Richtlijn Cognitieve Revalidatie - SEN
Richtlijn Cognitieve Revalidatie - SEN
Richtlijn Cognitieve Revalidatie - SEN
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
De voorliggende aanbevelingen zijn gebaseerd op het beste bewijsmateriaal dat voorhanden<br />
was ten tijde van het opstellen van de aanbevelingen. De bewijskracht wordt ingedeeld in<br />
verschillende niveaus (zie verder in dit document).<br />
2.2.2 Aanbevelingen (bewijskracht)<br />
De richtlijn voor de cognitieve revalidatie van niet-aangeboren hersenletsel is naar analogie<br />
van die van de richtlijnen voor revalidatie na een beroerte van de Nederlandse Hartstichting<br />
(2001) en de CBO <strong>Richtlijn</strong> Beroerte en de Amerikaanse richtlijnen zoveel mogelijk ‘evidence<br />
based’, oftewel zoveel mogelijk gebaseerd op kennis uit gepubliceerd wetenschappelijk<br />
onderzoek (19). De aanbevelingen, gebaseerd op de uitkomsten van het consortium<br />
<strong>Cognitieve</strong> <strong>Revalidatie</strong>, vermelden expliciet op basis van welke methodologie men tot de<br />
aanbeveling is gekomen.<br />
Het kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO gebruikt adviezen op basis van<br />
literatuuranalyse en onderscheidt daarin vier niveaus. Zij weegt de onderzoeksresultaten en<br />
maakt een indeling naar de mate van bewijskracht voor interventiestudies (tabel 1.1).<br />
In de voorliggende richtlijn is de beoordeling van de literatuur beschreven onder de kopjes<br />
‘State of the art Literatuur’. Het wetenschappelijk bewijs is vervolgens kort samengevat in<br />
een conclusie. Het niveau van bewijs staat bij de conclusie vermeld (tabel 1.2). De<br />
aanbeveling is het resultaat van het beschikbare bewijs.<br />
Tabel 1.1<br />
Indeling van onderzoeksresultaten naar mate van bewijskracht voor<br />
interventie studies<br />
A1 Meta-analyses die ten minste enkele gerandomiseerde onderzoeken<br />
van A2-niveau betreffen, waarbij de resultaten van de afzonderlijke<br />
onderzoeken consistent zijn.<br />
A2 Gerandomiseerd klinisch vergelijkend onderzoek van goede kwaliteit<br />
(gerandomiseerde, dubbelblind gecontroleerde trials), voldoende<br />
omvang en consistentie.<br />
B Gerandomiseerde klinische trials van mindere kwaliteit of onvoldoende<br />
omvang of ander vergelijkend onderzoek (niet-gerandomiseerd:<br />
cohortstudies, case-controlstudies).<br />
C Niet-vergelijkend onderzoek<br />
D Mening van deskundigen<br />
Tabel 1.2<br />
Niveau van bewijs van de conclusies + bijbehorende opbouw van de<br />
aanbeveling<br />
1 Indien ondersteund door ten minste 2 onafhankelijk van elkaar<br />
uitgevoerde onderzoeken van niveau A.<br />
‘Het is aangetoond dat …, men dient…’<br />
2 Indien ondersteund door ten minste 2 onafhankelijk van elkaar<br />
uitgevoerde onderzoeken van niveau B.<br />
‘Het is aannemelijk dat …, men kan…’<br />
3 Indien niet ondersteund door onderzoek van niveau A en B, wel van<br />
niveau C.<br />
‘Er zijn aanwijzingen dat…, men kan…<br />
4 p grond van mening van de werkgroepleden (niveau D).<br />
‘De werkgroep is van mening dat…’<br />
8