24.09.2013 Views

Haaksbergen, het Jeruzalem van Twente - Historische Kring ...

Haaksbergen, het Jeruzalem van Twente - Historische Kring ...

Haaksbergen, het Jeruzalem van Twente - Historische Kring ...

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Inhoudsopgave<br />

Voorwoord<br />

St.-Pancratiuskerk <strong>Haaksbergen</strong><br />

Synagoge <strong>Haaksbergen</strong><br />

Hervormde kerk <strong>Haaksbergen</strong><br />

Hervormde kerk Buurse<br />

Sluymer<br />

St.-Isidoruskerk St.-Isidorushoeve<br />

H. Bonifatius en Gezellen<br />

<strong>Haaksbergen</strong>-Veldmaat<br />

H. Maria Praesentatie Buurse<br />

Gereformeerde Maranathakerk <strong>Haaksbergen</strong><br />

Onze Lieve Vrouw <strong>van</strong> Lourdes<br />

<strong>Haaksbergen</strong><br />

Ertugrul Gazi Camii (moskee) <strong>Haaksbergen</strong><br />

Tenslotte<br />

Over de auteur<br />

Het auteursrecht voor de tekstinhoud berust bij de auteur. Overnemen <strong>van</strong> teksten of<br />

delen daar<strong>van</strong> is uitsluitend toegestaan met schriftelijke toestemming <strong>van</strong> de auteur.<br />

Het is geoorloofd gegevens te gebruiken in andere artikelen mits daarbij de bron<br />

duidelijk en nauwkeurig wordt vermeld.<br />

September 2005<br />

3<br />

4<br />

6<br />

8<br />

10<br />

12<br />

14<br />

16<br />

18<br />

20<br />

22<br />

24<br />

26<br />

27


Voorwoord<br />

Het thema <strong>van</strong> de Open Monumentendag<br />

2005 "Religieus erfgoed" heeft ons geïnspireerd<br />

tot <strong>het</strong> samenstellen <strong>van</strong> deze<br />

eenvoudige uitgave over de<br />

architectuur <strong>van</strong> de tien gebedshuizen in<br />

de gemeente <strong>Haaksbergen</strong>. Kerkgebouwen<br />

zijn in onze steden en dorpen vaak de laatste<br />

restanten uit vervlogen tijden; veel andere<br />

gebouwen zijn door de dynamiek <strong>van</strong> onze<br />

cultuur al lang verdwenen. Een kerkgebouw is<br />

door zijn architectuur en door zijn interieur<br />

"cultuurdrager". Het is niet voor niets dat<br />

menigeen tijdens de vakantie heel graag even<br />

een kerkje binnen glipt om de bijzondere sfeer<br />

en een stukje geschiedenis te ervaren.<br />

Wat eigenaardig dat we dat in ons eigen dorp<br />

nauwelijks doen!<br />

Dit boekje is een stimulans om onze eigen<br />

kerkgebouwen eens met andere ogen te<br />

bekijken ..... en dan wel met de ogen <strong>van</strong> een<br />

bouwkundige.<br />

De religieuze architectuur heeft wortels, die<br />

reiken tot in de Middeleeuwen en de Oudheid.<br />

De schrijver <strong>van</strong> dit boekwerkje, kunsthistoricus<br />

Zeno Kolks, vertelt ons op een zeer<br />

deskundige wijze over de inspiratiebronnen <strong>van</strong><br />

de architecten en over <strong>het</strong> vakmanschap <strong>van</strong> de<br />

bouwers. Het is daarom onvermijdelijk, dat er<br />

regelmatig vaktermen gebruikt worden, die niet<br />

ogenblikkelijk duidelijk zijn. Foto's en<br />

tekeningen zullen een bijdrage leveren om de<br />

tekst te verduidelijken. De uitgave is in eerste<br />

instantie geen "leesboek", maar een gids om<br />

kerkgebouwen beter te begrijpen.<br />

"<strong>Haaksbergen</strong>, <strong>het</strong> <strong>Jeruzalem</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>"<br />

De titel geeft aan dat de gemeente <strong>Haaksbergen</strong><br />

trots mag zijn op een zeer gevarieerd religieus<br />

architectuurbezit.<br />

Wij bezitten een "Moederkerk" uit de<br />

Middeleeuwen, die later in een Neo-Gothisch<br />

jasje gestoken werd: de Pancratius.<br />

De synagoge is één <strong>van</strong> de laatste originele<br />

dorpssynagoges <strong>van</strong> Nederland.<br />

De drie Protestantse kerken zijn alle totaal<br />

verschillend <strong>van</strong> architectuur, hoewel duidelijk<br />

passend in de Protestantse kerkarchitectuur.<br />

De drie dorpskerken in St.-Isidorushoeve,<br />

Buurse en de Veldmaat zijn alle drie ontworpen<br />

door Johan Sluymer sr., een architect die, zoals<br />

destijds gebruikelijk, zijn inspiratie vond in de<br />

Middeleeuwse vormenleer.<br />

De zogenaamde "nieuwe kerk" (de<br />

Lourdes-kerk) is één <strong>van</strong> de laatste na-oorlogse<br />

kerken in Nederland, die gebouwd werd in een<br />

oerdege-lijke traditionele stijl.<br />

Tenslotte <strong>het</strong> meest recente kerkgebouw <strong>van</strong><br />

<strong>Haaksbergen</strong>, de moskee: een gebouw in een<br />

Oosterse architectuur, dat ondanks zijn afwijkende<br />

vormen harmonieert met zijn omgeving.<br />

In de dorpskern <strong>van</strong> <strong>Haaksbergen</strong> hebben<br />

drie wereldgodsdiensten op een afstand <strong>van</strong><br />

nog geen 100 nieter hun gebedshuizen.<br />

"<strong>Haaksbergen</strong>, <strong>het</strong> <strong>Jeruzalem</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>"<br />

De werkgroep Monumenten en Archeologie<br />

(<strong>Historische</strong> <strong>Kring</strong> <strong>Haaksbergen</strong>) September<br />

2005 Clemens Wentink Fons Roerink


St.-Pancratiuskerk <strong>Haaksbergen</strong><br />

(begin 16de eeuw, 1565 maar vooral 1887-1888)<br />

Tot ver in de 20ste eeuw was er in<br />

<strong>Haaksbergen</strong> maar één katholieke kerk: de<br />

St.-Pancratiuskerk op de Markt. Deze in oorsprong<br />

middeleeuwse kerk was overigens<br />

<strong>van</strong>af 1630 tot 1810 in gebruik bij de<br />

Protestanten.<br />

In de middeleeuwen was <strong>het</strong> gebruikelijk, dat<br />

een kerk werd omgeven door een begraafplaats:<br />

<strong>het</strong> kerkhof. Daarom stond deze ook<br />

vrij, zoals in <strong>Haaksbergen</strong> nog steeds <strong>het</strong><br />

geval is.<br />

De kerk is georiënteerd, dat wil zeggen met<br />

<strong>het</strong> priesterkoor naar <strong>het</strong> oosten (richting Jhr.<br />

von Heij denstraat) gericht. Eeuwenlang<br />

sprak de priester tijdens kerkelijke vieringen<br />

de vaste gebeden in die richting uit. De<br />

oriëntatie is voortgekomen uit een nog<br />

vóórchristelijke lichtsymboliek, waarbij <strong>het</strong><br />

oosten werd beschouwd als de windrichting<br />

<strong>van</strong> <strong>het</strong> goede, <strong>het</strong> licht en <strong>het</strong> leven.<br />

Bovendien had Jezus zichzelf <strong>het</strong> licht <strong>van</strong> de<br />

wereld genoemd (Joh. 8, 12) en werd hij vergeleken<br />

met de opgaande zon. Al omstreeks<br />

1200 - dus ver vóór <strong>het</strong> begin <strong>van</strong> de<br />

Reformatie - moet er op deze plaats een<br />

kerkje hebben gestaan, dat naar alle waarschijnlijkheid<br />

<strong>van</strong> zandsteen was opgetrokken,<br />

stenen gewelven heeft gehad en was<br />

voorzien <strong>van</strong> een halfronde koorsluiting (al<br />

deze verschijnselen waren destijds niet gangbaar).<br />

Gedurende drie eeuwen heeft men dit<br />

kerkje en zijn opvolger uit <strong>het</strong> begin <strong>van</strong> de<br />

16de eeuw onderdeel voor onderdeel afgebroken<br />

en ver<strong>van</strong>gen door nieuwbouw, die<br />

telkens een grotere om<strong>van</strong>g kreeg. Ten gevolge<br />

<strong>van</strong> deze verbouwingen is <strong>van</strong> de laatmiddeleeuwse<br />

kerk weinig overgebleven. Uit deze<br />

periode resteren thans alleen nog <strong>het</strong><br />

zuider-zijschip (begin 16de eeuw en 1520)<br />

en de toren (1565 e.v.). Zij zijn in de jaren<br />

1887-<br />

1888 geïncorporeerd in een om<strong>van</strong>grijke uitbreiding.<br />

Oud en nieuw zijn opgetrokken in<br />

Gotische stijl. De toren is een laat voorbeeld<br />

<strong>van</strong> deze stijl, gebouwd in een tijd dat deze al<br />

uit de mode was.<br />

Door verwoestingen (1584, ca. 1600) en<br />

natuurrampen (1703, 1763, 1836) is <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

oude kerkgedeelte niet veel meer dan (een<br />

gedeelte <strong>van</strong>) de muren origineel. Sinds de<br />

laatste restauratie <strong>van</strong> de jaren 1974-1976,<br />

toen de pleisterlaag op de binnenmuren is<br />

verwijderd, kan men aan de hand <strong>van</strong> moe<br />

ten (afdrukken) in de zuidmuur constateren,<br />

dat <strong>het</strong> beloop <strong>van</strong> de oorspronkelijke gewelf-<br />

kappen anders is geweest dan <strong>het</strong> huidige.<br />

Ook zetten de oorspron- u<br />

kelijke gewelven 70 tot 90<br />

cm lager aan dan de<br />

tegenwoordige. De oude<br />

bestonden voor zover<br />

valt na te gaan al in<br />

1836 niet meer. Tijdens de<br />

verbouwing <strong>van</strong><br />

1887-1888 is <strong>het</strong> aantal<br />

kerkschepen uitgebreid<br />

<strong>van</strong> twee naar drie. De<br />

zijschepen zijn iets smaller<br />

en lager dan <strong>het</strong><br />

hoofdschip. Opmerkelijk<br />

is dat de zuilen tussen de<br />

schepen geen kapitelen<br />

(kopstukken) bezitten. De<br />

in de jaren 1887-1888<br />

aangebrachte gewelven<br />

behoren in de regel tot <strong>het</strong><br />

destijds gebruikelijke type<br />

<strong>van</strong> <strong>het</strong> kruisribgewelf<br />

(gewelf met diagonaal<br />

lopende stenen


stroken tegen de onderzijde <strong>van</strong> <strong>het</strong> gewelf).<br />

Het zijportaal aan de zijde <strong>van</strong> <strong>het</strong> raadhuis<br />

en de aansluitende kapel worden echter<br />

overkluisd door stergewelven (gewelven in<br />

de vorm <strong>van</strong> een ster). De<br />

architect <strong>van</strong> de verbouwing<br />

<strong>van</strong><br />

1887-1888, A. Tepe, was<br />

een groot propagandist<br />

<strong>van</strong> <strong>het</strong> gebruik <strong>van</strong> baksteen<br />

in de kerkbouw.<br />

Desondanks heeft hij, in aansluiting aan de<br />

bewaard gebleven middeleeuwse delen <strong>van</strong> de<br />

kerk die zijn uitgevoerd in zogenaamde<br />

Bentheimer zandsteen, ook de nieuwe delen<br />

in dit bouwmateriaal laten uitvoeren.<br />

Bentheimer zandsteen is afkomstig uit <strong>het</strong><br />

graafschap Bentheim (even over de grens bij<br />

Oldenzaal), waar <strong>het</strong> miljoenen jaren geleden<br />

is geformeerd. De steen werd gedolven in<br />

Gildehaus (nog steeds !) en Bad Bentheim.<br />

Hij is geelachtig wit <strong>van</strong> kleur, maar wordt na<br />

verloop <strong>van</strong> tijd blauwzwart door verwering.<br />

Het gewicht bedraagt twee tot tweeënhalf<br />

keer zoveel als dat <strong>van</strong> een gelijke hoeveelheid<br />

water. De meeste middeleeuwse kerken in <strong>het</strong><br />

oosten <strong>van</strong> Twen te zijn <strong>van</strong> Bentheimer zand-<br />

steen gebouwd. Voor wat de kerkbouw uit de<br />

middeleeuwen betreft is de toren <strong>van</strong><br />

<strong>Haaksbergen</strong> één <strong>van</strong> de laatste voorbeelden.<br />

Toch is dit bouwsel niet helemaal <strong>van</strong><br />

Bentheimer zandsteen opgetrokken. Vanaf<br />

een bepaalde hoogte bestaan de<br />

binnenmuren <strong>van</strong> de toren namelijk uit rode<br />

baksteen. Deze baksteen lijkt oorspronkelijk,<br />

in tegenstelling tot de gesausde baksteen<br />

binnenwerks in de zuidgevel, die bij<br />

herstellingen in latere eeuwen moet zijn<br />

aangebracht.<br />

Bijzonderheden: Deze kerk is de oudste,<br />

nog bestaande <strong>van</strong> <strong>Haaksbergen</strong>. Toch gaat<br />

de ouderdom <strong>van</strong> de meeste onderdelen niet<br />

meer terug tot de middeleeuwen, omdat <strong>het</strong><br />

gebouw aan <strong>het</strong> einde <strong>van</strong> de 19de eeuw een<br />

ingrijpende restauratie en een om<strong>van</strong>grijke<br />

uitbreiding heeft ondergaan. Desondanks is<br />

men <strong>het</strong> in de middeleeuwen gebruikte<br />

bouwmateriaal, Bentheimer zandsteen, ook<br />

bij de uitbreiding trouw gebleven. Daarom is<br />

de kerk <strong>het</strong> meest zuidelijke voorbeeld in<br />

Nederland <strong>van</strong> een vrijwel volledig in zandsteen<br />

uitgevoerd bedehuis.


Synagoge <strong>Haaksbergen</strong> (1828)<br />

Het nationale heiligdom <strong>van</strong> <strong>het</strong> Joodse volk<br />

was de Tempel in <strong>Jeruzalem</strong>, die in <strong>het</strong> jaar<br />

70 na Chr. is verwoest en nooit meer herbouwd.<br />

Lokale Joodse gemeenschappen<br />

komen bijeen in een synagoge, waar niet<br />

alleen erediensten worden gehouden, maar<br />

ook uit de Joodse geschriften wordt geleerd.<br />

Bij bepaalde gebeden tijdens de dienst staan<br />

de aanwezigen - zo mogelijk - in de richting<br />

<strong>van</strong> <strong>Jeruzalem</strong>. Daarom wordt een synagoge<br />

met haar as bij voorkeur in de richting <strong>van</strong> de<br />

verdwenen Tempel in deze stad gericht. Dat<br />

is ook in <strong>Haaksbergen</strong>, waar <strong>het</strong> gebouw<br />

dateert uit <strong>het</strong> jaar 1828, min of meer <strong>het</strong><br />

geval.<br />

De inrichting <strong>van</strong> een synagoge is grotendeels<br />

een afspiegeling <strong>van</strong> die <strong>van</strong> de Tempel.<br />

Tegen de achtermuur (die in <strong>Haaksbergen</strong><br />

geheel blind is) staat - als voortzetting <strong>van</strong> de<br />

Ark <strong>van</strong> <strong>het</strong> Verbond - de Heilige Ark, waarin<br />

de Wetsrollen met toebehoren worden<br />

bewaard. De tekst op deze rollen, die <strong>het</strong><br />

middelpunt <strong>van</strong> de Joodse eredienst vormen,<br />

bevat de eerste vijf boeken <strong>van</strong> de Bijbel.<br />

Daartegenover, tegen de ingangsmuur,<br />

bevindt zich een galerij die speciaal bestemd<br />

was voor de vrouwen. Deze vrouwengalerij<br />

herinnert aan de afzonderlijke "vrouwenhof"<br />

in de Tempel. Tussen beide in is, ongeveer in<br />

<strong>het</strong> midden <strong>van</strong> de<br />

ruimte, een lezenaar<br />

opgesteld. Tijdens<br />

de dienst wordt<br />

<strong>van</strong>af deze lezenaar<br />

door een geschoold<br />

iemand voorgelezen<br />

uit de eerste vijf<br />

b o e k e n v a n d e<br />

H. Schrift. De<br />

Joodse gemeenschap<br />

<strong>van</strong> <strong>Haaksbergen</strong><br />

was klein en<br />

is dat ook altijd<br />

gebleven. De synagoge<br />

heeft dan ook<br />

de afmetingen en de<br />

vorm <strong>van</strong> een huis. De afmetingen<br />

(binnenwerks ongeveer 8,80 m lang en 6,30 m<br />

breed) zijn berekend op de aanwezigheid <strong>van</strong><br />

26 mannen en 12 vrouwen.


De muren <strong>van</strong> de synagoge gaan niet alleen<br />

binnenwerks, maar ook buiten schuil achter<br />

een bedekking, zodat <strong>het</strong> metselwerk niet<br />

zichtbaar is. Uitwendig bestaat deze bedekking<br />

uit cement, die met witte verf is opge-<br />

vrolijkt. Onder de muurbedekking gaan<br />

bouwmaterialen als rode baksteen en<br />

grijsgele zandsteen schuil. Wél<br />

waarneembaar is, dat de vensterbanken uit<br />

hardsteen bestaan.<br />

De vensters hebben een<br />

spitsbogige vorm met een<br />

zgn. vorktracering.<br />

Daardoor onderscheidt <strong>het</strong><br />

gebouw zich <strong>van</strong> een profaan huis.<br />

Als deze venstervorm nog uit de<br />

bouwtijd dateert en niet<br />

later is aangebracht, hebben<br />

wij te maken met een vroeg<br />

voorbeeld <strong>van</strong> de toepassing<br />

<strong>van</strong> een dergelijke boogvorm na de<br />

periode <strong>van</strong> de Gotische stijl (globaal <strong>van</strong><br />

<strong>het</strong> einde <strong>van</strong> de 12de eeuw tot <strong>het</strong> midden<br />

<strong>van</strong> de 16de eeuw). Het gebouwtje is <strong>van</strong><br />

belang <strong>van</strong>wege haar ouderdom<br />

(1828). Hij is de oudste nog bestaande in<br />

<strong>Twente</strong>, ouder nog dan de eveneens<br />

bewaard gebleven synagoge <strong>van</strong> Borne<br />

(1842-1843). De ontwerper is helaas niet<br />

bekend. Misschien zal deze gezocht<br />

moeten worden onder de ambtenaren <strong>van</strong><br />

<strong>het</strong> Ministerie <strong>van</strong> Waterstaat. Vanaf <strong>het</strong> jaar<br />

1824 bemoeiden dezen zich namelijk met de<br />

uitvoering <strong>van</strong> nieuwe kerken en<br />

synagogen. Hun bemoeienis had<br />

dikwijls betrekking op versobering <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

oorspronkelijke ontwerp, dit in verband met<br />

kostenbesparing.<br />

Bijzonderheden: Het witte "Jodenkerkje"<br />

<strong>van</strong> <strong>Haaksbergen</strong> wordt nog steeds voor zijn<br />

oorspronkelijke bestemming gebruikt. Het is<br />

de oudste nog bestaande synagoge <strong>van</strong><br />

<strong>Twente</strong> en een vroeg voorbeeld <strong>van</strong> een bedehuis<br />

uit de 19de eeuw met spitsboogvensters.


Hervormde kerk <strong>Haaksbergen</strong> (1853-1854)<br />

In 1809 bracht de toenmalige koning <strong>van</strong><br />

ons land, Lodewijk Napoleon, een bezoek<br />

aan <strong>Twente</strong>. Bij die gelegenheid gaf hij in een<br />

aantal plaatsen, waar de katholieke geloofsgemeenschap<br />

<strong>het</strong> overgrote deel <strong>van</strong> de bevolking<br />

uitmaakte, de oude kerk aan haar terug<br />

(b.v. in Oldenzaal, Ootmarsum en<br />

<strong>Haaksbergen</strong>). De Hervormden in die plaatsen<br />

waren gedwongen nieuwe kerken te bouwen.<br />

Zij mochten — als een soort compensatie<br />

voor <strong>het</strong> verlies <strong>van</strong> hun oude kerk - wél<br />

rekenen op een financiële tegemoetkoming<br />

<strong>van</strong> de kant <strong>van</strong> de koning. De Hervormde<br />

gemeente <strong>van</strong> <strong>Haaksbergen</strong> ontving meer<br />

dan de helft <strong>van</strong> de bouwkosten <strong>van</strong> de nieuwe<br />

kerk (die ƒ 26.000 beliepen) in de vorm<br />

<strong>van</strong> koninklijke subsidie terug. In de<br />

Protestantse traditie is <strong>het</strong> een eis, dat de<br />

predikant op de kansel goed verstaanbaar<br />

dient te zijn. Daarom koos men bij voorkeur<br />

een vorm <strong>van</strong> plattegrond, waarbij de lengte<br />

en de breedte <strong>van</strong> <strong>het</strong> gebouw dezelfde afmetingen<br />

hadden. Zo'n bouwwerk noemt men<br />

in de vakliteratuur een centraalbouw: een<br />

gebouw met een <strong>van</strong>uit <strong>het</strong> middelpunt ontworpen,<br />

gelijkmatige plattegrond, dus rond,<br />

veelhoekig of met vier even lange armen. Eén<br />

<strong>van</strong> de vormen is een regelmatige achthoek.<br />

De in 1810-1811 gebouwde Hervormde<br />

kerk <strong>van</strong> <strong>Haaksbergen</strong> had zo'n grondplan.<br />

Dit geldt trouwens ook voor de eerste ten<br />

dienste <strong>van</strong> de Protestantse eredienst<br />

gebouwde kerk in ons land: de Hervormde<br />

kerk <strong>van</strong> Willemstad (tussen Roosendaal en<br />

Rotterdam; 1597-1607). Een voorbeeld uit<br />

de 18de eeuw is de Herv. Kerk <strong>van</strong><br />

Boven-Leeuwen (bij Tiel, ca. 1753). De<br />

Hervormde kerk <strong>van</strong> <strong>Haaksbergen</strong> ging bij<br />

een brand in 1851 verloren. De nieuwbouw,<br />

die op 5 april 1853 werd aanbesteed en die<br />

eind 1854 gereed was, kreeg eveneens een<br />

achthoekig grondplan.<br />

8<br />

De kerk is ontworpen door architect<br />

H. Hana te Amsterdam. Van deze bouwmeester<br />

is mij alleen bekend, dat hij een kleine<br />

tien jaar later, in 1861, nog een<br />

Hervormde kerk gebouwd heeft: dit keer in<br />

Wolphaartsdijk (bij Goes in Zeeland).<br />

Laatstgenoemde kerk is geen centraalbouw,<br />

maar een in de lengte gericht gebouw.


De uitvoering <strong>van</strong> de kerk <strong>van</strong> <strong>Haaksbergen</strong><br />

is wat soberder uitgevallen dan <strong>het</strong> ontwerp<br />

<strong>van</strong> Hana bedoelde. De totstandkoming<br />

geschiedde onder leiding <strong>van</strong> Gerrit<br />

Doorwaart Niermans. Deze was in 1807 in<br />

Amsterdam geboren, maar had zich in 1833<br />

(hij was toen timmerman) in <strong>Twente</strong> gevestigd.<br />

Van opzichter (bij de bouw <strong>van</strong> de later<br />

afgebrande Enschedese Katoen spinnerij,<br />

1833-1834) klom hij op tot stadsarchitect<br />

<strong>van</strong> Enschede. Daar is hij in 1871 overleden.<br />

De Hervormde kerk <strong>van</strong> <strong>Haaksbergen</strong> is in<br />

juridische zin een Waterstaatskerk: <strong>het</strong> in<br />

1824 ingesteld Koninklijk Besluit werd pas<br />

in 1868 buiten werking gesteld. De<br />

Waterstaatskerken uit <strong>het</strong> derde kwart <strong>van</strong> de<br />

19de eeuw hebben<br />

gewoonlijk niet<br />

meer de op de oude<br />

Griekse en Romeinse<br />

architectuur geënte<br />

vormgeving. De kerk<br />

is niet georiënteerd,<br />

<strong>het</strong>geen bij een<br />

Protestantse kerk<br />

gebruikelijk is. De<br />

ingang ligt op <strong>het</strong><br />

noorden en precies<br />

daartegenover, aan<br />

de zuidzijde,<br />

ontbreekt een ven-<br />

ster, omdat hier de kansel is opgesteld. De<br />

decoratieve venstervullingen zijn <strong>van</strong> gietijzer,<br />

<strong>het</strong>geen in de Protestantse kerkarchitectuur<br />

<strong>van</strong> die dagen nogal eens voorkwam. De<br />

achthoekige kerk <strong>van</strong> <strong>Haaksbergen</strong> onderscheidt<br />

zich <strong>van</strong> andere gelijkvormige bedehuizen<br />

uit de beginperiode <strong>van</strong> de<br />

Reformatie zoals die in Willemstad door de<br />

aanwezigheid <strong>van</strong> topgevels. In tegenstelling<br />

tot de katholieke kerken <strong>van</strong> die tijd zijn de<br />

leien beperkt gebleven tot <strong>het</strong> spitsje <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

achthoekige klokkentorentje, dat boven <strong>het</strong><br />

kerkdak uitrijst. Het gebouw, dat niet voorzien<br />

is <strong>van</strong> een <strong>van</strong>af de grond opgaande<br />

toren, is buitenwerks als Protestantse kerk<br />

herkenbaar door de aanwezigheid <strong>van</strong> een<br />

inscriptietafel met Bijbelvers (l Cor. 8,11).<br />

Deze inscriptietafel vindt men boven de<br />

hoofdingang.<br />

Bijzonderheden: De kerk vormt met de<br />

naastgelegen bebouwing (de Richtershof, de<br />

Dom <strong>van</strong> Munster en de pastorie) een in stedebouwkundig<br />

opzicht fraai ensemble.


Hervormde kerk Buurse (1857 en 1894)<br />

Al in 1669 was er - <strong>van</strong>wege de soms erbarmelijke<br />

gesteldheid <strong>van</strong> de weg tussen<br />

<strong>Haaksbergen</strong> en Buurse - besloten tot de<br />

stichting <strong>van</strong> een afzonderlijke kerk in<br />

Buurse. Maar als dit plan zou zijn doorgezet,<br />

zou de toch al kleine moedergemeente<br />

<strong>Haaksbergen</strong> nog eens ongeveer de helft <strong>van</strong><br />

haar lidmaten hebben verloren. De kerk verrees<br />

dan ook pas in <strong>het</strong> midden <strong>van</strong> de 19de<br />

eeuw.<br />

Op l april 1856 werd goedkeuring verleend<br />

tot de bouw <strong>van</strong> een Hervormde pastorie in<br />

Buurse en op 23 september 1856 voor de<br />

bouw <strong>van</strong> een Hervormde kerk. Laatstgenoemde<br />

is ontworpen door de Zwolse<br />

bouwkundige J.G.J. Roosmalen (hij werd in<br />

1813 in de stad der blauwvingers geboren).<br />

De ontwerper was hoofdleraar voor <strong>het</strong> vak<br />

bouwkunde aan de gemeentelijke<br />

tekenschool in Zwolle. Voor deze functie<br />

moest hij zijn loopbaan als architect opgeven.<br />

Als zijn<br />

10<br />

voornaamste werk wordt beschouwd de<br />

katholieke kerk <strong>van</strong> Vasse bij Tubbergen, die<br />

<strong>van</strong> 1859 tot 1865 werd gebouwd.<br />

Roosmalen overleed in 1893 in Leiden.<br />

Pastorie en kerk werden op 17 december<br />

1856 aanbesteed. De eerstgenoemde was op<br />

l september 1857 gereed, de laatstgenoemde<br />

op l november 1857. In beide gevallen hadden<br />

gemeenteleden op de bouwkosten<br />

bespaard door de stenen zelf te bakken en te<br />

transporteren. De eerste predikant <strong>van</strong><br />

Buurse, ds. C. Ribbius, wijdde op 20 december<br />

1857 de nieuwe kerk in met een leerrede<br />

over Haggai 2,10. Dit bijbelvers komt voor<br />

boven de ingang <strong>van</strong> de toren. De huidige<br />

toren dateert niet uit 1857, maar uit 1894.<br />

Toen moest de oude toren (mogelijk een<br />

houten exemplaar) worden ver<strong>van</strong>gen.<br />

Ontwerper <strong>van</strong> <strong>het</strong> nieuwe kerkgedeelte was<br />

de Enschedese architect H.E. Zeggelink<br />

(1863-1931). Het oeuvre <strong>van</strong> deze bouwmeester,<br />

dat in totaal 216 werken omvat,<br />

bestaat voornamelijk uit woonhuizen en<br />

scholen. In datzelfde jaar 1894 werd - naar<br />

zijn ontwerp - de Gereformeerde kerk aan de<br />

Wilhelminastraat in Enschede gebouwd, die<br />

tot één <strong>van</strong> zijn grootste opdrachten wordt<br />

gerekend.<br />

Het verschil in bouwtijd tussen de kerk en de<br />

toren is afleesbaar<br />

aan de gebruikte vormen:<br />

spitsbogig bij<br />

de kerk (vensters),<br />

rondbogig bij de<br />

toren (venster,<br />

galmgaten). De<br />

spitsboog wordt<br />

geassocieerd met de<br />

Gotische stijl<br />

(globaal eind 12de<br />

tot midden 16de<br />

eeuw). Omdat de<br />

katholieken in Ne-


derland <strong>van</strong>af <strong>het</strong> midden <strong>van</strong> de 19de eeuw<br />

de vormentaal <strong>van</strong> die stijl voor zich opeisten,<br />

maakten de Protestanten er zich juist <strong>van</strong> los,<br />

zonder haar overigens helemaal op te geven.<br />

In de Protestantse kerkarchitectuur <strong>van</strong> die<br />

dagen kwam <strong>het</strong> zogenaamde eclecticisme in<br />

zwang: <strong>het</strong> overnemen <strong>van</strong> elementen uit verschillende<br />

historische stijlen, die tot een<br />

nieuw geheel werden samengevoegd. In dat<br />

verband werd <strong>het</strong> niet als bezwaarlijk ervaren,<br />

dat spitsbogige vormen naast rondbogige<br />

voorkomen zoals in Buurse <strong>het</strong> geval is (de<br />

rondbogige worden gewoonlijk in verband<br />

gebracht met de Romaanse stijl, globaal<br />

l Ode-12de eeuw, hoewel zij ook in andere<br />

stijlen voorkomen).<br />

In de Protestantse kerkarchitectuur <strong>van</strong> de<br />

tweede helft <strong>van</strong> de 19de eeuw bestond ook<br />

minder weerstand tegen <strong>het</strong> gebruik <strong>van</strong><br />

moderne bouwmaterialen dan toentertijd in<br />

de katholieke <strong>het</strong> geval was. Hier dient gewezen<br />

te worden op <strong>het</strong> gebruik <strong>van</strong> cement als<br />

bedekkingsmateriaal <strong>van</strong> de dubbele plint<br />

(lijst aan de voet <strong>van</strong> de buitenmuur) en <strong>van</strong><br />

de toepassing <strong>van</strong> gietijzer voor de harnassen<br />

(<strong>het</strong> geheel <strong>van</strong> decoratieve vullingen) <strong>van</strong> de<br />

vensters. Aan beide materialen werd destijds<br />

een bijna onbeperkte houdbaarheid toegedacht.<br />

Voor de overdekking <strong>van</strong> ruimten werd<br />

gebruik gemaakt <strong>van</strong> traditionele materialen.<br />

Ook hierin kwam <strong>het</strong> verschil in kerkgenoot-<br />

11<br />

schappen tot uiting. In de Protestantse kerkarchitectuur<br />

<strong>van</strong> die tijd waren stucplafonds<br />

- zoals hier in Buurse - heel gebruikelijk terwijl<br />

in de katholieke kerkbouw de gewoonte<br />

opkwam om de bedehuizen - waar mogelijk<br />

— in steen te overkluizen. De Hervormde<br />

kerk <strong>van</strong> Buurse heeft - in ieder geval sinds<br />

de bouw <strong>van</strong> de bestaande toren - een<br />

plattegrond in de vorm <strong>van</strong> een<br />

Antoniuskruis. Van een dergelijk grondplan<br />

in de vorm <strong>van</strong> de hoofdletter T treft men in<br />

ons land niet veel andere voorbeelden aan. Ik<br />

noem slechts de Herv. Kerk <strong>van</strong> Hedel bij<br />

's-Hertogenbosch uit omstreeks 1644/1645,<br />

de Herv. Kerk <strong>van</strong> Waddinxveen bij Gouda<br />

uit 1837 en de zogenaamde Waterstaatskerk<br />

in Hengelo (O) uit de jaren 1837-1839.<br />

Bijzonderheden: De kerk is breder dan lang<br />

en ligt in een landschappelijk fraai gebied. In<br />

dit verband dient vooral gewezen te worden<br />

op de begraafplaats achter de kerk.


Sluymer<br />

Johannes Hermanus Sluymer (ter onderscheiding<br />

<strong>van</strong> zijn gelijknamige zoon, die<br />

<strong>het</strong>zelfde beroep uitoefende, als sr. aangeduid)<br />

is geboren in Enschede in 1894. Hij<br />

ging in de leer bij <strong>het</strong> architectenbureau<br />

Kromhout <strong>van</strong> der Meer en later bij de<br />

Deventer architect Wolter te Riele Gzn.<br />

(1867-1937). Deze had <strong>van</strong> 1912 tot 1918<br />

zijn bureau in Nijmegen, waar Sluymer een<br />

periode gewerkt heeft. Verder heeft hij tot<br />

1919 bij <strong>het</strong> architectenbureau Rovers te<br />

Schiedam gewerkt; hij woonde toen in<br />

Rotterdam. Vanaf 1916 is hij er min of meer<br />

zelfstandig architect. Hij vestigt zich in 1919<br />

als architect in Enschede in <strong>het</strong> kantoor <strong>van</strong><br />

<strong>het</strong> aannemersbedrijf <strong>van</strong> zijn vader. Sluymer<br />

heeft woonhuizen, scholen, winkels en<br />

ziekenhuizen ontworpen. Zijn grootste<br />

bekendheid heeft hij evenwel gekregen met<br />

<strong>het</strong> ontwerpen <strong>van</strong> katholieke kerken.<br />

Sluymers kerken hebben over <strong>het</strong> algemeen<br />

een eenvoudig en rustig karakter. Een uitzondering<br />

vormt de kerk <strong>van</strong> de H. Isidorus in<br />

St.-Isidorushoeve (1926-1927). Hier heeft de<br />

baksteen niet alleen de functie <strong>van</strong> bouwmateriaal,<br />

maar ook <strong>van</strong> decoratief uitdrukkingsmiddel.<br />

Tot aan de Tweede<br />

Wereldoorlog zijn zijn kerken bijna altijd volledig<br />

in steen overkluisd. In dit opzicht sloot<br />

hij aan bij de opvattingen <strong>van</strong> zijn leermeester<br />

Te Riele.<br />

Sluymers voornaamste kerken dateren uit de<br />

periode 1920-1940. In deze periode zien wij<br />

de overgang <strong>van</strong> goeddeels en gedeeltelijk<br />

nog gepleisterde interieurs b.v. de voormalige<br />

kerk <strong>van</strong> de H. Antonius <strong>van</strong> Padua in<br />

Zwartemeer bij Emmen (1920), en<br />

St.-Isidorushoeve (1926) en de kerk <strong>van</strong> de<br />

H. Marcellinus te Boekelo (1930) naar<br />

volledig in schoon werk uitgevoerde<br />

interieurs zoals de kerk <strong>van</strong> de H. Bonifatius<br />

in <strong>Haaksbergen</strong> (1934), de H. Mattheus te<br />

Eibergen (1935)<br />

12<br />

en de H. Maria Praesentatie in Buurse<br />

(1940).<br />

Bij een aantal kerken - vooral uit deze tijd<br />

-zijn de zijbeuken teruggebracht tot processiegangen.<br />

De kerkgangers zijn in deze gevallen<br />

samengebracht in de hoofdruimte <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

schip en hebben zodoende geen hinder <strong>van</strong><br />

pilaren die <strong>het</strong> zicht op hoofdaltaar en preekstoel<br />

hinderen (b.v. Zwartemeer, Boekelo en<br />

<strong>Haaksbergen</strong>).<br />

Enkele kerkgebouwen uit de jaren dertig<br />

geven een rechtgesloten priesterkoor te zien,<br />

waar<strong>van</strong> de blinde achterwand gewoonlijk<br />

beschilderd is met een Kruisigingsscène zoals<br />

<strong>het</strong> intussen afgebroken koor <strong>van</strong> de H. Jozef<br />

in Zwolle-Assendorp, (1932-1933); <strong>Haaksbergen</strong>;<br />

in Eibergen is er wél sprake <strong>van</strong> een<br />

blinde achterwand, maar ontbreekt de<br />

beschildering.<br />

De vensters in de kerken <strong>van</strong> Sluymer uit de<br />

vooroorlogse jaren zijn dikwijls smalle<br />

spits-bogige vensters zoals bij de<br />

St.-Isidoruskerk, de H. Mauritius in<br />

Silvolde en de


H.Bonifatius te <strong>Haaksbergen</strong>. De oudere<br />

kerken zijn overkluisd met gewelven, die<br />

voorzien zijn <strong>van</strong> de in de tweede helft <strong>van</strong><br />

de 19de en <strong>het</strong> begin <strong>van</strong> de 20ste eeuw<br />

gangbare stenen stroken ("ribben") tegen de<br />

onderzijde <strong>van</strong> die gewelven (b.v.<br />

Zwartemeer, St.Isidorushoeve en <strong>het</strong> koor<br />

<strong>van</strong> Boekelo). Later vermijdt hij dit type<br />

gewelf bij schip en dwarsschip (Boekelo,<br />

<strong>Haaksbergen</strong> en Buurse). Toen na de Tweede<br />

Wereldoorlog in de katholieke kerkbouw <strong>van</strong><br />

ons land de "basiliekstijl" in de mode kwam,<br />

ging Sluymer met zijn tijd mee. Destijds was<br />

<strong>het</strong> gebruikelijk de stenen overwelving te<br />

beperken tot de nisvormige sluiting <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

priesterkoor ("apsis" of "absis"). De<br />

belangrijkste kerk <strong>van</strong> Sluymer uit deze tijd is<br />

wel de H. Hart- of Ariëns-Gedachteniskerk<br />

te Enschede-Hogeland (1953-1954). In de<br />

jaren vijftig ging Sluymer samenwerken met<br />

zijn in 1921 geboren zoon. Johannes<br />

Hermanus Sluymer sr. overleed in 1979, ir.<br />

Johannes Hermanus jr. in 2005. Diens zoon<br />

heeft momenteel een architectenbureau in<br />

Utrecht. In 2006 geven IAA (Ingenieurs<br />

Architecten Associatie) te Enschede mede<br />

ook als eerbetoon aan zijn oprichters een<br />

jubileumboek uit.<br />

13


St.-lsidoruskerk St.-lsidorushoeve (1926-1927)<br />

In 1926 werd de parochie <strong>van</strong><br />

St.-lsidorushoeve afgescheiden <strong>van</strong> die <strong>van</strong><br />

Hengevelde en tot een zelfstandige eenheid<br />

verheven. In <strong>het</strong> kerkdorp werd in de jaren<br />

1926-1927 een bedehuis gebouwd, dat ontworpen<br />

was door de Enschedese architect<br />

Johannes Hermanus Sluymer sr.<br />

(1894-1979).<br />

Sluymer ontving zijn opleiding bij architect<br />

Wolter te Riele Gzn. (1867-1937), die aan<strong>van</strong>kelijk<br />

in Deventer gevestigd was. Door<br />

hem werd Sluymer in de praktijk <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

bouwen ingewijd. Sluymer verklaarde vooral<br />

de gewelfbouw <strong>van</strong> Te Riele te hebben<br />

geleerd. Sluymer was sinds circa 1916 zelfstandig<br />

werkzaam.<br />

In deze vroege kerk <strong>van</strong> Sluymer zijn nog<br />

duidelijk invloeden <strong>van</strong> zijn leermeester Te<br />

Riele aan te wijzen. Te denken valt aan de<br />

tweedelige opstand <strong>van</strong> de koorsluiting en<br />

<strong>het</strong> beloop en de vormgeving <strong>van</strong> de gewelven<br />

boven de vrij smalle zijschepen. Het<br />

schip is vrij kort, <strong>het</strong> dwarsschip daarentegen<br />

tamelijk diep. De kruisvormige plattegrond<br />

<strong>van</strong> de kerk met zijn korte armen heeft als<br />

praktisch voordeel, dat de kerkgangers niet al<br />

te ver <strong>van</strong> <strong>het</strong> hoofdaltaar verwijderd zijn.<br />

Opmerkelijke verschijnselen in de construc-<br />

14<br />

tie zijn de zeer spitse vorm <strong>van</strong> de scheibogen<br />

(scheidende bogen) tussen <strong>het</strong> koor en de zijkapellen<br />

en <strong>van</strong> de gordelbogen (overdwarse<br />

bogen) in de zijschepen. Verder komen bij<br />

verschillende onderdelen veel overkragende<br />

bakstenen voor. Zoals gebruikelijk bij Te<br />

Riele en Sluymer is de gehele kerk in steen<br />

overkluisd. Bijna alle gewelven behoren tot<br />

<strong>het</strong> type <strong>van</strong> <strong>het</strong> ribgewelf (gewelf met stenen<br />

stroken tegen de<br />

onderzijde <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

gewelf). Dit type<br />

is gebruikelijk in<br />

katholieke kerken<br />

uit de tweede<br />

helft <strong>van</strong> de<br />

19de eeuw. Maar<br />

in tegenstelling<br />

tot de ribben uit<br />

die tijd, die<br />

geprofileerd zijn,<br />

hebben die in St.-lsidorushoeve<br />

een rechthoekige doorsnede. Deze rudimentaire<br />

vorm is gebruikelijk in de periode tussen<br />

de beide Wereldoorlogen en sluit aan bij die<br />

<strong>van</strong> de oudste ribben, die wij uit de geschiedenis<br />

<strong>van</strong> de kerkbouw kennen. Wat in <strong>het</strong><br />

kerkbouwkundige oeuvre <strong>van</strong> Sluymer<br />

herhaaldelijk wordt aangetroffen, is, dat <strong>het</strong><br />

boveneinde <strong>van</strong> een halfrond kerkdeel een<br />

veelzijdige doorsnede vertoont. In<br />

St.-lsidorushoeve is er sprake <strong>van</strong> een<br />

overgang <strong>van</strong> een halfronde naar een<br />

zeven-zijdige vorm. De nok <strong>van</strong> <strong>het</strong> dak<br />

boven de koorsluiting ligt wat lager dan die<br />

<strong>van</strong> de rest <strong>van</strong> <strong>het</strong> koor. Opvallend is, dat<br />

de meeste daken - ten opzichte <strong>van</strong> de muren<br />

daaronder - duidelijk oversteken. Een andere<br />

bijzonderheid is de driehoekige vorm en de<br />

naar voren hellende voorkant <strong>van</strong> de<br />

dakkapellen. Bij de toren is de ingesnoerde<br />

naaldspits (slanke spits) als een muts over<br />

<strong>het</strong> bouwlichaam


"getrokken". Deze verschijningsvorm vinden<br />

wij al eerder bij de kerk <strong>van</strong> de H. Urbanus<br />

in Bovenkerk bij Amstelveen (1887-1888,<br />

arch. P.J.H. Cuypers).<br />

Merk op dat de<br />

dakbedekking in<br />

De Hoeve nog o<br />

bestaat uit leien.<br />

In de jaren twintig<br />

werden zij in de<br />

katholieke<br />

kerkbouw in ons<br />

land in toenemende<br />

mate ver<strong>van</strong>gen<br />

door pannen.<br />

Met de soort<br />

dakbedekking<br />

veranderde ook<br />

de kleur er<strong>van</strong>:<br />

<strong>van</strong> blauw naar<br />

rood.<br />

15<br />

Bijzonderheid: In en aan deze kerk, die nog<br />

over een gave inventaris beschikt met veel<br />

originele details, vervult baksteen ook een<br />

sterk decoratieve functie.


H. Bonifatius en Gezellen <strong>Haaksbergen</strong>-Veldmaat<br />

(1933-1934)<br />

Deze ook door Sluymer ontworpen kerk<br />

heeft een T-vormige plattegrond; dus wél met<br />

een uitstekend dwarsschip, maar zonder uitstekend<br />

priesterkoor zoals dat destijds gebruikelijk<br />

was. Een dergelijk plan kwam al eerder<br />

voor bij een oudere kerk <strong>van</strong> dezelfde architect:<br />

de thans buiten gebruik gestelde<br />

St.-Jozefkerk in Zwolle-Assendorp<br />

(1932-1933). Blik<strong>van</strong>ger is of was een grote<br />

schildering met een voorstelling <strong>van</strong> de<br />

Kruisiging <strong>van</strong> Christus op de gesloten,<br />

rechte sluitmuur <strong>van</strong> <strong>het</strong> koor. In beide<br />

gevallen is of was zij vervaardigd door de<br />

schilder en tekenaar Jos ten Hom<br />

(1894-1956), die destijds in Almelo<br />

woonde. Een dergelijke muurschildering<br />

accentueert <strong>het</strong> wezen <strong>van</strong> een muur, die in<br />

die jaren bij voorkeur een gesloten karakter<br />

diende te hebben.<br />

In de Veldmaat<br />

zijn de muren<br />

spaarzaam doorbroken<br />

met vensters,<br />

die een<br />

spitsbogige vorm<br />

hebben. Deze<br />

openingen zijn<br />

dikwijls voorzien<br />

<strong>van</strong> decoratieve<br />

16<br />

vullingen in de vorm <strong>van</strong> een vork ("vorktraceringen").<br />

De muren zijn niet alleen<br />

buitenwerks, maar ook binnenwerks<br />

onbepleisterd gelaten. Het tonen <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

bouw-<br />

foto: R. Kampman, Almelo<br />

materiaal in <strong>het</strong> inwendige was bij katholieke<br />

kerken in Twen te in de jaren dertig <strong>van</strong> de<br />

20ste eeuw gewoonte geworden (b.v. de<br />

H. Drieëenheid in Oldenzaal, 1929-1930; de<br />

H. Theresia in Borne, 1934-1935; en de<br />

H. Mattheus in Eibergen, 1934-1935).<br />

Voordien was dit niet <strong>het</strong> geval. De toepassing<br />

<strong>van</strong> "schoon werk" in <strong>het</strong> interieur hangt<br />

samen met de toegenomen waardering voor<br />

<strong>het</strong> karakter <strong>van</strong> <strong>het</strong> bouwmateriaal en de<br />

schoonheid, die <strong>het</strong> gebruik er<strong>van</strong> kan uitstralen.<br />

Het grote formaat baksteen, dat bij de<br />

St.-Bonifatiuskerk is toegepast, draagt bij tot<br />

een schilderachtig effect <strong>van</strong> <strong>het</strong> gebouw.<br />

Sluymer heeft dergelijke kloostermoppen<br />

vooral aangewend in de jaren dertig (buiten<br />

gebruik gestelde kerk in Enschede-Dolphia,<br />

1934; die <strong>van</strong> Eibergen, 1934-1935). In<br />

<strong>Haaksbergen</strong> hebben zij, zoals in Dolphia, de<br />

in die jaren geliefde gele kleur. Uit <strong>het</strong> feit,<br />

dat zij met de hand gevormd zijn, spreekt de<br />

liefde voor ambachtelijk werk, zoals die vóór<br />

en na de Tweede Wereldoorlog in de archi-


tectuur met een traditioneel karakter dikwijls<br />

naar voren komt.<br />

In <strong>het</strong> schip valt op, dat de middenruimte<br />

geflankeerd wordt door gangen in plaats <strong>van</strong><br />

door veel bredere zijbeuken. De gelovigen<br />

zijn bijeengebracht in de ongedeelde middenruimte<br />

en hebben zodoende geen last <strong>van</strong><br />

pilaren, die <strong>het</strong> zicht op hoofdaltaar en<br />

preekstoel (niet meer aanwezig) belemmeren.<br />

Genoemde gangen waren praktisch in verband<br />

met <strong>het</strong> houden <strong>van</strong> processies of <strong>van</strong><br />

een kruiswegoefening, of <strong>het</strong> plaatsen <strong>van</strong><br />

een biechtstoel. Kerken met processiegangen<br />

komen in de 20ste eeuw herhaaldelijk voor.<br />

Andere voorbeelden in <strong>Twente</strong> zijn die <strong>van</strong><br />

Enter (1927-1928), Boekelo (1929-1930) en<br />

Buurse (1939-1940); de twee laatste zijn<br />

eveneens Sluymerkerken.<br />

De toren heeft een overdwars-rechthoekige<br />

plattegrond en doorsnede. Deze vorm is goed<br />

af te lezen aan <strong>het</strong> aantal galmgaten: twee in<br />

de lange voorzijde, en één in de korte zijkan-<br />

17<br />

ten. Het gevaarte is niet opgedeeld in geledingen<br />

en wordt bekroond door een overdwars<br />

zadeldak (opgaand dak met twee<br />

schuine zijden). Deze dakvorm vindt men<br />

herhaaldelijk terug bij middeleeuwse kerken<br />

in Friesland en Groningen. Hij zou een wens<br />

zijn <strong>van</strong> de bouwpastoor, Jetze Brandsma<br />

(een neef <strong>van</strong> de bekende Carmeliet en oorlogsslachtoffer<br />

Titus Brandsma), die in<br />

Roodhuis bij Sneek in Friesland was geboren.<br />

Bijzonderheden: Het gebouw, opgetrokken<br />

<strong>van</strong> groot formaat baksteen, heeft een sterk<br />

gesloten karakter. Het monochrome karakter<br />

<strong>van</strong> <strong>het</strong> bouwmateriaal wordt thans verlevendigd<br />

door moderne gebrandschilderde<br />

glazen, vooral door die in de eindgevels <strong>van</strong><br />

<strong>het</strong> dwarsschip. Deze glazen zijn vervaardigd<br />

in 2003 en 2004 door glazenier Diego<br />

Semprun Nicolas te Tubbergen, een kleinzoon<br />

<strong>van</strong> de beroemde Joep Nicolas. De<br />

toren heeft een overdwars zadeldak. Kerk,<br />

pastorie en begraafplaats met lijkenhuisje<br />

vormen één ensemble; zij zijn alle ontworpen<br />

door architect Sluymer.


H. Maria Praesentatie Buurse (1939-1940)<br />

De katholieke kerk <strong>van</strong> Buurse is — kort vóór<br />

<strong>het</strong> uitbreken <strong>van</strong> de Tweede Wereldoorlog —<br />

gebouwd in de jaren 1939-1940. Zij ver<strong>van</strong>gt<br />

een gebouw uit de jaren 1884-1885,<br />

dat in de plaats was gekomen <strong>van</strong> de eerste<br />

kerk uit 1853-1854, die in 1883 was afgebrand.<br />

Ontwerper <strong>van</strong> de bestaande kerk is<br />

de al verschillende malen ter sprake gekomen<br />

Enschedese architect Johan Sluymer sr. Deze<br />

kerk staat in belangrijke mate onder invloed<br />

<strong>van</strong> de ideeën <strong>van</strong> de bekendste voorvechter<br />

<strong>van</strong> de nieuwe katholieke kerkbouw tussen de<br />

beide Wereldoorlogen in ons land, architect<br />

Alexander Jacobus Kropholler (1881-1973).<br />

Modern zijn de strakheid, de soberheid en de<br />

doelmatigheid <strong>van</strong> de door hem ontworpen<br />

kerken met hun grote, onversierde<br />

muurvlakken. Als traditionele elementen<br />

kunnen worden genoemd de ambachtelijke<br />

degelijkheid, <strong>het</strong> gebruik <strong>van</strong> baksteen, de<br />

toepassing <strong>van</strong> spitsbogige vormen en de<br />

aanwezigheid <strong>van</strong> opgaande, steile daken.<br />

18<br />

Vooral de toren <strong>van</strong> de kerk <strong>van</strong> Buurse sluit<br />

sterk aan bij de opvattingen <strong>van</strong> Kropholler.<br />

Hij heeft een sterk, gesloten karakter en de<br />

onversierde muurvlakken (vooral die <strong>van</strong> de<br />

voorkant) worden nauwelijks doorbroken<br />

door openingen. De hoeklijnen zijn ongebroken.<br />

In <strong>het</strong> lege hoogveld boven de ingang<br />

is met behulp <strong>van</strong> bakstenen een Latijns kruis<br />

(waar<strong>van</strong> de onderste arm langer is dan de<br />

drie overige) aangebracht. Ook de sluiting<br />

<strong>van</strong> <strong>het</strong> priesterkoor roept <strong>het</strong> kerkelijke<br />

oeuvre <strong>van</strong> architect Kropholler in<br />

herinnering. Dit kooreinde lijkt op een apsis<br />

of absis (nisvormige sluiting) uit de vroege<br />

christelijke kerkbouw, maar <strong>het</strong> is niet<br />

halfrond, doch veelhoekig. Bovendien zijn de<br />

muren (behalve de achtermuur) voorzien <strong>van</strong><br />

kleine spitsbogige vensters, die door middel<br />

<strong>van</strong> steekkappen snijden in <strong>het</strong> gewelf. De<br />

ruimte wordt overkluisd door een half<br />

wangewelf (gewelf met graten (knikken) aan<br />

de smalle zijden). Dergelijke kenmerken<br />

vindt men ook in twee, door Kropholler in<br />

<strong>Twente</strong> gebouwde kerken: die <strong>van</strong> Tilligte uit<br />

1916 en die <strong>van</strong> Bornerbroek uit 1919 -1920.<br />

Het grote verschil tussen de kerken <strong>van</strong> beide<br />

bouwmeesters is echter, dat de kerken <strong>van</strong><br />

Kropholler maar voor een klein gedeelte, en<br />

die <strong>van</strong> Sluymer volledig in steen zijn<br />

overwelfd. De gewelven <strong>van</strong> deze kerk<br />

behoren tot vier verschillende typen: <strong>het</strong><br />

wangewelf, <strong>het</strong> spitstongewelf, <strong>het</strong> kruisgewelf<br />

en de hangkoepel. Bij geen <strong>van</strong> de vier is<br />

sprake <strong>van</strong> ribben (stenen stroken tegen de<br />

onderzijde <strong>van</strong> <strong>het</strong> gewelf). Twee zijn<br />

voorzien <strong>van</strong> graten (knikken, waaronder de<br />

gewelfkappen elkaar snijden). Tussen <strong>het</strong><br />

middenschip en de ongeveer even hoge<br />

processiegangen verheffen zich tamelijk dikke<br />

ronde pijlers, die voorzien zijn <strong>van</strong><br />

natuurstenen kapitelen (kopstukken). Bij de<br />

doopkapel (thans Mariakapel) aan de noord-


zijde <strong>van</strong> de toren is buitenwerks<br />

waarneem-baar, dat <strong>het</strong> muurwerk bovenaan<br />

overgaat <strong>van</strong> rond naar<br />

onregelmatig-vijfzijdig. Ook<br />

19<br />

buiten kan men zien, dat <strong>het</strong> transept<br />

(dwars-schip) lager is dan <strong>het</strong> schip. De<br />

daken zijn gedekt met zogenaamde<br />

Romaanse pannen (sterk gegolfde<br />

dakpannen). De kerk is qua afmetingen<br />

aangepast aan de bebouwing <strong>van</strong> <strong>het</strong> dorp en<br />

rijst er niet als een kathedraal bovenuit.<br />

Bijzonderheden: De kerk is goed aangepast<br />

aan haar dorpse omgeving. De ongelede<br />

muurvlakken komen vooral aan de toren<br />

goed tot uiting. Het interieur is overkluisd<br />

met verschillende soorten stenen gewelven.


Gereformeerde Maranathakerk <strong>Haaksbergen</strong> (1954)<br />

De Gereformeerde Maranathakerk aan de<br />

Enschedesestraat is ontworpen door architect<br />

J. Schuitemaker en op 28 november 1954 in<br />

gebruik genomen. Zij ver<strong>van</strong>gt een niet meer<br />

bestaand kerkje uit 1899 aan de Zeedijk, dat<br />

toentertijd bouwvallig en te klein was geworden.<br />

Een sc<strong>het</strong>sontwerp <strong>van</strong> de bouwmeester<br />

dateert <strong>van</strong> mei 1952.<br />

Het gebouwtje uit 1954 is een zaalkerk (een<br />

eenbeukige kerk met een rechthoekige plattegrond):<br />

een in de Gereformeerde kerkbouw<br />

gangbaar kerktype. Zoals dikwijls bij een<br />

kerk <strong>van</strong> deze gezindte ontbreekt een toren.<br />

Opvallend is <strong>het</strong> huidige verschil in looprichting<br />

tussen de hoofdas <strong>van</strong> <strong>het</strong> kerkgebouw<br />

en die <strong>van</strong> de inrichting: de lengteas <strong>van</strong> de<br />

kerk loopt <strong>van</strong> west naar oost, die <strong>van</strong> de<br />

inrichting overdwars <strong>van</strong> noord naar zuid.<br />

Via de ingang in de korte voorgevel aan de<br />

Enschedesestraat treedt men <strong>het</strong> gebouw<br />

binnen. Men komt dan eerst in een garderoberuimte,<br />

die vroeger in open verbinding<br />

20<br />

stond met de eigenlijke kerkruimte. Boven<br />

deze garderobe bevindt zich een orgeltribune.<br />

Vervolgens betreedt men de eigenlijke kerkruimte.<br />

Het voornaamste element <strong>van</strong> de<br />

Protestantse inrichting, de kansel, stond tot<br />

1976 midden tegen de tegenovergelegen<br />

blinde achtermuur; in genoemd jaar is hij<br />

verplaatst naar de huidige positie kort vóór<br />

de lange rechter of zuidelijke zijmuur. De<br />

preekstoel heeft een architectonisch accent<br />

gekregen door de nis, die erachter in de muur<br />

is uitgespaard. Deze nis heeft - evenals de<br />

vensters en de overdekking - een segment-<br />

bogige vorm (een segmentboog is een boog,<br />

die de vorm heeft <strong>van</strong> een cirkelsegment).<br />

Dit type boog is in architectuur <strong>van</strong> na de<br />

Tweede Wereldoorlog dikwijls toegepast,<br />

behalve in de katholieke kerkbouw.


Het interieur is gedeeltelijk uitgevoerd<br />

in schoon (of niet gepleisterd) metselwerk:<br />

<strong>het</strong> onderste gedeelte <strong>van</strong> de muren en een<br />

groot deel <strong>van</strong> de oostmuur. Het overige<br />

gedeelte <strong>van</strong> de bakstenen is gepleisterd.<br />

De in <strong>het</strong> zicht komende bakstenen zijn<br />

binnenwerks geel. Buitenwerks, waar<br />

zij dunner zijn, hebben zij een<br />

donkerrode kleur. Ondanks <strong>het</strong> feit, dat<br />

bijna uitsluitend traditionele<br />

bouwmaterialen zijn toegepast, vinden wij<br />

ook moderne (de stalen raamkozijnen). De<br />

overdekking <strong>van</strong> <strong>het</strong> inwendige bestaat uit<br />

een plafond <strong>van</strong> hardboard. Dit plafond rust<br />

op dunne houten kapbalken <strong>van</strong><br />

segmentbogige vorm, die op hun beurt<br />

gesteund worden door muurstijlen (stijlen<br />

tegen een muur), die aanzetten op zware<br />

kraagblokken (in <strong>het</strong> muurvlak bevestigde,<br />

dragende blokken). Muurstijlen en<br />

kraagblokken zijn ook <strong>van</strong> hout. De<br />

gebruikelijke korbelen (schuine<br />

schoorbalken) tussen de muurstijlen en de<br />

kapbalk ontbreken in dit geval. De<br />

spatkrachten (krachten ten gevolge <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

uitwijken) <strong>van</strong> de kapconstructie<br />

worden buitenwerks opge<strong>van</strong>gen door<br />

steunberen (muurverzwaringen, die meestal<br />

ver uitsteken). Deze hebben echter de dikte<br />

<strong>van</strong> forse lisenen (weinig uitstekende<br />

muurverzwaringen).<br />

21<br />

Bijzonderheden: Deze kerk is een goed<br />

voorbeeld <strong>van</strong> Wederopbouwstijl. Zij is<br />

buitenwerks opgetrokken <strong>van</strong> fraaie<br />

handvormsteen en heeft een interessante<br />

entreepartij, die een mooi geheel vormt met<br />

de naastgelegen pastorie. Het interieur <strong>van</strong><br />

de kerk is zeer sober.


Onze Lieve Vrouw <strong>van</strong> Lourdes<br />

<strong>Haaksbergen</strong> (1956-1958)<br />

In <strong>het</strong> midden <strong>van</strong> de jaren vijftig <strong>van</strong> de<br />

20ste eeuw drong <strong>het</strong> moderne bouwen ook<br />

in de katholieke kerkarchitectuur <strong>van</strong> ons<br />

land door. De kerken <strong>van</strong> de nieuwe richting<br />

hebben onconventionele plattegronden en<br />

opstanden, kennen geen ruimtelijk onderscheid<br />

meer tussen priesterkoor en schip, zijn<br />

opgetrokken met gebruikmaking <strong>van</strong> moderne<br />

bouwmaterialen als beton en staal, hebben<br />

muren die geen dragende functie meer<br />

behoeven te hebben, vertonen dikwijls een<br />

afwisseling <strong>van</strong> open en gesloten partijen en<br />

zijn voorzien <strong>van</strong> open "torens". Goede, vroege<br />

voorbeelden in <strong>Twente</strong> zijn de kerken <strong>van</strong><br />

de H. Pius X en <strong>van</strong> de Aartsengel Rafaël,<br />

beide in Hengelo en beide gebouwd in de<br />

jaren 1957-1959 (de eerstgenoemde is intussen<br />

afgebroken).<br />

Hoewel de Lourdeskerk, die dateert uit de<br />

jaren 1956-1958, min of meer als een tijdgenoot<br />

<strong>van</strong> beide bedehuizen in Hengelo mag<br />

worden beschouwd, is hier <strong>van</strong> de zojuist<br />

genoemde karakteristieken <strong>van</strong> de moderne<br />

kerkbouw geen sprake. Plattegrond en<br />

opstand zijn traditioneel, <strong>het</strong> bouwmateriaal<br />

bestaat voor <strong>het</strong> merendeel uit "klassieke"<br />

materialen als baksteen en hout, de dakconstructie<br />

rust op de muren, <strong>het</strong> gebouw als<br />

22<br />

totaliteit vertoont een gesloten karakter, <strong>het</strong>geen<br />

ook geldt voor de romp <strong>van</strong> de toren.<br />

Veel kenmerken <strong>van</strong> de katholieke kerkbouw<br />

uit de periode tussen de beide Wereldoorlogen<br />

zijn aanwezig: soberheid en functionaliteit<br />

<strong>van</strong> de constructie, de aanwezigheid<br />

wèl <strong>van</strong> steunberen (vèr uitstekende muurverzwaringen)<br />

en <strong>van</strong> spitsboogvensters, maar<br />

niet <strong>van</strong> ribgewelven (gewelven met stenen<br />

stroken tegen de onderzijde) en <strong>het</strong> voorkomen<br />

<strong>van</strong> opgaande daken. Opvallend is een<br />

aantal overeenkomsten met de iets meer dan<br />

twintig jaar oudere St.-Bonifatiuskerk:<br />

- één onverdeelde schipruimte, die geflan<br />

keerd wordt door processiegangen<br />

- ondiepe, maar brede traveeën (vakken) <strong>van</strong><br />

de voornaamste kerkdelen<br />

- rechte sluiting <strong>van</strong> <strong>het</strong> priesterkoor<br />

- kerktype en dikke, gele baksteen<br />

- de aanwezigheid <strong>van</strong> een triomfboog (boog<br />

aan de schipzijde <strong>van</strong> <strong>het</strong> priesterkoor, een<br />

element <strong>van</strong> de traditionele<br />

katholieke<br />

kerkbouw)<br />

Er zijn echter ook duidelijke verschillen. De<br />

Bonifatiuskerk heeft een dwarsschip terwijl<br />

dat in de Lourdeskerk — en nog maar aan één<br />

zijde (de noordkant) — ver<strong>van</strong>gen is door een<br />

aparte vleugel naast <strong>het</strong> koor. Bovendien zijn<br />

de vensters <strong>van</strong> laatstgenoemde kerk gewoonlijk<br />

in series aangebracht en missen zij traceringen<br />

(decoratieve vullingen). Zowel bij de<br />

Bonifatius- als bij de Lourdeskerk is —<br />

als men de gangen in <strong>het</strong> schip gelijk stelt met<br />

zijbeuken — sprake <strong>van</strong> een pseudobasiliek:<br />

een meerbeukige kerk zonder vensters in de<br />

lange bovenmuren <strong>van</strong> de hoofdbeuk <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

schip. Opmerkelijk in de Lourdeskerk is <strong>het</strong><br />

ontbreken <strong>van</strong> scheibogen (bogen, die de<br />

ruimten scheiden) tussen hoofdbeuk en<br />

processiegangen. De gewelven


lijken daardoor boven de verschillende ruimten<br />

met elkaar te versmelten. De hoofdruimten<br />

<strong>van</strong> koor en schip zijn overkluisd met een<br />

combinatie <strong>van</strong> een troggewelf (gewelf in<br />

de vorm <strong>van</strong> een cirkelsegment) en een<br />

ribloos netgewelf. Netgewelven bestaan in<br />

de regel uit vele, elkaar kruisende,<br />

diagonale ribben (stenen<br />

23<br />

stroken tegen de onderzijde <strong>van</strong> <strong>het</strong> gewelf).<br />

In plaats <strong>van</strong> ribben komen hier graten<br />

(knikken in de gewelfkappen) voor. Dit vermijden<br />

<strong>van</strong> ribben en <strong>het</strong> ver<strong>van</strong>gen daar<strong>van</strong><br />

door graten is gebruikelijk in de periode tussen<br />

de beide Wereldoorlogen. Ribloze<br />

netgewelven zijn overigens al eerder toegepast<br />

door architect Wolter te Riele Gzn. in de<br />

katholieke kerk <strong>van</strong> Lonneker bij Enschede<br />

(1911-1912).<br />

De karakteristieke toren bestaat uit een<br />

zware, gesloten vierkante onderbouw en een<br />

sterk terugspringende, achthoekige lantaarn<br />

(bovenste geleding), waar<strong>van</strong> de spitsbogige<br />

openingen als galmgaten dienst doen .<br />

Bijzonderheden: De kerk is een laat voorbeeld<br />

<strong>van</strong> traditionele katholieke kerkbouw en één<br />

der laatste kerken met stenen gewelven.


Ertugrul Gazi Camii (moskee) <strong>Haaksbergen</strong> (1999)<br />

Op een markant punt op de hoek <strong>van</strong> de<br />

Sterrebosstraat en de Enschedesestraat, waar<br />

vroeger een huishoudschool stond, is in 1999<br />

- naar ontwerp <strong>van</strong> de architecten S. Yavuz<br />

en M. Kilic <strong>van</strong> <strong>het</strong> architectenbureau<br />

Lema-5 te Rotterdam - een complex<br />

gebouwd ten behoeve <strong>van</strong> de Turkse<br />

Islamitische gemeenschap <strong>van</strong> <strong>Haaksbergen</strong> .<br />

Het complex fungeert als sociaal en religieus<br />

centrum en bevat een bestuurskamer, een<br />

biljart, een computerspelkamer voor<br />

kinderen, een leerruimte, een TV-ruimte en<br />

een verkooplokaal. Op de verdieping aan de<br />

zijde <strong>van</strong> de Enschedesestraat, boven de ontmoetingsruimte<br />

is de gebedsruimte. Zoals<br />

ook bij vele moderne kerken <strong>het</strong> geval is,<br />

vormt de gebedsruimte met de bijgebouwen<br />

één geheel.<br />

Omdat de Islamieten zich tijdens hun gebed<br />

in de richting <strong>van</strong> Mekka keren, is de<br />

moskeewand aan de zijde <strong>van</strong> de<br />

Enschedesestraat (de oostwand) de muur,<br />

waarop de ogen zijn gericht. De richting naar<br />

Mekka wordt aangegeven door een<br />

zogenaamde gebedsnis (mihrab). Deze nis<br />

heeft een spitsbogige vorm (deze vorm<br />

komt in de traditionele Islamitische<br />

architectuur <strong>van</strong> landen als<br />

24<br />

Turkije, Egypte, Iran en India veel voor).<br />

Buitenwerks is zij geaccentueerd door een<br />

driehoekige uitstulping. Rechts <strong>van</strong> de<br />

gebedsnis bevindt zich de preekstoel (minibar).<br />

Het muurgedeelte achter de gebedsnis<br />

en de kansel is volledig bekleed met tegels.<br />

De gebedsruimte is overdwars rechthoekig,<br />

met aan de oostzijde geronde hoeken. In de<br />

zuidoosthoek loopt de achtermuur schuin,<br />

terwijl in de noordwesthoek de gebedsruimte<br />

kan worden uitgebreid met een ruimte die<br />

zich normaal gesproken achter een schuifwand<br />

uitstrekt. Ook bij deze extra-ruimte is<br />

sprake <strong>van</strong> schuine wanden. De muren zijn<br />

-als er geen tegels voorkomen — voorzien <strong>van</strong><br />

een houten lambrizering en daarboven <strong>van</strong><br />

pleisterwerk. Ook de buitenmuren zijn door<br />

bepleistering aan <strong>het</strong> oog onttrokken.<br />

Binnen- en buitenmuren, die een sterk gesloten<br />

karakter hebben, zijn op regelmatige


plaatsen doorbroken met vensters, die een<br />

rondbogige vorm vertonen maar in de rondingen<br />

<strong>van</strong> de oosthoeken<br />

staand-rechthoekig zijn.<br />

Boven de gebedsruimte strekt zich een laag<br />

systeemplafond uit. Uit dit plafond rijst voor<br />

<strong>het</strong> oog een ronde koepel omhoog, zoals<br />

gebruikelijk is in de Islamitische moskeearchitectuur<br />

<strong>van</strong> Turkije. In dit geval wordt<br />

de koepel, die uit prefabbeton elementen<br />

bestaat, niet door bouwkundige elementen<br />

ondersteund. Deze constructie fungeert als<br />

lichtkoepel in de ware zin des woords. In de<br />

tamboer (overgangscilinder) komen namelijk<br />

vierentwintig kleine rondbogige vensters<br />

voor. Het daarboven oprijzende gedeelte <strong>van</strong><br />

de koepel is geleed met twaalf ribben (smalle<br />

stroken). Koepel en minaret (slanke toren)<br />

vormen twee verticale elementen, die contrasteren<br />

met de doosvormige aanblik <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

overigens platgedaakte complex. De minaret<br />

is eveneens <strong>van</strong> prefabbeton.<br />

25<br />

Bijzonderheden: De moskee is opgetrokken<br />

in traditioneel Turkse vormen. Zij is qua<br />

verhoudingen evenwichtig te noemen en<br />

passend in de omgeving.


Tenslotte<br />

Het religieus erfgoed, kerken, pastorieën, kapellen etc., staat niet meer in <strong>het</strong> centrum<br />

<strong>van</strong> de belangstelling. Door de ontkerkelijking staat de oorspronkelijke functie <strong>van</strong> de<br />

gebouwen onder druk en zijn de tijden <strong>van</strong> de vermogende weldoeners, die nog wel<br />

eens iets schonken aan de kerk, voorbij.<br />

Anderzijds is er een toenemende belangstelling voor kerkelijke cultuur…..architectuur,<br />

muziek, glas-in-loodkunst etc.<br />

De <strong>Historische</strong> <strong>Kring</strong> <strong>Haaksbergen</strong> wil door deze uitgave de vele vrijwilligers, die<br />

betrokken zijn bij <strong>het</strong> beheer en onderhoud <strong>van</strong> dit erfgoed, ondersteunen en stimuleren<br />

bij hun werk.<br />

Meer kennis en <strong>het</strong> goed documenteren <strong>van</strong> <strong>het</strong> kerkelijk cultuuurbezit is een<br />

voorwaarde om dit cultuurgoed te handhaven en voor een groter publiek toegankelijk<br />

te maken.<br />

Bovendien kan er dan een draagvlak ontstaan voor vormen <strong>van</strong> verantwoord<br />

hergebruik.<br />

Wie zich verder wil verdiepen in de wortels <strong>van</strong> de drie wereldgodsdiensten: <strong>het</strong><br />

Jodendom, <strong>het</strong> Christendom en de Islam, kan hiervoor terecht in <strong>het</strong> "Bijbels<br />

Openluchtmuseum" (voorheen Heilig Landstichting) in Nijmegen. De Nijmeegse<br />

kunstenaar Piet Gerrits en de architect Jan Stuyt laten er door hun creaties zien<br />

hoe architectuur een weergave is <strong>van</strong> <strong>het</strong> menselijk denken door de eeuwen heen.<br />

26


Over de auteur<br />

Zeno Kolks is in 1946 geboren in Assen. In 1974 heeft hij <strong>het</strong> doctoraalexamen kunstgeschiedenis<br />

afgelegd aan de St.-Radbouduniversiteit in Nijmegen. Daarna is hij werkzaam<br />

geweest bij Kunst & Cultuur Overijssel in Zwolle, en bij <strong>het</strong> Rijksmuseum<br />

Twenthe en <strong>het</strong> Museum Jannink, beide in Enschede. Thans is hij medewerker <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

Gelders Erfgoed in Zutphen.<br />

Vanaf 1967 publiceert Kolks regelmatig over kerken en synagogen, vooral in <strong>Twente</strong> en<br />

<strong>het</strong> Graafschap Bentheim. Tot de tweehonderd publicaties over afzonderlijke kerkgebouwen<br />

behoren onder meer artikelen over de synagoge <strong>van</strong> <strong>Haaksbergen</strong> (1978) en<br />

over de St. Pancratiuskerk aldaar (1975 en 1983), alsmede een studie over de bestaande<br />

synagoge <strong>van</strong> Enschede (2004). Kolks heeft tot dusverre elf overzichten over kerkarchitectuur<br />

in een bepaald gebied of met betrekking tot een bepaald thema samengesteld.<br />

Deze zijn:<br />

- Verdwenen Waterstaatskerken in <strong>Twente</strong> (1972)<br />

- Eenbeukige Romaanse kerken in <strong>Twente</strong> (1975)<br />

- Negentiende-eeuwse protestantse kerkbouw in de gemeente Nijmegen (1976)<br />

- Langs oude Veluwse kerken (1978)<br />

- Middeleeuwse hallenkerken in <strong>Twente</strong> (1983)<br />

- Romaanse kerktorens op de Veluwe (1987)<br />

- Die reformierten Kirchen und ihre Ausstattung in der Grafschaft Bentheim (1988)<br />

- Langs oude Twentse kerken (1989)<br />

- Die Orientation von Kirchen, Moscheen und Synagogen (1996)<br />

- Kerkenbezoek in de Achterhoek (1997)<br />

- Buitenregionale invloeden in en aan de kerken in <strong>het</strong> graafschap Bentheim en in<br />

<strong>Twente</strong> (2003)<br />

Verdere publicaties zijn in voorbereiding.<br />

27

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!