24.09.2013 Views

Personeelszorg bij grote veranderingen

Personeelszorg bij grote veranderingen

Personeelszorg bij grote veranderingen

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

“S.<br />

<strong>Personeelszorg</strong><br />

in het kader van<br />

de VHKL<br />

ende<br />

cultuurverandering<br />

6xï6~ 7529<br />

Utrecht, Staf CO1~<br />

Drs. W.H.Th. Heijster<br />

Majoor MPSD


‘‘S


Management-samenvatting<br />

<strong>Personeelszorg</strong> staat hoog in het vaandel van de BLS. Eén van<br />

zijn beleidsrichtlijnen luidt, dat aan het welbevinden van<br />

het personeel een gelijke prioriteit moet worden gegeven als<br />

aan de vulling van de organisatie.”<br />

Mede door het ontbreken van een beleidsconcept personeelszorg,<br />

is het niet iedereen in de XL duidelijk wat er concreet onder<br />

personeelszorg wordt verstaan. In deze studie wordt antwoord<br />

gegeven op de vraag, “welke activiteiten vanuit een oogpunt<br />

van personeelszorg wenselijk en mogelijk zijn in het kader van<br />

de <strong>veranderingen</strong> die de XL ondergaat”.<br />

Vastgesteld wordt dat personeelszorg een bewustzijn vergt van<br />

de effecten van het alledaagse handelen van elke militaire<br />

meerdere op zijn omgeving en de aan hem toevertrouwde mensen.<br />

<strong>Personeelszorg</strong> zou een tweede natuur van elke militaire meer<br />

dere moeten zijn. Dat is het nog niet, o.a. omdat het onder<br />

werp nog geen deel uit maakt van de opleidingen.<br />

Vastgesteld wordt dat alle <strong>veranderingen</strong> die de XL momenteel<br />

ondergaat en nog zal ondergaan een verzwaring van de mentale<br />

belasting van het personeel betekent. De <strong>veranderingen</strong> betref<br />

fen niet alleen de nieuwe taken voor de XL, maar ook de ver<br />

nieuwing van de opleidingen, de andere bedrijfsvoering, het<br />

nieuwe personeelsbeleid, kortom een immense cultuurverandering<br />

die vredesstress kan opleveren. Het personeel heeft niet<br />

geleerd symptomen van alledaagse vredesstress <strong>bij</strong> zichzelf en<br />

anderen te onderkennen en daarmee op een adequate wijze om te<br />

gaan, teneinde dysfunctioneren en erger te voorkomen. Een<br />

personeelszorgbeleid m.b.t. ingrijpende <strong>veranderingen</strong> en alle<br />

gevolgen voor de psychische inzetbaarheid ontbreekt.<br />

In de studie wordt het belang aangegeven van onderzoek naar de<br />

huidige cultuur, teneinde in staat te zijn maatregelen te<br />

nemen om de gewenste cultuur te kunnen bereiken. Hiervoor<br />

worden een serie praktisch uitvoerbare richtlijnen gegeven,<br />

die gemeen hebben, dat het personeel geprikkeld en uitgedaagd<br />

wordt tot allerlei activiteiten, die ertoe moeten leiden dat<br />

voorkomen wordt, dat het personeel een afwachtende en passieve<br />

houding gaat aannemen. Daarnaast, dat het personeel in gele<br />

genheid wordt gesteld adequaat alle moeilijke, tegenstrijdige,<br />

ontbrekende en overbodige informatie, die op haar afkomt te<br />

verwerken op een zodanige manier, dat het niet gaat dysfuncti—<br />

oneren. In het kader van een lerende XL, worden voorstellen<br />

gedaan voor traingen en workshops die het personeel leren om<br />

te gaan met onzekerheden, <strong>veranderingen</strong>, teleurstellingen,<br />

stress en emoties.<br />

In de studie wordt een nieuw type management geïntroduceerd:<br />

transitie—management. Een vorm van mangement dat wordt toege<br />

past in een situatie waarin sprake is van vele <strong>veranderingen</strong>,<br />

voor de Organisatie zowel als het personeel. Daar<strong>bij</strong> komt het<br />

vooral aan op het inruimen van tijd en aandacht voor het<br />

personeel: actief luisteren i.p.v. overvoeren met informatie.<br />

Een belangrijk doel van transitiemanagement is het personeel<br />

zelf verantwoordelijkheid te laten nemen voor de <strong>veranderingen</strong><br />

die het ondergaat.


Cultuurverandering blijkt in de praktijk vaak een schokkende<br />

en traumatische ervaring te zijn. Deskundige en actieve bege<br />

leiding van het personeel is vanuit een preventief oogpunt<br />

zeer gewenst, alsmede een KL preventiebeleid dat gericht is op<br />

de psychische inzetbaarheid van het personeel. Mogelijkheden<br />

voor de begeleiding van het personeel van het personeel worden<br />

geschetst. Ook wordt aangegeven dat het wenselijk is dat<br />

commandanten beschikken over een tool of management waarmee<br />

zij op eenvoudige wijze een moreelsanalyse van hun eenheid<br />

kunnen maken om resultaatverantwoordelijk <strong>bij</strong> te kunnen sturen<br />

op deelaspecten die sterk van invloed zijn op het moreel.<br />

De belangrijkste conclusie van de onderhavige studie is, dat<br />

alle <strong>veranderingen</strong> die de KL ondergaat, nieuwe vormen en<br />

activiteiten van personeelszorg vereisen, die eigenlijk inge<br />

bakken zouden moeten zijn in het alledaagse leidinggeven en<br />

teambuilding op elk niveau, maar dat door het ontbreken van<br />

enkele elementen in de huidige opleidingen, speciale activi<br />

teiten in de vorm van workshops en trainingen dienen te worden<br />

opgestart om het personeel betrokken te houden <strong>bij</strong> de de bouw<br />

van de nieuwe KL en daarmee mogelijk dysfunctioneren van<br />

personeel te voorkomen. Er worden aanbevelingen gedaan om dit<br />

te bereiken, alsmede om het begrip personeelszorg nader te<br />

concretiseren en voor het personeel zichtbaar te maken zoals<br />

de BLS dit wenst confrom richtlijn 7 <strong>bij</strong> de doelstellingen van<br />

de KL voor 1 januari 1998: de KL moet een uitmuntend perso—<br />

neelszorgsysteem hebben.<br />

‘3


Inhoudsopgave: pag:<br />

1. Inleiding .1<br />

2. Probleemstelling 1<br />

3. Analyse 1<br />

4. Beschouwing 2<br />

4.1 Huidige personeelszorg 3<br />

4.2 Veranderingen en mentale belasting 4<br />

4.3 Cultuurverandering 6<br />

4.4 Praktische uitvoering van een cultuurverandering 9<br />

4.5 De lerende KL 10<br />

4.6 Transitiemanagement 13<br />

4.7 Preventieve interventies 14<br />

4.8 Gewenste personeelszorg <strong>bij</strong> <strong>veranderingen</strong> 17<br />

4.9 Begeleiding van veranderingsprocessen 17<br />

5. Conclusies 19<br />

6. Aanbevelingen 20


1. Inleiding<br />

De andere taak voor de XL, de reorganisatie, de inkrimping, de<br />

cultuurverandering, alsook de onderwijsvernieuwing in het<br />

COKL, hebben ingrijpende gevolgen voor het personeel. In zijn<br />

persoonlijke brief aan het personeel stelt de Bevelhebber<br />

nadrukkelijk: “de mens en niet de structuur vormt de rugge—<br />

graat van de Landmacht en ik zal daarop mijn aandacht in de<br />

eerste plaats richten”. In de Legerkoerier benadrukt de Bevel<br />

hebber nogmaals dat “verhinderd moet worden dat militairen<br />

en/of burgers bekneld raken in de machinerie van de verande<br />

ringen”. Hij belooft het personeel aandacht voor de mens,<br />

brede informatie en maximale inspraak. Desondanks blijkt<br />

regelmatig (129 Afd VA en OCVVR) dat die personeelszorg niet<br />

of nauwelijks wordt ervaren. Het vele werk dat personeelsfunc<br />

tionarissen verzetten en de zorgvuldigheid en zorg waarmee zij<br />

de belangen van het personeel hebben gewogen, blijft meestal<br />

uit het zicht van betrokkenen. Doordat het soms lijkt dat<br />

militaire managers het halen van de reductiedoelen belangrij<br />

ker vinden dan het behoud van werk voor hun mensen, hebben<br />

veel militairen het gevoel, dat functies belangrijker zijn dan<br />

de mensen die ze moeten vervullen.. Wat personeelszorg in de<br />

praktijk inhoudt of zou moeten en kunnen inhouden, is voor<br />

velen in de KL nogal onduidelijk en een beleidsconcept “perso<br />

neelszorg” ontbreekt. Ook in de literatuur zijn artikelen over<br />

personeelszorg zeer schaars. Onder de huidige omstandigheden<br />

is een actieve personeelszorg van groot belang om te voorkomen<br />

dat het personeel afglijdt naar apathie en berusting, als<br />

juist initiatief en actie vereist zijn om de noodzakelijke<br />

<strong>veranderingen</strong> gestalte te kunnen geven. Hierna zal worden<br />

nagegaan welke <strong>veranderingen</strong> het KL—personeel de komende tijd<br />

zal moeten doormaken en wat uit een oogpunt van personeelszorg<br />

wenselijk en mogelijk is teneinde de zorg van de BLS voor<br />

iedereen in de XL zichtbaar te maken.<br />

2. Probleemstelling<br />

Geef aan welke activiteiten vanuit een oogpunt van personeels<br />

zorg wenselijk en mogelijk zijn in het kader van de aanstaande<br />

<strong>veranderingen</strong> in de XL.<br />

3. Analyse<br />

Onder personeelszorg wordt in de XL verstaan een samenstel van<br />

activiteiten die, in overeens-tenuning met de werkomstandighe<br />

den, de mentale en fysieke inzetbaarheid van het personeel<br />

dienen te bevorderen.<br />

Onderscheid kan worden gemaakt in operationele personeelszorg<br />

en personeelszorg in vredestijd. In vredestijd kan personeels<br />

zorg worden onderscheiden in personeelszorg in een stabiele en<br />

in een turbulente situatie. Alle <strong>veranderingen</strong> die de XL te<br />

wachten staan maken de huidige en aanstaande situatie tot een<br />

turbulente.<br />

1


De <strong>veranderingen</strong> waarmee het personeel wordt geconfronteerd,<br />

o.a. een gewijzigde taakstelling van de KL, de reorganisatie<br />

en inkrimping van de KL en een verandering van de bedrijfsvoe<br />

ring. Kortom een immense cultuurverandering.<br />

De nieuwe taak voor de KL is het zich voorbereiden op vrijwel<br />

wereldwijde operationele inzet in internationaal verband. Die<br />

andere taak heeft vooral gevolgen voor personeel <strong>bij</strong> de inf,<br />

de art, de cav en de ost ehdn (T, Vbdd, Gn, Cnk) en voor<br />

individuen in het <strong>bij</strong>zonder.<br />

In het kader van de nieuwe KL—taak en een verbetering van de<br />

bedrijfsvoering vindt er een reorganisatie plaats, gepaardgaande<br />

met gefaseerde personeelsinkrimpingen. Die inkrimpingen<br />

hebben vooral gevolgen voor het BOT— en burger-personeel. De<br />

reorganisatie heeft gevolgen voor al het niet-dienstplichtig<br />

personeel. De cultuurverandering heeft vooral gevolgen voor<br />

allen die relatief lang binnen de huidige cultuur werkzaam<br />

zijn geweest.<br />

Door alle <strong>veranderingen</strong> wordt een aantal groepen meervoudig<br />

geraakt, hetgeen een meer dan evenredige toename van de menta<br />

le belasting betekent. Daarnaast vindt er in de toekomst een<br />

vergroting plaats van de taak (decentralisatie) van het lijnmanagement<br />

t.a.v. de P-functie. Commandanten worden resul—<br />

taatverantwoordeli jk voor personeelsaangelegenheden, inclusief<br />

personeelszorg.<br />

<strong>Personeelszorg</strong> is een taak voor elke militaire meerdere, elke<br />

P-functionaris in het <strong>bij</strong>zonder en richt zich op zowel het<br />

burger en militair personeel in de KL als op het thuisfront.<br />

Door de complexiteit van de <strong>veranderingen</strong> zijn beleidsricht—<br />

lijnen nodig voor de verbetering van het huidige personeels—<br />

zorgsysteem.<br />

Hierna zal worden nagegaan op welke wijze de zorg voor het KL—<br />

personeel <strong>bij</strong> al deze <strong>veranderingen</strong> zichtbaar gemaakt kan<br />

worden door wenselijke en mogelijke activiteiten en op welk<br />

niveau.<br />

4. Beschouwing<br />

<strong>Personeelszorg</strong> is de buiten de KL de verzamelnaam voor activi<br />

teiten die tot doel hebben de veiligheid, de gezondheid en het<br />

algemeen welzijn van de deelnemers van een arbeidsorganisatie<br />

te waarborgen en waar nodig te verbeteren. Deze definitie<br />

wijkt af van de I(L-~definitie en wordt buiten de KL gehanteerd.<br />

De activiteiten die moeten leiden tot de realisatie van deze<br />

doelstellingen worden in de regel buiten de KL toevertrouwd<br />

aan specialisten die zich beroepshalve daarmee bezig houden.<br />

Aandacht voor de veiligheid, de gezondheid en het welzijn van<br />

de medewerkers zou een normale taak voor elke leidinggevende<br />

dienen te zijn. De zorg en de aandacht voor de mens mogen niet<br />

ondergeschikt zijn aan andere middelen die tot produktie<br />

moeten leiden. In het bedrijfsleven gaat men ervan uit dat van<br />

2


de organisatieleidjng niet kan en mag verwacht worden dat ze<br />

zodanig deskundig is dat ze de personeelszorg qua uitvoering<br />

zelf ter hand kan nemen. Ze moet echter wel zorgen dat de<br />

personeelszorg onderdeel is van het beleid. De activiteiten<br />

die uit dat beleid voortvloeien, moeten gedelegeerd worden aan<br />

deskundigen. De wijze waarop dat gebeurt is sterk afhankelijk<br />

van de soort en de omvang van de Organisatie en de daarbinnen<br />

heersende visie op sociaal gebied. De personeelszorg is niet<br />

per definitie een taakgebied van de personeelsdienst van een<br />

organisatie. <strong>Personeelszorg</strong> wordt in de literatuur gezien als<br />

een werkgebied waarin zich specialisten bezighouden met het<br />

voorkomen (preventief) en het opheffen (curatief) van situa<br />

ties waarin werknemers als mens bedreigd worden met ziekte,<br />

ongeval of psychische of sociale nood. De zorg voor het perso<br />

neel wordt als regel afgeleid van de opvattingen die men heeft<br />

over de mens in het algemeen en de werknemer in het <strong>bij</strong>zonder.<br />

<strong>Personeelszorg</strong> vergt een bewustzijn van de psycho-sociale<br />

effecten van het alledaagse handelen van de militaire meerdere<br />

op zijn omgeving en de aan zijn zorg toevertrouwde mensen.<br />

<strong>Personeelszorg</strong> zou een tweede natuur van elke militaire meer<br />

dere moeten zijn. Om de P—functie te professionaliseren,<br />

worden sinds kort personeelsfunctionarissen speciaal <strong>bij</strong>ge—<br />

schoold. Opvallend is dat ook in deze cursus het onderwerp<br />

personeelszorg niet expliciet in de syllabus is opgenomen. Het<br />

ontbreken van een beleidsconcept ‘personeelszorg” is daaraan<br />

wellicht debet. Duidelijkheid omtrent personeelszorg is temeer<br />

noodzakelijk, omdat men in de nieuwe cultuur ook daarop<br />

—namens de Bevelhebber— aangesproken kan worden.<br />

4.1 Huidige personeelszorg<br />

<strong>Personeelszorg</strong> richtte zich tot nu toe vooral op gezondheids<br />

zorg, huisvestingszorg, vrijetijdszorg, voorzieningen in het<br />

werk- en leefklimaat en voorlichting <strong>bij</strong> uitstroom. In de<br />

laatste jaren zijn daar <strong>bij</strong> gekomen ARBO— en milieuzorg,<br />

sociale zorg <strong>bij</strong> gedwongen ontslag, emancipatie— en integra—<br />

tiezorg en thuisfrontzorg <strong>bij</strong> uitzending. Daarnaast maken een<br />

goede psychologische en maatschappelijke hulpverlening en de<br />

inzet van personeelsfunctionarissen deel uit van de zorg van<br />

de Organisatie voor het personeel. Ook de Dienst O&O en de<br />

SCC’n zijn voorbeelden van goede personeelszorg. De zorgvul<br />

digheid en de <strong>grote</strong> inzet waarmee personeelsfunctionarissen<br />

hun taak verrichten om de belangen van het personeel zo goed<br />

mogelijk te behartigen, worden door het personeel maar zelden<br />

waargenomen en alszodanig gewaardeerd. T.a.v. uit te zenden<br />

personeel is inmiddels een zorgbeleid ontwikkeld. Een perso<br />

neelszorgbeleid m.b.t. ingrijpende <strong>veranderingen</strong> als de VHKL<br />

en de cultuurverandering ontbreekt op dit moment voor zover<br />

bekend.<br />

»<br />

3


4,<br />

4.2 Veranderingen en mentale belasting<br />

Er bestaat <strong>bij</strong> mensen een natuurlijke weerstand tegen verande<br />

ringen. Niet <strong>bij</strong> iedereen in gelijke mate, maar <strong>veranderingen</strong><br />

zijn bronnen van stress en brengen onzekerheden met zich mee,<br />

die kunnen leiden tot stressreacties, waar de één beter mee om<br />

kan gaan dan een ander. Het is de persoonlijke perceptie<br />

(manier en beleving van waarnemen) van de stressbron (—nen),<br />

die bepaalt hoe de stressreacties zullen zijn. In zijn alge<br />

meenheid is het zo dat mensen beschikken over een aantal<br />

verdedigingsmechanismen om te kunnen omgaan met moeilijke,<br />

tegenstrijdige, teveel of te weinig informatie danwel een<br />

combinatie daarvan, voortvloeiende uit <strong>bij</strong>voorbeeld verande<br />

ringen van organisatie, functie, cultuur, enz. Die verdedi—<br />

gingsmechanismen kunnen variëren van huilen tot apathie, van<br />

agressie tot verdringing, enz. enz. Bij een te vaak of te<br />

langdurig gebruik van zo’n mechanisme, of meerdere in combina<br />

tie, kan dat leiden tot dysfunctioneren en zelfs uiteindelijk<br />

tot “over de rooie gaan”. Naast automatische reacties als<br />

hierboven omschreven, kunnen mensen actief omgaan met stress—<br />

bronnen en bepaalt ook de steun uit iemands’ omgeving (thuis<br />

en op het werk) de aard en intensiteit van de stressreacties.<br />

Het leren herkennen van signalen van dit normaal menselijke<br />

mechanisme <strong>bij</strong> zichzelf en anderen en het leren actief om te<br />

gaan met stress, maakte tot voor kort nog geen structureel<br />

deel uit van KL-opleidingen. M.a.w., het KL-personeel heeft<br />

niet systematisch geleerd om te gaan met de effecten van<br />

onzekerheid en alledaagse vredesstress, al dan niet als gevolg<br />

van (aanstaande) <strong>veranderingen</strong>.<br />

Grote aantallen personeel zijn structureel overbelast, of<br />

belasten zich gedurende te lange tijd bovenmatig en komen niet<br />

of nauwelijks toe aan de drie andere elementen die in een<br />

• mensenleven de energie evenwichtig verdelen: relaties/gezin,<br />

gezondheid en zingeving/religie. Aan de andere kant treffen we<br />

in de KL sinds kort ook een sterk in omvang toenemende catego<br />

rie aan, die structureel. is onderbelast ( Bascode 3 en 7). Bij<br />

reorganisaties zou uit een oogpunt van personeelszorg de<br />

personele vulling zodanig moeten zijn dat niemand van het<br />

personeel wordt over— of onderbelast. M.a.w. een optimale<br />

personele afstemming op de doelstelling en taken van de een<br />

heid is gewenst uit ook een oogpunt van personeelszorg..<br />

In de KL vinden vele <strong>veranderingen</strong> tegelijkertijd plaats: Een<br />

steeds sterker doorgevoerde reorganisatie en inkrimping,<br />

gepaardgaande met onderwijsvernieuwing en een cultuuromslag;<br />

dit i.h.k.v. een verandering/verbetering van de bedrijfsvoe<br />

ring. Dit levert, voor de één meer dan voor de ander, moeilij<br />

ke, tegenstrijdige en ongewenste informatie op, terwijl ook<br />

een gebrek aan gewenste informatie wordt ervaren. Dit alles<br />

vergt nogal wat van mensen op emotioneel en mentaal gebied.<br />

De rationalisering van opleiding en bedrijfsvoering in de KL<br />

leidt ertoe, dat steeds meer fysieke belasting wordt vervangen<br />

door mentale belasting, <strong>bij</strong>voorbeeld in de vorm van beeld—<br />

schermwerk, gebruik van simulatoren, dienstverlening, overleg,<br />

4


onderwijsbegeleidjng, enz. Daar bovenop vormt de cultuurveran—<br />

dering, de gewijzigde taakstelling van de KL en de drie-jaar<br />

lijkse functiewisseling, een extra mentale belasting. I.t.t.<br />

fysieke belasting houdt mentale belasting niet op als men naar<br />

huis gaat. Integendeel, thuis kan deze zelfs worden verzwaard,<br />

waardoor er een vicieuze cirkel kan ontstaan.<br />

Uit onderzoek blijkt dat mensen minder geschikt zijn voor<br />

mentale dan voor fysieke belasting. Mentale belasting leidt<br />

eerder tot psychische dan tot fysieke problemen. Deze psychi<br />

sche problemen zijn niet altijd direct zichtbaar, maar kunnen<br />

tot een verminderde taakverrichting leiden. Uit onderzoek<br />

blijkt tevens, dat <strong>bij</strong> de introductie van nieuwe technolo<br />

gieën, <strong>bij</strong> reorganisaties en <strong>bij</strong> overplaatsingen teveel de<br />

nadruk wordt gelegd op een effectief en rationeel management<br />

en dat individuele en emotionele factoren buiten beschouwing<br />

worden gelaten. Hoewel iedereen weet dat een mens niet als een<br />

machine kan worden “omgebouwd” en verplaatst, blijkt in de<br />

alledaagse praktijk van het bedrijfsleven, dat wel als zodanig<br />

met werknemers wordt omgesprongen en dat de individuele bege<br />

leiding van werknemers toch vaak een sluitpost is.<br />

Ook in de KL kent het personeel voorbeelden die de indruk<br />

wekken dat het personeel als materieel wordt verplaatst,<br />

terwijl deskundige begeleiding pas plaats vindt als men de<br />

drempel naar de Individuele Hulpverlening (1H) overgeduwd<br />

wordt door het SCC. Het is te verwachten dat door de verschui<br />

vingen in de KL van fysieke naar mentale belasting door de<br />

cultuurverandering, de nieuwe KL—taak, de maximale plaatsings—<br />

duur, de nieuwe bedrijfsvoering en het rationeel verplaatsen<br />

van opleidingen, eenheden en mensen, het aantal werknemers dat<br />

psychisch en/of lichamelijk in de problemen komt, zal toene<br />

men.<br />

Bij veranderingsprocessen blijken individuele en emotionele<br />

factoren van dermate zwaar gewicht te zijn, dat in het be<br />

drijfsleven (Philips <strong>bij</strong>v.) hele projecten dreigden te misluk<br />

ken als daarmee niet méér rekening werd gehouden. Dat werd<br />

o.a. gedaan door snel over te gaan tot management op hoofdlij<br />

nen, gepaard aan verregaande decentralisatie en begeleiding<br />

van het personeel. Het BC Verbetering Bedrijfsvoering (BC VB),<br />

bedoeld om doelmatiger te gaan werken, wordt door het perso<br />

neel vooral beleefd als een plan tot produktieverhoging, méér<br />

dan als een plan om de arbeidssatisfactie te ver<strong>grote</strong>n. Bij<br />

een hogere werkdruk is de kans op dysfunctioneren, ziekte<br />

verzuim, ziekte en arbeidsongeschiktheid hoger en daarmee<br />

wordt de output lager. Maar ook onderbelasting, gevaarlijk,<br />

monotoon of lawaaiig werk leidt tot stressreacties. De gevol<br />

gen van stress blijven niet beperkt tot de bekende stressreac—<br />

ties als depressiviteit, overspannenheid of hart— en vaatziek<br />

ten. Stress kan ook de gevoeligheid voor virusinfecties (<strong>bij</strong>v.<br />

verkoudheid en griep) en andere lichamelijke klachten vergro<br />

ten. Het ware dan ook aan te bevelen ziekteverzuimparameters<br />

mee te nemen in het afrekenen van eenheden op resultaten en te<br />

gebruiken als indicatoren voor personeelszorg en het welzijn<br />

van het personeel.<br />

5


ê -<br />

Personele inzetbaarheid wordt niet alleen bepaald door hun<br />

fysieke fitheid, maar vooral ook door de mentale gesteldheid:<br />

bereidheid, motivatie en moreel. Inzetbaarheid van het perso<br />

neel is misschien wel voor het grootste deel afhankelijk van<br />

de mentale inzetbaarheid. Moreel heeft te maken met zelfver<br />

trouwen, met arbeidsklimaat en loyaliteit. Een goed moreel van<br />

het KL—personeel is van belang voor de inzet van de XL. Het<br />

nadelig effect van opgeleid en geoefend zijn door personeel<br />

met een laag moreel, werkt nog lang door. Voor een goed moreel<br />

zijn een aantal randvoorwaarden nodig: geoefendheid, oplei<br />

ding, goede arbeidscondities, goed management/leiderschap,<br />

vertrouwen in de toekomst en zekerheid, Op een aantal van deze<br />

aspecten kan de C invloed hebben. Daarop invloed (kunnen)<br />

hebben is van belang voor een goede bedrijfsvoering. Om in<br />

dezen sturend te kunnen optreden zou elke C dan ook dienen te<br />

beschikken over een instrument waarmee hij eenvoudig het<br />

moreel, de mentale inzetbaarheid van zijn personeel kan meten.<br />

Bij de Koninklijke Luchtmacht gebeurt dit reeds op <strong>grote</strong><br />

schaal d.m.v. een aan de KLu aangepaste versie van een systeem<br />

dat al jaren wordt gebruikt <strong>bij</strong> de Deense en Israëlische<br />

Krijgsmacht, zowel als <strong>bij</strong> IBM en de Gemeente Amsterdam. Aan<br />

de hand van een verplicht in te vullen enquête wordt een<br />

eerste beeld gevormd van het arbeidsklimaat in een onderdeel,<br />

waarna er doelgerichte acties worden ondernomen om de eventu<br />

eel geconstateerde knelpunten te verhelpen. Commandanten gaan<br />

onder begeleiding van een gedragswetenschapper in een asses—<br />

sment—center met de resultaten van de enquête in hun eenheid<br />

aan de slag. De uitkomsten van die enquête worden naar hen<br />

teruggekoppeld, waarna in de leer—fase” de commandanten de<br />

uitkomsten van het in het assessment—center geleerde moeten<br />

gaan toepassen. Na verloop van tijd wordt het moreel opnieuw<br />

gemeten en wordt bezien wat er al is bereikt en waar nog<br />

verdere acties moeten worden ondernomen. De ervaring <strong>bij</strong> de<br />

KLu leert dat de commandanten die hebben meegedaan enthousiast<br />

zijn over de hoeveelheid gegevens die ze kregen.<br />

Een moreelsanalyse gaat veel verder dan een onderzoek naar<br />

interne communicatie, maar geeft de C, als resultaatverant—<br />

woordelijke, meer inzicht in de problematiek van zijn eenheid<br />

en leert hem de wijze waarop hij deze problematiek het beste<br />

te lijf kan gaan. De moreels—analyse kan het beste worden<br />

beschouwd als een tool of management waarmee de permanente<br />

zorg van de C voor zijn personeel zichtbaar wordt. Het kan een<br />

belangrijke <strong>bij</strong>drage zijn aan de KL als een zelf lerende orga<br />

nisatie en inzicht geven in de mentale toestand vôör, tijdens<br />

en na de (cultuur—) <strong>veranderingen</strong>.<br />

4.3 Cultuurverandering<br />

Het slagen van plannen tot cultuurverandering d.m.v. <strong>bij</strong>voor<br />

beeld bestuursvernieuwing en resultaatverantwoordelijkheid, is<br />

vooral afhankelijk van de heersende bedrijfscultuur. Wil men<br />

een cultuur veranderen dan zal eerst moeten worden uitgezocht<br />

hoe de heersende cultuur eruit ziet. Onderzoek moet dat duide<br />

lijk maken. De belangrijkste vraag is, of de bedrijf scultuur<br />

passend is voor de eisen die aan de Organisatie worden ge<br />

steld.<br />

6


Het is inherent aan sterk hiërarchische organisaties dat<br />

cultuuronderzoek uitwijst dat angst en wantrouwen een belang<br />

rijk deel van de heersende cultuur uitmaken. Vaak wordt gepro<br />

beerd dit soort uitkomsten te camouf leren, maar cultuur is als<br />

de natuur; zij komt dwars door het asfalt heen. De KMar mocht<br />

dat jaren na het eigen cultuuronderzoek ervaren door een<br />

uitzending van NOVA. Het nieuwe personeelsbeleid, de reorgani<br />

saties, de inkrimping en een mogelijk aangewezen worden voor<br />

uitzending naar crisisgebieden, zullen de angst en wantrouwen<br />

onder het personeel alleen maar doen toenemen en daarmee de<br />

effecten op lichaam, geest en de bedrijfscultuur.<br />

Onder bedrijfscultuur verstaat niet iedereen hetzelfde. Veèl<br />

gebruikt wordt de omschrijving van Hofstede: “De collectieve<br />

mentale programmering van de leden van en de belanghebbenden<br />

<strong>bij</strong> een organisatie”. Het begrip bedrijfs- of organisatiecul<br />

tuur is tamelijk abstract; het behoeft daarom een nadere<br />

concretisering. De volgende zeven kenmerken van cultuur kunnen<br />

worden onderscheiden:<br />

1) affectiviteit: de mate waarin men zich emotioneel betrok<br />

ken voelt <strong>bij</strong> de Organisatie;<br />

2) oorzakelijkheid: de mate waarin men vindt dat de organi<br />

satie haar werknemers verantwoordelijk acht;<br />

3) hiërarchie: de mate waarin men geen <strong>grote</strong> resp. hinder<br />

lijke afstand ervaart tussen boven- en ondergeschikten;<br />

4) verandering: de mate waarin men vindt dat de Organisatie<br />

is ingesteld op <strong>veranderingen</strong>;<br />

5) samenwerking: de mate waarin samenwerken en gezamenlijke<br />

probleemaanpak mogelijk zijn en worden gestimuleerd;<br />

6) collegialiteit: de mate waarin men de leden van de Orga<br />

nisatie ziet als collega’s in plaats van als (mogelijke)<br />

tegenstanders met andere belangen.<br />

7) informatie: de mate waarin men vindt dat informatie<br />

vrijelijk onder elkaar wordt uitgewisseld.<br />

Een cultuur van een Organisatie moet een antwoord geven op<br />

deze zeven problemen: mensen in elke Organisatie zien zich<br />

immers ervoor geplaatst.<br />

Eén ander kenmerk van een bedrijfscultuur is, dat zij zeker<br />

heden verschaft. Cultuur<strong>veranderingen</strong> tasten die zekerheden<br />

aan. De positie in de Organisatie, de rol, bepaalt hoe men<br />

tegen de bedrijfscultuur aankijkt. Waarden, normen, overtui—<br />

gingen en percepties (manier en beleving van waarnemen) ver<br />

schillen van persoon tot persoon. Vooral de verschillen in<br />

perceptie kunnen problemen geven wanneer mensen uit verschil<br />

lende bedrijfsculturen met elkaar samen moeten werken, <strong>bij</strong>v.<br />

<strong>bij</strong> fusies, enz. Die problemen zijn het grootst wanneer men<br />

niet in de gaten heeft dat die verschillen er zijn. De con—<br />

7


t’<br />

flicten die ontstaan zijn vaak fel, omdat de oorsprong moei<br />

lijk te verklaren is. Het samenvoegen van verschillende OCa<br />

<strong>bij</strong>voorbeeld, kan zulke conflictueuse situaties opleveren.<br />

(Vergelijk het samenvoegen KMar en Rijkspolitie op Schiphol).<br />

Voor het soepel laten draaien van een Organisatie is de per—<br />

ceptie, het beeld, dat de verschillende hiërarchische lagen<br />

van elkaar hebben van enorm belang. Wat ook het officiële en<br />

formele beleid is, de invulling die lager geplaatsten geven<br />

aan het denken van hoger geplaatsten (en omgekeerd) bepaalt in<br />

belangrijke mate hoe •er gewerkt wordt. Daar<strong>bij</strong> hebben we te<br />

maken met subjectieve percepties. Het vervelende is dat mensen<br />

moeilijk van hun percepties af te brengen zijn. De manier<br />

waarop men in een Organisatie omgaat met kritiek op die per—<br />

cepties is kenmerkend voor de bedrijfscultuur. Dat bepaalt of<br />

mensen bereid zijn risico’s te nemen of deze juist mijden.<br />

De heersende of gewenste normen en waarden in een bedrijfscul—<br />

tuur kunnen worden beschreven. In dat geval wordt gesproken<br />

van “bedrijfsprincipes”. Daarin moeten ook de uitgangspunten<br />

van de Organisatie zijn terug te vinden. Naarmate de Organisa<br />

tie <strong>grote</strong>r is, worden de geschreven bedrijfsprincipes een<br />

belangrijkere bron voor de manier waarop de cultuur wordt<br />

overgedragen. De bedrijfsprincipes gelden als een management—<br />

instrument. Hoe duidelijker en bondiger de bedrijfsprincipes<br />

geformuleerd zijn, hoe beter. Dat kan voor de hele 1W, en elke<br />

eenheid of DC afzonderlijk. Het moet iedereen duidelijk zijn<br />

wat op zijn/haar niveau <strong>bij</strong>voorbeeld “resultaatverantwoorde—<br />

lijkheid” praktisch inhoudt.<br />

Veranderingen in organisaties betekenen vaak een schokkende en<br />

soms een traumatische ervaring voor de betrokkenen. Niet<br />

alleen op de werkvloer, maar ook <strong>bij</strong> de leiding. Tot op zekere<br />

hoogte is er sprake van een ‘rouwproces’, waar<strong>bij</strong> afscheid<br />

wordt genomen van de verworvenheden uit het verleden. Over het<br />

algemeen wordt verondersteld dat er alleen maar weerstanden<br />

tegen <strong>veranderingen</strong> zijn, maar een recente studie heeft aange<br />

toond dat er vaak opvallend veel veranderingsbereidheid aanwe<br />

zig is, die te weinig wordt benut. Weerstand tegen verandering<br />

komt voornamelijk voort uit onvoldoende communicatie. De<br />

oorzaak van een falende bedrijfscultuur ligt vaak <strong>bij</strong> de man<br />

of vrouw die het meest is aangewezen om haar te veranderen,<br />

niet <strong>bij</strong> de vloer. In de praktijk van het bedrijfsleven blijkt<br />

dat managers niet altijd de juiste voorstellingen en theorieën<br />

over cultuur en cultuurverandering hanteren, waardoor de<br />

gewenste duw in de goede richting gegeven zou kunnen worden.<br />

Managers hebben vaak de neiging de informele geluiden die<br />

gepaard gaan met cultuurverandering, door eenvoudige maatrege<br />

len te elimineren en voor de rest te negeren. Ze hebben vaak<br />

een “take—it or leave—it” houding: Sommige maatregelen zullen<br />

wel heibel geven, maar daar gaan we niet voor opzij.” Op basis<br />

van individuele klachten worden ad hoc maatregelen genomen,<br />

zonder eerst na te gaan of die klachten wellicht voor de hele<br />

groep gelden. Voor het gemak gaan ze ervan uit dat het perso<br />

neel gemotiveerd blijft werken. Het is de vraag of de KL hier<br />

van in positieve zin afwijkt.<br />

8


Cultuurverandering kan niet plaats vinden als een militaire<br />

operatie niet <strong>bij</strong>voorbeeld een tijdbalk. Cultuurverandering kan<br />

niet worden opgelegd: resultaten kunnen niet worden af gedwon<br />

gen. Een beoordeling van de (huidige) toestand is wenselijk om<br />

te weten hoe die cultuur is en afwijkt van de gewenste cul<br />

tuur, opdat doelen kunnen worden gesteld. Van het grootste<br />

belang is ook, dat niet de Haagse Staven de wijze van cultuur—<br />

verandering aan de eenheden onder bevel opleggen, want dat is<br />

nu een zaak van elke eenheid zelf. Eenheden en hogere staven<br />

moeten het in samenspraak eens worden in het bvt—proces over<br />

de wijze waarop de attitude—, mentaliteits— en cultuurverande—<br />

ring dienen te worden begeleid. Daarvoor lijkt een opleidings<br />

inspanning (<strong>bij</strong>v. een symposium) op zijn plaats; het gaat niet<br />

vanzelf. Een cultuurverandering willen, is laten zien dat je<br />

zelf al veranderd bent. De KL-Staf als geheel en elke functio<br />

naris daarin afzonderlijk, dient een voorbeeld te zijn van<br />

cultuurverandering, van anders denken en vooral van anders<br />

doen, van een andere mentaliteit en attitude t.a.v. onderge—<br />

schikten, collega’s, personeelszorg, de eenheden, het perso<br />

neel, de opleidingsopdracht, enz, enz. Zelfkritiek is nodig<br />

voordat van anderen een gedragsverandering mag worden verwach<br />

t. Dat betekent open communiceren in de staven tussen de<br />

afdelingen (eenheid in beeldvorming) door hen die daaraan mee<br />

willen doen. De eerste vraag zou kunnen zijn: “Hoe kunnen wij<br />

als (XL—) staf en m.n. ikzelf een voorbeeld zijn van de ge<br />

wenste <strong>veranderingen</strong>?’ Mutatis mutandis geldt dit ook voor de<br />

lagere staven.<br />

4.4 Praktische uitvoering van een cultuurverandering<br />

Voor de praktische uitvoering van de cultuurverandering kan<br />

worden uitgegaan van een aanpak waarin medewerkers in het<br />

gehele XL, en per eenheid direct worden betrokken <strong>bij</strong> het<br />

veranderingsproces, door ze uit te nodigen en uit te dagen <strong>bij</strong><br />

te dragen aan het veranderingsproces. Zulke processen aan de<br />

basis vergen nogal wat tijd, maar zijn van vitaal belang om de<br />

doelstellingen van interne communicatie gericht op cultuur—,<br />

mentaliteits- en attitude— c.q. gedrags<strong>veranderingen</strong> binnen de<br />

eigen Organisatie te verwezenlijken. Daar<strong>bij</strong> gaat het erom dat<br />

medewerkers op de eigen werkplek een vertaling maken van de<br />

organisatiedoelstellingen naar concrete doelen, mentaliteit en<br />

gedrag in de eigen werksituatie. Daartoe dient vooral het<br />

lager en middenkader vertrouwd te worden gemaakt met het<br />

interne communicatieprogramma.<br />

Workshops kunnen een uitermate sterk communicatiemiddel zijn<br />

in een veranderingstraject. Vaak zijn ze basaal voor draag—<br />

vlakontwikkeling. Ze zijn een voorwaarde voor een gemeenschap<br />

pelijke participatie van medewerkers in een veranderingstra—<br />

ject. De leiding van zulke workshops dient in vertrouwde<br />

handen te zijn, met name om losgekomen onderhuidse emoties in<br />

verantwoorde banen te leiden. Het gelijktijdig krijgen van<br />

nieuwe taken, een reorganisatie doorvoeren met sterke perso—<br />

neelsreducties en een cultuuromslag moeten maken is bepaald<br />

geen sinecure en wordt in de vakliteratuur zelfs ontraden.<br />

Maar dat geldt ook voor oorlogen en ook die wordt de Xl geacht<br />

te kunnen voeren.<br />

9


‘1~.<br />

De voorwaarden waaraan een geplande cultuurverandering moet<br />

voldoen zijn (op elk niveau):<br />

- Een ondubbelzinnige doelstelling<br />

— Onvoorwaardelijke steun van het management.<br />

— Directe betrokkenheid en voorbereiding van het management<br />

— Breed draagvlak hebben onder het personeel<br />

- Maximale mogelijkheden tot communicatie<br />

— Duidelijke nieuwe waarden en normen<br />

— Een goede begeleiding, m.n. van hen die er moeite mee<br />

hebben<br />

Bij de praktische uitvoering van de <strong>veranderingen</strong> in de KL<br />

kunnen de volgende richtlijnen gelden:<br />

- Stel bedrijfsprincipes op<br />

Zet op papier wat de waarden, normen en overtuigingen<br />

zijn die ten grondslag liggen aan de gewenste wijze van<br />

werken in de Organisatie, zoals een staf en een OC.<br />

- Zorg voor absolute duidelijkheid in doelstellingen<br />

De doelstellingen van de KL c.g. de eenheid moeten voor<br />

iedereen in de Organisatie volstrekt duidelijk zijn.<br />

— Laat zien wat het top—management wil<br />

Het is van het grootste belang dat het management, ook<br />

per eenheid, zich volledig achter de bedrijfsprincipes<br />

schaart en dit in gedrag laat blijken, niet alleen in<br />

woorden. Het management vraagt hieromtrent f eed—back in<br />

alle geledingen.<br />

- Bereid maatregelen voor<br />

Stel mensen niet voor voldongen feiten. Bespreek maatre<br />

gelen voordat een veranderingstraject vast staat. Leid<br />

mensen op tijd op voor nieuwe taken / omstandigheden.<br />

— Laat de mensen ervaren dat het om mensen gaat<br />

Het wij-gevoel ontstaat alleen als ook het management<br />

laat merken dat. het betrokken is <strong>bij</strong> het wel en wee van<br />

de medewerkers, zowel wat betreft werk als privé.<br />

— Beloon gewenst gedrag<br />

Het belonen (en daar ruchtbaarheid aan geven) van gewenst<br />

gedrag is een positieve versterker dat neer positief<br />

gedrag uitlokt. Aandacht en een schouderklopje kosten<br />

minder dan een gratificatie, maar hebben een soortgelijk<br />

(psychologisch) effect.<br />

— Straf geen ongewenst gedrag<br />

Ongewenst gedrag bestraffen werkt niet effectief (ook<br />

niet preventief). Beter is het om er achter zien te komen<br />

waar het ongewenste gedrag vandaan komt (wat er achter<br />

zit) en nagaan of het echt wel ongewenst gedrag is.<br />

Ongewenst gedrag zal, uitzonderingen daargelaten, voorna<br />

melijk een verschijningsvorm zijn van gemaakte fouten of<br />

foute interpretatie van richtlijnen. Nadat vastgesteld is<br />

waarom iets fout is, moet zodanig sturing plaats vinden<br />

10


dat dit tot verbetering leidt en uiteindelijk tot gewenst<br />

gedrag, zonder in termen van straffen te denken. Wanneer<br />

echter vastgesteld wordt dat er sprake is van opzet dan<br />

dient direct en op strenge wijze te worden ingegrepen.<br />

— Coinmuniceer de aard van de <strong>veranderingen</strong><br />

Leg in alle noodzakelijke details uit wat het belang is<br />

van de <strong>veranderingen</strong>, en vraag reacties daarop. Houdt<br />

daar<strong>bij</strong> rekening met het normen— en waardenstelsel van de<br />

medewerkers en met hun eigen communicatie—circuits /<br />

netwerken.<br />

— Zorg voor een open en angstvrije communicatie<br />

Veel militairen komen niet voor hun echte mening uit, uit<br />

angst dat ze dingen zeggen die tegen ze gebruikt kunnen<br />

worden (<strong>bij</strong>v op termijn) of waarmee emoties worden ge<br />

toond. Ze voelen zich kwetsbaar.<br />

- Verwijder barrières<br />

Onderzoek moet zien te achterhalen welke barrières veran<br />

deringen in de weg (kunnen) zitten. Het gaat dan vaak om<br />

bureaucratische procedures, overbodige hiërarchische<br />

rituelen, of personen die anderszins een sta—in—de—weg<br />

vormen voor <strong>veranderingen</strong>. Hanteer als vuistregel dat<br />

alles wat geen meerwaarde heeft voor het eindprodukt als<br />

overbodig of zelfs als remmend moet worden beschouwd.<br />

- Laat zien dat het werkt<br />

Alle voorbeelden van successen zoveel mogelijk ten voor<br />

beeld stellen aan anderen werkt inspirerend e~ kan onge—<br />

loot doen omslaan in geloof.<br />

4.5 De lerende KL<br />

In de toekomst dient de KL een zelf lerende Organisatie te<br />

zijn. Een lerende Organisatie is een Organisatie die als<br />

bewiist beleid voert haar lerend vermogen op alle niveaus en op<br />

continu—basis te ver<strong>grote</strong>n ter optimalisering van haar effec<br />

tiviteit. Deze definitie legt duidelijk het accent op het<br />

resultaat van het leren voor de organisatie. Maar voorwaarde<br />

voor het leren van organisaties is het leren van mensen en<br />

groepen. Succes van een Organisatie wordt in toenemende mate<br />

bepaald door de mate waarin organisaties erin slagen teamwork<br />

te realiseren. Systemen en organisaties dienen zodanig te zijn<br />

ontworpen, dat de betrokkenheid van haar medewerkers <strong>bij</strong><br />

<strong>veranderingen</strong> wordt vergroot.<br />

Wat dat betreft verkeert de KL in een redelijk goede uitgangs<br />

positie. Het concept van de lerende organisatie bevat echter<br />

een aantal belangrijke implicaties voor de opleidingsfunctie,<br />

waarin het leren centraal staat en niet het opleiden, er een<br />

brede definitie van leren wordt gehanteerd en er aandacht is<br />

voor de condities waaronder het leren in organisaties wordt<br />

bepaald. Leerprocessen in organisaties verlopen voor het<br />

11


grootste deel ongestructureerd (informele leerprocessen van<br />

alle dag). Dat er geleerd wordt is echter niet vanzelfspre<br />

kend: organisaties en mensen vallen <strong>bij</strong> herhaling in dezelfde<br />

fouten. Het is daarom noodzakelijk een bewust beleid te voeren<br />

om leren (en af leren) te bevorderen, <strong>bij</strong>voorbeeld om te kunnen<br />

omgaan met de grootschalige <strong>veranderingen</strong> die in de KL plaats<br />

vinden en nog zullen plaats vinden en de onzekerheden die<br />

daarmee gepaard gaan. In dat kader dient het personeel van het<br />

COKL in de gelegenheid worden gesteld te leren d.m.v. trainin<br />

gen, seminars of workshops, waarin o.a. de volgende onderwer<br />

pen aan de orde kunnen komen:<br />

*Menseliike informatieverwerking, stress, stressreactjes,<br />

functioneren en dysfunctioneren<br />

Om te voorkomen dat mensen in meer of mindere mate gaan dys—<br />

functioneren, of erger “over de rooie gaan”, is het handig te<br />

weten hoe zoiets ontstaat. Nog beter is het signalen te her<br />

kennen die mensen geven en hoe daarop te reageren. Menselijke<br />

informatieverwerking, stress, stressreacties, defensiemecha—<br />

nismen, meer alcoholgebruik, ziekteverzuim, dysfunctioneren,<br />

enz. zijn onderwerpen die in de nieuwe AMO en AKO worden<br />

opgenomen als voorbereiding op het onderwerp “gevechtsstress”.<br />

Het zittende personeel heeft hierin nooit les gekregen. Een<br />

workshop ter zake voor dat personeel zou (veel) onnodige<br />

problemen kunnen voorkomen.<br />

*Slechtnieuws_gesprekken en adviesvaardigheden<br />

Hier<strong>bij</strong> moet gedacht worden aan de cursus slecht—nieuws—ge<br />

sprekken zoals die ter voorbereiding op de Prioriteitennota<br />

werd gegeven. Een vergelijkbare cursus zou kunnen worden<br />

aangeboden aan (belangstellende) functionarissen van alle KL—<br />

eenheden. Ook moet personeel dat vaak slecht—nieuws—gesprekken<br />

voert stoom af kunnen blazen. Dat kan, mits goed begeleid.<br />

Veel functionarissen zullen de komende jaren ook vele adviezen<br />

moeten ~geven aan nog meer militairen. Adviesvaardigheid is een<br />

vak apart. In een workshop kan dat worden getraind.<br />

*Actief luisteren<br />

Ook zou een cursus “actief luisteren” kunnen worden gegeven<br />

aan personeelsfunctionarissen, Cies Cn en andere functiona<br />

rissen die daar behoefte aan hebben. Actief luisteren naar<br />

mensen wil zeggen, in eigen bewoordingen aan iemand teruggeven<br />

wat men inhoudelijk en gevoelsmatig heeft gehoord, begrepen en<br />

gevoeld. Dat heeft een zeker nut <strong>bij</strong> het voorkomen van dys-.<br />

functioneren.<br />

*Mentaliteits_ attitude— en cultuurverandering<br />

Voor stafofficieren, cies en overeenkomstige Cn zou een work<br />

shop gegeven kunnen worden waarin de principes van mentali—<br />

teits—, attitude— en cultuurverandering aan de orde komen.<br />

Kennis en inzicht daaromtrent zijn niet geheel helder. Een<br />

workshop kan daartoe een goede aanzet zijn. Speciaal om be<br />

trokkenen op één lijn te krijgen, zou de cultuurverandering en<br />

alles wat daar<strong>bij</strong> komt kijken, nader moeten worden geanaly—<br />

seerd. Stukje theorie, stukje ervaring, inventarisatie van<br />

mogelijkheden en onmogelijkheden.<br />

12


*Qfl~gaan met emoties<br />

Mensen onderkennen <strong>bij</strong> zichzelf soms problemen in het omgaan<br />

met emoties, het assertief reageren, enz. Voor deze mensen<br />

zouden kortdurende trainingen gehouden kunnen worden die hen<br />

leren om te gaan met hun problematiek, om te voorkomen dat ze<br />

onnodig naar de individuele hulpverlening worden doorverwezen,<br />

maar ook dat anderzijds de drempel naar de 1H verlaagd wordt.<br />

Van belang is ook dat men als leider kan omgaan met emoties<br />

van ondergeschikten.<br />

*Teambuilding<br />

Teambuilding is niet iets exclusief s voor compagnieën en<br />

vergelijkbare eenheden. De algemene principes van teambuilding<br />

gelden voor sleutelfunctionarissen van iedere eenheid of staf.<br />

Regelmatig tijd uittrekken voor teambuilding geeft het perso<br />

neel een mogelijkheid tot een gestructureerd stoomafblazen en<br />

de C de gelegenheid daar<strong>bij</strong> naar buiten komende verkeerde<br />

beeldvorming, verkeerde voorstelling van zaken te corrigeren,<br />

personeel te behoeden voor apathie en motiverend, richtingge—<br />

vend bezig te zijn door aan het wij—gevoel te werken.<br />

4.6 Transitie-nianagexuent<br />

Management kan worden aangepast aan de omstandigheden. Zo<br />

kennen we crisismanagement, projectmanagement maar ook trans—<br />

itie—management. Transitiemanagement wordt toegepast in een<br />

situatie waarin sprake is van vele <strong>veranderingen</strong> en individue<br />

le roltransities, zoals overplaatsingen, functiewisselingen,<br />

bascode x plaatsingen en ontslagen. Transitie—management richt<br />

zich op het ver<strong>grote</strong>n van de eigen verantwoordelijkheid en het<br />

versterken van de gevoelens van ervaren competentie van indi<br />

viduen, om zowel het management als de overige medewerkers in<br />

staat te stellen aanpassend met verandering om te gaan. Trans—<br />

itie—management houdt zich bezig met het scheppen van condi<br />

ties in de organisatie, waarbinnen individuele medewerkers<br />

leerprocessen kunnen doormaken. Die condities bestaan uit het<br />

geven van juiste en voldoende informatie, tijd en aandacht. De<br />

verantwoordelijkheid voor de realisatie van de condities is<br />

uiteindelijk de verantwoordelijkheid van het management. Met<br />

name de aspecten “tijd” en “aandacht” komen er <strong>bij</strong> reorganisa<br />

ties vaak bekaaid af. Het geven van aandacht houdt namelijk<br />

ook in dat men moet openstaan voor emoties die inherent zijn<br />

aan transitieprocessen. Dat betekent dat men actief moet<br />

luisteren om de emoties die vaak verpakt zijn te kunnen ont<br />

dekken en daarop op de juiste wijze kunnen reageren. Niet met<br />

dooddoeners, maar met reacties die duidelijk maken dat men de<br />

ander heeft begrepen. Het Kil-personeel is hierin slechts voor<br />

een zeer klein deel getraind. Het scheppen van de hiervoor<br />

genoemde condities is in eerste instantie een verantwoorde<br />

lijkheid van elke C.<br />

Met de methodische aanpak van transitiemanagement wordt ge<br />

tracht medewerkers uit de slachtofferrol te houden door hen in<br />

een zo vroeg mogelijk stadium als volwaardige partij in het<br />

veranderingsproces te erkennen. Een belangrijk doel van trans—<br />

13


‘1’<br />

itie—management is betrokkenen zelf verantwoordelijkheid te<br />

laten nemen voor het welslagen van hun eigen roltransities,<br />

overplaatsing, promotie, enz. Enerzijds gaat het hier<strong>bij</strong> om<br />

het oplossen van de emotionele binding met de vorige rol en<br />

anderzijds om de mate van openstaan voor de nieuwe rol, als<br />

ook de (on—) mogelijkheden die men in die nieuwe rol ziet.<br />

Extra kwetsbare groepen zijn ouderen en mensen die net een<br />

roltransitie hebben meegemaakt. Praktische toepassingen van<br />

transitie—management zijn workshops en trainingen gericht op<br />

lager, midden en hoger management, alsmede het overige perso<br />

neel. Bij deze laatste categorie kan het programma erop ge<br />

richt zijn de deelnemers aan de workshop te activeren het<br />

‘lot’ zelf ter hand te nemen door het bevorderen van het<br />

bewustzijn van de individuele kennis en vaardigheden, interes—<br />

ses, normen en waardepatronen, alsook op mogelijkheden zelf<br />

besluiten te nemen en inzicht te verkrijgen in de mogelijk<br />

heden op de arbeidsmarkt. In dit kader kan mensen ook geleerd<br />

worden te solliciteren: het schrijven van sollicitatiebrieven,<br />

opstellen van CV’s, het voeren van sollicitatiegesprekken,<br />

enz. Ervaringen in het bedrijfsleven wezen uit dat het perso<br />

neel tevreden was over de wijze waarop het bedrijf zich had<br />

ingespannen om het personeel te begeleiden. Deze tevredenheid<br />

betaalt zich terug, door de positieve PR, die dit voor het<br />

bedrijf opleverde. Ook voor de KL is zo’n positieve PR van<br />

belang <strong>bij</strong> het werven van personeel. Transitie—management is<br />

dus niet alleen van belang voor het betreffende personeel,<br />

maar inherent van belang voor het bedrijf zelf. Belangrijk is<br />

dat transitie-management activiteiten initieert die mensen in<br />

beweging brengt en ze niet in apathie doet wegglijden. In die<br />

zin heeft transitiemanagement een preventieve werking m.b.t.<br />

de geestelijke gezondheid van het personeel en voorkomt een<br />

lagere produktiviteit.<br />

4.7 Preventieve interventies<br />

Preventieve interventies zijn activiteiten die bedoeld zijn om<br />

onnodige problemen te voorkomen. In willekeurige volgorde zal<br />

hierna een aantal mogelijkheden de revue passeren. Het is aan<br />

het management van de KL en aan Cn om te bepalen waaraan het<br />

eerst of het meest behoefte is. Afhankelijk van de keuzes<br />

vindt invulling plaats hoe en door wie die ondersteuning zal<br />

worden gegeven. In speciale seminars, workshops, nieuwe of<br />

bestaande cursussen, of andere informatie—uitwisselingen<br />

kunnen de volgende onderwerpen ter sprake komen:<br />

*Eenduidige beeldvorming<br />

Groepsgesprekken met het oog op eenduidige beeldvorming bevor<br />

deren de interne communicatie. Een eenduidige beeldvorming is<br />

noodzaak om efficiënt en effectief naar het gestelde doel te<br />

kunnen werken. Op vele plaatsen ontbreekt het nog aan een<br />

eenduidige beeldvorming. Aan een verbetering van de beeldvor<br />

ming zou op verschillende niveaus in de [CL kunnen worden<br />

gewerkt. Iedereen dient eenzelfde beeld te hebben van begrip<br />

pen als “resultaatverantwoordelijkheid”, “wederzijds vertrou<br />

wen” enz. Eenheid in beeldvorming is van belang omdat iedereen<br />

14


anders zijn eigen toren aan het bouwen is: de één een Martini—<br />

toren, de ander een toren van Babel en iemand anders de toren<br />

van Pisa, terwijl de KL-toren de bedoeling is.<br />

*Invoering vredes—buddy—systeem<br />

Het personeel wordt attent gemaakt op de collegiale verant<br />

woordelijkheid, het willen waarnemen van signalen die er op<br />

duiden dat er sprake is van stressreacties en daarop op een<br />

adequate manier te reageren. Te vergelijken met het buddy—<br />

systeem en de debriefingstechniek die nu alleen nog in het CVV<br />

worden aangeleerd, maar binnenkort ook in de nieuwe AKO worden<br />

opgenomen.<br />

*Beleidskader Verbetering Bedri-jfsvoering (BVB)<br />

De nieuwe bedrijfsvoering zou expliciet aan de orde kunnen<br />

komen voor sleutelfunctionarissen van eenheden. Nagegaan dient<br />

te worden wat voor kennis en kunde voor de nieuwe bedrijfsvoe<br />

ring vereist is en wat nog <strong>bij</strong>geleerd moet worden en hoe.<br />

*Versterken van de rol van de SCC’n<br />

De leden van SCC’n zijn in het huidige personeelszorgsysteem<br />

gericht op passieve ondersteuning. Een actieve en preventieve<br />

rol is gewenst. Over de wijze waarop kan gebrainstormd worden,<br />

om te komen tot een actief plan van aanpak en mogelijk eerdere<br />

inschakeling van deskundigheid op de werkvloer van het CC.<br />

*Moreelsanalyse<br />

Analoog aan het in de KLu toegepaste moreelsanalyse—systeem<br />

(MANS—klu) zou elke C moeten kunnen beschikken over een (een<br />

voudiger) systeem om in eigen beheer een analyse van het<br />

moreel van het personeel te kunnen maken, teneinde tijdig te<br />

kunnen <strong>bij</strong>sturen. Een aangepaste versie wordt op dit moment<br />

beproefd op de SVVR en kan als voorbeeld dienen voor andere<br />

eenheden.<br />

*Thuis frontinformatie<br />

Het thuisfront is van <strong>grote</strong> waarde voor een goed functioneren<br />

van militairen. Cn zouden dat thuisfront goed op de hoogte<br />

moeten houden van ontwikkelingen op het onderdeel in het<br />

algemeen en de personele gevolgen van allerlei plannen m.b.t.<br />

het OC in het <strong>bij</strong>zonder. Zij zouden -eventueel begeleid of<br />

ondersteund door een GW—er— het thuisfront moeten wijzen op<br />

mogelijke gedrags<strong>veranderingen</strong> die kunnen plaats vinden <strong>bij</strong><br />

het personeel, hoe men daarop kan reageren en de wijze waarop<br />

men verdere informatie en hulp kan vragen. Ook het advies om<br />

samen het sociaal beleidskader eens door te nemen is een<br />

mogelijkheid het thuisfront op een positieve manier te betrek<br />

ken <strong>bij</strong> alle <strong>veranderingen</strong>.<br />

*Mission Statement<br />

D.m.v. een (symbolische) visie, het ideaal van de organisatie,<br />

de mensen een perspectief bieden waaraan zij motivatie kunnen<br />

ontlenen. Deze visie moet op alle niveaus van de organisatie<br />

ontwikkeld worden en elke groep dient zijn eigen visie op te<br />

stellen die consistent is met de algehele visie. Zo’n visie<br />

dient te bestaan uit twee componenten: de basisfilosofie en<br />

15


het concrete beeld. De basisfilosofie is een systeem van<br />

fundamentele en motiverende uitgangspunten, principes, waarden<br />

en aannames. Het concrete beeld geeft duidelijk aan waar de<br />

Organisatie haar energie op richt, dient uitdagend, opwindend<br />

te zijn en heeft een emotionele lading.<br />

* Interne Communicatie<br />

Een verbetering van de interne communicatie kan tot stand<br />

komen door brainstormsessjes over mogelijkheden tot verbete<br />

ring van die interne communicatie, of door <strong>bij</strong>eenkomsten om<br />

tot eenduidige beeldvorming te komen. Een belangrijke voor<br />

waarde voor het slagen van de cultuurverandering is een verbe<br />

tering van de interne communicatie. Naarmate de positieve<br />

kanten van de <strong>veranderingen</strong> duidelijker worden, zal de weer<br />

stand tegen de <strong>veranderingen</strong> meer afnemen. Het communicatie—<br />

jaarplan is de basis tot een verbetering van de interne conunu—<br />

nicatie.<br />

* Individuele hulpverlening op de vloer<br />

Personeel van de KL in de gelegenheid stellen van gedachten te<br />

wisselen met een gedragswetenschapper (<strong>bij</strong> voorkeur een kli<br />

nisch psycholoog) op de eigen kazerne, kan de drempel naar SIH<br />

en AIH verlagen, c.q de gang daarnaar voorkomen (preventie).<br />

*Terugkomdagen voor Bascode—7 personeel -<br />

Personeel dat Bascode—7 staat (en geen passend werk heeft) in<br />

de gelegenheid stellen ervaringen uit te wisselen, stoom af te<br />

blazen en het gevoel van aandacht van de laatste eenheid<br />

waar<strong>bij</strong> ze geplaatst waren, voor betrokkenen zichtbaar te<br />

maken.<br />

*Leren omgaan met <strong>veranderingen</strong>/onzekerheden<br />

Voor het grootste deel van het KL-personeel breekt na een<br />

lange periode van zekerheid een periode van <strong>grote</strong> onzekerheid<br />

aan. Tenminste om de drie jaar kan men van functie, van woon<br />

plaats en zelfs van regio moeten veranderen. Daarnaast moet<br />

het personeel ook nog eens anders gaan denken en doen en zal<br />

meer dan ooit een beroep worden gedaan op flexibiliteit en<br />

veranderingsbereidheid. Voor velen zou dat wel eens een moei<br />

zaam leerproces kunnen blijken dat versneld kan worden door te<br />

leren om te gaan met <strong>veranderingen</strong> en onzekerheden.<br />

*KL_Vormingscentrum<br />

De mogelijkheden voor een eigen —facilitair goed toegerust en<br />

centraal gelegen— vormingscentruni voor de KL, waar bovenver—<br />

melde seminars, workshops en trainingen kunnen worden gehou<br />

den, zou in overweging kunnen worden genomen. Ook voor wat<br />

betreft de <strong>bij</strong>scholing Bijzondere <strong>Personeelszorg</strong>, die nu<br />

noodgedwongen gedurende enige jaren plaats moet vinden in de<br />

vormingscentra van de GV, zou een eigen KL—vormingscentrmn uit<br />

het oogpunt van didactiek, effectiviteit en efficiency te<br />

overwegen zijn.<br />

16


4.8 Gewenste personeelszorg hij <strong>veranderingen</strong><br />

Was tot nu toe personeelszorg vooral aandacht voor het licha<br />

melijk welbevinden van het functionerende personeel, in het<br />

voorgaande is aangegeven dat alle <strong>veranderingen</strong> waarmee het<br />

personeel van de KL in de komende tijd te maken krijgt, vooral<br />

een mentale, psychische belasting zullen zijn. Het belang<br />

onderkennende van ook een optimale psychische inzetbaarheid,<br />

is een actieve personeelszorg gericht op het psychisch welbe—<br />

vinden van het personeel van groot belang. Het personeel zal<br />

op de eerste plaats moeten leren omgaan niet <strong>veranderingen</strong>,<br />

i.c. onzekerheden. Het zal ook nieuwe zekerheden moeten worden<br />

geboden: een duidelijke visie op de toekomst van de KL en het<br />

wapen of dienstvak. Het personeel zal daar<strong>bij</strong> gestimuleerd<br />

moeten worden actief mee te denken en te doen om te voorkomen<br />

dat het vervalt in afwachting, overdreven gebruik van def en—<br />

siemechanismen, berusting en/of apathie.<br />

Hiervoor is geschetst welke activiteiten in welk kader moge<br />

lijk en gewenst zijn. Het is aan Cn op elk niveau om uit dat<br />

scala van mogelijkheden van actieve personeelszorg een keuze<br />

te maken, prioriteiten te stellen en adequate begeleiding<br />

zeker te stellen. Een workshop of seminar “personeelszorg <strong>bij</strong><br />

<strong>veranderingen</strong>” voor Cn en P—functionarissen, kan hieraan nader<br />

inhoud en gestalte geven, door een bew-ustwordingsproces op<br />

gang te brengen m.b.t. de eigen —nu gedecentraliseerde-. ver<br />

antwoordelijkheid op het gebied van personeelszorg. Cn kunnen<br />

zich hier<strong>bij</strong> laten <strong>bij</strong>staan en hun activiteiten of hun perso<br />

neel laten begeleiden door beschikbare gedragswetenschappers.<br />

4.9 Begeleiding van veranderingsprocessen<br />

Hiervoor werd geschetst dat cultuurverandering vaak een schok<br />

kende en soms een traumatische ervaring ervaring voor betrok<br />

kenen kan zijn. Kol Lodders heeft in de Militaire Spectator<br />

gesteld dat de cultuurverandering uit een oogpunt van perso<br />

neelszorg en preventie intensief zal moeten worden begeleid,<br />

zowel op Organisatie— als op individueel niveau. Verantwoorde<br />

lijke Cn moeten een klankbord krijgen waartegen ze hun ideeën<br />

kunnen toetsen. Individuele medewerkers moeten begeleiding<br />

krijgen vé6rdat ze rijp zijn voor de individuele hulpverle<br />

ning.<br />

In de KL worden gedragswetenschappers vooral ingezet als<br />

beleidsvoorbereiders, onderzoekers en als hulpverleners aan<br />

mensen die inmiddels zover zijn, dat ze dysfunctioneren. Er is<br />

geen gedragswetenschappelijk preventiebeleid en KL-personeel<br />

wordt in het alledaagse functioneren niet of nauwelijks ge—<br />

dragswetenschappelijk ondersteund of begeleid. Uitzondering is<br />

de Koninklijke Marechaussee, waar een anibulant adviseur van<br />

DPKL/GW full time opereert. Daarnaast worden de Nderlandse<br />

militairen in het voormalige Yoegoslavië ondersteund door o.a.<br />

een klinisch psycholoog en is in het PB VHKL een MPSD-er<br />

opgenomen.<br />

17


Het is onverstandig mogelijkheden tot vroegtijdige begeleiding<br />

van mensen achterwege te laten en te wachten tot het moment<br />

dat ze echt in de problemen zijn gekomen. De drempel naar de<br />

individuele hulpverlening is voor velen nog een hele hoge.<br />

Deze wordt in een krimpende KL waarschijnlijk alleen maar<br />

hoger, omdat men bang is een negatief stempel opgedrukt te<br />

krijgen als men in dat circuit terecht komt. Het is echter<br />

goed mogelijk om te voorkomen dat mensen zo ver komen dat zij<br />

zich <strong>bij</strong> een SIH of de AIH moeten laten behandelen: door<br />

tijdige gedragswetenschappe]J. jke begeleiding/ondersteuning<br />

(liefst op de werkplek). Dat kan in eerste instantie zeer<br />

algemeen, en <strong>bij</strong> uitzondering meer specifiek individueel,<br />

zonder direct therapeutisch van aard te worden.<br />

Er is voor wat betreft gedragswetenschappelij]ce ondersteuning<br />

(GWO) een keuze te maken uit een actief of een passief hande<br />

len. De eerste ervaringen met GWO op vredeslokaties zijn<br />

positief, zowel voor wat betreft de C, de MPSD-er als uit het<br />

oogpunt van personeelszorg, althans volgens het personeel dat<br />

daarmee kennis heeft gemaakt. Het feit dat niet meer comman<br />

danten tot op heden gebruik gemaakt hebben van de mogelijkhe<br />

den tot gedragswetenschappelijke ondersteuning, zegt niets<br />

over hun behoefte, maar waarschijnlijk meer over de onbekend<br />

heid met de mogelijkheden en de voordelen van zo’n ondersteu<br />

ning. Door een actieve instelling kan de latente behoefte van<br />

de eenheden aan ondersteuning manifest, helder, worden ge<br />

maakt. Actieve ondersteuning zou als beleidsrich-tlijn moeten<br />

worden uitgewerkt. Met name i.h.k.v. een noodzakelijke perso<br />

neelszorg en een zelflerende Organisatie.<br />

M.n. wanneer twee of meer culturen in elkaar zullen worden<br />

geschoven, is het van belang na te gaan wat de verschillende<br />

culturen gemeen hebben en waar ze in verschillen. Het cultuur—<br />

onderzoek in de proeftuin OCINT zou daarom moeten worden<br />

uitgebreid tot de gehele KL: Cultuurverandering kan pas worden<br />

nagestreefd als bekend is in hoeverre de cultuur in de KL<br />

afwijkt van hetgeen wordt beoogd. Onbekend is, welke factoren<br />

van negatieve invloed zijn en het veranderingsproces beslis<br />

send kunnen beïnvloeden. Deze barrières dienen door onderzoek<br />

te worden opgespoord. DPKL/GW is de aangewezen in—stantie om<br />

het hierboven voorgesteld onderzoek te verrichten.<br />

Doordat zij onvoldoende onderzoekscapaciteit hebben, zou ge<br />

streefd kunnen worden naar een instrument in handen van de C,<br />

waarmee hij op eenvoudige wijze zelf een cultuuronderzoek kan<br />

uitvoeren, <strong>bij</strong>voorbeeld om te kunnen vaststellen in hoeverre<br />

hij vordert met zijn pogingen tot cultuurverandering en om<br />

tijdig <strong>bij</strong> te kunnen sturen, zonder afhankelijk te zijn van<br />

DPKL/GW. Plaatsing van een MPSD-er in de <strong>grote</strong>re staven zou<br />

een oplossing kunnen bieden voor mogelijke interpretatiepro—<br />

blenien van Cn m.b.t. de onderzoeksresultaten.<br />

»<br />

18


Inzet van gedragswetenschappeljjke ondersteuning van eenheden<br />

dient aan te sluiten <strong>bij</strong> het Haagse beleid ter zake. Conform<br />

dat beleid kan de gedragswetenschappelijke ondersteuning o.a.<br />

plaats vinden door:<br />

a) de bestaande situatie op gedragswetenschappelijke kenmer<br />

ken te beschrijven (Onderzoek) (zie cultuuronderzoek<br />

OCINT) en/of<br />

b) verschillende denkbare ingrepen (alternatieve) strate<br />

gieën) op hun gedragswetenschappeJ.jjke aspecten (Oorza<br />

ken, gevolgen) te doordenken (advies) (zie “Steunverle—<br />

ningsverslag OCAAT”) en/of<br />

c) da toepassing van ingrepen desgewenst op de voet te<br />

volgen (begeleiding) en/of<br />

d) de uiteindelijk tot stand gekomen nieuwe situatie te<br />

beschrijven (onderzoek, evaluatie) en/of<br />

e) het daadwerkelijk ondersteunen d.m.v. lezingen, trainin<br />

gen, workshops enz. (slecht—nieuws—gesprekken e.d.) en<br />

luisteren naar OC—personeel dat daar behoefte aan heeft.<br />

Zijn de punten a t/m d <strong>bij</strong> uitstek een aangelegenheid voor<br />

DPKL/GW, pt e kan het beste door de stafoff MPSD in de diverse<br />

staven worden uitgevoerd, omdat deze bekend is met het ressort<br />

(en andersom) en daar zijn optreden op kan fijnstemmen.<br />

5. Conclusies:<br />

1. Er is geen Beleidsconcept <strong>Personeelszorg</strong>, geen perso—<br />

neelszorgbeleid m.b.t. ingrijpende <strong>veranderingen</strong> in de KL<br />

en geen KL—preventieprogrannna om psychische problemen en<br />

daaruit volgend ziekteverzuim te voorkomen. Er vindt geen<br />

gedragswetenschappelijke begeleiding van het KL-personeel<br />

plaats in hun dagelijkse situatie.<br />

2. De <strong>veranderingen</strong> die het personeel van de KL te wachten<br />

staan, leiden tot een toename van de mentale belasting,<br />

die kan leiden tot psychische problemen en tot een ver<br />

hoogd ziekteverzuim <strong>bij</strong> het personeel en daarmee tot een<br />

verlaagde KL-output.<br />

3. Vroegtijdige begeleiding van psychische problemen is<br />

gewenst uit een oogpunt van personeelszorg, en de nood<br />

zaak tot vermindering van het ziekteverzuim.<br />

4. De huidige bedrijf scultuur van de KL en van de af zonder<br />

lijke eenheden, alsmede de barrières voor een succesvolle<br />

cultuur<strong>veranderingen</strong> in de KL zijn niet bekend.<br />

5. Een goede interne communicatie zonder angst voor kritiek<br />

of repercussies is noodzaak voor de gewenste (cultuur—)<br />

<strong>veranderingen</strong> in het KL.<br />

19


6. Personeel tot op het laagste niveau dient de organisatie—<br />

doelen te vertalen naar concrete doelen, verandering van<br />

mentaliteit, attitude en concreet gedrag in de eigen<br />

werksituatie.<br />

7. Het is van belang dat het thuisfront van het KL-personeel<br />

wordt betrokken <strong>bij</strong> de <strong>veranderingen</strong>.<br />

8. Aanbieding van individuele gedragswetenschappelijke<br />

begeleiding van personeel op het eigen onderdeel, is een<br />

actieve en zichtbare vorm van personeelszorg, kan ernsti<br />

ger problemen voorkomen, en indien noodzakelijk, de drem<br />

pel naar SIH en AIH verlagen.<br />

9. Er is een plan van aanpak mogelijk dat de zorg van de<br />

Bevelhebber voor het la—personeel zichtbaar maakt en<br />

faciliterend werkt voor de gewenste <strong>veranderingen</strong> in de<br />

Koninklijke Landmacht.<br />

6. Aanbevelingen:<br />

Op grond van voorgaande conclusies de volgende maatrege<br />

len te nemen:<br />

1. Ontwikkel een personeelszorgbeleid i.h.k.v. de VHKL en de<br />

cultuurverandering, alsmede een preventiebeleid voor het<br />

voorkomen van psychische problematiek.<br />

2. Gebruik ziekteverzuimparameters en een moreels—analyse<br />

als indicatoren voor het welbevinden van het personeel.<br />

3. Zorg voor adequate (gedragswetenschappelijke) begeleiding<br />

van de <strong>veranderingen</strong> in de KL in het algemeen en van het<br />

la-personeel op de werkplek in het <strong>bij</strong>zonder.<br />

4. Onderzoek per eenheid de bedrijfscultuur en houd rekening<br />

met cultuurverschill.en <strong>bij</strong> het samenvoegen van de diverse<br />

eenheden of OCa.<br />

5. Verminder de weerstand tegen gewenste (cultuur—) verande<br />

ringen door het daadwerkelijk betrekken van alle geledin<br />

gen <strong>bij</strong> de <strong>veranderingen</strong> in de KL 1 het onderdeel, d.m.v.<br />

workshops, trainingen, groepsdiscussies, e.d..<br />

6. fleschrijf de gewenste waarden en normen —de bedrijfsprin—<br />

cipes— van de KL, de staven en van elk onderdeel afzon<br />

derlijk.<br />

20


7. Verbeter de interne communicatie d.m.v. communicatie<br />

jaarplannen en sta open voor kritiek van onderaf.<br />

8. Begeleid Cn, het hoger, lager en middenkader hij het<br />

vertalen van de organisatiedoelstellingen naar concrete<br />

doelen, mentaliteit, attitude en gedrag in de eigen<br />

werksituatie.<br />

8. Hanteer voor het proces van cultuurverandering de aange—<br />

geven richtlijnen en maak een keuze uit de mogelijkheden<br />

voor een plan van aanpak van activiteiten die de verande<br />

ringen in de KL kunnen faciliteren.<br />

9. Stel al het personeel van de KL in de gelegenheid in<br />

ééndaagse workshop te leren omgaan met <strong>veranderingen</strong> en<br />

onzekerheden, het herkennen van problemen daarmee en de<br />

wijze waarop daarop adequaat te reageren.<br />

10. Maak duidelijk en zichtbaar dat de verschillende activi<br />

teiten uit het plan van aanpak of de workshop, voort<br />

vloeien uit een visie van de Bevelhebber op personeels<br />

zorg.<br />

21

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!