FBPNUMI1_1213_LiLu OO Code Bachelorproef – Keuze 1 Internationale module FBPNUMI1 Algemene visie The participants will have enlarged their view on and their competencies in applied nuclear physics, nuclear measurement and radiation protection in a more practical environment and in a much broader field than usually associated with nuclear energy alone. Begincompetenties Situering in het curriculum / Volgtijdelijkheid Relatie met onderzoek Relatie met werkveld De student heeft de volgende competenties onder de knie zoals beschreven in het opleidingsonderdelen uit: 1ABA: onderzoek en communicatie 1, chemie 1, 2ABA : onderzoek en communicatie 2, project in nucleaire en milieu ingenieurswetenschappen, chemie 2, organische chemie, klassieke analytische chemie, introductie in nucleaire en milieu ingenieurswetenschappen (partim nucleair), introductie in nucleaire en milieu ingenieurswetenschappen (partim milieu) De bachelorproef is een belangrijke component binnen de ingenieursopleiding. De student zal zelf zelfstandig een bepaalde probleemstelling zal moeten uitvoeren door toepassing van aangeleerde onderzoeksmethodieken. De bachelorproef vormt verder een belangrijke link naar de de Masterproef (of elk projectmatig vak) en internationale toegepaste communicatie 2 in de master. Voor de plaatsing van het vak is bewust gekozen voor 3 aba, semester 2. De student(e) heeft op dit ogenblik reeds een ruimer algemeen projectwerk uitgevoerd en een basis aan communicatieve vaardigheden in Engels en Frans verworven in het opleidingsonderdeel FOCO1 in 1aba en FOCO2 in 2aba en kan door reflectie hierop nog heel wat bijleren op projectmatig, technisch-inhoudelijk vlak en op het gebied van anderstalige communicatie in FOCO2, semester 2. Deze proef is een afsluiting van hun driejarige academische bacheloropleiding. In dit opleidingsonderdeel zal de student onderzoek doen in een bedrijf- of onderzoeksomgeving met de ondersteuning van zijn interne promotor, externe promotor en de coördinator van de bachelorproef. De inhoud van dit opleidingsonderdeel draagt bij tot de algemene ingenieursvorming, de onderzoekende houding en de communicatieve vaardigheden van de studenten en wordt uitgevoerd in een onderzoek- of bedrijfsomgeving. Aanvullende info Uitgezonderd de aanvullende opdracht wordt Ximer uitsluitend in het Engels onderwezen.
FBPNUMI2_1213_VaKe_LiLu OO Code Bachelorproef – Keuze 2 FBPNUMI2 Coördinator Vanreppelen Kenny (VaKe) – Luc Lievens (LiLu) Lesgever(s) Vanreppelen Kenny (VaKe), interne promotoren Opleidingsfase 3 ABA ECTS-punten 7 Tot.: 196 u KO: 6 u BKV: 57 u ZS: 133 u Niveau Uitdiepend Competenties Nummers verwijzen naar de deelcompetenties (zie competentiematrix in deel 1 van de studiegids) Beoordelingscriteria Codes verwijzen naar de decretale competenties (zie verklarende lijst in deel 1 van de studiegids) Nummers verwijzen naar de deelcompetenties (zie competentiematrix in deel 1 van de studiegids) Inhoud Werkvorm Studiemateriaal Examenvorm 1 ste examenkans 2 de examenkans De student: 1 Beschikt over een ruime, veelzijdige, wetenschappelijke en technologische basiskennis die hij gericht kan toepassen 1.1,1.2,1.3,1.4, 1.5, 1.6, 1.7 2 Beschikt over praktische vaardigheden 2.1, 2.2, 2.3, 2.4 3 Beschikt over communicatievaardigheden 3.1, 3.2, 3.3, 3.4, 3.5, 3.6 4 Beschikt over algemene beroepsattitudes 4.1,4.2, 4.3, 4.4, 4.5,4.6,4.7, 4.8, 4.9, 4.11, 4.12 6 Beschikt over elementaire onderzoekscompetenties en kan onder begeleiding probleemgericht en projectmatig handelen 6.1, 6.2, 6.3, 6.4, 6.5, 6.6, 6.7 7 Bezit vakdisciplinaire basisvaardigheden in de nucleaire <strong>technologie</strong> (afhankelijk van het gekozen project) 8 Bezit vakdisciplinaire basisvaardigheden in de milieu<strong>technologie</strong> (afhankelijk van het gekozen project) De student: - is vertrouwd met de algemene principes en methodes van het wetenschappelijk denken 1.1,1.2,1.3,1.4,1.5,1.6,1.7,WC1,AC1,AC2,AWC4,AWC1,AWC13 - kan een probleemstelling formuleren 6.1, AC1 - kan een onderzoeksproject binnen het eigen vakgebied uitvoeren 2.1,2.2,2.3,2.4,4.5,4.8,AWC4,BC8, BC7 - is in staat relevante informatie te verzamelen 3.5,6.3,AC6,AC2 - kan theoretische en methodologische kennis creatief en systematisch toepassen voor het oplossen van concrete problemen 4.2,4.8,6.5,6.6,AC1,BC7,AC10,AWC2,AWC4 - is zich bewust van onzekerheden en grenzen van kennis en eigen mogelijkheden 1.1,4.1,4.4,6.4,WC1,AC2,AC7,AC7,AWC1 - kan in teamverband werken en verantwoordelijkheden opnemen 4.6,4.9,4.12,AC5,BC1,AWC3 - kan projectmatig werken : tijdsplanning respecteren, afspraken nakomen, voorbereiding overlegmomenten, rapporteringen,… 3.1,3.2,3.3,3.4,3.6,4.7,6.2,6.7,AC6,AC5,BC9,AWC4,AWC1 - is in staat om het systematisch bijhouden van een portfolio over de uitgevoerde taken en werkzaamheden 4.3,4.11,AWC4,BC5 - heeft kennis van vakdisciplinaire basisvaardigheden in de nucleair <strong>technologie</strong> en milieu<strong>technologie</strong> 7 of 8 De studenten in de industriële wetenschappen worden in het laatste jaar van de bacheloropleiding geconfronteerd met het opleidingsonderdeel bachelorproef. Via een stage (3 weken) kunnen de studenten zo proeven van de dagelijkse beroepspraktijk. De stage heeft enerzijds als doel een contact te leggen met de bedrijfsrealiteit. Anderzijds zullen de werkzaamheden tijdens de stageperiode een belangrijke bijdrage leveren tot de vorming van de industrieel ingenieur. Dit trachten we te bereiken door de studenten binnen een bedrijfs- of kennisomgeving en onder professionele begeleiding een afgebakend project te laten realiseren. De studenten krijgen de tijd om vanaf begin januari tot begin maart een duidelijk beeld te krijgen van de stageplaats en om al een grondige theoretische studie te maken alvorens te beginnen met de praktische stage. Tijdens de stage is het de bedoeling dat de student, vertrekkende vanuit een bepaalde onderzoeksvraag (binnen een bedrijfscontext of in een ingenieurscontext binnen een wetenschappelijke onderzoeksinstelling) zelfstandig, maar onder begeleiding naar oplossingen zoekt. De evaluatie van de bachelorproef gebeurt aan de hand van een mondelinge voordracht van hun project, het geleverde werk op de stageplaats en een schriftelijk rapport. De stage: De stage bestaat uit 15 dagen doorbrengen op de werkvloer. Tijdens deze stage is het de bedoeling dat de student kan aantonen zelfstandig te werken en zijn voortgang op gepaste tijdstippen rapporteert aan zijn promotoren. De paper: De rapportering van de stage gebeurt in de vorm van een paper. Richtlijnen i.v.m. opmaak en inhoud worden op het elektronische leerplatform geplaatst. De Presentatie: De student geeft een beknopte presentatie voor een jury bestaande uit docenten en promotoren. Bedrijfsinfo: diverse bedrijfsinformatie kan aangeboden worden door het bedrijf of de organisatie Vakliteratuur: literatuur in boeken, tijdschriften, internet,... is ter beschikking in de bibliotheken op de campus. 100% PE (Stageperiode bedraagt 15 aaneengesloten werkdagen. De deadlines van indiening en mondeling presentatie worden opgelegd door de coördinator FBPNUMI2.) Verdeling: 1/3 stage, 1/3 paper, 1/3 presentatie Geen evaluatie na semester 1; eindbeoordeling na semester 2. 100% PE (Stageperiode bedraagt 15 aaneengesloten werkdagen in juli. De deadlines van indiening en mondeling presentatie worden opgelegd door de coördinator FBPNUMI2.) Verdeling: 1/3 stage, 1/3 paper, 1/3 presentatie