advies - ACVZ

2. het document wordt per aangetekende post verzonden naar een door de vreemdeling
gekozen onafhankelijke deskundige waar het onderzoek kan plaatsvinden
onder de voorwaarde dat het bewuste document na onderzoek aangetekend wordt
teruggezonden naar BDOC.
Volgens BDOC hebben uitgevoerde contra-expertises nog nooit tot een weerlegging
van zijn conclusies geleid. 88
Evenals bij de taalanalyse geldt bij het documentenonderzoek dat de vreemdeling binnen
maximaal zes maanden een contra-expertise kan laten uitvoeren door een zelfgekozen
onafhankelijke deskundige en dat de vreemdeling op deze mogelijkheid dient
te worden gewezen wanneer hij wordt ingelicht over de beslissing van de IND om een
onderzoek te starten.
Ook hier geldt dat de termijn van zes maanden direct begint na de verzending van het
voornemen, mits de vreemdeling binnen twee weken na verzending van het voornemen
aan de IND heeft gemeld dat een contra-expertise zal worden uitgevoerd. Wanneer
de vreemdeling of zijn gemachtigde na ontvangst van het voornemen aanvoert
meer tijd nodig te hebben om te melden dat een contra-expertise uitgevoerd gaat worden,
geldt, net als bij de taalanalyse, als uitgangspunt dat geen uitstel wordt verleend en
dat de IND een beslissing neemt.
Als na zes maanden de resultaten van de contra-expertise niet door de IND zijn ontvangen,
wordt op de aanvraag beslist. Wanneer de resultaten van een contra-expertise
hangende beroep worden ingebracht, betrekt de IND deze resultaten in beginsel bij
het verweer. Ook kan de contra-expertise de IND aanleiding geven om hangende het
beroep de aanvraag alsnog in te willigen.
Volgens Werkinstructie nr. 2010/10 is een documentenonderzoek van BDOC in
beginsel geen extern onderzoek in de zin van artikel 42 lid 4 Vw 2000 (zie C16/1 Vc
2000). Dit betekent dat afdeling 3.3. Abw niet van toepassing is (zie par. 2.2.2). Dit
wordt volgens de werkinstructie anders indien BDOC een (vervolg)onderzoek uitbesteedt
aan bijvoorbeeld het ministerie van Buitenlandse Zaken.
3.4 individuele ambtsberichten
Bij twijfel over het herkomstland of het asielrelaas van een vreemdeling kan de IND, in
de regel een medewerker van de Klantdirectie Asiel (KDA), het ministerie van Buitenlandse
Zaken (BZ) verzoeken om een individueel ambtsbericht (IAB) op te stellen. Een
IAB bevat landinhoudelijke onderzoeksvragen van de IND die betrekking hebben op
feiten en omstandigheden die een individuele asielzoeker in zijn asielrelaas aanvoert.
BZ gaat in het betreffende land na of deze feiten en omstandigheden kloppen en legt de
bevindingen neer in een IAB.
Het verzoek van de IND om een IAB wordt via een landenspecialist van BLT voorgelegd
aan BZ. BLT stuurt de aanvraag door naar BZ als de landenspecialist van BLT van
oordeel is dat in de betreffende individuele zaak een IAB zinvol kan zijn en of de vragen
naar de inschatting van de landenspecialist onderzocht kunnen worden.
88 Volgens cijfers van BDOC bedraagt het aantal tegen BDOC uitgevoerde contra-expertises, gerekend over 2011 tot mei
2012, in totaal 74 zaken.
ac v z - juli 201 2 37 expert ise getoetst