De ontdekking van de hemel - U-Cursos

More documents

Recommendations

Info

zeggen, naast zijn krant stond altijd weer een bord met vier of vijf vleescroquetten, waarbij hij vier of vijf glazen melk dronk. Groente at hij nooit: ‘Sla is voor konijnen’, placht hij te zeggen. Tot zijn lichaam scheen hij in geen enkele verhouding te staan, misschien was het daarom zo geweldig aanwezig; zijn maaltijden waren even slonzig als zijn ongepoetste tanden en zijn kleren. Toen zijn gezicht eens droop van het zweet, zei Max: ‘Onno, je hebt koorts,’ – waarop Onno over zijn voorhoofd wreef, naar zijn glinsterende handpalm keek en zei: ‘Verdomd, je hebt gelijk!’ – om het de volgende seconde te vergeten. Max, daarentegen, zat op gezette tijden in de wachtkamer van zijn communistische huisarts te staren naar een grote foto van stakende belgische arbeiders met alpinopetten, oog in oog met een zwaarbewapend peloton rijkswachters, terwijl hij nooit iets mankeerde, afgezien van een druiper nu en dan; en hoe groot zijn zelfbedachte doodsangst ook was, zijn das vloekte nooit met zijn sokken. Eenmaal begon Max over de dood, wat Onno onmiddellijk mateloos irriteerde: ‘Over de dood praten is tijd verknoeien. Zo lang je leeft ben je niet dood, en als je niet meer leeft ben je alleen dood voor anderen.’ Maar zo bedoelde Max het niet. Hij zei dat hij er enerzijds van was overtuigd, op een dag onder verschrikkelijke pijnen te zullen sterven aan een hartaanval, maar anderzijds was hij mogelijkerwijs onsterfelijk. Iedereen kon zijn levensverwachting namelijk wetenschappelijk bepalen door de leeftijden waarop zijn ouders waren gestorven bij elkaar op te tellen en dan door twee te delen. Maar allebei zijn ouders waren een gewelddadige dood gestorven; was dat niet gebeurd, dan waren zij misschien onsterfelijk geweest. En omdat, volgens Cantor, oneindig plus oneindig gedeeld door twee ook oneindig was, was daarmee het gestelde dus bewezen. ‘Uiterst pijnlijke denkfout voor een exact geleerde,’ zei Onno. ‘In werkelijkheid heb jij dus vijftig procent kans om te worden vermoord en vijftig procent kans om terechtgesteld te worden, – dat wil zeggen, het is honderd procent zeker dat jij gewelddadig aan je eind zult komen.’ Als de croquetten op waren wandelden zij de stad in, waar de winterse kou uit de lucht was verdwenen. Soms gingen zij eerst naar de bioscoop,
naar een James Bond-film, of naar de nieuwste Stanley Kubrick, 2001: A Space Odyssey, waarin een computer, genaamd ‘HAL’, de macht overnam in het ruimteschip. Toen zij op straat kwamen, – in de uitgeloogde toestand waarin men dan buiten op de werkelijkheid stoot, als op een grijze vijl, – vroeg Onno waarom die computer volgens Max ‘HAL’ heette. Vanwege de associatie met ‘hell’, opperde Max. Verdraaid, daar had Onno nu weer niet aan gedacht. Maar of Max nu eens van de letters H, A en L één letter verder wilde tellen in het alfabet. ‘I,’ zei Max, ‘B, M. IBM!’ riep hij. ‘Chapeau!’ Onno trok een bescheiden gezicht. ‘Het is een gave.’ Terwijl zij ergens een kop koffie dronken, met het gekrijs van Little Richard op de juke-box, beweerde Onno dat zijn oog voor dat soort dingen een gevolg was van zijn calvinistische opvoeding: het kwam door het lezen in de bijbel, ‘zijnde de ganse Heilige Schrift’. De waarheid kon voor hem alleen in het geschrevene liggen, en niet, bij voorbeeld, gezien worden door een telescoop. Dat hogere lezen hadden de calvinisten gemeen met de joden; katholieken lazen nooit in de bijbel, bezaten er meestal zelfs geen, katholieken waren analfabeten. Beelden en plaatjes, dat is wat zij begrepen. Bovendien hadden de calvinisten meer op met het Oude Testament dan met het Nieuwe, zoals de roomsen, – die, toppunt van primitiviteit, die teksten dan ook nog zongen. Toen de joden werden vervolgd, gingen de calvinisten daarom ook veel vaker in het verzet dan de katholieken, die trouwens de uitvinders waren van het antisemitisme, – net zo vaak als de communisten, die de waarheid ook uit een boek hadden, namelijk van Marx, ook een jood. Het was Max of hij dit soort redeneringen van zijn vriend door de lucht zag zwieren als de lange zweep van een dompteur. En vervolgens inspireerden zij ook hem: ‘Is het je wel eens opgevallen,’ vroeg hij, ‘dat het gebied van het protestantisme samenvalt met het glaciale gebied in de ijstijd? In Nederland loopt die grens precies door het midden: waar het ijs lag is het protestantse territorium, tot in Hammerfest, en waar het gras groeide het katholieke, tot in Palermo. En waar woonde Calvijn?’ schoot hem plotseling te binnen. ‘In
Page 2 and 3: Harry Mulisch De ontdekking van de
Page 4 and 5: Inhoud Eerste deel: Het begin van h
Page 6 and 7: 49 De Westerbork 50 Het besluit Uit
Page 8 and 9: Proloog - Ogenblik! - Wat is er? -
Page 10 and 11: combinatie van een zaadcel en een e
Page 12 and 13: speciale bedoelingen geboren in 189
Page 14 and 15: hij zijn jongere vriend overkomen e
Page 16 and 17: uurt te wonen, in Delft, waar zij i
Page 18 and 19: 1 Het familiefeest Precies om midde
Page 20 and 21: de koningin in die achterlijke prov
Page 22 and 23: groen uniform met een pistool?’ O
Page 24 and 25: zeventiende eeuw, zo groot als een
Page 26 and 27: een labyrinth, maar dat was het nu
Page 28 and 29: egelen zijn. Op weg naar de uitgang
Page 30 and 31: gevonden voorwerp in de hare; haar
Page 32 and 33: de kant en stopte. In de spiegel za
Page 34 and 35: 3 Thuisbrengen Nooit gaf Onno antwo
Page 36 and 37: maakte». Maar laat ik je niet verm
Page 38 and 39: onsympathieke blauwe ogen, maar teg
Page 40 and 41: land de vlaggen werden uitgestoken
Page 42 and 43: vader in de Tweede, en om de famili
Page 44 and 45: vrouw als zodanig.’ Max schoot in
Page 48 and 49: Zwitserland! Het enige protestantse
Page 50 and 51: ‘Hij heeft zich vergrepen aan mij
Page 52 and 53: zoals het toevallig was neergezet o
Page 54 and 55: Planck! Later zou het hun misschien
Page 56 and 57: 5 Buiten spelen Siamese tweelingen
Page 58 and 59: van de grond en maakte even een kra
Page 60 and 61: praten?’ ‘Je weet toch wat Napo
Page 62 and 63: ik heb alleen een schamele beschutt
Page 64 and 65: wandelden zij vervolgens door de st
Page 66 and 67: aan wat daaronder voortgaat. De jon
Page 68 and 69: ‘Vind je het erg als ik gewoon na
Page 70 and 71: zijn om je eens te ontspannen.’
Page 72 and 73: Verscholen tussen de boeken keek hi
Page 75 and 76: 7 De sterrenwacht De Vergulde Turk
Page 77 and 78: had aangekeken. Hij was zo onverwac
Page 79 and 80: ‘Kun jij het straks niet even doe
Page 81 and 82: zichzelf, half tot haar: ‘Dit is
Page 83 and 84: de bank zitten, zodat later het pro
Page 85 and 86: zijn armen nam en half over haar he
Page 87 and 88: 8 Een idylle In de weken die volgde
Page 89 and 90: meegemaakt, dat iemand hetzelfde na
Page 91 and 92: auto was je binnen een uur, anderha
Page 93 and 94: zuigeling werd gevonden in de Nijl.
Page 95 and 96: illusie over te maken: Erasmus maak
Page 97 and 98:
portret in de stad zelfs de etalage
Page 99 and 100:
partijcommunist uit Oost-Groningen.
Page 101 and 102:
‘Donder toch op, man! Ga suikerri
Page 103 and 104:
‘Prinses Beatrix moet koningin va
Page 105 and 106:
‘Dat is wat mao betekent in het c
Page 107 and 108:
zigeunertoonladder speelde, de harm
Page 109 and 110:
afgebroken met dankbaarheid in de v
Page 111 and 112:
zijn dossier tegenwoordig in het Ri
Page 113 and 114:
11 Het proces Ada was een paar keer
Page 115 and 116:
voelde dat hij voelde hoe vochtig z
Page 117 and 118:
schrijftafel zitten en trok de lade
Page 119 and 120:
iedereen is gefusilleerd.’ Uit de
Page 121 and 122:
naam van uw moeder, ten teken dat h
Page 123 and 124:
edeutet die gesamte nachcartesianis
Page 125 and 126:
was geworden; de koperen clip en de
Page 127 and 128:
congrescentrum liggen, dat nauwkeur
Page 129 and 130:
stond niet naar de technische detai
Page 131 and 132:
hij naar de smeedijzeren zinsnede b
Page 133 and 134:
ondom moesten nog sporen van hun as
Page 135 and 136:
13 Opruiming In dezelfde uren, waar
Page 137 and 138:
zo’n idylle.’ ‘Heeft hij je d
Page 139 and 140:
maakte op echte macht en waarin men
Page 141 and 142:
omwaaiende boom, met wortels die ui
Page 143 and 144:
Als bladwijzer zat er een moderne b
Page 145 and 146:
14 Restitutie Wie terugkomt van een
Page 147 and 148:
‘Hoe bedoel je hoe bedoel je hoe
Page 149 and 150:
het maatschappelijk relevante geleu
Page 151 and 152:
absoluut gehoor beschikte. Na afloo
Page 153 and 154:
achterkamer werd hun slaapkamer, en
Page 155 and 156:
Terwijl Ada en haar moeder verloren
Page 157 and 158:
eigenlijk in mijn moeder zag, maar
Page 159 and 160:
‘metgezel’. ‘Dat is net het v
Page 161 and 162:
een hopeloze mislukking afgeschreve
Page 163 and 164:
een panische angst voor het getal d
Page 165 and 166:
Ada en Bruno zouden ondergebracht w
Page 167 and 168:
16 Het congres Ofschoon Ada en Brun
Page 169 and 170:
evolutie aan de gang. Hij keek naar
Page 171 and 172:
niemand controleren. Gedichten zijn
Page 173 and 174:
tassen en de slangenleren schoenen
Page 175 and 176:
‘Wat denk je dat er gebeurt als z
Page 177 and 178:
van zo’n verpletterende schoonhei
Page 179 and 180:
‘Alles kan hier. Het is net als d
Page 181 and 182:
17 Hete dagen De officiële opening
Page 183 and 184:
De rekening was vereffend. Onno kee
Page 185 and 186:
gemaakt op een cubaanse studente in
Page 187 and 188:
smokings, Guantanamera, en waar vij
Page 189 and 190:
Maar misschien was het dat alles te
Page 191 and 192:
Was het allemaal zo eenvoudig? Maar
Page 193 and 194:
Toen hij de hoorn op de haak had ge
Page 195 and 196:
18 Het verdwijnpunt Met zwarte koff
Page 197 and 198:
Aan hun rechterhand stond meer dan
Page 199 and 200:
over het eiland zwierf in auto’s
Page 201 and 202:
poedelde hij in het water, sprong o
Page 203 and 204:
‘Jammer.’ ‘Er bestaat geen he
Page 205 and 206:
‘Je verbrandt,’ zei Ada. ‘Ik
Page 207 and 208:
langzamerhand aanstalten maken?’
Page 209 and 210:
‘Gaat je niet aan.’ ‘Onno! Wa
Page 211 and 212:
hogere breedtegraden ook ’s zomer
Page 213 and 214:
‘Wat doe je?’ ‘Wij moeten toc
Page 215 and 216:
‘niet’ is. Zo is het op aarde n
Page 217 and 218:
Tweede deel Het einde van het begin
Page 219 and 220:
essentieel was voor het bereiken va
Page 221 and 222:
noem ze maar op, het is allemaal é
Page 223 and 224:
- Goeie genade! Hoe moet ik mij dat
Page 225 and 226:
vervolgens een aantal boeken public
Page 227 and 228:
20 De Hooblei Een van de eerste din
Page 229 and 230:
Partij, laat staan haar rechtervleu
Page 231 and 232:
zonder zich ooit te vertonen: de Ho
Page 233 and 234:
cosmetica kwam zij in een betonnen,
Page 235 and 236:
water was gevallen, maar nu weer op
Page 237 and 238:
21 De boodschap ‘Kun je niet slap
Page 239 and 240:
‘Ik ben niet ongesteld geworden.
Page 241 and 242:
Zij lagen nog steeds in het donker,
Page 243 and 244:
zij een vermoeden had gehad van zij
Page 245 and 246:
‘Jij durft. Sinds vijf minuten be
Page 247 and 248:
noemen?’ vroeg hij. ‘Daar heb i
Page 249 and 250:
Max voelde zich onpasselijk worden.
Page 251 and 252:
van een grieks beeld. Zijn eigen ge
Page 253 and 254:
zijn we in ondertrouw gegaan. Over
Page 255 and 256:
en verraad. Hij dacht terug aan die
Page 257 and 258:
geding: voor hem had zijn kind miss
Page 259 and 260:
las de krant. Verrast stond hij op.
Page 261 and 262:
Ada nam een slok van haar witte wij
Page 263 and 264:
‘Lukt het hier?’ Ada keek even
Page 265 and 266:
24 De bruiloft Toen Max de trouwkaa
Page 267 and 268:
niemand een intiemere relatie had m
Page 269 and 270:
lijven, liefst was hij de zaal uit
Page 271 and 272:
natuurlijk wie zijn vader was gewee
Page 273 and 274:
Auschwitz vergaste jodin? En hij, d
Page 275 and 276:
de eerste vogels in de dakgoten. Je
Page 277 and 278:
alles bepaalde nu zijn sterven. Hij
Page 279 and 280:
middel dijde zij plotseling uit, wa
Page 281 and 282:
‘Schande! De natuur is voor kinde
Page 283 and 284:
wereld nog draait.’ In het bedien
Page 285 and 286:
Steeds meer leek het er op, dat hij
Page 287 and 288:
26 Fancy Het goot nog steeds en er
Page 289 and 290:
sein Eigentum. Hij hield zich bezig
Page 291 and 292:
voor het Rekeninstituut en met de t
Page 293 and 294:
heen. Max tastte naar Onno. ‘Onno
Page 295 and 296:
Terwijl brandweermannen voorzichtig
Page 297 and 298:
‘Het is kwart over een. We hadden
Page 299 and 300:
naar binnen. De nachtportier, die h
Page 301 and 302:
kind?’ ‘Allemaal in orde. Zij z
Page 303 and 304:
‘Venetië?’ vroeg hij en keek o
Page 305 and 306:
opeens voelde hij Sophia’s arm om
Page 307 and 308:
hem toe en wees naar de koffiepot,
Page 309 and 310:
28 De uitvaart De avond van die dag
Page 311 and 312:
‘Hoe reageerde je schoonmoeder to
Page 313 and 314:
verzameld. Onno’s ouders waren er
Page 315 and 316:
Max aan Onno’s achterhoofd dat hi
Page 317 and 318:
Liefst had Max nog diezelfde avond
Page 319 and 320:
over elkaar geslagen benen zat Soph
Page 321 and 322:
gezien, en even later haar moeder.
Page 323 and 324:
Onno had hem al een paar keer gevra
Page 325 and 326:
‘Opdat ze niets zullen horen,’
Page 327 and 328:
‘Wij hebben er net al over gespro
Page 329 and 330:
korte blik naar Onno, ‘is dit van
Page 331 and 332:
echo van het Salomonsoordeel: ‘Do
Page 333 and 334:
dat van het nomadenbestaan. In geda
Page 335 and 336:
30 Het schavot Max was op de hoogte
Page 337 and 338:
komen. Er moest iets gebeuren! Plot
Page 339 and 340:
vriend van haar dochter, - hoe haal
Page 341 and 342:
Du mußt dein Leben ändern. De avo
Page 343 and 344:
verandering die plotseling aan de o
Page 345 and 346:
‘Over een half uur ben ik bij u,
Page 347 and 348:
laten weten?’ ‘Als ik ga trouwe
Page 349 and 350:
Max en moeder Tonia stonden op. ‘
Page 351 and 352:
die hij zich ook niet herinnerde, g
Page 353 and 354:
‘Dat begrijp ik. Haast u niet, va
Page 355 and 356:
krijgen, in zijn oren onafgebroken
Page 357 and 358:
‘Zoals ik hem ken, zal hij de res
Page 359 and 360:
‘De laatste maanden is mijn leven
Page 361 and 362:
‘Ja.’ ‘Men luistert.’ Alles
Page 363 and 364:
de oorzaak zijn van zo’n ingrijpe
Page 365 and 366:
32 Beunhazerij Toen Max was vertrok
Page 367 and 368:
‘Doe niet zo idioot. Dit kun je n
Page 369 and 370:
‘Neemt u plaats,’ zei hij. ‘W
Page 371 and 372:
‘Is het denkbaar, dat ik «nee»
Page 373 and 374:
technisch een beetje op de hoogte s
Page 375 and 376:
daar aan te dienen als een schrijve
Page 377 and 378:
33 Sectio caesarea Onno en Sophia h
Page 379 and 380:
een glazen blad, omgeven door pati
Page 381 and 382:
astrologie.’ ‘Onze voorvaderen,
Page 383 and 384:
‘Over de volgende generatie gespr
Page 385 and 386:
de couveuse, terwijl artsen, broede
Page 387 and 388:
Uit de diepte
Page 389 and 390:
Tweede intermezzo - Gefeliciteerd!
Page 391 and 392:
sneller dan de wind, dan het geluid
Page 393 and 394:
heeft. Maar Lucifer weet, dat zij l
Page 395 and 396:
knerste onder zijn banden en zelfs
Page 397 and 398:
Woonoord Schattenberg: dat was de h
Page 399 and 400:
zaal met empire meubelen, ook weer
Page 401 and 402:
sloegen dat allemaal over en zagen
Page 403 and 404:
schoonmoeder van zijn vriend. ’s
Page 405 and 406:
eigen verdieping. Binnenkomen in hu
Page 407 and 408:
Amsterdam, waar Onno al op hen wach
Page 409 and 410:
werkelijk de moeder was. Beide vade
Page 411 and 412:
Een bittere lach ontsnapte aan Onno
Page 413 and 414:
een spoor achter te laten. Het wach
Page 415 and 416:
dat wilde, wist hij zelf ook niet.
Page 417 and 418:
herhaaldelijk onder ogen had gehad,
Page 419 and 420:
en hij ging hun voor naar de comput
Page 421 and 422:
innen geschoten, die ook precies na
Page 423 and 424:
enoemde, ging de strijd aan met de
Page 425 and 426:
eigenlijk al -’ ‘En wat zou je
Page 427 and 428:
natuurlijk al lang een of andere vr
Page 429 and 430:
estudering, of wees hem de witte du
Page 431 and 432:
hij altijd eerst aan de kruk hangen
Page 433 and 434:
achtertrap naar de zolder sleepte,
Page 435 and 436:
Quinten. De chauffeur was ook genod
Page 437 and 438:
tussen Sophia en haar moeder op de
Page 439 and 440:
keer telefoneerde, keek Max met gek
Page 441 and 442:
wist zou hij evengoed een meisje ku
Page 443 and 444:
andnetels en de bloemen en langs de
Page 445 and 446:
was er anders. Als een boswandeling
Page 447 and 448:
het kleine kompas en keek naar de w
Page 449 and 450:
opblaasbaar rond bad van wit plasti
Page 451 and 452:
‘De baas van de katholieken. Dat
Page 453 and 454:
paarden, de koetsier met de leidsel
Page 455 and 456:
schuin afliep naar een zijarm van d
Page 457 and 458:
40 De woordenwereld Onno had het in
Page 459 and 460:
‘Pim is in het bos,’ las Quinte
Page 461 and 462:
‘Een tijdje geleden,’ vertelde
Page 463 and 464:
Max knikte en wachtte af wat er ver
Page 465 and 466:
somberder is, denk ik wel eens aan
Page 467 and 468:
misschien wel gemaakt door Kern. Je
Page 469 and 470:
waaruit zachte muziek kwam; bijna o
Page 471 and 472:
waarop zij even een vinger op haar
Page 473 and 474:
kamer haar betovering verloren. Ron
Page 475 and 476:
Om gevoeligheden te ontzien kwam He
Page 477 and 478:
gekruiste armen naar wie er uit de
Page 479 and 480:
Onno: ‘Ja?’ ‘Toch wil ik mama
Page 481 and 482:
‘Dat had heel vervelend kunnen ui
Page 483 and 484:
ijzonder, het stond later zelfs in
Page 485 and 486:
het zonder het te herkennen, verlie
Page 487 and 488:
42 De Burcht Ook voor Onno kwam wee
Page 489 and 490:
helemaal niet gewenst tussen man en
Page 491 and 492:
geen auto met chauffeur meer had, e
Page 493 and 494:
Toen hij tien jaar was, in 1978, hi
Page 495 and 496:
egon hij zich af te vragen, waar da
Page 497 and 498:
er werd bedoeld, maar dat kon hem o
Page 499 and 500:
uitenkant?’ Themaat staarde hem e
Page 501 and 502:
43 Vondsten Begin zomer 1980 werden
Page 503 and 504:
zoals ze vroeger waren. Dus op de s
Page 505 and 506:
de signalen zijn die wij in Westerb
Page 507 and 508:
wetenschap eeuwenlang gedacht dat h
Page 509 and 510:
* Al begreep hij maar de helft, zul
Page 511 and 512:
inmiddels op het spoor gezet van de
Page 513 and 514:
Boullée misschien eigenlijk een Ei
Page 515 and 516:
plek van het jaarlijkse paasvuur: e
Page 517 and 518:
44 Het Niet Onno mocht dan even min
Page 519 and 520:
eigenlijk zo dat dit handjevol mens
Page 521 and 522:
Toen Dorus minister van Justitie wa
Page 523 and 524:
enkel risico willen lopen, hoe geri
Page 525 and 526:
in zijn leven op zijn geweten had,
Page 527 and 528:
‘Ja, met wie spreek ik?’ ‘Men
Page 529 and 530:
niet, maar zo lang men aan hem gelo
Page 531 and 532:
denkbaar zonder het jouwe, tot en m
Page 533 and 534:
of het een jongen of een meisje was
Page 535 and 536:
‘Vanzelfsprekend,’ zei Max. ‘
Page 537 and 538:
tussen de paraplu’s; maar meestal
Page 539 and 540:
gelegd, ging hij naar het raam om w
Page 541 and 542:
ovenkant omschreef hij het. Themaat
Page 543 and 544:
46 De vrije markteconomie Al binnen
Page 545 and 546:
men liet zich niet wegjagen door de
Page 547 and 548:
Martha trouwens, en hij had hem geh
Page 549 and 550:
heiligenschijn, had hij dat echt vo
Page 551 and 552:
die zij sinds een jaar dagelijks no
Page 553 and 554:
47 De muziek Om zich te beschermen
Page 555 and 556:
‘Op wat voor manier dan wel?’ Q
Page 557 and 558:
onder gegaan. Dat de muziektheorie
Page 559 and 560:
‘Wie?’ ‘Wel, Plato, Protagora
Page 561 and 562:
en luisterde naar de zingende klank
Page 563 and 564:
48 Snelheden Toen Ferdinand Verlore
Page 565 and 566:
uiteindelijke waarheid in de dood o
Page 567 and 568:
naar binnen was gebracht, gaf hem h
Page 569 and 570:
Hij keek haar aan. ‘Bedoel je, da
Page 571 and 572:
‘Misschien wel, misschien niet,
Page 573 and 574:
en Bohr, dat wil zeggen tussen de r
Page 575 and 576:
49 De Westerbork Zijn verhouding me
Page 577 and 578:
Ben ik een datum vergeten?’ Over
Page 579 and 580:
fles en zijn glas ging hij de tuin
Page 581 and 582:
zat Sophia nu ook alleen in de kame
Page 583 and 584:
Alles nam onafgebroken toe, alles w
Page 585 and 586:
met het verdwijnpunt: op de horizon
Page 587 and 588:
Als rechtgeaarde griek, dacht Max,
Page 589 and 590:
iets gebeurd in zijn leven? Er was
Page 591 and 592:
50 Het besluit Vier dagen later, bi
Page 593 and 594:
Oplettend soort bij soort zoekend,
Page 595 and 596:
hebben, dan weet ik dat. Dan is hij
Page 597 and 598:
plotseling met afgewend gezicht naa
Page 599 and 600:
hun geschreven, dat Onno wilde dat
Page 601 and 602:
goed begrepen. Maar die weet alleen
Page 603 and 604:
probeerde te registreren of hij op
Page 605 and 606:
Uit de diepte
Page 607 and 608:
Derde intermezzo - Ik dacht al, dat
Page 609 and 610:
- Tegen onze zin. - Net had u het o
Page 611 and 612:
- Ja, ook dat nog. Dat is zijn hel
Page 613 and 614:
verwijtend schuddende wijsvinger,
Page 615 and 616:
af duwen, maar hij was blij dat hij
Page 617 and 618:
Shakespeare’s Dark Lady was in ze
Page 619 and 620:
wat er aan de hand is in de wereld,
Page 621 and 622:
door mensen die van huis uit niet s
Page 623 and 624:
zowel de dode als de levende materi
Page 625 and 626:
Pericles, kortom. Maar hoe institut
Page 627 and 628:
ookkanalen en afbladderend pleister
Page 629 and 630:
staan, in bepaalde straten, vol kab
Page 631 and 632:
er in geslaagd, hem volledig in ver
Page 633 and 634:
werden, liep hij terug naar zijn ho
Page 635 and 636:
het eerst terug aan zijn kamer op G
Page 637 and 638:
‘Heb jij daarvoor geposeerd?’ H
Page 639 and 640:
53 De schaduw Ook als Onno ’s och
Page 641 and 642:
Hij ging zitten op de trappen van e
Page 643 and 644:
deemoedige christelijke heiligen. I
Page 645 and 646:
jongen van twaalf geweest; nu zat d
Page 647 and 648:
zag niets bijzonders. Toch wist hij
Page 649 and 650:
een krant verpakt met haar rode, op
Page 651 and 652:
geleden was gevlucht, aangezien hij
Page 653 and 654:
De wanorde verbaasde Quinten niet.
Page 655 and 656:
Dat bestond niet voor hem en hij wi
Page 657 and 658:
kerk in het algemeen. De pausen bes
Page 659 and 660:
Het Forum Romanum, die langgerekte
Page 661 and 662:
kannibalen, - of misschien moet je
Page 663 and 664:
dat was overgebleven nadat Michelan
Page 665 and 666:
‘Geloof jij eigenlijk aan God, Qu
Page 667 and 668:
werd gevonden door de dochter van d
Page 669 and 670:
Constantijn was net zo min iets ove
Page 671 and 672:
gebouw. Terwijl hij geld neertelde,
Page 673 and 674:
gevangeniscel. Kom, laten we gaan k
Page 675 and 676:
door verguld, zwaar bewerkt zilver,
Page 677 and 678:
56 Schriftgeleerdheid ‘Hoe daar d
Page 679 and 680:
was een gouden kist, het allerheili
Page 681 and 682:
geheim aan de pausen heeft gegeven.
Page 683 and 684:
‘De twee stenen tafelen van Mozes
Page 685 and 686:
haalde, uit zijn broekzak een doos
Page 687 and 688:
‘Dat weet ik niet,’ zei Quinten
Page 689 and 690:
wat Philo over de ark had geschreve
Page 691 and 692:
directeur maar eens in Westerbork m
Page 693 and 694:
moeilijk te schatten van een afstan
Page 695 and 696:
‘Ja,’ zei Quinten. ‘Maar niet
Page 697 and 698:
man. Maar laten we niet afdwalen, w
Page 699 and 700:
Onno en pakte het boek dat hij van
Page 701 and 702:
58 Voorbereidingen Verbluft staarde
Page 703 and 704:
eeuw werd de pauselijke kapel geres
Page 705 and 706:
mee zou brengen. Die onwetendheid h
Page 707 and 708:
‘Het is nu mooi genoeg geweest, Q
Page 709 and 710:
‘Gij zult niet stelen.’ ‘Ik b
Page 711 and 712:
wereldschokkende ontdekking, die je
Page 713 and 714:
als een pelgrimsoord en niet als ee
Page 715 and 716:
een wetboek, maar eerder van een ha
Page 717 and 718:
medemens haten, je mocht moorden al
Page 719 and 720:
egon te blinken als een gouden visi
Page 721 and 722:
De met hout beklede treden waren la
Page 723 and 724:
Stilte. Onno zat met zijn stok tuss
Page 725 and 726:
Liefst had Onno nog gevraagd wat So
Page 727 and 728:
ij een schipbreuk ten onder gingen
Page 729 and 730:
driepoot even de dop van de lens ha
Page 731 and 732:
De toegangsdeur van de kapel werd v
Page 733 and 734:
hele leven zou hij het geluid van d
Page 735 and 736:
trok het linker bovendeurtje open.
Page 737 and 738:
onderlijst viel hem nu een ring op,
Page 739 and 740:
weer door de ringen en hing het gro
Page 741 and 742:
altaar zijn geweest. Ze maken het o
Page 743 and 744:
Niemand vertoonde een teken van sch
Page 745 and 746:
Op de binnenplaats aan de Via del P
Page 747 and 748:
oudere. Hij kon zich niet herinnere
Page 749 and 750:
het grote bord met de vertrektijden
Page 751 and 752:
62 Derwaarts ‘We gaan ze dus teru
Page 753 and 754:
ezette gebied, hij wilde geen probl
Page 755 and 756:
astronomische spiegel als logo. Het
Page 757 and 758:
archaeologen, elke potscherf die ze
Page 759 and 760:
politiek zat, wist ik daar ook mind
Page 761 and 762:
eindelijk toestemming hadden gekreg
Page 763 and 764:
Nadat zij in de bar iets hadden geg
Page 765 and 766:
Toen de kolossale stalen deur, wel
Page 767 and 768:
63 Het midden van het midden ‘Ik
Page 769 and 770:
de ark des verbonds en voor een mil
Page 771 and 772:
Klaagmuur. Zij vormde geen afscheid
Page 773 and 774:
filmende toeristen kwamen zij uit b
Page 775 and 776:
zijn nachtelijke reis naar de hemel
Page 777 and 778:
oog met het allerzwaarste: de aarde
Page 779 and 780:
zoon, richtte hier vervolgens de ee
Page 781 and 782:
onderwereld tegen, die in de dagen
Page 783 and 784:
overgedreven. Ofschoon zijn vader z
Page 785 and 786:
64 Chawah Lawan? Bij een druk kruis
Page 787 and 788:
had hij hier niets meer te zoeken,
Page 789 and 790:
‘Tante Dol zei dat je spullen zij
Page 791 and 792:
Aron kwam te voorschijn uit het kan
Page 793 and 794:
vermoedelijk haar naam verhebraïse
Page 795 and 796:
en wetenschappelijke catastrofes zo
Page 797 and 798:
had gewoond, kon hij zich hem om ee
Page 799 and 800:
verrassing zal dat zijn voor papa.
Page 801 and 802:
in het midden. Bij de knop van het
Page 803 and 804:
Sunstar even later tussen graven do
Page 805 and 806:
Er gebeurde niets. Wat was er aan d
Page 807 and 808:
van het onverklaarbare... plotselin
Page 809 and 810:
‘Hoe weet je dat? Sinds wanneer i
Page 811 and 812:
Epiloog - Genoeg nu! Je moet ook va
Page 813 and 814:
ook dat vermoedelijk niet meer. Zel
Page 815 and 816:
De sprong der paarden en de zoete z
show all

De ontdekking van de hemel - U-Cursos

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

Delete template?

Save as template?