20.09.2013 Views

EindhovEn - BinnEnstad & tramstraatkwartiEr - gemeente Eindhoven

EindhovEn - BinnEnstad & tramstraatkwartiEr - gemeente Eindhoven

EindhovEn - BinnEnstad & tramstraatkwartiEr - gemeente Eindhoven

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

1816-1920: dE industriEstad<br />

COntext<br />

in 1816 werd in de textielfabriek van J.th. smits aan de<br />

dommel (in de volksmond ‘d’n Bouw’ genoemd) de eerste<br />

stoommachine van Brabant in gebruik genomen. smits<br />

gebruikte vanaf 1812 al de stratumse watermolen voor<br />

het aandrijven van zijn spinmachines. het gebouw brandde<br />

af in 1896 en de ruïnes, met de watermolen, werden<br />

afgebroken in 1928. toch was het gebouw typerend voor<br />

de opkomst van de industrie, voornamelijk in textiel, die<br />

zich aan de randen van <strong>Eindhoven</strong>, zowel binnen als buiten<br />

het toenmalige grondgebied, ging ontwikkelen. tot in de<br />

negentiende eeuw wijzigde er weinig aan de structuur<br />

van de stad; pas met de opkomst van de industrialisatie<br />

brak er voor <strong>Eindhoven</strong> een nieuwe periode aan. waar de<br />

kadastrale kaart van 1832 nog vrijwel dezelfde ruimtelijke<br />

opzet als de kaart van Jacob van deventer uit 1560 toont,<br />

veranderde het aanzien van de stad daarna aanzienlijk.<br />

al vanaf de achttiende eeuw werd het wegennet uitgebreid<br />

en in 1818 kwam de straatweg van den Bosch naar luik<br />

gereed, die van de Boschdijk via de binnenstad naar de<br />

stratumsedijk en de aalsterweg liep. door de aanleg van de<br />

willemstraat (1884) werd de verbinding tussen <strong>Eindhoven</strong><br />

en strijp verbeterd. Eerder waren al de geldropseweg<br />

(1855) en tongelresestaat (1872) aangelegd. naast de<br />

ontwikkeling van transport over de weg kwam er steeds<br />

meer aandacht voor andere, snellere manieren van<br />

transport. met de aanleg van het <strong>Eindhoven</strong>sch kanaal<br />

in 1846 werd de economische reikwijdte van de stad vele<br />

malen groter. de aanleg van de spoorlijn in 1866 versterkte<br />

dat proces. in 1874 werd de stad daartoe uitgebreid met<br />

delen van woensel en tongelre. tussen de stad en het<br />

station werd de nieuwstraat aangelegd. het gebied rond<br />

het klooster werd steeds meer bij de stad betrokken: tussen<br />

1832 en 1877 werd het gebied waar nu de raiffeisenstraat<br />

is gebruikt als begraafplaats. met de komst van de paters<br />

augustijnen in 1890 werd het gymnasium augustinianum<br />

14 <strong>BinnEnstad</strong> - <strong>EindhovEn</strong><br />

detail van een kaart van <strong>Eindhoven</strong><br />

en omliggende <strong>gemeente</strong>n uit 1865.<br />

in 1874 werd het meest zuidelijke<br />

deel van woensel (paars/oranje)<br />

en nog een stukje van tongelre<br />

(lichtblauw) geannexeerd om de<br />

aanleg van het station bij de stad te<br />

betrekken. [EiB]<br />

(1912) gesticht. de nieuwstraat werd in 1879 verlengd<br />

naar de dommel (de dommelstraat) en in 1896 werd de<br />

tramremise gebouwd aan de huidige tramstraat. hieraan<br />

dankt de buurt ook de naam tramstraatkwartier.<br />

naast de opkomst van de grotere industrieën (textiel) aan<br />

de randen van de stad, was er ook een opleving van de<br />

bedrijvigheid in kleinere industrieën, zoals tabaksverwerking<br />

(sigaren), leerlooierijen, brouwerijen en hoedenmakerijen.<br />

in 1891 vestigde philips zich met een gloeilampenfabriek in<br />

het pand Emmasingel 31. op deze plek was al vanaf 1861<br />

een fabriek, die door brand verwoest werd en herbouwd in<br />

1888. het pand is iconisch voor de industriële groei eind 19 e<br />

eeuw aan de rand van de binnenstad. 13 vanaf 1897 werd de<br />

fabricage van gloeilampen verplaatst naar de overkant van<br />

de Emmasingel, waar philips een westwaartse expansie<br />

langs het spoor begon.<br />

door de industrialisatie en een arbeidsoverschot in de<br />

agrarische sector, werden de arbeiders in toenemende<br />

mate van de stad afhankelijk. de stad binnen de vest werd<br />

dan ook voornamelijk bewoond door middenstanders en<br />

fabrikanten; kleine arbeiderswijkjes bevonden zich nog<br />

midden in het industriële gebied rond de smalle haven,<br />

‘t college en de plekhoek. de open ruimtes tussen<br />

stadsgrachten en de hoofdstructuur werden in toenemende<br />

mate opgevuld, bijvoorbeeld door statige herenhuizen aan<br />

de keizersgracht vanaf ca. 1880. de stadsgrachten waren<br />

rijk begroeid en daardoor aantrekkelijker als woonplaats<br />

voor de gegoede burgerij en andere notabelen. 14<br />

Een groeiende stad vroeg om betere stedelijke<br />

voorzieningen. Een belangrijk voorbeeld van vooruitgang<br />

was het nieuwe post- en telegraafkantoor aan de<br />

keizersgracht (1907). voor de zakelijke dienstverlening<br />

vestigden zich in deze tijd verschillende banken rond de

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!