15.09.2013 Views

Vaststelling - Aktiegroep Het Oude Westen

Vaststelling - Aktiegroep Het Oude Westen

Vaststelling - Aktiegroep Het Oude Westen

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Rotterdam, 30 oktober 2012.<br />

Onderwerp:<br />

<strong>Vaststelling</strong> bestemmingsplan <strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong>.<br />

Aan de Gemeenteraad.<br />

Aanleiding<br />

Op 28 februari 2012 hebben wij besloten tot het starten van het vooroverleg ex artikel<br />

3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) inzake het voorontwerpbestemmingsplan<br />

“<strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong>”.<br />

Met dit bestemmingsplan wordt beoogd het geldende bestemmingsplan “<strong>Het</strong> <strong>Oude</strong><br />

<strong>Westen</strong>” te actualiseren conform de eisen van de Wet ruimtelijke ordening. Daarbij zijn<br />

enkele nieuwe ontwikkelingen in het bestemmingsplan opgenomen.<br />

Begrenzing<br />

<strong>Het</strong> plangebied wordt in het noorden begrensd door het Weena en de Diergaardesingel,<br />

in het oosten door de Westersingel, in het zuiden door de Rochussenstraat en ten slotte<br />

in het westen door de 's-Gravendijkwal en de Henegouwerlaan.<br />

Ontwikkelingen<br />

De belangrijkste veranderingen in het plangebied betreffen de volgende locaties.<br />

Bajonetstraat e.o.<br />

Op deze locatie zal na sloop/nieuwbouw of renovatie een verdunning van het aantal<br />

woningen (thans 90 meergezinswoningen) plaatsvinden. De bestaande bouwhoogte<br />

van 14 meter zal niet worden overschreden.<br />

Vanuit ISV3 middelen is een bedrag beschikbaar van € 4,3 miljoen. Deze ISV3 bijdrage<br />

bestaat uit twee delen: een deel Bajonet parkeergarage en een deel Bajonet<br />

buitenruimte.<br />

Voor Bajonet parkeergarage is op 15 augustus 2012 een subsidiebeschikking afgegeven<br />

aan Woonstad voor € 2,4 miljoen.<br />

Voor Bajonet buitenruimte wordt een bijdrage verstrekt aan Stadsontwikkeling. Hiervoor<br />

staat een bedrag gereserveerd en is dus nog niet formeel verleend. <strong>Het</strong> bedrag was<br />

oorspronkelijk € 2,1 miljoen maar is in de Midterm Review ISV3 verlaagd naar € 1,9<br />

miljoen. Dit bedrag is kaderstellend voor het Inrichtingsplan.<br />

West-Kruiskade 26-28-30/Gouvernestraat 2-4<br />

Dit betreft een particulier initiatief en vindt zijn oorsprong in een ingekomen zienswijze<br />

van NIO Architecten (reclamant nr. 61 uit de hierbij behorende zienswijzenrapportage).<br />

De ontwikkeling betreft het mogelijk maken van een hotelfunctie, galeries en uitbreiden<br />

van detailhandel. Deze functies passen in het beleid dat de gemeente in dit gebied<br />

voorstaat. Deze functies zijn ondergebracht in de bestemming GD – 10 (Gemengd – 10).<br />

De exploitatie is geheel in handen van particulieren en voor eigen rekening en risico.<br />

Registratienummer dienst: 12/12192/BS12/787 raadsvergadering van: dd-mm-jjjj<br />

Behandelaar: H.V. Hooplot, 010-4894165 raadsstuk 0000 pagina 1


Coolsestraat 47 en 49<br />

<strong>Het</strong> dagelijks bestuur van de deelgemeente Centrum heeft voorgesteld om in het gehele<br />

pand Coolsestraat 47 en op de begane grond van de Coolsestraat 49 een hotel mogelijk<br />

te maken. Wij onderschrijven dit voorstel omdat het een goede invulling is van het<br />

leegstaande pand en omdat de functie bovendien aansluit bij het Binnenstadsplan en<br />

de wijkeconomie. Dit betreft eveneens een particulier initiatief. De exploitatie is geheel<br />

in handen van particulieren en voor eigen rekening en risico.<br />

St. Mariastraat<br />

<strong>Het</strong> betreft hier een renovatieproject van Woonstad. De exploitatie is geheel in handen<br />

van Woonstad en voor eigen rekening en risico.<br />

Gaffelstraat 70 t/m 88<br />

<strong>Het</strong> betreft hier een nieuwbouwproject via Collectief Particulier Opdrachtgeverschap<br />

begeleid door Woonstad. De exploitatie is geheel in handen van de kopers in<br />

samenwerking met Woonstad en voor eigen rekening en risico.<br />

Drievriendenstraat e.o.<br />

<strong>Het</strong> betreft hier een sloop/nieuwbouw project van Woonstad. De exploitatie is geheel in<br />

handen van Woonstad en voor eigen rekening en risico. Op grond van de motie Brons<br />

en een daarmee samenhangend positief advies van de Commissie voor Welstand en<br />

Monumenten heeft uw raad ons college gevraagd dit complex een monumentenstatus<br />

toe te kennen vanwege aanwezige cultuurhistorische waarden. Wij zijn hierover nog in<br />

overleg met Woonstad en overige belanghebbenden. Dit heeft geen gevolgen voor de<br />

vaststelling van het bestemmingsplan. <strong>Het</strong> nu vast te stellen bestemmingsplan maakt<br />

zowel sloop-nieuwbouw als renovatie van de bestaande mogelijk en verschilt daarin<br />

niet van het nu geldende bestemmingsplan.<br />

Uitgangspunt bij de laatstgenoemde drie ontwikkelingen, St. Mariastraat, Gaffelstraat 70<br />

t/m 88 en Drievriendenstraat e.o. is, dat er geen aanpassingen in de buitenruimte<br />

worden uitgevoerd.<br />

Poppanden<br />

Binnen het plangebied zal een aantal verspreid liggende panden (zogenoemde<br />

Poppanden) worden opgeknapt, waarbij onder meer boven- en benedenwoningen<br />

worden samengevoegd (kluswoningen).<br />

Actieprogramma “Dijkversterking ’s-Gravendijkwal/ Henegouwerlaan”,<br />

<strong>Het</strong> actieprogramma Dijkversterking ‘s-Gravendijkwal/ Henegouwerlaan biedt een<br />

mogelijkheid tot het terugdringen van overlastgevende functies in de gelijknamige<br />

straten.<br />

Op grond van dit actieprogramma, dat voor de gelijknamige straten onder meer een<br />

versterking van de woon- en kantoorfunctie en een vermindering van het aantal<br />

overlastgevende gebruiksfuncties beoogt, is er op 23 januari 2012 overleg gevoerd<br />

tussen burgemeester Aboutaleb en wethouder Karakus. Dit overleg heeft geresulteerd<br />

in het opnemen in het ontwerpbestemmingsplan van een uitsterfregeling voor<br />

seksinrichtingen, twee hotels en twee kinderopvangvoorzieningen op een aantal<br />

adressen in bedoelde straten en directe omgeving. Deze adressen zijn terug te vinden<br />

in de raadsbrief van 29 februari 2012 (BS11/381). N.a.v. een ingekomen zienswijze en<br />

een daarmee samenhangende rechterlijke uitspraak wordt voor de kinderopvang op<br />

het adres ’s-Gravendijkwal 56 voorgesteld geen uitsterfregeling op te nemen, maar<br />

voor dit adres deze gebruiksmogelijkheid uit het ter inzage gelegde<br />

ontwerpbestemmingsplan te verwijderen.<br />

Registratienummer dienst: 12/12192/BS12/787 raadsvergadering van: dd-mm-jjjj<br />

Behandelaar: H.V. Hooplot, 010-4894165 raadsstuk 0000 pagina 2


Overige ontwikkelingen<br />

Overigens zijn er nog twee locaties die nog niet het predicaat ontwikkeling verdienen,<br />

omdat deze ontwikkelingen momenteel nog onvoldoende zijn uitgekristalliseerd. <strong>Het</strong><br />

betreft de volgende twee locaties:<br />

Tiendplein/Zijdewindeplein.<br />

Deze ontwikkeling kan gaan om sloop van een x-aantal woningen nabij het Tiendplein.<br />

Hiervoor in de plaats wordt gestudeerd op een vierlaagse bebouwing met een<br />

ondergrondse parkeergarage. De ontwikkeling is nog onzeker.<br />

Gouvernestraat ( parklocatie Odeon e.o.)<br />

Dit betreft een plangebied met een aantal meergezinswoningen, diverse bedrijfsruimtes,<br />

maatschappelijke voorzieningen en park. Gezocht wordt naar een mogelijkheid tot het<br />

inpassen van de bestaande maatschappelijke voorzieningen. Sloop gevolgd door<br />

nieuwbouw of renovatie. <strong>Het</strong> woningaantal zal door de ingreep dalen.<br />

Exploitatieplan als bedoeld in artikel 6.12 Wro<br />

Bij vaststelling van dit bestemmingsplan behoeft geen exploitatieplan te worden<br />

vastgesteld. Voor de ontwikkelingen Bajonetstraat, St.-Mariastraat, Gaffelstraat en<br />

Drievriendenstraat geldt dat er geen sprake is van een bouwmogelijkheid in de zin van<br />

art 6.12 van de Wro, omdat:<br />

- voor de ontwikkelingen St.-Mariastraat, Gaffelstraat en Drievriendenstraat en de<br />

(verspreid voorkomende) Poppanden geldt, dat deze ook krachtens het<br />

vigerende bestemmingsplan mogelijk zijn;<br />

- de ontwikkeling Bajonetstraat gedekt is met ISV-3-subsidie.<br />

De ontwikkeling West-Kruiskade/Gouvernestraat betreft een particulier initiatief, waarvan<br />

de exploitatie geheel in handen is van particulieren die handelen voor eigen rekening en<br />

risico.<br />

De ontwikkeling Coolsestraat 47 en 49 betreft het mogelijk maken van een hotel in het<br />

gehele pand Coolsestraat 47 en op de begane grond van de Coolsestraat 49. Dit betreft<br />

een particulier initiatief, waarvan de exploitatie geheel in handen is van particulieren die<br />

handelen voor eigen rekening en risico.<br />

Duurzaamheid<br />

<strong>Het</strong> voorliggend ontwerpbestemmingsplan legt voor het grootste gedeelte de bestaande<br />

situatie vast. Er worden slechts enkele ontwikkelingen mogelijk gemaakt. De<br />

gebruikelijke milieuonderwerpen zijn onderzocht en toegelicht in het<br />

bestemmingsplan. <strong>Het</strong> biedt tevens een verbetering van de leefbaarheid in het<br />

plangebied door herontwikkeling van slechte woningen en toevoeging van nieuwe<br />

woonmilieus. Voorts biedt het mogelijkheden tot binding van zittende en nieuwe<br />

bewoners aan de wijk in de vorm van koopkrachtbinding, waardecreatie, versterking van<br />

de wijkeconomie en toekomstbestendigheid.<br />

Economie en Arbeidsmarkt<br />

De huidige mix van de detailhandel en horeca op de West-Kruiskade en Nieuwe<br />

Binnenweg is goed. <strong>Het</strong> verbeteren van de toegankelijkheid van het wijkpark met<br />

aansluiting op de winkelstraat heeft een positief economisch effect op de winkelstraat<br />

West-Kruiskade. <strong>Het</strong> betekent een verbetering van het zicht op de winkelstraat vanaf het<br />

Kruisplein. Dit kan tot meer bestedingen op de West-Kruiskade leiden. De West-<br />

Kruiskade is belangrijk voor de groeiende bezoekersstromen vanuit het volledig nieuwe<br />

Registratienummer dienst: 12/12192/BS12/787 raadsvergadering van: dd-mm-jjjj<br />

Behandelaar: H.V. Hooplot, 010-4894165 raadsstuk 0000 pagina 3


Centraal Station vanaf 2013. Om de winkelstraat aantrekkelijk te maken is het<br />

noodzakelijk dat er rondom het Tiendplein horeca komt met ruimte voor terrassen.<br />

Externe veiligheid<br />

Door uw raad is op 24 november 2011 een expliciet besluit genomen ten aanzien van<br />

het groepsrisico van de RCD (Rotterdam Central District -gebiedsontwikkeling. De raad<br />

heeft besloten dat het toekomstige groepsrisico na realisatie van de bouwlocaties van<br />

RCD niet meer mag bedragen dan 5,2 maal de oriëntatiewaarde, dit gelet op het belang<br />

van deze ontwikkelingen en de maatregelen op het gebied van zelfredzaamheid en<br />

hulpverlening. Omdat de ontwikkelingen in “<strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong>” niet voor een toename van<br />

het groepsrisico zorgen, betreft het groepsrisico in het bestemmingsplan “<strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong>”<br />

hetzelfde groepsrisico als het eerder bij RCD verantwoord geachte groepsrisico. De<br />

verantwoording van het groepsrisico in het bestemmingsplan <strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong> heeft<br />

derhalve al eerder plaatsgevonden, middels het bovengenoemde besluit.<br />

Zienswijzen<br />

<strong>Het</strong> ontwerpbestemmingsplan “<strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong>” heeft van 9 maart tot en met 19 april 2012<br />

gedurende 6 weken voor een ieder ter inzage gelegen. De bij dit raadsvoorstel gevoegde<br />

zienswijzenrapportage <strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong> (BS12/787) maakt integraal onderdeel uit van dit<br />

raadsvoorstel tot vaststelling van het bestemmingsplan “<strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong>”.<br />

<strong>Het</strong> ter inzage leggen van het ontwerpbestemmingsplan heeft geleid tot indiening van 13<br />

schriftelijke zienswijzen door 61 reclamanten. De reclamanten genummerd 1 t/m 49 (en<br />

hun eventuele medeondertekenaars) dienden één gelijkluidende zienswijze in. De<br />

overige reclamanten genummerd 50 t/m 61 dienden elke een unieke zienswijze in.<br />

Zienswijzen zijn door de volgende reclamanten ingediend:<br />

1. Reclamant 1;<br />

2. Reclamant 2;<br />

3. Reclamant 3;<br />

4. Reclamant 4;<br />

5. Reclamant 5;<br />

6. Reclamant 6;<br />

7. Reclamant 7;<br />

8. Reclamant 8;<br />

9. Reclamant 9;<br />

10. Reclamant 10;<br />

11. Reclamant 11;<br />

12. Reclamant 12;<br />

13. Reclamant 13;<br />

14. Reclamant 14;<br />

15. Reclamant 15;<br />

16. Reclamant 16;<br />

17. Reclamant 17;<br />

18. Reclamant 18;<br />

19. Reclamant 19;<br />

20. Reclamant 20;<br />

21. Reclamant 21;<br />

22. Reclamant 22;<br />

23. Reclamant 23;<br />

24. Reclamant 24;<br />

25. Reclamant 25;<br />

26. Reclamant 26;<br />

27. Reclamant 27;<br />

28. Reclamant 28;<br />

Registratienummer dienst: 12/12192/BS12/787 raadsvergadering van: dd-mm-jjjj<br />

Behandelaar: H.V. Hooplot, 010-4894165 raadsstuk 0000 pagina 4


29. Reclamant 29;<br />

30. Reclamant 30;<br />

31. Reclamant 31;<br />

32. Reclamant 32;<br />

33. Reclamant 33;<br />

34. Reclamant 34;<br />

35. Reclamant 35;<br />

36. Reclamant 36;<br />

37. Reclamant 37;<br />

38. Reclamant 38;<br />

39. Reclamant 39;<br />

40. Reclamant 40;<br />

41. Reclamant 41;<br />

42. Reclamant 42;<br />

43. Reclamant 43;<br />

44. Reclamant 44;<br />

45. Reclamant 45;<br />

46. Reclamant 46;<br />

47. Reclamant 47:<br />

48. Reclamant 48;<br />

49. Reclamant 49;<br />

50. Reclamant 50;<br />

51. R. Schaap & Partners Advocaten (gemachtigde);<br />

52. Reclamant 52;<br />

53. WHN International BV, Wesserstraat 5, 2491 DG Den Haag;<br />

54. Reclamant 54:<br />

55. Reclamant 55;<br />

56. Reclamant 56;<br />

57. Woonstad Rotterdam, Postbus 2370, 3000 CJ Rotterdam<br />

58. VvE Laan van West Kruiskade, p/a Westersingel 17, 3014 GP Rotterdam;<br />

59. Belangenvereniging 2EMW (Eendrachtsweg, Eendrachtsplein, Mauritsweg en<br />

Westersingel), p/a Westersingel 17, 3014 GP Rotterdam;<br />

60. Bewonersorganisatie B.O.O.G, ’s-Gravendijkwal 54, 3014 EE Rotterdam;<br />

61. NIO Architecten, Schiedamse Vest 95A, 3012 BG Rotterdam.<br />

De zienswijzen zijn aan de juiste instantie gericht en tijdig ingediend, zodat reclamanten<br />

in hun zienswijzen kunnen worden ontvangen.<br />

Samenvatting van de zienswijzen<br />

In de "Zienswijzenrapportage <strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong>” (bijlage) zijn de zienswijzen samengevat,<br />

zijn onze reacties daarop vermeld, evenals onze voorstellen aan u. Indien wij voorstellen<br />

een zienswijze gegrond te oordelen is tevens aangegeven tot welke wijziging dit leidt van<br />

het ontwerpbestemmingsplan.<br />

Een aantal reclamanten heeft een gelijkluidende zienswijze ingediend. Deze is door<br />

ons behandeld als zienswijze 1, onderverdeeld in een aantal samengevatte<br />

onderdelen. Vervolgens zijn de overige 12 unieke zienswijzen op diezelfde wijze<br />

samengevat en behandeld.<br />

1. Ambtshalve voorgestelde aanpassingen van het ontwerpbestemmingsplan<br />

<strong>Oude</strong> westen.<br />

1. 1. Locatie Nieuwe Binnenweg 173-175<br />

Gebleken is dat beide adressen in het ter inzage gelegde<br />

Registratienummer dienst: 12/12192/BS12/787 raadsvergadering van: dd-mm-jjjj<br />

Behandelaar: H.V. Hooplot, 010-4894165 raadsstuk 0000 pagina 5


ontwerpbestemmingsplan zijn opgenomen onder de bestemming wonen, terwijl<br />

dit vanwege de rechtens verkregen vergunningen had moeten zijn “Gemengd 2”.<br />

Laatstgenoemde bestemming houdt in dat er in beide panden op alle<br />

verdiepingen gewoond mag worden, maar uitsluitend op de begane grond<br />

kantoren, bedrijven t/m cat. 2 en winkels zij toegelaten. Wij stellen u voor dit te<br />

corrigeren door het voorliggende ontwerpbestemmingsplan als volgt te wijzigen:<br />

Verbeelding<br />

Op de verbeelding van het ter inzage gelegde onderwerpbestemmingsplan voor<br />

beide adressen de bestemming “Wonen” te wijzigen in “Gemengd-2”.<br />

1.2. Locatie Bajonetstraat<br />

Omdat de financiering van de ontwikkellocatie Bajonetstraat ten tijde van het ter<br />

inzage leggen van het ontwerpbestemmingsplan nog niet zeker was en evenmin<br />

zeker was of dit wel het geval zou zijn ten tijde van vaststelling van het<br />

bestemmingsplan, is deze ontwikkellocatie conserverend bestemd met<br />

toevoeging hieraan van een wijzigingsbevoegdheid. Inmiddels is de financiering<br />

wel rond, in de vorm van een verleende subsidie ISV-3. Als gevolg hiervan is er<br />

alle reden toe, de locatie te bestemmen als woongebied -2. Daartoe wordt eerst<br />

artikel 35, Woongebied, gewijzigd in “Woongebied – 1”.<br />

Tevens vervalt artikel 43 “wro-zone-wijzigingsgebied”. Als gevolg hiervan, stellen<br />

wij u voor hieraan medewerking te verlenen door het ontwerpbestemmingsplan<br />

als volgt te wijzigen:<br />

Verbeelding<br />

De bestemming “Woongebied”, (locatie Gaffelstraat) wordt gewijzigd in<br />

“Woongebied – 1”. <strong>Het</strong> gearceerde gedeelte van de Bajonetstraat dat het<br />

wijzigingsgebied verbeeldt, wordt gewijzigd in de bestemming “woongebied -2”,<br />

met opneming van de maximale bouwhoogte van 14 meter. De legenda wordt in<br />

overeenstemming gebracht met deze feiten.<br />

Regels<br />

Artikel 35 “Woongebied”, wordt gewijzigd in artikel 35 “Woongebied – 1”.<br />

Vervolgens wordt aan de regels het volgende nieuwe artikel 36 “Woongebied –<br />

2”, toegevoegd. Artikel 43 wro-zone-wijzigingsgebied vervalt, waarna de overige<br />

artikelen worden herschikt.<br />

Artikel 36 Woongebied - 2<br />

36.1 Bestemmingsomschrijving<br />

De voor "Woongebied - 2" aangewezen gronden zijn bestemd voor:<br />

a. woningen, met de daarbij behorende aanbouwen, bijgebouwen en<br />

bouwwerken, geen gebouwen zijnde;<br />

b. groen, water, tuinen, parkeervoorzieningen, ontsluitingswegen en -paden;<br />

c. "Waarde - Archeologie - 3", voor zover de gronden mede als zodanig zijn<br />

bestemd.<br />

Registratienummer dienst: 12/12192/BS12/787 raadsvergadering van: dd-mm-jjjj<br />

Behandelaar: H.V. Hooplot, 010-4894165 raadsstuk 0000 pagina 6


36.2 Bouwregels<br />

36.2.1 Algemeen<br />

Op de voor "Woongebied -2" bestemde gronden mag uitsluitend worden<br />

gebouwd ten behoeve van de aldaar genoemde functies.<br />

36.2.2 Bebouwingsnormen<br />

a. het aantal woningen bedraagt minder dan negentig;<br />

b. de maximale bouwhoogte bedraagt 14 meter;<br />

c. parkeergarages (al dan niet ondergronds) mogen niet meer dan een<br />

bouwlaag tellen.<br />

36.2.3 Medebestemming<br />

Voor zover de gronden mede zijn bestemd voor "Waarde - Archeologie - 3", is<br />

voor het bouwen het bepaalde ter zake in genoemde bestemming mede van<br />

toepassing.<br />

36.3 Specifieke gebruiksregels<br />

36.3.1 Algemeen<br />

Woningen mogen mede worden gebruikt voor de uitoefening van een aan huis<br />

gebonden beroep of bedrijf, mits:<br />

a. de woonfunctie in overwegende mate gehandhaafd blijft, waarbij het bruto<br />

vloeroppervlak van de woning voor ten hoogste 30% mag worden gebruikt<br />

voor een aan huis gebonden beroep of bedrijf;<br />

b. ten aanzien van een aan huis gebonden bedrijf sprake is van een bedrijf tot<br />

en met categorie 1 als bedoeld in de bij deze regels horende lijst van<br />

bedrijfsactiviteiten;<br />

c. de gevel en dakrand van de woning niet worden gebruikt ten behoeve van<br />

reclame-uitingen;<br />

d. er geen bedrijfsmatige activiteiten plaatsvinden die betrekking hebben op<br />

het onderhouden en repareren van motorvoertuigen;<br />

e. er geen detailhandel plaatsvindt, tenzij als ondergeschikt onderdeel van het<br />

aan huis gebonden beroep of bedrijf.<br />

36.4 Afwijken van de gebruiksregels<br />

36.4.1 geluidsgevoelige maatschappelijke voorzieningen<br />

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van<br />

het bepaalde in lid 36.3.1 ter zake van de toegestane bedrijfsactiviteiten ten<br />

behoeve van andere bedrijfsactiviteiten dan die primair zijn toegelaten, welke -<br />

gehoord de milieudeskundige - daarmede naar aard en invloed op de omgeving<br />

gelijk te stellen zijn.<br />

1.3. Locatie Coolsestraat 47 en 49<br />

<strong>Het</strong> dagelijks bestuur van de deelgemeente Centrum heeft voorgesteld om in het<br />

gehele pand Coolsestraat 47 en op de begane grond van de Coolsestraat 49 een<br />

hotel mogelijk te maken. Wij onderschrijven dit voorstel omdat het een goede<br />

invulling is van<br />

het leegstaande pand en de functie bovendien aansluit bij het Binnenstadsplan en de<br />

wijkeconomie. Om deze reden stellen wij u voor hieraan medewerking te verlenen<br />

Registratienummer dienst: 12/12192/BS12/787 raadsvergadering van: dd-mm-jjjj<br />

Behandelaar: H.V. Hooplot, 010-4894165 raadsstuk 0000 pagina 7


door het ontwerpbestemmingsplan als volgt te wijzigen:<br />

Verbeelding<br />

De bestemmingen GD -1 en GD – 6, ter hoogte van de Coolsestraat 47 en 49<br />

worden aangevuld met de functie-aanduiding “Horeca-Hotel’. In de legenda wordt<br />

de functieaanduiding verklaard “Horeca-Hotel toegestaan”.<br />

Regels<br />

Aan artikel 9 lid 1 wordt wordt een nieuw sublid l toegevoegd, waarna het artikel<br />

wordt herschikt en als volgt komt te luiden:<br />

Artikel 9 Gemengd - 1<br />

9.1 Bestemmingsomschrijving<br />

De voor "Gemengd - 1" aangewezen gronden zijn bestemd voor:<br />

a. woningen (zowel op de begane grond als op de verdiepingen);<br />

Uitsluitend op de begane grond:<br />

b. winkels;<br />

c. kantoren;<br />

d. praktijkruimten;<br />

e. voorzieningen op het gebied van onderwijs, religie, gezondheidszorg,<br />

maatschappelijke dienstverlening en "Publieke dienstverlening";<br />

f. ter plaatse van de functieaanduiding "maatschappelijk" is tevens op de<br />

bovenverdiepingen een kinderdagverblijf toegestaan, met dien verstande dat zodra<br />

het in dit lid bedoelde gebruik als kinderdagverblijf op de bovenverdiepingen is<br />

vervangen een gebruik als woning, een kinderdagverblijf op de bovenverdiepingen<br />

niet langer is toegestaan, dit betreft het adres: 's-Gravendijkwal 56;<br />

g. ter plaatse van de functieaanduiding "horeca", is uitsluitend op de begane grond<br />

tevens horeca toegestaan, dit betreft de adressen: Nieuwe Binnenweg 142, 148,<br />

152 en 181;<br />

h. uitsluitend op het adres Henegouwerlaan 32, ter plaatse van de functieaanduding<br />

"onderwijs", is op de verdiepingen tevens een onderwijsvoorziening toegestaan;<br />

i. ter plaatse van de functieaanduiding "parkeergarage", is tevens een parkeergarage<br />

toegestaan, dit betreft de locatie Adrianastraat;<br />

j. ter plaatse van de functieaanduiding "religie" is op alle verdiepingen tevens een<br />

gebruik van de aanwezige ruimten ten behoeve van godsdienstoefeningen,<br />

toegestaan, dit betreft het adres 's-Gravendijkwal 46;<br />

k. voorzieningen behorend bij bovengenoemde functies, zoals tuinen, groen,<br />

ontsluitingswegen en -paden;<br />

l. ter plaatse van de functieaanduiding "horeca-hotel is uitsluitend op de begane<br />

grond tevens een hotel toegestaan, dit betreft Coolsestraat 49;<br />

m. "Waarde - Archeologie - 1", "Waarde - Archeologie - 2", "Waarde - Archeologie - 3",<br />

"Waarde - Cultuurhistorie - 1" en "Waarde - Cultuurhistorie - 2", voor zover de<br />

gronden mede als zodanig zijn bestemd.<br />

Aan artikel 14 lid 1 wordt een nieuw sublid f toegevoegd, waarna het artikellid<br />

wordt herschikt en als volgt komt te luiden:<br />

Registratienummer dienst: 12/12192/BS12/787 raadsvergadering van: dd-mm-jjjj<br />

Behandelaar: H.V. Hooplot, 010-4894165 raadsstuk 0000 pagina 8


Artikel 14 Gemengd - 6<br />

14.1 Bestemmingsomschrijving<br />

De voor "Gemengd - 6" aangewezen gronden zijn bestemd voor:<br />

a. kantoren (zowel op de begane grond als op de verdiepingen);<br />

b. winkels;<br />

uitsluitend op de begane grond:<br />

c. praktijkruimten;<br />

d. bedrijven t/m categorie 2 van de lijst van bedrijfsactiviteiten behorende bij deze<br />

regels;<br />

e. voorzieningen behorend bij bovengenoemde functies, zoals tuinen, groen,<br />

ontsluitingswegen en -paden;<br />

f. ter plaatse van de functieaanduiding "horeca-hotel” is tevens een hotel toegestaan,<br />

dit betreft Coolsestraat 47;<br />

g. "Waarde - Archeologie - 2", "Waarde - Archeologie - 3", "Waarde - Cultuurhistorie -<br />

1" en "Waarde - Cultuurhistorie - 2", voor zover de gronden mede als zodanig zijn<br />

bestemd.<br />

1.4. Horecanota 2012 -2016<br />

Omdat een nieuwe Horecanota is vastgesteld vinden de volgende wijzigingen plaats in<br />

de toelichting en regels.<br />

Paragraaf 2.3.9. komt als volgt te luiden:<br />

Paragraaf 2.3.9. Horecanota Rotterdam 2012-2016 (nieuwe tekst)<br />

Vastgesteld op 3 juli 2012 door College van burgemeester en wethouders.<br />

Doel<br />

Centraal in de horecanota 2012-2016 staat het stimuleren van goede<br />

initiatieven, het bij elkaar brengen van vraag en aanbod, het vooraf bieden van<br />

duidelijke richtlijnen, het beperkt sturen door vergunningverlening en<br />

gebiedsgerichte aanpak en het normeren door toezicht en handhaving.<br />

Visie<br />

Vanuit de markt- en leefbaarheidsanalyse op horeca, de uitkomsten van de<br />

evaluatie van de vorige horecanota en de stedelijke ambities is de visie op de<br />

horeca als volgt geformuleerd: 'bruisende, aantrekkelijke stad met ruimte voor<br />

initiatieven van ondernemers'. Deze visie is nader uitgewerkt in een drietal<br />

ambities:<br />

1. kwaliteitshoreca: het creëren van een aantrekkelijk en bruisend horecaaanbod<br />

dat aansluit op de zakelijke markt, de wensen van de bezoekers en<br />

de bewoners;<br />

2. dynamisch ondernemerschap: het stimuleren van nieuwe initiatieven;<br />

3. horeca en leefbaarheid in balans: de samenwerking tussen ondernemers en<br />

overheid versterken waardoor een veilig uitgaansklimaat gecreëerd wordt<br />

zonder overlast voor omwonenden. “High trust, High penalty” is een<br />

belangrijk uitgangspunt.<br />

Registratienummer dienst: 12/12192/BS12/787 raadsvergadering van: dd-mm-jjjj<br />

Behandelaar: H.V. Hooplot, 010-4894165 raadsstuk 0000 pagina 9


Horeca definitie en afbakening<br />

<strong>Het</strong> bedrijfschap Horeca en Catering deelt horeca in vier bedrijfsgroepen in, te<br />

weten de drankensector, fastfoodsector, restaurantsector en hotelsector. Voor<br />

de definitie van een horecabedrijf zoals in de horecanota bedoeld wordt, is<br />

aangesloten bij het begrip 'openbare horeca-inrichting' uit de Rotterdamse APV.<br />

Binnen een openbare horeca-inrichting kan een ondernemer verschillende<br />

activiteiten ontplooien op het gebied van etenswarenverstrekking, het schenken<br />

van (alcoholhoudende) drank en het aanbieden van amusement.<br />

Beleidsonderwerpen die wel voor de horecabranche gelden of sterke<br />

raakvlakken hebben maar niet binnen de horecanota expliciet beschreven<br />

worden, zijn de hotelsector, de kwaliteitseisen ten aanzien van terrassen (nota<br />

kwaliteitseisen voor terrassen) en het programma gericht op het tegengaan van<br />

(overmatig) alcohol en drugsgebruik en uitgaansgeweld.<br />

Stedelijke focusgebieden, algemene gebiedskaders en horecagebiedsplannen<br />

Om (naast wat het bestemmingsplan nu toestaat) in de toekomst beter te<br />

kunnen sturen op welke horeca zich in een bepaald gebied kan vestigen, in het<br />

kader van het stimuleren van kwaliteitshoreca en waarborgen van leefbaarheid,<br />

worden gebiedsgerichte vestigingsvoorwaarden opgesteld. Om te kunnen<br />

komen tot gedegen vestigingsvoorwaarden in een gebied, die recht doen aan<br />

de ambities ten aanzien van de horecafunctie van de stad Rotterdam in zijn<br />

geheel, is een vijftiental stedelijke focusgebieden beschreven. De<br />

omschrijvingen van de focusgebieden geven de visie weer hoe deze gebieden<br />

zich afzonderlijk en in verhouding tot elkaar zouden moeten ontwikkelingen om<br />

recht te doen aan de bovenlokale horecafunctie die in de stad gewenst is.<br />

Naast de visie op bovenlokale horeca en de ontwikkelrichting hiervan, is ook in<br />

zijn algemeenheid ten aanzien van de hoofdfunctie van gebieden gekeken wat<br />

de gewenste ontwikkelrichting is, waarbij onderscheid is gemaakt in<br />

'woongebieden', 'gemengde woongebieden', 'publieksintensieve<br />

recreatiegebieden', 'bedrijventerreinen/industriegebieden/havengebied'. Bij<br />

inwerkingtreding van de horecanota gelden deze gebiedskaders als<br />

toetsingskader voor de vergunningverlening totdat de horecagebiedsplannen<br />

zijn vastgesteld. Deelgemeenten maken integrale vierjaarlijkse gebiedsplannen,<br />

waar het gebiedsplan horeca nu deel van uit gaat maken. In deze<br />

horecagebiedsplannen wordt per deelgemeente de horeca-ontwikkelrichting per<br />

buurt/straat/pand weergegeven.<br />

Een logische wijze om via vestigingsvoorwaarden te sturen op kwaliteit en<br />

waarborging van de leefbaarheid zijn de Rotterdamse bestemmingsplannen.<br />

Bestemmingsplannen bieden echter geen tot zeer weinig sturingsmogelijkheden<br />

voor kwalitatieve horeca. In bestemmingsplannen staan ruime omschrijvingen<br />

van de mogelijkheden om in bepaalde panden horeca te exploiteren. Tevens<br />

worden de plannen voor 10 jaar vastgesteld en is tussentijdse aanpassing niet<br />

gebruikelijk. Dit alles betekent dat gerichte planvorming, het stellen van<br />

vestigingsvoorwaarden ten aanzien van bepaalde exploitatie categorieën in<br />

bepaalde gebieden, op basis van het bestemmingsplan niet mogelijk is. Daarom<br />

worden horecagebiedsplannen opgesteld waarin de gewenste<br />

ontwikkelrichtingen voor horeca beschreven staat.<br />

Registratienummer dienst: 12/12192/BS12/787 raadsvergadering van: dd-mm-jjjj<br />

Behandelaar: H.V. Hooplot, 010-4894165 raadsstuk 0000 pagina 10


<strong>Het</strong> plangebied <strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong><br />

Nieuwe Binnenweg<br />

De Nieuwe Binnenweg is een populaire straat die het centrum van Rotterdam<br />

verbindt met het westelijk deel van de stad. De straat kenmerkt zich door een<br />

zeer gevarieerd aanbod van kleinschalige detailhandel met unieke<br />

specialiteiten, winkels en horeca. <strong>Het</strong> Centrumdeel van de Nieuwe Binnenweg<br />

is populair onder horecaondernemers. <strong>Het</strong> publiek is relatief jong en kent een<br />

eigen dynamiek.<br />

Maar de andere kant van de horecamedaille is in dit gebied duidelijk van<br />

toepassing: de straat kent een ernstige veiligheidsproblematiek. De horeca aan<br />

de Nieuwe Binnenweg brengt relatief veel incidenten en overlast met zich mee.<br />

Op de Nieuwe Binnenweg is al een tijd speciale aandacht voor detailhandel en<br />

horeca in het centrum en in Delfshaven. Wat horeca betreft blijkt onder andere<br />

dat een wildgroei aan vergunningsvrije inrichtingen een negatief effect heeft<br />

gehad op het gebied.<br />

Op dit moment wordt gewerkt aan een integrale aanpak van de Nieuwe<br />

Binnenweg (zijde richting Delfshaven). Naast het aantrekken van nieuwe<br />

ondernemers wordt gewerkt aan het herinrichten van de straat en het<br />

aanpakken van achterstallig onderhoud. Deze aanpak blijkt effectief: de straat<br />

knapt zichtbaar op en krijgt een positiever imago.<br />

Maar deze aanpak is ook kostbaar en arbeidsintensief: de straat wordt ‘pand<br />

voor pand’ aangepakt. De komende jaren is het voor de Nieuwe Binnenweg van<br />

belang dat de ontwikkeling van horeca zeer gecontroleerd plaatsvindt. De<br />

omliggende wijken ondergaan langzaam het proces van ‘gentrification’<br />

(opwaardering van de buurt).<br />

Horeca aan de Nieuwe Binnenweg zal zich in lijn met dit proces moeten<br />

ontwikkelen. De gemeente zal horecainitiatieven, die de opwaardering van het<br />

gebied ondersteunen, stimuleren. Daarnaast zullen ondernemers willen blijven<br />

inspelen op de aantrekkingskracht van het gebied op het jonge uitgaanspubliek.<br />

1e en 2e Middellandstraat en West-Kruiskade<br />

De 1e en 2e Middellandstraat en de West-Kruiskade vormen samen een van de<br />

grotere multiculturele winkellinten van Rotterdam. De straten kennen een breed<br />

internationaal aanbod van detailhandel en food. Om het veiligheidsgevoel in het<br />

gebied te verbeteren en om het woon- en winkelgenot in het gebied te<br />

verbeteren, is de Alliantie West-Kruiskade opgericht. Gemeente en<br />

woningcorporaties richten zich samen met de ondernemers op intensief beheer<br />

van winkel- en bedrijfspanden, de aanpak van overlastgevende panden en het<br />

uitvoeren van het economisch actieprogramma ‘Verbetering Winkelgebied West-<br />

Kruiskade’. Inmiddels is de West-Kruiskade in transformatie naar ‘de straat met<br />

de 1000 smaken’, een aantrekkelijk winkelgebied met eethuisjes en toko’s. De<br />

genoemde aanpak, samen met het beleid ‘verminderen’ in de horecanota 2007-<br />

2011, heeft ervoor gezorgd dat ook het horecabestand in het gebied de<br />

afgelopen jaren is teruggebracht. Deze succesvolle aanpak wordt de komende<br />

twee jaar doorgezet en omdat het gecontroleerd toevoegen van horeca deel<br />

uitmaakt van de aanpak, werkt de Alliantie aan het invullen van horecapanden<br />

met dag- en avondhoreca die het nieuwe karakter van de West-Kruiskade<br />

ondersteunt.<br />

Registratienummer dienst: 12/12192/BS12/787 raadsvergadering van: dd-mm-jjjj<br />

Behandelaar: H.V. Hooplot, 010-4894165 raadsstuk 0000 pagina 11


Paragraaf 4.6.3. wordt als volgt gewijzigd.<br />

4.6.3 Horeca<br />

In de "Horecanota Rotterdam 2007-2011 2012 - 2016" worden de hoofdlijnen<br />

van het horecabeleid beschreven. Dit beleid is, voor zover ruimtelijk relevant,<br />

vastgelegd in dit bestemmingsplan.<br />

Horeca omvat een breed scala aan ondernemingen. De bekendste vormen zijn<br />

café, restaurant en hotel. Naast de klassieke horecabedrijven ontstaan er<br />

steeds meer nieuwe ondernemingen waarbinnen horeca niet de hoofdactiviteit<br />

is. Detailhandel of dienstverlening wordt dan gecombineerd met horeca.<br />

Voorbeelden hiervan zijn de slager die ook belegde broodjes verkoopt of een<br />

winkel met kookstudio die ook zwak alcoholische dranken schenkt.<br />

Vergunningvrij exploiteren<br />

Rotterdam biedt een groot aantal bedrijven, waarbij horeca ondergeschikt is<br />

aan de primaire detailhandelfunctie en bedrijven waar het exploiteren van<br />

horeca een minimale weerslag heeft op de omgeving, de mogelijkheid om<br />

vergunningvrije horeca te exploiteren. Dit betreft bijvoorbeeld het koffiehoekje in<br />

de supermarkt, de bakkerij waar ook een gebakje gegeten kan worden en het<br />

restaurant in ouderenhuisvesting. Vergunningsvrij betekent dat geen<br />

vergunning hoeft te worden aangevraagd en derhalve ook geen leges verplicht<br />

zijn. De exploitatie van de volgende inrichtingen kan zonder vergunning<br />

plaatsvinden:<br />

1. inrichtingen die:<br />

geopend zijn tussen 07.00 en 22.00 uur;<br />

geen (zwak of sterk) alcoholische drank schenken;<br />

geen versterkt geluid ten gehore brengen;<br />

geen vergunningplichting terras exploiteren (gevelzitplaats wel mogelijk);<br />

geen speelautomaten hebben;<br />

2 bedrijfskantines, voor zover deze uitsluitend als zodanig in gebruik zijn;<br />

3. inrichtingen in musea, crematoria, begraafplaatsen en rouwcentra voor zover<br />

deze worden gebruikt als ondersteuning van de bedrijfsvoering;<br />

4. inrichtingen in ziekenhuizen, ouderenhuisvesting en verpleegtehuizen, voor<br />

zover deze uitsluitend gericht zijn op de bewoners/patiënten en hun<br />

bezoekers;<br />

5. horeca in tuincentra en congrescentra voor zover deze worden gebruikt als<br />

ondersteuning van de bedrijfsvoering en uitsluitend gericht zijn op hun<br />

bezoekers.<br />

Exploitatievergunning nodig<br />

Voor alle overige inrichtingen, waar horeca de primaire bedrijfsfunctie betreft, is<br />

een exploitatievergunning vereist.<br />

De horeca-exploitatievergunning wordt afgegeven voor de inpandige m²<br />

alsmede voor de eventuele m² terras en heeft een looptijd van vijf jaar. Voor de<br />

beoordeling van de aanvraag van de exploitatievergunning geldt dan het<br />

bestemmingsplan van de betreffende locatie leidend is. Of een vergunning<br />

wordt toegewezen, hangt daarnaast onder andere af van afwegingen die ten<br />

aanzien van het beleid worden gemaakt (horecagebiedsplannen). Daarnaast<br />

wordt beoordeeld of het pand bouwtechnisch en geluidstechnisch geschikt is<br />

Registratienummer dienst: 12/12192/BS12/787 raadsvergadering van: dd-mm-jjjj<br />

Behandelaar: H.V. Hooplot, 010-4894165 raadsstuk 0000 pagina 12


voor de door de ondernemer aangevraagde activiteiten. Voor het proces en<br />

vereisten van de vergunningverlening wordt verwezen naar paragraaf 4.3 van<br />

de horecanota 2012-2016.<br />

Horeca toegestaan ter plaatse van de aanduiding “horeca” en flexibel binnen de<br />

bestemming “Detailhandel - ”<br />

Horeca is buiten de bestemming ''Detailhandel - 1'' toegestaan in panden die op<br />

de plankaart zijn aangegeven met de functieaanduiding "horeca". Waar de<br />

horeca in het gehele pand is toegestaan, is het pand bestemd als "Horeca".<br />

Binnen de bestemming ''Detailhandel - 1'' is horeca flexibel toegestaan. Daarbij<br />

is de horecafunctie niet op de plankaart aangegeven. In de regels is<br />

aangegeven hoeveel horecavestigingen en van welke afmetingen in een<br />

bepaald straatgedeelte zijn toegestaan.<br />

Deze regeling geldt niet voor horeca die:<br />

onderdeel is van een groter geheel, zoals warenhuis, bibliotheek of<br />

sportschool, op dezelfde tijden als t.b.v. het hoofdgebruik geopend is en niet<br />

rechtstreeks vanuit de straat toegankelijk is;<br />

kan worden beschouwd als 'koffiehoekje' in een winkel;<br />

bestaat uit het logies-gedeelte van een hotel.<br />

1.5. Terrassen Horeca<br />

Terrassen zijn niet opgenomen in het ontwerpbestemmingsplan dat ter inzage<br />

heeft gelegen. Evenwel is dit is vanuit de rechtspraktijk wenselijk gebleken. Wij<br />

stellen u daarom voor het voorliggende ontwerp als volgt te wijzigen.<br />

Toelichting<br />

Paragraaf 4.6.3. van de toelichting wordt aangevuld met de volgende passage:<br />

Binnen de bestemmingen 'Verkeer-Verblijfsgebied' en Verkeer-Wegverkeer' zijn<br />

ongebouwde terrassen ten behoeve van horecavestigingen aangrenzend aan<br />

die bestemmingen toegestaan, conform de in de regels opgenomen<br />

voorwaarden en met inachtneming van andere toepasselijke regelgeving.<br />

Regels<br />

Artikel 1<br />

Aan artikel 1 (begripsbepalingen) wordt de volgende regel toegevoegd, waarna<br />

de overige artikelen worden herschikt.<br />

ongebouwd (gevel)terras: “een buiten de besloten ruimte liggend deel van een<br />

horecabedrijf, waar tegen vergoeding dranken worden geschonken en/of spijzen voor<br />

directe consumptie worden verstrekt;”<br />

Artikelen 30 en 31<br />

Aan lid 30.1. (“Verkeer – Verblijfsgebied”) en lid 31.1. (“Verkeer – Wegverkeer”)<br />

worden sublid 30.1.g. en sublid 31.1. sub g. toegevoegd, en elk voorzien van<br />

de volgende inhoud:<br />

Registratienummer dienst: 12/12192/BS12/787 raadsvergadering van: dd-mm-jjjj<br />

Behandelaar: H.V. Hooplot, 010-4894165 raadsstuk 0000 pagina 13


“Ongebouwde (gevel)terrassen, aangrenzend aan een bestemming waar horeca<br />

is toegelaten”.<br />

Hierna vindt een herschikking van de subleden van het artikel plaats.<br />

Artikelen 30.3. en 31.3.<br />

Voorts wordt aan beide artikelen een nieuw lid 3 toegevoegd, te weten 30.3 en<br />

31.3. met de naam: “Specifieke gebruiksregels” en voorzien van de volgende<br />

inhoud:<br />

Specifieke gebruiksregels<br />

Horeca<br />

Ongebouwde (gevel) terrassen als bedoeld in lid 1 van de regels dienen aan de<br />

volgende eisen te voldoen:<br />

a. nooduitgangen, brandtrappen en brandkranen dienen vrijgehouden te<br />

worden;<br />

b. op trottoirs dient minimaal een 1,80 meter brede obstakelvrije<br />

doorloopruimte te zijn gegarandeerd;<br />

c. een ongebouwd terras dat niet langs een rijweg is gesitueerd<br />

(bijvoorbeeld een plein) dient een vrije doorgang van minimaal 4,50 meter<br />

breed te hebben.<br />

Artikelen 30.4. en 31.4.<br />

Ten slotte nog wordt aan beide artikelen een nieuw lid 4 toegevoegd, te weten<br />

30.4 en 31.4. met de naam: “Afwijken van gebruiksregels” en voorzien van de<br />

volgende inhoud:<br />

Afwijken van de gebruiksregels<br />

“Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van de<br />

bouwregels van de ter plaatse geldende bestemming, door terrasschermen met<br />

een maximale hoogte van maximaal 1.60 meter toe te staan. De terrasschermen<br />

dienen in overeenstemming te zijn met de door het college vastgestelde nota<br />

“Kwaliteiteisen voor terrassen”.”<br />

1.6 Toelichting bestemmingsplan (overig)<br />

Omdat de wijzigingsbevoegdheid uit het bestemmingsplan is verwijderd, zijn ook<br />

de hieronder doorgehaalde passages uit de paragrafen 3.1.7. en 4.5.5. van de<br />

toelichting verwijderd:<br />

Paragraaf 3.1.7. Parkeren<br />

De een voor de laatste alinea vervalt: Bij de grote nieuwbouwprojecten, zoals bij<br />

de Bajonetlocatie, is het in dit bestemmingsplan via wijzigingsbevoegdheid<br />

mogelijk gemaakt extra parkeercapaciteit ten behoeve van de wijk te realiseren.<br />

Paragraaf 4.5.5.<br />

<strong>Het</strong> plangedeelte Bajonetstraat zal conserverend worden bestemd, met een<br />

wijzigingsbevoegdheid om onder voorwaarden te ontwikkelen. <strong>Het</strong> plangedeelte<br />

omvat nu nog 90 meergezinswoningen. Bij deze ontwikkeling is er sprake van<br />

verdunning van het woningaantal na sloop/nieuwbouw of renovatie.<br />

Registratienummer dienst: 12/12192/BS12/787 raadsvergadering van: dd-mm-jjjj<br />

Behandelaar: H.V. Hooplot, 010-4894165 raadsstuk 0000 pagina 14


De nieuwe ontwikkeling zal binnen de bestaande hoogtematen plaatsvinden<br />

(maximale bouwhoogte 14 m). <strong>Het</strong> wijzigingsgebied De bestemming<br />

"Woongebied - 2" staat woningen, tuinen en een voorziening ten behoeve van al<br />

dan niet ondergronds parkeren toe.<br />

De paragrafen 6.7.1. en 6.7.2. luiden als gevolg van een<br />

actualisering thans als volgt:<br />

6.7.1 Transport gevaarlijke stoffen over rail<br />

Over de spoorlijn Rotterdam - Gouda worden gevaarlijke stoffen<br />

getransporteerd. Bij het opstellen van bestemmingsplannen in de buurt van<br />

transportroutes van gevaarlijke stoffen moet rekening worden gehouden met<br />

het plaatsgebonden risico. Als het plangebied binnen het invloedsgebied<br />

groepsrisico valt dan moet de gemeenteraad de hoogte en een eventuele<br />

toename van het groepsrisico door het plan verantwoorden. <strong>Het</strong> <strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong><br />

ligt minimaal 120 meter vanaf het spoor ter plaatse van Rotterdam Centraal.<br />

Daarmee ligt het plangebied voor een klein deel binnen het invloedsgebied<br />

groepsrisico van het vervoer van gevaarlijke stoffen over het spoor. Daarom is<br />

voor het bestemmingsplan <strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong> een verantwoording groepsrisico<br />

nodig.<br />

Plaatsgebonden risico<br />

<strong>Het</strong> bestemmingsplangebied <strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong> ligt op grote afstand van de 10 -6 -<br />

plaatsgebonden risicocontour ter plaatse van het spoor. Plaatsgebonden risico<br />

speelt daarom geen rol bij het bestemmingsplan <strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong>.<br />

Groepsrisico<br />

De ontwikkelingen in het bestemmingsplan <strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong> zorgen niet voor een<br />

toename van het aantal personen binnen het invloedsgebied. <strong>Het</strong><br />

bestemmingsplan <strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong> zorgt daarom niet voor een toename van de<br />

hoogte van het groepsrisico.<br />

<strong>Het</strong> relevante groepsrisico voor het bestemmingsplan <strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong> is hetzelfde<br />

als het groepsrisico voor Rotterdam Central District (RCD). Dit groepsrisico<br />

bedraagt na realisatie van RCD 5,2 maal de oriëntatiewaarde als er geen Basis<br />

Spoor is maar wel uitgebreide risicobeperkende maatregelen worden getroffen.<br />

Na inwerkingtreding van het Basisnet Spoor is het groepsrisico bij RCD 1,3<br />

maal de oriëntatiewaarde. Omdat de oriëntatiewaarde van het groepsrisico<br />

wordt overschreden is op basis van het Beleidskader Groepsrisico Rotterdam<br />

voor het bestemmingsplan <strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong> een zware verantwoording vereist.<br />

6.7.2 Conclusie<br />

Door de gemeenteraad is op 24 november 2011 een expliciet besluit genomen<br />

ten aanzien van het groepsrisico van de RCD gebiedsontwikkeling. De raad heeft<br />

besloten dat het toekomstige groepsrisico na realisatie van de bouwlocaties van<br />

RCD niet meer mag bedragen dan 5,2 maal de oriëntatiewaarde, dit gelet op het<br />

belang van deze ontwikkelingen en de maatregelen op het gebied van<br />

zelfredzaamheid en hulpverlening. Omdat de ontwikkelingen in “<strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong>”<br />

niet voor een toename van het groepsrisico zorgen betreft het groepsrisico in het<br />

bestemmingsplan “<strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong>” hetzelfde groepsrisico als het eerder bij RCD<br />

Registratienummer dienst: 12/12192/BS12/787 raadsvergadering van: dd-mm-jjjj<br />

Behandelaar: H.V. Hooplot, 010-4894165 raadsstuk 0000 pagina 15


verantwoord geachte groepsrisico. De verantwoording van het groepsrisico in het<br />

bestemmingsplan <strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong> heeft derhalve al eerder plaatsgevonden,<br />

middels het bovengenoemde besluit.<br />

1.7. Financiele paragraaf (Hoofdstuk 9)<br />

Doordat de noodzaak tot het opnemen van een wijzigingsbevoegdheid is komen<br />

te vervallen ring luidt hoofdstuk 9 van de toelichting als volgt:<br />

Door de vakgroep Planeconomie is gekeken naar de kosten en opbrengsten (financiële<br />

haalbaarheid) van de projecten met betrekking tot het concept<br />

ontwerpbestemmingsplan <strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong>.<br />

<strong>Het</strong> betreft hier de volgende projecten;<br />

- Bajonetstraat e.o.<br />

De kosten voor het project Bajonetstraat e.o. waren aanvankelijk begroot op<br />

€ 4.500.000,-. Om de ontwikkeling mogelijk te maken is werd een ISV3 subsidie<br />

van € 4.500.000,- aangevraagd. In de Midterm-Review in mei jl. heeft het<br />

college het aangevraagde bedrag echter met twee ton verminderd tot € 4,3<br />

miljoen als gevolg van de actuele financiële positie van de gemeente.<br />

De plannen zullen derhalve met een kleiner budget moeten worden<br />

gerealiseerd. Er zijn twee partijen die in het gebied plannen ontwikkelen:<br />

Woonstad realiseert een parkeergarage, de gemeente richt de buitenruimte<br />

opnieuw in. Van de ISV-3 aanvraag is inmiddels € 2,4 miljoen beschikt t.b.v. de<br />

parkeergarage (waarmee is aangetoond dat dit bedrag toereikend is). Voor de<br />

(her)inrichting van de buitenruimte is € 1,9 miljoen beschikbaar; dit bedrag is<br />

kader stellend voor het Inrichtingsplan; zodra dit Inrichtingsplan is opgesteld<br />

wordt de beschikking aangevraagd. Indien onverhoopt toch geen beschikking<br />

mocht worden verstrekt wordt de buitenruimte niet aangepakt; er is dus geen<br />

financieel risico voor de gemeente.<br />

- St. Mariastraat<br />

<strong>Het</strong> betreft hier een renovatieproject van Woonstad. De exploitatie is geheel in<br />

handen van Woonstad en voor eigen rekening en risico.<br />

- Gaffelstraat<br />

<strong>Het</strong> betreft hier een nieuwbouwproject via een Collectief Particulier<br />

opdrachtgeverschap begeleid door Woonstad. De exploitatie is geheel in<br />

handen van de kopers in samenwerking met Woonstad en voor eigen rekening<br />

en risico.<br />

- Drievriendenstraat e.o.<br />

<strong>Het</strong> betreft hier een sloop/nieuwbouw project van Woonstad. De exploitatie is<br />

geheel in handen van Woonstad en voor eigen rekening en risico.<br />

Uitgangspunt is dat er geen aanpassingen in de buitenruimte worden uitgevoerd<br />

op de locatie van de projecten St. Mariastraat, Gaffelstraat en Drievriendenstraat<br />

e.o.<br />

- West-Kruiskade/Gouvernestraat, Watt<br />

Dit betreft een particulier initiatief. De exploitatie is geheel in handen van de<br />

particulier en voor eigen rekening en risico.<br />

Registratienummer dienst: 12/12192/BS12/787 raadsvergadering van: dd-mm-jjjj<br />

Behandelaar: H.V. Hooplot, 010-4894165 raadsstuk 0000 pagina 16


2. Aanpassingen van het ontwerpbestemmingsplan naar aanleiding van de<br />

ingediende zienswijzen (nummering correspondeert met de zienswijze).<br />

Aanpassingen verbeelding (plankaart)<br />

51.1. Rochussenstraat 20<br />

<strong>Het</strong> plangedeelte ter hoogte van de Rochussenstraat 20, bestaande uit de<br />

bestemmingen horeca en tuin, wordt gewijzigd in de bestemming “gemengd 9”<br />

(GD-9).<br />

51.7. Rochussenstraat 20<br />

Bouwhoogte in samenhang met bestemming GD-9 bedraagt 9 meter.<br />

51.8. Rochussenstraat 20<br />

Dit perceel maakt niet langer deel uit van waarde cultuurhistorie-1.<br />

53.2. Westersingel 1 t/m 26<br />

De bestemming van de bovenomschreven locatie (bestaande uit achtererven van<br />

de zogenoemde Laan) wordt gewijzigd van groen in verkeer-erf: dit betreft de<br />

locatie achter de nummers 1 t/m 21, evenals de achtererven op de huisnummers<br />

22 t/m 26;<br />

de functieaanduiding pg (parkeergarage) wordt verwijderd.<br />

Zie in dit verband punt 58.8. hieronder.<br />

55.2. Westersingel 27<br />

De bestemming groen wordt gewijzigd in de bestemming tuin.<br />

57.6. Adriananstraat 6 (belhuis)<br />

Functieaanduiding “belhuis” wordt verwijderd.<br />

58.8. Westersingel 18, 19, 20,<br />

De bestaande bebouwing aan de Westersingel 18, 19 en 20 wordt opgenomen in<br />

een bebouwingsvlak en bestemd als kantoor-1. Zie tevens punt 53.2. hierboven.”<br />

58.10. Westersingel 22<br />

De bestemming M-1 (maatschappelijk-1) ter hoogte van de locatie Westersingel<br />

22, wordt gewijzigd in K-2 (kantoor-2).<br />

59.10.2 Westersingel 21<br />

De bestemming wordt gewijzigd in GD-2 (gemengd - 2).<br />

59.17 Westersingel 34<br />

De bestemming wordt gewijzigd in GD-6 (gemengd - 6).<br />

59.22 Westersingel 50<br />

De functieaanduiding “kantoor toegestaan” hier opgenomen.<br />

59.23. Nieuwe Binnenweg 1<br />

Op dit adres wordt de functieaanduiding “wonen” opgenomen.<br />

60.5. ‘s-Gravendijkwal 56<br />

Hier wordt de functieaanduiding m(aatschappelijk) verwijderd.<br />

Registratienummer dienst: 12/12192/BS12/787 raadsvergadering van: dd-mm-jjjj<br />

Behandelaar: H.V. Hooplot, 010-4894165 raadsstuk 0000 pagina 17


61. Locatie West-Kruiskade 26, 28, 30/Gouvernestraat 2, 4<br />

De bestemmingen detailhandel 1 en “cultuur en ontspanning – 1”, worden<br />

gewijzigd in “gemengd – 10”. De adressen West-Kruiskade 30 en<br />

Gouvernestraat 2 en 4, krijgen de functieaanduiding “wonen”.<br />

Aanpassingen Toelichting:<br />

51.1. Wijzigen par.4.6.2.<br />

1. De vierde alinea wordt in verband met de toevoeging van de “9 e variatie<br />

gemengd” gewijzigd waardoor het als volgt komt te luiden:<br />

In de bestemmingen 'Gemengd 1 t/m10' is het mogelijk om de begane grondlaag<br />

voor een andere bestemming dan wonen te gebruiken, de verdiepingen zijn<br />

doorgaans bestemd voor woningen. Er zijn in dit plan 10 variaties van 'Gemengd'<br />

opgenomen. Binnen de variaties worden de flexibele gebruiksmogelijkheden<br />

geboden die toegespitst zijn op de specifieke planologische situatie.<br />

2. Na de passage betreffende gemengd 8 wordt de paragraaf aangevuld met de<br />

volgende passage:<br />

"Gemengd - 9" is bestemd voor woningen, uitsluitend op de verdiepingen, terwijl<br />

uitsluitend op de begane grond horeca, bedrijven (cat 1 t/m 2) en cultureeleducatieve<br />

voorzieningen musea, galeries, verenigingsgebouwen,<br />

onderwijsinstellingen, cursusruimtes, e.d., zijn toegestaan”. Deze variant beoogt<br />

een gedeeltelijke uitwerking te zijn van de 1 e Herziening van het oude<br />

bestemmingsplan.<br />

51.8. Rijksbeschermde stadsgezichten”<br />

Titel bij paragraaf 3.3.2. (plangebied), onderdeel “Rijksbeschermde<br />

stadsgezichten” wordt gewijzigd in “Rijksbeschermde stadsgezichten in<br />

voorbereiding” en de inhoud daarvan komt als volgt te luiden:<br />

Rijksbeschermde stadsgezichten in voorbereiding<br />

Om te voorkomen dat in de periode die ligt tussen het indienen van een formele<br />

aanvraag om aanwijzing tot beschermd stadsgezicht op grond van artikel 35 lid<br />

1 van de Monumentenwet 1988 en die formele aanwijzing de gronden en/of<br />

bouwwerken minder geschikt of ongeschikt worden voor het conserveren van<br />

de cultuurhistorische waarden die aan de oorspronkelijke aanvraag om een<br />

aanwijzing ten grondslag liggen, zijn deze waarden op grond van een goede<br />

ruimtelijke ordening in dit ontwerpbestemmingsplan opgenomen. De<br />

voorbereiding van een formele aanwijzing duurt namelijk een aantal jaren. In<br />

het kader van deze bestemmingsplanprocedure wordt onder een “beschermd<br />

stadsgezicht in voorbereiding” verstaan een “ontwerpaanwijzing tot beschermd<br />

stadsgezicht” waarover ten minste door de gemeenteraad reeds positief is<br />

geadviseerd ingevolge artikel 35 lid 1 van de Monumentenwet 1988. <strong>Het</strong> is<br />

immers de gemeenteraad die het bestemmingsplan vaststelt. <strong>Het</strong> positieve<br />

advies impliceert dat de gemeenteraad geen bedenkingen heeft tegen het<br />

aanwijzingsvoorstel.<br />

Niet slechts op grond van een goede ruimtelijke ordening is de bescherming<br />

van deze waarden reeds nu noodzakelijk, maar ook om proceseconomische<br />

redenen.<br />

Registratienummer dienst: 12/12192/BS12/787 raadsvergadering van: dd-mm-jjjj<br />

Behandelaar: H.V. Hooplot, 010-4894165 raadsstuk 0000 pagina 18


Indien namelijk ten tijde van het beslissen op de aanvraag om een aanwijzing<br />

ingevolge artikel 36, lid 2 van de Monumentenwet 1988 een bestemmingsplan<br />

in werking is getreden, dan wordt in die aanwijzing bepaald of in dat<br />

bestemmingsplan de te beschermen belangen reeds afdoende zijn<br />

veiliggesteld, waardoor het opstarten van een bestemmingsplanprocedure ter<br />

implementatie van de aanwijzing overbodig is.<br />

Zodra deze formele aanwijzing ingevolge de Monumentenwet 1988 een feit is<br />

en dit conform de Monumentenwet 1988 bekend is gemaakt, vervalt het<br />

verplichte Welstandsadvies slechts in het geval dat ingevolge artikel 36 lid 1<br />

een nieuw bestemmingsplan moet worden vastgesteld. Vanaf dat moment<br />

immers is de minister van OCW de verplichte adviesinstantie geworden (artikel<br />

3:3, lid 4 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Wabo).<br />

In het plangebied <strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong> liggen delen van twee rijksbeschermde<br />

stadsgezichten in voorbereiding: het stadsgezicht “Mathenesserlaan –<br />

Heemraadssingel” en het stadsgezicht Waterproject. De aanvraag<br />

“Mathenesserlaan – Heemraadssingel”, loopt sedert het jaar 2004.<br />

De Mathenesserlaan, de Breitnerstraat en delen van de haaks op deze twee<br />

straten liggende straten vallen binnen het rijksbeschermd stadsgezicht in<br />

voorbereiding “Mathenesserlaan – Heemraadssingel”.<br />

In het rijksbeschermd stadsgezicht in voorbereiding “Mathenesserlaan –<br />

Heemraadssingel” zijn als specifieke waarden genoemd voor het deel dat in het<br />

BP <strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong> valt:<br />

de voortuinen bij de bebouwing aan de Breitnerstraat inclusief hekwerken en<br />

ligusterhagen wigvormig plantsoen langs de Rochussenstraat. De Westersingel,<br />

inclusief de woonhuizen en de achtertuinen van de woonhuizen die aan het<br />

wijkpark grenzen, valt binnen het tweede rijksbeschermde stadsgezicht in<br />

voorbereiding: Waterproject. Dit project van stadsarchitect W.N. Rose en<br />

fabriekslandmeter van het Hoogheemraadschap J.A. Scholten is een fraai<br />

voorbeeld van een grootschalig, samenhangend waterstaatkundig en<br />

stedenbouwkundig concept. <strong>Het</strong> stadsgezicht Waterproject is van grote<br />

historische en stedenbouwkundige waarde als tastbare erfenis van de strijd<br />

tegen een van de grootste maatschappelijke problemen van de Negentiende<br />

Eeuw: de explosieve bevolkingsgroei in de steden met alle stedenbouwkundige,<br />

sociale en hygiënische problemen die daarbij hoorden. <strong>Het</strong> unieke van het<br />

Waterproject ligt vooral in de bijzondere combinatie van maatschappelijke,<br />

waterstaatkundige en stedenbouwkundige doelstellingen, samengebracht in<br />

een integraal planconcept.<br />

51.10. Paragraaf 2.3.11. en 3.3.1.<br />

In beide paragrafen wordt “Monumentenverordening Rotterdam 2003”<br />

vervangen door “Monumentenverordening Rotterdam 2010”.<br />

57.6. paragraaf 4.6.8.<br />

<strong>Het</strong> adres Adrianastraat 6, uit de tekst verwijderd.<br />

61. paragraaf. 4.6.2.<br />

Na de passage betreffende gemengd 9 (toegevoegd o.g.v. een zienswijze) wordt<br />

de paragraaf aangevuld met de volgende passage:<br />

"Gemengd - 10" is bestemd voor podiumkunsten, theater, bioscoop, galeries;<br />

horeca tot een maximum van 1245 m 2 b.v.o; horeca-hotel, detailhandel -1.<br />

Ter plaatse van de functieaanduiding "wonen", is uitsluitend op de verdiepingen<br />

wonen toegestaan, dit betreft de West-Kruiskade 30 en de Gouvernestraat 2 en<br />

4.<br />

Registratienummer dienst: 12/12192/BS12/787 raadsvergadering van: dd-mm-jjjj<br />

Behandelaar: H.V. Hooplot, 010-4894165 raadsstuk 0000 pagina 19


Aanpassing Regels:<br />

1.8.1. toevoegen functie sport aan art. 12, lid 1, sub a, zodat het komt te luiden:<br />

a. sport, podiumkunsten, theater, bioscoop en dergelijke, uitsluitend op de<br />

begane grond;<br />

51.1. toevoegen nieuwe regel, artikel 17, gemengd – 9 en herschikking<br />

overige artikelen (zie ook zienswijze nr. 61, art. 18, gemengd 10).<br />

Artikel 17 Gemengd - 9<br />

17.1 Bestemmingsomschrijving<br />

De voor "Gemengd - 9" aangewezen gronden zijn bestemd voor:<br />

a. woningen (uitsluitend op de verdiepingen);<br />

b. horeca;<br />

c. cultureel-educatieve voorzieningen zoals musea, galeries,<br />

verenigingsgebouwen, onderwijsinstellingen, cursusruimtes, e.d.;<br />

d. bedrijven t/m categorie 2 van de lijst van bedrijfsactiviteiten behorende bij<br />

deze regels;<br />

e. voorzieningen behorend bij bovengenoemde functies en het bijbehorende erf,<br />

zoals, parkeerruimte, groen, ontsluitingswegen en -paden;<br />

f. "Waarde - Archeologie - 3", voor zover de gronden mede als zodanig zijn<br />

bestemd.<br />

17.2 Bouwregels<br />

17.2.1 Algemeen<br />

Op de voor "gemengd 9" bestemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd<br />

ten behoeve van de aldaar genoemde functies.<br />

17.2.2 Medebestemming<br />

Voor zover de gronden mede zijn bestemd voor "Waarde- Archeologie-3“, is voor<br />

het bouwen het bepaalde ter zake in genoemde bestemming mede van<br />

toepassing.<br />

17.3 Specifieke gebruiksregels<br />

17.3.1 Woningen<br />

Woningen mogen mede worden gebruikt voor de uitoefening van een aan huis<br />

gebonden beroep of bedrijf, mits:<br />

a. de woonfunctie in overwegende mate gehandhaafd blijft, waarbij het bruto<br />

vloeroppervlak van de woning voor ten hoogste 30% mag worden gebruikt<br />

voor een aan huis gebonden beroep of bedrijf;<br />

b. ten aanzien van een aan huis gebonden bedrijf sprake is van een bedrijf tot<br />

en met categorie 1 als bedoeld in de bij deze regels horende lijst van<br />

bedrijfsactiviteiten;<br />

c. de gevel en dakrand van de woning niet worden gebruikt ten behoeve van<br />

reclame-uitingen;<br />

d. er geen bedrijfsmatige activiteiten plaatsvinden die betrekking hebben op het<br />

onderhouden en repareren van motorvoertuigen;<br />

e. er geen detailhandel plaatsvindt, tenzij als ondergeschiktonderdeel van het<br />

Registratienummer dienst: 12/12192/BS12/787 raadsvergadering van: dd-mm-jjjj<br />

Behandelaar: H.V. Hooplot, 010-4894165 raadsstuk 0000 pagina 20


aan huis gebonden beroep of bedrijf.<br />

17.4 Afwijken van de gebruiksregels<br />

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning voor het<br />

bouwen afwijken van het bepaalde in de leden 17.1 (bedrijven t/m cat. 2) en<br />

17.3.1 ter zake van de toegestane bedrijfsactiviteiten ten behoeve van andere<br />

bedrijfsactiviteiten dan die primair zijn toegelaten, welke - gehoord de<br />

Milieudeskundige - daarmede naar aard en invloed op de omgeving gelijk te<br />

stellen zijn.<br />

51.8. Artikel 39 Waarde Cultuurhistorie – 1<br />

Artikel 39 wordt gewijzigd, zodat het als volgt komt te luiden:<br />

Artikel 39 Waarde - Cultuurhistorie – 1<br />

39.1 Bestemmingsomschrijving<br />

De voor "Waarde - Cultuurhistorie - 1" aangewezen gronden zijn behalve voor de<br />

daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van de<br />

in voorbereiding zijnde beschermde stadsgezichten 'Waterproject' en<br />

'Mathenesserlaan - Heemraadssingel'.<br />

39.2 Bouwregels<br />

39.2.1 Algemeen<br />

In aanvulling op de bouwregels voor de andere aldaar voorkomende<br />

bestemmingen, geldt voor de als "Waarde - Cultuurhistorie - 1" bestemde<br />

gronden, dat gebouwen die ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerp van<br />

dit bestemmingsplan afgedekt zijn met een kap, bij herbouw afgedekt dienen te<br />

worden met een kap in de oorspronkelijke vorm (d.w.z. de kapvorm zoals die was<br />

ten tijde van de eerste oplevering van het gebouw).<br />

39.2.2 Specifieke bouwregels<br />

voor gronden gelegen binnen het in voorbereiding zijnde beschermd stadsgezicht<br />

Waterproject langs de Westersingel:<br />

a. op de mede voor "Verkeer - Verblijfsgebied", "Groen" en "Tuin" aangewezen<br />

gronden zijn in het belang van behoud en bescherming van de aanwezige<br />

cultuurhistorische waarden, geen bouwwerken toegestaan;<br />

b. de bestaande indeling in bouwblokken dient te worden gehandhaafd.<br />

39.3 Afwijking bouwregels<br />

39.3.1 Afwijking<br />

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning voor het<br />

bouwen afwijken van het bepaalde in lid 39.2.2, sub a ten behoeve van het<br />

oprichten van kleine bouwwerken voor voorzieningen van openbaar nut, verkeer<br />

en vervoer (niet groter dan 80 m 3 ) binnen de bestemmingen "Verkeer -<br />

Verblijfsgebied" of "Groen".<br />

39.3.2 Advies<br />

Alvorens aan het vorige lid toepassing wordt gegeven, winnen burgemeester en<br />

wethouders het advies in van de Commissie voor Welstand en Monumenten.<br />

Registratienummer dienst: 12/12192/BS12/787 raadsvergadering van: dd-mm-jjjj<br />

Behandelaar: H.V. Hooplot, 010-4894165 raadsstuk 0000 pagina 21


39.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen<br />

bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden<br />

39.4.1 Verbod<br />

In het belang van de in voorbereiding zijnde beschermde stadsgezichten<br />

genoemd in het eerste lid, is het verboden zonder of in afwijking van een<br />

schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken of<br />

werkzaamheden uit te voeren:<br />

voor gronden gelegen binnen het in voorbereiding zijnde beschermd stadsgezicht<br />

Waterproject (Westersingel):<br />

a. op de mede voor "Groen" en "Tuin" bestemde grond terrein te verharden of<br />

terrein meer dan 0,5 meter op te hogen of af te graven;<br />

b. op de mede voor "Verkeer - Verblijfsgebied" bestemde gronden<br />

wegwerkzaamheden die het bestaande wegprofiel kunnen aantasten;<br />

c. op de mede voor "Water" bestemde gronden waterlopen te dempen of<br />

waterlopen om te leggen;<br />

d. in voortuinen van gebouwen terrein te verharden of terrein meer dan 0,5<br />

meter op te hogen of af te graven;<br />

voor gronden gelegen binnen het in voorbereiding zijnde beschermd stadsgezicht<br />

Mathenesserlaan - Heemraadssingel:<br />

e. op de mede voor "Tuin" bestemde voortuinen aan de Breitnerstraat te<br />

verharden of terrein meer dan 0,5 meter op te hogen of af te graven.<br />

39.4.2 Uitgezonderde werkzaamheden<br />

a. normaal onderhoud en beheer;<br />

b. werkzaamheden die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht<br />

worden van het plan;<br />

c. werkzaamheden die mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende<br />

omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken<br />

zijnde, of van werkzaamheden.<br />

39.4.3 Vergunning<br />

Bij hun beslissing omtrent het verlenen van een vergunning betrekken<br />

burgemeester en wethouders de belangen van het in voorbereiding zijnde<br />

beschermd stadsgezicht in hun overwegingen.<br />

39.4.4 Advies<br />

Alvorens vergunning te verlenen, winnen burgemeester en wethouders het<br />

advies in van de Commissie voor Welstand en Monumenten.<br />

39.5 Omgevingsvergunning voor het slopen<br />

39.5.1 Verbod<br />

Op de voor "Waarde - Cultuurhistorie - 1" bestemde gronden is het verboden om<br />

zonder vergunning van burgemeester en wethouders bouwwerken geheel of<br />

gedeeltelijk te slopen.<br />

39.5.2 Uitzondering op verbod<br />

In afwijking van het bepaalde in lid 39.5.1 is geen vergunning vereist ingeval van:<br />

a. een aanschrijving van burgemeester en wethouders op grond van de<br />

Woningwet (hoofdstuk III);<br />

b. bouwwerken waarvoor geen omgevingsvergunning voor het bouwen vereist is;<br />

Registratienummer dienst: 12/12192/BS12/787 raadsvergadering van: dd-mm-jjjj<br />

Behandelaar: H.V. Hooplot, 010-4894165 raadsstuk 0000 pagina 22


c. een vergunning voor het slopen van een bouwwerk vereist is ingevolge de<br />

Monumentenwet 1988 in samenhang met de Wet algemene bepalingen<br />

omgevingsrecht, een provinciale of gemeentelijke monumentenverordening.<br />

39.5.3 Vergunning<br />

Vergunning wordt verleend indien door het slopen het aanzien en/of de<br />

karakteristiek van het in voorbereiding zijnde beschermd stadsgezicht niet of niet<br />

in betekenende mate wordt geschaad.<br />

39.5.4 Advies<br />

Alvorens te beslissen op een aanvraag, winnen burgemeester en wethouders het<br />

advies in van de commissie voor Welstand en Monumenten.<br />

57.6. Artikel 10.1., sub j.<br />

het adres Adrianastraat 6, uit de regels verwijderd.<br />

57.9. Artikel 8.1, sub d (detailhandel - 2),<br />

Nieuwe Binnenweg 125H wordt aan deze regel toegevoegd.<br />

58.10. Artikel 21.1.<br />

Er wordt een nieuw sublid b en een nieuw sublid d toegevoegd aan artikel 21.1<br />

(bestemming kantoor-2), waarna de overige artikelleden worden herschikt,<br />

waardoor dit artikellid komt te luiden:<br />

21.1 Bestemmingsomschrijving<br />

De voor "Kantoor - 2" aangewezen gronden zijn bestemd voor:<br />

a. kantoren uitsluitend op de begane grond;<br />

b. praktijkruimten uitsluitend op de begane grond;<br />

c. woningen uitsluitend op de verdiepingen;<br />

d. uitsluitend ter plaatse van de Westersingel 22, is tevens op de eerste<br />

verdieping een kantoor toegestaan;<br />

e. gebouwde en ongebouwde parkeervoorzieningen, al dan niet geheel of ten<br />

dele ondergronds;<br />

f. voorzieningen behorend bij bovengenoemde functies, zoals tuinen, groen,<br />

ontsluitingswegen en -paden;<br />

g. "Waarde - Archeologie - 3" en "Waarde - Cultuurhistorie - 1", voor zover de<br />

gronden mede als zodanig zijn bestemd.<br />

59.4. Artikel 8, lid 1, sub, e<br />

Dit artikel wordt gewijzigd, zodat het als volgt komt te luiden: “uitsluitend op het<br />

volgende adres is ter plaatse van de functieaanduiding "horeca" op alle<br />

verdiepingen tevens horeca toegestaan: Westersingel 4.<br />

59.22. Artikel 10.1. (gemengd - 2)<br />

Dit artikel wordt uitgebreid met een nieuw lid l, dat komt te luiden:<br />

ter plaatse van de functieaanduiding kantoor is uitsluiten op de eerste verdieping<br />

tevens een kantoor toegestaan. Dit betreft het adres: Westersingel 50.<br />

59.23. Artikel 14 (gemengd 6)<br />

Aan artikellid 14.1. wordt een nieuw sublid, 14.1, sub e, toegevoegd waarna lid<br />

14.1. wordt herschikt en als volgt komt te luiden:<br />

14.1 Bestemmingsomschrijving<br />

De voor "Gemengd - 6" aangewezen gronden zijn bestemd voor:<br />

Registratienummer dienst: 12/12192/BS12/787 raadsvergadering van: dd-mm-jjjj<br />

Behandelaar: H.V. Hooplot, 010-4894165 raadsstuk 0000 pagina 23


a. kantoren (zowel op de begane grond als op de verdiepingen);<br />

uitsluitend op de begane grond<br />

b. winkels;<br />

c. praktijkruimten;<br />

d. bedrijven t/m categorie 2 van de lijst van bedrijfsactiviteiten behorende bij deze<br />

regels;<br />

e. ter plaatse van de functieaanduiding "wonen”, is tevens wonen op de<br />

verdiepingen toegestaan, dit betreft Nieuwe Binnenweg 1;<br />

f. voorzieningen behorend bij bovengenoemde functies, zoals tuinen, groen,<br />

ontsluitingswegen en -paden;<br />

g. "Waarde - Archeologie - 2", "Waarde - Archeologie - 3", "Waarde -<br />

Cultuurhistorie - 1" en "Waarde - Cultuurhistorie - 2", voor zover de gronden<br />

mede als zodanig zijn bestemd.<br />

60.5. Artikel 9, lid 1, sub f<br />

Dit sublid komt te vervallen en het artikellid wordt alfabetisch herschikt, waarna het<br />

komt te luiden:<br />

Artikel 9 Gemengd - 1<br />

9.1 Bestemmingsomschrijving<br />

De voor "Gemengd - 1" aangewezen gronden zijn bestemd voor:<br />

a. woningen (zowel op de begane grond als op de verdiepingen);<br />

Uitsluitend op de begane grond:<br />

b. winkels;<br />

c. kantoren;<br />

d. praktijkruimten;<br />

e. voorzieningen op het gebied van onderwijs, religie, gezondheidszorg,<br />

maatschappelijke dienstverlening en "Publieke dienstverlening";<br />

f. ter plaatse van de functieaanduiding "horeca", is uitsluitend op de begane<br />

grond tevens horeca toegestaan, dit betreft de adressen: Nieuwe Binnenweg<br />

142, 148, 152 en 181;<br />

g. uitsluitend op het adres Henegouwerlaan 32, ter plaatse van de<br />

functieaanduiding "onderwijs", is op de verdiepingen tevens een<br />

onderwijsvoorziening toegestaan;<br />

h. ter plaatse van de functieaanduiding "parkeergarage", is tevens een<br />

parkeergarage toegestaan, dit betreft de locatie Adrianastraat;<br />

i. ter plaatse van de functieaanduiding "religie" is op alle verdiepingen tevens een<br />

gebruik van de aanwezige ruimten ten behoeve van godsdienstoefeningen,<br />

toegestaan, dit betreft het adres 's-Gravendijkwal 46;<br />

j. voorzieningen behorend bij bovengenoemde functies, zoals tuinen, groen,<br />

ontsluitingswegen en -paden;<br />

k. "Waarde - Archeologie - 1", "Waarde - Archeologie - 2", "Waarde - Archeologie<br />

- 3", "Waarde - Cultuurhistorie - 1" en "Waarde - Cultuurhistorie - 2", voor zover<br />

de gronden mede als zodanig zijn bestemd.<br />

61 Artikel 18 Gemengd - 10<br />

18.1 Bestemmingsomschrijving<br />

De voor "Gemengd - 10" aangewezen gronden zijn bestemd voor:<br />

a. podiumkunsten, theater, bioscoop, galeries;<br />

Registratienummer dienst: 12/12192/BS12/787 raadsvergadering van: dd-mm-jjjj<br />

Behandelaar: H.V. Hooplot, 010-4894165 raadsstuk 0000 pagina 24


. horeca tot een maximum van 1245 m 2 b.v.o;<br />

c. horeca-hotel;<br />

d. detailhandel – 1;<br />

e. ter plaatse van de functieaanduiding "wonen", is uitsluitend op de<br />

verdiepingen wonen toegestaan, dit betreft de West-Kruiskade 30 en de<br />

Gouvernestraat 2 en 4;<br />

f. voorzieningen behorend bij bovengenoemde functies en het bijbehorende<br />

erf, zoals, parkeerruimte, groen, ontsluitingswegen en -paden;<br />

g. "Waarde - Archeologie - 2, Waarde - Archeologie – 3, voor zover de gronden<br />

mede als zodanig zijn bestemd.<br />

18.2 Bouwregels<br />

18.2.1 Algemeen<br />

Op de voor "gemengd 10" bestemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd<br />

ten behoeve van de aldaar genoemde functies.<br />

18.2.2 Medebestemming<br />

Voor zover de gronden mede zijn bestemd voor “Waarde - Archeologie – 2” en<br />

"Waarde-Archeologie-3“, is voor het bouwen het bepaalde ter zake in genoemde<br />

bestemming mede van toepassing.<br />

18.3 Specifieke gebruiksregels<br />

18.3.1 Woningen<br />

Woningen mogen mede worden gebruikt voor de uitoefening van een aan huis<br />

gebonden beroep of bedrijf, mits:<br />

a. de woonfunctie in overwegende mate gehandhaafd blijft, waarbij het bruto<br />

vloeroppervlak van de woning voor ten hoogste 30% mag worden gebruikt<br />

voor een aan huis gebonden beroep of bedrijf;<br />

b. ten aanzien van een aan huis gebonden bedrijf sprake is van een bedrijf tot<br />

en met categorie 1 als bedoeld in de bij deze regels horende lijst van<br />

bedrijfsactiviteiten;<br />

c. de gevel en dakrand van de woning niet worden gebruikt ten behoeve van<br />

reclame-uitingen;<br />

er geen bedrijfsmatige activiteiten plaatsvinden die betrekking hebben op het<br />

onderhouden en repareren van motorvoertuigen;<br />

d. er geen detailhandel plaatsvindt, tenzij als ondergeschikt onderdeel van het<br />

aan huis gebonden beroep of bedrijf.<br />

18.4 Afwijken van de gebruiksregels<br />

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van<br />

het bepaalde in lid 18.3.1. ter zake van de toegestane bedrijfsactiviteiten ten<br />

behoeve van andere bedrijfsactiviteiten dan die primair zijn toegelaten, welke -<br />

gehoord de Milieudeskundige - daarmede naar aard en invloed op de omgeving<br />

gelijk te stellen zijn.<br />

Registratienummer dienst: 12/12192/BS12/787 raadsvergadering van: dd-mm-jjjj<br />

Behandelaar: H.V. Hooplot, 010-4894165 raadsstuk 0000 pagina 25


Voorstel:<br />

Samenvattend stellen wij u voor door vaststelling van het in ontwerp bijgevoegde<br />

besluit:<br />

1. de zienswijzen met de nummers 51.11, 51.12, buiten behandeling te laten;<br />

2. de zienswijzen met de nummers 1.2.3., 1.6.1., 51.3., 51.4, 60.2. en 60.4. voor<br />

kennisgeving aan te nemen;<br />

3. de zienswijzen met de nummers 1.8.1., 51.1., 51.2., 51.6., 51.7., 51.8., 51.10.,<br />

51.14., 53.2., 55.2., 57.6, 57.9., 58.2., 58.3., 58.4., 58.6., 58.7., 58.8., 58.9., 58.10.,<br />

58.11., 59.3., 59.4., 59.9., 59.10.2., 59.11., 59.13, 59.17., 59.22., 59.23., 60.5., 61,<br />

gegrond te verklaren;<br />

4. de overige zienswijzen ongegrond te verklaren;<br />

5. het bestemmingsplan "<strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong>”, NL.IMRO.0599.BP1012<strong>Oude</strong><strong>Westen</strong>- met<br />

bijbehorende ondergrond GBKR_128566, GBKR_128567, GBKR_129566 en<br />

GBKR_129567, in elektronische en papieren vorm vast te stellen, conform het<br />

voorstel van burgemeester en wethouders;<br />

6. Geen exploitatieplan vast te stellen.<br />

Op grond van artikel 3 van de Referendumverordening Rotterdam 2007 melden wij u dat<br />

het besluit tot vaststelling van een bestemmingsplan onderwerp van een referendum kan<br />

zijn.<br />

De secretaris,<br />

Ph. F. M. Raets<br />

Burgemeester en Wethouders van Rotterdam,<br />

Bijlage(n): Zienswijzenrapportage <strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong> BS12/787.<br />

De burgemeester,<br />

A. Aboutaleb<br />

Registratienummer dienst: 12/12192/BS12/787 raadsvergadering van: dd-mm-jjjj<br />

Behandelaar: H.V. Hooplot, 010-4894165 raadsstuk 0000 pagina 26


Ontwerpbesluit<br />

De Raad van de gemeente Rotterdam,<br />

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 30 oktober 2012<br />

(raadsvoorstel nr. SO. 12/2192/BS12/787);<br />

gelet op de Wet ruimtelijke ordening en het Besluit ruimtelijke ordening;<br />

besluit:<br />

1. de zienswijzen met de nummers 51.11, 51.12, buiten behandeling te laten;<br />

2. de zienswijzen met de nummers 1.2.3., 1.6.1., 51.3., 51.4, 60.2. en 60.4. voor<br />

kennisgeving aan te nemen;<br />

3. de zienswijzen met de nummers 1.8.1., 51.1., 51.2., 51.6., 51.7., 51.8., 51.10.,<br />

51.14., 53.2., 55.2., 57.6, 57.9., 58.2., 58.3., 58.4., 58.6., 58.7., 58.8., 58.9., 58.10.,<br />

58.11., 59.3., 59.4., 59.9., 59.10.2., 59.11., 59.13, 59.17., 59.22., 59.23., 60.5., 61,<br />

gegrond te verklaren;<br />

4. de overige zienswijzen ongegrond te verklaren;<br />

5. het bestemmingsplan "<strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong>”, NL.IMRO.0599.BP1012<strong>Oude</strong><strong>Westen</strong>- met<br />

bijbehorende ondergrond GBKR_128566, GBKR_128567, GBKR_129566 en<br />

GBKR_129567, in elektronische en papieren vorm vast te stellen, conform het<br />

voorstel van burgemeester en wethouders;<br />

6. Geen exploitatieplan vast te stellen.<br />

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van dd-mm-jjjj<br />

De griffier,<br />

De voorzitter,<br />

Registratienummer dienst: 12/12192/BS12/787 raadsvergadering van: dd-mm-jjjj<br />

Behandelaar: H.V. Hooplot, 010-4894165 raadsstuk 0000 pagina 27


Zienswijzenrapportage <strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong> BS12/787<br />

Deze rapportage betreft 13 ingekomen zienswijzen. Reclamanten 1 t/m 49 hebben 49<br />

gelijkluidende zienswijzen ingediend, waarvan sommige exemplaren met<br />

medeondertekenaars zijn ingediend. Deze zijn als één gemeenschappelijke zienswijze<br />

in behandeling genomen. De overige 12 unieke zienswijzen van reclamanten (of hun<br />

gemachtigden) genummerd 50 t/m 61, zijn als zodanig in behandeling genomen.<br />

1. Reclamanten genummerd 1 t/m 49<br />

1.1. Participatie<br />

Reclamanten zijn van mening dat in de voorontwerpfase van het<br />

ontwerpbestemmingsplan onvoldoende mogelijkheden zijn geboden tot<br />

bevolkingsparticipatie en dat hierdoor het ontwerpbestemmingsplan onvoldoende<br />

draagvlak heeft bij de bewoners van <strong>Het</strong> <strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong>.<br />

Reactie<br />

De wijkbewoners zijn omtrent de beoogde ruimtelijke ontwikkelingen in het gebied<br />

geïnformeerd tijdens twee daartoe strekkende informatieavonden in het wijkgebouw<br />

Odeon (17 maart en 20 april 2010). Vervolgens zijn op dezelfde locatie hierover twee<br />

discussieavonden georganiseerd op 27 april en 18 mei 2010, waarbij bewoners en<br />

ondernemers met elkaar in discussie gingen, met als toehoorders ‘de deelgemeente<br />

Rotterdam Centrum’ (DB-leden, raadsleden en ambtenaren), gemeenteambtenaren,<br />

vertegenwoordigers van Woonstad en opbouwwerkers.<br />

De avonden in Odeon werden gehouden naar aanleiding van de Cultuurhistorische<br />

verkenning en het op te stellen Ruimtelijk kader (Masterplan). Op 27 april 2010 vormden<br />

“cultuurhistorie en wonen” en op 18 mei 2010 “buitenruimte en parkeren” de<br />

discussieonderwerpen. Op 28 maart 2012, ten tijde van de terinzagelegging, heeft de<br />

deelgemeente samen met de <strong>Aktiegroep</strong> <strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong> een informatieavond over het<br />

ontwerpbestemmingsplan georganiseerd. De fase van terinzagelegging van het<br />

ontwerpbestemmingsplan biedt belanghebbenden niet minder mogelijkheden tot<br />

beïnvloeding. <strong>Het</strong> geven van een inspraakmogelijkheid is overigens geen verplichting op<br />

grond van de Wet ruimtelijke ordening, doch een mogelijkheid die de<br />

(deel-)gemeente biedt aan belanghebbenden om in een vroeg stadium blijk te geven van<br />

hun visie op de gemeentelijke voornemens. De bestemmingsplanprocedure biedt<br />

reclamanten voldoende gelegenheid en garantie om hun visie op de ruimtelijke<br />

ontwikkelingen in te dienen.<br />

Conclusie<br />

Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.<br />

1.2. Huurwoningen of dure koopwoningen<br />

1.2.1 Bestemming meergezinshuizen versus bestemming wonen<br />

Als alle huizen de bestemming 'Wonen' krijgen, kunnen volgens reclamanten straks<br />

overal eengezinshuizen worden gebouwd. Zij vinden dat de huidige bestemming<br />

'meergezinshuizen' moet worden gehandhaafd, omdat dan nog enige waarborg wordt<br />

geboden tegen de teloorgang van de sociale huursector.<br />

Doordat het onderscheid tussen meergezinshuizen en eengezinshuizen volledig wordt<br />

losgelaten, kunnen volgens reclamanten overal in <strong>Het</strong> <strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong> eengezinshuizen<br />

worden gerealiseerd.<br />

Voorts menen de reclamanten dat de bestemming 'Meergezinshuizen' bovendien nog<br />

het middel zou kunnen blijken om al te drieste sloop van het bestand aan sociale


huurwoningen te voorkomen. Gezien het vorenstaande, mag volgens reclamanten de<br />

bestemming ‘meergezinshuizen' slechts op basis van concrete plannen worden<br />

vervangen door de bestemming 'Wonen'.<br />

Reactie<br />

De bestaande meergezinshuizen zijn opgenomen op de verbeelding<br />

(maatvoering/afdekking) in samenhang met de planregels. In de Rotterdamse<br />

bestemmingsmethodiek van de laatste jaren, wordt de bestemming wonen gehanteerd<br />

voor alle bestaande woningen. De gemeente Rotterdam maakt – voor wat betreft het<br />

bestemmingsplan - geen onderscheid meer tussen meergezins- en eengezinswoningen.<br />

Dit om meer flexibiliteit te brengen met betrekking tot de vorm en de typologie van een<br />

woning. <strong>Het</strong> feitelijke gebruik blijft ongewijzigd, namelijk wonen. <strong>Het</strong> onderscheid naar<br />

sociale huur- en koopwoningen wordt niet in het bestemmingsplan geregeld. De<br />

bijbehorende maximum bouw- of goothoogte valt af te lezen van de verbeelding. Deze<br />

wijze van bestemmen biedt vooral mogelijkheden in die gevallen waarin kleine woningen<br />

voor samenvoeging in aanmerking komen. Dit levert weliswaar een mate van verdunning<br />

op, maar hiertegenover staat dat kleine vooroorlogse woningen worden samengevoegd<br />

tot grotere woningen. Dit doet geen afbreuk aan het conserverende karakter van het<br />

voorliggende ontwerpbestemmingsplan.<br />

Conclusie<br />

Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.<br />

1.2.2. Behoud hogere inkomensgroepen en hoger opgeleiden ten koste van sociale<br />

huurwoningen<br />

De gemeente steekt volgens reclamanten veel energie in pogingen om hogere inkomens<br />

voor deze stad te behouden, omdat die groep Rotterdam verlaat wegens gebrek aan<br />

geschikte woningen. <strong>Het</strong> gemeentebestuur hoopt volgens reclamanten het tij te keren<br />

door de woningbouw in het opvallend dun bevolkte centrum te stimuleren. Maar volgens<br />

reclamanten is de wijk <strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong> reeds volgebouwd.<br />

Om één gezin met een hoger inkomen voor de stad te behouden, moeten volgens<br />

reclamanten drie gezinnen met een lager inkomen verhuizen. Een neveneffect hierbij is<br />

volgens reclamanten dat de bevolkingsdichtheid van de binnenstad sterk afneemt, terwijl<br />

die verdunning haaks staat op de door de gemeente gewenste verdichting van het<br />

binnenstedelijk wonen. Zowel bij sloop/nieuwbouw als bij samenvoeging wordt volgens<br />

hen een aanzienlijk aantal sociale huurwoningen opgeofferd.<br />

Reactie<br />

Enige verdunning is niet strijdig met de ambities uit de Stadsvisie. De Stadsvisie beoogt<br />

meer woningen van hoge kwaliteit, met grondgebonden karakter in het centrumgebied<br />

mogelijk te maken. Hieraan bestaat grote behoefte in de binnenstad. Op sommige<br />

locaties vindt er een verdunning plaats en op andere juist een verdichting. <strong>Het</strong> gaat<br />

uiteindelijk om het totaalbeeld dat een groei van de woningvoorraad laat zien. In het<br />

bestemmingsplan wordt geen onderscheid naar sociale huur- en koopwoningen<br />

geregeld.<br />

Conclusie<br />

Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.<br />

1.2.3. Verkoopbeleid woningcorporatie Woonstad<br />

Reclamanten hebben bezwaar tegen de verkoop van sociale huurwoningen. Zij stellen<br />

dat door de verkoop van sociale huurwoningen het financiële resultaat er weliswaar beter<br />

uitziet voor de woningcorporatie, maar dat de kerntaak van de corporatie hierdoor<br />

langzaam maar zeker verdwijnt achter de horizon.<br />

Door veranderingen op de huizenmarkt dalen ook de verkoopkansen voor corporaties.<br />

De komende tien jaar wil het één vijfde van zijn sociale huurwoningen omzetten in


duurdere koopwoningen. Met de opbrengsten hoopt het zijn tekorten aan te kunnen<br />

zuiveren. Bij zo'n gebrek aan huurwoningen en zo'n uitbundig aanbod van koopwoningen<br />

lijkt het volgens reclamanten zinvol om minder capaciteit aan de huursector te<br />

onttrekken.<br />

Reactie<br />

De bestemmingsplanprocedure gaat niet over de economische keuzen en het beleid van<br />

woningcorporaties zelf, zodat aspecten als hierboven bij de betrokken woningcorporatie<br />

moeten worden gedeponeerd en niet in de bestemmingsplanprocedure.<br />

Conclusie<br />

Wij stellen u voor de zienswijze voor kennisgeving aan te nemen.<br />

1.3. Parkeren<br />

1.3.1. Eenzijdig parkeren in plaats van tweezijdig parkeren als maatregel<br />

Reclamanten vinden het onverstandig om het ene kwaad (straatparkeren) te vervangen<br />

door het andere kwaad (de bouw van veel te dure parkeergarages). Straatparkeren kan<br />

volgens hen eenvoudig en beter worden teruggedrongen door de parkeernorm te<br />

verlagen, waardoor volgens hen de bouw van peperdure parkeergarages dan<br />

achterwege kan blijven.<br />

De parkeernorm is volgens reclamanten vooral gebaseerd op het hoge aantal woningen<br />

in het <strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong>. Anders gezegd: omdat hier heel veel woningen staan, moet <strong>Het</strong><br />

<strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong> extreem veel auto's herbergen. Reclamanten vinden dat niet terecht. De<br />

parkeernorm voor <strong>Het</strong> <strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong> moet worden verlaagd, zodat de stoep wat breder<br />

kan worden en de buitenruimte wat aantrekkelijker. Bovendien had volgens reclamanten<br />

Stadsontwikkeling vorig jaar erkend dat de parkeernorm tien jaar geleden veel te hoog<br />

was vastgesteld.<br />

Eenzijdig parkeren in plaats van tweezijdig parkeren als maatregel, zoals voorgesteld in<br />

de nota Verkeersplan Binnenstad Citylounge bereikt zou volgens reclamanten erg goed<br />

zijn voor de leefbaarheid in <strong>Het</strong> <strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong>.<br />

Reactie<br />

Rotterdam kent parkeernormen, deze zijn vastgelegd in de Rotterdamse<br />

Bouwverordening. Deze parkeernormen geven aan wat de verwachte vraag is naar<br />

parkeerplaatsen ten gevolge van een bouwontwikkeling. Uitgangspunt is dat een<br />

initiatiefnemer van een bouwplan deze parkeerplaatsen op eigen terrein realiseert. De<br />

hoogte van de parkeernorm is afhankelijk van de functies die in het bouwplan worden<br />

gerealiseerd. De parkeernormen hoeven niet te worden verlaagd omdat deze niets<br />

zeggen over de daadwerkelijke parkeerdruk op straat en over de inrichting van de straat.<br />

In de binnenstad van Rotterdam, waartoe ook het plangebied “<strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong>” behoort,<br />

wordt bij de herinrichting van straten zo veel als mogelijk het inrichtingsprincipe van de<br />

‘Rotterdamse Stijl’ gehanteerd. De Rotterdamse Stijl voor stadstraten gaat uit van<br />

parkeren aan één zijde van de straat. De haalbaarheid is afhankelijk van de vraag naar<br />

parkeerplaatsen en het bijbehorende aanbod in de openbare ruimte en in gebouwde<br />

voorzieningen binnen <strong>Het</strong> plangebied “<strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong>”. <strong>Het</strong> betreft hier meestal maatwerk.<br />

Conclusie<br />

Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.<br />

1.3.2. Uitbreiding parkeermogelijkheden<br />

Reclamanten wijzen erop dat er binnen het plangebied reeds 13 parkeergarages<br />

aanwezig zijn met een capaciteit van 678 auto’s, maar die grotendeels leeg staan.<br />

Voorts dat volgens het ontwerpbestemmingsplan daar nog plek is voor minstens 300<br />

auto's. Hiervoor moeten volgens het ontwerpbestemmingsplan 800<br />

straatparkeerplaatsen verdwijnen.


Reclamanten concluderen dat het parkeerbedrijf het niet voor elkaar krijgt om de<br />

capaciteit ten volle te benutten, laat staan als die nog wordt uitgebreid met 500 extra<br />

plekken. Reclamanten menen dat samen met de parkeergarage onder het Museumpark<br />

(1150), de Kruispleingarage (760) en de Weenapointgarage (850) al een flinke<br />

overcapaciteit wordt gerealiseerd. Reclamanten menen dat deze garages moeten<br />

worden gerekend tot de capaciteit van het <strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong>. Als gevolg hiervan is volgens<br />

reclamanten de bouw van nieuwe parkeergarages geen oplossing maar een probleem.<br />

Mocht onverhoopt toch worden gekozen voor de uitbreiding van de<br />

parkeergaragecapaciteit in <strong>Het</strong> <strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong> dan ligt volgens reclamanten een kritisch<br />

onderzoek naar de grondwaterstromen in de rede.<br />

Reactie<br />

De gemeente Rotterdam streeft naar het zo optimaal mogelijk benutten van de<br />

bestaande parkeercapaciteit zowel op straat als in gebouwde voorzieningen. Uitbreiding<br />

van parkeercapaciteit is dan ook niet altijd vanzelfsprekend.<br />

Reclamanten menen ten onrechte dat de garage onder het Museumpark, de<br />

Kruispleingarage en de Weenapointgarage moeten worden gerekend tot de capaciteit<br />

van plangebied “<strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong>”. Deze parkeergarages zijn niet wijkgeboden en voorzien<br />

tevens in de algemene parkeerbehoefte van automobilisten die adressen in de<br />

binnenstad als bestemming hebben.<br />

In de Bajonetstraat biedt het BP de mogelijkheid om een wijkgebonden<br />

parkeervoorziening te realiseren voor toekomstige bouwplanontwikkeling. Hierbij is ook<br />

de mogelijkheid om extra stallingsplaatsen te realiseren voor de omwonenden en<br />

ondernemers. <strong>Het</strong> gaat hier nadrukkelijk niet om parkeerplaatsen voor bezoekers.<br />

Zeker bij meerlaagse ondergrondse parkeergarages, waarvan hier zeer waarschijnlijk<br />

geen sprake zal zijn, kan er beïnvloeding zijn van de grondwaterstromen. <strong>Het</strong> is bij<br />

realisatie van de parkeergarage aan de initiatiefnemer om een onderzoek naar<br />

grondwaterstromen te doen, aangezien deze mogelijk aansprakelijk kan worden gesteld<br />

als er schade ontstaat door veranderende grondwaterstromen.<br />

Conclusie<br />

Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.<br />

1.3.3. Locaties waar parkeren niet thuishoort<br />

In het huidige bestemmingsplan hebben enkele locaties, zoals die van de school in de<br />

Drievriendenstraat, de bestemming parkeren. Daar liggen volgens reclamanten geen<br />

concrete plannen aan ten grondslag, zodat ze in het nieuwe bestemmingsplan dan ook<br />

niet thuishoren.<br />

Reactie<br />

De bouwmogelijkheid voor een parkeergarage op genoemde locatie is afkomstig uit het<br />

nu nog geldende bestemmingsplan en is in het ter inzage gelegde ontwerp<br />

meegenomen vanwege de conserverende aard van het nieuwe bestemmingsplan. Van<br />

gemeentewege bestaan momenteel geen plannen deze garages binnen de<br />

eerstkomende jaren te bouwen. Er is hiervoor ook geen geld beschikbaar. Gezien de<br />

stedelijke dynamiek moet deze bestaande bouwmogelijkheid wel worden gehandhaafd.<br />

<strong>Het</strong> is namelijk niet ondenkbaar dat binnen deze planperiode een parkeergarage op<br />

bijvoorbeeld deze locatie wenselijk zal blijken te zijn. Mogelijke bouwinitiatieven zullen<br />

hun eigen parkeerbehoefte moeten oplossen. Hieronder valt beslist niet het parkeren<br />

langs de openbare weg.<br />

De parkeerbehoefte wordt berekend aan de hand van de Rotterdamse parkeernomen,<br />

opgenomen in de Bouwverordening. Een dergelijke parkeervoorziening betreft<br />

nadrukkelijk geen openbare bezoekersgarage.<br />

Conclusie<br />

Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.


1.3.4. Complex Drievrienden(dwars)straat (genomineerd als gemeentelijk monument)<br />

Reclamanten wijzen op het feit dat het complex Drievrienden(dwars)straat op de<br />

nominatie staat om gemeentelijk monument te worden.<br />

Reactie<br />

<strong>Het</strong> gaat hier om de locatie Drievriendenstraat 4 t/m 20 (evennummers) en<br />

Drievriendendwarsstaat 3 t/m 14 (even- en onevennummers).<br />

Na het met succes doorlopen van de in de gemeentelijke Monumentenverordening<br />

voorgeschreven procedure kan de locatie worden aangewezen als gemeentelijk<br />

monument.<br />

Aangezien monumenten als zodanig niet in het bestemmingsplan worden opgenomen,<br />

vormt de vaststelling van dit bestemmingsplan dan ook geen belemmering voor een<br />

aanwijzing van het complex als gemeentelijk monument. De locatie is zowel in het<br />

geldende als in het toekomstige bestemmingsplan bestemd als wonen. Overigens is de<br />

gemeente reeds in gesprek met belanghebbenden over de mogelijkheid de locatie een<br />

monumentenstatus toe te kennen in verband de cultuurhistorische waarde ervan. De<br />

besluitvorming hierover is nog niet afgerond. Hierdoor bestaat ook geen grond om als<br />

alternatief voor een aanwijzingsprocedure ingevolge de monumentenregelgeving, te<br />

overwegen de locatie op te nemen binnen de bestemming cultuurhistorie – 2, waaraan<br />

o.a. een sloopvergunningvereiste ten grondslag ligt.<br />

Conclusie<br />

Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.<br />

1.4. Bajonetstraat<br />

1.4.1. Wijzigingsplan Bajonetstraat<br />

De gemeente heeft zich bereid verklaard om Woonstad een subsidie van €4,5 miljoen ter<br />

beschikking te stellen (ISV-3). In ruil daarvoor bouwt Woonstad een wat grotere<br />

parkeergarage, zodat daar op verzoek van de gemeente 40 extra parkeerplaatsen<br />

kunnen worden gerealiseerd. Reclamanten vragen zich af of die steun in<br />

overeenstemming is met de Europese regelgeving. Reclamanten denken dat hier sprake<br />

is van ongeoorloofde staatsteun aan een in wezen commercieel project.<br />

Reactie<br />

De gemeente wil in het kader van het publieke belang (leefbaarheidoverwegingen,<br />

betere buitenruimte) graag dat er op de Bajonetlocatie een grotere ondergrondse<br />

parkeergarage met extra parkeerplekken ten behoeve van buurtbewoners gerealiseerd<br />

wordt. De realisatie van de grotere ondergrondse parkeergarage, in combinatie met het<br />

oorspronkelijke plan van Woonstad is echter niet haalbaar zonder bijdrage van de<br />

gemeente. De locatie onder de Bajonetstraat is de enige plek waar zo’n buurtgarage op<br />

afzienbare termijn gerealiseerd kan worden. De vergoeding die de gemeente aan<br />

Woonstad betaalt voor de realisatie van de parkeervoorziening vindt plaats onder<br />

marktconforme voorwaarden. Er is hierdoor dan ook geen sprake van een voordeel voor<br />

de ontwikkelaar, en dus ook niet van staatssteun.<br />

Overigens bedraagt de vergoeding voor de bouw van de parkeergarage maximaal € 2,4<br />

miljoen. <strong>Het</strong> resterende deel van de ISV-3 subsidie wordt door de gemeente<br />

geïnvesteerd in de openbare buitenruimte.<br />

Conclusie<br />

Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.


1.4.2. Bestemming Woongebied<br />

De projectontwikkelingovereenkomst bevestigt volgens reclamanten dat B&W en<br />

Woonstad het op grote lijnen eens zijn over de invulling van dit plangedeelte, maar dat<br />

zijzelf hierin niet kunnen participeren wegens een gebrek aan relevante informatie.<br />

Reactie<br />

<strong>Het</strong> plangedeelte Bajonetstraat is in het ter inzage gelegde ontwerpbestemmingsplan<br />

conserverend bestemd, waarbij tevens een wijzigingsbevoegdheid is opgenomen t.b.v.<br />

een bestemmingswijziging in “Woongebied”. De enige reden voor het opnemen van een<br />

wijzigingsbevoegdheid en het niet direct bestemmen van de locatie was, dat ten tijde<br />

van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan de financiering van dit project<br />

nog niet rond was. Inmiddels is dit wel het geval, zodat de locatie thans is bestemd als<br />

“Woongebied 2” (artikel 36), en de bestemming bestaande “Woongebied”, locatie<br />

Gaffelstraat, gewijzigd in “Woongebied – 1”. Zie in dit verband het raadsvoorstel.<br />

In paragraaf 4.5.5. van de toelichting van dit bestemmingsplan, “<strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong>”, is<br />

opgenomen dat er op de locatie Bajonetstraat, na sloop/nieuwbouw of renovatie een<br />

verdunning van het aantal woningen (thans 90 meergezinswoningen) zal plaatsvinden,<br />

maar dat de bestaande bouwhoogte van 14 meter niet zal worden overschreden. <strong>Het</strong><br />

bestemmingsplan handelt over de planologische randvoorwaarden voor de uitvoering<br />

van bouwplannen. In het kader van de omgevingsvergunningprocedure voor het<br />

uitvoeren van concrete sloop- en nieuwbouwplannen kan reclamant ook participeren met<br />

een zienswijze.<br />

Conclusie<br />

Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.<br />

1.4.3. Plangedeelten wonen en woongebied<br />

Reclamanten begrijpen niet dat de bestemmingen 'Wonen' en 'Woongebied' zich<br />

uitstrekken tot over het pleintje op de hoek van Bajonetstraat en Kogelvangerstraat<br />

omdat naar hun mening het gebiedje een pleintje blijft.<br />

Reactie<br />

In het thans nog geldende bestemmingsplan bestaat een bebouwingsmogelijkheid op de<br />

plek van het pleintje. Deze bebouwingsmogelijkheid is conform het conserverende<br />

karakter van het nieuwe bestemmingsplan, gehandhaafd.<br />

Conclusie<br />

Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.<br />

1.5. Cultuurhistorie<br />

1.5.1. Complex Drievrienden(dwars)straat<br />

Volgens reclamanten ligt het voor de hand het complex Drievrienden(dwars)straat de<br />

bestemming 'Cultuurhistorie-2' toe te kennen omdat te dien aanzien de commissie<br />

Welstand en Monumenten op 21 maart een positief advies heeft uitgebracht.<br />

Reactie<br />

Zie reactie 1.3.4.<br />

Conclusie<br />

Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.


1.5.2. Bajonetstraat<br />

<strong>Het</strong> ligt volgens reclamanten voor de hand beide zijden van de Bajonetstraat de “Waarde<br />

Cultuurhistorie-2” toe te kennen omdat beide zijden van deze straat cultuurhistorisch<br />

waardevol zijn. Zij motiveren dit door erop te wijzen dat het Masterplan <strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong><br />

lovend was over de fraaie lange lijn van de westelijke gevel in de Bajonetstraat, en dat<br />

daarin de aanbeveling was opgenomen om ook de tegenoverliggende gevel te<br />

behouden omdat beide zo'n bijzondere communicatie over en weer aangaan.<br />

Reactie<br />

In het Masterplan waarnaar reclamanten verwijzen, is de cultuurhistorische karakteristiek<br />

van de Bajonetstraat geschetst waarbij behoud van de westelijke zijde van de<br />

Negentiende-eeuwse bebouwing als essentieel is benoemd. Voor de westelijke zijde is<br />

dan ook de waarde Cultuurhistorie in het ontwerpbestemmingsplan opgenomen. Behoud<br />

van de oostelijke zijde is niet als essentieel benoemd.<br />

Conclusie<br />

Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.<br />

1.6. Flora en fauna<br />

1.6.1. Vleermuizen<br />

<strong>Het</strong> ontwerpbestemmingsplan spreekt volgens reclamanten op pag. 54-55, de<br />

verwachting uit geen vleermuizen te zullen aantreffen in de Drievriendendwarsstraat.<br />

Toch zijn ze volgens reclamanten daar deze zomer gesignaleerd.<br />

Reactie<br />

In paragraaf 6.8., van de toelichting van het bestemmingsplan is het uitgangspunt van de<br />

Flora- en faunawet opgenomen: er dient te worden nagegaan of vaste rust- en<br />

verblijfplaatsen van o.a. vleermuizen door de sloop- en nieuwbouwplannen worden<br />

aangetast (verwijderd, ongeschikt gemaakt). Wij sluiten niet uit dat de constatering van<br />

reclamant er vleermuizen zijn gezien, juist is.<br />

Immers, op basis van veldonderzoek wordt het enerzijds ook niet uitgesloten geacht, dat<br />

binnen het onderhavige bestemmingsplangebied vaste rust- en verblijfplaatsen van<br />

vleermuizen voorkomen. Anderzijds wordt vanwege de afwezigheid van groenstructuren<br />

het onwaarschijnlijk geacht dat in de Drievriendenstraat, Poppanden, Bajonetstraat en<br />

Gaffelstraat<br />

vaste rust- en verblijfplaatsen van vleermuizen voorkomen.<br />

Pas in het stadium van concrete sloop- en bouwplannen zal nader onderzoek aantonen<br />

of er feitelijk vaste rust- en verblijfplaatsen van vleermuizen aanwezig zijn, waardoor een<br />

ontheffingsverzoek ingevolge de Flora- en faunawet nodig is. Dit vormt echter geen<br />

beletsel voor het vaststellen van het bestemmingsplan. Dit uitgangspunt is ook<br />

beschreven in de bovengenoemde paragraaf 6.8.<br />

Conclusie<br />

Wij stellen u voor de zienswijze voor kennisgeving aan te nemen.<br />

1.6.2. Geïsoleerde ligging Wijkpark<br />

Volgens reclamanten houdt het ontwerpbestemmingsplan hun (pag. 29) voor dat het<br />

Wijkpark 'nu nog tamelijk geïsoleerd in de wijk' ligt, dat een toegang vanaf de<br />

Westersingel wordt overwogen en dat de wens bestaat om het park meer bij de West-<br />

Kruiskade te betrekken.<br />

Aangezien er volgens reclamanten te dien aanzien concrete plannen ontbreken, kan<br />

deze tekst beter worden geschrapt.


Reactie<br />

Wij achten de tekst wel relevant omdat in het bestemmingsplan niet slechts de concrete<br />

ontwikkelingen worden benoemd, maar ook de minder concrete. <strong>Het</strong> onderscheid ligt<br />

hierin dat concrete ontwikkelingen uitvoeringsgericht zijn (bestuurlijk, financieel,<br />

milieutechnisch akkoord). Dit is bij minder concrete ontwikkelingen niet het geval. Hierbij<br />

gaat het meestal om een gebrek aan financiële dekking. Mocht gedurende de<br />

planperiode een als minder concreet aangemerkte ontwikkeling concreet zijn geworden,<br />

dan kan na een eventueel vereiste (succesvolle) planologische procedure de concreet<br />

geworden ontwikkeling worden uitgevoerd.<br />

Conclusie<br />

Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.<br />

1.7. Bodem en lucht<br />

1.7.1. Plannen Drievrienden(dwars)straat en Bajonetstraat<br />

Onder verwijzing naar pag. 50-51 van het ontwerpbestemmingsplan menen reclamanten<br />

dat de kans bestaat dat na sloop van de huidige bebouwing matige tot sterke<br />

verontreiniging van de bodem kan worden geconstateerd en dat sanering daarvan nodig<br />

is.<br />

De onzekerheid op dat vlak en de onbekendheid met de kosten van sanering bevestigen<br />

volgens reclamanten nog eens dat de plannen voor de Drievrienden(dwars)straat en de<br />

Bajonetstraat e.o. vooralsnog niet als serieus kunnen worden aangemerkt en dat ze<br />

daarom dan ook niet thuishoren in dit bestemmingsplan.<br />

Reactie<br />

Of er ter plaatse van de ontwikkelingslocaties sprake is van (matige tot sterke)<br />

verontreiniging kan pas na sloop worden geconstateerd. Als dan tot sanering moet<br />

worden overgegaan vormen de kosten daarvan meestal geen belemmering voor de<br />

realisatie van de ontwikkelingen. Deze situatie doet zich voor bij vervangende<br />

nieuwbouw in nagenoeg de hele binnenstad. Er bestaat geen reden om op voorhand in<br />

deze situatie een belemmering voor de plannen te zien.<br />

Conclusie<br />

Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.<br />

1.7.2. Gevolgen voor Henegouwerlaan, 's-Gravendijkwal, Rochussenstraat en<br />

Mathenesserlaan<br />

Bij het ontwerpbestemmingsplan zit volgens reclamanten een notitie over de<br />

luchtkwaliteit, waarin de stikstofdioxideconcentraties in de Statentunnel en het Weena<br />

problematisch worden genoemd. Als die zo blijven wordt de Europese norm van 40 µg<br />

per m 3 in 2015 overschreden. De gemeente wil dat voorkomen door extra maatregelen<br />

te nemen (pag. 49-50 ontwerpbestemmingsplan). De Henegouwerlaan, de 's-<br />

Gravendijkwal, de Rochussenstraat en de Mathenesserlaan zitten volgens reclamanten<br />

net onder die norm, maar door een kleine wijziging van de verkeersstromen kan die<br />

volgens hen al snel overschreden worden. <strong>Het</strong> verkeersluw maken van de Coolsingel<br />

kan bijvoorbeeld dat effect hebben, volgens reclamanten.<br />

Reactie<br />

De gemeente Rotterdam spant zich in, samen met het Rijk en de provincie, om in 2015<br />

overal aan de norm voor stikstofdioxide te voldoen. Dus om de huidige knelpunten op te<br />

lossen en geen nieuwe overschrijdingen te laten ontstaan. <strong>Het</strong> in 2015 al dan niet<br />

optreden van overschrijdingen op de voornoemde wegen (door het verkeersluw maken<br />

van de Coolsingel, of anderszins) staat los van de vaststelling van het bestemmingsplan<br />

“<strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong>”, en is hierop niet van invloed (zie de reactie bij 1.7.3.).


Conclusie<br />

Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.<br />

1.7.3. Nadelige gevolgen stikstofdioxide en fijnstof<br />

Volgens het ontwerpbestemmingsplan hoeft de hoge concentratie van stikstofdioxide en<br />

fijnstof geen nadelig gevolg te hebben voor de plannen. Reclamanten trekken dit in twijfel<br />

omdat het volgens hen een ernstig probleem is dat van grote invloed kan zijn op de<br />

ontwikkelingsmogelijkheden van het gebied in de toekomst. <strong>Het</strong><br />

ontwerpbestemmingsplan dient volgens hen op dit punt te worden aangepast.<br />

Reactie<br />

De ontwikkelingen in het ontwerpbestemmingsplan zijn onderdeel van het Nationaal<br />

Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL), waarin de ontwikkelingen in het<br />

centrumgebied als één project zijn opgenomen. Er is wettelijk bepaald dat bij de<br />

vaststelling van dit bestemmingsplan een beroep mag worden gedaan op het NSL, zodat<br />

er geen afzonderlijke toetsing van het effect van de planontwikkeling op de luchtkwaliteit<br />

hoeft plaats te vinden.<br />

Overigens zorgen de in het ontwerpbestemmingsplan opgenomen ontwikkelingen niet<br />

voor een toename van het aantal verkeersbewegingen, waardoor een afzonderlijke<br />

toetsing voor het ontwerpbestemmingsplan geen belemmering op zou leveren.<br />

Conclusie<br />

Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.<br />

1.7.4. <strong>Het</strong> Rotterdamse luchtbeleid<br />

<strong>Het</strong> ontwerpbestemmingsplan oppert volgens reclamanten de gedachte dat het<br />

Rotterdamse luchtbeleid niet van toepassing is op nieuwbouwlocaties, omdat daar<br />

minder woningen worden gebouwd dan er voorheen stonden. Dat is volgens hen een<br />

onbegrijpelijke miskenning van de ernst van het probleem. Verdunning van het aantal<br />

woningen leidt volgens hen niet tot verdunning van de luchtverontreiniging. <strong>Het</strong><br />

Rotterdamse beleid schrijft voor dat er geen nieuwe woningen binnen de contouren van<br />

de grenswaarden mogen worden gebouwd. <strong>Het</strong> ontwerpbestemmingsplan kan daar niet<br />

ongestraft aan voorbij gaan.<br />

Reactie<br />

Bij de in het ontwerpbestemmingsplan opgenomen woningbouwprojecten is van een<br />

overschrijding van de grenswaarde geen sprake. Er is daarom dan ook geen sprake van<br />

strijdigheid met het Rotterdamse beleid.<br />

Conclusie<br />

Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.<br />

1.7.5. Geluid algemeen<br />

In 2010 onderzocht Gemeentewerken de geluidsbelasting op nieuwbouwlocaties in <strong>Het</strong><br />

<strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong>. Drievrienden(dwars)straat en de Gaffelstraat werden niet in dat<br />

onderzoek betrokken, hoewel die ook werden beschouwd als nieuwbouwlocaties. Ze<br />

bleven buiten beeld omdat ze binnen de kaders van het huidige bestemmingsplan<br />

zouden passen. Reclamanten vinden dit geen sterk motief. <strong>Het</strong> bestemmingsplan maakt<br />

volgens hen ontwikkelingen immers niet alleen mogelijk, het stelt ook grenzen.<br />

Reclamanten dringen aan op hernieuwd onderzoek, ook naar de pop-panden langs<br />

West-Kruiskade, 1e Middellandstraat, Nieuwe Binnenweg, Van Speykstraat en<br />

Schietbaanstraat, die eveneens buiten beschouwing bleven.


Reactie<br />

Bij een bestemmingsplan wordt alleen akoestisch onderzoek uitgevoerd naar locaties die<br />

ingevolge de Wet geluidhinder als nieuwe geluidsgevoelige situaties zijn aangemerkt.<br />

Locaties onderzoeken waar al woningen aanwezig zijn omdat vervangende nieuwbouw<br />

wordt voorzien is niet alleen niet wettelijk verplicht, het biedt ook geen meerwaarde.<br />

Conclusie<br />

Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.<br />

1.7.6. Geluidbelasting Sint-Mariastraat<br />

De geluidsbelasting voor de Sint-Mariastraat werd volgens reclamanten in de<br />

beschouwingen betrokken, hoewel daar geen nieuwbouw is voorzien. Driekwart van<br />

Bajonetstraat e.o. komt evenmin in aanmerking voor nieuwbouw, toch richtte het<br />

onderzoek zich ook op die straten. De geluidsbelasting op de gevels in de Sint-<br />

Mariastraat is kritisch, 52 dB waar 53 dB de norm is.<br />

Reactie<br />

Bij de bebouwing Sint-Mariastraat 106-146 is sprake van vervangende nieuwbouw.<br />

Omdat aan de achterkant een bouwlaag extra kan worden gerealiseerd is dit een nieuwe<br />

geluidsgevoelige situatie, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder. De geluidsbelasting van<br />

52 dB is afkomstig van tramverkeer. Voor tramverkeer bestaat geen wettelijke norm. De<br />

berekening voor tramverkeer is uitgevoerd ten behoeve van een goede ruimtelijke<br />

ordening, om te zien of de geluidbelasting niet onevenredig hoog is. Daarbij worden de<br />

normen voor wegverkeer (voor woningen voorkeurswaarde 48 dB en maximale hogere<br />

waarde 68 dB) als uitgangspunt genomen. Voor een stedelijk gebied is 52 dB een<br />

gunstige geluidsbelasting. Langs driekwart van de Bajonetstraat is inderdaad geen<br />

sprake meer van nieuwe geluidsgevoelige situaties, daar was ten tijde van het<br />

onderzoek nog wel sprake van.<br />

Conclusie<br />

Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.<br />

1.7.7. Terinzagelegging ontwerpbesluit hogere waarde<br />

<strong>Het</strong> ontwerpbesluit hogere waarde (i.v.m. art. 83 Wet Geluidshinder) zou volgens<br />

reclamanten tegelijk met dit ontwerp ter inzage worden gelegd. Reclamanten zeggen dit<br />

niet gemerkt te hebben.<br />

Reactie<br />

In paragraaf 6.4.6 van de toelichting is de conclusie gegeven van het akoestisch<br />

onderzoek. Aangegeven is dat voor de onderzochte locaties de voorkeursgrenswaarden<br />

niet worden overschreden, dat er geen hogere grenswaarde procedure nodig is en dat<br />

wordt voldaan aan het Rotterdamse ontheffingsbeleid. <strong>Het</strong> mede ter inzage leggen van<br />

een ontwerpbesluit hogere waarde is daarom nu niet aan de orde.<br />

Conclusie<br />

Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.


1.8. Varia<br />

1.8.1. Reclamanten vinden dat “Gemengd - 4” (Odeon) dient te worden uitgebreid met de<br />

bestemming sport.<br />

Reactie<br />

Wij achten de zienswijze gegrond aangezien er - conform het geldende<br />

bestemmingsplan - ook in het ter inzage gelegde ontwerp de mogelijkheid voor het<br />

beoefenen van sport had moeten worden opgenomen.<br />

Conclusie<br />

Wij stellen u voor de zienswijze gegrond te verklaren en het ter inzage gelegde<br />

ontwerpbestemmingsplan als volgt te wijzigen:<br />

Regels<br />

Aan artikel 12, lid 1, sub a wordt de functie sport toegevoegd, zodat het komt te luiden:<br />

12.1 Bestemmingsomschrijving<br />

De voor "Gemengd - 4" aangewezen gronden zijn bestemd voor:<br />

a. sport, podiumkunsten, theater, bioscoop en dergelijke, uitsluitend op de begane<br />

grond;<br />

1.8.2. Relevantie “Maatschappelijk 2”, Batavierenstraat<br />

Voor de Batavierenstraat is de bestemming 'Maatschappelijk-2' nauwelijks nog van<br />

toepassing. In verband met de toegenomen aandacht voor woonservicegebieden ligt het<br />

in de rede de mogelijkheid open te houden om daar 55+-woningen te bouwen. <strong>Het</strong><br />

bestemmingsplan zou daar nu reeds ruimte voor kunnen bieden.<br />

Reactie<br />

<strong>Het</strong> mogelijk maken van (55+)-woningen op deze locatie is het scheppen van een<br />

nieuwe geluidsgevoelige situatie als bedoeld in de Wet geluidhinder. Hiervoor is<br />

ingevolge die wet akoestisch onderzoek en mogelijk een procedure voor een hogere<br />

toegelaten (geluid)waarde nodig. Omdat in dit geval geen sprake is van een concreet<br />

initiatief om hier woningen te bouwen, is deze locatie dan ook niet meegenomen in het<br />

akoestisch onderzoek dat voor het bestemmingsplangebied is uitgevoerd. Gelet op het<br />

vorenstaande en gezien de fase waarin de planprocedure zich thans bevindt, ligt het ook<br />

niet in de rede deze ontwikkeling alsnog in het ontwerpbestemmingsplan op te nemen.<br />

Conclusie<br />

Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.<br />

1.8.3. Horecabeleid West-Kruiskade<br />

Op de West-Kruiskade, tegenover het Wijkpark, zijn 6 horecagelegenheden gevestigd. In<br />

het ontwerpbestemmingsplan zijn 8 horecavestigingen voorzien. Elders wordt het<br />

standpunt verdedigd dat 'het huidige horecabestand dient te worden geconsolideerd om<br />

aantasting van het winkelkarakter te voorkomen’.<br />

Reactie<br />

De uitbreiding van het aantal horecavestigingen op deze locatie is gebaseerd op het<br />

beleidsdocument “Uitwerkingsprogramma Alliantie West-Kruiskade”, vastgesteld in<br />

januari 2010 door de gemeenteraad. In dat document zijn beleidsbepalingen<br />

opgenomen over de uitbreidingsmogelijkheden van horeca binnen de daartoe<br />

aangewezen zones op de West-Kruiskade. Op locaties buiten de aangewezen zones en<br />

buiten West-Kruiskade gelden de beleidsbepalingen uit de Horecanota 2012-2016. Deze<br />

Horecanota is op 3 juli 2012 vastgesteld door burgemeester en wethouders. <strong>Het</strong> ter<br />

inzage gelegde ontwerp liep vooruit op de vaststelling van dit beleid, zoals dit samen met


Alliantie West-Kruiskade wordt uitgewerkt. <strong>Het</strong> was namelijk reeds ten tijde van de ter<br />

inzagelegging te voorzien dat de vaststelling van de Horecanota 2012-2016 nog voor de<br />

vaststelling van het bestemmingsplan “<strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong>” een feit zou zijn.<br />

Conclusie<br />

Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.<br />

50. Reclamant 50<br />

De brieven van bewoners, zoals die van Jan van den Noort, zullen volgens reclamant<br />

leidraad moeten zijn voor de planvorming.<br />

Reactie<br />

Reclamant doelt op de zienswijzen die hiervoor zijn samengevat en die wij hebben<br />

voorzien van en reactie. Wij verwijzen reclamant naar die zienswijzen.<br />

Conclusie<br />

Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.<br />

51. Schaap & Partners (gemachtigde)<br />

51.1. Rochussenstraat 20 (bodega/Restaurant Old Dutch)<br />

Namens de eigenaar/exploitant van bovengenoemde onderneming wordt bezwaar<br />

gemaakt tegen het feit dat het eigendomsperceel Rochussenstraat 20 de bestemmingen<br />

"horeca" en "Tuin" heeft gekregen. Dit betekent namelijk dat de ruimte naast het pand<br />

niet meer zou kunnen worden gebruikt voor het parkeren, dan wel laden/lossen van<br />

bedrijfsauto's voor voorraadvoorziening, noch voor het parkeren van auto's van gasten<br />

die Old Dutch bezoeken, met alle nadelige gevolgen voor het parkeren van dien.<br />

Reactie<br />

Wij achten de zienswijze gegrond omdat krachtens de (nog) niet uitgewerkte 1 e<br />

Herziening van het vigerende bestemmingsplan, waarbinnen de bestreden bestemming<br />

zich bevindt, op de begane grond tevens zijn toegestaan de functies: (wijk- en<br />

stadsdeelverzorgende) bedrijven t/m categorie 2, alsmede “cultuur en ontspanning” in de<br />

vorm van cultureel-educatieve voorzieningen zoals musea, galeries,<br />

verenigingsgebouwen, onderwijsinstellingen, cursusruimtes, e.d. De implementatie van<br />

deze functies in het ter inzage gelegde ontwerp kan alsnog geschieden conform<br />

onderstaande conclusie. In het kader hiervan wordt aan de regels een nieuwe<br />

bestemming, “Gemengd – 9” (GD-9) toegevoegd. Hierin is tevens de mogelijkheid tot<br />

parkeren op eigen terrein gehandhaafd. Omdat ambtshalve een tiende variatie<br />

“Gemengd” (“GD -10”), wordt toegevoegd, wordt par. 4.6.2., punt 1 hieronder tevens<br />

daarop aangepast. Voor het overige wordt verwezen naar de ambtshalve wijziging.<br />

Conclusie<br />

Wij stellen u voor de zienswijze gegrond te verklaren en het ontwerpbestemmingsplan<br />

als volgt te wijzigen:<br />

Toelichting par. 4.6.2<br />

1. De vierde alinea wordt in verband met de toevoeging van de 9 e en 10 e variatie<br />

“Gemengd” gewijzigd waardoor het als volgt komt te luiden:<br />

In de bestemmingen “Gemengd”1 t/m 10 is het mogelijk om de begane grondlaag voor<br />

een andere bestemming dan wonen te gebruiken, de verdiepingen zijn doorgaans<br />

bestemd voor woningen. Er zijn in dit plan 10 variaties van “Gemengd” opgenomen.<br />

Binnen de variaties worden de flexibele gebruiksmogelijkheden geboden die toegespitst<br />

zijn op de specifieke planologische situatie.


2. Na de passage betreffende “Gemengd - 8”, wordt de paragraaf aangevuld met de<br />

volgende passage:<br />

"Gemengd - 9" is bestemd voor woningen, uitsluitend op de verdiepingen, terwijl<br />

uitsluitend op de begane grond horeca, bedrijven (cat 1 t/m 2) en cultureel-educatieve<br />

voorzieningen, musea, galeries, verenigingsgebouwen, onderwijsinstellingen,<br />

cursusruimtes, e.d., zijn toegestaan”. Deze variant beoogt een gedeeltelijke uitwerking te<br />

zijn van de 1 e Herziening van het oude bestemmingsplan.<br />

Verbeelding<br />

<strong>Het</strong> plangedeelte ter hoogte van de Rochussenstraat 20, bestaande uit de<br />

bestemmingen “Horeca” en “Tuin”, wordt gewijzigd in de bestemming “Gemengd - 9”.<br />

Regels<br />

Aan het ontwerpbestemmingsplan wordt de volgende nieuwe regel 17 toegevoegd en<br />

worden de overige regels numeriek herschikt.<br />

Artikel 17 Gemengd - 9<br />

17.1 Bestemmingsomschrijving<br />

De voor "Gemengd - 9" aangewezen gronden zijn bestemd voor:<br />

a. woningen (uitsluitend op de verdiepingen);<br />

b. horeca;<br />

c. cultureel-educatieve voorzieningen zoals musea, galeries, verenigingsgebouwen,<br />

onderwijsinstellingen, cursusruimtes, e.d.;<br />

d. bedrijven t/m categorie 2 van de lijst van bedrijfsactiviteiten behorende bij deze<br />

regels;<br />

e. voorzieningen behorend bij bovengenoemde functies en het bijbehorende erf, zoals,<br />

parkeerruimte, groen, ontsluitingswegen en -paden;<br />

f. "Waarde - Archeologie - 3", voor zover de gronden mede als zodanig zijn bestemd.<br />

17.2 Bouwregels<br />

17.2.1 Algemeen<br />

Op de voor "Gemengd - 9" bestemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten<br />

behoeve van de aldaar genoemde functies.<br />

17.2.2 Medebestemming<br />

Voor zover de gronden mede zijn bestemd voor "Waarde - Archeologie-3“, is voor het<br />

bouwen het bepaalde ter zake in genoemde bestemming mede van toepassing.<br />

17.3 Specifieke gebruiksregels<br />

17.3.1 Woningen<br />

Woningen mogen mede worden gebruikt voor de uitoefening van een aan huis<br />

gebonden beroep of bedrijf, mits:<br />

a. de woonfunctie in overwegende mate gehandhaafd blijft, waarbij het<br />

brutovloeroppervlak van de woning voor ten hoogste 30% mag worden gebruikt voor<br />

een aan huis gebonden beroep of bedrijf;<br />

b. ten aanzien van een aan huis gebonden bedrijf sprake is van een bedrijf tot en met<br />

categorie 1 als bedoeld in de bij deze regels horende lijst van bedrijfsactiviteiten;<br />

c. de gevel en dakrand van de woning niet worden gebruikt ten behoeve van reclameuitingen;<br />

d. er geen bedrijfsmatige activiteiten plaatsvinden die betrekking hebben op het<br />

onderhouden en repareren van motorvoertuigen;<br />

e. er geen detailhandel plaatsvindt, tenzij als ondergeschikt onderdeel van het aan huis<br />

gebonden beroep of bedrijf.


17.4 Afwijken van de gebruiksregels<br />

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning voor het bouwen<br />

afwijken van het bepaalde in de leden 17.1 (bedrijven t/m cat. 2) en 17.3.1 ter zake van<br />

de toegestane bedrijfsactiviteiten ten behoeve van andere bedrijfsactiviteiten dan die<br />

primair zijn toegelaten, welke - gehoord de Milieudeskundige - daarmede naar aard en<br />

invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn.<br />

51.2. Behoud bestaande gebruiksmogelijkheden<br />

Reclamant stelt dat de eigenaar/exploitant voor de exploitatie van het pand naast het<br />

grote belang bij de mogelijkheid tot parkeren op zijn terrein te behouden, tevens belang<br />

heeft bij behoud van de mogelijkheid het Perceel te kunnen gebruiken voor woningen of<br />

wijk- of stadsverzorgende functie, een galerie of andere ruimte ten behoeve van kunst of<br />

cultuur. Een bestemming van het Perceel voor woondoeleinden past juist zeer goed in<br />

de omgeving, die voor een groot deel ook de bestemming wonen dient. Een bestemming<br />

voor galerie, stadsdeelverzorgend bedrijf of cultuuruiting past naar de mening van de<br />

eigenaar/exploitant goed bij een monument.<br />

Reactie<br />

Wij achten de zienswijze gegrond. Voor het overige wordt verwezen naar reactie 51.1,<br />

waarin de gebruiksmogelijkheden voor de begane grond zijn verwerkt en het wonen op<br />

de verdiepingen is bevestigd. Eveneens is de mogelijkheid tot parkeren op eigen terrein<br />

gehandhaafd.<br />

Conclusie<br />

Wij stellen u voor de zienswijze gegrond te verklaren en het ontwerpbestemmingsplan te<br />

wijzigen conform de conclusie bij 51.1.<br />

51.3. Wateroverlast<br />

Als gevolg van ophoging van de omgeving door de gemeente, ligt het Perceel in een kuil.<br />

Wanneer het regent, stroomt het water naar het Perceel. De kelder die zich onder het<br />

pand Old Dutch bevindt en die voorheen fungeerde als wijnkelder, doet thans dienst als<br />

waterput en bij de deuren van het pand Old Dutch moeten schotten ervoor zorgen dat de<br />

gasten de voeten droog houden. Onder die omstandigheden is goede exploitatie van het<br />

restaurant niet mogelijk. Ook tast de veelvuldige wateroverlast het pand Old Dutch aan.<br />

Reactie<br />

Wij betreuren de door reclamant genoemde wateroverlast, maar moeten hier volstaan<br />

met de constatering, dat de oorzaak hiervan niet kan worden toegeschreven aan het<br />

wijzigen van het geldende bestemmingsplan, zodat dit aspect hier ook niet kan worden<br />

ingebracht.<br />

Conclusie<br />

Wij stellen u voor de zienswijze voor kennisgeving aan te nemen.<br />

51.4. Monumentstatus van het pand<br />

Reclamant stelt dat vanwege de monumentstatus van het pand, de gemeente niet wenst<br />

mee te werken aan sloop ervan. Ook aan verplaatsing van het pand wenst de gemeente<br />

om haar moverende redenen geen medewerking te verlenen.<br />

De gevolgen van wateroverlast wentelt de gemeente geheel af op de eigenaar en voor<br />

enige subsidie voor het opknappen van het pand geeft de gemeente niet thuis: de<br />

subsidiepot is leeg. In verband hiermee bezint de eigenaar zich over de vragen hoe hij<br />

als exploitant van Old Dutch het hoofd boven water moet houden.<br />

Reactie<br />

De monumentenstatus van het pand is niet het gevolg van de vaststelling van dit<br />

bestemmingsplan. In de procedure in het kader van de monumentenregelgeving, heeft


eclamant zijn rechten reeds volledig kunnen benutten. <strong>Het</strong> ter inzage gelegde ontwerp is<br />

in overwegende mate conserverend van aard.<br />

De door reclamant opgesomde omstandigheden die ertoe leidden dat hij zich thans<br />

bezint over de vraag hoe hij als exploitant van Old Dutch het hoofd boven water moet<br />

houden vinden wij spijtig, maar deze zijn geen omstandigheden die kunnen worden<br />

toegeschreven aan het wijzigen van het geldende bestemmingsplan, zodat deze hier ook<br />

niet kunnen worden ingebracht.<br />

Conclusie<br />

Wij stellen u voor de zienswijze voor kennisgeving aan te nemen.<br />

51.5. Waardedaling pand<br />

Reclamant stelt dat de beperking van de gebruiksmogelijkheden van het perceel leidt tot<br />

waardedaling van het pand waardoor eigenaar/exploitant schade zal leiden.<br />

Reactie<br />

In tegenstelling tot wat reclamant beweert is geen sprake van een beperking van de<br />

gebruiksmogelijkheden. In dit verband wordt tevens verwezen naar onze reactie bij 51.1.<br />

Indien reclamant niettemin van oordeel is dat sprake is van waardedaling van zijn pand<br />

als gevolg van het vaststellen van dit bestemmingsplan, dan biedt Afdeling 6.1. van de<br />

Wro hem de mogelijkheid een verzoek om een tegemoetkoming ter bestrijding van die<br />

schade in te dienen bij burgemeester en wethouders.<br />

Conclusie<br />

Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.<br />

51.6. Goede ruimtelijke ordening<br />

Reclamant stelt dat het perceel is omgeven door woningen en detailhandel, waarbij de<br />

huidige bestemming voor woondoeleinden goed aansluit. Beperking van de bestemming<br />

tot horeca past veel minder goed in de omgeving, zodat het de vraag is waarom de<br />

gemeente deze keuze maakt.<br />

Reactie<br />

Aangezien hier sprake is van een conserverend bestemmingsplan, moet worden<br />

uitgegaan van de gebruiksmogelijkheden van de 1 e Herziening van het geldende<br />

bestemmingsplan. Wij achten om die reden de zienswijze gegrond. Voor het overige<br />

wordt verwezen naar reactie 51.1. waarin de bestaande gebruiksmogelijkheden voor de<br />

begane grond zijn opgenomen en het wonen op de verdiepingen is bevestigd; evenals<br />

het parkeren op eigen terrein.<br />

Conclusie<br />

Wij stellen u voor de zienswijze gegrond te verklaren en het ontwerpbestemmingsplan te<br />

wijzigen conform de conclusie bij 51.1.<br />

51.7. Bouwhoogte op verbeelding klopt niet<br />

Volgens de verbeelding van het ontwerp geldt voor het Perceel, voor zover het de<br />

bestemming horeca heeft, een maximum bouwhoogte van 6 meter. <strong>Het</strong> pand Old Dutch,<br />

dat op het Perceel staat, is hoger dan 6 meter.<br />

Reactie<br />

Wij achten de constatering juist. De hoogtemaat van 6 meter is - conform het<br />

conserverende karakter van dit bestemmingsplan - overgenomen vanuit het geldende<br />

bestemmingsplan. Naderhand is gebleken dat - mede gelet op de wijze van meten<br />

genoemd in het artikel 2 van de bij dit plan behorende regels -, de maximale bouwhoogte<br />

9 meter bedraagt.


Conclusie<br />

Wij stellen u voor de zienswijze gegrond te verklaren en het ter inzage gelegde<br />

ontwerpbestemmingsplan als volgt te wijzigen: op de verbeelding wordt binnen de<br />

nieuwe bestemming GD-9, voor de huidige locatie, Rochussenstraat 20, een maximale<br />

bouwhoogte van 9 meter opgenomen.<br />

51.8. Status beschermd stadsgezicht "Mathenesserlaan - Heemraadssingel"<br />

Reclamant stelt dat voor het gebied waarbinnen het onderhavige perceel,<br />

Rochussenstraat 20, valt geen aanwijzing door de minister tot beschermd stadsgezicht<br />

bestaat.<br />

Reactie<br />

De constatering van reclamant is juist, aangezien de daartoe strekkende<br />

aanwijzingsprocedure formeel nog niet is afgerond. Abusievelijk was ervan uit gegaan<br />

dat de formele aanwijzing van het bovenbedoelde gebied tot beschermd stadsgezicht<br />

“Mathenesserlaan – Heemraadssingel” reeds een feit was. Thans wordt geconstateerd<br />

dat de daartoe strekkende aanvraag reeds in het jaar 2004 is ingediend. In het kader van<br />

die aanwijzingsprocedure heeft de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap<br />

(OCW) bij brief 27 maart 2009 hieromtrent advies ingewonnen bij de gemeente<br />

Rotterdam. Bij raadsbesluit van 8 oktober 2009 heeft de gemeente Rotterdam hierover<br />

een positief advies uitgebracht. Dit advies is vervolgens door tussenkomst van de<br />

provincie Zuid-Holland gezonden aan de minister van OCW.<br />

Ook de Raad voor cultuur heeft over deze toekomstige aanwijzing reeds op 21<br />

september 2009 een positief advies uitgebracht. Nadat ten minste de gemeenteraad<br />

over de aanvraag tot aanwijzing een positief advies heeft uitgebracht aan het Rijk - en<br />

daarvan is in casu sprake - achten wij het om proceseconomische redenen verstandig de<br />

cultuurhistorische waarden alvast mee te nemen in de bestemmingsplanprocedure.<br />

Dit kan immers ertoe leiden dat het Rijk ten tijde van de formele aanwijzing constateert<br />

dat met het vastgestelde bestemmingsplan de beoogde cultuurhistorische belangen<br />

reeds zijn veiliggesteld, zodat hiervoor niet opnieuw een bestemmingsplanprocedure<br />

behoeft te worden opgestart. Evenwel zou uit de regels en de toelichting moeten blijken<br />

dat het hier gaat om een ‘beschermd stadsgezicht in voorbereiding” als hiervoor<br />

omschreven. Daarvan is geen sprake. Wij achten het nodig dat dit alsnog gebeurt.<br />

<strong>Het</strong> onderhavige pand, Old Dutch, Rochussenstraat 20, is binnen het bestemmingsplan<br />

tevens begrepen in de “Waarde Cultuurhistorie - 1”. Thans constateren wij dat dit pand<br />

reeds voldoende bescherming geniet ingevolge zijn recentelijk verkregen status van<br />

gemeentelijk monument. Om laatstgenoemde reden achten wij het niet langer<br />

noodzakelijk dit pand te handhaven binnen de bestemming “Waarde Cultuurhistorie -1”.<br />

In verband hiermee is inmiddels van gemeentewege een wijzigingverzoek ingediend bij<br />

het Rijk om te komen tot het uitsluiten van het perceel Rochussenstraat 20, Old Dutch,<br />

als onderdeel van het toekomstig beschermd stadsgezicht Mathenesserlaan –<br />

Heemraadssingel.<br />

Gezien het feit dat de aanwijzing van Old Dutch als gemeentelijk monument reeds<br />

onherroepelijk is, achten wij het niet onwaarschijnlijk dat het wijzigingsverzoek zal<br />

worden gehonoreerd. Hierop vooruitlopend adviseren wij u het gebied van de “Waarde –<br />

Cultuurhistorie - 1” op de verbeelding dusdanig te verkleinen dat het perceel<br />

Rochussenstraat 20, niet langer deel uitmaakt van “Waarde – Cultuurhistorie - 1”<br />

Ten slotte constateren wij nog dat hetgeen hiervoor is vermeld t.a.v. de status van het<br />

beschermde stadsgezicht in voorbereiding“Mathenesserlaan – Heemraadssingel”, in<br />

gelijke mate geldt voor het beschermde stadsgezicht in voorbereiding het Waterproject.<br />

Ook voor dit “beschermde stadgezicht in voorbereiding” wordt binnen afzienbare tijd de<br />

formele aanwijzing verwacht. <strong>Het</strong> positieve advies van de gemeenteraad in het kader<br />

van deze aanvraag tot aanwijzing tot beschermd stadsgezicht, Waterproject, is<br />

verzonden bij brief van 1 december 2009.


Op grond van het vorenstaande achten wij het noodzakelijk dat het bestemmingsplan<br />

wordt aangepast in de zin dat de Rochussenstraat 20 niet langer is begrepen binnen<br />

“Waarde – Cultuurhistorie – 1” en dat het predicaat “beschermd stadsgezicht in<br />

voorbereiding” wordt opgenomen en toegelicht in bestemmingsplan.<br />

Conclusie<br />

Wij stellen u voor de zienswijze gegrond te verklaren en het ontwerpbestemmingsplan<br />

als volgt te wijzigen:<br />

Verbeelding:<br />

<strong>Het</strong> gebied van “Waarde Cultuurhistorie -1” wordt dusdanig verkleind dat de<br />

Rochussenstraat 20 niet langer deel uitmaakt van het gebied “Waarde Cultuurhistorie-1”.<br />

Toelichting<br />

Titel bij paragraaf 3.3.2. (plangebied), onderdeel “Rijksbeschermde stadsgezichten”<br />

wordt gewijzigd in “Rijksbeschermde stadsgezichten in voorbereiding” en de inhoud<br />

daarvan komt als volgt te luiden:<br />

Rijksbeschermde stadsgezichten in voorbereiding<br />

Om te voorkomen dat in de periode die ligt tussen het indienen van een formele<br />

aanvraag om aanwijzing tot beschermd stadsgezicht op grond van artikel 35 lid 1 van<br />

de Monumentenwet 1988 en die formele aanwijzing de gronden en/of bouwwerken<br />

minder geschikt of ongeschikt worden voor het conserveren van de cultuurhistorische<br />

waarden die aan de oorspronkelijke aanvraag om een aanwijzing ten grondslag liggen,<br />

zijn deze waarden op grond van een goede ruimtelijke ordening in dit<br />

ontwerpbestemmingsplan opgenomen.<br />

De voorbereiding van een formele aanwijzing duurt namelijk een aantal jaren.<br />

In het kader van deze bestemmingsplanprocedure wordt onder een “beschermd<br />

stadsgezicht in voorbereiding” verstaan een “ontwerpaanwijzing tot beschermd<br />

stadsgezicht” waarover ten minste door de gemeenteraad reeds positief is geadviseerd<br />

ingevolge artikel 35 lid 1 van de Monumentenwet 1988. <strong>Het</strong> is immers de<br />

gemeenteraad die het bestemmingsplan vaststelt.<br />

<strong>Het</strong> positieve advies impliceert dat de gemeenteraad geen bedenkingen heeft tegen<br />

het aanwijzingsvoorstel.<br />

Niet slechts op grond van een goede ruimtelijke ordening is de bescherming van deze<br />

waarden reeds nu noodzakelijk, maar ook om proceseconomische redenen. Indien<br />

namelijk ten tijde van het beslissen op de aanvraag om een aanwijzing ingevolge<br />

artikel 36, lid 2 van de Monumentenwet 1988 een bestemmingsplan in werking is<br />

getreden, dan wordt in die aanwijzing bepaald of in dat bestemmingsplan de te<br />

beschermen belangen reeds afdoende zijn veiliggesteld, waardoor het opstarten van<br />

een bestemmingsplanprocedure ter implementatie van de aanwijzing overbodig is.<br />

Zodra deze formele aanwijzing ingevolge de Monumentenwet 1988 een feit is en dit<br />

conform de Monumentenwet 1988 bekend is gemaakt, vervalt het verplichte<br />

Welstandsadvies slechts in het geval dat ingevolge artikel 36 lid 1 een nieuw<br />

bestemmingsplan moet worden vastgesteld. Vanaf dat moment immers is de minister<br />

van OCW de verplichte adviesinstantie geworden (artikel 3:3, lid 4 van de Wet<br />

algemene bepalingen omgevingsrecht Wabo).<br />

In het plangebied “<strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong>” liggen delen van twee rijksbeschermde<br />

stadsgezichten in voorbereiding: het stadsgezicht “Mathenesserlaan –<br />

Heemraadssingel” en het stadsgezicht Waterproject. De aanvraag “Mathenesserlaan –<br />

Heemraadssingel”, loopt sedert het jaar 2004.<br />

De Mathenesserlaan, de Breitnerstraat en delen van de haaks op deze twee straten<br />

liggende straten vallen binnen het rijksbeschermd stadsgezicht in voorbereiding<br />

“Mathenesserlaan – Heemraadssingel”.<br />

In het rijksbeschermd stadsgezicht in voorbereiding “Mathenesserlaan –<br />

Heemraadssingel” zijn als specifieke waarden genoemd voor het deel dat in het<br />

bestemmingsplan “<strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong>” valt:


de voortuinen bij de bebouwing aan de Breitnerstraat inclusief hekwerken en<br />

ligusterhagen<br />

wigvormig plantsoen langs de Rochussenstraat.<br />

De Westersingel, inclusief de woonhuizen en de achtertuinen van de woonhuizen die<br />

aan het wijkpark grenzen, valt binnen het tweede rijksbeschermde stadsgezicht in<br />

voorbereiding: Waterproject. Dit project van stadsarchitect W.N. Rose en<br />

fabriekslandmeter van het Hoogheemraadschap J.A. Scholten is een fraai voorbeeld<br />

van een grootschalig, samenhangend waterstaatkundig en stedenbouwkundig concept.<br />

<strong>Het</strong> stadsgezicht Waterproject is van grote historische en stedenbouwkundige waarde<br />

als<br />

tastbare erfenis van de strijd tegen een van de grootste maatschappelijke problemen<br />

van de<br />

Negentiende Eeuw: de explosieve bevolkingsgroei in de steden met alle<br />

stedenbouwkundige, sociale en hygiënische problemen die daarbij hoorden.<br />

<strong>Het</strong> unieke van het Waterproject ligt vooral in de bijzondere combinatie van<br />

maatschappelijke, waterstaatkundige en stedenbouwkundige doelstellingen,<br />

samengebracht in een integraal planconcept.<br />

Regels:<br />

Artikel 39 van de regels wordt gewijzigd, zodat het als volgt komt te luiden:<br />

Artikel 39 Waarde - Cultuurhistorie – 1<br />

39.1 Bestemmingsomschrijving<br />

De voor "Waarde - Cultuurhistorie - 1" aangewezen gronden zijn behalve voor de daar<br />

voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van de in<br />

voorbereiding zijnde beschermde stadsgezichten 'Waterproject' en “Mathenesserlaan –<br />

Heemraadssingel”.<br />

39.2 Bouwregels<br />

39.2.1 Algemeen<br />

In aanvulling op de bouwregels voor de andere aldaar voorkomende bestemmingen,<br />

geldt voor de als "Waarde - Cultuurhistorie - 1" bestemde gronden, dat gebouwen die ten<br />

tijde van de terinzagelegging van het ontwerp van dit bestemmingsplan afgedekt zijn met<br />

een kap, bij herbouw afgedekt dienen te worden met een kap in de oorspronkelijke vorm<br />

(d.w.z. de kapvorm zoals die was ten tijde van de eerste oplevering van het gebouw).<br />

39.2.2 Specifieke bouwregels<br />

voor gronden gelegen binnen het in voorbereiding zijnde beschermd stadsgezicht<br />

Waterproject langs de Westersingel:<br />

a. op de mede voor "Verkeer - Verblijfsgebied", "Groen" en "Tuin" aangewezen gronden<br />

zijn in het belang van behoud en bescherming van de aanwezige cultuurhistorische<br />

waarden, geen bouwwerken toegestaan;<br />

b. de bestaande indeling in bouwblokken dient te worden gehandhaafd.<br />

39.3 Afwijking bouwregels<br />

39.3.1 Afwijking<br />

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning voor het bouwen<br />

afwijken van het bepaalde in lid 39.2.2, sub a ten behoeve van het oprichten van kleine<br />

bouwwerken voor voorzieningen van openbaar nut, verkeer en vervoer (niet groter dan<br />

80 m 3 ) binnen de bestemmingen "Verkeer - Verblijfsgebied" of "Groen".<br />

39.3.2 Advies<br />

Alvorens aan het vorige lid toepassing wordt gegeven, winnen burgemeester en<br />

wethouders het advies in van de Commissie voor Welstand en Monumenten.


39.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk<br />

zijnde, of van werkzaamheden<br />

39.4.1 Verbod<br />

In het belang van de in voorbereiding zijnde beschermde stadsgezichten genoemd in het<br />

eerste lid, is het verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van<br />

burgemeester en wethouders de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:<br />

voor gronden gelegen binnen het in voorbereiding zijnde beschermd stadsgezicht<br />

Waterproject (Westersingel):<br />

a. op de mede voor "Groen" en "Tuin" bestemde grond terrein te verharden of terrein<br />

meer dan 0,5 meter op te hogen of af te graven;<br />

b. op de mede voor "Verkeer - Verblijfsgebied" bestemde gronden wegwerkzaamheden<br />

die het bestaande wegprofiel kunnen aantasten;<br />

c. op de mede voor "Water" bestemde gronden waterlopen te dempen of waterlopen<br />

om te leggen;<br />

d. in voortuinen van gebouwen terrein te verharden of terrein meer dan 0,5 meter op te<br />

hogen of af te ontgraven;<br />

voor gronden gelegen binnen het in voorbereiding zijnde beschermd stadsgezicht<br />

Mathenesserlaan - Heemraadssingel:<br />

e. op de mede voor "Tuin" bestemde voortuinen aan de Breitnerstraat te verharden of<br />

terrein meer dan 0,5 meter op te hogen of af te graven.<br />

39.4.2 Uitgezonderde werkzaamheden<br />

a. normaal onderhoud en beheer;<br />

b. werkzaamheden die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden<br />

van het plan;<br />

c. werkzaamheden die mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende<br />

omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of<br />

van werkzaamheden.<br />

39.4.3 Vergunning<br />

Bij hun beslissing omtrent het verlenen van een vergunning betrekken burgemeester en<br />

wethouders de belangen van het in voorbereiding zijnde beschermd stadsgezicht in hun<br />

overwegingen.<br />

39.4.4 Advies<br />

Alvorens vergunning te verlenen, winnen burgemeester en wethouders het advies in van<br />

de Commissie voor Welstand en Monumenten.<br />

39.5 Omgevingsvergunning voor het slopen<br />

39.5.1 Verbod<br />

Op de voor "Waarde - Cultuurhistorie - 1" bestemde gronden is het verboden om zonder<br />

vergunning van burgemeester en wethouders bouwwerken geheel of gedeeltelijk te<br />

slopen.<br />

39.5.2 Uitzondering op verbod<br />

In afwijking van het bepaalde in lid 39.5.1 is geen vergunning vereist ingeval van:<br />

a. een aanschrijving van burgemeester en wethouders op grond van de Woningwet<br />

(hoofdstuk III);<br />

b. bouwwerken waarvoor geen omgevingsvergunning voor het bouwen vereist is;<br />

c. een vergunning voor het slopen van een bouwwerk vereist is ingevolge de<br />

Monumentenwet 1988 in samenhang met de Wet algemene bepalingen<br />

omgevingsrecht, een provinciale of gemeentelijke monumentenverordening.


39.5.3 Vergunning<br />

Vergunning wordt verleend indien door het slopen het aanzien en/of de karakteristiek<br />

van het in voorbereiding zijnde beschermd stadsgezicht niet of niet in betekenende mate<br />

wordt geschaad.<br />

39.5.4 Advies<br />

Alvorens te beslissen op een aanvraag, winnen burgemeester en wethouders het advies<br />

in van de commissie voor Welstand en Monumenten.<br />

51.9 De belangen die het beschermd stadgezicht beoogt te beschermen<br />

Reclamant stelt dat In de planregels weliswaar staat dat bij vergunningverlening "de<br />

belangen van het betrokken stadsgezicht" in de overwegingen worden betrokken en dat<br />

een sloopvergunning wordt verleend indien door het slopen "het aanzien en/of de<br />

karakteristiek van het beschermde stadsgezicht niet in betekenende mate wordt<br />

geschaad", maar dergelijke frasen zijn volgens de gemachtigde hol indien niet bekend is<br />

wat de belangen of het aanzien en/of de karakteristiek van het (niet bestaande)<br />

stadsgezicht zijn. Dit is volgens de gemachtigde een ongefundeerde beperking van het<br />

eigendomsrecht van de eigenaar, terwijl tot een eventuele aanwijzing door de minister<br />

onduidelijk blijft op welke wijze reclamant een aanvraag voor een omgevingsvergunning<br />

zou moeten inkleden om kans te maken op het verkrijgen ervan.<br />

Reactie<br />

Bij cultuurhistorische waarden gaat het over de positieve waardering van sporen,<br />

objecten, patronen en structuren die zichtbaar of niet zichtbaar onderdeel uitmaken van<br />

onze leefomgeving en een beeld geven van een historische situatie of ontwikkeling.<br />

Deze belangen kunnen niet altijd meteen worden geconcretiseerd en neergeslagen in<br />

het bestemmingsplan.<br />

In het kader van de omgevingsvergunningverlening laat de gemeente daarom altijd een<br />

gekwalificeerd advies uitbrengen door de Commissie voor Welstand en Monumenten<br />

Rotterdam om daaruit te kunnen concluderen of cultuurhistorische belangen zullen<br />

worden geschaad. <strong>Het</strong> is niet altijd nodig om bijvoorbeeld alle tuinen binnen de waarde<br />

Cultuurhistorie een bijzonder karakter toe te kennen. Dit gebeurt slechts in die gevallen<br />

waarin de waarden manifest aanwezig zijn en zich lenen voor directe aanwijzing, zoals<br />

bij voorbeeld de voortuinen bij de bebouwing aan de Breitnerstraat inclusief hekwerken<br />

en ligusterhagen wigvormig plantsoen langs de Rochussenstraat. Daarom is in het<br />

belang van een goede ruimtelijke ordening een vergunningvereiste in het leven geroepen<br />

voor het afgraven/ophogen (0,5 m.) of verharden van voortuinen van gebouwen aan de<br />

Breitnerstraat.<br />

De gemeenteraad, als vaststeller van het bestemmingsplan, heeft in het belang van een<br />

goede ruimtelijke ordening reeds in 2009 positief geadviseerd omtrent de aanwijzing van<br />

het gebied tot beschermd stadsgezicht.<br />

Bij een beslissing omtrent het verlenen van een sloopvergunning krachtens deze<br />

regeling worden de belangen van het toekomstige beschermd stadsgezicht in de<br />

overwegingen betrokken. Hiertoe wordt advies gevraagd aan de Commissie voor<br />

Welstand en Monumenten totdat de formele aanwijzing een feit is en bekendgemaakt is.<br />

De Commissie betrekt in haar advies de belangen die ten grondslag liggen aan de<br />

gevraagde aanwijzing. Leidraad hierbij is dat "het aanzien en/of de karakteristiek van het<br />

toekomstige beschermde stadsgezicht niet in betekenende mate wordt geschaad". <strong>Het</strong><br />

standpunt van reclamant achten wij daarom niet houdbaar en moet daarom worden<br />

afgewezen.<br />

Conclusie<br />

Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.


51.10. Paragraaf 3.3. van de toelichting<br />

De toelichting op het bestemmingsplan (paragraaf 3.3) verwijst ten onrechte naar de<br />

Monumentenverordening Rotterdam 2003, omdat die verordening inmiddels is<br />

vervangen door de verordening van 2010.<br />

Reactie<br />

De constatering van reclamant is juist. De verwijzing Monumentenverordening<br />

Rotterdam 2003 in de toelichting is gewijzigd in Monumentenverordening Rotterdam<br />

2010. Dit heeft verder geen gevolgen voor de inhoud van de tekst.<br />

Conclusie<br />

Wij stellen u voor de zienswijze gegrond te verklaren en het ontwerpbestemmingsplan<br />

als volgt te wijzigen:<br />

Toelichting<br />

Par. 2.3.11. en par, 3.3.1.<br />

In beide paragrafen is de naam “Monumentenverordening Rotterdam 2003” vervangen<br />

door “Monumentenverordening Rotterdam 2010”.<br />

51.11. Redengeving status beschermd stadsgezicht<br />

Reclamant stelt dat - los van het feit dat de toelichting uitgaat van een niet bestaande<br />

aanwijzing tot beschermd stadsgezicht - uit de toelichting niet duidelijk wordt waarom het<br />

Perceel tot het beschermd stadsgezicht zou behoren: de specifieke waarden betreffen<br />

buiten het Perceel liggende groengebieden en onbekend blijft waarom het Perceel<br />

(wellicht in de toekomst) tot een beschermd stadsgezicht zou horen.<br />

Reactie<br />

Conform de reactie bij 51.8. is dit pand geen deel meer van het toekomstige beschermd<br />

stadsgezicht Mathenesserlaan - Heemraadssingel. Als gevolg hiervan is een inhoudelijke<br />

behandeling van de zienswijze dan ook niet meer van belang.<br />

Conclusie<br />

Wij stellen u voor de zienswijze verder buiten behandeling te laten.<br />

51.12. Pand Old Dutch heeft geen ensemble waarde<br />

Vanwege het ontbreken van enige "ensemblewaarde" wordt niet ingezien waarom het<br />

pand Old Dutch vanwege laagbouw bijzondere bescherming toe zou komen. Zoals uit de<br />

procedure tot aanwijzing van het pand Old Dutch blijkt, is het pand een solitair object in<br />

zijn omgeving, zodat geen sprake is van een bijzonder “ensemble”.<br />

Reactie<br />

Conform de reactie bij 51.8., is dit pand geen deel meer van het toekomstige beschermd<br />

stadsgezicht Mathenesserlaan - Heemraadssingel. Als gevolg hiervan is een inhoudelijke<br />

behandeling van de zienswijze dan ook niet meer van belang.<br />

Conclusie<br />

Wij stellen u voor de zienswijze verder buiten behandeling te laten.<br />

51.13. Toelichting par. 3.3. archeologie en cultuurhistorie<br />

Reclamant stelt dat ervan wordt uitgegaan dat het vergunningvereiste cultuurhistorie<br />

geen belemmering zal vormen voor een ophoging van het pand tot in elk geval het<br />

niveau (ter voorkoming van verdere wateroverlast) van de omgeving of andere voor de<br />

instandhouding van het pand Old Dutch noodzakelijke werkzaamheden niet in de weg<br />

staat.


Gemachtigde heeft bezwaar tegen de kostenverhogende werking van dit onderdeel van<br />

het Ontwerp en neemt aan dat de gemeente de eigenaar in voorkomend geval financieel<br />

tegemoet komt.<br />

Reactie<br />

<strong>Het</strong> betrekken van cultuurhistorie in de belangenafweging is een wettelijke verplichting.<br />

De voorschriften vormen in ieder geval geen belemmering voor het uitvoeren van<br />

normaal onderhoud gericht op de instandhouding van het bouwwerk.<br />

Niet kan worden ingezien op welke wijze het ter inzage gelegde bestemmingsplan<br />

kostenverhogend zou kunnen zijn voor reclamant. Bovendien zal de Rochussenstraat<br />

20, geen deel meer uit maken van de “Waarde Cultuurhistorie -1” (zie in dit verband<br />

conclusie 51.8).<br />

Conclusie<br />

Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.<br />

51.14. Belangenafweging<br />

Reclamant stelt dat als gevolg van de voorgestelde wijziging van de bestemming in het<br />

Ontwerp de eigenaar/exploitant onevenredig zwaar wordt getroffen in zijn mogelijkheden<br />

tot exploitatie van het perceel: parkeren op zijn eigen terrein wordt strijdig met het<br />

bestemmingsplan en de mogelijkheden van gebruik van het Perceel worden beperkt tot<br />

“Horeca” en “Tuin” (waardoor thans geoorloofde bewoning of gebruik voor galerie of<br />

andere kunst- of cultuuruiting strijd met het bestemmingsplan zouden opleveren).<br />

Reactie<br />

Wij achten de zienswijze gegrond. Voor het overige wordt verwezen naar conclusie 51.1.<br />

waarin de bestaande gebruiksmogelijkheden voor de begane grond zijn opgenomen en<br />

het wonen op de verdiepingen is bevestigd, evenals de mogelijkheid tot parkeren op<br />

eigen terrein.<br />

Conclusie<br />

Wij stellen u voor de zienswijze gegrond te verklaren en het ontwerpbestemmingsplan te<br />

wijzigen conform de conclusie bij 51.1.<br />

52. Reclamant 52<br />

52.1. Inspraak<br />

<strong>Het</strong> inspraaktraject m.b.t. het ontwerpbestemmingsplan voldoet niet aan de door de raad<br />

vastgestelde criteria en moet volgens reclamant daarom opnieuw worden doorlopen.<br />

Reactie<br />

Zie reactie nr. 1.1.<br />

Conclusie<br />

Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.<br />

52.2. Luchtkwaliteit<br />

Reclamant beschouwt de - naar zijn oordeel - summiere wijze waarop aandacht aan de<br />

luchtkwaliteit is geschonken als een ernstige omissie omdat het volgens hem van<br />

beduidende invloed kan zijn op de ontwikkelmogelijkheden van het gebied in de<br />

toekomst.<br />

Reactie<br />

Bestemmingsplannen die onderdeel zijn van een project dat is opgenomen in het<br />

Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) kunnen worden vastgesteld


zonder afzonderlijke toetsing aan de luchtkwaliteitsnormen. Dit is bij dit<br />

bestemmingsplan, “<strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong>”, het geval. Zelfs in het geval dat het bestemmingsplan<br />

niet onder het NSL zou vallen dan nog zou eveneens geen onderzoek nodig zijn, omdat<br />

bij de in het plan opgenomen ontwikkelingen sprake is van verdunning, zodat het plan<br />

niet voor een verhoging van de concentraties stikstofdioxide en fijnstof zal zorgen.<br />

Luchtkwaliteit is derhalve niet van invloed op de ontwikkelmogelijkheden die in dit<br />

ontwerpbestemmingsplan zijn opgenomen. Andere toekomstige ontwikkelmogelijkheden<br />

kunnen in dit kader niet aan de orde komen.<br />

Conclusie<br />

Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.<br />

53. WNH International BV<br />

53.1. Inspraak<br />

Reclamante is gebruiker van de West-Kruiskade 4 t/m 6 en de achterbouw<br />

achterlangs de West-Kruiskade 8 t/m 10 en heeft bezwaar tegen het feit dat over het<br />

ontwerp geen inspraak is verleend.<br />

Reactie<br />

Zie reactie nr. 1.1.<br />

Conclusie<br />

Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.<br />

53.2. Laan achter het park naast West-Kruiskade 10<br />

Reclamante vindt het onacceptabel dat bovengenoemde locatie verder bij het park wordt<br />

betrokken, omdat de goederenstroom van haar winkel op de West-Kruiskade 4 t/m 6, via<br />

dit pad loopt. Hierdoor zou volgens reclamante ook planschade ontstaan, welke zou<br />

worden geclaimd.<br />

Reactie<br />

De bestemming “Groen” is – in overeenstemming met het conserverende karakter van<br />

het ter inzage gelegde ontwerpbestemmingsplan - overgenomen vanuit het nog<br />

geldende bestemmingsplan. Een nadere beschouwing toont echter aan dat de<br />

zogenoemde Laan bestaat uit een aantal aangesloten erven, waarvan de eigenaren<br />

elkaar al langer dan een eeuw geleden recht van overpad hebben verleend.<br />

Deze aaneengesloten erven hebben zich in de loop der tijden ontwikkeld tot een<br />

afgescheiden ontsluitingsweg voor de aaneengesloten (meestens) verharde erven vanaf<br />

de West-Kruiskade, die niet toegankelijk is voor derden. Bij de ingang vanaf de West-<br />

Kruiskade is een hoge afsluitbare poort aangebracht.<br />

Dit plangedeelte grenst aan openbaar groen en verblijfsgebied. Gezien het vorenstaande<br />

achten wij voor het achterterrein van de Westersingel 1 t/m 21 de bestemming “Verkeer -<br />

Erf” meer toepasselijk.<br />

<strong>Het</strong>zelfde geldt voor het achterterrein van de huisnummers 22 t/m 26. Omtrent<br />

laatstgenoemde huisnummers is namelijk een zienswijze ingekomen onder nummer<br />

58.9. Gebleken is dat ook dit achterterrein het predicaat “Verkeer - Erf” verdient, omdat<br />

het feitelijke gebruik niet verschilt van de percelen genoemd onder nummer 1 t/m 21 en<br />

met deze percelen een aaneengesloten, niet afgescheiden, geheel vormen.<br />

Conclusie<br />

Wij stellen u voor de zienswijze gegrond te verklaren en de verbeelding behorende bij<br />

het ter inzage gelegde ontwerpbestemmingsplan als volgt te wijzigen:


Verbeelding:<br />

de bestemming van de bovenomschreven locatie (bestaande uit achtererven van de<br />

zogenoemde Laan) wordt gewijzigd van “Groen” in “Verkeer - Erf”: dit betreft de locatie<br />

achter de nummers 1 t/m 21, evenals de achtererven op de huisnummers 22 t/m 26;<br />

de functieaanduiding pg (parkeergarage) wordt verwijderd.<br />

Regels<br />

Artikel 17 (“Groen”) lid 1, sub c: het adres Westersingel 12 wordt uit deze regel<br />

verwijderd. Dit artikel wordt vernummerd n.a.v. toevoeging van twee nieuwe<br />

bestemmingen Gemengd - 9 en Gemengd - 10. Dit laatste betreft een ambtelijke<br />

wijziging.<br />

53.3. Bestemming Detailhandel-1<br />

Volgens reclamante is zichtbaar dat geheel ten onrechte niet alle panden West-<br />

Kruiskade 4 t/m 10 zijn opgenomen binnen de bestemming “Detailhandel-1”. Gevraagd<br />

wordt dit te corrigeren.<br />

Reactie<br />

De constatering van reclamante is onjuist: alle panden aan de West-Kruiskade nr. 4 t/m<br />

10 vallen binnen bestemming “Detailhandel -1” (DH-1).<br />

Conclusie<br />

Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.<br />

54. Reclamant 54<br />

54.1. Pand Westersingel 6: inspraak<br />

Reclamant is het niet mee eens dat hij als eigenaar niet is gehoord en er ook geen<br />

inspraakmogelijkheid is geweest m.b.t. het ontwerpbestemmingsplan.<br />

Reactie<br />

Zie reactie bij 1.1.<br />

Conclusie<br />

Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.<br />

54.2. Pand Westersingel 6: toevoegen functie wonen<br />

Geconstateerd wordt dat in de tekeningen behorend bij dit bestemmingsplan zichtbaar is<br />

dat Westersingel 6 bestemming K-1 heeft. Gevraagd wordt om in het licht van<br />

Stadsvisie Rotterdam: Ruimtelijke ontwikkelingsstrategie 2030, volgens welke de<br />

gemeente functiemenging wenst te bevorderen, de bestemming K-1 te wijzigen in een<br />

gemengde bestemming, die het gebruik mogelijk maakt van de functie wonen.<br />

Reactie<br />

Vanwege het conserverende karakter van het vast te stellen bestemmingsplan is de<br />

mogelijkheid woningen in dit pand te creëren milieutechnisch niet onderzocht. Een<br />

wijziging in wonen is daarom dan ook niet mogelijk.<br />

Conclusie<br />

Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.<br />

54.3. Pand Westersingel 6: toevoegen niet-wonenfuncties<br />

Geconstateerd wordt dat in de tekeningen behorend bij dit bestemmingsplan zichtbaar is<br />

dat Westersingel 6 bestemming K-1 heeft. Gevraagd wordt om in het licht van


Stadsvisie Rotterdam: Ruimtelijke ontwikkelingsstrategie 2030, volgens welke de<br />

gemeente functiemenging wenst te bevorderen, de bestemming K-1 te wijzigen in een<br />

gemengde bestemming. Deze flexibiliteit is nodig om kort durende huur op te vangen en<br />

leegstand te voorkomen.<br />

Reactie<br />

<strong>Het</strong> is juist dat Stadsvisie functiemenging wil bevorderen in de wijken rondom het<br />

centrum.<br />

Dit beleid beoogt echter niet uitsluitend een instrument te zijn om leegstand tegen te<br />

gaan of om kort durende huur op te vangen. De bestemming kantoor is overgenomen uit<br />

het geldende<br />

bestemmingsplan. Vanwege de conserverende aard van het bestemmingsplan is ook<br />

geen onderzoek gedaan naar andere mogelijke bestemmingen.<br />

Conclusie<br />

Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.<br />

55. Reclamant 55<br />

55.1. Westersingel 28 a en b<br />

In het nieuwe conceptbestemmingsplan heeft de begane grond de bestemming<br />

“Detailhandel-2”, waarmee, volgens reclamante, horeca in principe mogelijk kan<br />

worden gemaakt. Zij maakt als mede-eigenaar van het pand bezwaar tegen deze<br />

bestemming vanwege negatieve ervaringen uit het verleden met het voormalige café<br />

de Consul. Zij als bovenbewoner evenals de buurtbewoners hadden buitengewoon<br />

veel overlast van de inrichting. Voorgesteld wordt het pand te bestemmen als GD-<br />

1, zodat de begane grond verschillende (plint)functies krijgt.<br />

Reactie<br />

De constatering van reclamante is onjuist. De op dit adres gevestigde bestemming staat<br />

de functie horeca niet toe.<br />

Conclusie<br />

Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.<br />

55,2. Westersingel 27<br />

Reclamante heeft bezwaar tegen de bestemming “Groen” achter Westersingel 27.<br />

Hier moet volgens haar de bestemming “Tuin” worden ingevuld: het huidige<br />

gebruik van deze ruimte. Op goede gronden heeft volgens haar de gemeente<br />

indertijd afgezien van een doorsteek. De veiligheidssituatie is niet verbeterd. In het<br />

beschermde stadsgezicht Waterproject worden (historische) panden met hun<br />

achtertuinen extra beschermd. Intussen is volgens reclamante op de kavel<br />

Westersingel 27 een goed in het historische singelprofiel passende, nieuwe<br />

invulling verrezen. Achter het pand ligt een tuin, grenzend aan het wijkpark. Deze<br />

tuin is voorzien van een omheining en is niet toegankelijk vanuit het park; de tuin<br />

wordt gebruikt door de jongeren/studenten die in het pand wonen. De tuin is in het<br />

conceptbestemmingsplan groen gekleurd en lijkt volgens reclamante bij het<br />

wijkpark te zijn getrokken.<br />

Reactie<br />

De bestemming “Groen” komt voort uit het geldende bestemmingsplan. Op grond van<br />

het huidige gebruik van de grond (tuin bij woonfunctie), achten wij de bestemming “Tuin”<br />

in dit geval de juiste.


Conclusie<br />

Wij stellen u voor de zienswijze gegrond te verklaren en het ter inzage gelegde<br />

bestemmingsplan als volgt te wijzigen:<br />

de bestemming “Groen” ter hoogte van de Westersingel 27 wordt op de verbeelding<br />

gewijzigd in de bestemming “Tuin”.<br />

56. Reclamant 56<br />

56.1. Parkeergarage Drievriendenstraat (pag. 98 plantoelichting)<br />

<strong>Het</strong> toestaan van een parkeergarage op deze locatie is volgens reclamant onwenselijk,<br />

omdat er in het gebied reeds voldoende parkeercapaciteit aanwezig is, die niet eens<br />

volledig wordt benut. Bij de bewoners bestaat volgens reclamant ook nauwelijks animo<br />

de inpandige parkeergarages te gebruiken.<br />

Voor bezoekers van de wijk of het centrum is volgens reclamant reeds voldoende<br />

parkeergelegenheid, zoals in de straten, de parkeergarage van het<br />

Groothandelsgebouw, de Schouwburgpleingarage en binnen afzienbare tijd ook de<br />

Kruispleingarage én de garage van het nieuwe gebouw First Rotterdam.<br />

Reactie<br />

De bouwmogelijkheid voor een parkeergarage op die locatie is afkomstig uit het nu nog<br />

geldende bestemmingsplan. Van gemeentewege bestaan momenteel geen plannen om<br />

garages de komende jaren te bouwen, bovendien ontbreken de financiële middelen<br />

hiervoor. Initiatieven van derden, zijn nu niet bekend, echter wellicht in de toekomst.<br />

Mogelijke bouwinitiatieven zullen hun eigen parkeerbehoefte moeten oplossen, niet<br />

zijnde langs de openbare weg. Deze parkeerbehoefte wordt berekend aan de hand van<br />

de Rotterdamse parkeernomen, opgenomen in de bouwverordening. Een dergelijke<br />

nieuwe parkeervoorziening betreft nadrukkelijk geen openbare bezoekersgarage.<br />

Conclusie<br />

Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.<br />

56.2. Luchtkwaliteit en leefbaarheid<br />

Reclamant maakt zich ook zorgen om de luchtkwaliteit en leefbaarheid als gevolg van de<br />

mogelijke bouw van de parkeergarage. Reclamant is bezorgd over de<br />

verkeersveiligheid van jonge bezoekers aan de Speeltuin Weena, door toename<br />

verkeersdruk in de Drievriendenstraat e.o. Meer verkeer zal volgens reclamant ook<br />

leiden tot een verslechtering van de luchtkwaliteit in al deze straten. Hij verwacht als<br />

bewoner hiervan hinder te ondervinden aangezien de balkons zich boven deze straten<br />

bevinden.<br />

Reactie<br />

Een eventuele parkeergarage zal op deze locatie, op een binnenterrein onder de<br />

bestemming “Tuin”, slechts van beperkte omvang kunnen zijn. Bovendien zal het geen<br />

openbare bezoekersgarage betreffen. Dit zal niet of nauwelijks tot extra<br />

verkeersbewegingen leiden. Er kan daarom geen sprake zijn van een significante<br />

verslechtering van de verkeersveiligheid dan wel van de luchtkwaliteit.<br />

Conclusie<br />

Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.<br />

57. Woonstad Rotterdam<br />

Reclamante stelt de volgende wijzigingen voor die volgens haar ten onrechte dreigen te<br />

worden wegbestemd.


57.1. Adrianastraat 215<br />

<strong>Het</strong> pand wordt bestemd als “Wonen”, terwijl het bedrijfsruimte is. Graag omzetten naar<br />

GD-1.<br />

Reactie<br />

<strong>Het</strong> opnemen van die wijzigingsbevoegdheid werd nodig geacht omdat de financiële<br />

dekking van de nieuwbouw nog niet zeker was. Inmiddels is die zekerheid wel<br />

verkregen, zodat het gebied thans direct kan worden bestemd als “Woongebied”. <strong>Het</strong><br />

opnemen van de voorgestelde bestemming GD-1 zou een belemmering kunnen vormen<br />

voor de uitvoering van dit plangedeelte. Om deze reden vinden wij de bestemming GD-1<br />

hier ongewenst. <strong>Het</strong> gebied is ambtshalve, thans bestemd als “Woongebied – 2”.<br />

Conclusie<br />

Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.<br />

57.2. Gebruik Van Speykstraat 67-97<br />

Betreffende panden zijn niet in overeenstemming met het huidige gebruik bestemd. De<br />

achterbouw van de bedrijfsruimte (niet van Woonstad) loopt verder het binnenterrein in<br />

dan de kaart aangeeft. De locatie krijgt nu bestemming V-E, maar dit moet volgens<br />

reclamante GD-2 worden.<br />

Reactie<br />

<strong>Het</strong> ter inzage gelegde conserverende ontwerpbestemmingsplan “<strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong>” heeft<br />

het nog geldende bestemmingsplan “<strong>Het</strong> <strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong>” als uitgangspunt.<br />

<strong>Het</strong> aangetroffen feitelijk gebruik wordt niet zonder meer in het nieuwe bestemmingsplan<br />

overgenomen. Overigens mag ingevolge het overgangsrecht in het Besluit ruimtelijke<br />

ordening (Bro), enerzijds het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het<br />

tijdstip van inwerkingtreding van dit nieuwe bestemmingsplan “<strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong>” en hiermee<br />

in strijd is, worden voortgezet. Anderzijds is het verboden het met dit nieuwe<br />

bestemmingsplan strijdige gebruik te veranderen of te laten veranderen in een ander met<br />

dit nieuwe bestemmingsplan strijdige gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking<br />

naar aard en omvang wordt verkleind.<br />

Indien echter het gebruik na het tijdstip van inwerkingtreding van het nieuwe<br />

bestemmingsplan “<strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong>” voor een periode langer dan een jaar wordt<br />

onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten. Bij dit<br />

alles moet men zich ervan bewust blijven dat het overgangsrecht niet van toepassing is<br />

op gebruik dat al in strijd was met het thans nog geldende bestemmingsplan “<strong>Het</strong> <strong>Oude</strong><br />

<strong>Westen</strong>”, inclusief de daarin opgenomen overgangsbepalingen. <strong>Het</strong> zonder meer<br />

opnemen in het nieuwe bestemmingsplan van allerlei bouwsels op binnenterreinen<br />

achten wij in strijd met het gemeentelijk beleid dat erop gericht is binnenterreinen zo<br />

transparant mogelijk te houden en te voorkomen dat deze binnenterreinen worden<br />

verdicht met allerlei bouwsels.<br />

Conclusie<br />

Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.<br />

57.3. Woningen Van Speykstraat 67-97<br />

Van het deel van het blok dat geheel bestaat uit woningen, dient de bestemming achter<br />

de woningen niet “Verkeer - Erf”, maar “Tuin” te zijn.<br />

Reactie<br />

In het ter inzage gelegde ontwerpbestemmingsplan is slechts ter plaatse van de panden<br />

Van Speykstraat 87-97 (GD-3) het binnenterrein bestemd als “Verkeer - Erf”. Op de<br />

begane grond van de bestemming GD-3, zijn niet uitsluitend woningen toegestaan,<br />

waardoor de bestemming “Verkeer-Erf” een goede en praktische is. De overige


genoemde adressen hebben de bestemming “Wonen”, en de hierachter gelegen ruimte<br />

de bestemming “Tuin”.<br />

Conclusie<br />

Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.<br />

57.4. Van Speykstraat 119-129<br />

In bedoelde panden zijn nu bedrijven aanwezig in de plint. De achterbouw daarvan loopt<br />

verder dan de kaart aangeeft het binnenterrein in. Dit krijgt nu de bestemming “Verkeer -<br />

Erf”, moet volgens reclamante GD-2 worden.<br />

Reactie<br />

Onder verwijzing naar reactie 57.2. achten wij geen grond aanwezig om van de<br />

bestemming in het ter inzage gelegde ontwerp af te wijken.<br />

Conclusie<br />

Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.<br />

57.5. Schietbaanstraat 1-6<br />

De achterbouw van deze panden loopt verder dan de kaart aangeeft het binnenterrein in.<br />

Dit krijgt nu bestemming “Verkeer-Erf”, moet volgens reclamante GD-2 worden.<br />

Reactie<br />

In het vigerend bestemmingsplan is voor Schietbaanstraat ter hoogte van de<br />

huisnummers 3 t/m 15 oneven een diepte aangehouden van 15 meter, waarachter<br />

sprake is van de bestemming “Verkeer – Erf”. Onder verwijzing naar het vorenstaande<br />

en naar reactie 57.2. achten wij geen grond aanwezig om van de bestemming in het ter<br />

inzage gelegde ontwerp af te wijken.<br />

Conclusie<br />

Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.<br />

57.6. Belhuis Adrianastraat 6<br />

Op genoemd adres is de vestiging van een belhuis opgeheven en is volgens reclamante<br />

thans sprake van een wasserette.<br />

Reactie<br />

Van gemeentewege is vastgesteld dat ter plaatse inderdaad geen belhuis meer<br />

aanwezig is, zodat het opnemen van de aanduiding en overgangsrecht in het<br />

bestemmingsplan ook niet is vereist.<br />

Conclusie<br />

Wij stellen u voor de zienswijze gegrond te verklaren en de toelichting, regels en<br />

verbeelding als volgt aan te passen:<br />

1. toelichting: in paragraaf 4.6.8. wordt het adres Adrianastraat 6, uit de tekst verwijderd.<br />

2. regels: in artikel 10.1., sub j, wordt het adres Adrianastraat 6, verwijderd.<br />

3. verbeelding: de functieaanduiding belhuis ter plaatse van Adrianastraat 6, verwijderd.<br />

57.7. Ingang parkeergarage Toni Koopmanplein<br />

Reclamante stelt dat de ingang van de parkeergarage aan het Toni Koopmanplein<br />

abusievelijk is bestemd als wonen.<br />

Reactie<br />

In de bestemming Wonen zijn naast woningen, ook de daarbij behorende voorzieningen<br />

toegestaan, zodat – zoals hier - de toegang tot een parkeergarage passend is in die<br />

bestemming.


Conclusie<br />

Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.<br />

57.8. Horeca Van Speykstraat 190-194<br />

In de plint van genoemd pand (plint onder het blauwe torentje) zit nu horeca. Reclamante<br />

vindt dat niet terug in het ontwerpbestemmingsplan en stelt voor dit aan te passen.<br />

Reactie<br />

Reclamante constateert kennelijk abusievelijk dat het pand geen functieaanduiding<br />

horeca heeft; dit is namelijk wel het geval. Ook in de regels is bij “Detailhandel – 2”<br />

aangegeven dat op het adres Van Speykstraat 190 op de begane grond horeca is<br />

toegestaan.<br />

Conclusie<br />

Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.<br />

57.9. Horeca Nieuwe Binnenweg 125H<br />

Reclamante geeft aan dat in genoemd pand nu horeca aanwezig is, maar vindt dit niet<br />

terug in het bestemmingsplan. Reclamante stelt voor dit aan te passen.<br />

Reactie<br />

Op de verbeelding is door middel van een functieaanduiding wel aangegeven dat op<br />

genoemd adres horeca aanwezig is. Reclamante constateert terecht dat het genoemd<br />

adres abusievelijk niet vermeld is in lid 1 van artikel 8 (“Detailhandel – 2”).<br />

Conclusie<br />

Wij stellen u voor de zienswijze gegrond te verklaren en het adres “Nieuwe Binnenweg<br />

125H” toe te voegen aan de opsomming horecabedrijven binnen de bestemming<br />

“Detailhandel -2”, artikel 8.1, sub d, van de regels die horen bij dit bestemmingsplan.<br />

58. J. ten Cate, gemachtigde van VvE Laan West-Kruiskade<br />

58.1. Inspraak<br />

Reclamante geeft aan dat de VvE niet betrokken is geweest bij de inspraak ten tijde van<br />

de masterplanfase van dit bestemmingsplan. Zij kwalificeert dit als een procedureel<br />

gebrek en beroept zich hierop uitdrukkelijk.<br />

Reactie<br />

De masterplanfase is bedoeld om een informatie te verzamelen ten behoeve van de vast<br />

te stellen randvoorwaarden waaraan het toekomstige bestemmingsplan zal moeten<br />

voldoen. Gezien de unieke rechtsverhoudingen binnen dit gebied had raadpleging van<br />

de VvE hanteerbare informatie kunnen opleveren.<br />

Overigens is het niet zo dat de gemeente telkens wanneer een masterplan in de maak is<br />

gaat selecteren op belangenorganisaties die vooraf moeten worden geraadpleegd en die<br />

niet hoeven te worden geraadpleegd. Onder verwijzing naar hetgeen is opgenomen<br />

onder reactie 1.1. zijn wij van mening dat er in de masterplanfase voldoende<br />

mogelijkheden tot beïnvloeding aanwezig zijn geweest. Van een procedureel gebrek is in<br />

tegenstelling tot wat reclamante meent, absoluut geen sprake.<br />

Conclusie<br />

Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.


58.2. Beperking functionaliteit Laan West-Kruiskade en de daarbij betrokken belangen<br />

Reclamante stelt dat de eigenaren/gebruikers/privébewoners van West-Kruiskade<br />

4 t/m 10 en Westersingel 6 t/m 26 in sterke mate bijdragen aan de door de gemeente<br />

beschreven profilering van de wijk. Een wezenlijke beperking van de functionaliteit en<br />

het gebruiksgenot van deze percelen verdraagt zich volgens reclamante volstrekt<br />

niet met de belangen die de gemeente volgens het ontwerpbestemmingsplan<br />

nastreeft. Een rechtvaardigingsgrond om in te grijpen in de belangen van de eigenaren<br />

is volgens reclamante niet duidelijk, althans niet beargumenteerd.<br />

Reactie<br />

Zie reactie 53.2.<br />

Conclusie<br />

Wij stellen u voor de zienswijze gegrond te verklaren en het ter inzage gelegde<br />

ontwerpbestemmingsplan te wijzigen conform de conclusie bij zienswijze 53.2.<br />

58.3. Zomaar aanwijzen bouwvlekken in achtertuin<br />

Reclamante overlegt een brief van de dienst Stedenbouw, waaruit blijkt dat was<br />

toegezegd dat de achtertuinen in het bestemmingsplan niet als bouwlocatie<br />

zouden worden opgenomen. Aan het privé eigendom van de laan kan volgens<br />

reclamante echter niet getornd worden.<br />

Reactie<br />

Zie reactie bij zienswijze 53.2.<br />

Conclusie<br />

Wij stellen u voor de zienswijze gegrond te verklaren en het ter inzage gelegde<br />

ontwerpbestemmingsplan te wijzigen conform de conclusie bij zienswijze 53.2.<br />

58.4 Laan van Eigenaren<br />

Achter de panden West-Kruiskade 4 t/m 10 en Westersingel 6 t/m 26 loopt volgens<br />

reclamante een historische laan die diende (en dient) als ontsluiting van panden aan<br />

de Westersingel en West-Kruiskade. Reclamante maakt bezwaar tegen opheffen van<br />

de laan en tegen het (kennelijk) bij het park betrekken van delen van achtertuinen<br />

omdat eigenaren hierdoor ernstig worden geschaad in hun rechten en rechtmatige<br />

belangen.<br />

Reactie<br />

Zie reactie 53.2.<br />

Conclusie<br />

Wij stellen u voor de zienswijze gegrond te verklaren en het ter inzage gelegde<br />

ontwerpbestemmingsplan te wijzigen conform de conclusie bij zienswijze 53.2.<br />

58.5. Westersingel 8<br />

De tuin achter dit pand die nu als erf is bestemd moet bij voorkeur ook als “Tuin”<br />

worden bestemd omdat een andere functie volgens reclamante geen redelijk doel<br />

dient.<br />

Reactie<br />

De bestemming “Verkeer - Erf”, evenals de mogelijkheid op dit adres een detailhandel te<br />

vestigen zijn beide overgenomen uit het geldende bestemmingsplan en in<br />

overeenstemming met het conserverende karakter van het ter inzage gelegde<br />

ontwerpbestemmingsplan.


<strong>Het</strong> gebruik hangt ook samen met het gebruik van de achtererven Westersingel 1 t/m 26.<br />

Er is geen reden hiervan af te wijken.<br />

Conclusie<br />

Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.<br />

58.6. Westersingel 12 t/m 16<br />

Een deel van de het achtergebied van Westersingel 12 t/m 16, grenzend aan de<br />

Laan-West-Kruiskade heeft de bestemming ‘Tuin”, maar een derde deel daarvan is in<br />

het conceptbestemmingsplan tot “Groen” bestemd en lijkt volgens reclamante bij het<br />

park (te worden) getrokken. In werkelijkheid is volgens reclamante achter en<br />

behorende bij de Westersingel 12 een parkeerterrein aangelegd.<br />

Reactie<br />

De functieaanduiding parkeergarage (pg) en de bestemming “Groen”, waren in het<br />

geldende bestemmingsplan ook als zodanig opgenomen. Gezien de reeds lang<br />

bestaande situatie, waarbij de locatie ook wordt gebruikt voor parkeren, achten wij de<br />

bestemming “Verkeer - Erf” meer toepasselijk. Binnen bestemming “Verkeer - Erf” is<br />

tevens een gebruik als tuin toegestaan. Voor het overige wordt verwezen naar de reactie<br />

onder 53.2.<br />

Conclusie<br />

Wij stellen u voor de zienswijze gegrond te verklaren en het ter inzage gelegde<br />

ontwerpbestemmingsplan te wijzigen conform de conclusie bij zienswijze 53.2.<br />

58.7. Westersingel 14, 15 en 16<br />

Achter Westersingel 14, 15 en 16 is een deel van de voormalige tuinen bestraat<br />

t.b.v. parkeren. In het vigerende bestemmingsplan staat een aanduiding `P' met<br />

een kruis ter grootte van het nu `groen' ingekleurde deel achter Westersingel 12 t/m<br />

16. Reclamante heeft bezwaar hiertegen. De bestemming “Groen” moet volgens haar<br />

gewijzigd worden in erf.<br />

Reactie<br />

De Parkeergarage met functieaanduiding in “Groen”, was in het geldende<br />

bestemmingsplan ook als groen(aanleg) bestemd. Gezien het feit dat dit gebied reeds<br />

tientallen jaren voor parkeren wordt gebruikt, wordt voorgesteld om het gebied als<br />

“Verkeer - Erf” te bestemmen zodat dit aansluit bij het Laantje. Binnen de bestemming<br />

“Verkeer - Erf” is tevens een gebruik als tuin toegestaan.<br />

Conclusie<br />

Wij stellen u voor de zienswijze gegrond te verklaren en het ter inzage gelegde<br />

ontwerpbestemmingsplan te wijzigen conform de conclusie bij zienswijze 53.2.<br />

58.8. Westersingel 18, 19 en 20<br />

Westersingel 18-19-20, heeft de bestemming K-1, wat betekent dat voor het geheel<br />

volbouwen van dit perceel geen vrijstelling van het nieuwe bestemmingsplan meer<br />

nodig is. Bij alle andere kavels langs de singel is de status quo van bebouwd en<br />

onbebouwd grondvlak benoemd, alleen bij dit perceel niet. Reclamante heeft<br />

bezwaar tegen de bestemming K-1, waardoor hier een gigantisch bouwvlek<br />

ontstaat. Reclamante vindt dat moet worden aangegeven welke delen bebouwd en welke<br />

niet bebouwd zijn.<br />

Reactie<br />

Deze bebouwingsmogelijkheid komt voort uit het geldende bestemmingsplan. Omdat het<br />

hier om gemeentelijk bezit gaat, waarvoor ook geen uitbreidingsplannen aan de orde


zijn, kan de bestemming kantoor in het nieuwe bestemmingsplan beperkt worden tot de<br />

bestaande bebouwing. De achterliggende gebieden zullen conform huidig gebruik<br />

bestemming “Verkeer - Erf” krijgen.<br />

Conclusie<br />

Wij stellen u voor de zienswijze gegrond te verklaren en de verbeelding behorende bij dit<br />

ontwerpbestemmingsplan als volgt te wijzigen:<br />

a. de bestaande bebouwing aan de Westersingel 18, 19 en 20 wordt opgenomen in<br />

een bebouwingsvlak en bestemd als kantoor-1;<br />

b. het overige achterterrein wordt bestemd als “Verkeer - Erf” conform de conclusie<br />

bij 53.2.<br />

58.9. Westersingel 21 t/m 26<br />

Westersingel 21 t/m 26. Ook hier is een deel van de bestemming “Tuin” wegbestemd<br />

naar “Groen”. In de huidige situatie wordt een klein deel van de tuinen benut voor het<br />

parkeren door de bewoners.<br />

Reactie<br />

Zie reactie bij 53.2.<br />

Conclusie<br />

Wij stellen u voor de zienswijze gegrond te verklaren en het ter inzage gelegde<br />

ontwerpbestemmingsplan te wijzigen conform de conclusie bij 53.2.<br />

58.10. Westersingel 22, specifiek volgens nadere toelichting reclamante<br />

Reclamante wijst erop dat in het geldende bestemmingsplan de bestemming is: BD-1,<br />

maar dat in het ontwerp geldt: M1.<br />

Reclamant heeft hier bezwaar tegen omdat het pand feitelijk zou zijn ingericht als<br />

woon/werkpand met een zelfstandige werkruimte op de eerste en tweede verdieping,<br />

waartussen een vide). Daarnaast zou op de tweede en derde verdieping een<br />

zelfstandige bovenwoning van 180 m 2 aanwezig zijn. Verwezen wordt naar<br />

bouwvergunningen die hiervoor zijn verleend in 1989. Voor een overzicht van de actuele<br />

en feitelijke indeling van het pand Westersingel 22 verwijst reclamant naar bijgevoegde<br />

zes tekeningen.<br />

Gevraagd wordt dit pand te bestemmen conform het vorenstaande. Volgens reclamant<br />

benadert de feitelijke bestemming de ontworpen bestemming GD-2 (art. 10) het dichtst.<br />

Reactie<br />

De bestemming M-1 correspondeert niet met de reeds vergunde situatie. Daarom stellen<br />

wij u voor om de huidige bestemming M-1 te wijzigen in “Kantoor - 2”, waarbij in dit<br />

specifieke geval op de eerste verdieping een gebruik als kantoor is toegestaan. Dit is<br />

tevens de bij bouwvergunning vergunde situatie.<br />

Voorts kan in het belang van de flexibiliteit de functie praktijkruimten (uitsluitend op de<br />

begane grond) worden toegevoegd aan de regels. <strong>Het</strong> geldende bestemmingsplan laat<br />

dit ook toe.<br />

Conclusie<br />

Wij stellen u voor de zienswijze gegrond te verklaren en het ter inzage gelegde<br />

bestemmingsplan als volgt te wijzigen:<br />

de bestemming M-1 (“Maatschappelijk-1”) op de verbeelding, ter hoogte van de locatie<br />

Westersingel 22, wordt gewijzigd in K-2 (“Kantoor - 2”);<br />

er wordt een nieuw sublid b en een nieuw sublid d toegevoegd aan artikel 21.1<br />

(bestemming “Kantoor - 2”), waarna de overige artikelleden worden herschikt, waardoor<br />

dit artikellid komt te luiden:


21.1 Bestemmingsomschrijving<br />

De voor "Kantoor - 2" aangewezen gronden zijn bestemd voor:<br />

a. kantoren uitsluitend op de begane grond;<br />

b. praktijkruimten uitsluitend op de begane grond;<br />

c. woningen uitsluitend op de verdiepingen;<br />

d. uitsluitend ter plaatse van de Westersingel 22, is tevens op de eerste verdieping een<br />

kantoor toegestaan;<br />

e. gebouwde en ongebouwde parkeervoorzieningen, al dan niet geheel of ten dele<br />

ondergronds;<br />

f. voorzieningen behorend bij bovengenoemde functies, zoals tuinen, groen,<br />

ontsluitingswegen en -paden;<br />

g. "Waarde - Archeologie - 3" en "Waarde - Cultuurhistorie - 1", voor zover de gronden<br />

mede als zodanig zijn bestemd.<br />

58.11. Westersingel 27<br />

Reclamante heeft bezwaar tegen het wijzigen van de bestemming ‘Tuin” in “Groen”. Zij<br />

verwijst daarbij naar de geschiedenis van het pand.<br />

Reactie<br />

Zie reactie bij zienswijze 55.2.<br />

Conclusie<br />

Wij stellen u voor de zienswijze gegrond te verklaren en het ter inzage gelegde<br />

ontwerpbestemmingsplan te wijzigen conform de conclusie bij zienswijze 55.2.<br />

59. Bewonersvereniging 2EMW<br />

59.1. Wonen in het 2EMW-gebied bevorderen<br />

<strong>Het</strong> wonen in het 2EMW-gebied met zijn negentiende-eeuwse panden en bijbehorende tuinen<br />

zou volgens reclamante voor B en W toch niet ter discussie dienen te staan, gezien het<br />

actuele beleid om de midden en hogere inkomensgroepen te binden aan de stad. <strong>Het</strong> heeft<br />

de voorkeur van reclamante dat het bestemmingsplan zodanig wordt aangepast dat het<br />

bestemmingsplan het wonen aan de singel bevordert. Bijvoorbeeld meer mogelijkheden van<br />

gemengde bestemming waarbij op de verdiepingen boven de begane grond in<br />

woonbestemming blijft of wordt voorzien.<br />

Reactie<br />

<strong>Het</strong> wonen in dit gebied staat in tegenstelling tot wat reclamante meent niet ter discussie.<br />

<strong>Het</strong> ter inzage gelegde bestemmingsplan is conserverend van aard en legt als zodanig<br />

de rechtens bestaande situatie vast.<br />

De functie wonen, kan niet eerder aan een gebouw worden toegevoegd, dan nadat de<br />

krachtens de milieuwetgeving vereiste onderzoeken met gunstig resultaat zijn<br />

uitgevoerd. <strong>Het</strong> bestemmingsplan heeft derhalve niet de bedoeling het wonen in dit<br />

gebied tegen te gaan. Bestaande mogelijkheden worden zo veel mogelijk gehandhaafd.<br />

Conclusie<br />

Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.<br />

59.2 Behoud achtertuinen omgeving Westersingel 43 t/m 47 en richting Nieuwe<br />

Binnenweg 46)<br />

<strong>Het</strong> is volgens reclamante zorgelijk te merken dat het grote groengebied achter de panden<br />

(ongeveer) Westersingel 43 t/m 47 en richting Nieuwe Binnenweg is bestemd tot erf, hetgeen<br />

niet meer strookt met de cultuurhistorische uitgangspunten voor de singel en het beschermd<br />

stadsgezicht. Door de bestemming erf kunnen volgens reclamante de tuinen worden<br />

opgedoekt: de bomen gekapt en de zaak verhard. Via een doorgang naast voormalig


pianohandel van Urk Westersingel 42 kunnen volgens reclamante auto's nu dit binnenterrein<br />

bereiken en is een deel al verhard. Achter Van Urk is in het verleden al uitgebouwd. <strong>Het</strong> zou<br />

volgens reclamante bijzonder jammer zijn als dit kostelijke groengebied verder verschraalt tot<br />

parkeerterrein.<br />

Door de bestemming “Tuin” eraan te geven, kan de toekomst van deze groene enclave<br />

worden verzekerd.<br />

Reactie<br />

Deze bestemming komt voort uit het geldende bestemmingsplan. <strong>Het</strong> gebruik van deze<br />

terreinen voor parkeren is daarin al toegestaan.<br />

Conclusie<br />

Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.<br />

59.3. De Laan West-Kruiskade<br />

Huidig gebruik: particuliere historische laan achter de panden West-Kruiskade —<br />

Westersingel, met ontsluiting voor autoverkeer/fietsers/wandelaars. Deze laan lijkt<br />

wegbestemd op de nieuwe verbeelding. Reclamante heeft bezwaar tegen opheffing<br />

historische laan en opheffing huidig gebruik van de laan.<br />

Reactie<br />

Zie reactie bij zienswijze 53.2.<br />

Conclusie<br />

Wij stellen u voor de zienswijze gegrond te verklaren en het ter inzage gelegde<br />

ontwerpbestemmingsplan te wijzigen conform de conclusie bij zienswijze 53.2.<br />

59.4 Westersingel 4<br />

Huidig gebruik is horeca; bestemming: “Detailhandel 2”.<br />

Als uitzondering mag er hier ook op de eerste verdieping horeca zijn. De bovenlagen hebben<br />

echter bestemming wonen. Volgens reclamante wordt het hele pand voor<br />

horecadoeleinden gebruikt en onttrokken aan de woonbestemming.<br />

Reactie<br />

De constatering van reclamante is feitelijk juist en legaal, zodat het<br />

ontwerpbestemmingsplan hiermee in overeenstemming moet worden gebracht.<br />

Conclusie<br />

Wij stellen u voor de zienswijze gegrond te verklaren en de regels behorende bij het ter<br />

inzage gelegde ontwerpbestemmingsplan als volgt te wijzigen: artikel 8, lid 1, sub, e<br />

wordt gewijzigd, zodat het als volgt komt te luiden: “uitsluitend op het volgende adres is<br />

(ter plaatse van de functieaanduiding "horeca") op alle verdiepingen tevens horeca<br />

toegestaan: Westersingel 4.<br />

59.5 Westersingel 5<br />

Huidig gebruik: in strijd met het vigerend bestemmingsplan: <strong>Het</strong> pand wordt helemaal voor<br />

opslag gebruikt voor een nabijgelegen restaurant. Er is een aparte opgang voor het<br />

bovenhuis. Bestemming: “Detailhandel 2”. De bovenverdiepingen zijn bestemd voor wonen.<br />

Reclamant stelt keuze uit de volgende bestemmingen voor: “Gemengd” 1 t/m 3 of 5. Hier was<br />

eertijds de modeacademie gevestigd. Meer horeca hier is niet wenselijk.<br />

Reactie<br />

De bestemming is evenals bij het naastgelegen pand, “Detailhandel-2”, hetgeen<br />

overeenkomt met het nog geldende bestemmingsplan. Wij zien geen grond te kiezen<br />

tussen de bestemmingen “Gemengd” 1 t/m of 5.


Conclusie<br />

Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.<br />

59.6 Westersingel 7a en b<br />

Huidig gebruik: begane grond en appartementen op 3 lagen, incl. zolder (bovenhuis). Huidig<br />

gebruik begane grond en eerste verdieping strookt niet met bestemmingsplan. Maar voor<br />

dit gebruik is een tijdelijke vrijstelling gegeven. Bestemming: “Kantoor – 2”. Reclamante stelt<br />

voor om na verhuizing Pauluskerk: “Kantoor – 2” te handhaven of een gemengde bestemming<br />

op te nemen.<br />

Reactie<br />

De bestemming is reeds Kantoor en blijft Kantoor, in casu de bestemming “Kantoor – 2”.<br />

De tijdelijke vrijstelling doet geen afbreuk aan deze bestemming.<br />

Conclusie<br />

Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.<br />

59.7 Westersingel 8<br />

Huidig gebruik: benedenhuis was kantoor/winkel, bovenhuis appartementen.<br />

Bestemming: “Detailhandel 2”. Achter dit pand ligt een tuin, die als “Tuin” moet worden<br />

behouden/bestemd. De tuin vergroot de waarde van het pand. De mogelijkheid hier horeca te<br />

vestigen is volgens reclamante niet wenselijk.<br />

Reactie<br />

<strong>Het</strong> ter inzage gelegde ontwerpbestemming staat op deze locatie geen horeca toe. De<br />

bestemming “Verkeer - Erf” is overgenomen uit het geldende bestemmingsplan, hetgeen<br />

in overeenstemming is met het conserverende karakter van het bestemmingsplan.<br />

Conclusie<br />

Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.<br />

59.8. Westersingel 16<br />

Huidig gebruik: kantoor, bestemming: “Kantoor – 1”.<br />

De bovenverdiepingen van dit pand zijn tientallen jaren bewoond geweest. Een dergelijk pand<br />

zou volgens reclamante weer een gemengde bestemming moeten krijgen.<br />

Reactie<br />

Omdat het hier gaat om een conserverend bestemmingsplan is de mogelijkheid<br />

woningen in dit pand te creëren milieutechnisch ook niet onderzocht. Er is derhalve geen<br />

grond om aan de huidige bestemming “Kantoor” de functie wonen toe te voegen.<br />

Conclusie<br />

Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.<br />

59.9. Westersingel 20 (voormalige nrs 18-19-20)<br />

Huidig gebruik: kantoor, Snooker centrum, sportvoorziening Bestemming: “Kantoor 1”.<br />

Niet wordt aangegeven welke gronden wel of niet bebouwd zijn. <strong>Het</strong> hele perceel kan<br />

daardoor grootschalig worden herontwikkeld. Dit gaat in tegen de cultuurhistorische waarden<br />

(beschermd stadsgezicht) van de singelbebouwing. <strong>Het</strong> bebouwde en onbebouwd oppervlak<br />

moet volgens reclamante worden aangegeven.<br />

Reactie<br />

Zie reactie bij zienswijze 58.8.


Conclusie<br />

Wij stellen u voor de zienswijze gegrond te verklaren en het ter inzage gelegde<br />

bestemmingsplan te wijzigen conform de conclusie bij 58.8.<br />

59.10. Westersingel 21<br />

59.10.1<br />

Bestemming: “Detailhandel - 2”<br />

In dit pand mag dus ook horeca komen. Dit is volgens reclamante ongunstig voor het wonen in<br />

dit gebied.<br />

Reactie<br />

<strong>Het</strong> adres heeft niet de bestemming horeca, noch is op de verbeelding of in de regels<br />

hiervoor een mogelijkheid opgenomen.<br />

Conclusie<br />

Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.<br />

59.10.2<br />

Door de aanwezige tuin is wonen hier heel geschikt. Reclamante stelt voor een bestemming te<br />

kiezen, waarbij alleen de begane grond een plintfunctie heeft, maar wonen in het hele pand<br />

niet wordt uitgesloten.<br />

Reactie<br />

Wij achten de zienswijze gegrond. Conform het conserverende karakter van het<br />

ontwerpbestemmingsplan is – onder verwijzing naar het geldende bestemmingsplan -<br />

wonen op alle verdiepingen toegestaan. Als gevolg hiervan is het wijzigen van de<br />

bestemming voor dit adres, Westersingel 21, in GD-2, wenselijk.<br />

Conclusie<br />

Wij stellen u voor de zienswijze gegrond te verklaren en het ter inzage gelegde<br />

ontwerpbestemmingsplan als volgt te wijzigen:<br />

op de verbeelding wordt de locatie ter hoogte van Westersingel 21 gewijzigd van DH-2<br />

(“Detailhandel - 2”) in GD-2 (“Gemengd -2”).<br />

59.11. Westersingel 22<br />

Huidig gebruik: kantoor (twee lagen benedenhuis) en kantoor (bovenhuis twee lagen en zolder)<br />

Bestemming: “Maatschappelijk 1”. Dit pand is ooit door Mecanoo verbouwd voor galerie<br />

(beneden) en wonen (boven). De bestemming Maatschappelijk strookt niet met huidige<br />

bestemming. Dit zou volgens reclamante “Gemengd” moeten worden, zodat er op den<br />

duur ook gewoond kan worden.<br />

Reactie<br />

Zie reactie 58.10<br />

Conclusie<br />

Wij stellen u voor de zienswijze gegrond te verklaren en het ontwerpbestemmingsplan<br />

dat ter inzage heeft gelegen te wijzigen conform de conclusie bij 58.10.<br />

59.12. Westersingel 23<br />

Huidig gebruik: modeacademie in hele pand<br />

Bestemming: “Kantoor -1”. De bestemming “Kantoor -1” blokkeert hergebruik van dit pand t.b.v.<br />

gemengd gebruik. Voorstel: een meer gemengde bestemming.


Reactie<br />

De bestemming “Kantoor-1” is in overeenstemming met de conserverende aard van dit<br />

bestemmingsplan. Er is geen onderzoek gedaan naar ander mogelijk gebruik. De<br />

bestemming kan niet zonder deugdelijke grondslag worden gewijzigd.<br />

Conclusie<br />

Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.<br />

59.13. Westersingel 27 a t/m k<br />

Huidig gebruik: appartementen voor jongeren. De omheinde tuin is niet toegankelijk vanuit<br />

het park en wordt door de bewoners als tuin gebruikt. Bestemming: wonen.<br />

De achtertuin heeft volledig bestemming groen en lijkt bij het park getrokken. <strong>Het</strong> voorstel<br />

voor een onderdoorgang van park naar Westersingel is indertijd door B en W afgeblazen<br />

vanwege de drugsoverlast in <strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong> en de oncontroleerbaarheid op stille<br />

momenten van een lange smalle donkere onderdoorgang door het pand heen.<br />

De maatschappelijke situatie is volgens reclamante intussen niet verbeterd. <strong>Het</strong><br />

bestemmingsplan moet volgens haar het huidig gebruik van de achtertuin respecteren:<br />

bestemming “Tuin”.<br />

Reactie<br />

Zie reactie bij zienswijze 55.2.<br />

Conclusie<br />

Wij stellen u voor de zienswijze gegrond te verklaren en het ter inzage gelegde<br />

ontwerpbestemmingsplan te wijzigen conform de conclusie bij zienswijze 55.2.<br />

59.14. Westersingel 28<br />

Huidig gebruik: benedenhuis twee lagen (wordt verbouwd), bovenhuis (twee lagen en zolder)<br />

bewoond. Bestemming: “Detailhandel 2”.<br />

Na de slechte ervaringen met café de Consul na het vertrek waarvan een totaal<br />

verloederd, uitgewoond pand en tuin achterbleef, willen eigenaren volgens reclamante een<br />

rustige bestemming (“Gemengd -1”), mede met oog op belangen buren (veelal bewoners).<br />

Reactie<br />

<strong>Het</strong> vestigen van horeca is hier niet mogelijk. Zie reactie bij zienswijze 55.1.<br />

Conclusie<br />

Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.<br />

59.15. Westersingel 32 a en b<br />

Bestemming: “Kantoor - 2”. Gezien de aanwezigheid van een prachtige stadstuin zou volgens<br />

reclamante het wonen op de begane grond toegestaan moeten worden.<br />

Reactie<br />

Wonen op de begane grond van dit adres, is een ontwikkeling die niet is meegenomen in<br />

deze bestemmingsplanprocedure en dus ook niet onderzocht op milieueffecten. Hierdoor<br />

kan thans dan ook geen woonfunctie op de begane grond voor dit adres worden<br />

overwogen.<br />

Conclusie<br />

Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.


59.16. Westersingel 33<br />

Bestemming: “Kantoor -1”. Volgens reclamant blokkeert de bestemming “Kantoor - 1”<br />

toekomstig gemengd gebruik. Pand staat volgens haar nu al jaren leeg en te verkommeren.<br />

Reactie<br />

De bestemming “Kantoor-1” is in overeenstemming met de conserverende aard van dit<br />

bestemmingsplan. Er is dan ook geen onderzoek gedaan naar andere functies t.b.v. een<br />

functiemenging. De leegstand van het pand hoeft ook niet het gevolg te zijn van de<br />

geldende kantoorbestemming.<br />

Conclusie<br />

Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.<br />

59.17. Westersingel 34<br />

Huidig gebruik: antiekwinkel (souterrain) en kantoor daarboven. Bestemming: “Kantoor – 1”. NB.<br />

de bestemming van “Kantoor – 1” wil zeggen dat er in het geheel een kantoorfunctie op het<br />

pand rust. Een gemengde bestemming zou volgens reclamant hier beter passen.<br />

Reactie<br />

Conform het huidige gebruik (detailhandel in de plint) kan de bestemming “Kantoor - 1”<br />

worden gewijzigd in de “Gemengde bestemming” “GD - 6”.<br />

Conclusie<br />

Wij stellen u voor de zienswijze gegrond te verklaren en het ter inzage gelegde<br />

ontwerpbestemmingsplan als volgt te wijzigen: de locatie, Westersingel 34, wijzigt op de<br />

verbeelding van “Kantoor – 1” in “Gemengd - 6” (GD - 6).<br />

59.18. Westersingel 42<br />

De voormalige pianohandel van Urk: een grote horecafunctie lijkt volgens reclamante hier niet<br />

wenselijk. Voorstel “Gemengd - 4” of “Kantoor - 2”.<br />

Reactie<br />

Een horecafunctie op deze locatie niet mogelijk ingevolge het ter inzage gelegde<br />

ontwerpbestemmingsplan.<br />

Conclusie<br />

Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.<br />

59.19. Westersingel 43, 44, 45 en 47<br />

Huidig gebruik: kantoor met achtertuin. Bestemming: “Kantoor - 1”.<br />

Er is een achtertuin, de bestemming erf voor dit gehele gebied druist volgens reclamante in<br />

tegen de wens van gemeente en gebruikers/bewoners om “Groen” te handhaven. De<br />

bestemming erf moet volgens haar worden gewijzigd in “Tuin”.<br />

Reactie<br />

De bestemming Verkeer- Erf is overgenomen uit het geldende bestemmingsplan. In deze<br />

bestemming is gebruik als tuin toegestaan. Door deze bestemming te veranderen in<br />

bestemming “Tuin” zou een beperking van de gebruiksmogelijkheden plaatsvinden.<br />

Conclusie<br />

Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.


59.20 Westersingel 46<br />

1. Samenvatting zienswijze Kinderdagverblijf<br />

Huidig gebruik: kinderdagverblijf met achtertuin.<br />

Bestemming: “Kantoor - 1”, de begane grond en eerste verdieping hebben bij<br />

uitzondering maatschappelijke functie. Gezien het huidig gebruik verdient dit pand<br />

een gemengde bestemming. Algemeen: de bestemming “Kantoor - 1” blokkeert<br />

toekomstig gemengd gebruik.<br />

Reactie<br />

Reclamante geeft niet aan welke gemengde functies zij bedoelt. <strong>Het</strong> overwegen<br />

van de mogelijkheid tot het creëren van geluidsgevoelige functies in dit pand,<br />

zoals wonen, is hier niet aan de orde, omdat het bestemmingsplan een<br />

conserverend karakter heeft en bovendien verplichte milieuonderzoeken hieraan<br />

vooraf dienen te gaan. De huidige bestemming is in overeenstemming met het<br />

conserverende karakter van het ter inzage gelegde ontwerpbestemmingsplan.<br />

<strong>Het</strong> gebruik als kinderdagverblijf is rechtens verkregen.<br />

Conclusie<br />

Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.<br />

2. Samenvatting zienswijze gebruik tuin als parkeerruimte<br />

Reclamante geeft aan indertijd bezwaar gemaakt te hebben tegen het gebruik als<br />

parkeerterrein van deze tuin, welk bezwaar door de gemeente was afgewezen, omdat<br />

de tuin de functie erf had. Daarmee werd volgens reclamante de deur opengezet om<br />

dit historische binnenterrein met veel groen als parkeerterrein te gaan gebruiken,<br />

wat onherroepelijk leidt tot verwijderen van bomen en ander groen. Maar deze tuin<br />

is volgens reclamante het enige restant van een groot landschapspark naar ontwerp<br />

van Zocher, behorende bij een grote villa aan de Nieuwe Binnenweg die<br />

inmiddels is afgebroken. De gemeente kan volgens reclamante deze historische<br />

fout nu herstellen door dit binnengebied als “Tuin” te bestemmen, waardoor het<br />

belangrijke groen voor de toekomst wordt gewaarborgd.<br />

Reactie<br />

De bestemming “Verkeer - Erf” is overgenomen uit het geldende<br />

bestemmingsplan. Binnen deze bestemming is een gebruik als tuin toegestaan.<br />

Door deze bestemming te veranderen in de bestemming “Tuin” zou een<br />

beperking van de gebruiksmogelijkheden plaatsvinden.<br />

Conclusie<br />

Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.<br />

59.21 Westersingel 48 a en b<br />

Bestemming: GD 2 = woningen, zowel op begane grond als op verdiepingen. Op de begane<br />

grond mag een winkel, praktijkruimte, kantoor of maatschappelijke voorziening zijn. Op de<br />

begane grond is volgens reclamante een vastgoedkantoor gevestigd.<br />

Volgens haar worden de bovenverdiepingen niet meer bewoond, wat vroeger wel het<br />

geval was (verhuurd aan jongeren). Nu zitten er volgens reclamante kantoren. <strong>Het</strong><br />

conceptbestemmingsplan laat dit volgens reclamante niet toe. Zij verwijst in dit<br />

verband naar huisnummer 50 waar wonen al zou zijn gewijzigd in bedrijven.<br />

Reactie<br />

Dit pand, Westersingel nr. 48 a en b, heeft in het geldende bestemmingsplan<br />

bestemming Kantoor. Deze bestemming is conform het conserverende karakter van het<br />

ter inzage gelegde ontwerpbestemmingsplan opgenomen als “Kantoor – 1”.


Conclusie<br />

Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.<br />

59.22. Westersingel 50 a en b<br />

Bestemming: GD 2 = woningen, zowel op begane grond als op de verdiepingen. Op de<br />

begane grond mag een winkel, praktijkruimte, kantoor of maatschappelijke voorziening<br />

zijn. Bij uitzondering mag volgens reclamante hier horeca zijn (discotheek). Op de begane<br />

grond is al heel lang een discotheek gevestigd. Op de bovenverdiepingen zijn kantoren/bedrijfjes.<br />

Dit is volgens reclamante in strijd met het conceptbestemmingsplan, waar wonen wordt<br />

genoemd. Hier waren volgens haar vroeger appartementen.<br />

Reactie<br />

De op de begane grond aanwezige discotheek laat wonen op de aangrenzende<br />

verdieping praktisch niet toe. Een gebruik als kantoor van de eerste verdieping achten wij<br />

daarom toegestaan en dit is in overeenstemming met het huidige gebruik.<br />

Conclusie<br />

Wij stellen u voor de zienswijze gegrond te verklaren te verklaren en het ter inzage<br />

gelegde ontwerpbestemmingsplan als volgt te wijzigen:<br />

1. Verbeelding<br />

Ter plaatse van de Westersingel 50 wordt de functieaanduiding “kantoor toegestaan”<br />

opgenomen.<br />

2. Regels<br />

Artikel 10.1. (“Gemengd - 2”) wordt uitgebreid met een nieuw lid l, dat komt te luiden:<br />

ter plaatse van de functieaanduiding kantoor is uitsluiten op de eerste verdieping tevens<br />

een kantoor toegestaan. Dit betreft het adres: Westersingel 50.”<br />

59.23. Nieuwe Binnenweg 1<br />

Huidig gebruik: winkel op de hoek. Bestemming: GD - 6. Verdiepingen zouden zich - volgens<br />

reclamante - goed lenen voor wonen. Kantoren doen het hier niet, komen voortdurend leeg te<br />

staan.<br />

Reactie<br />

De bestaande bewoningsmogelijkheid van de verdiepingen is abusievelijk niet<br />

overgenomen uit het geldende bestemmingsplan. <strong>Het</strong> pand was laatstelijk in gebruik als<br />

advocatenkantoor.<br />

In overeenstemming met het conserverende karakter van het ter inzage gelegde<br />

(ontwerp)bestemmingsplan is wonen op de verdiepingen mogelijk gemaakt.<br />

Conclusie<br />

Wij stellen u voor de zienswijze gegrond te verklaren en het ter inzage gelegde<br />

ontwerpbestemmingsplan als volgt wijzigen:<br />

Verbeelding<br />

ter hoogte van de Nieuwe Binnenweg 1, wordt de functieaanduiding “wonen”<br />

opgenomen;<br />

Regels<br />

Aan artikel 14 lid 1 (“Gemengd - 6”) wordt een nieuw sublid 14.1, sub e toegevoegd<br />

waarna lid 14.1. wordt herschikt en als volgt komt te luiden:


14.1 Bestemmingsomschrijving<br />

De voor "Gemengd - 6" aangewezen gronden zijn bestemd voor:<br />

a. kantoren (zowel op de begane grond als op de verdiepingen);<br />

uitsluitend op de begane grond:<br />

b. winkels;<br />

c. praktijkruimten;<br />

d. bedrijven t/m categorie 2 van de lijst van bedrijfsactiviteiten behorende bij deze<br />

regels;<br />

e. ter plaatse van de functieaanduiding "wonen”, is tevens wonen op de verdiepingen<br />

toegestaan, dit betreft Nieuwe Binnenweg 1;<br />

f. voorzieningen behorend bij bovengenoemde functies, zoals tuinen, groen,<br />

ontsluitingswegen en -paden;<br />

g. "Waarde - Archeologie - 2", "Waarde - Archeologie - 3", "Waarde - Cultuurhistorie - 1"<br />

en "Waarde - Cultuurhistorie - 2", voor zover de gronden mede als zodanig zijn<br />

bestemd.<br />

60. Bewonersorganisatie B.O.O.G.<br />

Melding maken van herinrichting ’ s-Gravendijkwal<br />

<strong>Het</strong> bestemmingsplan dient volgens reclamante melding te maken van de herinrichting<br />

's-Gravendijkwal/Henegouwerlaan (de "overkapping") zoals door de raad vastgesteld,<br />

maar door het college uitgesteld. Reclamante wil bovendien uitdrukkelijk in het<br />

bestemmingsplan vermeld zien dat dit bestemmingsplan geen belemmering zal vormen<br />

voor die herinrichtingsplannen die binnen 10 jaar aan de orde kunnen zijn<br />

Reactie<br />

De toegevoegde waarde van het benoemden van bovenbedoelde herinrichtingsplannen<br />

kunnen wij niet inzien; evenmin de noodzaak van de vermelding dat het<br />

bestemmingsplan voor de uitvoering van die herinrichting geen belemmering vormt. Wij<br />

achten het voldoende dit hierbij te constateren, zoals wij eerder gedaan hebben m.b.t. en<br />

ten tijde van de vaststelling van het aangrenzende bestemmingsplan Middelland-het<br />

Nieuwe <strong>Westen</strong>.<br />

Conclusie<br />

Wij stellen u voor de zienswijze ongegrond te verklaren.<br />

60.2 Milieuaspecten die moeten worden meegewogen<br />

De bij de herinrichting meegewogen aspecten van luchtvervuiling en geluidsoverlast wil<br />

reclamante als ingebrachte zienswijze aangemerkt zien.<br />

Reactie<br />

De voorliggende procedure betreft de bestemmingsplanprocedure “<strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong>” om te<br />

komen tot vaststelling van het bestemmingsplan “<strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong>”. Deze procedure nam<br />

een aanvang bij de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan.<br />

Reclamante kan niet simpelweg verwijzen naar in een andere procedure ingebrachte<br />

zienswijzen welke zij niet uitdrukkelijk als zienswijze heeft ingebracht in het kader van<br />

deze bestemmingsplanprocedure.<br />

Conclusie<br />

Wij stellen u voor deze zienswijze voor kennisgeving aan te nemen.


60.3. Flora en fauna, Bodem en lucht.<br />

Reclamante heeft 2 passages uit zienswijze genummerd 1, en afkomstig van een aantal<br />

wijkbewoners toegevoegd aan haar zienswijze. <strong>Het</strong> betreft de onderdelen: “Flora en<br />

fauna” en “Bodem en lucht”.<br />

Reactie<br />

De aangehaalde onderdelen zijn - zoals reclamante zelf bevestigt - citaten uit de<br />

zienswijze genummerd 1, ingediend door een aantal reclamanten. Aangezien deze<br />

citaten hier als zienswijzen zijn opgevat wordt volstaan met een verwijzing naar de<br />

samengevatte onderdelen hiervan, opgenomen in de zienswijzen genummerd 1.6.1.,<br />

1.6.2., 1.7.1., 1.7.2., 1.7.3., 1.7.4., 1.7.5, 1.7.6, 1.7.7., en naar de bij die zienswijzen<br />

opgenomen reacties.<br />

Conclusie<br />

Onder verwijzing naar de conclusies bij bovenbedoelde reacties, genummerd 1.6.1.,<br />

1.6.2, 1.7.1, 1.7.2, 1.7.3, 1.7.4, 1.7.5, 1.7.6, 1.7.7, stellen wij u hierbij voor de zienswijze<br />

ongegrond te verklaren.<br />

60.4. Dijkversterking<br />

Onder verwijzing naar een door haar opgestelde notitie van 14 pagina’s gericht aan de<br />

dienst Stadsontwikkeling (d.d. 11 januari 2012.) geeft reclamante aan dat van de daarin<br />

opgenomen kritiek een gedeelte is overgenomen en de rest onjuist of op onjuiste wijze.<br />

Reclamante verzoekt daarom de bovenvermelde notitie als onderdeel van deze<br />

zienswijze te beschouwen. Hiermee beoogt reclamante dat de niet doorgevoerde<br />

onderdelen van haar notitie alsnog correct in het definitieve bestemmingsplan worden<br />

opgenomen. Reclamante zegt bereid te zijn daarover in verder overleg te treden met de<br />

raad of met de dienst Stadsontwikkeling.<br />

Reactie<br />

De door reclamante bedoelde notitie is een van de stukken die zijn meegewogen in het<br />

kader van het opstellen van het ontwerpbestemmingsplan “<strong>Oude</strong> <strong>Westen</strong>”. <strong>Het</strong> ligt voor<br />

de hand dat indien reclamante meent dat bepaalde onderdelen van haar notitie niet, of<br />

op onjuiste zijn overgenomen, zij deze onderdelen specificeert als concrete zienswijzen.<br />

De bestemmingsplanprocedure nam formeel een aanvang op het moment van het ter<br />

inzage leggen van het ontwerp. Wij kunnen niet voor reclamante specificeren wat naar<br />

haar eigen oordeel correct, niet correct of zelfs helemaal niet is overgenomen. Er is<br />

bovendien geen regel aan te wijzen die ertoe noopt de notitie van reclamante onverkort<br />

te vertalen naar het ontwerpbestemmingsplan. Niettemin wensen wij te benadrukken dat<br />

de notitie van reclamante serieus in de belangenafweging betrokken is geweest, getuige<br />

de conclusie van reclamante dat bepaalde onderdelen wel zijn overgenomen en andere<br />

niet.<br />

Deze procedurefase, waarin zienswijzen kunnen worden ingediend, is een fase bij<br />

uitnemendheid waarin reclamante de resterende bedenkingen uit haar notitie duidelijk<br />

had moeten formuleren en als concrete zienswijzen had moeten indienen. Daarom kan<br />

die notitie van reclamante slechts een voor ondersteunende functie hebben bij het<br />

eventueel toelichten van haar ingediende zienswijze (ten tijde van de hoorzitting in het<br />

kader van deze bestemmingsplanprocedure).<br />

Conclusie<br />

Wij stellen u voor de zienswijze van reclamante voor kennisgeving aan te nemen.<br />

60.5. ‘s-Gravendijkwal 56<br />

Reclamante wijst erop dat van gemeentewege ten onrechte werd verondersteld dat op<br />

bovenstaand adres een kinderdagverblijf geoorloofd is. Volgens reclamante heeft de<br />

bestuursrechter haar inmiddels in het gelijk gesteld en het besluit van B&W om het pand


van wonen te bestemmen naar kinderopvang nietig verklaard. <strong>Het</strong> pand en de tuin zijn<br />

en blijven volgens reclamant voor wonen bestemd.<br />

Reactie<br />

In het bestemmingsplan worden geen bestemmingen en functies opgenomen die ten<br />

tijde van het vaststellen van dat bestemmingsplan nog onderwerp zijn van een<br />

juridische procedure.<br />

Omdat in dit geval geen onherroepelijke omgevingsvergunning is verleend voor het<br />

gebruik van de buitenruimte als onderdeel van het ter plaatse aanwezige<br />

kinderdagverblijf, zal juist hierdoor evenmin kunnen worden voldaan aan<br />

aanwezigheidseisen die de Wet Kinderopvang te dien aanzien stelt. Hierdoor wordt de<br />

instandhouding van de inrichting onmogelijk. In het ter inzage gelegde<br />

bestemmingsplan is de functie kinderdagverblijf opgenomen middels een<br />

uitsterfconstructie, hetgeen tevens erop duidt dat het hier gaat om een minder<br />

gewenste functie. De bezwaren zijn vooral ingegeven door het cumulerende negatieve<br />

effect op de kwaliteit van de leefomgeving van – naast de ter plaats reeds aanwezige -<br />

nog één kinderdagverblijf erbij. Wij onderschrijven deze bezwaren. Gezien het<br />

vorenstaande, is er geen grond deze functie op dit adres in stand te laten.<br />

Conclusie<br />

Wij stellen u voor de zienswijze gegrond te verklaren en het ter inzage gelegde<br />

ontwerpbestemmingsplan als volgt te wijzigen:<br />

Verbeelding:<br />

Ter hoogte van de ’s-Gravendijkwal 56, wordt de functieaanduiding<br />

M.(“Maatschappelijk”) verwijderd.<br />

Regels:<br />

bestemming “Gemengd -1”, artikel 9, lid 1, sub f., komt te vervallen en het artikellid wordt<br />

alfabetisch herschikt, waarna het komt te luiden:<br />

Artikel 9 Gemengd - 1<br />

9.1 Bestemmingsomschrijving<br />

De voor "Gemengd - 1" aangewezen gronden zijn bestemd voor:<br />

a. woningen (zowel op de begane grond als op de verdiepingen);<br />

b. winkels;<br />

c. kantoren;<br />

d. praktijkruimten;<br />

e. voorzieningen op het gebied van onderwijs, religie, gezondheidszorg,<br />

maatschappelijke dienstverlening en "Publieke dienstverlening";<br />

f. ter plaatse van de functieaanduiding "horeca", is uitsluitend op de begane grond<br />

tevens horeca toegestaan, dit betreft de adressen: Nieuwe Binnenweg 142, 148,<br />

152 en 181;<br />

g. uitsluitend op het adres Henegouwerlaan 32, ter plaatse van de<br />

functieaanduiding "onderwijs", is op de verdiepingen tevens een<br />

onderwijsvoorziening toegestaan;<br />

h. ter plaatse van de functieaanduiding "parkeergarage", is tevens een<br />

parkeergarage toegestaan, dit betreft de locatie Adrianastraat;<br />

i. ter plaatse van de functieaanduiding "religie" is op alle verdiepingen tevens een<br />

gebruik van de aanwezige ruimten ten behoeve van godsdienstoefeningen,<br />

toegestaan, dit betreft het adres 's-Gravendijkwal 46;<br />

j. voorzieningen behorend bij bovengenoemde functies, zoals tuinen, groen,<br />

ontsluitingswegen en -paden;<br />

k. "Waarde - Archeologie - 1", "Waarde - Archeologie - 2", "Waarde - Archeologie -<br />

3", "Waarde - Cultuurhistorie - 1" en "Waarde - Cultuurhistorie - 2", voor zover de<br />

gronden mede als zodanig zijn bestemd.


61. NIO Architecten<br />

West-Kruiskade 26, 28 en 30.<br />

Reclamante vraagt om gemeentelijke medewerking tot het wijzigen van het<br />

ontwerpbestemmingsplan in de volgende zin: scheppen van de mogelijkheid aan West-<br />

Kruiskade 26, 28 en 30 enkele functies te vestigen, welke in verband staan met het<br />

produceren, etaleren, consumeren en verkopen van voedsel en voedselgerelateerde<br />

producten, evenals een hotelfunctie. <strong>Het</strong> ontwerpbestemmingsplan kent voor de West-<br />

Kruiskade 26 en 28 de bestemming “cultuur en ontspanning” en voor de West-Kruiskade<br />

30 de bestemming “Detailhandel-1”.<br />

Reclamante vraagt de volgende bestemmingen te wijzigen:<br />

West-Kruiskade 26 en 28: huidige bestemming “cultuur en ontspanning” uitbreiden met<br />

de functies “Detailhandel -1” en “Horeca-Hotel”.<br />

West-Kruiskade 30: bestemming “Detailhandel-1” uitbreiden met de functie Horeca -<br />

Hotel.<br />

Reactie<br />

De weinig flexibele gebruiksmogelijkheden van het voormalige Wattgebouw werken een<br />

langdurige leegstand in de hand, hetgeen een negatief effect heeft op de winkelstraat<br />

West-Kruiskade. De leegstand bemoeilijkt ook de verdere doorloop in de straat. Meer<br />

flexibiliteit in de gebruiksmogelijkheden van de panden zou dit kunnen tegengaan.<br />

<strong>Het</strong> beeldbepalende complex Watt e.o., kan de voorgestelde functiemenging goed aan.<br />

Bovendien passen deze plannen goed in de ontwikkeling die wij in dit gebied voorstaan<br />

en sluiten ook goed aan bij de ideeën die de gemeente Rotterdam samen met Woonstad<br />

en Alliantie West-Kruiskade in dit gebied uitvoert.<br />

Ter verruiming van de gebruiksmogelijkheden is het wenselijk de volgende drie panden<br />

die aansluiten op het pand van het voormalige Watt, bij deze ontwikkeling te betrekken<br />

en tevens een gebruik als galerie mogelijk te maken. <strong>Het</strong> gaat hier om twee panden aan<br />

de Gouvernestraat, de nrs. 2 en 4, die reeds in gebruik zijn voor cultuur en ontspanning,<br />

alsmede een pand aan de West-Kruiskade nr 30 dat in het ter inzage gelegde ontwerp is<br />

bestemd als “Detailhandel – 1”. Er zal geen sprake zijn van een uitbreiding van horeca<br />

omdat het thans reeds vergunde (1245 m 2 b.v.o.) als maximum in de regels zal worden<br />

opgenomen. De bestaande woonfunctie blijft mogelijk. <strong>Het</strong> complex wordt in de regels,<br />

op de verbeelding en in de toelichting opgenomen als Gemengd 10 (GD-10).<br />

Conclusie<br />

Wij stellen u voor de zienswijze gegrond te verklaren en het ter inzage gelegde<br />

bestemmingsplan als volgt te wijzigen:<br />

Toelichting par. 4.6.2.<br />

Na de passage betreffende gemengd 9 (toegevoegd o.g.v. een zienswijze) wordt de<br />

paragraaf aangevuld met de volgende passage:<br />

"Gemengd - 10" is bestemd voor podiumkunsten, theater, bioscoop, galeries;<br />

horeca tot een maximum van 1245 m 2 b.v.o; horeca-hotel, detailhandel -1.<br />

Ter plaatse van de functieaanduiding "wonen", is uitsluitend op de verdiepingen wonen<br />

toegestaan, dit betreft de West-Kruiskade 30 en de Gouvernestraat 2 en 4.<br />

Verbeelding<br />

Locatie West-Kruiskade 26, 28, 30/Gouvernestraat 2, 4<br />

De bestemmingen detailhandel 1 en “cultuur en ontspanning – 1”, worden gewijzigd in<br />

“gemengd – 10”. De adressen West-Kruiskade 30 en Gouvernestraat 2 en 4, krijgen de<br />

functieaanduiding “wonen”.<br />

Regels<br />

Er wordt het volgende nieuwe artikel 18 (gemengd - 10) aan de regels toegevoegd,<br />

waarna de overige artikelen wordt herschikt.


Artikel 18 Gemengd - 10<br />

18.1 Bestemmingsomschrijving<br />

De voor "Gemengd - 10" aangewezen gronden zijn bestemd voor:<br />

h. podiumkunsten, theater, bioscoop, galeries;<br />

i. horeca tot een maximum van 1245 m 2 b.v.o;<br />

j. horeca-hotel;<br />

k. detailhandel – 1;<br />

l. ter plaatse van de functieaanduiding "wonen", is uitsluitend op de verdiepingen<br />

wonen toegestaan, dit betreft de West-Kruiskade 30 en de Gouvernestraat 2 en 4;<br />

m. voorzieningen behorend bij bovengenoemde functies en het bijbehorende erf,<br />

zoals, parkeerruimte, groen, ontsluitingswegen en -paden;<br />

n. "Waarde - Archeologie - 2, Waarde - Archeologie – 3, voor zover de gronden mede<br />

als zodanig zijn bestemd.<br />

18.2 Bouwregels<br />

18.2.1 Algemeen<br />

Op de voor "gemengd 10" bestemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten<br />

behoeve van de aldaar genoemde functies.<br />

18.2.2 Medebestemming<br />

Voor zover de gronden mede zijn bestemd voor “Waarde - Archeologie – 2” en<br />

"Waarde-Archeologie-3“, is voor het bouwen het bepaalde ter zake in genoemde<br />

bestemming mede van toepassing.<br />

18.3 Specifieke gebruiksregels<br />

18.3.1 Woningen<br />

Woningen mogen mede worden gebruikt voor de uitoefening van een aan huis<br />

gebonden beroep of bedrijf, mits:<br />

e. de woonfunctie in overwegende mate gehandhaafd blijft, waarbij het bruto<br />

vloeroppervlak van de woning voor ten hoogste 30% mag worden gebruikt voor<br />

een aan huis gebonden beroep of bedrijf;<br />

f. ten aanzien van een aan huis gebonden bedrijf sprake is van een bedrijf tot en met<br />

categorie 1 als bedoeld in de bij deze regels horende lijst van bedrijfsactiviteiten;<br />

g. de gevel en dakrand van de woning niet worden gebruikt ten behoeve van reclameuitingen;<br />

h. er geen bedrijfsmatige activiteiten plaatsvinden die betrekking hebben op het<br />

onderhouden en repareren van motorvoertuigen;<br />

i. er geen detailhandel plaatsvindt, tenzij als ondergeschikt onderdeel van het aan<br />

huis gebonden beroep of bedrijf.<br />

18.4 Afwijken van de gebruiksregels<br />

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het<br />

bepaalde in lid 18.3.1. ter zake van de toegestane bedrijfsactiviteiten ten behoeve van<br />

andere bedrijfsactiviteiten dan die primair zijn toegelaten, welke - gehoord de<br />

Milieudeskundige - daarmede naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!