maart 2010 - 1 - - De Rode Leeuw
maart 2010 - 1 - - De Rode Leeuw
maart 2010 - 1 - - De Rode Leeuw
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Doofgeknald, uitgeklapperd, opgeblazen (te veel<br />
gekruid Chinees voedsel waarschijnlijk) en nu volledig<br />
overtuigd van het bestaan van het Jaar van de Tijger<br />
wankelde <strong>De</strong> Lange Man de stamkroeg binnen, op zoek<br />
naar iets wat hij ook niet precies kon omschrijven maar<br />
dat in de buurt kwam van een vuurwerkloze haven, misschien<br />
een Westers eilandje waar het nieuwjaar al twee<br />
maanden oud was en waar hij geen rode onderbroek<br />
aanmoest om de Goden mild te stemmen.<br />
<strong>De</strong> Kasteleinse stond in een tijgerpakje achter de met<br />
rode lampions opgetuigde bar. Het vel spande zodanig<br />
over haar volopteuze vormen dat <strong>De</strong> Lange Man een<br />
explosie vreesde en toen hij een koffie bestelde gromde<br />
zij als een tijger en boog zich over de Senseo, waarop<br />
<strong>De</strong> Lange Man zijn ogen sloot. Toen hij zich uiteindelijk<br />
aan de bar achter zijn koffie nestelde zag hij vanuit zijn<br />
ooghoeken <strong>De</strong> Kleine Filosoof dichterbij scharrelen, als<br />
een krab op zoek naar voedsel.<br />
“Geen vakantieplannen, dus?” kraaide <strong>De</strong> Kleine<br />
Filosoof. “Hier in de grote stad, genietend van het<br />
nieuwe jaar?” <strong>De</strong> Lange Man schokschouderde, alsof hij<br />
roos had, maar <strong>De</strong> Kleine Filosoof liet zich niet zomaar<br />
wegjagen. “Heb net een boek gelezen.” trompetterde<br />
hij. “Je zou het moeten lezen. Erg goed. “<br />
<strong>De</strong> Lange Man overdacht waarom hij <strong>De</strong> Kleine Filosoof<br />
deze naam had gegeven. Natuurlijk, hij kwam niet ver<br />
boven <strong>De</strong> Lange Mans navel, maar er was ook iets met<br />
het denkraam dat de naam rechtvaardigde. <strong>De</strong> Kleine<br />
Filosoof had de gewoonte zijn uitgelezen boeken in de<br />
bar achter te laten, waarop <strong>De</strong> Kasteleinse deze plichtsgetrouw<br />
plaatste tussen de Baileys en de Jameson, voor<br />
iedereen die maar wilde lezen. Maar toen op een dag<br />
The History of Western Philosophy van Betrand Russell<br />
verscheen, met een ongebroken rug, kon <strong>De</strong> Lange Man<br />
het niet nalaten op te merken dat dit een ongelezen boek<br />
was, hetgeen <strong>De</strong> Kleine Filosoof haastig verklaarde door<br />
te zeggen dat hij nog een exemplaar thuis had.<br />
<strong>De</strong> Lange Man nam dus een flinke slok hete koffie,<br />
spoelde deze langs zijn kiezen, boog het hoofd en vroeg,<br />
met de stem van een lam ter slachtbank: “Welk boek?”<br />
<strong>De</strong> Kleine Filosoof zag dat hij zijn slachtoffer in zijn<br />
de lange man<br />
Lange Man, leek hij op een duiveltje, juist zo eentje die<br />
ze buiten met hun duizendklappers probeerden uit te<br />
bannen, “ over bonen pellen.”<br />
Er ging bij <strong>De</strong> Lange Man een lichtje op, een klein maar<br />
niet onbescheiden peertje. “ Ah!” Hij pauzeerde even<br />
voor het juiste effect, leunde even terug, alsof hij iets<br />
heerlijks wegsnoepte, staarde even in de verte en zei, zo<br />
dromerig als hij kon opbrengen : “Wieslaw Mysliwski.”<br />
<strong>De</strong> daarop volgende minuut wilde <strong>De</strong> Lange Man bijschrijven<br />
in zijn Hemels opschrijfboekje: het boekje<br />
dat hij uiteindelijk aan de hemelpoort zou overhandigen<br />
aan Sint Pieter als bewijs van zijn waardig leven in het<br />
aardse slijk.<br />
<strong>De</strong> Kleine Filosoof leek aan de grond gespijkerd,<br />
zijn mond leek de laadklep van een vuilniswagen op<br />
maandagmorgen en <strong>De</strong> Lange Man kon een satanische<br />
glimlach niet onderdrukken. “Je bedoelt: ‘Over het doppen<br />
van bonen’?” duwde hij het zinkend sloepje van <strong>De</strong><br />
Kleine Filosoof iets verder onder water.<br />
“Juist,” hapte <strong>De</strong> Kleine Filosoof naar lucht en <strong>De</strong><br />
Lange Man haatte zichzelf voor het plezier dat hij had<br />
bij het zien van de verdrinkingsverschijnselen van <strong>De</strong><br />
Kleine Filsoof.<br />
“Briljant boek,” frivoolde <strong>De</strong> Lange Man verder, terwijl<br />
hij de Kasteleinse wenkte voor een triomfantelijke<br />
Baileys om zijn koffie gezelschap te houden, “over<br />
het platteland, hoeden, vakmanschap, de saxofoon,<br />
over de oorlog, over na de oorlog, over het bos (waar<br />
‘de graven’ zijn), over de werking van het geheugen,<br />
over expres vergeten, over de liefde, over drank, over<br />
identiteit of de illusie daarvan. Vooral die scene met de<br />
hoedenmaker en de electricien, die is onvergetelijk.”<br />
Het had vooraf onmogelijk geleken, maar <strong>De</strong> Kleine<br />
Filosoof was gekrompen tot onder de knieschijven van<br />
<strong>De</strong> Lange Man. “Zover ben ik nog niet”, mompelde <strong>De</strong><br />
Kleine Filosoof en verliet de kroeg zonder groeten. <strong>De</strong><br />
Kasteleinse bekeek de situatie met getuite lippen. “Echt<br />
gelezen?” vroeg zij, terwijl ze de Baileys voor <strong>De</strong> Lange<br />
Man plaatste. <strong>De</strong> Lange Man grijnsde. “Nee. “ Hij nam<br />
een teugje Baileys. “Maar het internet doet wonderen. “<br />
scharen had, en kroop dichterbij. “Het gaat…”, fluisterde<br />
hij en in het licht van de rode lampions, vond <strong>De</strong><br />
<strong>De</strong> Lange Man<br />
<strong>maart</strong> <strong>2010</strong> - 27 -