EindhovEn - BinnEnstad & tramstraatkwartiEr - gemeente Eindhoven
EindhovEn - BinnEnstad & tramstraatkwartiEr - gemeente Eindhoven
EindhovEn - BinnEnstad & tramstraatkwartiEr - gemeente Eindhoven
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
BiJlagE 2<br />
m. van deR HeIde, Redengevende<br />
OmsCHRIjvIng demeR-algemeen,<br />
gROnIngen 2004<br />
dIveRse wInkelpanden met wOnIngen en<br />
andeRe BedRIjfsRuImten<br />
opdrachtgever: diverse particuliere opdrachtgevers<br />
architect: vijftien architecten uit <strong>Eindhoven</strong> en vier<br />
architecten buiten <strong>Eindhoven</strong><br />
ontwerpperiode: 1949-1955<br />
Bouwperiode: 1950-1956<br />
HuIdIge BestemmIng<br />
in hoofdzaak winkelpanden met magazijn, in sommige<br />
gevallen hebben de bovenverdiepingen nog de<br />
oorspronkelijke woonbestemming.<br />
InleIdIng<br />
de demer is één van de meest complete en gave<br />
voorbeelden in nederland van een winkelstraat uit de<br />
wederopbouwperiode. het is daarbij een blauwdruk<br />
van de <strong>Eindhoven</strong>se architectenbureau’s die in de jaren<br />
vijftig actief waren en geeft een uitermate goed overzicht<br />
van de diversiteit aan ontwerpen uit deze periode. de<br />
demer vormt een stedenbouwkundige eenheid met de<br />
naastliggende hermanus Boexstraat, eveneens een straat<br />
uit de wederopbouwperiode maar gebouwd met andere<br />
uitgangspunten en als reactie op de bouwaanpak van de<br />
demer.<br />
de stedelijke ontwikkeling van <strong>Eindhoven</strong> maakte aan het<br />
eind van de 19 e eeuw een sprong door de vestiging van<br />
een groot aantal nieuwe inwoners die bij de opkomende<br />
tabaks-, textiel- en gloeilampenindustrie kwamen werken.<br />
de vijf rand<strong>gemeente</strong>n rond <strong>Eindhoven</strong> vingen deze<br />
bevolkingsgroei grotendeels op. de stedelijke aanwas<br />
ontwikkelde zich op ongecontroleerde wijze langs de<br />
radialen naar die omliggende dorpen. de annexatie van de<br />
rand<strong>gemeente</strong>n in 1920 was een poging het groeiproces te<br />
controleren en de stedelijke ontwikkeling planmatig aan te<br />
pakken. door middel van verschillende uitbreidingsplannen<br />
en infrastructurele ingrepen werd getracht verbinding te<br />
leggen tussen de voormalige dorpskernen onderling en de<br />
stad. dit bleek een moeizaam proces. de binnenstad van<br />
<strong>Eindhoven</strong> werd tijdens de tweede wereldoorlog (tussen<br />
1942 en 1946) meerdere malen door de geallieerden<br />
gebombardeerd. met name de philipsfabrieken en omgeving<br />
waren doelwit. de verwoestingen in de binnenstad gaven<br />
de mogelijkheid de bestaande (infra-)structuren aan te<br />
passen en te verbeteren. <strong>Eindhoven</strong> zou een representatief<br />
stadshart krijgen met een verbeterde toegankelijkheid.<br />
het streven naar een stedenbouwkundige eenheid en<br />
schaalvergroting waren belangrijke elementen in de<br />
wederopbouwplannen.<br />
Een zwaar beschadigd gebied betrof de demer die bij<br />
het bombardement op 6 december 1942 vrijwel compleet<br />
werd weggevaagd. als één van de belangrijkste noordzuid<br />
verkeersassen in de binnenstad had deze straat<br />
zich ontwikkeld tot een representatieve winkelstraat. Een<br />
snelle herbouw van deze straat was voor de stad en de<br />
getroffen middenstand van groot belang. in 1946 wordt het<br />
wederopbouwplan naar ontwerp van de leidse architect<br />
ir. J. van der laan vastgesteld. in de notulen van de eerste<br />
bespreking van supervisor van der laan met de betrokken<br />
architecten op 15 juli 1948, stelt van der laan voor uit te<br />
gaan van een aantal punten ten aanzien van het karakter<br />
van de nieuwe demer. in eerste instantie was het van<br />
belang het Brabantse en traditionele karakter van de stad<br />
in de bebouwing herkenbaar te maken. daarnaast zou de<br />
bebouwing een particulier karakter moeten krijgen en een<br />
- uit architectonisch oogpunt - harmonisch geheel moeten<br />
worden. kenmerkend voor de traditionele stad is, volgens<br />
van der laan, de zelfstandigheid van elk pand. deze<br />
zelfstandigheid zou derhalve ook in de nieuwe bebouwing<br />
moeten worden gehandhaafd. in de praktijk betekende dit<br />
ook dat de wederopbouw van de demer afhankelijk werd<br />
van het initiatief van de afzonderlijke particuliere eigenaren<br />
die ter plaatse hun verwoeste panden konden herbouwen.<br />
de noodzakelijke herverkaveling en de daarop volgende<br />
onteigening, als ook de perceelsgewijze herbouw en het<br />
versnipperde particuliere eigendom bleken een snelle<br />
ontwikkeling in de weg te staan. de voortgang verliep<br />
langzaam. Daarnaast waren ook de beperkte financiële<br />
draagkracht van de <strong>gemeente</strong>, de hoge eisen van van<br />
der laan ten aanzien van representatieve architectuur<br />
en het ongestructureerde <strong>gemeente</strong>lijke beleid van grote<br />
invloed op de trage voortgang van de herbouw van de<br />
binnenstad. in 1953 - vijf jaar na de goedkeuring van<br />
het wederopbouwplan <strong>Eindhoven</strong> - was de demer nog<br />
maar deels bebouwd. Een pleidooi vanuit de belangrijkste<br />
particuliere belangengroep, de middenstanders, om<br />
de randvoorwaarden voor herbouw te versoepelen en<br />
daarmee meer werkbaar te maken, kreeg gehoor. om<br />
verdere financiële schade voor deze groep te voorkomen<br />
en om de bouw te versnellen, werd voor het volgende<br />
wederopbouwproject – de hermanus Boexstraat – een<br />
andere werkwijze ontwikkeld. ondertussen ging de bouw<br />
van de panden aan de demer gestaag door tot het laatste<br />
pand, demer nr. 47 van Frans korteweg in 1956 werd<br />
voltooid.<br />
de winkelwoningcomplexen aan de oost- en westzijde van<br />
de demer zijn gebouwd in de periode 1950-1956 en zijn<br />
hoofdzakelijk ontworpen door architecten uit <strong>Eindhoven</strong>.<br />
Er hebben echter vier architecten buiten <strong>Eindhoven</strong> aan<br />
een ontwerp gewerkt, namelijk uit rotterdam (coors),<br />
amsterdam (de Bruin), waalre (perquin) en Breda (Bokdijk).<br />
het stedenbouwkundig plan van de demer is onderdeel van<br />
het Basisplan voor de wederopbouw uit 1948 (gewijzigd<br />
in 1948 en 1953) en kenmerkt zich door een regelmatige<br />
stEEnhuismEurs 79