23.09.2013 Views

blok 6 - ThiemeMeulenhoff

blok 6 - ThiemeMeulenhoff

blok 6 - ThiemeMeulenhoff

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

40<br />

Lesverloop van les 18<br />

C1 Reken uit.<br />

Blok 6 Les 18 en 19<br />

Rekenen met geld en oppervlakte, schatten en afronden<br />

Bekijk samen opgave 1 in het leerlingenboek en lees de bovenste advertentie. Uit wat voor<br />

soort folders komen deze advertenties? (bouwmarktfolders) Laat enkele folders zien. Wie weet<br />

wat een isolatiedeken is en waarom bouwvakkers die op het dak leggen? (energiebesparing) Hoe<br />

is een isolatiedeken verpakt? (in rollen) Wat betekent 660 × 60 × 8 cm? (De lengte × de breedte<br />

× de dikte.) Hoe leg je de rollen op het dak? (in de lengte) Laat de kinderen even in groepjes<br />

tekenen en berekenen hoeveel rollen er nodig zijn en wat de kosten zijn. Benadruk dat ze niet<br />

meteen moeten gaan rekenen, maar eerst met elkaar moeten overleggen hoe ze het gaan<br />

aanpakken. (Ongeveer 1 rol in de lengte en 9 in de breedte (5,40 m) kost ongeveer 150 euro.)<br />

Welke gegevens worden niet gebruikt? (De dikte en de isolatiewaarde.)<br />

Lees vervolgens samen de tweede advertentie. Wat betekent ‘750 ml is geschikt voor 12 m 2 ’?<br />

Waarom schrijven die bouwmarkten nooit ‘redelijk’ dekkende verf? Laat de kinderen proberen<br />

opgave b weer eerst in groepjes te maken. Wijs erop dat ze moeten weten wat de oppervlakte<br />

van een deur is. Laat enkele kinderen dat opmeten. Vraag na een poosje hoe ze deze<br />

opgave hebben aangepakt. Hebben ze royaal verf gekocht (naar boven afgerond)? Wat was<br />

de oppervlakte van een deur? Zet de breedte en de hoogte op het bord en reken samen de<br />

oppervlakte uit. Rond de oppervlakte af op 2 m 2 . Hoeveel deurkanten? (10) Hoeveel m 2 moet<br />

er geverfd worden? (20) Van elke soort verf zijn twee blikken nodig. Wat kost dat ongeveer? (30<br />

euro) Maak een onderscheid tussen rekenen met ronde getallen en rekenen met hele getallen.<br />

C2 Reken uit hoeveel het ongeveer is.<br />

Rekenen met (afge)ronde getallen<br />

Vertel de kinderen dat het bij schatten gaat om naar boven of beneden afronden en dan<br />

optellen. Er moet even vaak naar boven als naar beneden worden afgerond. Doen ze dat<br />

niet, dan kunnen ze er wel eens goed naast zitten met hun schatting. Stel de volgende som<br />

ter discussie: 49 + 25 + 73 + 99 m 2 =. Hoe ga je 73 afronden? (Om handig te rekenen, moet je<br />

naar 75 afronden, maar om zuiver te rekenen naar 70.) Laat de sommen zelfstandig maken<br />

en bespreek de gemaakte schattingen samen.<br />

C3 Reken uit.<br />

Rekenen met geld en oppervlakte, schatten en afronden<br />

Vertel dat als je wilt weten wat ongeveer de uitkomst van een som is, je altijd uitgaat van<br />

ronde getallen en dat je afrondt op vijfvouden. Laat de kinderen nu eerst zelf met deze opgave<br />

aan de slag gaan. Bespreek de antwoorden samen. Wat leverde het ‘ongeveer-rekenen’ hier<br />

op? 150 + 30 + 32 ≈ 210 euro. Wie heeft alles precies uitgerekend?

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!