EEN DUBBEL GEVOEL - Rutgers WPF
EEN DUBBEL GEVOEL - Rutgers WPF
EEN DUBBEL GEVOEL - Rutgers WPF
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>Rutgers</strong> <strong>WPF</strong>, 2012 Een dubbel gevoel<br />
gemiste fases in de seksuele ontwikkeling inhalen. Voor een deel was dit een zeer positieve<br />
ervaring die als ‘bevrijding’ werd omschreven. Tegelijkertijd ontstonden in die periode soms<br />
nieuwe moeilijkheden, die tot teleurstelling of onvrede konden leiden.<br />
Binnen de seksuele ontwikkeling was sprake van een aantal processen. Vóór de coming-out had<br />
de helft van de geïnterviewden, met name de MV’s, te maken gehad met seksuele opwinding<br />
rondom ‘cross-gender fantaseren’: het fantaseren over het behoren tot het gewenste geslacht.<br />
Dit werd niet altijd als prettig ervaren. Het moeten verbergen van de (latente)<br />
transgendergevoelens en de stress die daarmee gepaard gaat zou een rol kunnen spelen in de<br />
seksuele lading die het fantaseren kan krijgen. Ook fungeerde de fantasie voor sommigen als<br />
brug tussen wens en realiteit, in het eigen maken van het beeld en de rol van de andere sekse.<br />
Seksuele identiteitsvorming en het ontdekken van de eigen seksuele voorkeur was, op<br />
verschillende manieren, sterk verweven met het coming-out en transitieproces. Er was sprake<br />
van een variatie aan seksuele voorkeuren en seksuele identiteiten. De zelfbenoemde seksuele<br />
identiteiten vielen niet altijd eenduidig samen met de categorieën van homo-, bi- en<br />
heteroseksualiteit. Tijdens de expertmeeting kwam naar voren dat het accepteren van een<br />
niet-heteroseksuele voorkeur na de transitie voor sommige transgenders lastiger kan zijn dan<br />
het accepteren van hun genderidentiteit. Ook de relatiegeschiedenis van de geïnterviewden<br />
hing sterk samen met hun coming-out en transitieproces. Partners hadden vaak moeite om te<br />
gaan met het veranderde lichaam en de nieuwe (publieke) identiteit van hun partner. Daten<br />
tijdens en na de transitie kon angst voor afwijzing oproepen.<br />
Thema’s waarover meer informatie gewenst was waren: het bestaan van (verschillende vormen<br />
van) transgender-zijn, de diversiteit aan seksuele voorkeuren onder transgenders, seksuele<br />
mogelijkheden vóór of zonder geslachtsoperatie, seksuele mogelijkheden na (verschillende)<br />
geslachtsoperaties, veilig vrijen, cross-gender fantaseren en seksuele ontwikkeling na de<br />
transitie. Vaardigheden die deelnemers graag wilden leren waren het leren kennen en<br />
aangeven van de eigen seksuele wensen en grenzen, daten en het aangaan van relaties,<br />
omgaan met gevoelens van incongruentie tijdens seks en tot slot het voelen van minder<br />
schaamte rondom niet-normatieve lichaamsdelen. Het uitwisselen van informatie met andere<br />
transgenders vormde voor veel deelnemers een belangrijke bron van informatie, ondersteuning<br />
en advies op het gebied van seksualiteit. De genderteams van het VUMc, het UMcG en het UZ<br />
Gent namen voor de geïnterviewden een ambivalente rol in als potentiële aanbieder van zorg<br />
en informatie op het gebied van seksualiteit. Enerzijds was er behoefte aan (meer en betere)<br />
informatie en hulpverlening rondom seksualiteit, anderzijds leefde er wantrouwen ten opzichte<br />
van behandelaars, waardoor men deze informatie en hulpverlening liever elders zocht. De<br />
psychologen van het genderteam hebben niet de taak om psychosociale hulpverlening te<br />
bieden, maar zijn ‘poortwachters’: zij besluiten wie er wel en niet gediagnosticeerd wordt en<br />
wanneer iemand klaar is voor de volgende stap in de behandeling. Er leeft de angst dat het<br />
delen van informatie over de eigen seksualiteitsbeleving en het uiten van een hulpvraag op het<br />
gebied van seksualiteit uitstel dan wel afstel van de behandeling kunnen betekenen. In de<br />
expertmeeting werd aangegeven dat er geen contra-indicaties meer zijn op het gebied van<br />
seksualiteit, maar men kon zich wel voorstellen dat de ‘beoordelingssituatie’ ontspannen<br />
uitwisseling in de weg staat. Voor het bieden van hulpverlening rondom seksualiteit zijn<br />
daarnaast onvoldoende middelen beschikbaar. Individuele hulpverlening door therapeuten met<br />
expertise over transgenderthematiek werd zeer positief geëvalueerd, maar er zijn slechts<br />
weinig hulpverleners met kennis van zaken. Uit zowel de interviews als de expertmeeting bleek<br />
dat er, naast het bestaande aanbod van informatie en zorg, behoefte is aan overzichtelijke<br />
schriftelijke informatie over seksualiteit van transgenders in de vorm van bijvoorbeeld een<br />
boekje, folder of website.