><br />
conceptbestemmingsplan laat dit volgens reclamante niet toe. Zij verwijst in dit<br />
verband naar huisnummer 50 waar wonen al zou zijn gewijzigd in bedrijven.<br />
Reactie<br />
Dit pand, Westersingel nr. 48 a en b, heeft in het geldende bestemmingsplan<br />
bestemming Kantoor. Deze bestemming is conform het conserverende karakter van het<br />
ter inzage gelegde ontwerpbestemmingsplan opgenomen als “Kantoor – 1”.
Conclusie<br />
Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.<br />
59.22. Westersingel 50 a en b<br />
Bestemming: GD 2 = woningen, zowel op begane grond als op de verdiepingen. Op de<br />
begane grond mag een winkel, praktijkruimte, kantoor of maatschappelijke voorziening<br />
zijn. Bij uitzondering mag volgens reclamante hier horeca zijn (discotheek). Op de begane<br />
grond is al heel lang een discotheek gevestigd. Op de bovenverdiepingen zijn kantoren/bedrijfjes.<br />
Dit is volgens reclamante in strijd met het conceptbestemmingsplan, waar wonen wordt<br />
genoemd. Hier waren volgens haar vroeger appartementen.<br />
Reactie<br />
De op de begane grond aanwezige discotheek laat wonen op de aangrenzende<br />
verdieping praktisch niet toe. Een gebruik als kantoor van de eerste verdieping achten wij<br />
daarom toegestaan en dit is in overeenstemming met het huidige gebruik.<br />
Conclusie<br />
Wij stellen u voor de zienswijze gegrond te verklaren te verklaren en het ter inzage<br />
gelegde ontwerpbestemmingsplan als volgt te wijzigen:<br />
1. Verbeelding<br />
Ter plaatse van de Westersingel 50 wordt de functieaanduiding “kantoor toegestaan”<br />
opgenomen.<br />
2. Regels<br />
Artikel 10.1. (“Gemengd - 2”) wordt uitgebreid met een nieuw lid l, dat komt te luiden:<br />
ter plaatse van de functieaanduiding kantoor is uitsluiten op de eerste verdieping tevens<br />
een kantoor toegestaan. Dit betreft het adres: Westersingel 50.”<br />
59.23. Nieuwe Binnenweg 1<br />
Huidig gebruik: winkel op de hoek. Bestemming: GD - 6. Verdiepingen zouden zich - volgens<br />
reclamante - goed lenen voor wonen. Kantoren doen het hier niet, komen voortdurend leeg te<br />
staan.<br />
Reactie<br />
De bestaande bewoningsmogelijkheid van de verdiepingen is abusievelijk niet<br />
overgenomen uit het geldende bestemmingsplan. <strong>Het</strong> pand was laatstelijk in gebruik als<br />
advocatenkantoor.<br />
In overeenstemming met het conserverende karakter van het ter inzage gelegde<br />
(ontwerp)bestemmingsplan is wonen op de verdiepingen mogelijk gemaakt.<br />
Conclusie<br />
Wij stellen u voor de zienswijze gegrond te verklaren en het ter inzage gelegde<br />
ontwerpbestemmingsplan als volgt wijzigen:<br />
Verbeelding<br />
ter hoogte van de Nieuwe Binnenweg 1, wordt de functieaanduiding “wonen”<br />
opgenomen;<br />
Regels<br />
Aan artikel 14 lid 1 (“Gemengd - 6”) wordt een nieuw sublid 14.1, sub e toegevoegd<br />
waarna lid 14.1. wordt herschikt en als volgt komt te luiden:
14.1 Bestemmingsomschrijving<br />
De voor "Gemengd - 6" aangewezen gronden zijn bestemd voor:<br />
a. kantoren (zowel op de begane grond als op de verdiepingen);<br />
uitsluitend op de begane grond:<br />
b. winkels;<br />
c. praktijkruimten;<br />
d. bedrijven t/m categorie 2 van de lijst van bedrijfsactiviteiten behorende bij deze<br />
regels;<br />
e. ter plaatse van de functieaanduiding "wonen”, is tevens wonen op de verdiepingen<br />
toegestaan, dit betreft Nieuwe Binnenweg 1;<br />
f. voorzieningen behorend bij bovengenoemde functies, zoals tuinen, groen,<br />
ontsluitingswegen en -paden;<br />
g. "Waarde - Archeologie - 2", "Waarde - Archeologie - 3", "Waarde - Cultuurhistorie - 1"<br />
en "Waarde - Cultuurhistorie - 2", voor zover de gronden mede als zodanig zijn<br />
bestemd.<br />
60. Bewonersorganisatie B.O.O.G.<br />
Melding maken van herinrichting ’ s-Gravendijkwal<br />
<strong>Het</strong> bestemmingsplan dient volgens reclamante melding te maken van de herinrichting<br />
's-Gravendijkwal/Henegouwerlaan (de "overkapping") zoals door de raad vastgesteld,<br />
maar door het college uitgesteld. Reclamante wil bovendien uitdrukkelijk in het<br />
bestemmingsplan vermeld zien dat dit bestemmingsplan geen belemmering zal vormen<br />
voor die herinrichtingsplannen die binnen 10 jaar aan de orde kunnen zijn<br />
Reactie<br />
De toegevoegde waarde van het benoemden van bovenbedoelde herinrichtingsplannen<br />
kunnen wij niet inzien; evenmin de noodzaak van de vermelding dat het<br />
bestemmingsplan voor de uitvoering van die herinrichting geen belemmering vormt. Wij<br />
achten het voldoende dit hierbij te constateren, zoals wij eerder gedaan hebben m.b.t. en<br />
ten tijde van de vaststelling van het aangrenzende bestemmingsplan Middelland-het<br />
Nieuwe <strong>Westen</strong>.<br />
Conclusie<br />
Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.<br />
60.2 Milieuaspecten die moeten worden meegewogen<br />
De bij de herinrichting meegewogen aspecten van luchtvervuiling en geluidsoverlast wil<br />
reclamante als ingebrachte zienswijze aangemerkt zien.<br />
Reactie<br />
De voorliggende procedure betreft de bestemmingsplanprocedure “<strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong>” om te<br />
komen tot vaststelling van het bestemmingsplan “<strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong>”. Deze procedure nam<br />
een aanvang bij de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan.<br />
Reclamante kan niet simpelweg verwijzen naar in een andere procedure ingebrachte<br />
zienswijzen welke zij niet uitdrukkelijk als zienswijze heeft ingebracht in het kader van<br />
deze bestemmingsplanprocedure.<br />
Conclusie<br />
Wij stellen u voor deze zienswijze voor kennisgeving aan te nemen.
60.3. Flora en fauna, Bodem en lucht.<br />
Reclamante heeft 2 passages uit zienswijze genummerd 1, en afkomstig van een aantal<br />
wijkbewoners toegevoegd aan haar zienswijze. <strong>Het</strong> betreft de onderdelen: “Flora en<br />
fauna” en “Bodem en lucht”.<br />
Reactie<br />
De aangehaalde onderdelen zijn - zoals reclamante zelf bevestigt - citaten uit de<br />
zienswijze genummerd 1, ingediend door een aantal reclamanten. Aangezien deze<br />
citaten hier als zienswijzen zijn opgevat wordt volstaan met een verwijzing naar de<br />
samengevatte onderdelen hiervan, opgenomen in de zienswijzen genummerd 1.6.1.,<br />
1.6.2., 1.7.1., 1.7.2., 1.7.3., 1.7.4., 1.7.5, 1.7.6, 1.7.7., en naar de bij die zienswijzen<br />
opgenomen reacties.<br />
Conclusie<br />
Onder verwijzing naar de conclusies bij bovenbedoelde reacties, genummerd 1.6.1.,<br />
1.6.2, 1.7.1, 1.7.2, 1.7.3, 1.7.4, 1.7.5, 1.7.6, 1.7.7, stellen wij u hierbij voor de zienswijze<br />
ongegrond te verklaren.<br />
60.4. Dijkversterking<br />
Onder verwijzing naar een door haar opgestelde notitie van 14 pagina’s gericht aan de<br />
dienst Stadsontwikkeling (d.d. 11 januari 2012.) geeft reclamante aan dat van de daarin<br />
opgenomen kritiek een gedeelte is overgenomen en de rest onjuist of op onjuiste wijze.<br />
Reclamante verzoekt daarom de bovenvermelde notitie als onderdeel van deze<br />
zienswijze te beschouwen. Hiermee beoogt reclamante dat de niet doorgevoerde<br />
onderdelen van haar notitie alsnog correct in het definitieve bestemmingsplan worden<br />
opgenomen. Reclamante zegt bereid te zijn daarover in verder overleg te treden met de<br />
raad of met de dienst Stadsontwikkeling.<br />
Reactie<br />
De door reclamante bedoelde notitie is een van de stukken die zijn meegewogen in het<br />
kader van het opstellen van het ontwerpbestemmingsplan “<strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong>”. <strong>Het</strong> ligt voor<br />
de hand dat indien reclamante meent dat bepaalde onderdelen van haar notitie niet, of<br />
op onjuiste zijn overgenomen, zij deze onderdelen specificeert als concrete zienswijzen.<br />
De bestemmingsplanprocedure nam formeel een aanvang op het moment van het ter<br />
inzage leggen van het ontwerp. Wij kunnen niet voor reclamante specificeren wat naar<br />
haar eigen oordeel correct, niet correct of zelfs helemaal niet is overgenomen. Er is<br />
bovendien geen regel aan te wijzen die ertoe noopt de notitie van reclamante onverkort<br />
te vertalen naar het ontwerpbestemmingsplan. Niettemin wensen wij te benadrukken dat<br />
de notitie van reclamante serieus in de belangenafweging betrokken is geweest, getuige<br />
de conclusie van reclamante dat bepaalde onderdelen wel zijn overgenomen en andere<br />
niet.<br />
Deze procedurefase, waarin zienswijzen kunnen worden ingediend, is een fase bij<br />
uitnemendheid waarin reclamante de resterende bedenkingen uit haar notitie duidelijk<br />
had moeten formuleren en als concrete zienswijzen had moeten indienen. Daarom kan<br />
die notitie van reclamante slechts een voor ondersteunende functie hebben bij het<br />
eventueel toelichten van haar ingediende zienswijze (ten tijde van de hoorzitting in het<br />
kader van deze bestemmingsplanprocedure).<br />
Conclusie<br />
Wij stellen u voor de zienswijze van reclamante voor kennisgeving aan te nemen.<br />
60.5. ‘s-Gravendijkwal 56<br />
Reclamante wijst erop dat van gemeentewege ten onrechte werd verondersteld dat op<br />
bovenstaand adres een kinderdagverblijf geoorloofd is. Volgens reclamante heeft de<br />
bestuursrechter haar inmiddels in het gelijk gesteld en het besluit van B&W om het pand
van wonen te bestemmen naar kinderopvang nietig verklaard. <strong>Het</strong> pand en de tuin zijn<br />
en blijven volgens reclamant voor wonen bestemd.<br />
Reactie<br />
In het bestemmingsplan worden geen bestemmingen en functies opgenomen die ten<br />
tijde van het vaststellen van dat bestemmingsplan nog onderwerp zijn van een<br />
juridische procedure.<br />
Omdat in dit geval geen onherroepelijke omgevingsvergunning is verleend voor het<br />
gebruik van de buitenruimte als onderdeel van het ter plaatse aanwezige<br />
kinderdagverblijf, zal juist hierdoor evenmin kunnen worden voldaan aan<br />
aanwezigheidseisen die de Wet Kinderopvang te dien aanzien stelt. Hierdoor wordt de<br />
instandhouding van de inrichting onmogelijk. In het ter inzage gelegde<br />
bestemmingsplan is de functie kinderdagverblijf opgenomen middels een<br />
uitsterfconstructie, hetgeen tevens erop duidt dat het hier gaat om een minder<br />
gewenste functie. De bezwaren zijn vooral ingegeven door het cumulerende negatieve<br />
effect op de kwaliteit van de leefomgeving van – naast de ter plaats reeds aanwezige -<br />
nog één kinderdagverblijf erbij. Wij onderschrijven deze bezwaren. Gezien het<br />
vorenstaande, is er geen grond deze functie op dit adres in stand te laten.<br />
Conclusie<br />
Wij stellen u voor de zienswijze gegrond te verklaren en het ter inzage gelegde<br />
ontwerpbestemmingsplan als volgt te wijzigen:<br />
Verbeelding:<br />
Ter hoogte van de ’s-Gravendijkwal 56, wordt de functieaanduiding<br />
M.(“Maatschappelijk”) verwijderd.<br />
Regels:<br />
bestemming “Gemengd -1”, artikel 9, lid 1, sub f., komt te vervallen en het artikellid wordt<br />
alfabetisch herschikt, waarna het komt te luiden:<br />
Artikel 9 Gemengd - 1<br />
9.1 Bestemmingsomschrijving<br />
De voor "Gemengd - 1" aangewezen gronden zijn bestemd voor:<br />
a. woningen (zowel op de begane grond als op de verdiepingen);<br />
b. winkels;<br />
c. kantoren;<br />
d. praktijkruimten;<br />
e. voorzieningen op het gebied van onderwijs, religie, gezondheidszorg,<br />
maatschappelijke dienstverlening en "Publieke dienstverlening";<br />
f. ter plaatse van de functieaanduiding "horeca", is uitsluitend op de begane grond<br />
tevens horeca toegestaan, dit betreft de adressen: Nieuwe Binnenweg 142, 148,<br />
152 en 181;<br />
g. uitsluitend op het adres Henegouwerlaan 32, ter plaatse van de<br />
functieaanduiding "onderwijs", is op de verdiepingen tevens een<br />
onderwijsvoorziening toegestaan;<br />
h. ter plaatse van de functieaanduiding "parkeergarage", is tevens een<br />
parkeergarage toegestaan, dit betreft de locatie Adrianastraat;<br />
i. ter plaatse van de functieaanduiding "religie" is op alle verdiepingen tevens een<br />
gebruik van de aanwezige ruimten ten behoeve van godsdienstoefeningen,<br />
toegestaan, dit betreft het adres 's-Gravendijkwal 46;<br />
j. voorzieningen behorend bij bovengenoemde functies, zoals tuinen, groen,<br />
ontsluitingswegen en -paden;<br />
k. "Waarde - Archeologie - 1", "Waarde - Archeologie - 2", "Waarde - Archeologie -<br />
3", "Waarde - Cultuurhistorie - 1" en "Waarde - Cultuurhistorie - 2", voor zover de<br />
gronden mede als zodanig zijn bestemd.
61. NIO Architecten<br />
West-Kruiskade 26, 28 en 30.<br />
Reclamante vraagt om gemeentelijke medewerking tot het wijzigen van het<br />
ontwerpbestemmingsplan in de volgende zin: scheppen van de mogelijkheid aan West-<br />
Kruiskade 26, 28 en 30 enkele functies te vestigen, welke in verband staan met het<br />
produceren, etaleren, consumeren en verkopen van voedsel en voedselgerelateerde<br />
producten, evenals een hotelfunctie. <strong>Het</strong> ontwerpbestemmingsplan kent voor de West-<br />
Kruiskade 26 en 28 de bestemming “cultuur en ontspanning” en voor de West-Kruiskade<br />
30 de bestemming “Detailhandel-1”.<br />
Reclamante vraagt de volgende bestemmingen te wijzigen:<br />
West-Kruiskade 26 en 28: huidige bestemming “cultuur en ontspanning” uitbreiden met<br />
de functies “Detailhandel -1” en “Horeca-Hotel”.<br />
West-Kruiskade 30: bestemming “Detailhandel-1” uitbreiden met de functie Horeca -<br />
Hotel.<br />
Reactie<br />
De weinig flexibele gebruiksmogelijkheden van het voormalige Wattgebouw werken een<br />
langdurige leegstand in de hand, hetgeen een negatief effect heeft op de winkelstraat<br />
West-Kruiskade. De leegstand bemoeilijkt ook de verdere doorloop in de straat. Meer<br />
flexibiliteit in de gebruiksmogelijkheden van de panden zou dit kunnen tegengaan.<br />
<strong>Het</strong> beeldbepalende complex Watt e.o., kan de voorgestelde functiemenging goed aan.<br />
Bovendien passen deze plannen goed in de ontwikkeling die wij in dit gebied voorstaan<br />
en sluiten ook goed aan bij de ideeën die de gemeente Rotterdam samen met Woonstad<br />
en Alliantie West-Kruiskade in dit gebied uitvoert.<br />
Ter verruiming van de gebruiksmogelijkheden is het wenselijk de volgende drie panden<br />
die aansluiten op het pand van het voormalige Watt, bij deze ontwikkeling te betrekken<br />
en tevens een gebruik als galerie mogelijk te maken. <strong>Het</strong> gaat hier om twee panden aan<br />
de Gouvernestraat, de nrs. 2 en 4, die reeds in gebruik zijn voor cultuur en ontspanning,<br />
alsmede een pand aan de West-Kruiskade nr 30 dat in het ter inzage gelegde ontwerp is<br />
bestemd als “Detailhandel – 1”. Er zal geen sprake zijn van een uitbreiding van horeca<br />
omdat het thans reeds vergunde (1245 m 2 b.v.o.) als maximum in de regels zal worden<br />
opgenomen. De bestaande woonfunctie blijft mogelijk. <strong>Het</strong> complex wordt in de regels,<br />
op de verbeelding en in de toelichting opgenomen als Gemengd 10 (GD-10).<br />
Conclusie<br />
Wij stellen u voor de zienswijze gegrond te verklaren en het ter inzage gelegde<br />
bestemmingsplan als volgt te wijzigen:<br />
Toelichting par. 4.6.2.<br />
Na de passage betreffende gemengd 9 (toegevoegd o.g.v. een zienswijze) wordt de<br />
paragraaf aangevuld met de volgende passage:<br />
"Gemengd - 10" is bestemd voor podiumkunsten, theater, bioscoop, galeries;<br />
horeca tot een maximum van 1245 m 2 b.v.o; horeca-hotel, detailhandel -1.<br />
Ter plaatse van de functieaanduiding "wonen", is uitsluitend op de verdiepingen wonen<br />
toegestaan, dit betreft de West-Kruiskade 30 en de Gouvernestraat 2 en 4.<br />
Verbeelding<br />
Locatie West-Kruiskade 26, 28, 30/Gouvernestraat 2, 4<br />
De bestemmingen detailhandel 1 en “cultuur en ontspanning – 1”, worden gewijzigd in<br />
“gemengd – 10”. De adressen West-Kruiskade 30 en Gouvernestraat 2 en 4, krijgen de<br />
functieaanduiding “wonen”.<br />
Regels<br />
Er wordt het volgende nieuwe artikel 18 (gemengd - 10) aan de regels toegevoegd,<br />
waarna de overige artikelen wordt herschikt.
Artikel 18 Gemengd - 10<br />
18.1 Bestemmingsomschrijving<br />
De voor "Gemengd - 10" aangewezen gronden zijn bestemd voor:<br />
h. podiumkunsten, theater, bioscoop, galeries;<br />
i. horeca tot een maximum van 1245 m 2 b.v.o;<br />
j. horeca-hotel;<br />
k. detailhandel – 1;<br />
l. ter plaatse van de functieaanduiding "wonen", is uitsluitend op de verdiepingen<br />
wonen toegestaan, dit betreft de West-Kruiskade 30 en de Gouvernestraat 2 en 4;<br />
m. voorzieningen behorend bij bovengenoemde functies en het bijbehorende erf,<br />
zoals, parkeerruimte, groen, ontsluitingswegen en -paden;<br />
n. "Waarde - Archeologie - 2, Waarde - Archeologie – 3, voor zover de gronden mede<br />
als zodanig zijn bestemd.<br />
18.2 Bouwregels<br />
18.2.1 Algemeen<br />
Op de voor "gemengd 10" bestemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten<br />
behoeve van de aldaar genoemde functies.<br />
18.2.2 Medebestemming<br />
Voor zover de gronden mede zijn bestemd voor “Waarde - Archeologie – 2” en<br />
"Waarde-Archeologie-3“, is voor het bouwen het bepaalde ter zake in genoemde<br />
bestemming mede van toepassing.<br />
18.3 Specifieke gebruiksregels<br />
18.3.1 Woningen<br />
Woningen mogen mede worden gebruikt voor de uitoefening van een aan huis<br />
gebonden beroep of bedrijf, mits:<br />
e. de woonfunctie in overwegende mate gehandhaafd blijft, waarbij het bruto<br />
vloeroppervlak van de woning voor ten hoogste 30% mag worden gebruikt voor<br />
een aan huis gebonden beroep of bedrijf;<br />
f. ten aanzien van een aan huis gebonden bedrijf sprake is van een bedrijf tot en met<br />
categorie 1 als bedoeld in de bij deze regels horende lijst van bedrijfsactiviteiten;<br />
g. de gevel en dakrand van de woning niet worden gebruikt ten behoeve van reclameuitingen;<br />
h. er geen bedrijfsmatige activiteiten plaatsvinden die betrekking hebben op het<br />
onderhouden en repareren van motorvoertuigen;<br />
i. er geen detailhandel plaatsvindt, tenzij als ondergeschikt onderdeel van het aan<br />
huis gebonden beroep of bedrijf.<br />
18.4 Afwijken van de gebruiksregels<br />
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het<br />
bepaalde in lid 18.3.1. ter zake van de toegestane bedrijfsactiviteiten ten behoeve van<br />
andere bedrijfsactiviteiten dan die primair zijn toegelaten, welke - gehoord de<br />
Milieudeskundige - daarmede naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn.