Reisverslag - Rwanda
Reisverslag - Rwanda
Reisverslag - Rwanda
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Een tweede bouwsel, al even duister, maar veel kleiner dient als keuken. Een<br />
zestal vissen met een gezamenlijke draad door de kieuwen hangen gapend van<br />
verbazing aan het dak. Ze verpinken niet ook al zitten er vliegen in hun ogen te<br />
prutsen. Ze missen duidelijk het water en ik vermoed dat zij bestemd zijn om<br />
straks ons bord op te smukken, iets wat voor hen gevaarlijker is dan een<br />
jeukende vlieg in hun ogen.<br />
Bier hebben ze hier ook, zij het niet gekoeld, er<br />
is immers geen elektrische stroom. Ik bestel dan<br />
maar een warme cola. Het menu bestaat uit kip<br />
of vis. Ik neem vis ook al is die niet te eten. Dat<br />
ding zit vol graten. Mijn buurman kiest voor kip<br />
en krijgt een bil die bestaat uit twee beentjes<br />
waar het meeste vlees is van tussen gehaald.<br />
Dergelijke kip hoort meer thuis in een<br />
vegetarische schotel. Een weloverwogen menu dat vermoedelijk werd<br />
samengesteld door een nieuwbakken diëtist die de Belgische tv kan ontvangen<br />
en zo gematigd eten propageert. Het is de grote mode. Frieten eten we hier meer<br />
dan in België. Mijn buur vraagt om eens van de vis te proeven en zo kom ik op<br />
een waardige manier, als een gulle schenker, van mijn bundel graten af. Dat<br />
allemaal onder het welziende oog van Napoleon.<br />
Er is hier zelfs een toilet. Je moet er wel een hele klim voor over hebben. Die<br />
inspanning doe je alleen maar als het echt nodig is. Maar het<br />
loont de moeite. Het is een houten geval met overdreven veel<br />
verluchting. Je houdt vandaar oogcontact met de omgeving.<br />
Er is ook stromend water, zij het onder de wc. Er is een<br />
luchtverbinding rechtstreeks met het meer. Hoogtevrees moet<br />
je wel overwinnen als je aan de stabiliteit van de constructie<br />
twijfelt. Bij het verlaten van dit sanitaire wonder kom ik door<br />
het privégedeelte van de uitbating. Daar zit een dame op de<br />
grond, vanzelfsprekend omgeven door een aantal kinderen.<br />
Wat daarbij opvalt, is een zonnepaneel dat ‘s avonds een<br />
lampje kan onderhouden.<br />
Ik zet mij terug aan tafel. De groep is nogal uitgedund omdat er een aantal zijn<br />
gaan zwemmen. Ik zit hier rustig alles te bekijken, mijn cola in de hand. Plots<br />
zie ik een van de uitbaters een spurt uithalen. Hij neemt een stok en rent over de<br />
stenen van het vijvertje. Daar gebeurt iets, daar is iets te zien en daarvoor ben ik<br />
naar hier gekomen. Dus ik loop mee, mijn buurman volgt instinctmatig. Ik kom<br />
bij de man aan de eerste boom en daar zit warempel een aap in. Hij lokt het dier<br />
naar zich toe.<br />
43<br />
“What do you do with it?” vraag ik.<br />
“We eat it”<br />
Ik zie mij al bezig de vingers van een<br />
gekookt hand af te knagen.<br />
Ik begrijp de stok en de aandacht van<br />
de jager. Toch wil ik het beest<br />
redden, voorkomen dat de moord<br />
hier onder mijn ogen plaatsvindt.<br />
“May I have your cola?” vraagt hij.<br />
Ik geef hem het flesje dat hij met water aanlengt zodat het toch gekleurd blijft.<br />
Hij zet het op de grond. De aap wil de aap niet uithangen en komt op het flesje<br />
af. Hij drinkt het als een kenner leeg. Wat een ontroerend, lief gezicht! Ik blijf<br />
beschermend dicht in de buurt van het grijsbruine beestje met zijn opvallende<br />
lange staart. Eens leeg, gooit hij het flesje nonchalant weg, ziet mij te dicht in<br />
zijn buurt en spurt met ongekende snelheid de boom weer in. Die is voorlopig<br />
veilig, denk ik en we wandelen maar verder het park in. De stokkeman volgt ons<br />
op de voet. Ik kijk eens om, omdat gevolgd worden door iemand met een stok<br />
niet meteen zo geruststellend is.<br />
“Het aapje volgt ons!”<br />
En ja, nu eens dicht bij, dan weer wat verderaf. Soms op de grond, soms in de<br />
bomen komt het af en toe te voorschijn.<br />
Het diertje zal honger hebben en doet wat ieder kind hier doet, bedelen. Wij<br />
hebben niets bij en wandelen voort zonder verdere belangstelling.<br />
Ineens verschiet ik mij een ‘aap’. Ik krijg een zware klop op mijn rug en<br />
schouder. De aap heeft zijn aanval goed overwogen. Precies op een plaats waar<br />
wij ons moeten bukken om onder een tak door te kunnen, slaat hij toe. Ik vang<br />
de stoot op door een paar stappen te lopen om niet met mijn gezicht op de grond<br />
te smakken. In mijn ogen is het aapje ineens een aap geworden. De zwarte man<br />
zwaait dreigend, maar te laat, met zijn stok naar de aap. Hij verontschuldigt zich<br />
en meteen besef ik dat ik de man onterecht verdacht heb.<br />
“Is it your friend?”<br />
“Yes”<br />
44