• heterogene groepen • ouders • wereldoriëntatie - Nederlandse ...
• heterogene groepen • ouders • wereldoriëntatie - Nederlandse ...
• heterogene groepen • ouders • wereldoriëntatie - Nederlandse ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
2<br />
MIJN KIJK OP<br />
Vorm Volgt Functie Jaap NelisseN<br />
In mijn werk als stamgroepsleider, als directeur en als bestuurslid<br />
van de NJPV ben ik diverse malen geconfronteerd met alle<br />
ins en outs rondom de ‘juiste’ jenaplangroeperingsvorm. Laat<br />
ik beginnen met te stellen dat de ‘juiste’ groeperingsvorm in<br />
mijn ogen niet bestaat. Wel kan je spreken over een ideale<br />
groeperingsvorm, maar in veel gevallen ligt er een kloof tussen<br />
idealen enerzijds en de realistische en haalbare werkelijkheid<br />
anderzijds.<br />
Binnen veel Jenaplangeledingen heerst nog steeds de hardnekkige<br />
gedachte dat een <strong>heterogene</strong> stamgroep bestaande<br />
uit drie leerjaren de ware groeperingsvorm zou zijn. Als ik dat<br />
hoor moet ik altijd denken aan een uitspraak van Kees Vreugdenhil:<br />
‘Zelfs met een stamgroep bestaande uit één leerjaar<br />
kan je je jenaplanidealen vormgeven, mits je de verschillen<br />
tussen kinderen kan benutten’. Andersom ken ik ook driejarige,<br />
<strong>heterogene</strong> stam<strong>groepen</strong> die feitelijk functioneren als<br />
een traditionele combinatiegroep. Het gaat uiteindelijk om de<br />
functie (en de wijze waarop deze wordt gerealiseerd) en niet<br />
om de vorm: Wat zijn onze doelstellingen bij het werken met<br />
een bepaalde groeperingsvorm en werkt dat ook? (zowel voor<br />
kinderen als voor groepsleiders)<br />
De denktank van de NJPV heeft onlangs haar werk voltooid<br />
met een omschrijving van de kernkwaliteiten die in iedere<br />
jenaplanschool te zien zouden moeten zijn. Alle kernbegrippen<br />
gaan over relaties: relatie van een kind met zichzelf, met<br />
een ander en met de wereld. Ook hierbij wordt gesproken<br />
over ontwikkelingsgericht werken en over het herkennen en<br />
respecteren van verschillen bij andere kinderen, zoals in de<br />
kwaliteitscriteria en het negentiende basisprincipe over het<br />
beoordelen van een kind vanuit zijn eigen ontwikkelingsgeschiedenis<br />
beschreven.<br />
Jenaplanscholen weigeren (of zouden moeten weigeren) om<br />
alle kinderen van dezelfde leeftijd langs dezelfde meetlat te<br />
leggen, waarbij uniforme methodieken, gelijke ontwikkeltijd<br />
en gelijkvormige en gelijktijdige toetsingen plaatsvinden.<br />
Omdat we met <strong>heterogene</strong> <strong>groepen</strong> werken denken wij, jenaplanners,<br />
dat deze schoolse aanpak op onze scholen niet kan<br />
voorkomen. Helaas, het werken met <strong>heterogene</strong> <strong>groepen</strong><br />
biedt daar geen garantie voor. Dit is ‘slechts’ een organisatievorm,<br />
die er toe kan bijdragen dat kinderen leren omgaan met<br />
verschillen.<br />
Waar het in essentie echter om gaat is de houding van de<br />
groepsleider; zijn bereidheid om niet te kiezen voor, organisatorisch,<br />
makkelijke oplossingen; zijn vertrouwen in de<br />
ontwikkelkracht van kinderen en zijn vermogen om een pedagogisch/didactisch<br />
klimaat te creëren, waarin kinderen zichzelf<br />
(en dus verschillend) mogen en kunnen zijn. Dit houdt in dat<br />
er vanzelf grote verschillen ontstaan: Verschillen in leerstijl en<br />
instructie, verschillen in vormen van verwerking, verschillen in<br />
MENSENKINDEREN 116 maart 2009<br />
presentaties van resultaten, verschillen in ontwikkelingssnelheid<br />
etc. Als je dit echt in alle facetten goed kan realiseren heb<br />
je met een éénjarige stamgroep al een wereld aan verschillen.<br />
De keuze om met twee of drie leerjaren te werken maakt de<br />
leer- en leefomgeving nog rijker, maar ook complexer. Dit stelt<br />
nog hogere eisen aan de groepsleiders.<br />
Op mijn huidige school (jenaplanschool Wittevrouwen) hebben<br />
wij jaren gewerkt met driejarige stam<strong>groepen</strong>. Acht jaar<br />
geleden zijn wij (vooral uit praktische en didactische overwegingen<br />
ten aanzien van de middenbouw en vooral gericht<br />
op de derdejaars) overgestapt naar tweejarige stam<strong>groepen</strong>.<br />
Beide vormen hebben hun voor- en nadelen. Wij zijn echter<br />
nog niet tevreden als het gaat om het realiseren van het ontwikkelgericht<br />
zijn van ons onderwijs. Wij zijn nu bezig met<br />
het draaien van pilots en maken van ontwerpen, waarin we<br />
verschillende groeperingsvormen naast elkaar willen uitproberen.<br />
De start en het einde van de dag en alles op het gebied<br />
van sociaal emotionele ontwikkeling willen we vooral in de<br />
huidige tweejarige stamgroep laten plaatsvinden.<br />
Voor de cognitieve ontwikkeling willen wij maximale ruimte<br />
en mogelijkheden bieden aan ontwikkelingsverschillen in de<br />
breedste zin van het woord. Daarom willen wij hiervoor met<br />
vierjarige groeperingsvormen werken (dus stamgroepdoorbroken<br />
met totaal twee bouw<strong>groepen</strong>) waarbij we met grotere<br />
units, maar ook met meer groepsleiders en ondersteuners<br />
instructies en begeleiding willen bieden.<br />
De muzische vakken, techniek en sport willen we in ateliervormen<br />
aanbieden, waarin kinderen hun talenten kunnen ontplooien<br />
en waarbij er een goede balans is tussen vrije keuze<br />
van de kinderen en gericht aanbod vanuit de school. We zijn<br />
nog niet uit over de plaats van <strong>wereldoriëntatie</strong> die in alle drie<br />
de vormen kan plaatsvinden.<br />
Na een drietal jaren van steeds breder wordend overleg zitten<br />
we nu in de fase van concrete experimenten en het maken van<br />
ontwerpen. Dit moet uiteindelijk leiden tot een organisatievorm,<br />
waarvan wij denken dat de jenaplandoelstellingen het<br />
meest optimaal tot hun recht gaan komen. Ofwel, vorm volgt<br />
functie.<br />
Het Jenaplan is een interpreteerbaar streefmodel, waarin<br />
we ons niet laten leiden door dogma’s. Wij kiezen voor een<br />
oplossing die past bij onze school (met onze populatie en<br />
onze groepsleiders). Iedere school zal zijn eigen keuzes moeten<br />
maken, waarbij het motto ‘liever goed gejat dan slecht<br />
bedacht’ best mag gelden.<br />
Jaap Nelissen is secretaris van het dagelijks bestuur van de<br />
NJPV en directeur van jenaplanschool De Wittevrouwen in<br />
Utrecht